BASISPRINCIPES JENAPLAN 1.
Elk mens is uniek: zo is er maar één. Daarom heeft ieder kind en elke volwassene een onvervangbare waarde.
2.
Elk mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt zoveel mogelijk gekenmerkt door: zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, sexuele geaardheid, sociaal milieu, religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken.
3.
Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig: met andere mensen, met de zintuiglijke waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur, met de niet zintuiglijke waarneembare werkelijkheid.
4.
Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken.
5.
Elk mens wordt als een cultuurdrager en -vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken.
6.
Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert.
7.
Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling.
8.
Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan.
9.
Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruimte beheert.
10.
Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt.
11.
De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. Ze wordt door de maatschappij beïnvloed en heeft er zelf ook invloed op.
12.
In de school hebben de volwassenen de taak de voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot (ped)agogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken.
13.
In de school wordt de leerstof zowel ontleend aan de leef- en belevingswereld van de kinderen als aan de cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd voor de hier geschetste ontwikkeling van persoon en samenleving.
14.
In de school wordt het onderwijs uitgevoerd in pedagogische situaties en met pedagogische middelen.
15.
In de school wordt het onderwijs vorm gegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten gesprek, spel, werk en viering.
16.
In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats, naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren.
17.
In de school worden zelfstandig spelen en leren afgewisseld en aangevuld door gestuurd en begeleid leren. Dit laatste is expliciet gericht op niveauverhoging. In dit alles speelt het initiatief van de kinderen een belangrijke rol.
18.
In de school neemt wereldoriëntatie een centrale plaats in, met als basis ervaren, ontdekken en onderzoeken.
19.
In de school vinden gedrags- en prestatiebeoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van dat kind en in samenspraak met hem.
20.
In de school worden veranderingen en verbeteringen gezien als een nooit eindigend proces. Dit proces wordt gestuurd door een consequente wisselwerking tussen doen en denken.
Voorwoord Najaar 2011. De week voor de herfstvakantie. Recent hebben we te horen gekregen dat een leerlinge uit groep 8 van onze school geen verblijfsvergunning krijgt. De kans is groot dat ze binnenkort uitgezet wordt. Er is geen twijfel mogelijk: hier moeten we wat mee. Dit kunnen we niet zomaar laten gebeuren! Er wordt overlegd met het meisje, met mensen die betrokken zijn bij het gezin en met het team. Binnen een week is er een actie op touw gezet. Er wordt een brief opgesteld met daarin het verhaal van dit meisje. Kinderen en leerkrachten verzamelen fanatiek handtekeningen. We zamelen geld in om het gezin te ondersteunen. De pers wordt ingelicht. Via de website verstrekken we informatie en kunnen mensen hun steun betuigen. Het is hartverwarmend wat er gebeurt in de actieweek: ouders die op allerlei manieren meedenken met school, posters aanleveren, contacten leggen met de pers. Enveloppen met geld die ingeleverd worden. De ouderraad en het schoolbestuur geven geld voor de aanvraag van een reguliere verblijfsvergunning. En in totaal worden maar liefst 3000 kaarten met handtekeningen verzameld. De actieviering aan het einde van de week laat zien hoeveel mensen zich betrokken voelen bij het lot van dit meisje en haar moeder. De actie heeft de pakkende titel: Elk kind telt mee! Hoe droevig de aanleiding ook is, deze gebeurtenis toont de ware geest van de Hoeve: ieder kind telt mee. Ieder kind is mooi op zijn eigen wijze. En ieder kind verdient het om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en daarbij ondersteund en uitgedaagd te worden. Dat is de missie van de Hoeve, dat is waar we dagelijks mee bezig zijn. En dat is ook waar we goed in zijn. In deze periode zijn er ook allerlei maatschappelijke ontwikkelingen waar we op de Hoeve mee te maken krijgen: de regering heeft besloten tot het onderwijsstelsel “Passend Onderwijs”. Alle scholen worden verenigd in nieuwe regionale samenwerkingsverbanden. Voor de Hoeve betekent dit dat we ons aansluiten bij samenwerkingsverband Saboso. Iedere school krijgt een zorgplicht, de plicht om voor alle kinderen een school te zoeken die bij hem of haar past. Tegelijkertijd haalt de regering de broekriem aan. Naast de invoering van het nieuwe stelsel zal er ook flink bezuinigd worden. Er gaat minder geld naar onderwijs en naar de scholen toe. Een andere negatieve tendens is de wijze waarop naar onderwijs en kinderen gekeken wordt: de eisen die aan kinderen gesteld worden, worden steeds hoger. De kwaliteit en de opbrengsten van het onderwijs worden steeds vaker uitgedrukt in cijfers. Cijfers over de uitstroom van schoolverlaters, cijfers van CITO-toetsen. Aan de hand van die cijfers wordt een school en een kind beoordeeld. Deze manier van denken staat haaks op de visie en de werkwijze van de Hoeve. Want kun je in cijfers uitdrukken hoe een kind zich algemeen ontwikkelt? Hoe goed een kind een ander kind kan helpen? Of hoe een kind zich ontwikkelt bij toneelspelen? Het is niet de vraag hoe een kind beoordeeld wordt, maar hoe een kind zich optimaal kan ontplooien en ontwikkelen. Door bij de beoordeling van de opbrengsten van het onderwijs alleen te kijken naar cijfers, doe je de Hoeve en de Hoevekinderen zwaar tekort. De kunst is om weerstand te bieden aan het denken in cijfers, om ons aan te passen aan de nieuwe ontwikkelingen en vooral om onze eigen visie op de ontwikkeling van kinderen vast te houden en onze eigen koers te varen. Ondanks wellicht negatieve ontwikkelingen zien we de toekomst hoopvol tegemoet. Immers, veranderingen bieden ook nieuwe mogelijkheden en kansen. Onze basis is goed. We hebben vertrouwen in onze school, in onszelf, onze inzet en ons onderwijsconcept. Maar laten we vooral blijven vertrouwen op de kracht en de talenten van de kinderen. Want om hen gaat het. Ieder kind telt! Namens het team van de Hoeve, Diane Noortman en Irene Ragas Interne begeleidsters
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
3
Inhoudsopgave VOORWOORD
3
INHOUDSOPGAVE
4
1. INLEIDING
1
2. TAAKVERDELING
1
2.1. DE LEERKRACHT 2.2. INTERNE BEGELEIDSTER 2.3. REMEDIAL TEACHER 2.4. ONDERSTEUNINGSTEAM 2.5. OUDERS
6 6 6 7 7
3. INTERNE WERKWIJZE, ORGANISATIE EN ONDERSTEUNING 3.1. DE BEGELEIDING VAN (ZORG)KINDEREN 3.2. HANDELINGSGERICHT WERKEN 3.3. ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF 3.3. ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF 3.4. LEERLINGVOLGSYSTEEM 3.5. DE HOREB-MAP 3.6. DE STAMGROEPMAP 3.7. DOSSIERS 3.8. RAPPORTEN
8 8 9 11 12 12 13 14 14 14
4. EXTERNE ORGANISATIES EN ONDERSTEUNING
15
4.1. MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN 4.2. SAMENWERKINGSVERBAND 4.3. SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL 4.4. FINANCIËN 4.5. DE PERMANENTE COMMISSIE LEERLINGENZORG (PCL) 4.6. HET ZORGLOKET 4.7. CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN (CJG) 4.8. ZORG ADVIES TEAM (ZAT) 4.9. VERWIJSINDEX 4.10. AMBULANT BEGELEIDER 4.11. BEHANDELCENTRUM UNIEK
15 15 16 16 16 17 17 17 17 17 18
5. LEREN BINNEN HET PEDAGOGISCHE CONCEPT
19
5.1. INLEIDING 5.2. EEN WERELD VAN VERSCHILLEN
6. INDICATOREN BASISONDERSTEUNING
19 19
21
6.1. 13 INDICATOREN BASISONDERSTEUNING
21
7. EVALUATIE ZORGPLAN 2007 – 2011
26
8. DOELEN
27
8.1. UITGAAN VAN VERSCHILLEN 8.2. WERKEN MET HULP- EN GROEPSPLANNEN 8.3. WERKEN MET EEN ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF (OPP) 8.4 SAMENWERKING MET EXTERNE INSTANTIES 8.5. ICT
27 28 29 FOUT!BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 30
9. PLANNING
33
SLOT
34
BIJLAGE 1 : SAMENVATTING EN TOTALEN NULMETING INDICATOREN BASISONDERSTEUNING 35
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
4
1. Inleiding Het is een mooie, zonnige herfstdag. De kleuters spelen buiten. Een paar kinderen zijn druk bezig met het zoeken naar kastanjes, eikels en paddenstoelen. Iedere vondst brengen ze als een schat naar de leerkracht toe. Zij zakt steeds door haar knieën. Ze bewondert. Ze kijkt samen met de kinderen nauwkeurig naar hun vondst, maakt ze attent op wat ze zien, stelt vragen. Kinderen leren vanuit betrokkenheid en welbevinden. Ieder kind heeft een groeidrang, een open blik naar de wereld en een honger om alle zintuigen te gebruiken. Dit is een drang waardoor kinderen hun mogelijkheden leren verkennen en de grenzen daarvan. Het is de taak van de leerkracht om kinderen te begeleiden bij hun zoektocht de wereld in. Om veiligheid te bieden, aan te sluiten bij de ontwikkeling, het kind uit te dagen en te helpen. Hierbij is het van belang dat je eisen aan kinderen stelt en ze tegelijkertijd ondersteunt. We voeden kinderen op tot wereldburgers en zorgen daarbij dat ze de nodige bagage meekrijgen om hun eigen paden te bewandelen. Dit plan beschrijft de huidige situatie van de zorg op de Hoeve en de ontwikkeling die we als school willen doormaken. In hoofdstuk 2 wordt de taakverdeling beschreven van alle mensen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van een kind op de Hoeve. Daarna gaan we in hoofdstuk 3 in op de interne werkwijze, organisatie en ondersteuning op de Hoeve. Hoofdstuk 4 brengt in kaart welke externe instanties allemaal betrokken zijn bij de school en op welke manier deze ondersteuning kunnen bieden. In hoofdstuk 5 wordt de visie van de Hoeve op leren (Leren binnen het pedagogische concept) verduidelijkt. In hoofdstuk 6 staat beschreven wat de indicatoren voor de basisondersteuning zijn, zoals vastgesteld door het toekomstige samenwerkingsverband waar de Hoeve zich bij aansluit. De wijze waarop deze indicatoren vorm krijgen op de Hoeve staat in dit hoofdstuk kort toegelicht. Dan volgt de evaluatie van het schoolplan 2007-2011 (hoofdstuk 7). De doelen (hoofdstuk 8 ) en de planning (hoofdstuk 9) geven de ontwikkeling van de zorg voor de komende vier jaar aan.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
5
2. Taakverdeling In hoofdstuk 2.1 vertellen we hoe zorg vorm krijgt op de Hoeve en hoe de taakverdeling is als het gaat om de zorg rondom kinderen.
2.1. De leerkracht De leerkracht is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van alle kinderen in de groep. Dit betekent dat de leerkracht de ontwikkeling van de kinderen volgt, registreert en signaleert. Wanneer de leerkracht zich zorgen maakt over de ontwikkeling van een kind bespreekt zij dit tijdens de bouwvergadering. Tijdens dit overleg is de interne begeleidster aanwezig. Er wordt dan besproken hoe het kind het beste begeleid kan worden in de groep. Dit doen wij m.b.v. de incidentmethode. Dit is een vaste procedure voor het bespreken van de begeleiding van kinderen. Wanneer incidentele hulp niet effectief is gebleken, gaat een leerkracht planmatig aan het werk. Dit wordt door de leerkracht genoteerd in een hulp- of groepsplan. De leerkracht neemt een centrale rol in bij de begeleiding van (zorg)kinderen.
2.2. Interne begeleidster De interne begeleidster is de gesprekspartner van teamleden die vragen hebben over de pedagogische en/of didactische hulp aan kinderen. Zij coördineert alle activiteiten voor kinderen die speciale zorg nodig hebben. Het bewaken van de ontwikkeling van de kinderen, door de jaren heen, wordt door haar gedaan. Dit betekent ook dat zij nauw betrokken is bij het leerproces van kinderen en, indien nodig, samen met de leerkracht gesprekken voert met de ouders. De interne begeleidster stelt begeleidingsplannen op en doet voorstellen voor het maken van hulp- en groepsplannen. Tevens houdt zij zich bezig met de planning en verwerking van toetsen van het leerlingen onderwijsvolgsysteem. Zij stelt het rooster op voor kinderen die in aanmerking komen voor remedial teaching of daarvoor op de wachtlijst staan. Ook maakt ze het ontwikkelingsperspectief (OPP) voor kinderen van wie verwacht wordt dat ze op één of meerdere gebieden de einddoelen van groep acht niet halen. De interne begeleidster overlegt ook met hulpverleners en specialisten van buiten de school. Afspraken met externe instanties worden door de interne begeleidster gepland en in de mededelingen van de Hoevehaan (=intern mededelingenorgaan) geplaatst. Iedere leerkracht is zo op de hoogte van de gesprekken die in de school plaatsvinden. De interne begeleidster leidt deze gesprekken en coördineert de extra zorg rondom het kind. Er zijn twee interne begeleidsters op de Hoeve, waarvan één ook de remedial teacher is. Samen werken zij vijf dagdelen in de week. Iedere dag is er een interne begeleidster aanwezig op school.
2.3. Remedial teacher Met behulp van het leerling- en onderwijsvolgsysteem wordt door de leerkrachten in kaart gebracht welke kinderen extra hulp nodig hebben. Ook kunnen teamleden tijdens hun wekelijkse overleg kinderen verwijzen naar de remedial teacher. De interne begeleidsters maken het rooster voor kinderen die in aanmerking komen voor extra hulp. De remedial teacher maakt een analyse van de problemen en stelt daarna een handelingsplan op. Dit handelingsplan wordt voor een deel door de eigen leerkracht in de groep uitgevoerd, en tevens uitgevoerd door de remedial teacher. De remedial teacher zorgt voor de evaluatie van het plan en noteert haar bevindingen. In overleg met de leerkracht en de interne begeleidster wordt bepaald wat de vervolgstappen zijn in de begeleiding van het kind.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
6
De remedial teacher helpt de leerkrachten bij het maken van speciale leerpakketten en geeft de leerkrachten hierover advies. Zij is gespecialiseerd in de diverse manieren van begeleiden en onderzoek van (zorg)kinderen. Ook kinderen die meer dan gemiddeld presteren kunnen door de remedial teacher worden geholpen. De begeleiding is dan gericht op het ontwikkelen van brede kennis en vaardigheden. Wanneer er meer kinderen voor remedial teaching in aanmerking komen dan er plaats is, gebruiken we een wachtlijst. De remedial teacher werkt vijf dagdelen per week.
2.4. Ondersteuningsteam Het ondersteuningsteam bestaat uit de directeur, adjunct-directeur, interne begeleidsters en de remedial teacher. Vier keer per jaar komen zij bij elkaar om te overleggen, indien nodig vaker. De taak van het ondersteuningsteam is het ontwikkelen en evalueren van de zorg op de Hoeve. Zij stellen vast welke leerlingen aangemeld worden bij het zorgloket en voor welke leerlingen een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld. Regelmatig wordt de zorg op de Hoeve besproken aan de hand van een casus. De zorg op de Hoeve wordt binnen het ondersteuningsteam geëvalueerd.
2.5. Ouders Wij krijgen van ouders vragen die gericht zijn op de begeleiding van hun kind. Daarnaast vertellen ouders hoe zij de ontwikkeling van hun kind zien en begeleiden. De groepsleerkrachten hebben gesprekken met ouders waarin ouders hun visie kenbaar kunnen maken. Groepsleerkrachten betrekken ouders in de begeleiding van hun kind. Wij zien de ouders als partner in de opvoeding. Wanneer er extra zorg nodig is voor een leerling, begeleidt en coördineert de interne begeleidster deze gesprekken en zorgt voor een goede afstemming tussen alle betrokkenen. In overleg met ouders en de leerkracht(en) worden afspraken gemaakt die in de groep en bij de remedial teacher worden uitgevoerd. Het is tevens mogelijk dat externe begeleiders aansluiten bij de gesprekken rondom een kind. Zo kan de hulp aan het kind gecoördineerd worden door de interne begeleidster.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
7
3. Interne werkwijze, organisatie en ondersteuning Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen: het eerste deel beschrijft de handelingsgerichte aanpak die wij hanteren voor (zorg)kinderen op onze school. In het tweede deel staat beschreven op welke manier alle informatie rondom een kind wordt vastgelegd.
3.1. De begeleiding van (zorg)kinderen Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken. Dit betekent dat ieder kind zich in eigen tempo en niveau mag ontwikkelen. Binnen onze school hanteren we een eigen visie op de begeleiding van (zorg)kinderen. Het is een manier van werken die past binnen het Jenaplanonderwijs en die gericht is op het professioneel begeleiden van (zorg)kinderen. Deze handelingsgerichte aanpak kenmerkt zich door de individuele afstemming en de oplossingsgerichtheid. Dit betekent dat wij geen standaardaanpak hebben voor de begeleiding van een kind, maar iedere keer opnieuw kijken naar wat het kind nodig heeft. Wij hanteren wel vaste methodieken voor bijvoorbeeld de aanpak van dyslexie, dyscalculie of bij de begeleiding van (hoog)begaafde kinderen. Door goed te kijken naar het kind kan de aanpak dus afwijken. Immers, kinderen met dyslexie zijn niet allemaal hetzelfde en (hoog)begaafde kinderen verdienen een specifieke aanpak. We kijken niet naar de onmogelijkheden of beperking van het kind, maar naar de mogelijkheden van het totale kind. Kinderen zijn kleine mensen die vele kwaliteiten hebben die ontwikkeld moeten worden. Elk kind wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken (basisprincipe 4). De aanpak van zorgkinderen gebeurt volgens een vastgelegde procedure. Tijdens de bouwvergadering brengt de leerkracht het kind in. De leerkracht vertelt over het ‘probleem’ met het kind. Daarna stellen de collega’s vragen die het totaalbeeld van het kind verduidelijken en het probleem van de leerkracht verhelderen. De leerkracht geeft antwoord op de vragen. Het ‘probleem’ is concreet gemaakt en in de context van de groep gezet. Hierna kunnen collega’s (eventueel) oplossingen aandragen voor het probleem. De leerkracht maakt een keuze uit het aanbod en probeert het uit in de groep. In de volgende leerlingbespreking vertelt de leerkracht kort over het effect van de veranderde aanpak. Deze manier van werken heet de ‘Incidentmethode’. Wanneer het probleem blijft bestaan, kan de interne begeleidster worden gevraagd voor een observatie in de groep en/of coaching van de leerkracht. De interne begeleidster of de remedial teacher kijkt dan in de groep of een andere manier van begeleiden van het kind een verandering teweeg kan brengen. Tevens kan de remedial teacher een onderzoek verrichten n.a.v. de hulpvraag van de leerkracht. Wanneer alle extra hulp weinig of geen effect heeft, is er sprake van een stagnatie in de ontwikkeling van het kind. In overleg met ouders kan besloten worden tot nader onderzoek. Het staat ouders vanzelfsprekend vrij te bepalen waar en door wie hun kind wordt onderzocht. De Hoeve heeft echter in de loop der jaren ruime ervaring opgedaan bij verschillende bureaus en zelfstandig gevestigde psychologen / orthopedagogen. De school heeft een contract afgesloten met de Orthopedagogen Psychologen Praktijk Utrecht, ofwel OPPU, instituut Trudy Bron en orthopedagogische praktijk Mischa Wink. Deze orthopedagogische praktijken voldoen aan onze eisen van professionaliteit. Voordelen van het uitvoeren van een onderzoek bij één van deze praktijken zijn de volgende: - Het onderzoek is er wetenschappelijk gefundeerd. - De communicatie tussen het bureau en de Hoeve is gestroomlijnd, we hebben de nodige ervaring in de onderlinge samenwerking opgedaan.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
8
Wanneer het kind onderzocht is, wordt het onderzoeksverslag besproken door de leerkracht, de ouders en de interne begeleidster. Aan de hand van de conclusies van het onderzoek wordt vastgesteld op welke manier de zorg rondom de leerling vorm krijgt. In sommige gevallen is er sprake van complexe problematiek. Er kan dan een leerlinggebonden financiering (een ‘rugzakje’) worden aangevraagd. Wanneer deze financiering toegewezen wordt, wordt er ook een ambulant begeleider toegewezen. Deze begeleider kan, rekening houdend met de specifieke kenmerken van het kind, nadere tips geven en kan de leerkracht bij de uitvoering coachen. De leerkracht maakt een groeps- of hulpplan voor de leerling. De remedial teacher maakt een handelingsplan dat samen met de leerkracht wordt uitgevoerd. De interne begeleidster volgt het proces en stuurt zo nodig bij. Afhankelijk van de complexiteit van de problematiek, maakt de interne begeleidster een begeleidingsplan. Een keer in de tien weken vindt er een evaluatie plaats. Daarbij zijn alle betrokkenen aanwezig n.l.: De ouders / verzorgers, leerkracht, ambulante begeleider, interne begeleidster en eventueel de remedial teacher. Tijdens dit overleg wordt de afgelopen periode geëvalueerd, ervaringen uitgewisseld, het handelingsplan bijgesteld en nieuwe afspraken gemaakt.
3.2. Handelingsgericht werken Onze wijze van werken is gebaseerd op handelingsgericht werken. In onderstaand schema staat weergegeven welke stappen daarin te onderscheiden zijn. Daarna wordt iedere stap toegelicht.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
9
Stap 1: evalueren en verzamelen van gegevens van het kind Evalueren van het begeleidings- en/of groeps,- en/of hulpplan. • •
Zijn activiteiten afgerond en gestelde doelen bereikt? Heeft de groep geprofiteerd van het aanbod? Heeft het kind geprofiteerd van het aanbod? Zijn aanpassingen nodig?
Verzamelen gegevens over kinderen Methodegebonden toetsen, Leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS), observaties en analyses van gemaakt werk, Horebmap. Manier van leren: leerstijl (meervoudige intelligentie, Human Dynamics), probleemaanpak, wijze van communiceren, vraagt het kind om hulp, etc. Manier van leven: motivatie, samenwerken, aandacht, zelfstandig werken, etc. Stap 2: signaleren van kinderen met een specifieke onderwijsbehoeften • •
Wat zijn de onderwijsbehoeften van de kinderen in de groep? Welke kinderen hebben specifieke onderwijsbehoeften?
Denk hierbij ook aan kinderen met een leer- en ontwikkelingsvoorsprong, kinderen met een eigen leerstijl, kinderen met een bijzondere thuissituatie enz. Stap 3: benoemen van specifieke onderwijsbehoeften Is er voldoende informatie om de specifieke onderwijsbehoeften van het kind te benoemen? • •
Zo ja, wat zijn de specifieke instructie- of ondersteuningsbehoeften van het kind? Zo nee, welk handelingsgericht onderzoek of observatie is nodig?
Stap 4: clusteren van kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften Op basis van patronen in het groepsoverzicht kiest de leerkracht voor activiteiten met de hele groep, subgroepen en/of individuele kinderen. Groepsbespreking Leerkracht en interne begeleidster. Inbreng: • Groepsoverzicht; • De voorlopige uitkomsten van stap 1 tot en met 4. Opbrengst: • Evaluatie vorig groepsplan; • Concrete handvatten voor opstellen nieuw groepsplan; • Aanmelden kind voor de leerlingbespreking. Stap 5: opstellen groepsplan Het groepsoverzicht en groepsplan vormen een geheel. Het groepsplan beschrijft op basis van voorgaande stappen kernachtig het aanbod voor bepaalde periode: • Beginsituatie; • Doelen/gewenste situatie; • Inhoud (wat);
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
10
• • •
Aanpak/methodiek (hoe); Organisatie; Evaluatie.
Doelen SMART formuleren Stap A • Specifiek: wat wil je precies gaan doen? (kort en krachtig) • Meetbaar: hoeveel wil je halen? • Acceptabel/aanwijsbaar: wanneer is het doel bereikbaar, met wiens hulp, wie voert het uit? • Realistisch: is het te verwachten dat het doel te halen is? Op welke manier kan dat dan? • Tijdgebonden: binnen welke tijd wil je het doel halen?(over het algemeen wordt hier een tijdspanne van acht weken gehanteerd). Stap B Zet de antwoorden achter elkaar en maak er één lopende zin van. Belangrijk: doelen zijn concreet en meetbaar, zodat geëvalueerd kan worden. Een effectief groepsplan voldoet aan de volgende criteria: • Het is voor alle betrokkenen duidelijk wat zij gaan doen: praktische en realiseerbare aanwijzingen; • Meetbare doelen en evaluatiemomenten; • Een integraal overzicht voor een bepaalde periode van handelen in de groep, subgroepjes en/of individuele kinderen; • Afgeleid van het groepsplan: dag- of weekplanning; • Het groepsplan is in essentie de neerslag van de reflectie bij stap 1 tot en met 4; • Geen ‘lijvig’ document/plan, maar de systematische reflectie van de leerkracht en Interne begeleidster bij elke stap uit de cyclus; • Het actuele groepsplan is als ‘werkdocument’ in de stamgroepmap te vinden. De (digitale) groepsplannen worden na afronding bewaard in het (digitale) dossier van het kind. Ook worden de plannen per bouw in de digitale map van deze bouw opgeslagen. Stap 6: uitvoeren groepsplan
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
11
3.3. Ontwikkelingsperspectief Uit onderzoek is gebleken dat kinderen met specifieke onderwijsbehoeften de meeste voortgang boeken als zij zo lang mogelijk bij het programma van hun groep gehouden worden, zo nodig aangevuld met extra oefening en verlengde instructie. Op de Hoeve zijn er meerdere kinderen die vanwege hun specifieke onderwijsbehoeften geheel of gedeeltelijk zijn losgekoppeld van het reguliere curriculum van de groep, en een eigen leerlijn hebben. Soms is dit een eigen leerlijn voor taal en rekenen, soms is dit een eigen leerlijn voor slechts één vak. Deze kinderen doen niet mee met de reguliere eindtoets en de reguliere tussentijdse toetsen die op bepaalde momenten in het schooljaar gelden voor hun groep. Soms kan een kind, al dan niet gedeeltelijk, wel mee doen. Het is belangrijk om aan te tonen (verantwoorden) dat deze kinderen als gevolg van beperktere capaciteiten een eigen leerlijn hebben en voldoende voortgang boeken en blijven boeken. Het leerrendement wordt gemeten door het afnemen van (Cito-)toetsen. Uitgangspunt hierbij is het functioneringsniveau van een kind. Van het kind wordt het theoretische en het reële leerrendement vastgesteld. Het theoretische leerrendement wordt bepaald met behulp van de tabel ‘Analyse en waardering van opbrengsten’ van de inspectie van onderwijs (2009). Het reële leerrendement wordt bepaald op basis van drie toetsmomenten en berekend in percentages. Voor het onderbouwen van een ontwikkelingsperspectief is een psychologisch onderzoek of een pedagogisch-didactisch onderzoek in samenhang met het leerlingvolgsysteem nodig. Dit onderzoek wordt afgenomen door een orthopedagoog. Met de onderzoeksgegevens van de orthopedagoog wordt door het zorgteam, bestaande uit de directie, de interne begeleidster en de remedial teacher, bekeken of het opstellen van een ontwikkelingsperspectief wenselijk is. De onderzoeksgegevens worden met ouders en leerkracht besproken en samen met de interne begeleidster wordt besloten of het kind een ontwikkelingsperspectief krijgt. Het kind krijgt uitleg over de gang van zaken en wordt zo nodig begeleid in het acceptatieproces. De leerlijnen voor rekenen, spelling en begrijpend lezen die kinderen met een ontwikkelingsperspectief volgen, worden uitgewerkt door de interne begeleiders aan de hand van de referentieniveaus taal en rekenen. In het ontwikkelingsperspectief wordt aangegeven wat de leerinhoud is die het kind in een schooljaar aangeboden krijgt en wat de tussendoelen zijn die behaald moeten worden. Eenmaal per jaar, meestal aan het eind van het schooljaar, wordt het ontwikkelingsperspectief geëvalueerd en indien nodig aangepast. Het leerstofaanbod en de werkwijze voor kinderen met een ontwikkelingsperspectief wordt door de interne begeleiding besproken met de leerkracht. Samenvattend: • • • • •
Een ontwikkelingsperspectief wordt onderbouwd met een psychologisch of pedagogischdidactisch onderzoek. Een uitstroomperspectief kan pas worden vastgesteld na drie toetsmomenten en zal niet eerder dan M4 worden opgesteld. Van het kind wordt het theoretische en het reële leerrendement vastgesteld. Het ontwikkelingsperspectief bouwt voort op handelingsgericht en opbrengstgericht werken. Het ontwikkelingsperspectief wordt gebruikt als kindvolgsysteem, zodat de school kan verantwoorden dat het kind binnen zijn mogelijkheden voldoende voortgang boekt en blijft boeken.
3.4. Leerlingvolgsysteem Het team heeft een leerlingvolgsysteem ingevoerd ter aanvulling op en ter ondersteuning van het eigen werk. Daarbij gaat het om de vraag: “Welke leerstof wordt door de groep of door het individuele kind voldoende of nog onvoldoende beheerst?”
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
12
De leerkracht ziet het kind elke dag en kan daarom alle toetsuitslagen naast andere prestaties op juiste waarde schatten. Als de rapporten worden geschreven en ingevuld, zal het aankruisen van de hokjes waarmee het niveau wordt aangeven, mede gebaseerd zijn op de toetsuitslagen. We willen een kind graag als totale persoon zien en aanspreken. Daarom kijken we bij de beoordeling van kinderen naar de sociaal-emotionele, de verstandelijke en de lichamelijke ontwikkeling. Als we toetsuitslagen anders dan verwerkt in de rapporten bekend maken, benadrukken we op een eenzijdige manier de verstandelijke ontwikkeling. De Hoeve gebruikt methodegebonden toetsen voor taal en rekenen. Aan het eind van een blok toetst de leerkracht of de leerstof op korte termijn is onthouden. Een ander waardevol instrument is het observeren van de kinderen. De leerkracht observeert het gedrag van het kind volgens een bepaalde methodiek. Deze observaties kunnen de leerkracht inzicht geven in de manier van werken of het gedrag van het kind. Daarnaast wordt een samenhangend stelsel van toetsen gebruikt waarmee tweemaal per jaar vorderingen in kaart worden gebracht. Dat doen we in januari en in mei/juni. In groep 2 worden de toetsen “Ordenen” en “Taal voor kleuters” afgenomen; in de groepen 3 t/m 8 “Spelling”, “Rekenen” en “Begrijpend lezen”. Vanaf groep 3 worden de zogenaamde AVI-toetsen en de DMT gebruikt om de vorderingen met technisch lezen vast te stellen. De CITO-toetsen van het LOVS worden afgenomen en gecorrigeerd door de leerkracht. De uitkomsten worden in groepsoverzichten en foutenanalyses verwerkt. In de vergadering van leerkrachten van onder-, midden- of bovenbouw worden de resultaten besproken. Als de teamleden van de bouwgroep van mening zijn dat extra hulp geboden is, komt het kind eventueel in aanmerking voor remedial teaching. In groep 8 wordt de CITO-eindtoets afgenomen. Aangezien wij een kind acht jaar volgen op school, is het advies van de leerkracht voor een groot deel bepalend voor het uiteindelijke schooladvies dat het kind krijgt. Naast het afnemen van de CITO-eindtoets is het ook mogelijk een kind op een andere manier te laten testen. Dit wordt in overleg met ouders, de leerkracht, interne begeleidster en directeur besloten. De uitslag van beide toetsen geeft dan een richting aan voor het te volgen vervolgonderwijs. Kinderen die naar het Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) worden verwezen, krijgen een didactisch en psychologisch onderzoek voor een LWOO-beschikking. Deze kinderen doen dan niet mee met de CITO-eindtoets. In overleg met school melden de ouders hun kind dan aan bij de Onderwijs Zorgkoepel Noord-Veluwe (zie tevens de beschrijving bij ontwikkelingsperspectief).
3.5. De HOREB-map HOREB betekent Handelingsgericht Observeren Registreren en Evalueren van Basisontwikkeling. HOREB is het observatiesysteem dat speciaal voor de basisontwikkeling is gemaakt. Het voldoet aan de vereisten die de principes van Ontwikkelingsgericht Onderwijs met zich meebrengen. Deze map wordt door de onderbouwleerkrachten gebruikt als observatie- en evaluatie-instrument. Tijdens het werken begeleidt de leerkracht de activiteiten en ziet dan bij welke handelingen kinderen hulp nodig hebben. De leerkracht observeert de kinderen en richt zich op wat kinderen doen, denken en zeggen. De observaties worden bijgehouden in het zogenaamde “Kinderdagboek”. De leerkracht noteert hierin de belangrijkste stappen uit de ontwikkeling van de leerling. Wanneer de ontwikkeling van een kind stagneert of vertraagd verloopt, beschrijft de leerkracht het gedrag en de leervorderingen in een observatieverslag. Dit verslag wordt in het blauwe dossier van het kind gedaan. De dagelijkse activiteiten in de groep worden op een planningformulier bijgehouden, hierdoor zijn de leerkrachten in staat planmatig te werken.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
13
3.6. De stamgroepmap Elke leerkracht heeft een stamgroepmap waarin van elk kind uit de groep een dossier wordt bijgehouden. Als tijdens een gesprek de map op tafel ligt, kunnen ouders en leerkracht in een oogopslag in een tabel de vorderingen met betrekking tot lezen, taal en rekenen zien. De resultaten van de Cito-toetsen worden uitgeprint en ieder half jaar toegevoegd. Op een ander blad staan de notities van de leerkracht over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. In deze map worden ook de recente handelingsplannen, hulpplannen en groepsplannen bewaard. De leerkracht heeft op deze manier alle extra hulp die aan een kind is gegeven tot haar beschikking. Wanneer een kind naar een volgende stamgroep verhuist, wordt het dossier doorgegeven aan de volgende leerkracht. De stamgroepmap is op de rapportavond en in een gesprek een goed hulpmiddel tussen ouder en school.
3.7. Dossiers Van kinderen die voor extra zorg in aanmerking komen, wordt in een blauwe map een afzonderlijk dossier bijgehouden. In dit dossier worden de gesprekken en acties die ondernomen worden genoteerd. De observaties, onderzoeken en plannen van leerkrachten, remedial teacher en de interne begeleidster worden hierin bewaard. Verslagen van externe instanties die de ouders aan de school ter beschikking stellen, worden ook in de blauwe dossiermap bewaard. Hierbij moet gedacht worden aan verslagen van het audiologisch centrum, orthopedagogische bureaus, de logopedist, de kinder- of schoolarts, het Regionaal Instituut Dyslexie.
3.8. Rapporten Tweemaal per jaar krijgen de kinderen een geschreven rapport mee. Met dit rapport vertellen we hoe het kind zich ontwikkelt, wat het aan leerstof beheerst, welke vaardigheden het al of niet onder de knie heeft, hoe de werkhouding is en hoe de houding is tegenover de leerkracht en de medeleerlingen. N.a.v. het rapport vindt een vijftien minuten gesprek met de ouders plaats. Ouders mogen ook op andere momenten een gesprek aanvragen. Indien nodig is de interne begeleidster aanwezig bij dit gesprek. Een keer per jaar, in maart, is er een gespreksavond. De leerkracht of de ouders kunnen ‘inschrijven’ op deze avond om te praten over de ontwikkeling van het kind.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
14
4. Externe organisaties en ondersteuning 4.1. Maatschappelijke ontwikkelingen De hang naar het cijfermatig onderbouwen van de ontwikkeling van een kind wordt steeds meer opgedrongen aan de school. De menselijke factor (charisma, een sterke wil, de onbekende factor, etc.) kan een groot verschil maken, zo ervaren wij als onderwijsmensen. Wij krijgen regelmatig de vraag ook deze menselijke factor te kwantificeren. Dit beleid leidt tot standaardisering van onderwijsprocessen die de relationele kant ervan onder druk zet, terwijl wij met z’n allen (team en ouders) het authentieke contact tussen leerkracht en kinderen toch als cruciaal blijven ervaren. Het paradoxale gevolg van deze pressie is een daling van onderwijsresultaten (zie Charles Taylor in ‘Een seculiere tijd’). Het aantal kinderen dat op school extra ondersteuning krijgt en het aantal kinderen met een zware indicatie is de afgelopen jaren sterk gegroeid. De kosten voor deze ondersteuning zijn dus ook fors gestegen. Daarnaast zitten jaarlijks duizenden kinderen ieder jaar een aantal weken thuis omdat er voor hen geen passende onderwijsplek is. Om ervoor te zorgen dat in de toekomst geen enkel kind meer tussen wal en schip valt, voert de overheid vanaf augustus 2013 het onderwijsstelsel ‘Passend Onderwijs’ in. Scholen en schoolbesturen krijgen een zorgplicht. Dit houdt in dat zij verplicht worden een passende onderwijsplek te bieden aan kinderen die zich aanmelden. Wanneer een school meent een kind niet datgene te kunnen bieden wat hij nodig heeft, wordt er een andere school voor hem gezocht. Dit gebeurt in nauw overleg tussen school en ouders. Daarnaast is het doel van Passend onderwijs dat leraren beter worden voorbereid op hoe zij met zorgkinderen moeten omgaan en dat de bureaucratie wordt verminderd. Op de Hoeve ambiëren we alle kinderen onderwijs op maat, dus passend onderwijs, te bieden. Wij verwijzen weinig tot geen kinderen naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO) of Speciaal Onderwijs (SO). Dit vraagt naast een professionele houding van de leerkrachten ook een grote betrokkenheid bij de kinderen. Uitgangspunt voor de inrichting van ons onderwijs blijft de algemene vorming van kinderen. Het team werkt vanuit een maatschappelijke opdracht die gericht is op het ontwikkelen van zelfverantwoordelijkheid van kinderen. Het Jenaplanconcept is een concept waarin relaties centraal staan. Vanuit de relatie ontstaat ontwikkeling. De Hoeve is een open school waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten met als doel het optimaliseren van de vorming van kinderen. Hieronder beschrijven we o.a. de externe relaties die de Hoeve onderhoudt.
4.2. Samenwerkingsverband Om de zorgplicht te kunnen realiseren, gaan scholen en schoolbesturen samenwerken in geografisch afgebakende samenwerkingsverbanden. Binnen het samenwerkingsverband kunnen scholen zich specialiseren en kunnen onderling afspraken gemaakt worden wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven. Als een school een kind geen passend onderwijs kan geven, dan zoekt de school binnen het samenwerkingsverband naar een andere, passende onderwijsplek. Voor de Hoeve betekent dit dat we per 1 augustus 2012 aangesloten zijn bij het samenwerkingsverband Saboso. Vanaf 1 augustus 2014 gaat Saboso over in een nieuw te vormen samenwerkingsverband dat bestaat uit alle besturen van de regio Noord-Veluwe.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
15
4.3. Schoolondersteuningsprofiel Om in kaart te brengen hoe de zorg is vormgegeven op alle scholen binnen het samenwerkingsverband en om voor een passende verdeling te kunnen zorgen van de beschikbare gelden, wordt van alle scholen binnen het samenwerkingsverband een schoolondersteuningsprofiel vastgesteld. Van de Hoeve is in maart 2011 een schoolondersteuningsprofiel gemaakt. Hierin staat de volgende conclusie: “Over het geheel genomen is de Hoeve te karakteriseren als een smalle zorgschool. De school is op verschillende belangrijke velden aangeduid als een brede zorgschool en zou in de toekomst binnen het samenwerkingsverband en met de juiste faciliteiten kunnen uitgroeien tot een brede zorgschool of inclusieve school. Te meer omdat deze school in onderwijsconcept al een sterke ontwikkeling heeft doorgemaakt en al werkt aan inclusief onderwijs. De aangegeven groeimogelijkheden op het algemene onderwijsconcept van de school en op de vijf velden bieden perspectief op een ontwikkeling naar een brede zorgschool of inclusieve school.” Het team heeft zich uitgesproken over haar ambitie. Wij willen doorgroeien naar een brede zorgschool. De toekomst zal uitwijzen of deze rol in het samenwerkingsverband wordt toegewezen aan de Hoeve.
4.4. Financiën Het doel van de operatie ‘Weer Samen Naar School’ was om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen binnen het reguliere onderwijs naar school zouden gaan. Daartoe zijn alle scholen voor basisonderwijs aangesloten bij een samenwerkingsverband. De Hoeve is tot en met juli 2012 aangesloten bij het samenwerkingsverband van de Landelijke Vrije Scholen. Een groot voordeel van dit samenwerkingsverband is dat een groot deel van het budget direct wordt toegekend aan de basisschool (inkomsten 40.000 euro). Op de Hoeve wordt hiermee een gedeelte van de inzet van de remedial teacher bekostigd. Vanaf augustus 2012 is de Hoeve aangesloten bij Saboso. Dit samenwerkingsverband regelt diverse zaken rondom de zorgkinderen voor de deelnemende scholen. Hierdoor wordt een groot deel van het budget gebruikt voor bijeenkomsten, begeleiding en personele kosten van het samenwerkingsverband (inkomsten 15.000 euro). In augustus 2014 gaat Saboso over in een nieuw te vormen samenwerkingsverband Noord-Veluwe. Op dit moment (schooljaar 2012-2013) is er nog geen duidelijkheid over de manier waarop dan de gelden verdeeld zullen worden over de verschillende besturen binnen het samenwerkingsverband. Het is dus ook nog niet bekend hoe hoog de financiële vergoeding is die de Hoeve vanuit het samenwerkingsverband zal ontvangen om de continuïteit van de zorg op de Hoeve te realiseren.
4.5. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Het samenwerkingsverband schrijft een ondersteuningsplan waarin staat op welke wijze leerlingenzorg gestalte krijgt. Als extra hulp niet heeft geholpen en er is sprake van advies voor een verwijzing naar het Speciaal Basisonderwijs en de ouders/verzorgers hebben bij voorkeur met de school hierover overstemming bereikt, dan wordt het kind door de school aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze commissie bepaalt of het kind ook daadwerkelijk in aanmerking komt voor Speciaal Basisonderwijs. Vanaf 1 augustus 2012 is de Hoeve aangesloten bij het samenwerkingsverband Saboso. Secretariaat PCL, Scherpencamp 42, 3861 TL Nijkerk, telefoon 033-2454254. De informatie is ook te vinden op de website van het samenwerkingsverband: www.saboso.nl
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
16
4.6. Het Zorgloket Met de invoering van het Zorgloket heeft samenwerkingsverband Saboso één procedure voor het aanmelden voor onderzoek of begeleiding. Het gaat hier met name om hulpvragen van professionals op het gebied van onderwijs. De interne begeleidsters zullen doorgaans contact opnemen met het zorgloket. Wanneer behoefte is aan (preventieve) ambulante begeleiding en kennis van specialisten van andere scholen, zullen de interne begeleidsters een leerling (aan)melden bij het Zorgloket.
4.7. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het Centrum voor Jeugd en Gezin is er voor alle opvoeders, kinderen, jongeren, gezinnen en professionals in de gemeente Nijkerk. Als het nodig is, helpt het Centrum voor Jeugd en Gezin bij het vinden van mensen of instanties die ouders verder kunnen helpen. Ouders kunnen gebruik maken van de inloopspreekuren. Daarnaast worden er ook voorlichtings- en themabijeenkomsten en cursussen gegeven. De diensten van het CJG zijn gratis. Binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin werken verschillende organisaties samen die zich richten op jeugd, ouders en opvoeders.
4.8. Zorg Advies Team (ZAT) Dit is een georganiseerd overleg waarbij verschillende partijen elkaar kunnen ontmoeten en er een oplossing kan worden gezocht voor de begeleiding van een kind en/of gezin. In dit overleg vindt afstemming plaats. In het overlegorgaan ZAT kunnen kinderen met problemen worden besproken door het team van de school.
4.9. Verwijsindex Als zorgen over de ontwikkeling van het kind blijven bestaan, ook na gesprekken met ouders, dan kan de Interne begeleidster deze zorgen inbrengen in het zorgteam van de school. Het zorgteam kan dit kind melden in de Verwijsindex. De Verwijsindex is een hulpmiddel om het proces van samenwerking op het gebied van (preventieve) jeugdzorg te faciliteren. De Hoeve is aangesloten bij VIVallei (Verwijs Index Vallei).
4.10. Ambulant begeleider Op de Hoeve hebben we te maken met ambulante begeleiders van alle vier de clusters namelijk: Cluster 1: Cluster 2: Cluster 3: Cluster 4:
Kinderen met een visuele handicap of beperking. Op de Hoeve verzorgd door Bartimeus. Kinderen met ernstige gehoor-, spraak-taal, of communicatieproblemen (onder dit laatste kan ook autisme vallen, mits de communicatieproblemen de overhand hebben). Op de Hoeve verzorgd door de Auris groep. Kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap, of langdurig zieke kinderen. Op de Hoeve verzorgd door Reactys. Kinderen met ernstige gedragsstoornissen of psychiatrische problematiek. Op de Hoeve verzorgd door Rec 4-4, Zonnehuizen.
De invulling van de hulp aan beperkte kinderen wordt in overleg met ouders, school en de ambulante begeleider ingezet. De ambulante begeleider kan, rekening houdend met de specifieke kenmerken van het kind, nadere tips geven en kan de leerkracht bij de uitvoering coachen. De ambulante begeleider voert observaties uit in de groep en werkt in sommige gevallen ook met het kind.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
17
Bij de invoering van Passend onderwijs in 2014 verdwijnen de Rec 3 en Rec 4-organisaties. Dat betekent dat kinderen met een leerlinggebonden financiering vanaf dan niet meer begeleid worden door ambulant begeleiders.
4.11. Behandelcentrum Uniek Op de Hoeve werken we samen met behandelcentrum Uniek. Binnen dit behandelcentrum zijn verschillende specialisten werkzaam die begeleiding en advies kunnen geven, die onderzoek doen of therapie bieden. De specialisten van Uniek werken in een aparte ruimte op de Hoeve. Iedere dag van de week is er een andere specialist op de Hoeve aanwezig. Ook andere mensen, van buiten de school, kunnen gebruik maken van de diensten van de specialisten. Wanneer ouders en / of de leerkracht signaleren dat een kind vastloopt of specialistische begeleiding nodig heeft, dan kunnen ouders hun kind aanmelden bij een specialist van Uniek. De specialist overlegt met ouders over de gewenste begeleiding of de onderzoeksvraag. Als ouders toestemming geven, dan geven ook de interne begeleidster en de leerkracht informatie over het kind. Wanneer een kind onderzocht wordt door een specialist, wordt de uitslag vaak besproken in een gesprek met ouders, de leerkracht, de specialist en de interne begeleidster. Zo kan de zorg rondom een kind zo goed mogelijk afgestemd worden. Als kinderen gebruik maken van de begeleiding door een specialist van behandelcentrum Uniek, dan vindt deze hulp meestal onder schooltijd plaats. Met regelmaat vindt er overleg plaats tussen de interne begeleidsters en de specialisten over de begeleiding en ontwikkeling van de kinderen van de Hoeve die begeleid worden bij behandelcentrum Uniek. Dit gebeurt alleen als ouders hier nadrukkelijk toestemming voor gegeven hebben De specialisten die werken bij behandelcentrum Uniek hebben allemaal een eigen praktijk en praktijkruimte elders. Het zijn: Marion Verspuij Annemijn Holzhauer Mieke van de Brug Mischa Wink Trudy Bron
logopediste en dyslexiespecialist fysiotherapeute taaltekencoach orthopedagoge kinder- en jeugdpsychologe
Daarnaast is er twee dagen in de week een logopediste van logopediepraktijk Uniek op de Hoeve. Kinderen van de Hoeve krijgen zo op school, onder lestijd, de hulp die ze nodig hebben. De interne begeleidster overlegt regelmatig met de logopediste over de ontwikkeling en de vordering van het kind, indien ouders hiervoor toestemming verleend hebben.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
18
5. Leren binnen het pedagogische concept 5.1. Inleiding Wij gaan ervan uit dat kinderen een aangeboren groeidrang bezitten. Een honger om alle zintuigen te gebruiken en op die manier de wereld te ontdekken. Dit is een drang die kinderen hun mogelijkheden en grenzen leert verkennen. Wij volgen kinderen door te kijken naar de sociale-, emotionele-, motorische- en cognitieve ontwikkeling. We zoeken naar de manier waarop kinderen leren, zodat wij ze zo goed mogelijk kunnen begeleiden. Het is hierbij van belang dat een kind zich veilig voelt op school en dat het kind het leuk vindt om naar school te gaan. Een prachtige plek om te leren is in een groep. Kinderen hebben energie die in betrokkenheid tot uiting komt. In de groep vind je die betrokkenheid terug in de gesprekken die kinderen onderling hebben, tijdens kringgesprekken waar ideeën worden uitgewisseld, waar je plannen smeedt, waar je samen met anderen op succesvolle ervaringen terugblikt…. Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doormaken. Dit betekent dat ieder kind zich in eigen tempo en niveau mag ontwikkelen. Kinderen zijn kleine mensen die vele kwaliteiten hebben die ontwikkeld moeten worden. Op de Hoeve kijken wij naar het totale kind, zijn of haar kwaliteiten en niet alleen naar de beperkingen van een kind. Elk kind heeft mogelijkheden en talenten, en die moet je als school benutten.
5.2. Een wereld van verschillen In de groep is er een wereld van verschillen. Het is de opdracht voor de leerkracht daartoe het onderwijs en de zorg in te richten. We staan even stil bij drie soorten verschillen. 5.2.1. Verschillen in begaafdheid Uit het tijdschrift voor Jenaplanonderwijs “Mensenkinderen”, jaargang 18 nummer 3, citeren we: “Als we het quotiënt van de mentale en de kalenderleeftijd als maat voor verschillen tussen de ontwikkelingen van kinderen als uitgangspunt kiezen, blijken 4-jarigen tot drie jaren in mentale ontwikkeling te kunnen verschillen en 12-jarigen tot zeven jaar. De Engelse onderwijsliteratuur kent de term “seven years gap” om het ontwikkelingsverschil van kinderen aan het einde van de basisschool aan te geven.” 5.2.2. Verschillen in leerstijlen Leerstof is in te delen van makkelijk naar moeilijk en van kleine stukjes naar grote gehelen. Kinderen leren lang niet altijd lineair maar vaker met sprongen. Het kind heeft al heel jong een eigen voorkeur voor het verkennen van de wereld om hem heen. Kinderen kiezen graag hun eigen leerroute, de leerkracht kan het kind begeleiden en eventueel in de goede richting sturen. Op de Hoeve proberen we kinderen beter te begrijpen door ons te verdiepen in de verschillen tussen kinderen. We maken daarbij onderscheid tussen de negen dynamieken die worden onderscheiden door Sandra Seagal en David Horne in het boek ‘Human Dynamics, samen leven, samen werken’.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
19
5.2.3. Verschillen in intelligentie Kinderen zijn knap op verschillende manieren. Als een kind ‘het niet snapt’ dan leggen leerkrachten het op een andere wijze uit. Als er vele manieren bestaan om knap te zijn, dan bestaan er ook vele manieren om onderwijs te geven. Door te onderwijzen op veel verschillende manieren bereiken we meer kinderen. De leerkrachten passen hun bereik aan aan het bereik van de intelligenties van de kinderen. We veranderen de manier waarop we leerstof aanbieden. Howard Gardner ontwikkelde zijn theorie van de meervoudige intelligentie. Hij omschrijft intelligentie als: “Intelligentie is de bekwaamheid om problemen op te lossen of om iets bestaands aan te passen aan veranderende omstandigheden.” Kinderen maken bij het leren gebruik van verschillende intelligenties: • • • • • • • •
Taalkundig Logisch-wiskundig Visueel-ruimtelijk Lichamelijk-motorisch Muzikaal-ritmisch Naturalistisch Interpersoonlijk Intrapersoonlijk
“De mate waarin ze onderling in sterkte, mogelijkheden en samenwerking variëren, verschilt van mens tot mens.”
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
20
6. Indicatoren basisondersteuning Vanaf 2014 zal samenwerkingsverband Saboso uit Nijkerk en Putten opgaan in een groter samenwerkingsverband. Op dit moment (schooljaar 2012- 2013) krijgt het nieuwe samenwerkingsverband langzaam vorm en worden afspraken gemaakt over het niveau van ondersteuning dat scholen moeten bieden. Er is vastgesteld dat de basisondersteuning van alle deelnemende scholen van een gelijkwaardige, hoge kwaliteit moet zijn. Er is een lijst met dertien indicatoren basisondersteuning opgesteld, die gebruikt zal worden om de basisondersteuning te definiëren en te meten. De indicatoren van de onderwijsinspectie zijn hierin opgenomen en zijn aangevuld met de indicatoren vanuit de PO-raad en het handelingsgericht werken. De indicatoren zijn onderverdeeld in een aantal kwaliteitskenmerken of kernkwaliteiten. In dit hoofdstuk staan deze indicatoren en kwaliteitskenmerken van de basisondersteuning beschreven. Onder de indicatoren staan verwijzingen naar de hoofdstukken in dit ondersteuningsplan. Een paar indicatoren zijn ontwikkelpunten en zijn dus opgenomen in de doelen van hoofdstuk 7. Het ondersteuningsteam heeft individueel alle indicatoren en kwaliteitskenmerken van de basisondersteuning op de Hoeve beoordeeld. Een samenvatting en totaaloverzicht van deze nulmeting basisondersteuning van de Hoeve is opgenomen in dit ondersteuningsplan (zie bijlage).
6.1. 13 Indicatoren basisondersteuning 1.
Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving. • • • • • •
2.
De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en in de incidenten die zich voordoen. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten. Het personeel zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De school hanteert regels voor veiligheid en omgangsvormen. Het personeel gaat vertrouwelijk om met informatie over leerlingen.
De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen • • • • • •
De school heeft normen vastgesteld voor de resultaten die zij met de leerlingen nastreeft. De normen bevatten in elk geval de referentieniveaus taal en rekenen. Ten minste tweemaal per jaar worden de resultaten van de leerlingen geanalyseerd op school-, groeps-, en individueel niveau. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van leerlingen. Het personeel volgt en analyseert systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen ondersteuning nodig hebben.
Zie hoofdstuk 3: de begeleiding van zorgkinderen (3.1), leerlingvolgsysteem (3.4), de HOREB-map (3.5), de stamgroepmap (3.6) en dossiers (3.7).
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
21
3.
Het personeel werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de ontwikkelingsperspectieven van leerlingen. • • • • •
De school past op grond van verzamelde toetsgegevens tweemaal per jaar de groepsplannen (zo nodig) aan. De school past op grond van verzamelde toetsgegevens ten minste tweemaal per jaar de ontwikkelingsperspectieven voor individuele leerlingen (zo nodig) aan. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de ondersteuning voor de leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school evalueert regelmatig de effecten van de ondersteuning.
Zie hoofdstuk 3; handelingsgericht werken (3.2), ontwikkelingsperspectief (3.3). 4.
Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken • • • • •
• • • •
De school heeft extra (orthodidactische) materialen voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het personeel stemt de werkvormen af op verschillen tussen leerlingen. Het personeel geeft leerlingen met extra onderwijsbehoeften extra en directe feedback. De school gebruikt materialen en methoden die differentiatie mogelijk maken. De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. Het personeel stemt de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. Het personeel stemt de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. Het personeel stemt de verwerking af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. Het personeel stemt de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
Zie hoofdstuk 5; leren binnen het pedagogische concept; een wereld van verschillen (5.2). 5.
Het personeel werkt continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties. • • • • • • •
Het personeel beschikt over didactische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het personeel beschikt over organisatorische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het personeel beschikt over pedagogische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het personeel staat open voor reflectie en voor ondersteuning bij hun handelen. Het personeel werkt continu aan handelingsgerichte vaardigheden. Het personeel krijgt de mogelijkheid in teamverband te leren en te werken. Het personeel wordt gestimuleerd en gefaciliteerd voor deelname aan lerende netwerken over de leerlingenondersteuning.
Zie hoofdstuk 2.1; De leerkracht.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
22
6.
Voor alle leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte en/of ondersteuningsvraag is een realistisch en ambitieus ontwikkelingsperspectief (OPP) vastgesteld. • • • • • • • • •
Het OPP heeft een vaste structuur volgens een erkend format. Het OPP bevat in elk geval tussen- en einddoelen. Het OPP bevat in elk geval een leerlijn die gekoppeld is aan de referentieniveaus taal en rekenen. Het OPP bevat de inzet van middelen en extra menskracht. Het OPP is handelingsgericht opgesteld. Het OPP bevat evaluatiemomenten. Het OPP maakt deel uit van het leerlingdossier. Het OPP heeft een integraal karakter (één-kind-één-plan). Het OPP is leidend voor het personeel en eventuele externe begeleiders.
Zie hoofdstuk 3; handelingsgericht werken (3.2), ontwikkelingsperspectief (3.3). 7.
De school draagt leerlingen zorgvuldig over. • • • • • • • •
8.
Bij leerlingen met extra onderwijsbehoeften vindt warme overdracht plaats van de voorschoolse voorziening of de vorige school. Het OPP van een leerling sluit aan bij het OPP van de voorschoolse voorziening of de vorige school van de leerling. Het OPP van leerlingen wordt binnen de school warm overgedragen bij de overgang naar een volgende groep of een volgende leraar. Het OPP van leerlingen wordt warm overgedragen bij de overgang naar een andere school. De school koppelt in het eerste jaar de ontwikkeling van leerlingen met extra onderwijsbehoeften terug naar de voorschoolse voorzieningen of de vorige school. De school volgt de leerlingen die de school hebben verlaten ten minste gedurende drie jaar v.w.b.: Cognitief leerrendement. Sociaal-emotionele ontwikkeling.
Ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de ondersteuning. • • • • • • • •
De school bevraagt ouders regelmatig over de wensen en verwachtingen bij de begeleiding van hun kinderen. Het personeel bevraagt ouders regelmatig over hun ervaringen met hun kind thuis en hun kennis van de ontwikkeling van hun kin op school en thuis. De school voert met ouders een intakegesprek bij aanmelding. De school informeert ouders tijdig en regelmatig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kinderen. De school betrekt ouders bij het opstellen en evalueren van het onderwijsondersteuningsarrangement. De school maakt samen met de ouders afspraken over de begeleiding en wie waarvoor verantwoordelijk is. Als een leerling de school verlaat, stelt de school een (onderwijskundig) rapport op. Ouders ontvangen een kopie. De school ondersteunt ouders en leerlingen bij de overgang naar een andere school.
Zie hoofdstuk 2.2; interne begeleidster; 2.5; ouders, 3.8 rapporten.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
23
9.
De school voert een helder beleid op het terrein van de leerlingenondersteuning. • • • • • •
De school heeft een expliciete visie op leerlingenondersteuning. Deze visie wordt gedragen door het hele team. De school heeft vastgelegd wat een leerling met extra onderwijsbehoeften is. De procedures en afspraken over leerlingenondersteuning zijn duidelijk. De inzet van ondersteuningmiddelen is duidelijk. De school weet wat onderwijsbehoeften van haar leerlingen zijn.
Zie hoofdstuk 3; interne werkwijze, organisatie en ondersteuning en hoofdstuk 5; leren binnen het pedagogische concept. 10. De school heeft haar ondersteuningsprofiel vastgesteld • • • • • •
Het ondersteuningsprofiel is na overleg met het team vastgelegd. De MR stemt in met het ondersteuningsprofiel. Het ondersteuningsprofiel is onderdeel van het schoolplan en de schoolgids. Het ondersteuningsprofiel bevat een oordeel over de kwaliteit van de basisondersteuning. Het ondersteuningsprofiel bevat een beschrijving van het aanbod van de school aan onderwijs, begeleiding, expertise en voorzieningen. Het ondersteuningsprofiel biedt aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling van de leerlingenondersteuning.
Zie hoofdstuk 4.3; schoolondersteuningsprofiel. 11. De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de leerlingenondersteuning en past het beleid zo nodig aan. • • • • • • •
De school evalueert jaarlijks de leerlingenondersteuning. De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de ingezette ondersteuningsmiddelen. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. De school evalueert jaarlijks het onderwijsleerproces. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
Zie ook hoofdstuk 3.4 Leerlingvolgsysteem 12. De school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur. • • • • • • • •
De school heeft interne begeleiding met een duidelijke taakomschrijving. Coaching en begeleiding van leraren maken onderdeel uit van de taak van de interne begeleiding. Taken en verantwoordelijkheden van leraren en directie op het terrein van de leerlingenondersteuning zijn duidelijk en transparant. Leraren worden ondersteund bij het opstellen en uitvoeren van de OPP’s. De interne begeleiding maakt integraal onderdeel uit van de ondersteuningsstructuur van de school. De interne begeleiding is voldoende gekwalificeerd. De school kan snel voldoende deskundigheid inschakelen voor hulp. De school grijpt bij ernstige problemen snel in.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
24
• •
Leraren weten waar zij terecht kunnen in de regio voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. De interne ondersteuning is afgestemd op de ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband.
Zie hoofdstuk 2; taakverdeling, 3.3 Ontwikkelingsperspectief, 4.2 Samenwerkingsverband, 4.11; Behandelcentrum Uniek; 13. De school heeft een effectief ondersteuningsteam. • • • • • •
De interne begeleiding leidt het ondersteuningsteam in de school. Taken van het ondersteuningsteam zijn vastgelegd. Het ondersteuningsteam bereidt in elk geval verwijzing naar en bespreking van leerlingen in het multidisciplinair team of het indiceringloket voor. Het ondersteuningsteam draagt ondersteuning voor het organiseren van de hulp om de school. Het ondersteuningsteam ondersteunt ouders/verzorgers. De school zoekt structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaak overschrijden.
Zie hoofdstuk 2.4; het ondersteuningsteam.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
25
7. Evaluatie Zorgplan 2007 – 2011 Halverwege het Zorgplan 2007 – 2011 heeft er een wisseling van werkplekken plaatsgevonden binnen de directie en interne begeleiding van de Hoeve. De ervaren interne begeleidster werd directeur en op haar plek kwamen twee nieuwe interne begeleidsters. Zo’n wisseling heeft uiteraard consequenties. Dankzij de grote inzet van het team, de sterke opbouw van de zorgstructuur van de Hoeve en de ervaring van de leerkrachten met zorgkinderen is de zorg op niveau gebleven. Het is de taak van de interne begeleidsters hun werkwijze en visie de komende jaren verder te ontwikkelen en zodoende de begeleiding van leerkrachten op niveau te houden. De remedial teacher heeft binnen de Hoeve een ondersteunende rol. Met haar kennis en kunde ondersteunt zij de interne begeleidsters en de leerkrachten bij het werken met kinderen. In de praktijk blijkt dat overleg tussen de remedial teacher en de leerkracht structureel plaatsvindt. Leerkrachten benaderen de remedial teacher regelmatig met vragen over kinderen. Het overleg en de samenwerking tussen remedial teacher en interne begeleidsters is intensief. Er wordt gesproken over de individuele kinderen, over (nieuwe) materialen en inzichten. Samen met de directeur vormen de interne begeleidsters en remedial teacher het zorgteam. Bij het vaststellen van een ontwikkelingsperspectief of bij complexe hulpvragen, komt het team bijeen om een oplossing te zoeken voor het probleem of de wijze van aanpak te initiëren. Het grootste deel van de leerkrachten op de Hoeve maakt gebruik van het directe instructiemodel. De afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan de instructie van spelling. Leerkrachten hebben op een studiedag elkaar instructie gegeven om op deze manier van elkaar te leren. Het geven van een effectieve instructie blijft een aandachtspunt voor het team van de Hoeve. Ook wanneer nieuwe mensen op de Hoeve komen werken is het belangrijk dat zij gecoacht worden in het geven van een goede, duidelijke instructie. Het werken met een leerlingdossier, waarin volgens een vast patroon de gegevens van een kind worden bijgehouden, is geïntegreerd in het werken met kinderen. Het dossier geeft een duidelijk overzicht van de gegevens, hulp en gesprekken die plaatsvinden rondom het kind. Ook het werken met de HOREB-map is een werkwijze die verankerd is in de onderbouw. Op de Hoeve worden hoge eisen gesteld aan de leerkrachten. De leerkracht moet goed kunnen organiseren, orde houden, zorg dragen voor een goed pedagogisch klimaat, omgaan met verschillen tussen de kinderen en aansluiten bij hun kwaliteiten en ontwikkelingsfase. Daarbij is van belang dat leerkrachten zich, net als kinderen, blijven ontwikkelen. De afgelopen jaren heeft er op diverse gebieden scholing van het team plaatsgevonden. Dit vond zowel extern als intern plaats. Op dit moment zijn twee leerkrachten bezig met de opleiding voor interne begeleidster/begeleider. In het schooljaar 2010 – 2011 heeft het team diverse cursussen gekregen over de verschillende softwarepakketten die op school gebruikt worden. De remedial teachers hebben de rekencursussen “Met sprongen vooruit” gevolgd. Binnen school is er gewerkt aan het ontwikkelen van goed spellingsonderwijs. De leerkrachten hebben op een studiedag elkaar spellingsinstructie gegeven, om zo van en met elkaar te leren. Daarnaast is er veel aandacht besteed aan de manier waarop de stilwerktijd vorm moest krijgen, en de verdere ontwikkeling van wereldoriëntatie in de blokperiode. Voor de komende jaren heeft het team ervoor gekozen zich verder te professionaliseren in het omgaan met verschillen. Ze willen daarvoor de volgende methodieken bestuderen: Human Dynamics, meervoudige intelligentie en breinbewust onderwijs.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
26
8. Doelen 8.1. Uitgaan van verschillen Van denken in ‘Hoe knap is een kind’ naar denken over ‘Op welke manier is het kind knap’. •
Het vertrekpunt is de betrokkenheid van de kinderen stimuleren en vasthouden. a. De leerkracht schept een vriendelijke, warme en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. b. De leerkracht toont in zijn gedrag en taalgebruik respect voor de kinderen. Laat kinderen uitspreken Luistert naar wat kinderen te zeggen hebben Honoreert de inbreng van kinderen Erkent het kind als totale persoon Ziet het unieke in ieder kind en draagt dat uit Onthoudt zich van cynisme en sarcasme Leeft zich in de gevoels- en belevingswereld van kinderen in
•
Kinderen worden medeverantwoordelijk gemaakt voor wat, hoe, waar en met wie ze leren tijdens de blokperiode. a. De leerkracht bevordert de zelfstandigheid van de kinderen en zoekt in zijn interactie met hen een goede balans tussen: leiden en begeleiden, sturen en volgen, confronteren en verzoenen, corrigeren en stimuleren. b. De leerkracht geeft positieve terugkoppeling op vragen, opmerkingen en antwoorden van kinderen. Eerst het positieve in de reactie van het kind naar voren brengen. Motiveren waarom de reactie niet goed is. Ruimte geven om het antwoord te verbeteren. c. De leerkracht motiveert de kinderen voor hun leertaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden. d. De leerkracht leert de kinderen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen. e. De leerkracht bereidt projecten voor waarbij gevarieerd wordt met gesloten en open opdrachten en activiteiten en houdt bij het aanbod van activiteiten rekening met de verschillen tussen kinderen. f. De leerkracht zorgt voor een veilige en functionele leeromgeving. De materialen zijn goed geordend. De lokalen zijn ordelijk, opgeruimd en schoon.
•
Kinderen kunnen in toenemende mate werken aan hun eigen leervragen. a. De leerkracht zorgt voor een rijke leeromgeving (educatief materiaal, boeken, variatie, speel-, kijk- en werkhoeken e.d.). b. De leerkracht integreert de zaakvakken en cursussen tijdens het projectmatige werk (wereldoriëntatie). c. De leerkracht heeft oog voor de rijke leersituaties en gebruikt die situaties om kinderen betekenisvol les te geven.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
27
•
De leerkracht houdt rekening met de leerstijl en intelligentie van het kind. a. De leerkracht heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten. b. De leerkracht stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de kinderen en houdt rekening met individuele verschillen. c. De leerkracht houdt bij instructie en verwerking rekening met extra behoeften van kinderen (meer beweging nodig, verlengde instructie, extra verdieping etc.). d. De leerkracht geeft expliciet onderwijs in strategieën. e. De leerkracht stimuleert de kinderen controleactiviteiten uit te voeren. f. De leerkracht zorgt zo nodig voor verwerking op maat (verrijking, herhaling, eigen leerlijn). g. De leerkracht stelt hoge eisen aan de werkhouding en leerprestaties van kinderen. h. De leerkracht vraagt na een instructie of de kinderen de leerstof en de opdrachten begrijpen. i. De leerkracht corrigeert iedere dag het gemaakte werk en controleert of de kinderen de leerstof en de opdrachten begrepen hebben en past de daaropvolgende les aan de resultaten aan.
8.2. Werken met hulp- en groepsplannen Van het incidenteel schrijven van hulp- en groepsplannen naar het structureel schrijven van hulpen groepsplannen. •
De leerkracht gaat planmatig en doelgericht te werk bij het geven van extra hulp aan kinderen (handelingsgericht werken). a. Het hulp- of groepsplan wordt geëvalueerd en indien nodig gecontinueerd of aangepast door de leerkracht. b. De leerkracht geeft indien nodig een verlengde instructie na de directe instructie. c. De leerkracht maakt een hulpplan of groepsplan als de verlengde instructies niet of onvoldoende effect hebben gehad. d. De leerkracht stelt hoge doelen in zijn hulpplan of groepsplan. e. De leerkracht bespreekt de kinderen tijdens de groepsbespreking, hierbij is de interne begeleidster aanwezig. f. In overleg wordt het hulpplan of groepsplan aangepast.
•
De leerkracht bepaalt in overleg met de bouwcollega’s en de interne begeleidster (tijdens de bouwvergadering) wanneer er sprake is van hardnekkige leer- en/of gedragsproblemen. a. Wanneer er sprake is van hardnekkige leerproblemen (drie keer Cito-toets E score behaald), dan wordt in overleg met ouders overwogen het kind aan te melden voor onderzoek door een orthopedagoog. b. Wanneer er sprake is van hardnekkige gedragsproblemen noteert de leerkracht en/of de interne begeleidster m.b.v. een observatielijst het waargenomen gedrag. Als er sprake is van tekenen van een gedragsstoornis, dan wordt in overleg met ouders overwogen het kind aan te melden voor onderzoek door een orthopedagoog. c. De leerkracht maakt een hulpplan of groepsplan en bespreekt de aanpak eens in de twee maanden met de interne begeleidster. d. De leerkracht kan tijdens de bespreking zijn bevindingen onderbouwen aan de hand van voorbeelden, observaties en/of toetsresultaten. e. In de evaluatie van het hulp- of groepsplan wordt beschreven of de doelen behaald zijn. f. De interne begeleidster bewaakt de uitvoering en evaluatie van deze plannen.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
28
8.3. Werken met een ontwikkelingsperspectief (OPP) Van werken vanuit handelingsplannen naar het opstellen van een ontwikkelingsperspectief. •
De school bepaalt na onderzoek het te verwachten ontwikkelingsperspectief van het kind. a. Als er uit een psychologisch -, didactisch - of gedragsonderzoek blijkt dat er sprake is van een ontwikkelingsachterstand, een capaciteitenbeperking, hoogbegaafdheid, een leer- of gedragsstoornis, dan wordt naar aanleiding van het leerrendement het uitstroomperspectief vastgesteld. b. Op basis van het uitstroomperspectief stelt het ondersteuningsteam bestaande uit de directie, de interne begeleidster en de remedial teacher, een ontwikkelingsperspectief op. Dit ontwikkelingsperspectief bestaat uit twee onderdelen: het theoretische en reële leerrendement.
•
De school stelt a.d.h.v. het ontwikkelingsperspectief de tussendoelen vast en evalueert deze doelen minimaal een keer per schooljaar. a. De leerlijnen voor rekenen, spelling en begrijpend lezen die kinderen met een ontwikkelingsperspectief volgen, zijn uitgewerkt door de interne begeleiders aan de hand van de referentieniveaus taal en rekenen. b. Op basis van het ontwikkelingsperspectief stelt de interne begeleidster een begeleidingplan op. Hierin staat het ontwikkelingsperspectief benoemd en de deeldoelen per schooljaar, die behaald moeten worden. Het begeleidingsplan wordt minimaal een keer per jaar bijgesteld. Tevens staat in dit begeleidingsplan de inzet van middelen en extra menskracht. c. De remedial teacher stelt een handelingsplan op. De doelen van het handelingsplan worden vastgesteld naar aanleiding van de tussendoelen van het ontwikkelingsperspectief. d. Het leerstofaanbod en de werkwijze voor kinderen met een ontwikkelingsperspectief wordt door de interne begeleiding besproken met de leerkracht. De leerkracht zorgt voor de uitvoering van het ontwikkelingsperspectief. e. Als het kind in groep 8 een ontwikkelingsperspectief heeft, doet het kind niet mee met de CITO-eindtoets. Het kind wordt op een andere wijze onderzocht. Er wordt een capaciteitenonderzoek afgenomen.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
29
8.4. Samenwerking met externe instanties Van begeleiding van kinderen vanuit verschillende disciplines naar begeleiding van kinderen vanuit een gezamenlijke aanpak. Van begeleiding van kinderen vanuit verschillende locaties naar begeleiding van kinderen vanuit de Hoeve. •
Samenwerken met Behandelcentrum Uniek. a. Vanaf augustus 2012 is er sprake van een intensieve samenwerking met specialisten in de school. De school biedt dan extra hulp van specialisten in de school. b. Vanaf augustus 2012 krijgen de zorgkinderen, indien gewenst, begeleiding van een multidisciplinair team op de Hoeve.
Van het landelijke WSNS samenwerkingsverband de Vrije scholen naar samenwerken binnen het regionale samenwerkingsverband PO 25-09. •
Vanaf augustus 2012 gaat de Hoeve samenwerken met besturen uit het nieuw te vormen samenwerkingsverband PO 25-09. Ons doel is het huidige zorgpeil te verbeteren binnen het toekomstige samenwerkingsverband.
•
De Hoeve heeft de ambitie om een brede zorgschool te worden binnen het nieuw te vormen samenwerkingsverband. Vanaf schooljaar 2011-2012 werken we op de Hoeve met ontwikkelingsperspectieven (zie 7.1.3.)
8.5. ICT ICT plan 2012-2013 De afgelopen jaren is er moderne apparatuur en software de school ingehaald. We willen de ICTmiddelen zo efficiënt mogelijk inzetten. Dit doen we door doelen te stellen voor het team en de kinderen. De doelstellingen die hieronder beschreven staan, zijn streefdoelen. Tijdens het bestuderen van de software kunnen de doelen door het team worden bijgesteld, verwijderd of aangevuld. Algemene doelstellingen voor het team: Het invoeren van de computerprogramma’s ‘ Spelling in beeld’ , ‘Pluspunt’, ‘Ambrasoft’, ‘Veilig leren lezen’, ‘Type Expert, ‘Novoskript’ en ‘Sprint Plus’. a. Het team leert de mogelijkheden van een computerprogramma te benoemen en te gebruiken. b. Het team maakt keuzen over de wijze waarop het programma wordt ingezet tijdens de lessen en legt de afspraken vast. c. Het team gebruikt het computerprogramma tijdens de rekeninstructie, stilwerkperiode en/of de WO-periode volgens de vastgestelde afspraken. Spelling in beeld (midden- en bovenbouw) Doelstelling voor de leerkracht: a. De leerkracht is in staat gegevens over de kinderen in te voeren of te wijzigen in het computerprogramma. b. De leerkracht organiseert de afname van de instap – en controledictees tijdens de stilwerktijd in de stamgroep. De bovenbouw neemt de het instapdictee schriftelijk af. c. De controledictees worden door de leerkracht digitaal afgenomen. d. De leerkracht stelt zich op de hoogte van de resultaten van de digitale toetsen.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
30
e. De analyse van de toetsuitslagen die door het programma worden gemaakt, worden door de leerkracht geïnterpreteerd en op waarde geschat. De resultaten van alle kinderen wordt bewaard in een digitale map in de teammap. De analyse van kinderen die onder de 80% scoren, worden uitgedraaid. f. De leerkracht maakt een ‘plan van aanpak’. Een onderdeel van het plan is het inzetten van de computer als automatiseringsinstrument. De leerkracht maakt een keuze uit de basiswoorden of extra woorden. Doelstelling voor het kind: a. Het kind maakt de controledictees op de computer. b. Het kind maakt de spellingopdrachten van het computerprogramma volgens de planning die de leerkracht heeft bepaald. Pluspunt (onder-, midden- en bovenbouw) Doelstelling voor de leerkracht: a. De leerkracht is in staat gegevens over de kinderen in te voeren of te wijzigen in het computerprogramma. b. De middenbouwleerkracht organiseert het zelfstandig werken zodanig dat kinderen twee keer per week de verwerkingsopdrachten op de computer kunnen maken. c. De middenbouwleerkracht zorgt voor een organisatievorm die inzichtelijk is voor kinderen, zodat ze zelfstandig kunnen bepalen wie de opdrachten op de computer moet maken (kleurensysteem). d. De middenbouwleerkracht stelt ieder blok in voor de hele instructiegroep. De andere blokken worden alleen open gezet voor kinderen die gebruik maken van compacten/verrijken of kinderen die moeten herhalen. e. De instructieleerkracht (jaargroep) stelt zich per blok op de hoogte van de resultaten van de oefeningen die automatisch worden bijgehouden in het leerkrachtengedeelte. f. De leerkracht stelt zich op de hoogte van de manier van werken van het kind. g. De leerkracht maakt een ‘plan van aanpak’. Een onderdeel van het plan is het inzetten van de computer als automatiseringsinstrument. Doelstelling voor het kind: a. Het kind maakt de toets in het oranje toetsboek (groep 3 t/m 8). b. Het kind maakt de rekenopdrachten van het computerprogramma volgens de planning die de leerkracht heeft bepaald. c. Het kind is zich bewust dat de oefeningen en toetsen geen rekenspel is, maar een rekenopdracht. Ambrasoft (midden- en bovenbouw en remedial teaching) Doelstelling voor de leerkracht: a. De leerkracht is in staat gegevens over de kinderen in te voeren of te wijzigen in het computerprogramma. b. De leerkracht organiseert tijdens in de rekentijd en/of stilwerktijd het zelfstandig werken zodanig dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om te leren automatiseren met behulp van het programmaonderdeel Tafels. Doelstelling voor het kind: a. Het kind oefent, indien nodig, twee keer in de week met het programma Tafeltrainer. Veilig leren lezen (middenbouw) Doelstelling voor de leerkracht: a. De leerkracht is op de hoogte van het leerlingenprogramma en het leerkrachtenprogramma (Software manager) van VLL. b. De leerkracht is in staat gegevens van de kinderen in te voeren of te wijzigen in het computerprogramma. c. De leerkracht is in staat om met behulp van het computerprogramma het beginniveau (ster, maan, raket) van het kind te bepalen.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
31
d. De leerkracht bepaalt in het computerprogramma de instapkeuze voor een kind (structureerwoorden). Blok nul wordt eventueel aan het begin van het jaar afgenomen. Vanaf kern 7 bepaalt de leerkracht de leesvaardigheidoefeningen van het kind. e. De leerkracht stelt de Software manager in zodat de kinderen kunnen starten met het oefenblok of mogen doorgaan met de volgende kern. f. De groepsoverzichten en individuele overzichten, die in het programma kunnen worden opgeroepen, worden door de leerkracht op waarde geschat. g. De leerkracht maakt een ‘plan van aanpak’. Een onderdeel van het plan is het inzetten van de computer als automatiseringsinstrument. Doelstelling voor het kind: a. Het kind maakt de leesopdrachten van het computerprogramma volgens de planning die de leerkracht heeft bepaald. Sprint Plus (midden- en bovenbouw) Doelstelling voor de leerkracht: a. De leerkracht is in staat een (deel van een) Worddocument, een PDF-document en een tekst van internet voor te laten lezen en de wijze waarop voorgelezen wordt aan te passen. b. De leerkracht kan werken met de woordvoorspeller (Skippy) bij het schrijven van een tekst in Word. c. De leerkracht organiseert het gebruik van Sprint Plus zo, dat alle kinderen met dyslexie in de groep Sprint Plus kunnen gebruiken om teksten voor te laten lezen en teksten te schrijven. d. In de bovenbouw helpt de door de leerkracht aangestelde ‘computerdeskundige’. Doelstelling voor het kind: a. Het kind is in staat een (deel van een) Worddocument, een PDF-document en een tekst van internet voor te laten lezen en de wijze waarop voorgelezen wordt aan te passen. b. Het bovenbouwkind kan werken met de woordvoorspeller (Skippy) bij het schrijven van een tekst in Word. Novoskript (middenbouw) Doelstelling voor de leerkracht: a. De leerkracht is op de hoogte van de mogelijkheden van het programma Novoskript Digitaal. b. De leerkracht organiseert het gebruik van Novoskript zo dat kinderen tijdens het zelfstandig werken de mogelijkheid krijgen zelfstandig te oefenen met schrijven op de computer. c. Niet alle kinderen moeten oefenen met het programma. De leerkracht bepaalt welk kind oefening nodig heeft. Doelstelling voor het kind: a. Het kind maakt de schrijfopdrachten via de computer.
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
32
9. Planning Ontwikkeling Uitgaan van verschillen
Schooljaar 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Wie Team
Start Augustus 2011
Werken met hulp- en groepsplannen
2011-2012 2012-2013
Team
Augustus 2011
Werken met een ontwikkelingsperspectief
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Team
Augustus 2011
Samenwerking met externe instanties
2012-2013 2013-2014 2014-2015
Directie en interne begeleidsters Team Team
Augustus 2012
ICT
2011-2012
Team
Augustus 2011
Nieuw zorgplan
2014-2015
Directie en interne begeleidsters
Januari 2015
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Bijzonderheden De leerkrachten verdiepen zich in Human Dynamics en Meervoudige intelligentie. Het gaat m.n. om het stelselmatig schrijven van hulp- en groepsplannen, het formuleren van de doelen en het evalueren van de beschreven doelen. Leerkrachten krijgen begeleiding tijdens de leerlingbespre-kingen. Het zorgteam bestaande uit directie, interne begeleiders en remedial teacher werken het beleid t.a.v. OPP uit. Daarna vindt de invoering plaats. Tijdens het opstarten van het nieuw te vormen SWV zullen in eerste instantie de directie en interne begeleidsters erbij betrokken zijn. Als de samenwerking definitief is ook het team. Het gaat hier om het consolideren van de afspraken.
Schooljaar 2013 – 2014
33
Slot Dit ondersteuningsplan is een onderdeel van “Natuurlijk verbonden, Schoolplan de Hoeve 2011 – 2015”. Omdat de ontwikkelingen rondom Passend onderwijs nog druk in gang zijn, wordt dit ondersteuningsplan de komende jaren ieder jaar bijgesteld en aangepast, zodat het altijd aansluit bij de situatie op dat moment. Het is onze taak om goed naar kinderen te kijken en aan te sluiten bij het kind. Om gebruik te maken van hun sterke kanten en talenten en hen hierbij uit te dagen. Om ze in overleg met alle mensen die bij hen betrokken zijn zo goed mogelijk te helpen en te ondersteunen. Zodat we straks na acht jaar onderwijs kunnen zeggen: “Daar loopt onze opbrengst de school uit, een mooi zelfverantwoordelijk kind!”
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
34
Bijlage 1 : Samenvatting en totalen nulmeting indicatoren basisondersteuning
Leerlingen"ontwikkelen"zich"in"een"veilige"omgeving."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
1.1"
De"leerlingen"voelen"zich"aantoonbaar"veilig"op"school."
0"
0"
0"
4"
4,0"
1.2"
De"school"heeft"inzicht"in"de"veiligheidsbeleving"van"leerlingen"en"in" de"incidenten"die"zich"voordoen."
0"
0"
3"
3,8"
1.3"
De"school"heeft"een"veiligheidsbeleid"gericht"op"het"voorkomen"en" afhandelen"van"incidenten."
0"
0"
2"
2"
3,5"
1.4"
Het"personeel"zorgt"ervoor"dat"de"leerlingen"op"een"respectvolle" manier"met"elkaar"en"anderen"omgaan."
0"
0"
0"
4"
4,0"
1.5"
De"school"hanteert"regels"voor"veiligheid"en"omgangsvormen."
0"
0"
0"
4"
4,0"
1.6"
Het"personeel"gaat"vertrouwelijk"om"met"informatie"over"leerlingen."
0"
0"
0"
4"
4,0"
0" " " " "" "
" 0" " " "" "
" " 3" " "" "
" " " 21" "" "
"" "" "" "" 3,9" "
1"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
"
"
"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
1"
Schooljaar 2013 – 2014
35
De"school"heeft"continu"zicht"op"de"ontwikkeling"van" leerlingen."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
2.1"
De"school"heeft"normen"vastgesteld"voor"de"resultaten"die"zij"met"de" leerlingen"nastreeft."
0"
1"
0"
3"
3,5"
2.2"
De"normen"bevatten"in"elk"geval"de"referentieniveaus"taal"en" rekenen."
0"
0"
1"
3"
3,8"
0"
0"
1"
3"
3,8"
0"
0"
0"
4"
4,0"
2"
2.3"
2.4"
Ten"minste"tweemaal"per"jaar"worden"de"resultaten"van"de" leerlingen"geanalyseerd"op"schoolniveau,"groepsniveau"en" individueel"niveau." De"school"gebruikt"een"samenhangend"systeem"van"genormeerde" instrumenten"en"procedures"voor"het"volgen"van"de"prestaties"en" ontwikkeling"van"leerlingen."
2.5"
Het"personeel"volgt"en"analyseert"systematisch"de"voortgang"in"de" ontwikkeling"van"de"leerlingen."
0"
0"
1"
3"
3,8"
2.6"
De"school"signaleert"vroegtijdig"welke"leerlingen"ondersteuning" nodig"hebben."
0"
0"
1"
3"
3,8"
0" " " " ""
" 1" " " ""
" " 4" " ""
" " " 19" ""
"" "" "" "" 3,8"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
36
Het"personeel"werkt"opbrengst?"en"handelingsgericht" aan"het"realiseren"van"de"ontwikkelingsperspectieven" van"leerlingen."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
3.1"
De"school"past"op"grond"van"verzamelde"toetsgegevens"tweemaal"per" jaar"de"groepsplannen"(zo"nodig)"aan."
0"
1"
0"
3"
3,5"
3.2"
De"school"past"op"grond"van"verzamelde"toetsgegevens"ten"minste" tweemaal"per"jaar"de"ontwikkelingsperspectieven"voor"individuele" leerlingen"(zo"nodig)"aan."
0"
0"
0"
4"
4,0"
3.3"
Op"basis"van"een"analyse"van"de"verzamelde"gegevens"bepaalt"de" school"de"aard"van"de"ondersteuning"voor"de"leerlingen"met"extra" ondersteuningsbehoeften."
0"
0"
0"
4"
4,0"
3.4"
De"school"voert"de"ondersteuning"planmatig"uit."
0"
0"
0"
4"
4,0"
3.5"
De"school"evalueert"regelmatig"de"effecten"van"de"ondersteuning."
0"
0"
1"
3"
3,8"
0" " " " ""
" 1" " " ""
" " 1" " ""
" " " 18" ""
"" "" "" "" 3,9"
3"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
37
Het"personeel"werkt"met"effectieve"methoden"en" aanpakken."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
4.1"
De"school"heeft"extra"(orthodidactische)"materialen"voor" leerlingen"met"extra"onderwijsbehoeften."
0"
0"
0"
4"
4,0"
4.2"
Het"personeel"stemt"de"werkvormen"af"op"verschillen"tussen" leerlingen."
0"
0"
3"
1"
3,3"
4.3"
Het"personeel"geeft"leerlingen"met"extra"onderwijsbehoeften" extra"en"directe"feedback."
0"
0"
2"
2"
3,5"
4.4"
De"school"gebruikt"materialen"en"methoden"die"differentiatie" mogelijk"maken."
0"
0"
0"
4"
4,0"
De"school"met"een"substantieel"aantal"leerlingen"met"een" leerlinggewicht"biedt"bij"Nederlandse"taal"leerinhouden"aan"die" 4.5" passen"bij"de"onderwijsbehoeften"van"leerlingen"met"een" taalachterstand."
3"
0"
0"
1"
1,8"
4.6"
Het"personeel"stemt"de"aangeboden"leerinhouden"af"op" verschillen"in"ontwikkeling"tussen"leerlingen."
0"
0"
3"
1"
3,3"
4.7"
Het"personeel"stemt"de"instructie"af"op"verschillen"in" ontwikkeling"tussen"leerlingen."
0"
0"
4"
0"
3,0"
4.8"
Het"personeel"stemt"de"verwerking"af"op"verschillen"in" ontwikkeling"tussen"leerlingen."
0"
0"
1"
3"
3,8"
4.9"
Het"personeel"stemt"de"onderwijstijd"af"op"verschillen"in" ontwikkeling"tussen"leerlingen."
0"
0"
2"
2"
3,5"
3" " " " ""
" 0" " " ""
" " 15" " ""
" " " 18" ""
"" "" "" "" 3,3"
4"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
38
Het"personeel"werkt"continu"aan"hun" handelingsbekwaamheid"en"competenties."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
5.1"
Het"personeel"beschikt"over"didactische"competenties"voor"de" begeleiding"van"leerlingen"met"extra"onderwijsbehoeften."
0"
0"
2"
2"
3,5"
5.2"
Het"personeel"beschikt"over"organisatorische"competenties"voor"de" begeleiding"van"leerlingen"met"extra"onderwijsbehoeften."
0"
0"
2"
2"
3,5"
5.3"
Het"personeel"beschikt"over"pedagogische"competenties"voor"de" begeleiding"van"leerlingen"met"extra"onderwijsbehoeften."
0"
0"
0"
4"
4,0"
5.4"
Het"personeel"staat"open"voor"reflectie"en"voor"ondersteuning"bij"hun" handelen."
0"
0"
1"
3"
3,8"
5.5"
Het"personeel"werkt"continu"aan"handelingsgerichte"vaardigheden."
0"
0"
3"
1"
3,3"
5.6"
Het"personeel"krijgt"de"mogelijkheid"in"teamverband"te"leren"en"te" werken."
0"
0"
0"
4"
4,0"
5.7"
Het"personeel"wordt"gestimuleerd"en"gefaciliteerd"voor"deelname"aan" lerende"netwerken"over"de"leerlingenondersteuning."
0"
0"
2"
2"
3,5"
0" " " " ""
" 0" " " ""
" " 10" " ""
" " " 18" ""
"" "" "" "" 3,6"
5"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
39
Voor"alle"leerlingen"is"een"ambitieus" ontwikkelingsperspectief"(OPP)"vastgesteld."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
6.1"
Het"OPP"heeft"een"vaste"structuur"volgens"een"vast"format."
0"
0"
0"
4"
4,0"
6.2"
Het"OPP"bevat"in"elk"geval"tussen("en"einddoelen."
0"
0"
0"
4"
4,0"
6.3"
Het"OPP"bevat"in"elk"geval"een"leerlijn"die"gekoppeld"is"aan"de" referentieniveaus"taal"en"rekenen."
0"
0"
0"
4"
4,0"
6.4"
Het"OPP"bevat"de"inzet"van"middelen"en"extra"menskracht."
0"
1"
0"
3"
3,5"
6.5"
Het"OPP"is"handelingsgericht"opgesteld."
0"
1"
0"
3"
3,5"
6.6"
Het"OPP"bevat"evaluatiemomenten."
0"
0"
1"
3"
3,8"
6.7"
Het"OPP"maakt"deel"uit"van"het"leerlingdossier."
0"
0"
0"
4"
4,0"
6.8"
Het"OPP"heeft"een"integraal"karakter"(één(kind(één(plan)."
0"
0"
0"
4"
4,0"
6.9"
Het"OPP"is"leidend"voor"het"personeel"en"eventuele"externe" begeleiders."
0"
1"
1"
2"
3,3"
0" " " " ""
" 3" " " ""
" " 2" " ""
" " " 31" ""
"" "" "" "" 3,8"
6"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
40
De"school"draagt"leerlingen"zorgvuldig"over."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
7.1"
Bij"leerlingen"met"extra"onderwijsbehoeften"vindt"warme"overdracht" plaats"van"de"voorschoolse"voorziening"of"de"vorige"school."
0"
0"
0"
4"
4,0"
7.2"
Het"OPP"van"een"leerling"sluit"aan"bij"het"OPP"van"de"voorschoolse" voorziening"of"de"vorige"school"van"de"leerling."
0"
0"
0"
4"
4,0"
7.3"
Het"OPP"van"leerlingen"wordt"binnen"de"school"warm"overgedragen"bij" de"overgang"naar"een"volgende"groep"of"een"volgende"leraar."
0"
0"
0"
4"
4,0"
7.4"
Het"OPP"van"leerlingen"wordt"warm"overgedragen"bij"de"overgang"naar" een"andere"school."
0"
0"
0"
4"
4,0"
0"
0"
1"
3"
3,8"
0"
0"
2"
2"
3,5"
0" " " " ""
" 0" " " ""
" " 3" " ""
" " " 21" ""
"" "" "" "" 3,9"
7"
7.5"
7.6"
De"school"koppelt"in"het"eerste"jaar"de"ontwikkeling"van"leerlingen"met" extra"onderwijsbehoeften"terug"naar"de"voorschoolse"voorzieningen"of" de"vorige"school." De"school"volgt"de"leerlingen"die"de"school"hebben"verlaten"ten"minste" gedurende"drie"jaar"v.w.b."a."cognitief"leerrendement"en"b."sociaal"(" emotionele"ontwikkeling"."
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
41
Ouders"(en"leerlingen)"zijn"nauw"betrokken"bij"de" school"en"de"ondersteuning."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
8.1"
De"school"bevraagt"ouders"regelmatig"over"de"wensen"en" verwachtingen"bij"de"begeleiding"van"hun"kinderen."
0"
0"
0"
4"
4,0"
8.2"
Het"personeel"bevraagt"ouders"regelmatig"over"hun"ervaringen"met" hun"kind"thuis"en"hun"kennis"van"de"ontwikkeling"van"hun"kin"op"school" en"thuis."
0"
0"
0"
4"
4,0"
8.3"
De"school"voert"met"ouders"een"intakegesprek"bij"aanmelding."
0"
0"
0"
4"
4,0"
8.4"
De"school"informeert"ouders"tijdig"en"regelmatig"over"de"voortgang"in" de"ontwikkeling"van"hun"kinderen."
0"
0"
0"
4"
4,0"
8.5"
De"school"betrekt"ouders"bij"het"opstellen"en"evalueren""van"het" onderwijsondersteuningsarrangement."
0"
0"
1"
3"
3,8"
8.6"
De"school"maakt"samen"met"ouders"afspraken"over"de"begeleiding"en" wie"waarvoor"verantwoordelijk"is."
0"
0"
0"
4"
4,0"
8.7"
Als"een"leerling"de"school"verlaat,"stelt"de"school"samen"met"de"ouders" en"de"leerling"een"(onderwijskundig)"rapport"op."Ouders"ontvangen" een"kopie."
0"
0"
1"
3"
3,8"
8.8"
De"school"ondersteunt"ouders"en"leerlingen"bij"de"overgang"naar"een" andere"school."
0"
0"
0"
4"
4,0"
0" " " " ""
" 0" " " ""
" " 2" " ""
" " " 30" ""
"" "" "" "" 3,9"
8"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
42
De"school"voert"een"helder"beleid"op"het"terrein"van" de"leerlingenondersteuning."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
9.1"
De"school"heeft"een"expliciete"visie"op"leerlingenondersteuning."
0"
0"
0"
4"
4,0"
9.2"
Deze"visie"wordt"gedragen"door"het"hele"team."
0"
0"
1"
3"
3,8"
9.3"
De"school"heeft"vastgelegd"wat"een"leerling"met"extra" onderwijsbehoeften"is."
0"
0"
1"
3"
3,8"
9.4"
De"procedures"en"afspraken"over"leerlingenondersteuning"zijn" duidelijk."
0"
0"
1"
3"
3,8"
9.5"
De"inzet"van"ondersteuningsmiddelen"is"duidelijk."
0"
0"
1"
3"
3,8"
9.6"
De"school"weet"wat"onderwijsbehoeften"van"haar"leerlingen"zijn."
0"
0"
0"
4"
4,0"
0" " " " ""
" 0" " " ""
" " 4" " ""
" " " 20" ""
"" "" "" "" 3,8"
9"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
43
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
10.1" Het"ondersteuningsprofiel"is"na"overleg"met"het"team"vastgelegd."
0"
0"
0"
4"
4,0"
10.2" De"MR"stemt"in"met"het"ondersteuningsprofiel."
0"
0"
0"
4"
4,0"
10"
De"school"heeft"haar"ondersteuningsprofiel" vastgesteld"
10.3"
Het"ondersteuningsprofiel"is"onderdeel"van"het"schoolplan"en"de" schoolgids."
0"
0"
1"
3"
3,8"
10.4"
Het"ondersteuningsprofiel"bevat"een"oordeel"over"de"kwaliteit"van" de"basisondersteuning."
0"
0"
0"
4"
4,0"
Het"ondersteuningsprofiel"bevat"een"beschrijving"van"het"aanbod" 10.5" van"de"school"aan"onderwijs,"begeleiding,"expertise"en" voorzieningen."
0"
0"
0"
4"
4,0"
Het"ondersteuningsprofiel"biedt"aanknopingspunten"voor"verdere" ontwikkeling"van"de"leerlingenondersteuning."
0"
0"
1"
3"
3,8"
0" " " " ""
" 0" " " ""
" " 2" " ""
" " " 22" ""
"" "" "" "" 3,9"
10.6" ""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
44
De"school"bepaalt"jaarlijks"de"effectiviteit"van"de" leerlingenondersteuning"en"past"het"beleid"zo" 11" nodig"aan."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
0"
0"
0"
4"
4,0"
0"
0"
1"
3"
3,8"
11.3" De"school"evalueert"jaarlijks"de"resultaten"van"de"leerlingen."
0"
0"
0"
4"
4,0"
11.4" De"school"evalueert"jaarlijks"het"onderwijsleerproces."
0"
0"
0"
4"
4,0"
11.5" De"school"werkt"planmatig"aan"verbeteractiviteiten."
0"
0"
0"
4"
4,0"
11.6" De"school"borgt"de"kwaliteit"van"het"onderwijsleerproces."
0"
0"
0"
4"
4,0"
0"
0"
0"
4"
4,0"
0" " " " ""
" 0" " " ""
" " 1" " ""
" " " 27" ""
"" "" "" "" 4,0"
11.1" De"school"evalueert"jaarlijks"de"leerlingenondersteuning."
11.2"
11.7"
De"school"bepaalt"jaarlijks"de"effectiviteit"van"de"ingezette" ondersteuningsmiddelen."
De"school"verantwoordt"zich"aan"belanghebbenden"over"de" gerealiseerde"onderwijskwaliteit."
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
45
De"school"heeft"een"effectieve"interne" ondersteuningsstructuur."
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
12.1"
De"school"heeft"interne"begeleiding"met"een"duidelijke" taakomschrijving."
0"
0"
0"
4"
4,0"
12.2"
Coaching"en"begeleiding"van"leraren"maken"onderdeel"uit"van"de"taak" van"de"interne"begeleiding."
0"
0"
1"
3"
3,8"
12.3"
Taken"en"verantwoordelijkheden"van"leraren"en"directie"op"het"terrein" van"de"leerlingenondersteuning"zijn"duidelijk"en"transparant."
0"
0"
0"
4"
4,0"
12.4"
Leraren"worden"ondersteund"bij"het"opstellen"en"uitvoeren"van"de" OPP’en."
0"
0"
2"
2"
3,5"
12.5"
De"interne"begeleiding"maakt"integraal"onderdeel"uit"van"de" ondersteuningsstructuur"van"de"school"
0"
0"
0"
4"
4,0"
12.6" De"interne"begeleiding"is"voldoende"gekwalificeerd."
0"
0"
3"
1"
3,3"
12.7" De"school"kan"snel"voldoende"deskundigheid"inschakelen"voor"hulp."
0"
0"
0"
4"
4,0"
12.8" De"school"grijpt"bij"ernstige"problemen"snel"in."
0"
0"
0"
4"
4,0"
12"
12.9"
Leraren"weten"waar"zij"terecht"kunnen"in"de"regio"voor"leerlingen"met" extra"onderwijsbehoeften."
0"
0"
2"
2"
3,5"
12.10"
De"interne"ondersteuning"is"afgestemd"op"de" ondersteuningsstructuurstructuur"van"het"samenwerkingsverband."
0"
1"
0"
3"
3,5"
0" " " " ""
" 1" " " ""
" " 8" " ""
" " " 31" ""
"" "" "" "" 3,8"
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
46
1"
2"
3"
4"
Ge( middelde"
13.1" De"interne"begeleiding"leidt"het"ondersteuningsteam"in"de"school."
0"
0"
1"
3"
3,8"
13.2" Taken"van"het"ondersteuningsteam"zijn"vastgelegd."
0"
1"
0"
3"
3,5"
Het"ondersteuningsteam"bereidt"in"elk"geval"verwijzing"naar"en" 13.3" bespreking"van"leerlingen"in"het"multidisciplinair"team"of" toewijzingscommissie"voor."
0"
0"
0"
4"
4,0"
0"
0"
0"
4"
4,0"
13.5" Het"ondersteuningsteam"ondersteunt"ouders/verzorgers."
0"
0"
0"
4"
4,0"
De"school"zoekt"structurele"samenwerking"met"ketenpartners"waar" 13.6" noodzakelijke"interventies"op"leerlingniveau"haar"eigen"kerntaak" overschrijden."
0"
0"
2"
2"
3,5"
0" " " " ""
" 1" " " ""
" " 3" " ""
" " " 20" ""
"" "" "" "" 3,8"
13"
13.4"
De"school"heeft"een"effectief"ondersteuningsteam."
Het"ondersteuningsteam"zorgt"voor"het"organiseren"van"de"hulp"om"de" school."
""
"
""
"
""
"
""
"
Aantal"1" Aantal"2" Aantal"3" Aantal"4"
""
""
Gemiddeld"
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
47
+
‘Ieder kind telt’, Ondersteuningsplan de Hoeve 2011 – 2015
Schooljaar 2013 – 2014
48