Begrijpend en studerend lezen
Groep 8 Proeflessen Basisboek groep 8
Inleiding
Beste leerkracht, Maak kennis met Overal tekst!, onze nieuwe methode voor begrijpend en studerend lezen! In deze map treft u proeflessen aan uit deze methode. Het bevat een aantal voorbeeldpagina’s, een pictogrammenlijst en een woordenlijst. Hiermee kunt u meteen aan de slag en krijgt u een representatief beeld van Overal tekst! Startpagina teksten Wilt u ook de bijbehorende teksten van de startpagina’s gebruiken met de proefles? Op www.overaltekst.nl krijgt u via ‘Voorbeeldmateriaal’ toegang tot de Startpagina’s. De proeflessen bestaan uit lessen uit het leerlingmateriaal. U kunt deze lessen voor uw leerlingen kopiëren. Voor het bijbehorende leerkrachtmateriaal (Handleiding, Groepsmap, Kopieerbladen) verwijzen wij u graag naar de zichtzending Overal tekst! Wilt u na het doornemen van deze proeflessen meer informatie over Overal tekst!, neemt u dan contact met ons op. Wij helpen u graag met het maken van een goede keuze. Kijk voor meer informatie op onze website www.overaltekst.nl. Met vriendelijke groet, ThiemeMeulenhoff Team Basisonderwijs T (088) 800 20 17 I www.thiememeulenhoff.nl E
[email protected]
Blok 2
basisles 1
Wat ga je doen? Je herhaalt wat je hebt geleerd in blok 2 van groep 7.
Ik kan naar een hoger niveau!
Wat kun je al? Weet je het nog? Onderzoek de tekst De opbouw (inleiding – kern – slot) kan bij verschillende tekstsoorten hetzelfde zijn, maar de inhoud heel anders. Bij de opbouw van een tekst horen ook voorbeelden en opsommingen. Signaalwoorden voor voorbeeld: bijvoorbeeld, kijk naar, neem, denk aan. Signaalwoorden voor opsomming: allereerst, ten eerste, ten tweede, ten derde. Vind de betekenis Soms vind je de betekenis van een moeilijk woord niet in de tekst zelf. Dan pak je het woordenboek. Je kijkt bij de woordenboekvorm. Herken waar het woord naar verwijst Een verwijswoord verwijst meestal terug naar een woord of (een deel van) een zin, maar soms ook vooruit. Nieuwe verwijswoorden zijn: daarin, hiervan, erop, waarnaar. Bij deze verwijswoorden vervang je het eerste deel van het woord door het woord waarnaar het verwijst. Zie de volgorde in de tijd Soms staat in een tekst een tijdsvolgorde. • Verhalende tekst: de gebeurtenissen spelen in een bepaalde volgorde. • Informatieve tekst: je kunt de tijdsvolgorde herkennen aan data en jaartallen. • Instructietekst: je leest in welke volgorde je de stappen moet doen. Signaalwoorden zijn bijvoorbeeld: aanvankelijk, allereerst, uiteindelijk, tot besluit.
28
9006613346_bw.indd 28
Zie het probleem en de oplossing Soms staat in een tekst een probleem en een oplossing. Een tekst kan ook over meer oplossingen bij één probleem gaan, of over meer problemen met één oplossing. Signaalwoorden zijn bijvoorbeeld dilemma en knelpunt. Soms staat er geen signaalwoord bij.
4-1-10 15:31
Nu jullie! Bekijk en lees de tekst en speel het spel op de volgende bladzijde.
Oorlog in je lijf 1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
11 12 13 14 15
16 17 18 19
Je eet, je drinkt, je beweegt, je slaapt. Daarbij gebruik je je lichaam. En terwijl je dat doet, gebeurt er heel veel in dat lijf van je. Het is steeds bezig om jou gezond te houden. Dat doet je lichaam door witte bloedcellen op pad te sturen. Ze sluipen als het ware door je lijf op zoek naar indringers. Dit leger van soldaten staat klaar om te vechten tegen wat niet in jouw lijf thuishoort. Want een vijand is zo binnengeslopen. En dan is het oorlog! Een plan en een leger Gelukkig is er een plan: je immuunsysteem. Dit immuunsysteem – zeg maar: de meldkamer – geeft leiding aan je leger. Vanuit de meldkamer krijgt het leger opdrachten om de vijand aan te vallen. De vijand valt aan En dan ... valt de vijand aan: een virus! Superklein en eropuit om jou ziek te maken. Hij dringt je lijf binnen, bijvoorbeeld door je neus, je mond of door een wondje. Maar je lichaam heeft hem al gespot! En slaat vervolgens groot alarm. Er moet verdedigd worden! Dat wordt knokken!!! De overwinning Terwijl je leger voor je gezondheid vecht, kun jij je behoorlijk beroerd voelen. De oorlog kan een dag, maar ook een week of langer duren. Maar uiteindelijk ... is het virus vernietigd. Je lichaam heeft de oorlog gewonnen! Het is weer veilig in je lijf. Naar: Taptoe, januari 2009.
29
9006613346_bw.indd 29
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 1
Speel het spel. - Werkschrift blz. 21-22 - Maatschrift blz. 26-27
Samen het spel spelen start
Nodig: - voor elke speler een fiche - 1 dobbelsteen = beurt overslaan
= drie plaatsen terug
= drie plaatsen vooruit = maak een vraag
30
9006613346_bw.indd 30
4-1-10 15:32
finish
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 23-24 / Maatschrift blz. 28-29
Gebruik wat je al weet in de brugles! Ontdek dat de leesmanieren van blok 2 je helpen bij het beantwoorden van de vragen.
9006613346_bw.indd 31
31
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 2 3
Wat leer je? • Je leert dat de opbouw van een tekst soms niet bestaat uit een inleiding – kern – slot. • Ook leer je meer over voor beelden en opsommingen.
Heel veel verschillende bouwsels! En ze zijn allemaal goed.
Onderzoek de tekst Een tekst zonder inleiding of slot Veel teksten hebben een opbouw met een inleiding, een kern en een slot. Maar er zijn ook teksten die een andere opbouw hebben. Bijvoorbeeld: een verhalende tekst met een open einde
Het verhaal is uit, maar toch laat de schrijver de lezer achter met iets om over na te denken. De lezer kan de afloop zelf invullen of moet de afloop raden.
een informatieve tekst met alleen een kern In een schoolboek staan vaak korte studieteksten, zonder inleiding of slot. Alle belangrijke informatie staat in één of een paar alinea’s. een reclametekst met alleen een kern
Er wordt iets verteld over het product en de prijs staat erbij. De inleiding en het slot zijn vaak weggelaten.
Indeling in alinea's Soms ontbreekt in een tekst een duidelijke verdeling in alinea’s en witregels. Of kun je moeilijk kernzinnen of kernwoorden aanwijzen. Vaak kun je de tekst dan voor jezelf in stukjes verdelen. Stel jezelf dan bij ieder stukje de vraag: Wat wil de schrijver nu eigenlijk vertellen?
Voorbeelden en opsommingen Bij de opbouw van de tekst horen ook voorbeelden en opsommingen. Meestal staan ze in de kern. Nieuwe signaalwoorden voor voorbeeld of opsomming zijn: • signaalwoorden voor voorbeeld: zoals, om maar iets te noemen; • signaalwoorden voor opsomming: onder meer, onder andere, verder, daarbij, bovendien.
32
9006613346_bw.indd 32
4-1-10 15:32
Samen oefenen Lees de teksten. • Zie je een opbouw met inleiding, kern en slot? Of juist niet? • Wat zijn de kernzinnen en de kernwoorden? • Staan er voorbeelden of opsommingen in de teksten? het respect digitaal downloaden
Respect op internet Wat is voor jou respect? En wat betekent respect voor een ander? Wat is nog plagen en wanneer begint digitaal pesten? Stichting Mijn Kind Online heeft een speciale website gemaakt over respect op internet. Hoe kun je respectvol met elkaar omgaan op internet?
Op de website www.i-respect.nl leer je onder meer hoe je kunt omgaan met digitaal pesten, wat voor taal je gebruikt op internet, hoeveel je over jezelf vertelt aan anderen, wat je over jezelf vertelt en wat je wel en niet kunt downloaden.
Naar: De Dag van Respect Special 2008.
Levend – dood – levenloos Het woord biologie bestaat uit de Griekse woorden bios (= leven) en logos (= leer of wetenschap). Biologie is de leer van het leven. In de biologie leer je meer over levende wezens, zoals mensen, dieren en planten. Een levend wezen noem je een organisme. Levende wezens hebben levensverschijnselen. Ze ademen bijvoorbeeld. Als een organisme geen levensverschijnselen meer laat zien, noemen we het dood. Er zijn in de natuur ook voorwerpen die nooit hebben geleefd. Die noemen we levenloos. Zoals een steen. Ook de lucht en het water in sloten en plassen zijn levenloos. Naar: Biologie voor jou 1 h/v.
9006613346_bw.indd 33
twee organismen
33
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 2
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 25 - Maatschrift blz. 30-31 verbreken
voorbarig
Nu jij! Kussen en krullen: het slot Kirsten gaat naar de brugklas. Ze krijgt al snel nieuwe vrienden, maar is ook snel jaloers. Iedereen kan alles beter! Waar is zij nu goed in? En dan verbreekt haar vader ook nog zijn relatie met Mirjam. Ze zaten samen te praten, pa en Mirjam. De een zat op de bank, de ander in de stoel ertegenover. Zomaar vanuit het niets, zonder waarschuwing vooraf, was ze er weer. Kirsten vloog haar om de hals. ‘Mirjam, je bent er weer!’ ‘Ho, geen voorbarige conclusies trekken!’ protesteerde Mirjam. ‘Ik ben nu éven hier.’ Kirsten keek naar haar vader. Die zat anders wel te glimmen. ‘En hierna?’ vroeg Kirsten ademloos. ‘Laten we niet op de dingen vooruitlopen, Kirsten,’ zei hij. ‘Ja, dat zal de toekomst wel leren,’ zei Mirjam. ‘Getver!’ Kirsten stak haar tong uit. ‘Maar jullie praten wel weer met elkaar.’ Ze waren er allebei blij mee, dacht Kirsten. Nou, zij ook! Het kon niet op vandaag! ‘Hoe was het op school?’ vroeg haar vader toen. ‘Je bent laat!’ Kirsten maakte haar rug recht en schudde met haar krullen. ‘Mirjam, pa, ik zit bij de schoolkrant!’ Mirjam sprong op. ‘Echt? O, wat leuk!’ Ze zoende Kirsten op beide wangen, die vanuit haar ooghoek naar haar vader gluurde ... Maar hij was nóg harder gaan glunderen. ‘Dus het mag ook van jou?’ riep ze gauw. ‘Natuurlijk!’ En hij gaf haar een dikke kus. Bron: Caja Cazemier, Kussen en krullen.
34
9006613346_bw.indd 34
4-1-10 15:32
Drankje van koeienplas In India komt binnenkort een vreemd drankje in de winkels te liggen. Het is gemaakt van koeienplas! – Door Victor Mastboom
het hindoeïsme
Het bijzondere drankje wordt gemaakt door een groep hindoes. Volgens het hindoeïsme is de koe een heilig dier. Een van de makers zegt dat het koeienplasdrankje dus heel goed voor je is, veel beter dan bijvoorbeeld cola of sinas. Ook zou het een soort medicijn zijn. Volgens de makers zal het drankje absoluut niet naar plas smaken. Zij denken dat de koeiendrank nog populairder zal worden dan cola. Eind dit jaar moet het drankje in de winkels liggen. Naar: www.kidsweekjunior.nl.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 26-27 / Maatschrift blz. 31-33
Teksten hebben niet altijd een opbouw met een inleiding, kern én slot. Of duidelijke alinea’s met kernzinnen en kernwoorden. Zie jij welke opbouw de teksten hebben in de brugles? En herken je ook opsommingen en voorbeelden?
9006613346_bw.indd 35
35
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 3
Wat leer je? • Je leert een stappenplan om de betekenis van een moeilijk woord te vinden. • Je leert nieuwe verwijs woorden en waar ze naar verwijzen.
Ik zoek ‘ijzervreter’ op, dus ik kijk bij de i + j!
Vind de betekenis Je leest een moeilijk woord in de tekst. Wat doe je? Kijk eerst in de tekst zelf. Stap 1 Bekijk het woord. Ken je een stukje van het woord? Stap 2 Bekijk de illustratie. Stap 3 Lees de zin met het moeilijke woord en de zin(nen) ervoor en erna of de hele tekst. • Wordt het woord uitgelegd? • Staat er een woord dat hetzelfde of het tegenovergestelde betekent?
Zoek anders het woord op in het woordenboek. Stap 4 Bepaal de woordenboekvorm. Stap 5 Zoek de woordenboekvorm op. Stap 6 Lees de betekenis(sen) van het woord. Stap 7 Kies de betekenis die in jouw tekst past. Stap 8 Doe de controleproef!
De betekenis van spreekwoorden en uitdrukkingen kun je ook in het woordenboek opzoeken. Kijk bij het eerste zelfstandig naamwoord: met lood in zijn schoenen, er als de kippen bij zijn. Staat er geen zelfstandig naamwoord? Kijk dan bij het eerste bijvoeglijk naamwoord: Je groen en geel ergeren.
Herken waar het woord naar verwijst Veel verwijswoorden ken je al: zij, mijn, (van) hen, deze, die, daarin, hiervan. Meer verwijswoorden met waar + voorzetsel en daar + voorzetsel: waarvan, waarvoor, daarmee, daartegen. Soms verwijst een verwijswoord naar de lezer of iemand in het algemeen.
36
9006613346_bw.indd 36
Voorbeelden • De bal waarmee Huntelaar voetbalt. • Geef me het mes eens. Daar kan ik het brood mee snijden.
Voorbeeld Men zegt dat kinderen vroeg naar bed moeten. Iedereen vindt dat verstandig. Men, iedereen = de mensen
De controleproef: kijk of je het verwijswoord kunt vervangen door het woord waarnaar het verwijst. Dit kan meestal.
4-1-10 15:32
Samen oefenen Lees de teksten. • Hoe vind je de betekenis van de woorden die je niet kent? • Waar verwijzen de verwijswoorden naar?
Fotomatiseren
Iemand een streek leveren Om meneer Griezel betaald te zetten voor de kikkerstreek, glipte mevrouw Griezel de volgende dag de tuin in en groef wat wurmen op. Ze zocht een paar extra lange uit, deed ze in een blikje en nam het blikje onder haar schort mee naar huis. Voor het middageten kookte ze spaghetti en door de spaghetti schepte ze wurmen, maar alleen op het bord van haar man. Je kon de wurmen niet zien door de dikke laag tomatensaus en geraspte kaas, die eroverheen zat. ‘Hela, mijn spaghetti beweegt!’ riep meneer Griezel en prikte erin met zijn vork. ‘Het is een nieuw soort,’ zei mevrouw Griezel en ze nam een grote hap van haar eigen bord, waar natuurlijk geen wurmen in zaten. ‘Het heet kronkelspaghetti. Het is zalig. Vooruit, opeten voor het koud wordt.’ Bron: Roald Dahl, Griezels.
9006613346_bw.indd 37
Men bedenkt vaak nieuwe woorden. Het woord waarover ik het wil hebben, is: fotomatiseren. Fotomatiseren lijkt op automa tiseren. Kinderen die dyslectisch zijn, kunnen heel goed plaatjes in hun hoofd denken. Zij maken in hun hoofd een foto van bijvoorbeeld een woord. Als je nu vraagt ‘Wat stond er op die foto?’, terwijl die foto er niet meer ligt, kunnen ze bladeren in het fotoboek in hun hoofd totdat ze hem vinden. Naar: Emily van Zetten, De Volkskrant, 29 maart 2008.
37
4-1-10 15:32
Blok 2
Nu jij!
basisles 3
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 28 - Maatschrift blz. 34-35
Scheetvrij schepijs (deel 1) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
38
9006613346_bw.indd 38
24
Als je ijs eet, denk je niet aan koeienscheten. Toch heeft het met elkaar te maken. Want ijs wordt gemaakt van koeienmelk. En koeien laten winden. Die zijn slecht voor het milieu. Een ijsfabrikant wil daar iets aan doen. Hij maakt milieuvriendelijk ijs. Scheetvrij. Hoe dat werkt? Simpel. De koeien die melk geven voor de ijsfabrikant, krijgen vanaf deze week ander voer. Daardoor laten ze minder winden. Dat is 1-0 voor het milieu. Maar koeienscheten zijn natuurlijk niet het enige probleem. Ook het maken, inpakken en bevriezen van ijs kost energie. Daarom gaat de ijsfabrikant al die dingen extra zuinig doen. Dat is 2-0. Alles wat verder nog verspild wordt, maakt de fabrikant
25 26 27 28 29 30 31
op een andere manier goed. Door geld te geven aan milieuprojecten bijvoorbeeld. 3-0! Zo kun je aan je ijsje likken zonder dat de natuur er iets van merkt. Klimaatneutraal, heet dat.
4-1-10 15:32
Scheetvrij schepijs 32 33 34 35 36 37 38 39 40
De ijsfabrikant is niet de eerste met dit slimme plan. Je kunt bijvoorbeeld ook klimaatneutraal kamperen. Vijf campings in Drenthe proberen zo min mogelijk energie te gebruiken. En als ze tóch iets verspillen, planten ze nieuwe bomen om het goed te maken.
45 46 47 48 49 50 51 52 53
41 42 43 44
Ook voor het vliegveld Eindhoven neem ik mijn petje af. Daar staat een computer waarop je kunt intoetsen waar je heen
54 55 56 57
(deel 2) gaat. Heen en terug naar Spanje? Dat is 32 bomen. Je hoeft niet met een schep het bos in. Als je geld geeft, doet iemand anders het voor je. Toch is niet iedereen blij met het idee. Je kunt vervuiling niet alleen oplossen met nieuwe bomen, vinden sommige mensen. Maar veel milieugroepen zijn wél enthousiast. Alle kleine beetjes helpen, vinden zij. Zelfs een koeienscheet.
Naar: Kidsweek Junior, mei 2007.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 29-30 / Maatschrift blz. 35-37
In een tekst staan soms moeilijke woorden en lastige verwijswoorden. In de brugles lees je ook teksten met moeilijke woorden en verwijswoorden. Kun jij de betekenis van de moeilijke woorden vinden? En zie jij waar de verwijswoorden naar verwijzen?
9006613346_bw.indd 39
39
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 4 3
Wat leer je? • Je leert meer over de tijdsvolgorde in verhalen. • Je leert dat bij problemen en oplossingen vaak argumenten staan.
Ik wil een probleem oplossen!
Zie de volgorde in de tijd De tijdsvolgorde herkennen Een tijdsvolgorde kan voorkomen in informatieve, instructie-, mening- en verhalende teksten. Signaalwoorden, zoals jaartallen en woorden als eerst, dan en uiteindelijk kunnen je helpen bij het herkennen van de tijdsvolgorde. De tijdsvolgorde in verhalen Een schrijver van verhalen speelt soms met de tijd. terugblik
De schrijver gaat terug in de tijd. Hij vertelt iets wat vroeger gebeurd is. Signaalwoorden: Vroeger ...; Toen hij klein was ...; In die tijd ...
vooruitblik
De schrijver maakt een tijdssprong. Hij vertelt iets wat in de toekomst gaat gebeuren. Signaalwoorden: Hij wist op dat moment nog niet dat ...; Ooit zou ze ...
Een terug- of vooruitblik kan een verhaal extra spannend maken. Je krijgt informatie waardoor je anders tegen een personage aankijkt, of niet meer zeker weet hoe het verhaal afloopt.
Zie het probleem en de oplossing In een tekst staat soms een probleem en een oplossing. In zo’n tekst legt de schrijver vaak ook uit waarom iets een probleem is of waarom een oplossing goed is: • de schrijver gebruikt hiervoor argumenten; • de argumenten herken je soms aan signaalwoorden: waarom, daarom, omdat, want en aangezien. Voorbeeld
40
9006613346_bw.indd 40
probleem met argument
oplossing met argument
De verbouwing is een probleem, omdat het heel veel geld kost.
Alleen de muren opnieuw verven is de beste oplossing, aangezien dat weinig geld kost en snel is geregeld.
4-1-10 15:32
Samen oefenen Lees de teksten. • Hoe speelt de schrijver met de tijd in de eerste tekst? • Over welk probleem en welke oplossing gaat de tweede tekst? • Welke argumenten gebruikt de schrijver voor het probleem en de oplossing? het geheugenverlies
Alles vergeten Robin lijdt aan geheugenverlies. Hij weet niet wat er met hem is gebeurd. Dokter Vogel zegt tegen hem dat geheugenverlies kan komen doordat iemand iets ernstigs heeft meegemaakt. Robin voelde dat het bloed uit zijn gezicht wegtrok. Vogel legde zijn hand geruststellend op zijn arm. Hij voegde er haastig aan toe: ‘Ik geef maar een voorbeeld. Ik zeg niet dat zoiets met jou is gebeurd.’ ‘Ik heb dus waarschijnlijk iets ergs meegemaakt?’ ‘Dat vermoeden we,’ zei de arts. ‘Met de nadruk op vermoeden. We weten het pas zeker als we erachter zijn waar je vandaan komt en wat er met jou is gebeurd voor je hier een paar dagen geleden werd binnengebracht bij de eerste hulp.’ Robin kende het verhaal intussen. Een man had hem bij het ziekenhuis afgeleverd. Hij had tegen de verpleegster gezegd dat de jongen van zijn fiets was gevallen en dat het leek of hij een hersenschudding had. Naar: Jack Didden, De verboden kamer.
Blikjes mogen weer Op Prins Edwardeiland in Canada werd frisdrank alleen verkocht in flesjes. Blikjes en plastic flessen waren verboden. Een bijzonder verbod, want het kwam nergens anders ter wereld voor. De maatregel was ingevoerd, omdat veel mensen uit de buurt werken in een flessenfabriek. Ook was de maatregel bedoeld om het milieu te sparen. Maar de eilandbewoners willen graag zelf beslissen waaruit ze hun fris drinken. Daarom is het verbod nu opgeheven. Naar: www.kidsweekjunior.nl.
41
9006613346_bw.indd 41
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 4
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 31 - Maatschrift blz. 38-39
onvervalst
Nu jij!
Een onvervalste rotdag
Hij zou te laat komen. Hij zou alleen naar binnen moeten, terwijl de klas zat te kijken. Het zou de verkeerde klas zijn. Hij had de verkeerde boeken bij zich. Hij zou worden gestraft door de leraren. Hij wist het nu wel zeker: dit was een onvervalste rotdag. Zo langzaam mogelijk fietste hij over de weg langs het veld. Overal zag hij de leerlingen komen, meestal groter dan hijzelf. Het plein, voor de hoofdingang, was druk; leerlingen – kletsend, lachend, leunend tegen het standbeeld, sommige etend, een paar zelfs rokend. Olivier bekeek ze wantrouwig. Hij was lange tijd Ollie genoemd. Ollie, terwijl hij Olivier heette. Olivier Quint. Die achternaam was zo gek niet. Het was zijn voornaam waar hij zich bezorgd over maakte. Ollie-krentenbollie. Ollie-bé-bommel. Ollie-knollie. Die bijnamen, daar had hij onder geleden. Ze klopten nog ook, zijn hoofd hád iets knolligs. Alsof het te groot was voor zijn schouders. Bron: Daan Remmerts de Vries, Oliviers dagboek.
42
9006613346_bw.indd 42
4-1-10 15:32
Koning Filips de Tweede
de belasting de adel
In 1555 werd Filips de Tweede koning van Spanje en de Nederlanden. Filips kreeg daarmee niet alleen veel macht, maar ook veel problemen. Zo waren de Nederlanden gewend veel zelf te regelen. Elke provincie had een eigen bestuur. Filips wilde er graag zijn eigen wetten en belastingen doorvoeren. Maar daarvoor moest hij eerst toestemming vragen aan het bestuur. Daar had hij geen zin in. Filips vond bovendien dat de adel in de Nederlanden te veel macht had. Hij pakte de edelen daarom zo veel mogelijk bestuursbanen af en zette Spanjaarden voor hen in de plaats. Daar was de adel dan weer boos over. Een nieuw geloof Een ander groot probleem had te maken met godsdienst. Steeds meer mensen sloten zich aan bij een nieuwe godsdienst. Filips was daar fel op tegen. Hij wilde dat iedereen rooms-katholiek was, net als hijzelf. Dat de nieuwe godsdienst zo populair was, kwam onder andere door de armoede in die tijd. Er was veel werkeloosheid en de oogsten mislukten nogal eens. Veel mensen hadden amper te eten. Maar de katholieke kerk was rijk. Dat klopte niet, vonden veel mensen. Daarom protesteerden ze hiertegen. Ze werden dan ook protestanten genoemd. Filips verbood de protestanten om eigen kerken te bouwen. Een speciale kerkrechtbank, de inquisitie, liet protestanten opsporen, ondervroeg ze en veroordeelde ze tot zware straffen. Naar: Jim Odenhoven & Karin van Hoof, De Tachtigjarige Oorlog.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 32-33 / Maatschrift blz. 39-41
In de brugles lees je ook teksten met een tijdsvolgorde of een probleem en een oplossing. Zie je een tijdsvolgorde in de tekst? Of zie jij in een verhaal hoe de schrijver speelt met de tijd? En herken je argumenten bij problemen en oplossingen?
9006613346_bw.indd 43
43
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 5 3
Wat leer je? Je leert hoe je de leesmanieren samen in een tekst kunt gebruiken.
Bij elke leesmanier weer wat nieuws opgeslagen!
De leesmanieren samen! Herken de tekst Bedenk je leesdoel Kies hoe je leest Verken de tekst Gebruik wat je al weet
Blok 1
Blok 2
Over deze leesmanieren leer je later meer!
Blok 4
Over deze leesmanieren leer je later meer!
Onderzoek de tekst Vind de betekenis Herken waar het woord naar verwijst Zie de volgorde in de tijd Zie het probleem en de oplossing
Blok 3
Over deze leesmanieren leer je later meer!
Blok 5
44
9006613346_bw.indd 44
4-1-10 15:32
Samen kijken Kun jij de leesmanieren uit blok 2 gebruiken?
Tweehonderd jaar terug 1
Onderzoek de tekst
2 3 4 5 6 7
Zie de volgorde in de tijd
8 9
Herken waar het woord naar verwijst
10 11 12
Vind de betekenis
13
Zie het probleem en de oplossing
15
14 16 17 18 19 20 21 22
Zit je nu op school? Kijk dan eens om je heen. Hoe groot is het lokaal? Hoeveel leerlingen zitten er in je klas? Zijn er veel ramen? Waarschijnlijk heb je redelijk wat ruimte, is het niet te druk en komt er genoeg licht binnen. Dat was ruim tweehonderd jaar geleden wel anders. Scholen hadden toen maar één lokaal. Daar zaten alle kinderen in. Op een dorpsschooltje waren dat er niet zo veel. Misschien veertig of vijftig kinderen. Maar op scholen in de stad zaten wel zo’n honderd kinderen bij elkaar. Vaak van ’s ochtends zeven uur tot ’s avonds zes uur. Soms zelfs tot ’s avonds laat, ‘gezellig’ bij een kaarsje. Het lokaal stonk tegen die tijd behoorlijk. De wc, het stilletje, stond in het lokaal! Voor al die honderd leerlingen was er maar één wc. Er zat wel een deurtje voor. Kinderen van alle leeftijden zaten dus bij elkaar. Al zag je kinderen die ouder dan negen jaar waren niet veel op school, omdat ze oud genoeg waren om te werken en geld te verdienen. Dat was niet pluis! Al deze problemen van vroeger zijn nu gelukkig door wetten en regels opgelost! Zo bestaat er onder meer de leerplicht. Daaraan moeten alle scholen, kinderen en ouders zich houden. Ook heeft de overheid regels bedacht voor bijvoorbeeld de speelruimte per kind op het speelplein en de ruimte per kind in de klas. Naar: Heidi Vijverberg, De school van vroeger.
45
9006613346_bw.indd 45
4-1-10 15:32
Blok 2
Nu jij!
basisles 5
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 34 - Maatschrift blz. 42-43
Schoon water voor elk kind 1 2 3 4
Schoon water is van levensbelang. Want van vies water en slechte hygiëne worden elk jaar miljoenen kinderen ziek. Dat kan toch niet! Daarom gaat Unicef Kids actie voeren. Deze stichting gaat zo veel mogelijk kinderen aan schoon water helpen, zodat ooit elk kind schoon water heeft.
46
9006613346_bw.indd 46
4-1-10 15:32
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Hoeveel water heb je nodig? Om te kunnen leven, heb je water nodig. Zo’n twintig liter per dag. Water om te drinken, te koken, jezelf te wassen, je tanden te poetsen en de wc door te spoelen. In Nederland gebruiken we soms wel 200 liter per dag. Dat is veel! Vooral als je bedenkt dat in ontwikkelingslanden veel kinderen sterven door vuil water en slechte hygiëne. Want zij weten vaak niet dat je van vies water ziek kunt worden. Dat het belangrijk is om altijd goed je handen te wassen, voor het eten en na het plassen. En dat je plassen en poepen het beste op een latrine kunt doen. Naar: Unicef Kids United, november 2008.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 35-36 / Maatschrift blz. 43-45
Gebruik de leesmanieren in de brugles: • Onderzoek de tekst • Vind de betekenis • Zie de volgorde in de tijd • Zie het probleem en de oplossing
9006613346_bw.indd 47
• Herken waar het woord naar verwijst
47
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 6 3
Wat leer je? Je leert leesmanieren bij een tekst kiezen en gebruiken.
Welke zal ik nu eens kiezen?
Alle leesmanieren samen! De leesmanieren ( = altijd te gebruiken)
V
Herken de tekst Bedenk je leesdoel Kies hoe je leest Verken de tekst Gebruik wat je al weet
( = soms te gebruiken)
Tip: de informatie die je al weet, kun je tijdens en na het lezen koppelen aan nieuwe informatie.
V / T Onderzoek de tekst T
T/N N
Vind de betekenis Herken waar het woord naar verwijst Herken het doel en de doelgroep van de schrijver Bepaal het onderwerp en de hoofdgedachte Stel jezelf steeds vragen
Zie Zie Zie Zie Zie
de volgorde in de tijd het probleem en de oplossing het doel en het middel de overeenkomst en het verschil de oorzaak en het gevolg
verbanden
Bedenk wat een feit en wat een mening is Lees tussen de regels door Lees kritisch Kijk naar het taalgebruik
Bedenk wat je aan de tekst hebt gehad Trek een conclusie Vat samen in een korte tekst Vat samen in een schema
samenvatten
Tip: Je kunt ook tijdens het lezen al samenvatten. Je vat dan een stukje van de tekst samen.
48
9006613346_bw.indd 48
Vergelijk teksten met elkaar
4-1-10 15:32
Samen kijken Lees de tekst. V Kies steeds de leesmanier die jou kan helpen. Kijk op bladzijde 130-133.
Zo werkt een sluis 1 2 3 4 5 6
T
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Hoe kun je ervoor zorgen dat het water in een kanaal op de juiste hoogte blijft en dat je er met een boot door kunt varen? Dat lees je hier. Een probleem van veel rivieren is dat ze niet voldoende water hebben om er met een schip in te kunnen varen. Het schip zou de bodem raken. Om ervoor te zorgen dat er toch genoeg water in de bedding van de rivier blijft staan, worden vaak dammen gebouwd. Het water verzamelt zich achter de dam, en het waterpeil wordt even hoog als de hoogte van de dam. Op de tekening zie je hoe dit werkt. De dam is er echter ook de oorzaak van dat een boot op dat punt juist niet door kan varen. Dat kun je verhelpen door een sluis te maken. Een sluis ontstaat door twee dammen te maken op korte afstand van elkaar. Daarmee kun je het waterpeil tussen de twee dammen laten stijgen of dalen. Een sluis is dus een reuzehandige oplossing voor de scheepvaart. Naar: www.zowerkt.nl.
N 49
9006613346_bw.indd 49
4-1-10 15:32
Blok 2
basisles 6
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 37 - Maatschrift blz. 46-47
Nu jij! Robinson Crusoë Het is 1659. Robinson Crusoë is een matroos op een schip. Het schip is op weg naar Afrika. In een grote storm wordt het schip vernietigd. Robinson spoelt aan op een onbewoond eiland, samen met het hondje Smurrie. Van hout maakt hij een hut waar hij in gaat wonen.
20 oktober – Ik moet ermee ophouden mezelf te beklagen, ik had maar naar mijn ouders moeten luisteren. Hoe zou het met hen zijn? Denken ze dat hun zoon dood is? Hebben ze verdriet? Ik wist niet dat een volwassen man zo naar zijn ouders kon verlangen. Een arm zou ik geven om hen nog eens te kunnen zien! 12 november – Wat ik het liefst van mijn hond Smurrie zou willen, kan hij me niet geven: hij kan niet met me praten. Toch zou ik gek worden als hem iets overkwam, ik zou in een lege put vallen. 18 november – Heb de moed opgegeven om een bruikbaar wiel te maken. Een nederlaag die pijn doet. Ik ben gewoon geraakt aan overwinningen, maar merk nu dat er grenzen zijn. Sombere bui. 12 februari – Wat ik erg mis: kaarsen. Ik heb het vet van een geit bewaard. Van klei uit de rivieroever maakte ik een schoteltje dat ik in de zon liet bakken, en draaide een pitje van geplozen touw. Nu schrijf ik voor het eerst bij kunstmatig licht. De vlam is onrustiger en minder helder dan bij echte kaarsen, en de lichtvlek is o zo klein in mijn grote, donkere tent.
50
9006613346_bw.indd 50
4-1-10 15:32
30 september – Precies een jaar geleden spoelde ik op dit eiland aan. Ben de verjaardag aan het vieren met iets te veel rum. Wat wil je, de eenzaam heid vreet soms aan me. Ik drink ook op de gezondheid van mijn ouders. Merk nu dat mijn inkt bijna op is, in de toekomst ga ik alleen nog de belangrijke gebeurtenissen opschrijven.
Bron: Daniel Defoe, Robinson Crusoë.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 38-39 / Maatschrift blz. 47-49
Wanneer en hoe kun je een leesmanier gebruiken? En welke leesmanier kun je altijd gebruiken en welke soms? Ga mee op onderzoek uit in de brugles. Gebruik de leesmanieren die je hebt geleerd.
9006613346_bw.indd 51
51
4-1-10 15:32
Uitleg van de pictogrammen = voor het lezen
= tijdens het lezen
= na het lezen
= deze leesmanier kun je soms gebruiken
= deze leesmanier kun je altijd gebruiken
= dit doe je alleen
= dit doe je samen
144
9006613346_bw.indd 144
4-1-10 15:37
Woordenlijst A aankaarten de aanklacht de adel de alg de alien het alternatief de alternatieve straf de amfibie het amfitheater de animatie de applicatie de astronaut de autoriteiten
B de belasting Berbers de ruzie bijleggen de bijsluiter de bijwerking
aan de orde stellen de officiële beschuldiging iemand uit een belangrijke en rijke familie de plant die het water groen kleurt het buitenaardse wezen de andere mogelijkheid een andere straf dan gevangenisstraf, bijvoorbeeld rommel opruimen een dier dat zowel op het land als in het water kan leven een rond theater zonder dak de bewegende tekeningen in een film een versiering die op een kledingstuk is geborduurd de ruimtevaarder mensen die de macht hebben om ergens beslissingen over te nemen
het geld dat mensen aan de regering moeten betalen de taal die in een deel van Marokko wordt gesproken een einde maken aan de ruzie de gebruiksaanwijzing een vervelende extra werking die bij het gebruik van medicijnen optreedt
de bioloog de bloesem
C de collecte de communicatie de cultuur
de natuurkenner de bloem van een boom waaruit later een vrucht groeit
de geldinzameling het zenden en ontvangen van een boodschap de manier waarop een volk of een groep mensen leeft
D de deskundige digitaal downloaden doven dumpen ergens de dupe van zijn
de specialist op de computer gemaakt iets van internet naar je eigen computer halen vuur uitmaken achterlaten ergens slachtoffer van zijn
E exotisch
uit verre, vreemde landen
F feilloos de finesse flets fokken in de fout gaan
heel precies de fijnheid bleek dieren kweken met het doel ze te verkopen iets verkeerd doen
126
9006613346_bw.indd 126
4-1-10 15:37
G garanderen het geheugenverlies gigantisch de golfplaat groenten kweken de grondstof
H het hindoeïsme het hoornvlies het hormoon I het imago de indicatie inpeperen de inspiratie J de jeugdorganisatie
K de kamelenjockey de kapucijner
beloven dat iets zeker zal gebeuren je niets meer kunnen herinneren reusachtig een plaat van golvend ijzer of plastic groenten verbouwen een stof uit de natuur die nog bewerkt moet worden
een godsdienst uit India het voorste, doorzichtige deel van het oog een stofje in je lichaam
het beeld de aanwijzing betaald zetten waardoor je goede ideeën krijgt
een groep mensen die werkt voor kinderen en jongeren
iemand die op een kameel rijdt bij kamelenraces een soort erwt
het keyboard krankzinnig het kruidenmiddeltje de kunstmaan
M iets aan de man brengen de media messenger
hier: het toetsenbord gek een geneesmiddel dat van kruiden is gemaakt de satelliet; toestel dat in een baan om de aarde is gebracht en dat informatie stuurt naar de aarde
multicultureel
iets verkopen de pers: kranten, televisie, radio een programma op internet waarmee je kunt chatten en bestanden kunt uitwisselen een club mensen die zich bezighoudt met het milieu niet schadelijk voor het milieu iemand voor verkeerde dingen gebruiken iets ouds wat voor de toekomst bewaard moet blijven met meer culturen bij elkaar
N de nerts het netvlies
een klein roofdier met een bontvacht het deel aan de binnenkant van het oog
O onbevangen onderscheiden
heel open of eerlijk verschillen
de milieuorganisatie milieuvriendelijk het misbruik monumentaal
127
9006613346_bw.indd 127
4-1-10 15:37
Woordenlijst de ongezouten kritiek onverschillig onvervalst oog in oog staan de oppergod ergens iets van opsteken optimaliseren overgevoelig P parasailen Parmezaans het pelsdier de plastisch chirurg van de prins geen kwaad weten het product de psycholoog
Q qua
directe kritiek, zonder rekening te houden met iemands gevoelens ongeïnteresseerd echt tegenover elkaar staan de belangrijkste god ergens iets van leren verbeteren allergisch
een sport waarbij je door een boot aan een parachute omhoog wordt getrokken uit de Italiaanse stad Parma een dier met een vacht waarvan bont gemaakt kan worden een dokter die dingen aan het lichaam mooier maakt nergens van afweten iets wat door een bedrijf of persoon is gemaakt iemand die het gedrag van mensen onderzoekt
wat betreft
R het ravijn de recensie relaxed het reptiel het respect de roepie S de sanitaire voorzieningen schaken schandelijk sentimenteel snacken de spaceshuttle de specialiteit spichtig de straattaal de stress de stoet T teer teisteren het terrarium het territorium
de afgrond de bespreking van een boek, toneelstuk of film ontspannen een kruipend dier zonder haar of veren dat eieren legt de waardering een geldstuk uit Pakistan
de kraan, het bad, de wc hier: je geliefde ontvoeren heel erg overdreven gevoelig tussendoortjes, zoals chips of snoep eten een soort raket iets waarin iemand erg goed is dun de taal van de jeugd als je erg veel spanning hebt de rij
zacht, gevoelig, breekbaar schade toebrengen de glazen bak om dieren in te houden het gebied
128
9006613346_bw.indd 128
4-1-10 15:37
tersluiks tolerant het trauma de triomfboog
U uitbuiten uithollen uithuwelijken
V verbreken verdrijven de verkooptraditie vermijden
stiekem verdraagzaam de lichamelijke of geestelijke verwonding een vrijstaande poort voor een machtig persoon
iemand slecht behandelen om er zelf beter van te worden het binnenste weghalen de ouders bepalen met wie hun kinderen gaan trouwen
afbreken wegjagen de gewoonte om iets te verkopen ervoor zorgen dat iets niet gebeurt
verorberen voorbarig de vrijmarkt W de waas de weerballon Wie het breed heeft, laat het breed hangen. het wildbeheer
opeten te gehaast de rommelmarkt
de mist een ballon met instrumenten om het weer te voorspellen Wie veel geld heeft, geeft het gemakkelijk uit.
de wolkenkrabber de workshop
ervoor zorgen dat er niet te veel of te weinig dieren van één soort komen een heel hoog gebouw de doe-les
Z zappen
snel tv-zenders afzoeken
129
9006613346_bw.indd 129
4-1-10 15:37