Biventriculaire therapie Scheper Ziekenhuis Emmen
Inleiding Uw cardioloog heeft het in verband met de behandeling van uw hartziekte met u gehad over biventriculaire therapie. Deze therapie is ervoor bedoeld om beide hartkamers weer gelijkmatig (synchroon) te laten samentrekken. Deze folder geeft aanvullende informatie m.b.t. biventriculaire therapie op de pacemaker of ICD brochure die u hebt meegekregen.
1
Inhoudsopgave Inleiding 1. Synchroon samentrekken hartkamers
3
2. Asynchroon samentrekken hartkamers
4
3. Biventriculaire therapie
4
4. Biventriculaire pacemaker en ICD implantatie
5
5. Tijdsduur implantatie
7
6. Na de ingreep
7
7. Poliklinische controle
7
8. Echocardiografie gecombineerd met pacemaker controle
8
9. Tenslotte
8
2
1. Synchroon samentrekken hartkamers Het samentrekken van de hartspier gebeurt normaal gesproken synchroon. Dit houdt in dat zowel de rechter als de linker hartkamer gelijktijdig samentrekken. Ook de verschillende wanddelen van iedere hartkamer trekken op hetzelfde moment samen. Hierdoor wordt de pompfunctie optimaal ondersteund. De organen en weefsels van het lichaam worden goed van bloed, voedingstoffen en zuurstof voorzien.
Vrije wand
Interventriculaire septum
Linker hartkamer
Rechter hartkamer
3
2. Asynchroon samentrekken hartkamers Het samentrekken van de hartspier gebeurt asynchroon. Dit houdt in dat beide hartkamers niet meer gelijktijdig samentrekken. Ook de wanddelen van iedere hartkamer beginnen niet gelijktijdig samen te trekken. Hierdoor verslechterd de pompfunctie. De organen en weefsels van het lichaam worden minder goed van bloed, voedingstoffen en zuurstof voorzien. Bij geringe inspanning wordt men dan sneller moe en kortademig. Het lichaam houdt meer vocht vast, waardoor dikke voeten of enkels kunnen ontstaan. 3. Biventriculaire therapie De bedoeling van deze biventriculaire therapie is om weer synchronie (gelijktijdig samentrekken) van beide hartkamers en van verschillende wanddelen van iedere hartkamer te verkrijgen. Deze behandeling zal altijd gecombineerd worden met medicijnen. Door de hartkamers gelijktijdig te prikkelen/stimuleren verbetert het samenknijpen, waardoor de pompfunctie verbetert. Bij een groot deel van de patiënten die voor een biventriculaire therapie in aanmerking komen leidt de implantatie tot een verbetering van de conditie en een afname van de kortademigheid. Ook is een verbetering van de levensverwachting aangetoond. Er zijn biventriculaire pacemakers met en zonder ICD functie (zie brochure “behandeling met een pacemaker” en “behandeling met een ICD”).
4
4. Biventriculaire pacemaker en ICD implantatie U wordt naar de hartkatheterisatie kamer gebracht, waar de ingreep plaatsvindt. Hier wordt u gevraagd om op uw rug op de röntgentafel te gaan liggen. De hartfunctie laborant desinfecteert de plaats waar het biventriculair systeem zal worden geplaatst. Soms worden er nog wat haren weggeschoren. Daarna wordt u afgedekt met een steriel papieren laken. Het is belangrijk dat u de armen en benen niet meer boven dit laken beweegt. Dit zou de steriliteit in gevaar brengen, waardoor de kans op infectie weer kan toenemen. Het biventriculaire systeem wordt onder de huid geplaatst. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. U bent dus tijdens het inbrengen van het biventriculair systeem en de draad gewoon bij kennis. Geheel pijnloos is de ingreep niet, maar dit zijn korte momenten en deze worden van te voren door de arts aangekondigd. Als u op andere momenten pijn heeft moet u dit aangeven. De arts kan het operatiegebied dan extra verdoven. De draden worden via een ader in de schouderstreek naar het hart geschoven. De cardioloog gebruikt röntgenopnames om op de juiste plek in het hart te komen. Er kunnen 3 draden geïmplanteerd worden, dit is afhankelijk van de hartkwaal. Bij dit systeem wordt er een draad in de rechter hartboezem gelegd, één in de rechterhartkamer, vervolgens wordt de derde draad via een ingang in de rechterhartboezem naar de linkerkamer opgeschoven. Deze draad ligt om het hart heen in een bloedvat. De derde draad plaatsen kan moeilijk verlopen omdat de opening van het bloedvat in de rechter hartboezem gevonden moet worden. Vervolgens moet de draad opgeschoven worden in het bloedvat en een mooie positie krijgen om het hart heen. Tijdens deze verrichting wordt door een slangetje contrastvloeistof (laat weinig röntgenstraling door, wordt hierdoor zichtbaar op de monitor) gespoten. U kunt hierdoor een warm gevoel in uw gehele lichaam krijgen. 5
Rechter boezem draad
Sinuscoronarius Ingang bloedvat naar linker kamer
Linker kamer draad Bloedvat om het hart
Rechter kamer draad
De technicus zal metingen verrichten om te zien of de draad op die plaats in en om het hart goed kunnen werken. Mocht u tijdens deze metingen, een soort “hik” gevoel krijgen dan moet u dit aangeven. Om te controleren of de draad goed blijft liggen kan u gevraagd worden om diep in te ademen of te hoesten. Tijdens de ingreep wordt regelmatig uw bloeddruk gemeten en uw hartritme in de gaten gehouden. De draden worden ook in de schouderstreek vastgehecht en aangesloten op het biventriculaire systeem. Voor het plaatsen van het biventriculaire systeem moet er ruimte gemaakt worden onder de huid. Meestal is dit het pijnlijkste deel van de ingreep. Gelukkig duurt dit maar kort. Daarna wordt de wond gehecht. U hoort dan ook of de hechtingen vanzelf oplossen. Niet oplosbare hechtingen moeten na 10 dagen verwijderd worden.
6
5. Tijdsduur implantatie Het is moeilijk van tevoren aan te geven hoelang de hele ingreep gaat duren. Het is afhankelijk van het systeem dat geïmplanteerd wordt en de plaatsing van de draad naar de linkerkant. Tijdsduur: tussen de 2 ½ en 4 uur. 6. Na de ingreep • Terug op de verpleegafdeling controleert de verpleegkundige uw hartslag, temperatuur en bloeddruk. • Na de ingreep heeft u enkele uren bedrust. • De eerste dagen mag de pleister niet nat worden en kunt u niet douchen. Als de wond droog is hoeft er geen pleister meer op en kunt u weer douchen. Meestal is dit binnen drie dagen het geval. • Sommige patiënten hebben langere tijd nog een onprettig gevoel op de plaats waar het biventriculaire systeem geïmplanteerd is. • De volgende dag wordt er een röntgenfoto van de borst gemaakt en het biventriculaire systeem gecontroleerd door de technicus. • Na de controle wordt op de verpleegafdeling de infuusnaald verwijderd. • Ook wordt er nog een hartfilm (ECG) gemaakt. • Indien alles goed is mag u naar huis. • Uw huisarts wordt geïnformeerd over deze behandeling. • Poliklinische vervolgafspraken worden gemaakt en genoteerd op uw afsprakenkaart. 7. Poliklinische controle Deze controles vinden op dezelfde manier plaats zoals in de patiëntenbrochures “behandeling met een pacemaker of ICD”.
7
8. Echocardiografie gecombineerd met pacemaker controle Enkele maanden na het plaatsen van het biventriculaire systeem wordt met u een afspraak gemaakt voor een echo gecombineerd met pacemakercontrole. Echocardiografie is een onderzoek waarbij met behulp van niet hoorbare geluidsgolven een echobeeld van uw hart wordt gemaakt. De onderzoekkamer is matig verlicht om een goed beeld op het monitorscherm te krijgen. Op uw borst worden een drietal plakkers aangebracht om uw hartritme in beeld te brengen. U wordt verzocht om op uw linker zijkant te gaan liggen. Vervolgens wordt er een gel aangebracht en strijkt men met een taster over uw borst. Dit kan koud aanvoelen. Deze taster zendt geluidsgolven uit naar het onderliggende gebied. De teruggekaatste geluidsgolven worden weer door de taster opgevangen. Hierdoor ontstaat een echobeeld van het hart op de monitor. De pacemaker technicus stelt de geleidingstijden tussen hartboezems en hartkamers in. Zo kan de instelling van het systeem optimaal aan de toestand van uw hart worden aangepast en kan daarmee uw hartpompfunctie zo goed mogelijk worden ondersteund. Op deze manier wordt er naar gestreefd om de pompfunctie zo optimaal mogelijk te verkrijgen. Dit onderzoek is pijnloos. Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten. 9. Tenslotte Mocht u na het lezen van de brochure nog vragen hebben, dan kunt u deze stellen tijdens de poli bezoeken. Ook kunt u ons bereiken via de telefoon of mail. U kunt hiervoor bellen met het functiecentrum, vragen naar de Pacemaker/ ICD poli. Op werkdagen bereikbaar tussen 8:00 uur en 17:00 uur. Telefoonnummer 0591 - 69 11 40. Emailadres:
[email protected].
8
9
10
MA 1899 02-13-v1 H
ICD / Pacemaker Tel. 0591 - 69 11 40 B.g.g. via functiecentrum Straat 5 wachtruimte A Email:
[email protected]