ARBEIDSHOF ANTWERPEN Afdeling Antwerpen Arrest 21 januari 2014
Kamer 10 Algemeen rolnummer 2013/AA/318 Repertoriumnummer Arrest bij verstek t.a.v /
Arbeidshof Antwerpen – arrest 21 januari 2014 - algemeen rolnummer 2013/AA/318
SECUREX KINDERBIJSLAGFONDS V.Z.W., met maatschappelijke zetel te, met als raadsman mr. BOUCKAERT Marie-M., advocaat te GENT, voor wie pleit mr. LAMBRECHTS Geert, advocaat te ANTWERPEN,
tegen:
D.L. M., voor minderjarige dochter S.K., wonende te 2800 MECHELEN, met als raadsman mr. JACOBS Dirk, advocaat te 2800 MECHELEN,
Het hoger beroep is gericht tegen het vonnis van 11 april 2013 van de eerste kamer van de arbeidsrechtbank Mechelen. Het arbeidshof past de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken toe. Advocaat-generaal J.D. gaf namens het openbaar ministerie mondeling advies op 17 december 2013, waarover partijen verklaren geen opmerkingen te hebben.
1. Ontvankelijkheid Met een verzoekschrift, ontvangen ter griffie van dit hof op 8 mei 2013, tekende het kinderbijslagfonds Securex vzw hoger beroep aan tegen een vonnis van 11 april 2013 (11/822/A) van de arbeidsrechtbank Mechelen. Het vonnis werd aan het kinderbijslagfonds Securex vzw ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 792, tweede lid, Ger.W., bij gerechtsbrief op 17 april 2013. Het hoger beroep werd tijdig ingesteld, is regelmatig naar de vorm en ontvankelijk.
2. Feiten en voorafgaande procedure Op basis van een medisch onderzoek dat verricht werd door een geneesheer van de FOD Sociale Zekerheid, dienst verhoogde kinderbijslag, deelde Securex
2
Arbeidshof Antwerpen – arrest 21 januari 2014 - algemeen rolnummer 2013/AA/318
Kinderbijslagfonds V.Z.W. op 29 november 2011 aan mevrouw D.L. mee dat haar dochter, K.S., geboren op 15 maart 2002, in het totaal 11 punten op de medischsociale schaal, waarvan 6 punten in de eerste pijler, had bekomen vanaf 1 september 2009 tot 31 maart 2012, zodat vanaf 1 oktober 2009 een toeslag voor kinderen met een aandoening kon worden toegekend van 382,73 euro per maand. Mevrouw D.L. tekende tegen deze beslissing verhaal aan bij de arbeidsrechtbank Mechelen met een verzoekschrift, per aangetekende post ontvangen ter griffie op 12 mei 2011. De eerste rechters verklaarden in hun tussenvonnis van 8 maart 2012 de vordering ontvankelijk. Vooraleer ten gronde te beslissen, stelden de eerste rechters dokter R. Mathys aan als deskundige met volgende opdracht: Voor de periode vanaf 01.04.2004, “ -
-
-
te zeggen aan welke aandoening(en) het kind lijdt; advies te verlenen hoeveel punten dienen toegekend te worden in de eerste pijler (gevolgen van de aandoening op het vlak van de lichamelijke of de geestelijke ongeschiktheid van het kind) en dit naargelang het percentage lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van het kind, vastgesteld aan de hand van de Lijst van pediatrische aandoeningen (zie bijlage 2 bij het KB van 28 maart 2003) en de Officiële Belgische Schaal ter bepaling van de graad van Invaliditeit voor de aandoeningen en functies die niet opgenomen zijn in de Lijst alsook voor die aandoeningen van de Lijst die verwijzen naar een artikel van deze schaal. In geval van meervoudige ongeschiktheid wordt rekening gehouden met de bepalingen van art. 7 §2 van het KB van 28 maart 2003; advies te verlenen hoeveel punten dienen toegekend te worden in de tweede pijler (gevolgen van de aandoening op het vlak van de activiteit en de participatie van het kind) en de derde pijler (gevolgen van de aandoening voor de familiale omgeving van het kind) en dit aan de hand van de medisch-sociale schaal (zie bijlage 1 van het KB van 28 maart 2003); advies te verlenen vanaf wanneer deze vaststelling geldt, evenals of en in voorkomend geval wanneer deze moet worden herzien (…).”
De aangestelde deskundige, op wiens voorlopig verslag door dr. De Veuster van de dienst oogheelkunde van het UZA en door dr. Spinoy, geneesheer van de FOD Sociale Zekerheid, opmerkingen werden geformuleerd, liet zijn definitief verslag ter griffie van de arbeidsrechtbank geworden op 8 oktober 2012. Hij kwam op de medisch-sociale schaal tot een totaalscore van 18 punten: “Het kind lijdt aan een ectopia pupillae lentis bilateraal rechts meer dan links. Pijler 1: 6 punten. Pijler 2: 8 punten. Pijler 3: 4 punten. Deze vaststelling geldt vanaf 01.04.2004. Een herziening moet niet worden voorzien tenzij er zich verwikkelingen voordoen.”
3
Arbeidshof Antwerpen – arrest 21 januari 2014 - algemeen rolnummer 2013/AA/318
De eerste rechters sloten zich in hun eindvonnis van 11 april 2013, aan bij de bevindingen van de deskundige. Zij verklaarden de vordering gegrond, wijzigden de bestreden beslissing van de FOD Sociale Zekerheid van 23 november 2010 en zegden voor recht dat K.S. vanaf 1 april 2004, 6 punten scoorde in de eerste pijler van de medisch-sociale schaal, 8 punten in de tweede pijler en 4 punten in de derde pijler, hetzij een totaal van 18 punten in de drie pijlers samen. Securex Kinderbijslagfonds vzw werd veroordeeld tot betaling van de verhoogde kinderbijslag vanaf 1 april 2004, meer de gerechtelijke intresten en werd in toepassing van artikel 1017, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, veroordeeld tot de kosten van het geding (met inbegrip van de kosten van het deskundig onderzoek). Securex Kinderbijslagfonds vzw stelde tegen dit vonnis hoger beroep in met een verzoekschrift, per aangetekende post verzonden op 7 mei 2013 en ontvangen ter griffie van het arbeidshof op 8 mei 2013.
3. Eisen in hoger beroep Securex Kinderbijslagfonds vzw vordert het hoger beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren, het vonnis van 11 april 2013 te hervormen en, opnieuw recht doende, de oorspronkelijke vordering ingesteld door M.D.L. toelaatbaar te verklaren voor de periode vanaf 1 april 2004 en slechts gedeeltelijk gegrond te verklaren, dienvolgens te zeggen voor recht dat de handicap van het kind K.S., vanaf 1 april 2004 dient geëvalueerd door toekenning van de volgende punten op de medisch-sociale schaal: voor pijler 1: 6 punten, voor pijler 2: 6 punten, voor pijler 3: 4 punten, hetzij een totaal van 16 punten. Dienvolgens te zeggen voor recht dat: - vanaf 1 april 2004 de handicap van K.S. dient geëvalueerd door toekenning van 16 punten op de medisch-sociale schaal, waarvan 6 punten voor pijler 1. - K.S. op medisch vlak vanaf 1 april 2004 aan de voorwaarden voldoet, die recht geven op verhoogde kinderbijslag, rekening houdend met 16 punten op de medisch-sociale schaal, waarvan 6 punten voor pijler 1 en dus vanaf 1 april 2004 recht bestaat op verhoogde kinderbijslag volgens voormelde score, voor zover boven de medische voorwaarden ook aan alle andere voorwaarden om kinderbijslag te bekomen is voldaan en deze kinderbijslag dient uitbetaald door wie het behoort en aan wie het behoort, met name aan de bijslagtrekkende. - kosten als naar recht. Mevrouw M.D.L. neemt geen geschreven conclusies.
4
Arbeidshof Antwerpen – arrest 21 januari 2014 - algemeen rolnummer 2013/AA/318
4. Ten gronde Securex tekent beperkt hoger beroep aan tegen het vonnis van 11 april 2013 waarin besloten werd dat K.S. recht heeft op verhoogde kinderbijslag vanaf 1 april 2004. In voormeld vonnis werden de besluiten van de door de rechtbank aangestelde deskundige bevestigd. Meer bepaald besloot de deskundige tot de toekenning van 6 punten in de eerste pijler van de medisch-sociale schaal, 8 punten in de tweede pijler en 4 punten in de derde pijler om aldus tot een totaal van 18 punten te komen. Er wordt slechts beperkt hoger beroep aangetekend, met name tegen de toekenning van drie punten in de tweede pijler, eerste categorie (2.1.). Securex is van mening dat hier slechts 1 punt kan toegekend worden.
4.1. Categorie 2.1. Er dient toepassing gemaakt te worden van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002. Artikel 6, §2 van voormeld koninklijk besluit bepaalt dat pijler 2 bestaat uit vier functionele categorieën die soms verder onderverdeeld worden in subcategorieën. Deze categorieën worden vermeld in de bijlage van het koninklijk besluit van 28 maart 2003. De categorieën betreffen leren, opleiding en sociale integratie, communicatie, mobiliteit en verplaatsing en zelfverzorging. De discussie heeft betrekking op de eerste categorie van pijler 2, met name de subcategorie leren, opleiding en sociale integratie (2.1.). Er kan één punt toegekend worden indien het kind bijzonder of aangepast onderwijs volgt of indien het normaal onderwijs volgt doch inspanningen moet doen voor het verwerven van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden omwille van gedragsstoornissen, mentale-, zintuiglijke-, neuromotorische- of lichamelijke aandoeningen. Twee punten worden toegekend in geval van thuisonderwijs of wanneer de sociale relaties permanent ernstig gestoord zijn. Er is geen discussie dat er geen sprake is van permanent gestoorde relaties (het deskundig verslag vermeldt dat ze vriendinnen heeft) en evenmin is thuisonderwijs noodzakelijk. K. gaat immers naar het gewone onderwijs.
5
Arbeidshof Antwerpen – arrest 21 januari 2014 - algemeen rolnummer 2013/AA/318
Drie punten kunnen toegekend worden wanneer het verwerven van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden niet haalbaar is of sociale relaties quasi onmogelijk zijn (zie medisch sociale schaal bij het KB van 28 maart 2003). Uit voormelde opsomming blijkt dat drie punten enkel kunnen toegekend worden voor kinderen waarvoor het verwerven van kennis niet haalbaar is en sociale relaties quasi onmogelijk zijn. Deze kinderen moeten er bovendien erger aan toe zijn dan de kinderen die thuisonderwijs moeten volgen of in een instelling moeten verblijven of wiens sociale relaties permanent verstoord zijn.
4.2. Toetsing in concreto In het deskundig verslag werd besloten tot het toekennen van drie punten in subcategorie 2.1. In het verslag van de deskundige wordt pijler 2.1 als volgt gemotiveerd: "Uit het verslag van het CLB 9 blijkt: zelfredzaamheid: het is moeilijk voor K. om iets alleen te doen, op school moet er altijd ondersteuning zijn (vriendinnen of leerkracht). Zo wordt ze steeds naar het toilet gebracht. Dit vergt meer dan hetgeen de klassieke GON begeleiding voorziet. Het verwerven van kennis is niet mogelijk zonder bestendige hulp van derden." Securex maakte hierover een opmerking voor het definitieve verslag waarbij in hoofdzaak gesteld werd dat K. normaal onderwijs volgt met GON-begeleiding waardoor de toekenning van drie punten niet mogelijk is nu door het volgen van gewoon onderwijs, zelfs met aangepaste begeleiding, er toch kennis kan verworven worden. De deskundige heeft op deze opmerking geantwoord als volgt: "Het verwondert mij nochtans te moeten lezen dat volgens Dr. Spinoy geen 3 punten kunnen worden toegekend in pijler 2.1 daar waar de heer B. van CLB en vertrouwd met deze materie, dit formeel bevestigd heeft. Dit werd eveneens geattesteerd door Dr. De Veuster oftalmoloog verbonden aan het UZA. Dr. Spinoy verwijst naar kinderen met een mentale retardatie daar waar het hier gaat om een complex oftalmologisch probleem dat goed gedocumenteerd is. Het verwerven van kennis is inderdaad mogelijk doch vergt wel een bestendige hulp en bijstand van een derde persoon. Zonder deze bijstand is het verwerven van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden niet haalbaar, en vandaar mijn voorstel 3 punten toe te kennen." Er dient vastgesteld dat K. normaal onderwijs volgt. Hierdoor mag er vanuit gegaan worden dat ze kennis kan verwerven hetgeen door de deskundige trouwens niet ontkend wordt. Om drie punten toe te kennen moet het verwerven van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden niet haalbaar zijn en hiervan is bij K. geen sprake.
6
Arbeidshof Antwerpen – arrest 21 januari 2014 - algemeen rolnummer 2013/AA/318
Bovendien blijkt ook uit de opbouw van subcategorie 2.1. dat K. maar recht heeft op 1 punt. Twee punten is immers voor kinderen die niet naar het gewone onderwijs kunnen gaan en drie punten is voor kinderen die geen kennis kunnen verwerven. Het loutere feit dat K. meer hulp nodig heeft dan de klassieke GON-begeleiding, zo dient ze naar het toilet gebracht te worden, wijzigt de vaststelling niet dat ze vaardigheden kan verwerven en vaardigheden kan ontwikkelen en dat ook sociale relaties mogelijk zijn. Bovendien volgt ze het gewone onderwijs. Zelfs indien ze hulp nodig heeft om kennis te verwerven, staat de toepassing van de medisch-sociale schaal niet toe dat er dan meer dan één punt wordt toegekend. Zoals vastgesteld blijken sociale relaties mogelijk nu uit het deskundig verslag blijkt dat ze door vriendinnen geholpen wordt. Hieruit kan enkel afgeleid worden dat slechts één punt kan toegekend worden in de subcategorie 2.1. Het beperkt hoger beroep is gegrond en in de tweede pijler kunnen slechts zes in plaats van acht punten toegekend worden.
BESLISSING Het arbeidshof,
Recht doende op tegenspraak. Verklaart het hoger beroep ontvankelijk. Vernietigt het vonnis van de arbeidsrechtbank Mechelen van 11 april 2013 maar enkel in zoverre er acht punten worden toegekend in de tweede pijler. Opnieuw recht sprekend, zegt voor recht dat K.S vanaf 1 april 2004 zes punten scoort in de tweede pijler van de medisch-sociale schaal, hetzij zestien punten in totaal en veroordeelt Securex vzw tot betaling van de overeenstemmende kinderbijslag vanaf 1 april 2004, rekening houdend met voorgaande vaststellingen. Bevestigt het vonnis van de arbeidsrechtbank Mechelen van 11 april 2013 voor het overige voor zover er beroep tegen aangetekend werd. Veroordeelt in toepassing van artikel 1017, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek Securex Kinderbijslagfonds V.Z.W. tot de gerechtskosten. Vereffent deze kosten aan de zijde van mevrouw D.L. op 160,36 euro rechtsplegingsvergoeding hoger beroep.
7
Arbeidshof Antwerpen – arrest 21 januari 2014 - algemeen rolnummer 2013/AA/318
Aldus gewezen door: Dirk TORFS, raadsheer, Marc VERHEYEN, raadsheer in sociale zaken, werkgever, Carl HOREMANS, raadsheer in sociale zaken, werknemer,
Carl HOREMANS
Marc VERHEYEN
Dirk TORFS
en uitgesproken door de voorzitter van de tiende kamer van het arbeidshof te Antwerpen, afdeling Antwerpen zitting houdend te Antwerpen in openbare terechtzitting van 21 januari 2014 met bijstand van griffier met opdracht Christina GEBOES.
Christina GEBOES
Dirk TORFS
8