Behandeling met een pacemaker Scheper Ziekenhuis Emmen
Pacemaker implantatie Datum/tijd opname: ……/ ……/ …… ; …..:….. Uur Datum: ……/ ……/ 20 ; Sintrom/Marcoumar stoppen (na implantatie weer hervatten)
Melden bij secretariaat afdeling …………….. Licht ontbijt Medicijnen innemen/meenemen Bloedprikken dag voor opname (bloedafname, straat 2) Bloedprikken dag van opname (bloedafname, straat 2) 1
Inhoudsopgave Inleiding
4
Vragen en opmerkingen
4
1. Contactinformatie
6
2. Even voorstellen
7
3. De normale werking van het hart
11
4. De pacemaker
13
5. De opname
15
6. Complicaties
18
7. Weer thuis
19
8. Weer thuis na pacemakervervanging
23
9. Samenvatting
28
10. Overige informatie
31
Ruimte voor notities
33
2
Lees deze informatie vóór de implantatie door Opname in het ziekenhuis voor een pacemakerimplantatie is een ingrijpende gebeurtenis. Om u zo goed mogelijk voor te bereiden op de opname, de pacemakerimplantatie en de controles daarna, ontvangt u deze brochure. Deze informatie is in eerste instantie bedoeld voor de patiënt, maar mensen in uw naaste omgeving kunnen ook baat hebben bij deze informatie. Het is ook nuttig dat zij weten wat er met u gebeurt en hoe de situatie zal zijn nadat de pacemaker bij u is ingebracht. Deze brochure behandelt hoe het gezonde hart werkt, wat hartritmestoornissen zijn en hoe de pacemaker functioneert. Vervolgens staat er beschreven wat u kunt verwachten voor, tijdens en na de pacemakerimplantatie. Elke patiënt is uniek en de ingreep verschilt van patiënt tot patiënt. Hierdoor kunnen er verschillen zijn met de informatie die hier beschreven is. Uw arts zal uw persoonlijke situatie met u en eventueel uw naasten bespreken.
3
Inleiding Uw cardioloog heeft het in verband met de behandeling van uw ritme of geleiding probleem met u over een pacemaker gehad . Misschien heeft u ritmestoornissen, een trage hartslag of korte stilstand in het hartritme gehad. Medicijnen kunnen ritmestoornissen en snelle hartritmes remmen. De pacemaker pakt de te trage hartritmes aan. Contactpersoon Het is verstandig één contactpersoon aan te wijzen tijdens de opname. Deze kan de contacten met de verpleegafdeling, familie en overige belangstellende onderhouden. Vragen en opmerkingen Is er iets niet duidelijk, twijfelt u ergens over of heeft u vragen, maak dit kenbaar aan de desbetreffende hulpverlener in ons ziekenhuis. Wanneer er zaken zijn die niet voldoen aan uw verwachtingen en die naar uw mening beter kunnen, meldt dit dan alstublieft aan ons. Uw suggesties en opmerkingen bieden ons de kans om onze zorgverlening te verbeteren. Tot slot Overal waar in de brochure hij/hem staat, kan ook zij/haar gelezen worden.
4
5
1. Contact informatie Bezoekadres Scheper ziekenhuis Emmen Boermarkeweg 60 7824 AA Emmen
Tel. 0591 - 69 19 11
ICD / Pacemakerpoli Functiecentrum Hoofdgang bij straat 5 wachtruimte A Email:
[email protected]
Tel. 0591 - 69 11 40
Secretariaat polikliniek Cardiologie Afspraken bezoek cardioloog Straat 5
Tel. 0591 - 69 12 75 of 69 12 83
Functiecentrum Cardiologie Afspraken onderzoeken Straat 5 – 7
Tel. 0591 - 69 11 40
Verpleegafdeling Cardiologie Tel. 0591 - 69 15 92 West 38 Bezoektijden 13:30-15:00 en 18:00-20:00 uur (Maximaal 2 bezoekers per patiënt) Hartbewaking / Eerste Hart Hulp Tel. 0591 - 69 15 86 West 37 Bezoektijden 11:00-11:30 en 15:00-20:00 uur (Maximaal 2 bezoekers per patiënt) Poliklinische Hartrevalidatie Straat 11
Tel. 0591 - 69 15 88
Internet
www.leveste.nl
6
2. Even voorstellen… Goede zorg is teamwork De zorg voor u en uw hartziekte is teamwork. U krijgt te maken met zorgverleners uit verschillende disciplines. We kunnen niet iedereen via deze weg aan u voorstellen. Vanaf de eerste informatieve gesprekken tot aan de nazorg en de controles heeft u contact met een aantal medewerkers. Die stellen we graag aan u voor. Cardiologen met ICD en hartritme specialisatie Uw eigen cardioloog kent u natuurlijk al. Voor de behandeling met een ICD hebben een aantal cardiologen zich gespecialiseerd. Zij houden toezicht op de behandeling met een ICD. Cardioloog R.L. Anthonio (Rutger) Dr. Anthonio heeft ervaring opgedaan als cardioloog, maar ook als gespecialiseerde ICD cardioloog in de volgende ziekenhuizen: Universitair Medisch Centrum Groningen en het Martini Ziekenhuis Groningen. Vanaf 2009 is hij actief betrokken bij o.a. ICD- en pacemakerzorg in het Scheper Ziekenhuis. Cardioloog J.G. Engbers (Jos) Dr. Engbers heeft ervaring opgedaan als cardioloog, maar ook als gespecialiseerde ICD cardioloog in de volgende ziekenhuizen: St Joseph Ziekenhuis Eindhoven, Academisch Ziekenhuis Leiden, Schüchtermann Kliniek in Bad Rothenfelde. In 2009 behaalde hij het belangrijke examen voor ICD zorg: het Europese EHRA certificaat. Vanaf 1985 is hij actief betrokken bij o.a. ICD- en pacemakerzorg in het Scheper Ziekenhuis.
7
Cardioloog T.D.J Smilde (Tom) Dr. Smilde heeft ervaring opgedaan als cardioloog, maar ook als gespecialiseerde ICD cardioloog in de volgende Ziekenhuizen: Universitair Medisch Centrum Groningen en het Martini Ziekenhuis Groningen. In 2011 behaalde hij het belangrijke examen voor ICD zorg: het Europese EHRA certificaat. Vanaf 2011 is hij actief betrokken bij o.a. ICD- en pacemakerzorg in het Scheper Ziekenhuis. Cardioloog M.W.J. Vet (Thijs) Dr. Vet heeft ervaring opgedaan als cardioloog, maar ook als gespecialiseerde ICD cardioloog in de volgende ziekenhuizen: Isala klinieken Zwolle, Academisch Ziekenhuis Utrecht en het Medisch Spectrum Twente in Enschede. In 2008 behaalde hij een belangrijk examen voor ICD zorg: het Europese EHRA certificaat. Vanaf 2002 is hij actief betrokken bij o.a. ICD en pacemakerzorg in het Scheper Ziekenhuis. Hartrevalidatie-coördinator A. Bakker-Engbers (Anita) Mevr. Bakker is verpleegkundig specialist (nurse practitioner). Haar taak is de poliklinische hartrevalidatie voor alle patiënten met een hartziekte te coördineren. Ze heeft uitgebreide ervaring met hartpatiënten en is reeds vanaf 1992 werkzaam in de cardiologie.
8
Physician assistants Cardiologie Deze twee functionarissen hebben tot taak om de ICD therapie zo soepel mogelijk voor u te laten verlopen. Dit betekent dat zij ook uw doorlopende begeleiders zijn vanaf het moment dat de cardioloog voor het eerst een ICD met u bespreekt. Het ondersteunen van de hartrevalidatie coördinator hoort tot de taken. Daarnaast zijn zij vooral actief op de ICD/pacemakerpoli. D.M. de Haart (Martin) Dhr. de Haart heeft een technische achtergrond en opleiding. Hij vulde die kennis aan met medische instrumentatie en de opleiding tot master physician assistant. Het diploma werd in 2010 behaald. Hij is vanaf 2008 gecertificeerd volgens de internationale IBHRE norm. Dit is een voor ICD zorg belangrijk examen. Vanaf 1990 is hij actief betrokken bij de zorg voor patiënten met een pacemaker of een ICD. J. Santman (Joris) Dhr. Santman heeft van oorsprong een technische opleiding, maar vulde die kennis aan met medische scholing op het gebied van medische instrumentatie en sloot in 2011 de opleiding tot master physician assistant af met een diploma. Ook is hij vanaf 2009 gecertificeerd volgens de internationale IBHRE norm. Dit is een voor ICD zorg belangrijk examen. Vanaf 1998 is hij actief betrokken bij de zorg voor patiënten met een pacemaker of een ICD.
9
ICD / Pacemakertechnici Deze medewerkers komt u vooral tegen bij de controles na de implantatie. Ook vervullen zij taken tijdens de implantatie van de ICD. Zij dragen mede zorg voor het goed instellen van de ICD naar uw specifieke behoefte. J. Betten (Jort) Dhr. Betten heeft specialistische ervaring en kennis op het gebied van pacemakers en ICD's, maar daarnaast ook in het bloedvaten onderzoek van het hart (catheterisatie en dotteren). Hij is gediplomeerd hartfunctie laborant. Vanaf 2010 is hij actief betrokken bij de zorg voor patiënten met een pacemaker of een ICD. M. Broens (Marije) Mevr. Broens heeft specialistische ervaring en kennis op het gebied van pacemakers en ICD's, maar daarnaast ook in het echo onderzoek van het hart. Zij is gediplomeerd hartfunctie laborant. Vanaf 2006 is zij actief betrokken bij de zorg voor patiënten met een pacemaker of een ICD. A. Dijk-Eigenberg (Anette) Mevr. Dijk-Eigenberg heeft specialistische ervaring en kennis op het gebied van pacemakers en ICD's. In 2010 behaalde zij het, voor ICD zorg belangrijke, internationale IBHRE examen. Vanaf 2006 is zij actief betrokken bij de zorg voor patiënten met een pacemaker of een ICD. F. Geugies (Frits) Dhr. Geugies heeft een ruime ervaring en kennis op het gebied van alle hartfunctie onderzoeken. Hij is met name gespecialiseerd in pacemakers en ICD's, maar daarnaast ook in het echo onderzoek van het hart. Hij is gediplomeerd hartfunctie laborant. Vanaf 1985 is hij actief betrokken bij de zorg voor patiënten met een pacemaker of een ICD. 10
3. De normale werking van het hart Het gezonde hart Het hart is een belangrijk orgaan in het lichaam. Het zorgt er voor dat het hele lichaam via het bloed voortdurend van voedingstoffen en zuurstof wordt voorzien en dat afvalstoffen worden afgevoerd. Het hart is opgebouwd uit een rechter- en een linkerhelft. Elke harthelft bestaat uit twee gedeelten: een boezem (atrium) en een kamer (ventrikel). De boezem en de kamer staan met elkaar in verbinding en hebben een eigen taak in het rondpompen van het bloed. Zuurstofarm bloed van het lichaam komt via de rechterboezem binnen. Wanneer de rechterboezem vol is, pompt het hart dit door naar de rechterkamer die daarmee in verbinding staat. De rechterkamer pompt het nog steeds zuurstof arme bloed rechterboezem via de longslagader naar de longen. Hier wordt opnieuw zuurstof linkerboezem in het bloed gebracht. Het nu weer zuurstofrijke bloed komt in de linker boezem terug in het linkerkamer hart. Als de linker boezem weer rechterkamer gevuld is, pompt het hart dit naar de linker hartkamer. De linker kamer is een sterk gespierd deel van het hart. Daarmee pompt het hart uiteindelijk het zuurstofrijke bloed door het hele lichaam. Hoe klopt het hart? Het samentrekken van het hart wordt geregeld met elektrische prikkels. Vanaf een plaats in de rechterboezem van het hart, de sinusknoop, worden regelmatig prikkels afgegeven. In het hart zijn kleine zenuwbundels aanwezig die deze elektrische prikkels naar de AV knoop geleiden. De AV knoop geeft de prikkel op zijn beurt weer door aan de kamers. Als gevolg van deze prikkels op de juiste plaatsen kan het hart samentrekken en daarmee het bloed rond pompen. 11
Hoe vaak klopt het hart? Een normaal hart klopt meestal tussen de 60 en 100 slagen per minuut. In rust, bijvoorbeeld tijdens de slaap, kan dit echter nog wel wat langzamer zijn. En bij forse inspanning, bijvoorbeeld snel een trap oplopen, kan het ook nog wel flink sneller zijn. De genoemde 60 tot 100 slagen per minuut is een richtwaarde. Een sneller of langzamere hartslag hoeft dus niet altijd te betekenen dat er iets ernstigs aan de hand is. Hartritmestoornissen Bij een hartritmestoornis is er iets aan de hand met het ritme en/of het tempo van het hart. Dat kan te snel, te langzaam of juist onregelmatig zijn. Normaal gesproken vindt de elektrische prikkelgeleiding plaats in de sinusknoop, dit is de natuurlijke pacemaker. Als de sinusknoop ermee stopt of trager wordt kunnen er boezemritmestoornissen ontstaan. Bij een boezemritmestoornis zijn er allemaal elektrische prikkels aanwezig in de hartboezem en wordt het ritme hier bepaald. Boezemritmestoornissen worden ook wel atrium of boezemfibrilleren/flutter genoemd. Boezemritmestoornissen zijn over het algemeen niet direct gevaarlijk. De kamers gaan vaak wel onregelmatig en sneller kloppen, maar blijven in staat om alle organen van bloed en zuurstof te voorzien. U kunt ritmestoornis als hartkloppingen voelen, vermoeid of kortademig zijn. In veel gevallen merken de patiënten er helemaal niets van. Bij AV- knoop geleidingstoornissen is er een vertraging/blokkade in de AV-knoop. Hierbij wordt de prikkelgeleiding niet goed doorgegeven van de hartboezems naar de hartkamers. Hierdoor wordt het hartritme trager, of het ritme stopt er tijdelijk mee.
12
4. De pacemaker Een pacemaker is een apparaatje dat het werk van de sinusknoop en/of AV-knoop (de gangmakers van het hart) overneemt, waardoor het hart weer in het normale tempo en ritme gaat pompen/kloppen. Wanneer het nodig is, geeft een pacemaker een klein impulsje af, die u niet voelt, hierdoor trekt de hartspier samen. Een pacemaker is een klein, glad, dun metalen doosje van ongeveer 0,75 cm dik, zo’n 4,5 cm breed en 5 cm lang. Daaraan vastgekoppeld zitten één of meerdere lange draden, de elektroden. Een batterij zorgt ervoor dat de pacemaker jarenlang een elektrische impuls kan afgeven. Daarnaast bevat de pacemaker elektronica, te vergelijken met een kleine computer, die de pacemaker in staat stelt om te reageren op de gezondheidstoestand van het hart en de inspanning die van het hart wordt gevraagd. De pacemaker geeft zijn elektrische impulsen af door één of meerdere elektroden. Een elektrode bestaat uit dun gevlochten metalen draden, verpakt in isolerende kunststof. Op de plaats waar de pacemaker wordt ingebracht (linker-of rechter kant onder het sleutelbeen, wordt de elektrode in een ader ingevoerd die naar het hart loopt. In het hart wordt de elektrode in de boezem of in de kamer gelegd. Vena subclavia (ader die naar het hart loopt) Clavicula (sleutelbeen)
13
De implantatie van de pacemaker is een kleine operatie waarvoor u kort wordt opgenomen in het ziekenhuis. De pacemaker wordt onder de huid boven de linker of rechter borstspier geïmplanteerd. Pacemakersysteem De pacemaker bevat de volgende delen: Vijftig procent van de pacemaker bestaat uit batterij. De pacemaker kan stimuleren (impuls) afgeven en kijken naar het hartritme. Het hartritme wordt voor de diagnostiek opgeslagen, dit gebeurt via een “geheugen chip” (kleine computer) die in de pacemaker zit.
Batterij
Het programmeerapparaat De pacemakertechnicus zal regelmatig uw pacemaker controleren. Daarvoor worden eventueel een aantal draden aan de armen en de benen aangesloten. Dit is om het hartritme te kunnen aflezen. Het programmeer apparaat kan met de pacemaker in verbinding gebracht worden middels radiogolven. Met een soort antenne die boven op kleding ter plaatse van de pacemaker wordt gelegd is dit mogelijk. Via deze verbinding kan de pacemaker uitgelezen en bijgesteld worden. Er zijn verschillende programmeerapparaten, van diverse firma’s, deze passen bij de verschillende types pacemakers.
Het uitleesapparaat wordt bovenop de pacemaker geplaatst 14
5. De opname Oproep voor de ingreep Deze wordt meestal direct aan de balie van het secretariaat cardiologie gepland. Het secretariaat Cardiologie verzorgt de planning en de berichtgeving. Als u in de tussenliggende periode gezondheidsproblemen krijgt, zoals verkoudheid, koorts of een griep, neem dan direct contact op met het secretariaat. Het kan nodig zijn de ingreep uit te stellen. Op de verpleegafdeling De dag van opname gaat u naar de verpleegafdeling op de 3e etage. Meestal zal dit op de westvleugel zijn, de verpleegafdeling cardiologie. U hoeft niet nuchter te komen, een licht ontbijt mag u nuttigen. De verpleegkundige zal een opnamegesprek doen en brengt een infuusnaald in de linkerarm (de kant van het lichaam waar ook de pacemaker geplaatst wordt). Er wordt eventueel nog een hartfilm (ECG) gemaakt, de bloeddruk, pols en temperatuur wordt gemeten. Voor de ingreep krijgt u antibiotica toegediend zoals voorgeschreven door de arts. Hierdoor verkleint de kans op infecties. U krijgt een operatiejas aan, uw onderbroek en sokken mag u aanhouden. Als u een gehoorapparaat en/of bril draagt kunt u deze gewoon in- of ophouden. Het is verstandig om vlak voor de ingreep nog het toilet te bezoeken. Tijdsduur pacemakerimplantatie Het is moeilijk van tevoren aan te geven hoelang de hele ingreep gaat duren. Dat is afhankelijk van welke pacemaker geïmplanteerd wordt. Tijdsduur: tussen de één en twee uur.
15
De ingreep U wordt naar de hartkatheterisatie kamer gebracht, waar de ingreep plaats vindt. Hier wordt u gevraagd om op uw rug op de röntgentafel te gaan liggen. De hartfunctie laborant desinfecteert de plaats waar de pacemaker zal worden geplaatst. Soms worden er nog wat haren weggeschoren. Daarna wordt u afgedekt met een steriel papieren laken. Het is belangrijk dat u de armen en benen niet meer boven dit laken beweegt. Dit zou de steriliteit in gevaar brengen, waardoor de kans op infectie weer kan toenemen. De pacemaker wordt onder de huid geplaatst. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. U bent dus tijdens het inbrengen van de pacemaker en de elektroden gewoon bij kennis. Geheel pijnloos is de ingreep niet, maar dit zijn korte momenten en deze worden van te voren door de arts aangekondigd. Als u op andere momenten pijn heeft moet u dit aangeven. De arts kan het operatiegebied dan extra verdoven. De elektroden worden via een ader in de schouderstreek naar het hart geschoven. De arts gebruikt röntgenopnames om op de juiste plek in het hart te komen. De technicus zal metingen verrichten om te zien of de elektrode op die plaats in het hart goed kan werken. Om te controleren of de draad goed blijft liggen kan u gevraagd worden om diep in te ademen of te hoesten. Tijdens de ingreep wordt regelmatig uw bloeddruk gemeten en het hartritme in de gaten gehouden. De elektroden worden ook in de schouderstreek vastgehecht en aangesloten op de pacemaker. Voor het plaatsen van de pacemaker moet er ruimte gemaakt worden onder de huid. Meestal is dit het pijnlijkste deel van de ingreep. Gelukkig duurt dit maar kort. Daarna wordt de wond gehecht. U hoort dan ook of de hechtingen vanzelf oplossen. Niet oplosbare hechtingen moeten na 10 dagen verwijderd worden door de huisarts.
16
Na de ingreep • Terug op de verpleegafdeling controleert de verpleegkundige uw hartslag, temperatuur en bloeddruk. • Na de ingreep heeft u enkele uren bedrust. • De eerste dagen mag de pleister niet nat worden en kunt u dus niet douchen. • Als de wond droog is hoeft er geen pleister meer op kunt u weer douchen. Meestal is dit binnen drie dagen het geval. • Sommige patiënten hebben langere tijd nog een onprettig gevoel op de plaats waar de pacemaker geïmplanteerd is. • De volgende dag wordt er een röntgenfoto van de borst gemaakt en de pacemaker gecontroleerd door de technicus. • Na de controle wordt op de verpleegafdeling het infuusnaald verwijderd. • Ook wordt er nog een hartfilm (ECG) gemaakt. • Indien alles goed is mag u naar huis. Uw huisarts wordt geïnformeerd over deze behandeling. • Poliklinische vervolgafspraken worden gemaakt en genoteerd op uw afsprakenkaart.
17
6. Complicaties Een pacemakerimplantatie verloopt meestal zonder problemen. Een enkele maal kunnen er complicaties optreden, zoals: • Bloeduitstorting/nabloeding op de plaats waar de pacemaker onder de huid wordt geplaatst. • Losraken van een elektrode na de implantatie. • Infectie van de wond. • Klaplong; op de plaats waar de pacemaker wordt geïmplanteerd wordt een ader aangeprikt. Hierbij kan het voorkomen dat het longvlies wordt geraakt. Om dit te controleren wordt na de ingreep een röntgenfoto gemaakt. • Tamponade; tijdens het inbrengen van de elektrode van de pacemaker in het hart kan er door de hartkamerwand heen geprikt worden. Er kan dan bloed in het hartzakje stromen, waardoor de pompfunctie bemoeilijkt wordt. Dit is een zeer zeldzame complicatie die behandeld kan worden door een punctie waarbij het bloed weer wordt afgevoerd.
18
7. Weer thuis Leefregels voor de eerste zes weken na pacemakerimplantatie • Gedurende zes weken mag u de arm aan de kant van de implantatie niet boven de schouderhoogte bewegen omdat de elektrodes nog vast moeten groeien in het hart. • De inwendige wond heeft tijd nodig om te genezen. Gedurende deze periode is extra voorzichtigheid geboden bij tillen, rekken, strekken en activiteiten die krachtinspanning met zich meebrengen. • Vermijd knellende kleding, korsetten en bretels, deze kunnen de wond irriteren. Een bh-bandje kan ook onplezierig aanvoelen. U kunt iets onder het bh-bandje aanbrengen om de druk op de wond te verminderen. • Zwemmen is in deze periode niet toegestaan. • Het is aan te bevelen de schouder wel te bewegen, omdat deze anders vast kan gaan zitten • Fietsen en autorijden is toegestaan. • Werkhervatting is afhankelijk van het soort werk. Bij zwaar lichamelijk werk moet rekening worden gehouden met de bovengenoemde beperkingen. • Licht lichamelijk of zittend werk kan na één week weer worden hervat. Wondverzorging Zorg dat uw wond na de ingreep schoon en droog blijft. Als de wond niet meer nabloedt, mag de pleister na drie dagen verwijderd worden. Is de wond droog dan hoeft er geen nieuwe pleister op en kunt u weer douchen. Volg de instructies van de arts indien de hechtingen nog verwijderd moeten worden. Meestal wordt er zelfoplossend hechtmateriaal gebruikt en hoeven de hechtingen niet verwijderd te worden. Bij het optreden van wondproblemen of andere plotselinge klachten moet u binnen kantoortijden contact opnemen met de pacemaker/ICD poli. Daarbuiten kunt u de Eerste Hart Hulp bellen.
19
Neem direct contact op bij • Tekenen van infectie: roodheid, zwelling, koorts, pijn. • Het open gaan van de wondranden • Plotseling vocht of bloedverlies uit de wond. • Een niet of langzaam genezende wond. • Het naar buiten komen van de pacemaker en/of de elektroden. • Het aanmerkelijk verplaatsen van de pacemaker (het is normaal dat de pacemaker een klein beetje verplaatst) Nacontrole Meestal ziet uw behandelend cardioloog u na ongeveer zes weken weer op de poli. U krijgt deze afspraak mee als u met ontslag gaat. Tijdens deze controle wordt ook de wondgenezing beoordeeld. ICD/pacemaker patiëntenpas Iedere patiënt krijgt op korte termijn een ICD/pacemaker patiëntenpas uitgereikt. Meestal is dit al bij ontslag, soms bij de eerste controle. Ook komt het voor dat deze opgestuurd wordt per post. Op de voorkant staan twee telefoonnummers vermeld, die van de Eerste Hart Hulp en die van de pacemakerpoli. De eerste is voor spoedgevallen, de laatste vooral voor zaken die binnen kantooruren geregeld kunnen worden.
Op de achterkant staan de gegevens van de pacemaker en de elektroden vermeld. Raakt u de pas kwijt, vraag dan aan de technicus van de pacemaker/ICD poli een nieuwe.
20
We adviseren om deze pas in bijvoorbeeld uw portemonnee te stoppen. In ons ziekenhuis is precies bekend welke pacemaker en elektroden u heeft. Daarvoor hoeft u de pas niet te tonen. Bij andere zorgverleners is het wel van belang te vermelden dat u pacemaker drager bent en kunt u de pas tonen. Voor sommige ingrepen is het nodig dat de pacemaker tijdelijk anders wordt ingesteld. Vertel iedere behandelaar steeds dat u een pacemaker heeft en vraag hem/haar contact te leggen met uw behandelend cardioloog bij onduidelijkheden of vragen. De pas kan ook op luchthavens gebruikt worden om aan te geven dat u pacemaker drager bent. Poliklinische controle Er vinden controles plaats bij de behandelend cardioloog en op de Pacemaker/ICD poli. De cardiologische vervolg controle is meestal ongeveer zes weken na de ingreep. Daarna wordt door de arts steeds een nieuw controle interval aan u medegedeeld. De controles op de pacemaker/ICD poli vinden plaats na zes of acht weken, drie maanden en vervolgens ieder half jaar. Bij een vervanging van de pacemaker vindt de pacemakercontrole na drie maanden plaats. Deze controles worden afwisselend door een technicus en een physician assistant uitgevoerd. Ook al voelt u niets van de pacemaker, het apparaat functioneert altijd. Het controleert en registreert voortdurend uw hartritme. Controle van de pacemaker is een belangrijk deel van de behandeling. Optimale instellingen zijn nodig om hartritmestoornissen goed te behandelen. Er wordt nagegaan of er hartritmestoornissen zijn geweest en of ze goed zijn behandeld. Ook worden de kwaliteit van de elektroden en de levensduur van de batterij gecontroleerd. Bij klachten of vragen is er binnen kantoortijden altijd een technicus of physician assistant die u telefonisch te woord kan staan. Soms is het nodig dat u een controle of gesprek op de pacemaker/ICD poli krijgt. Dit 21
kan meestal dezelfde dag, maar in ieder geval binnen een paar dagen. Wij vragen u bij voorkeur te bellen tussen 10.00 uur en 11.00 uur met tel. 0591 - 69 11 40. Daarnaast kunt u ook gebruik maken van het volgende email adres:
[email protected]. Op mail wordt binnen kantooruren meestal dezelfde dag, maar uiterlijk de volgende werkdag gereageerd. Voor spoedgevallen is de Eerste Hart Hulp dag en nacht bereikbaar (tel. 0591 - 691 5 86). Pacemakervervanging De batterij van de pacemaker heeft een gemiddelde levensduur van zeven á acht jaar. De exacte levensduur hangt van diverse instellingen af. Er zijn daarom ook patiënten die langer of korter met het apparaat kunnen doen. Hier wordt bij de controles steeds aandacht aan besteed. De batterij van de pacemaker kan niet vervangen worden. Daarom wordt de hele pacemaker vervangen. Het vernieuwen van de pacemaker vraagt wel weer een opname en een ingreep. Deze is in de regel kleiner dan de eerste ingreep. De elektroden kunnen immers weer gebruikt worden bij de nieuwe pacemaker. Bij vervanging van de pacemaker maakt de cardioloog een opening net boven de pacemaker, neemt de pacemaker eruit en maakt deze los van de elektroden. In enkele gevallen is het nodig om een nieuwe elektrode te plaatsten. Hierna wordt de nieuwe pacemaker aangesloten en de wond gehecht. Bij vervanging van een pacemaker is dezelfde wondzorg en controle nodig als bij de eerste ingreep. Het weer volledig gebruiken van de arm kan echter veel sneller, omdat de elektroden nu niet meer vast hoeven te groeien.
22
8. Weer thuis na pacemakervervanging Leefregels na pacemakervervanging (wanneer er geen nieuwe draden zijn ingebracht) • Gedurende twee weken na de pacemakervervanging mag u de arm aan de kant van de implantatie niet boven de schouderhoogte bewegen. • De inwendige wond heeft tijd nodig om te genezen. Gedurende 2 weken is extra voorzichtigheid geboden bij tillen, rekken, strekken en activiteiten die krachtinspanning met zich meebrengen. • Vermijd knellende kleding, korsetten en bretels, deze kunnen de wond irriteren. Een bh-bandje kan ook onplezierig aanvoelen. U kunt iets onder het bh-bandje aanbrengen om de druk op de wond te verminderen. • Zwemmen is in de eerste zes weken niet toegestaan. • Het is aan te bevelen de schouder wel te bewegen, omdat deze anders vast kan gaan zitten. • Fietsen en autorijden is wel toegestaan • U mag uw werk direct hervatten, wanneer dit lichte werkzaamheden betreffen die geen invloed hebben op de wondgenezing. Anders is het verstandig één week rust te nemen. De pacemaker en EMI (elektromagnetische interferentie) De pacemaker is door ingebouwde beveiligingen over het algemeen goed beschermd tegen elektromagnetische invloeden van buitenaf. Bepaalde soorten elektrische of magnetische energie kunnen de werking van de pacemaker verstoren. Dit wordt elektromagnetische interferentie (EMI) genoemd. De belangrijkste oorzaken van EMI worden hieronder genoemd en toegelicht. Vermijd deze zoveel mogelijk. In huis worden de meeste mensen hierdoor niet beperkt in hun activiteiten. Indien u op uw werk met zware elektrische apparatuur te maken heeft die EMI kan veroorzaken, overleg dan met uw cardioloog of technicus.
23
Wanneer is er EMI? Dit kan worden veroorzaakt door: • Elektrische apparatuur die in slechte staat verkeert of geen goede aarding heeft. • Elektrische apparatuur die een grote hoeveelheid energie produceert, zoals industriële generatoren. • Booglas apparatuur, die gebruik maakt van een zogenaamde smeltlastechniek. • Medische apparatuur waaronder: -MRI apparatuur: een onderzoekmethode waarbij o.a. afbeeldingen van inwendige organen, botten en spieren gemaakt worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een magneetveld en radiogolven. -Straling bij radiotherapie. -TENS, een techniek die gebruikt wordt bij pijnbestrijding. • Metaaldetectors en beveiligingssystemen, die gebruikt worden in winkels en op luchthavens. • Radar apparatuur. Welke elektrische apparatuur kan zonder risico worden gebruikt? • Huishoudelijke apparaten die in goede staat verkeren, kunnen meestal zonder enig risico gebruikt worden. Hieronder vallen o.a. magnetronovens, mixers, broodroosters, elektrische messen, televisies, videorecorders, elektrische dekens, elektrische kachels en openingssystemen voor garagedeuren. • Kantoorapparatuur, zoals computers en kopieerapparaten. • Medische apparatuur. Hieronder vallen apparaten die worden gebruikt voor het maken van: Röntgenfoto’s, Echografieën, CT-scans, Mammografieën, Fluoroscopieën Wat moet u doen als u in de buurt bent van een EMI-bron? In de meeste gevallen kunt u gewoon weglopen van de EMI-bron of deze uitzetten. Toon op vliegvelden aan het beveiligingspersoneel uw ICD/pacemaker pas, zodat u niet door de detectiepoort hoeft te lopen. U kunt zonder problemen door antidiefstal poortjes in de winkels lopen, hier niet tussen in blijven staan. Als u klachten heeft nadat u dicht bij een EMIbron bent geweest, neem dan contact op met de pacemaker/ICD poli. 24
Voorzorgsmaatregelen op het werk: Als u in de buurt van grote EMI-bronnen werkt moet u dit met uw werkgever en uw cardioloog bespreken. Misschien kunt u ervoor zorgen dat uw blootstelling aan deze bronnen wordt beperkt. Wat moet u doen als u naar het ziekenhuis gaat? Vertel het ziekenhuispersoneel dat u pacemaker drager bent, voordat u een medische of tandheelkundig onderzoek of behandeling ondergaat. Betreed geen ruimten waar het volgende waarschuwingssymbool is aangegeven.
Beveiligingssystemen Beveiligingssystemen, bij in/uitgangen of bij kassa’s zijn ook een bron van EMI. Loop bij deze systemen op gewone snelheid door de poort. Blijf niet gedurende langere tijd bij deze beveiligingssystemen stilstaan. Mobiele telefoon Met een pacemaker/ICD kunt u zonder problemen mobiele telefoons gebruiken. U kunt hiervoor de volgende richtlijnen hanteren: • Houd de mobiele telefoon aan de andere zijde dan waar uw pacemaker is ingebracht. • Draag de telefoon niet in een borstzak of binnenzak aan de zijde van de ingebrachte pacemaker. Voorzorgsmaatregelen thuis Slechte aarding kan EMI veroorzaken. Zorg ervoor dat elektrische apparaten naar behoren functioneren. Met uw pacemaker kunt u over het algemeen al uw huishoudelijke apparatuur gebruiken, mits in goede staat en gebruikt op een manier waarvoor het is bedoeld. Neem bij twijfel contact op met de pacemaker/ICD poli.
25
Autorijden Autorijden voor privé-doeleinden mag met een pacemaker bijna altijd. Voor rijbewijzen C en D is een specialistische beoordeling noodzakelijk. Bij verlenging van uw rijbewijs zal het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) een geneeskundige verklaring van u vragen. Dit komt bij die gelegenheid vanzelf aan de orde. Wanneer u voor de eerste keer opgaat voor uw rijbewijs volgt het CBR dezelfde procedure. Sport en ontspanningsactiviteiten Overleg met uw cardioloog als u activiteiten wilt ondernemen, die heel veel inspanning van u vragen. Wat kunt u niet (blijven) doen: • Ruwe contactsporten, zoals rugby of voetbal, aangezien ze de pacemaker kunnen beschadigen. • Inspannende of herhalende lichaamsoefeningen met uw bovenlichaam, zoals gewichtheffen of softbal. Ze kunnen in sommige gevallen uw pacemakerelektroden aantasten. Als u niet goed weet of een bepaalde sport of activiteit kan i.v.m. uw pacemaker, raadpleeg dan de medewerkers van de pacemaker/ICD poli. Vakantie Meestal wordt tijdens het eerste bezoek aan de pacemaker/ICD poli de ICD/pacemaker patiënten pas aan u uitgereikt. Soms wordt deze ook toegestuurd per post. Neem deze op vakantie ook mee. Mocht u op vakantie iets overkomen, dan kan men rekening houden met uw pacemaker. Reizen per, boot, trein of vliegtuig geeft geen enkel probleem. Als u per vliegtuig reist, informeer dan wel de veiligheidsmedewerkers bij de controle poorten en toon uw ICD/pacemaker patiëntenpas. Reizen per auto is geen enkel probleem, draag altijd wel de veiligheidsgordel. De pacemaker zal hierdoor niet beschadigd raken.
26
Verzekeringen Voor het afsluiten van een basispakket voor een zorgverzekering mag het dragen van een pacemaker niets uitmaken. Het basispakket omvat de zorgverzekering die voor iedereen verplicht is. Voor een aanvullende verzekering kan men uw pacemaker als een extra gezondheidsrisico beschouwen. Men mag u van die verzekering uitsluiten of een hogere premie vragen. De voorwaarden verschillen per zorgverzekeraar. Vergelijk dus premies en voorwaarden. Uw pacemaker kan problemen opleveren bij een levensverzekering of een hypotheek. Voor de verzekeringsmaatschappij of de bank betekent de pacemaker, dat u een “hartziekte” heeft en dus licht verhoogd gezondheidsrisico. U mag niet verzwijgen dat u een pacemaker heeft, want dan kan de betreffende instantie achteraf een vergoeding of uitkering weigeren. Begraven en cremeren Als u na overlijden wordt gecremeerd, moet de pacemaker vooraf verwijderd worden. Als u wordt begraven is dat vanwege het milieu wenselijk. Eventueel dienen uw nabestaanden de uitvaartverzorger erop te wijzen dat u een pacemaker draagt. Meer informatie Informatie over gezonde voeding, gezonde maaltijden bereiden, seksualiteit, tips om meer te bewegen en advies bij het stoppen met roken vindt u respectievelijk in de brochures “Eten naar hartelust”, “Koken naar hartelust”, ”Hart en lust”, “Bewegen doet wonderen” en “Uitdrukkelijk voor rokers”. Deze folders zijn op de afdeling Cardiologie beschikbaar.
27
9. Samenvatting Waarom is een pacemaker bij patiënten nodig? Een pacemaker is een apparaatje dat het werk van de sinusknoop en/of AV-knoop (de gangmakers van het hart) overneemt, waardoor het hart weer in het normale tempo en ritme gaat pompen/kloppen. Wanneer het nodig is, geeft een pacemaker een klein impulsje af die u niet voelt, hierdoor trekt de hartspier samen. Hoe wordt de pacemaker ingebracht? Via een operatie onder het linker of rechter sleutelbeen word(t)/(en) één of meerdere elektroden via een ader ingevoerd en in het hart gebracht. Met behulp van röntgenopnames plaatst de cardioloog de elektroden op de juiste plaats. Een onderhuidse ruimte biedt plaats aan de pacemaker. Hoelang duurt de operatie en is dit pijnlijk? De operatie vindt plaats onder plaatselijke verdoving. Er zijn momenten waarop u enige pijn kan voelen. Deze worden aangekondigd en duren kort. Meestel duurt de operatie tussen de één en twee uur. Hoelang duurt de opname? Meestal verblijft u twee dagen in ons ziekenhuis. Op de dag van de opname vindt ook de ingreep plaats. Nadien houdt u twee uur bedrust. De volgende dag word er een röntgenfoto van de borst en een hartfilm (ECG) gemaakt. Tenslotte wordt de pacemaker gecontroleerd door de technicus. Mag ik daarna weer direct alle bezigheden uitvoeren? Nee, de eerste periode van zes weken moeten de elektrode(n) nog vastgroeien. Bewegingen waarbij de arm aan de ingreepzijde boven de schouder of achter het lichaam worden bewogen moet u vermijden. Ook zware belastingen (zwaar tillen) moet u vermijden (zie punt 7, pagina 17) Moet de wond nog verzorgd worden? Na drie dagen haalt u de pleister eraf. Indien de wond een droge korst heeft en er geen bloed of vocht meer uit de wond komt, mag u weer dou28
chen en hoeft er geen nieuwe pleister op. Indien dit niet het geval is plakt u opnieuw een pleister. Zolang er een pleister op de wond zit mag deze niet nat worden. Bij bloedingen en/of tekenen van infectie neemt u direct contact op met de pacemaker/ICD poli of EHH (Eerste Hart Hulp) buiten kantooruren. Volg de instructies van de arts indien de hechtingen nog verwijderd moeten worden. Meestal wordt er zelfoplossend hechtmateriaal gebruikt en hoeven de hechtingen niet verwijderd te worden. Neem direct contact op bij • Tekenen van infectie: roodheid, zwelling, koorts, pijn. • Het open gaan van de wondranden. • Plotseling vocht of bloedverlies uit de wond. • Een niet of langzaam genezende wond. • Het naar buiten komen van de pacemaker en/of de elektroden. • Het aanmerkelijk verplaatsen van de pacemaker (het is normaal dat de pacemaker een klein beetje verplaatst) Wanneer zijn er controles nodig? Meestal ziet uw behandelend cardioloog u na ongeveer zes weken weer op de poli. Ongeveer zes weken na implantatie komt u voor pacemakercontrole op de pacemaker/ICD poli, vervolgens een pacemakercontrole afspraak na drie maanden. Na deze controle vindt een volgende poliklinische controle plaats en vervolgens wordt deze ieder half jaar herhaald. Kan ik na zes weken weer alles doen? De meeste bezigheden en activiteiten kunt u ook met een pacemaker weer doen. Vermijd ruwe contactsporten. Blijf niet staan in beveiligingspoorten, maar loop er gewoon doorheen. De mobiele telefoon bij voorkeur aan de andere lichaamszijde gebruiken dan waar de pacemaker is ingebracht. Stop geen mobiele telefoon in een borstzak of binnenzak aan de zijde van de pacemaker.
29
Wat is een ICD/pacemaker patiënten pas? Hierop staat genoteerd welk merk en type pacemaker en elektroden bij u zijn ingebracht. Deze pas kunt u tonen aan veiligheidsmedewerkers op bijvoorbeeld luchthavens, maar ook aan medisch behandelaars zoals bijvoorbeeld fysiotherapeuten en tandheelkundigen. U krijgt de pas meestal uitgereikt bij de eerste controles bij de pacemaker/ICD poli. Hoe zit het met autorijden? Autorijden voor privé-doeleinden mag met een pacemaker bijna altijd. Voor rijbewijzen C en D is een specialistische beoordeling noodzakelijk. Bij verlenging van uw rijbewijs zal het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) een geneeskundige verklaring van u vragen. Dit komt bij die gelegenheid vanzelf aan de orde. Wanneer u voor de eerste keer gaat voor uw rijbewijs volgt het CBR dezelfde procedure.
30
10. Overige informatie Er bestaan verschillende patiëntenverenigingen die voor u belangrijk kunnen zijn. Zo kunt u bijvoorbeeld behoefte hebben aan een gesprek met een lotgenoot over uw belevingen en ervaringen. Dit kan tot steun zijn bij de verwerking van deze ingrijpende gebeurtenis. Daarnaast heeft u wellicht het advies gekregen om meer te gaan bewegen of sporten. De patiëntenverenigingen richten hun activiteiten speciaal op deze vormen van nazorg. Natuurlijk is ook uw partner bij al deze activiteiten van harte welkom. Voor meer informatie kunt u contact opnemen op: Nederlandse Hartstichting Postbus 300, 2501CH Den Haag, Tel. 0900-300300, Website: www.hartstichting.nl De Hart & Vaatgroep De Hart & Vaatgroep is een patiëntenvereniging voor mensen met een hart- of vaakziekte en hun naasten. De vereniging houdt zich zowel landelijk als regionaal bezig met: informatievoorziening, lotgenotencontact, leefstijl en bewegen, belangenbehartiging en vakantieweken. Postbus 300, 2501 CH Den Haag , Tel. 088-1111600, Website: www.hartezorg.nl Hartbrug Stichting voor het verlenen van steun aan hartpatiënten. Géén wetenschappelijke organisatie. Sinds begin jaren zeventig komen zij op voor de belangen van de patiënt. Indien gewenst bieden zij hulp, begeleiding en advies op een zo breed mogelijk terrein van hart- en vaatziekten. Zo voorzien zij ook in een behoefte met speciale hartbrugreizen, luxe busreizen met medische begeleiding.
31
Hartbrug Postbus 1002, 6040 KA Roermond, Tel. 0475-317272, Website: www.hartgenoten.nl Reanimatie Voor informatie over reanimatielessen kunt u contact opnemen met: Bureau Reanimatie van de Nederlandse Hartstichting, postbus 300, 2501CH Den Haag, Tel: 0900-040020. Voor een cursus bij u in de buurt kunt u ook bellen met de Informatielijn van de Nederlandse Hartstichting: 0900-3000300
Bij het opstellen van deze informatiebrochure is er, met toestemming, gebruik gemaakt van het voorlichtingsmateriaal van het Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede
32
Ruimte voor notities
33
34
MA 1898 06-13-v1 H
ICD / Pacemaker Tel. 0591 - 69 11 40 B.g.g. via functiecentrum Straat 5 wachtruimte A Email:
[email protected] 35