Begrijpend lezen Nieuwsbegrip Één keer per week gaan de leerlingen met nieuwsbegrip aan de slag. De leerlingen krijgen een actueel onderwerp waarbij ze vragen moeten beantwoorden over de tekst. Het is een manier om begrijpend lezen te verbeteren en bezig te zijn met actualiteiten. De teksten zijn op verschillende niveaus verkrijgbaar, zodat ieder kind op niveau kan lezen. Tekstverwerken Naast de methode Nieuwsbegrip, is er in groep 6 ook de methode tekstverwerken. Hier is het begrijpend lezen meer gericht op het studerend lezen van teksten die leerlingen aanspreken en de verwerking met vragen daarvan. Cito hulpboek begrijpend lezen groep 6. Eén keer per week extra begrijpend lezen omdat gebleken is dat begrijpend lezen zo’n lastig vak is in groep 6.
Technisch lezen Estafettelezen Per week worden 2 basislessen gegeven. De leerlingen hebben leesboeken, werkboeken (2 bladen per basisles) en voor de hele vlotte lezers zijn er de Estafettelopers. Verder zijn er de boekjes Vloeiend en Vlot met woordlijsten en teksten om te oefenen. In de methode wordt onderscheid gemaakt tussen risicolezers (krijgen verlengde instructie en meer begeleiding), methodevolgers (krijgen basisinstructie en daarna zelfstandig) en snelle lezers (zelfstandig in speciaal werkboek “Estafetteloper”) De bedoeling van Estafettelezen is het aanleren van technische vaardigheden (correct, vlot en vloeiend lezen) en het leesplezier bevorderen.
Taal De methode heet “Taal actief” en bestaat uit Taal , Spelling en Woordenschat.
Taal Het schooljaar begint met een instapweek. Het taalboek heeft 10 thema’s. We werken 3 weken aan een thema. Na 2 thema’s volgt een parkeerweek. Basisstof kan herhaald worden en er wordt gewerkt met verrijkingsmateriaal (taalboek extra). Na de basislessen van elk thema volgt een toets. Aan het einde van het jaar volgt een afsluitweek. Spelling Ook spelling werkt met dezelfde thema’s als bij taal. Bij spelling worden elke 3 weken woordpakketten aangeboden met verschillende moeilijkheden. Na 4 woordpakketten volgt een signaal- en een controledictee. N.a.v. deze dictees wordt individuele hulp geboden d.m.v. extra instructie en /of differentiatie via de spellingskaarten (op verschillende niveaus). Woordenschat Ook woordenschat heeft weer dezelfde thema’s. Elk thema heeft 6 lessen. Bij deze lessen hoort een grote woordklapper (via digibord) ter verduidelijking. De verwerking volgt in een werkboek. Ter controle volgt per twee thema’s een toets.
Rekenen De methode heet “Pluspunt”. Elk blok bestaat uit 15 rekenlessen inclusief toets en remediëring. De methode werkt met 3 niveaus, hulp- basis – en plusniveau. Lessen 1, 3,6,8,11,13 zijn leerkrachtgebonden lessen. De lessen 2,4,5,7,9,10,14 en 15 zijn zelfstandig-werklessen. Les 12 is een toetsles. In de methode zit voldoende remediëring, herhalings- en verrijkingsstof. In de methode “Pluspunt” voor groep 6 onderscheiden we de volgende leerlijnen: Getalbegrip. Rekenen met breuken Hoofdrekenen Meten en meetkunde Cijferen: optellen en aftrekken Rekenen met de rekenmachine vermenigvuldigen
Tijdzaken:= geschiedenis Groep 6
Regenten en vorsten Pruiken en revoluties Burgers en stoommachines Wereldoorlogen en Holocaust Televisie en computers
Wereldzaken:= aardrijkskunde Nederland Thema's
Nederland in geografisch, economisch en sociaal-cultureel opzicht Zuid-Nederland: landbouw en veehouderij, industrie en Deltawerken West-Nederland: Randstad, Groene Hart, Westland en luchtvaart (Schiphol) Noord-Nederland: landbouw en grondsoorten, taal en dialect, universiteit en Waddengebied Oost-Nederland: fruitteelt en rivieren- landschap, Zuiderzeewerken en inpoldering, natuurparken (Veluwe)
Natuurzaken: = natuur/biologie Groep 6
(Leven in) water, drijven, zweven, zinken; schepen en onderzeeërs (Leven in de) lucht, thermiek en luchtvaart Natuurlijk evenwicht; milieu en afval; elektriciteit als energiebron Zintuigen, geluid, echografie Ontwikkeling(sfasen) en groei; instinct en opvoeding; (groeps)interactie
Verkeer Voor het vakgebied verkeer gebruiken we de methode ‘Klaar over’, die geheel aangepast is aan de nieuwe verkeersregels. In de lessen worden zoveel mogelijk verschillende leeractiviteiten aangeboden. A. Introductieactiviteiten B. Instructieactiviteiten C. Verwerkings- en verdiepingsactiviteiten D. Extra activiteiten Er zijn 17 lessen in totaal waarvan de verwerking in het werkboek of op een kopieerblad wordt gemaakt. Voor groep 6 worden in een schooljaar drie verkeerstoetsen afgenomen.
Schrijven Wij gebruiken de methode ‘pennenstreken’. Een goed en duidelijk handschrift vinden wij erg belangrijk. We zullen hier dan ook aandacht aan besteden tijdens de lessen. Aandachtspunten zijn: - goede schrijfhouding - schrijfrichting - duidelijk leesbaar - schrijfletters gebruiken (dus geen eigen handschrift ontwikkelen) - letten op verbindingen
Gymnastiek Twee lessen van 45 minuten per week. Op dinsdag en vrijdag. Er wordt aandacht besteed aan: balspelen, spellessen, vormen van lopen en gaan, rollen, springen, zwaaien, samenwerken, tikspelen, balanceren, mikken en er wordt met toestellen gewerkt. Het sociale aspect is hierbij erg belangrijk.
ICT: De leerlingen werken om de andere week met computers. . Bij ICT: leren de leerlingen computervaardigheden, minicursus windows, minicursus word, minicursus paint, minicursus excel, minicursus powerpoint. raken leerlingen wegwijs op het internet. Leren leerlingen werkstukken en taalopdrachten te maken. De computers worden ook ingezet voor remediërend werk tijdens de reken- en taalles.
Spreekbeurten: De leerlingen van groep 6 houden dit schooljaar een spreekbeurt. Zij hebben een blad gekregen hoe zij een spreekbeurt dienen te maken. De leerlingen mogen boeken, tijdschriften en internet (maar niet enkel internet) gebruiken. De spreekbeurt wordt alleen gegeven.
Boekbespreking: De leerlingen van groep 6 houden 1x per jaar een boekbespreking. Verder schrijven zij een boekbespreking van ieder boek dat ze lezen op een los blad speciaal daarvoor gemaakt.
Sociaal-emotionele vorming: Kinderen en hun sociale talenten. De bedoeling van de methode is dat de kinderen leren in bepaalde situaties op een goede manier sociaal en emotioneel te reageren b.v. elkaar complimentjes geven, je aan de afspraken houden, iemand helpen tijdens de les. De methode behandelt de volgende gedragscategorieën: 1. Ervaringen delen 2. Aardig doen 3. Samen spelen en werken 4. Een taak uitvoeren
5. Jezelf presenteren 6. Een keuze maken 7. Opkomen voor jezelf 8. Omgaan met ruzie Bij elke categorie horen bordkaarten die centraal in de klas worden gehangen. Twee keer per jaar wordt per leerling de SCOL (= Sociale Competentie Observatielijst) ingevuld door de leerkracht. Daarnaast is de sociaal-emotionele ontwikkeling een pijler in ons onderwijsbeleid, dus vullen we dit aan met gesprekken, dramalessen, oefeningen en opdrachten die de leerlingen helpen beter sociaal ontwikkeld te raken.
Handvaardigheid Handvaardigheid wordt op vrijdag gegeven. De bedoeling is dat leerlingen met verschillende technieken werken. Sommige lessen zullen langer dan een week duren.
Tekenen De leerlingen werken op losse tekenblaadjes en in een tekenschrift. Hierop worden zowel de tekenopdrachten als vrije tekeningen gemaakt.
Muziek/Drama De kinderen krijgen één keer per week muziekles/drama. Bij muziek is het belangrijk dat ze plezier hebben in het zingen. Ze leren verschillende liedjes zonder begeleiding, maar ook liedjes met begeleiding van cd of keyboard of andere instrumentjes. We gebruiken de methode ”Moet je doen”. Soms wordt er via het digibord een liedje aangeleerd. Tevens leren de kinderen een ritme klappen en ontwikkelen ze een maatgevoel.
Snappet Dit schooljaar verruilen wij de papieren werkboeken voor Snappet tablets. Snappet gelooft in tabletonderwijs ter ondersteuning van de leerkracht. Snappet leidt tot verbeterd leerresultaat, meer tijdwinst, en beter inzicht en overzicht in de klas. We starten met de vakken rekenen en spelling.