Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage
ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002
Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek van de VNO-NCW en MKB Nederland en is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken binnen het Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap
Bestelnummer: M200207
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting of numbers and/or text as an explanation or support in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
2
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
2
De betaalde vennootschapsbelasting
7
2.1 2.2
Achtergrond van de data Tabel
7 8
3
De betaalde inkomstenbelasting
9
3.1 3.2
Achtergrond van de data Tabel
9 9
4
Procentuele verdeling winstbelasting
11
3
1
Inleiding
VNO -NCW en MKB Nederland willen de komende kabinetsperiode inzetten op verdere lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Hierbij wordt gedacht aan een verlaging van de vennootschapsbelasting (VpB), zowel van het algemene tarief als het opstapje. In lijn hiermee wordt voorgesteld de bedrijven die vallen onder het regime van de inkomstenbelasting een vergelijkbare lastenverlichting te geven. Voor een deel zal de financiering plaatsvinden door aanpassingen van bedrijfssubsidies en -faciliteiten. Om tot een zo evenwichtig mogelijke verdeling van de effecten te komen, is het nodig een beeld te krijgen hoe de lasten en de diverse subsidies en faciliteiten zijn verde eld over de diverse sectoren en grootteklassen. Doelstelling onderzoek Het doel van het onderzoek is: 1 een beeld te geven van de verdeling van de betaalde belasting over de winst door Vpb- en IB-ondernemers per sector en grootteklasse; 2 een beeld te geven van de verdeling van een aantal bedrijfssubsidies en belastingfaciliteiten, eveneens verdeeld naar sector en grootteklasse. In deze studie komt het doorrekenen van de Vennootschapsbelasting en de Inkomstenbelasting aan de orde, verdeeld naar grootteklassen. De exercitie is globaal en is gebaseerd op bronnenonderzoek en modelexercities met de modellen KTO voor de vaststelling van de winst voor belasting, FAMOS voor de betaal1 de vennootschapsbelasting en BRUNET voor de betaalde inkomstenbelasting. Aggregatieniveau Bij de VpB zijn meer sectoren onderscheiden dan bij de IB. Dit hangt nauw samen met de beschikbaarheid van data voor kleine bedrijven en de onzekerheid van de effecten van de nieuwe belastingheffing middels de Inkomstenbelasting.
1
Het betreft hier drie door EIM ontwikkelde modellen. Met het KTO-model worden per sector en grootteklasse prognoses van opbrengsten, kosten en winst gemaakt. FAMOS wordt gebruikt voor de vaststelling van de winst na belasting en de balanssamenstelling van de sectoren verdeeld naar grootteklassen. BRUNET wordt gebruikt om per sector het bruto-nettotraject van het inkomen van zelfstandigen in kaart te brengen. Het bronmateriaal is afkomstig van het CBS en betreft de Statistiek Financiën van ondernemingen en de Inkomensstatistiek.
5
2
De betaalde vennootschapsbelasting
2.1
Achtergrond van de data Rechtspersonen met winst betalen vennootschapsbelasting (VpB). De betaalde VpB is voor 2000 in kaart gebracht. De VpB had toen een vermoedelijke opbrengst van € 16.741. De cijfers voor 2001 uit de Miljoenennota suggereren een nog hogere opbrengst (€17.929,-), maar lijken inmiddels achterhaald door de ontwikkelingen ná 11 september en zouden met erg veel onzekerheden zijn omkleed. Voor de verdeling is gekeken naar enkele bronnen, zoals de Nationale Rekeningen van het CBS, de Miljoenennota 2002, de Statistiek Financiën van Ondernemingen (CBS) en de winstramingen voor 2000 van EIM naar sector en grootteklasse. Hiervoor is gebruikgemaakt van de modellen KTO en FAMOS. De totale belastingopbrengst voor 2000 is afkomstig van de Miljoenennota 2002. De Statistiek Financiën van Ondernemingen (SFO) geeft belastinggegevens per nietfinanciële sector en grootteklasse. Een probleem hierbij is evenwel dat in tegenstelling tot de meeste andere statistieken, zoals Productiestatistieken en Werkgelegenheidsstatistieken, niet de onderneming het uitgangspunt vormt, maar het concern. Dit betekent dat dochterbedrijven door middel van consolidatie zijn opgenomen bij het moederbedrijf. Buitenlandse dochterbedrijven zijn wel apart opgenomen. Om koppelingen met andere statistieken mogelijk te maken, heeft EIM op basis van de eigen databases de gegevens versleuteld naar de ondernemingenindeling. De SFO geeft de belastingcijfers voor het jaar 1999; deze gegevens zijn met behulp van de modellen KTO en FAMOS 1
geactualiseerd naar 2000. De gegevens van de financiële sector (het bank - en verzekeringswezen) zijn afkomstig van de Nationale Rekeningen (NR) van het CBS.
1
EIM heeft ook gekeken naar de berekening van een verlaging van de VpB met 5%, zoals die naar voren komt uit het rapport ‘Verbreding en verlichting’ van de Studiegroep vennootschapsbelasting in internationaal perspectief (Commissie-Van Rooy). Deze cijfers zijn echter moeilijk in lijn te brengen met de andere bronnen en leiden tot ‘vreemde’ sectorale en grootteverdelingen.
7
2.2
Tabel tabel 1
betaalde VpB in 2000 naar sector en grootteklasse klein
landbouw
midden
totaal
41
9
99
delfstoffenwinning
2
20
1.317
1.339
nutsbedrijven
0
0
1
1
131
520
587
1.238
9
21
68
98
.
.
.
186
handel en exploitatie onroerend goed zorg en welzijn overheidsbedrijven voedings- en genotmiddelenind ustrie metaalindustrie chemie en kunststoffenindustrie
8
177
603
789
25
240
739
1.004
3
15
267
286
aardolie-industrie
.
1
269
270
overige industrie
233
343
635
1.211
63
522
744
1.329
bouwnijverheid autobedrijven
74
151
91
316
groothandel
389
1.409
784
2.582
detailhandel
32
141
283
455
transport en communicatie
77
258
516
851
horeca
9
59
55
123
.
657
2.072
2.729
237
673
705
1.615
overige commerciële diensten
20
15
10
45
cultuur en recreatie
15
96
26
136
.
29
10
39
1.376
5.388
9.790
16.741
bank- en verzekeringswezen* zakelijke diensten
milieudiensten* totaal
* Klein- en middenbedrijf zijn samengenomen; het kleinbedrijf is zeer klein. Bron: EIM, o.b.v. Miljoenennota, NR, FSO.
8
groot
49
3
De betaalde inkomstenbelasting
3.1
Achtergrond van de data Ondernemers van niet-rechtspersonen met winst (vooral eenmanszaken, vennootschappen onder firma en maatschappen) betalen inkomstenbelasting (IB) en premie volksverzekeringen (PVv). IB-ondernemers behoren voor het overgrote deel tot het kleinbedrijf. Van de naar schatting 790.000 zelfstandigen (hoofdactiviteit) is slechts 2,5% werkzaam in het midden- en grootbedrijf. Er is derhalve geen uitsplitsing naar grootteklasse gemaakt. De bronnen voor de gemaakte berekening zijn de Miljoenennota 2002 en de Inkomensstatistiek 1998. De gegevens zijn met het EIM-model BRUNET geactualiseerd. IB-ondernemers hebben in 2001 naar schatting € 4,4 miljard IB en premies volksverze1 keringen betaald. Door de beperkte steekproefomvang bij het CBS en de geringe aandacht voor sectoren is alleen een grove indeling mogelijk. Bovendien kan het CBS een vrij grote groep niet indelen.
3.2
Tabel tabel 2
raming betaalde IB en PVv door ondernemers van niet-rechtspersonen en het netto-effect van het totaal aan faciliteiten per sector in miljoenen euro’s in 2001
bedrijfssector
totaal betaalde IB en PVv
netto-effect 2001 faciliteiten
landbouw en visserij
369,2
321,1
winning en industrie
170,0
48,6
bouw
194,7
65,9
65,5
22,3
autohandel en -reparatie groothandel
140,5
42,6
detailhandel
289,5
133,7
horeca
98,5
52,3
vervoer
146,7
48,6
zakelijke diensten
688,3
128,3
overige diensten MKB
147,7
53,1
overige diensten – niet-MKB*
7.06,7
100,2
bedrijfsfunctie onbekend
1.416,9
387,8
totaal
4.434,3
1.404,5
* Vooral zorg en welzijn, en cultuur en recreatie. Bron: EIM, o.b.v. Miljoenennota 2002 en Inkomstenstatistiek 1998 (CBS).
1
De premies volksverzekeringen zijn meegenomen, omdat deze deel uitmaken van de eerste twee schijven van de IB-belasting. Veranderingen in de faciliteiten hebben derhalve ook invloed op de te betalen premie volksverzekeringen.
9
4
Procentuele verdeling winstbelasting
In dit hoofdstuk wordt een samenvattend overzicht gegeven van de betaalde winstbelasting (VpB en IB samen) in procenten van het sectortotaal. Uit de cijfers komt naar voren dat circa 80% van de winstbelasting geheven wordt via de Vennootschapsbelasting en 20% via de Inkomstenbelasting. De verschillen per sector zijn echter groot. Het aandeel VpB varieert van ruim 20% in de landbouw en visserij tot bijna 100% in de delfstoffenwinning. Andere sectoren met een relatief hoog aandeel IB zijn overige diensten MKB, horeca, detailhandel en zakelijke dienstverlening. Bij de se ctorale verdeling moet bedacht worden dat ruim eenderde van de betaalde IB niet naar sector traceerbaar is. tabel 3
verdeling IB en VpB per sectoren naar grootteklasse, 2000/2001 waarvan
bedrijf ssector
IB incl. PVv
VpB*
klein
79
21
10
delfstoffenwinning**
0
100
industrie
5
95
openbaar nut
0
bouwnijverheid autohandel en -reparatie
midden
groot
onverdeeld
totaal
in proce nten landbouw en visserij
9
2
0
100
0
1
98
0
100
7
21
67
0
100
100
0
0
100
0
100
13
87
4
34
49
0
100
17
83
19
40
24
0
100
groothandel
5
95
14
52
29
0
100
detailhandel
39
61
4
19
38
0
100
horeca
44
56
4
27
25
0
100
vervoer
15
85
8
26
52
0
100
0
100
0
24
76
0
100
zakelijke diensten
30
70
10
29
31
0
100
overige diensten MKB
77
23
10
8
5
0
100
MKB***
32
68
7
30
31
0
100
overheid
0
100
0
0
0
100
100
100
0
0
0
0
0
100
21
79
6
25
46
1
100
bank- en verzekering swezen***
overige diensten - niet-
bedrijfsfunctie o nbekend totaal *
Kleinbedrijf en middenbedrijf bij VpB samengenomen.
**
IB is verwaarloosd.
***
Vooral zorg & welzijn en cultuur & recreatie.
Bron: EIM, o.b.v. Miljoenennota 2002, NR, SFO en Inkomstenstatistiek 1998 (CBS).
11