Vreemdelingenrecht
Tekst opgesteld naar aanleiding van de les vreemdelingenrecht voor personen die de opleiding volgen voor gerechtstolken en vertalers aan de Lessius Hogeschool.
Januari 2013
Dirk Torfs Raadsheer bij het arbeidshof te Antwerpen
[email protected]
1) Inleiding Het vreemdelingenrecht regelt het verblijf van vreemdelingen in België. In principe moet elke vreemdeling die België wil binnenkomen en in België wil verblijven, in het bezit zijn van een verblijfsvergunning. De belangrijkste wet in dit verband is de vreemdelingenwet.1 In 1974 werd er door de regering een migratiestop ingesteld waardoor er in principe (uitzonderingen zijn mogelijk) geen vreemdelingen meer werden toegelaten op het grondgebied om er te komen werken. Vreemdelingen die om andere redenen naar België komen, worden nog wel toegelaten op het grondgebied. Zo zijn er personen die naar België komen in het kader van familiehereniging, zijn er personen die asiel aanvragen en zijn er EUonderdanen die via het Europees recht toegang krijgen tot het grondgebied. Daarnaast verblijven er ook personen op het grondgebied die geen verblijfsvergunning hebben. Deze personen worden personen zonder wettig verblijf genoemd of illegalen.
Het doel van deze tekst is de verschillende categorieën van vreemdelingen wat nader toe te lichten en na te gaan op welke manier zij een verblijfsvergunning kunnen ontvangen en bij weigering het grondgebied eventueel moeten verlaten.
Eerst worden enkele veel voorkomende begrippen uit het vreemdelingenrecht toegelicht. Vervolgens zal de procedure besproken worden die vreemdelingen normaal moeten volgen om een verblijfsvergunning te krijgen. Daarna zullen een aantal bijzondere categorieën van vreemdelingen besproken worden. Het gaat dan om EU-onderdanen, asielzoekers en vreemdelingen die een regularisatie-aanvraag hebben ingediend. Verder wordt even stil gestaan bij de mensenhandel en ten slotte zal kort iets gezegd wordt over de mogelijkheden om als vreemdeling in België te werken.
1
De vreemdelingenwet is de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1980 en te raadplegen op http://www.just.fgov.be/ Verder dient ook verwezen te worden naar het belangrijkste uitvoeringsbesluit, met name het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
2
2) Enkele begrippen - Vreemdeling: persoon die niet de Belgische nationaliteit heeft. - Geregulariseerde vreemdeling: vreemdeling wiens verblijf door de minister geregulariseerd werd om medische of humanitaire redenen. - Asielzoeker: vreemdeling die asiel heeft aangevraagd en wil erkend worden als vluchteling om politieke, godsdienstige of andere redenen. 2 Ook kandidaat-vluchtelingen genoemd. Deze personen hebben een tijdelijk verblijfsrecht (zo lang de aanvraag onderzocht wordt) en worden ingeschreven in het wachtregister. - Vluchteling: vreemdeling die erkend is als vluchteling en recht heeft op een permanente verblijfsvergunning. - Staatloze: vreemdeling die door geen enkel land als onderdaan wordt erkend, persoon zonder nationaliteit. Wanneer een persoon in België als staatloze erkend wordt (door de rechtbank van eerste aanleg), heeft hij geen automatisch recht op verblijf zoals de vluchteling. - Migranten: dit is een verzamelnaam die duidt op vreemdelingen die naar België komen. Ook de term “allochtoon” wordt gebruikt als aanduiding voor een persoon die niet de Belgische nationaliteit heeft. - Toegang tot het grondgebied: een vreemdeling die een geldig identiteitsbewijs of een geldig paspoort heeft (zo nodig voorzien van een visum) wordt toegelaten tot het grondgebied voor een periode van ten hoogste drie maanden. - Toelating of machtiging tot een verblijf van meer dan drie maanden: een vreemdeling die toegelaten of gemachtigd is door de minister om langer dan drie maanden in België te verblijven zal ingeschreven worden in het vreemdelingenregister. Deze personen ontvangen een bewijs tot inschrijving in het vreemdelingenregister dat (meestal) jaarlijks verlengd wordt.
2
Opdat een persoon als vluchteling erkend wordt, moet hij voldoen aan een aantal voorwaarden. Aldus wordt als vluchteling beschouwd: “Elk persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren”. Deze definitie vinden we terug in het verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen d.d. 28 juli 1951, goedgekeurd bij wet van 26 juni 1953 houdende goedkeuring van voornoemd verdrag. Dit verdrag werd aangevuld met een protocol betreffende de status van vluchtelingen van 31 januari 1967. Hierna Vluchtelingenverdrag.
3
- Machtiging tot vestiging: een vreemdeling die gemachtigd wordt tot vestiging heeft een verblijfsvergunning van onbepaalde duur. Deze persoon zal een identiteitskaart voor vreemdelingen ontvangen die elke vijf jaar verlengd wordt. - Bevel om het grondgebied te verlaten: wanneer de verblijfsvergunning van een vreemdeling ten einde loopt of wanneer de aanvraag tot verblijf wordt afgewezen, ontvangt de vreemdeling een bevel om het grondgebied te verlaten. Een dergelijk bevel wordt veelal gekenmerkt door een bijlage met vermelding “bis”.3 - Minister: De minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Dit is soms de minister van justitie, soms de minister van binnenlandse zaken. Asiel en migratie is momenteel de bevoegdheid van een staatssecretaris. - Vreemdelingenwet: wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Mensen zonder wettig verblijf: vreemdeling die illegaal op het grondgebied verblijft, die geen verblijfsvergunning heeft. Dit worden ook wel mensen zonder papieren genoemd of illegale vreemdelingen.4 De vreemdeling kan wel opteren voor een vrijwillige terugkeer waarbij een verklaring zal ondertekend worden bij de Internationale Organisatie voor Migratie die zorgt voor een begeleide terugkeer en (soms) voor een premie om opnieuw te kunnen starten in het land van herkomst. In afwachting van de daadwerkelijke terugkeer, kan de vreemdeling verblijven in een open opvangcentrum dat door de staat wordt ingericht. Bij weigering om gerepatrieerd te worden kan de vreemdeling onder dwang uitgeleid worden waarbij hij in afwachting daarvan kan ondergebracht worden in een gesloten centrum voor illegalen. Bij de vreemdelingen zonder wettig verblijf kan nog verder onderscheid gemaakt worden tussen: - Uitgeprocedeerde: persoon die via een bepaalde procedure (eventueel de asielprocedure maar bijvoorbeeld ook door een aanvraag in het kader van gezinshereniging) een wettig verblijf wilden bekomen doch wiens aanvraag definitief werd afgewezen en aan wie
3
Zo ontvangt een afgewezen asielzoeker een bijlage 26bis of 26quater. De term “illegaal” wordt niet gebruikt om een persoon aan te duiden. Een persoon is immers niet legaal of illegaal. Het is het verblijf dat al dan niet wettig is. 4
4
een bevel werd betekend om het grondgebied te verlaten en waarbij de mogelijkheden van beroep uitgeput zijn. - Clandestienen: personen die in België verbijven maar nooit getracht hebben om een verblijfsrecht te krijgen. - Gezinnen zonder wettig verblijf met minderjarige kinderen: Gezinnnen die uitgeprocedeerd zijn, verblijven illegaal op het grondgebied. Evenwel kunnen kinderen die illegaal in het land verblijven niet zomaar aan hun lot overgelaten worden. Dit zou immers strijdig zijn met het verdrag inzake de rechten van het kind.5 Onder druk van de rechtspraak heeft de wetgever, onder bepaalde voorwaarden,6 voorzien in de opvang van illegale gezinnen met minstens één minderjarig kind in een open opvangcentrum. - Minderjarigen zonder wettig verblijf: Minderjarigen die zonder ouders of andere begeleiders in België aankomen worden niet-begeleide minderjarigen (NBM) genoemd. Voor hen is er niet noodzakelijk een recht op verblijf maar er zijn wel bijzondere voorwaarden vooraleer deze minderjarigen kunnen uitgewezen worden.
3) Bondige schets van het vreemdelingenrecht Een vreemdeling die België wil binnen komen moet voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden verschillen al naargelang het verblijf in België kort dan wel lang is en verschillen ook al naargelang de nationaliteit van de vreemdeling.
3.1. De toegang tot het grondgebied en het kort verblijf van maximum drie maanden7 Een vreemdeling die België wil binnenkomen, dus ook een toerist, moet hiervoor de juiste documenten bezitten.8 In de meeste gevallen is een paspoort, eventueel voorzien van een visum, voldoende. Voor de EU-onderdanen volstaat een identiteitskaart. Bovendien dient opgemerkt dat door het Schengen-Verdrag de controle van de binnengrenzen van een heel
5
Verdrag inzake de rechten van het kind van 20 november 1989, in werking getreden op 2 september 1990. Een gezin kan een aanvraag doen bij het OCMW van hun verblijfplaats dat vervolgens zal onderzoeken of het gezin behoeftig is. Wanneer dit het geval is, zal contact opgenomen worden met het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers, hierna Fedasil, dat vervolgens het gezin zal plaatsen in een open opvangcentrum en dit in afwachting van een eventuele terugleiding. Zie hiervoor de bespreking van artikel 57, §2 OCMW-wet. 7 Artikelen 2 e.v. vreemdelingenwet. 8 In sommige gevallen zal ook gevraagd worden of de vreemdeling die België wil binnenkomen over voldoende bestaansmiddelen beschikt. Hiervoor kan een persoon die in België verblijft zich verbinden om gedurende een periode van twee jaar de kosten van gezondheidszorg, verblijf en repatriëring ten laste te nemen door een attest van tenlasteneming te ondertekenen. 6
5
aantal Europese landen is weggevallen. Dit betekent dat er enkel een controle zal zijn op de binnenkomst in het land waar de vreemdeling het eerst binnenkomt. De vreemdeling die niet in het bezit is van de vereiste documenten, zal geen toegang tot het grondgebied krijgen. Indien de vreemdeling de toegang tot het grondgebied verkrijgt, mag hij er in principe slechts drie maanden verblijven.9 Om langer dan drie maanden te mogen verblijven moet hij voldoen aan strengere voorwaarden die verder besproken worden. Tijdens die drie maanden kan de vreemdeling een bevel krijgen om het grondgebied te verlaten omdat de openbare orde werd geschaad, hij onvoldoende middelen van bestaan heeft, aangetast is door een der ziekten of gebreken opgesomd in de wet of wanneer hij langer dan de voorziene termijn in België verblijft.
3.2. Het recht op verblijf van meer dan drie maanden10 Een vreemdeling die langer dan drie maanden in België wil verblijven, moet hiervoor gemachtigd worden door de minister behoudens bepaalde uitzonderingen. Deze machtiging dient in principe aangevraagd te worden bij de ambassade of het consulaat van het land waarvan de vreemdeling afkomstig is. In uitzonderlijke gevallen kan deze machtiging tot verblijf ook aangevraagd worden in België en hiervoor moet dan een bijzondere procedure gevolgd worden (zie verder).
Sommige vreemdelingen hebben een recht op verblijf van meer dan drie maanden. Dit recht kan geput worden uit een internationaal verdrag11 of uit EU-richtlijnen en verordeningen (zie verder). Ook wanneer men in de wettelijke voorwaarden verkeert om de Belgische nationaliteit te verkrijgen of in het kader van gezinshereniging heeft men recht op een verblijf van meer dan drie maanden. Voor de gezinshereniging betekent dit dat men komt samenleven met een echtgenoot of met een partner waarmee een partnerschap werd gesloten op
9
Of maximaal 90 dagen over een periode van zes maanden. De vreemdeling ontvangt een bijlage 3. Artikel 9 e.v. vreemdelingenwet. 11 Zo zijn er verdragen gesloten met de Maghreblanden en met Turkije waarbij voorzien wordt in een recht op gezinshereniging mits de vreemdeling een minimale periode van tewerkstelling kan aantonen alsook een aangepaste woning heeft. 10
6
voorwaarden dat de beide echtgenoten 21 jaar zijn.12 Dit recht op verblijf geldt ook voor de kinderen van de partners.13
Vreemdelingen die het recht op gezinshereniging openen, moeten wel beschikken over stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen.14 De vreemdeling die toegelaten is tot een verblijf van meer dan drie maanden, ontvangt een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister dat onbeperkt geldig is en jaarlijks wordt verlengd. Uitzonderlijk kan ook een verblijf van beperktere duur worden toegestaan. Dit recht op verblijf kan ingetrokken worden indien er redenen zijn van openbare orde of indien er bijvoorbeeld een huwelijksakte wordt voorgelegd die strijdig blijkt te zijn met de openbare orde omdat er sprake is van bigamie. Studenten kunnen een verblijfsvergunning krijgen voor de duur van hun studies voor zover ze aan bepaalde voorwaarden van bestaansmiddelen voldoen. Familieleden van studenten kunnen tijdens de duur van de studies in België verblijven.
3.3. Het recht tot vestiging Wanneer een vreemdeling toegelaten of gemachtigd is om voor onbepaalde tijd in België te verblijven, kan de minister deze vreemdeling ook machtigen om zich te vestigen. De vreemdeling, die deze aanvraag tot vestiging enkel kan doen wanneer hij reeds een bewijs heeft tot inschrijving in het vreemdelingenregister, ontvangt vervolgens een identiteitskaart voor vreemdelingen15 en wordt ingeschreven in het bevolkingsregister. Het zijn vooral vreemdelingen die in België verblijven in het kader van gezinshereniging en vreemdelingen die zich in de voorwaarden bevinden om de Belgische nationaliteit te krijgen, die in aanmerking komen om gemachtigd te worden om in België te verblijven. Wel moet
12
Dat gezinshereniging ook geldt voor personen die een geregistreerd partnerschap hebben aangegaan, is ingevoerd door een wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. 13 Voor de volledigheid dient vermeld dat ook de vrouw die de Belgische nationaliteit verloren heeft door haar huwelijk of ingevolge het verwerven van een vreemde nationaliteit door haar echtgenoot, recht heeft op een verblijf van meer dan drie maanden. 14 Recent werden de voorwaarden om in aanmerking te komen voor gezinshereniging verstrengd (zie de wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging). Het valt buiten het opzet van deze bijdrage om dit verder uit te diepen. 15 Gele kaart, geldig voor vijf jaar en wordt automatisch verlengd. Worden in de vorm van een elektronische identiteitskaart afgeleverd.
7
voorafgaand aan de machtiging tot vestiging, een ononderbroken verblijf van vijf jaar in België aangetoond worden.16
3.4. EU-onderdanen Voor vreemdelingen die onderdaan zijn van een land dat lid is van de Europese Unie17 gelden andere regels. De Belgische wetgever is hier gebonden door de Europese regels die gelden voor alle EU-onderdanen. Het doel van de Europese Unie is immers de verwezenlijking van het vrij verkeer van diensten, kapitaal en werknemers en om die reden moeten EUonderdanen zich zo veel mogelijk vrij kunnen vestigen in een ander EU-land. Vooreerst is er voor EU-onderdanen een onvoorwaardelijk recht op verblijf indien zij minder dan drie maanden in België verblijven.18 Voor een verblijf van meer dan drie maanden, zijn er bijkomende voorwaarden. Zo hebben EU-onderdanen een recht op verblijf indien zij naar België komen om er een werkzaamheid in loondienst of anders dan in loondienst uit te oefenen, om er diensten te verrichten, om een recht op voortgezet verblijf uit te oefenen, om er te komen wonen na beëindiging van de beroepswerkzaamheid of om er een beroepsopleiding te komen volgen. Ook echtgenoten, ouders en kinderen en hun respectievelijke partners hebben een recht op verblijf.19
Vanaf 1 juni 2008 20 ontvangt de EU-onderdaan een verklaring21 dat hij meer dan drie maanden in België verblijft indien hij naast een identiteitskaart ook het bewijs levert22:
16
Hierbij is niet vereist dat de vreemdeling gedurende vijf jaar een bewijs heeft tot inschrijving in het vreemdelingenregister. Een legaal verblijf van vijf jaar volstaat. 17 Vanaf 1 januari 2007 zijn dit Ierland, Groot-Brittannië, Zweden, Finland, Denemarken, Duitsland, Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Malta, Cyprus, Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Polen, Hongarije, Estland, Letland, Litouwen, Griekenland, Roemenië en Bulgarije. Kroatië zal op 1 juli 2013 toetreden als 28ste lid zijn van de Europese Unie. 18 Artikel 40, §3 vreemdelingenwet. EU-onderdanen hebben die eerste drie maanden wel geen recht op OCMWsteun (zie de wet van 12 januari 2012 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers dat een nieuw artikel 57quinquies van de OCMW-wijzigt). 19 Artikel 40, §4 vreemdelingenwet. 20 Wet van 25 april 2007 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (BS 10 mei 2007) en KB van 7 mei 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, BS 13 mei 2008. 21 Voor EU-onderdanen wordt er geen “verblijfsvergunning” afgeleverd. Er wordt enkel vastgesteld dat de EUonderdaan voldoet aan de Europese voorwaarden om in België te kunnen verblijven en vervolgens wordt er een verklaring afgegeven die dit bevestigt waardoor de EU-onderdaan in België kan verblijven. De voorwaarden voor verblijf worden geregeld door de zogenaamde verblijfsrichtlijn (Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van
8
-
dat hij werk zoekt OF
-
dat hij voldoende bestaansmiddelen heeft23 en een ziektekostenverzekering OF
-
dat hij student is
Pas na drie jaar zal deze voorlopige verblijfsvergunning dan omgezet worden in een verklaring van onbepaald verblijf (duurzame verblijfskaart). Voor andere EU-onderdanen zoals gepensioneerden gelden bijkomende voorwaarden. Zo zullen deze EU-onderdanen die zich in België willen komen vestigen in het bezit moeten zijn van voldoende bestaansmiddelen24 en beschikken over een ziekteverzekering. Men wil immers voorkomen dat deze personen ten laste komen van het OCMW.
3.5. Asielzoekers Personen die menen dat zij in hun land van herkomst vervolgd worden, kunnen in België asiel aanvragen. 25 Wanneer de bevoegde instanties na onderzoek beslissen dat deze vreemdelingen in aanmerking komen voor de status van vluchteling, ontvangen zij een verblijfsvergunning van onbepaalde duur. De asielprocedure werd in 2007 vrij grondig gewijzigd met als doel de procedure in te korten.26 Zo dient een vreemdeling zich vluchteling te verklaren aan de grens27 of bij de Dienst Vreemdelingenzaken.28 Op dat ogenblik wordt hij door het Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers29 toegewezen aan een opvangcentrum.30
de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 229/35 van 9 juni 2004). 22 Zie artikel 40 vreemdelingenwet. 23 Het niveau van deze bestaansmiddelen moet minstens dat van de sociale bijstand zijn. 24 Voor een student volstaat een loutere verklaring dat hij in het bezit is van voldoende bestaansmidddelen. 25 Zie de definitie in het Vluchtelingenverdrag zoals hoger geciteerd. 26 Op 15 september 2006 zijn er twee wetten verschenen die de vreemdelingenwet en dan vooral de asielprocedure grondig wijzigen. Zo is er de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en is er verder de wet van 15 september 2006 tot hervorming van de Raad van State en tot oprichting van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Recent werd de vreemdelingenwet gewijzigd waardoor de procedure van asielzoekers die afkomstig zijn uit de zogenaamde “veilige landen” (gedacht wordt aan personen die afkomstig uit Oost-Europese landen waarvan de kans om als vluchteling erkend te worden bijzonder klein wordt geacht, de regering stelt een lijst op van de “veilige landen”), sterk ingekort wordt (zie artikel 12 van de wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen). 27 De meeste asielzoekers die zich aanmelden aan de grens, zijn personen die in België aankomen op de luchthaven van Zaventem. De asielzoeker ontvangt dan als verblijfsdocument de zogenaamde bijlage 25. 28 Wanneer een asielaanvraag rechtstreeks wordt ingediend bij de Dienst Vreemdelingenzaken (dit is een dienst binnen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken) te Brussel ontvangt de asielzoeker een bijlage 26. 29 Hierna Fedasil.
9
Vervolgens dient hij op de Dienst Vreemdelingenzaken een vragenlijst in te vullen en wordt nagegaan of er niet eerder een asielaanvraag werd ingediend. In tegenstelling tot de oude procedure zal de Dienst Vreemdelingenzaken niet langer nagaan of de aanvraag ontvankelijk is.31 De aanvraag wordt vervolgens doorgestuurd naar de Commissaris-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen die als enige bevoegd is om het statuut van vluchteling toe te kennen of te weigeren. Er volgt dan een onderzoek naar de ontvankelijkheid van de aanvraag32 en naar de gegrondheid van de asielaanvraag maar dit gebeurt in één onderzoek. Een kandidaat-vluchteling kan dus afgewezen worden om redenen van onontvankelijkheid van de aanvraag of omdat er ten gronde te weinig elementen zijn om hem als vluchteling te erkennen. Indien het statuut van vluchteling geweigerd wordt, kan de asielzoeker beroep aantekenen. Dit kan gebeuren bij een nieuw administratief rechtscollege dat bevoegd is voor vreemdelingenzaken, met name de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.33 Zo lang het onderzoek voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen loopt, kan de persoon die het beroep heeft ingediend niet uitgewezen worden.34 Tegen een negatieve beslissing van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is soms nog (een beperkt) beroep mogelijk bij de Raad van State. De minister kan aan de Commissaris-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen tot tien jaar na de asielaanvraag vragen om de status van vluchteling in te trekken indien er wordt vastgesteld dat het statuut van vluchteling werd verleend op basis van valse of foutieve verklaringen.
30
Voorbeelden van open opvangcentra zijn het Klein Kasteeltje te Brussel of het centrum te Kapellen. De Dienst Vreemdelingenzaken zal enkel nog nagaan of België wel bevoegd is om kennis te nemen van de asielaanvraag. Zo zal een aanvraag door een vreemdeling die eerst een aanvraag heeft gedaan in bijvoorbeeld Duitsland, naar Duitsland uitgewezen worden en zijn asielaanvraag zal dus niet behandeld worden. 32 De ontvankelijkheidsvoorwaarden zijn opgesomd in artikel 52 vreemdelingenwet. Zo kan een aanvraag nietontvankelijk verklaard worden omdat ze bedrieglijk is, omdat ze klaarblijkelijk steunt op motieven die totaal vreemd zijn aan het asiel (de zogenaamde kennelijke ongegrondheid), omdat de vreemdeling meer dan drie maanden in een ander land heeft verbleven dat hij verlaten heeft zonder vrees voor vervolging, enzovoort. Verder wordt ook nagegaan of de asielzoeker reeds in een ander land asiel heeft aangevraagd. Indien dit het geval is, wordt de asielzoeker naar dat land teruggestuurd (Toepassing van de Overeenkomst betreffende de vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat bij één van de lidstaten van de Europese Gemeenschappen wordt ingediend, gedaan te Dublin op 15 juni 1990). 33 Deze Raad voor Vreemdelingenbetwistingen komt in de plaats van de Vaste Beroepscommissie. 34 De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is ook bevoegd voor de behandeling van andere beroepen zoals beroepen tegen de terugwijzing, tegen het verwerpen van een aanvraag tot vestiging, enzovoort. 31
10
3.6. De subsidiaire beschermingsstatus Sinds 1 oktober 2006 is er een nieuw statuut in het leven geroepen. Zo zal bij de persoon die zich vluchteling verklaart eerst nagegaan worden of hij voldoet aan de voorwaarden om de status van vluchteling te krijgen. Indien dit niet het geval blijkt zal verder onderzocht worden of hij in aanmerking komt voor de subsidiaire beschermingsstatus. Deze status wordt toegekend aan personen die niet voor de vluchtelingenstatus in aanmerking komen maar voor wie er zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat, wanneer hij naar zijn land van herkomst terugkeert, een reëel risico zal lopen op ernstige schade en die zich niet onder de bescherming van dat land kan stellen. Met ernstige schade wordt onder meer bedoeld doodstraf of executie, foltering of onmenselijke behandeling en ernstige bedreigingen. Het is de Commissaris-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen die bevoegd is voor de toekenning van deze beschermingsstatus. Aan deze vreemdeling wordt vervolgens een verblijfsvergunning voor de duur van één jaar afgeleverd die vervolgens na vijf jaar wordt omgezet in een verblijf van onbeperkte duur.
3.7. Vreemdelingen die een aanvraag tot regularisatie van verblijf hebben ingediend Sommige vreemdelingen bevinden zich illegaal op het grondgebied omdat zij bijvoorbeeld afgewezen werden als asielzoeker of omdat ze nooit enige aanvraag hebben gedaan om een verblijfsvergunning te bekomen. In uitzonderlijke gevallen kan de vreemdeling dan in België een aanvraag doen tot regularisatie van verblijf. Deze aanvraag gebeurt bij de Dienst Vreemdelingenzaken waarbij de bevoegde minister over deze regularisatie-aanvraag zal beslissen. Dit werd vroeger de aanvraag via 9, 3° vreemdelingenwet genoemd maar na een wetswijziging worden deze aanvragen behandeld overeenkomstig artikel 9 bis vreemdelingenwet. In vergelijking met het vroegere artikel 9, 3° wordt nu in de wet vermeld op basis waarvan de aanvraag niet behandeld zal worden. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn voor aanvragen waarin feiten vermeld staan die reeds ingeroepen werden bij een vorige aanvraag. De wetgever is niet ingegaan op de vraag van een aantal ngo’s om de criteria tot verlening van regularisatie van verblijf in de wet op te nemen. De verblijfssituatie van de vreemdeling wijzigt niet door het indienen van de aanvraag. Pas na de eigenlijke regularisatie zal een verblijfsvergunning afgeleverd worden.
11
Soms wordt er een campagne tot regularisatie opgestart. Zo mochten vreemdelingen tussen september 2009 en december 2009 een aanvraag indienen tot regularisatie van verblijf indien zij aan bepaalde voorwaarden voldeden.35 Indien de minister het verblijf regulariseert, ontvangt de vreemdeling een verblijfsvergunning die meestal voor onbepaalde tijd zal zijn.
3.8. Medische overmacht Naast een algemene vraag tot regularisatie, is ook voorzien dat men om medische redenen een regularisatie-aanvraag kan doen. Deze aanvraag gebeurde vroeger op basis van het artikel 9, 3° Vreemdelingenwet dat vanaf 1 juni 2007 vervangen werd door een nieuwe artikel 9ter. Dit nieuwe artikel bepaalt dat een aanvraag tot regularisatie kan gebeuren voor personen die dermate ziek zijn dat dit een reëel risico inhoudt voor zijn leven of fysieke integriteit en dat de terugleiding naar zijn land van herkomst een onmenselijke behandeling zou inhouden omdat er geen adequate behandeling is in zijn land van herkomst. Indien de aanvraag voldoet aan alle formele vereisten, wordt de aanvraag ontvankelijk verklaard en wordt de aanvrager voorlopig toegelaten tot het grondgebied en heeft hij tevens recht op OCMW-dienstverlening. Indien de minister de medische overmacht ook ten gronde aanvaardt, ontvangt de zieke persoon (en zijn familieleden) een verblijfsvergunning van bepaalde of van onbepaalde duur.
3.9. Bepalingen betreffende de mensenhandel In de vreemdelingenwet zijn er tevens een aantal strafbepalingen die mensenhandelaars of mensensmokkelaars bestraffen.
Mensenhandelaars zijn die personen die hun slachtoffers in de prostitutie of in de bedelarij laten werken, die personen te werk stellen in mensonwaardige omstandigheden of die 35
De voorwaarden werden vermeld in een instructie die ondertussen vernietigd werd door de Raad van State en hadden betrekking op lange asielprocedures (3 of 4 jaar zonder procedure Raad van State of 4 of 5 jaar met procedure Raad van State en al naargelang er minderjarige kinderen zijn). Ook in 2000 konden alle vreemdelingen een aanvraag doen tot regularisatie. De aanvragen van die vreemdelingen werden behandeld door een Regularisatiecommissie die de minister adviseerde om het verblijf te regulariseren volgens de in de wet opgesomde criteria. Enkel de vreemdelingen die begin januari 2000 deze aanvraag hebben gedaan, konden behandeld worden volgens deze procedure. Wanneer een aanvraag wordt ingediend na de beperkte periode, wordt de gewone procedure toegepast.
12
personen misdrijven laten plegen.36 Mensensmokkelaars zijn die personen die een niet EUonderdaan helpt om België te laten binnenkomen, er door te laten reizen met het oog op het bekomen van een (financieel) voordeel.37 Wanneer deze misdrijven ten aanzien van minderjarigen gepleegd worden, is er strafverzwaring.38
De slachtoffers van de mensenhandelaars en de mensensmokkelaars die in België worden aangetroffen, kunnen een verblijfsvergunning krijgen indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn onder meer het afleggen van verklaringen ten laste van de mensenhandelaars waarna een tijdelijke verblijfsvergunning zal afgeleverd worden. Als later blijkt dat deze verklaringen hebben bijgedragen tot het instellen van een strafrechtelijk onderzoek, zal het slachtoffer een definitieve verblijfsvergunning krijgen.39
4) Arbeid verrichten in België Zoals elke vreemdeling die in België wil verblijven een verblijfsvergunning nodig heeft, zo heeft ook elke vreemdeling die in België wil werken hiervoor een toelating nodig. Dit wordt een arbeidskaart (voor de werknemer) of een arbeidsvergunning (voor de werkgever) genoemd. Eerst zal ik kort de normale procedure bespreken, vervolgens zal ik een aantal
36
Artikel 433quinquies Strafwetboek. De volledige definitie van mensenhandelaar is die persoon die zich bezig houdt met de werving, het vervoer, de overbrenging, de huisvesting, de opvang van een persoon met als doel deze persoon als prostitué of bedelaar te laten werken of nog deze persoon in mensonwaardige omstandigheden te werk te stellen, een misdrijf laten plegen tegen hun zin of de organen of weefsels van deze persoon te laten wegnemen. Op dit misdrijf staan straffen van één tot vijf jaar. 37 Artikel 77bis vreemdelingenwet. Dit misdrijf wordt bestraft met een gevangenisstraf van één tot vijf jaar. 38 De gevangenisstraf wordt dan verhoogd van 10 tot 15 jaar. 39 Zie het artikel 61/2 e.v. vreemdelingenwet waarin de procedure wordt beschreven die gevolgd moet worden indien iemand zich slachtoffer verklaart van voormelde misdrijven. Zo dienen deze slachtoffers ingelicht te worden over het verkrijgen van een verblijfstitel in ruil voor medewerking en dienen zij in contact te worden gebracht met een gespecialiseerd onthaalcentrum. Na de verklaring wordt er een verblijfstitel voor 45 dagen afgeleverd waarbinnen het slachtoffer deze verklaringen moet afleggen. Voor niet begeleide minderjarigen zijn er bijzondere waarborgen voorzien. Binnen de 45 dagen zal de minister de procureur des Konings of de arbeidsauditeur verzoeken om mee te delen of de persoon nog steeds kan beschouwd worden als een slachtoffer, of de persoon meewerkt met de gerechtelijke procedure en of hij alle banden met de vermoedelijke daders heeft verbroken. Deze periode van 45 dagen kan éénmaal met drie maanden verlengd worden indien dit nodig is voor het onderzoek. Indien de procureur of de arbeidsauditeur bevestigen dat het slachtoffer aan de voorwaarden voldoet, wordt er een verblijfstitel voor zes maanden afgeleverd. Deze verblijfstitel kan ten allen tijde worden ingetrokken indien de vreemdeling niet langer aan de voorwaarden voldoet. Indien de klacht of de verklaring van het slachtoffer leiden tot een veroordeling of indien in de vordering van de procureur of van de Auditeur de tenlasteleggingen mensenhandel of mensensmokkel worden weerhouden, zal een verblijfstitel van onbepaalde termijn worden uitgereikt. Merk op dat het louter vorderen voldoende kan zijn en dat een veroordeling niet langer nodig is.
13
categorieën van vreemdelingen bespreken die vrijgesteld zijn van een arbeidskaart.40 Ook de situatie van de EU-onderdanen van de nieuw toegetreden landen, zal kort besproken worden.
4.1. De normale procedure In principe moet een vreemdeling die in België komt werken, in zijn land van herkomst een aanvraag doen tot het bekomen van een arbeidskaart. De vreemdeling moet hierbij kunnen aantonen dat hij bij een bepaalde werkgever kan tewerkgesteld worden. Deze werkgever vraagt dan een arbeidsvergunning aan en indien deze wordt goedgekeurd, ontvangt de vreemdeling een arbeidskaart B.41 De arbeidsvergunning/arbeidskaart enkel afgeleverd indien er in België geen personen te vinden zijn die dat werk kunnen doen.42 Verder hebben sommige vreemdelingen recht op een arbeidskaart A die onbepaald geldig is en voor alle sectoren. De werknemer-vreemdeling kan dan bij gelijk welke werkgever tewerkgesteld worden en de werkgever hoeft hiervoor geen arbeidsvergunning aan te vragen. Gelet op de vele vrijstellingen (zie verder),wordt deze kaart nog nauwelijks uitgereikt. Voor de zelfstandigen geldt een gelijkaardige regeling met dien verstande dat deze een beroepskaart ontvangt.43 Belangrijk is wel om te vermelden dat de toekenning van een beroepskaart/arbeidskaart de vreemdeling niet vrijstelt van het hebben van een geldige verblijfsvergunning. Voor asielzoekers is er een bijzondere regeling. Zo kunnen asielzoekers die een aanvraag tot erkenning van de status van vluchteling hebben ingediend na 31 mei 2007 en die na zes maanden nog geen antwoord hebben ontvangen, een arbeidskaart C aanvragen en na ontvangst ervan werken en dit tot een beslissing over hun asielaanvraag genomen wordt. Asielzoekers die voor 1 juni 2007 een aanvraag hebben ingediend, dit is onder de oude
40
De regeling is terug te vinden in de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, terug te vinden op www.just.fgov.be (gecoördineerde wetgeving). Zie ook het uitvoeringsbesluit van 9 juni 1999. 41 Deze arbeidskaart B is geldig voor 12 maanden en verlengbaar. 42 Voor sommige categorieën wordt er geen rekening gehouden met de toestand van de arbeidsmarkt. Dit is onder meer het geval voor hooggeschoold personeel, personeel dat een leidinggevende functie komt bekleden en meer verdient dan een (geïndexeerd) bedrag van 52836 EUR per jaar, beroepssporters, au pair-jongeren, gasthoogleraren, enz. (zie artikel 9 KB van 9 juni 1999, te raadplegen op www.just.fgov.be (gecoördineerde wetgeving)). 43 Zie de wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen, te raadplegen op www.just.fgov.be (gecoördineerde wetgeving)
14
procedure, kunnen een arbeidskaart C aanvragen indien hun aanvraag ontvankelijk werd verklaard of indien er nog geen beslissing werd genomen over de ontvankelijkheid.44 Ook personen aan wie de subsidiaire beschermingsstatus werd toegekend, mogen arbeid verrichten voor zover zij een arbeidskaart C hebben aangevraagd die geldig zal zijn zolang hun verblijfsvergunning geldig is.
4.2. Vrijstellingen Heel wat vreemdelingen zijn evenwel vrijgesteld van het bekomen van een arbeidskaart/arbeidsvergunning. Zo hebben echtgenoten van Belgen en diens kinderen, de vreemdelingen die een identiteitskaart voor vreemdelingen hebben, de erkende vluchtelingen, de bedienaars van de eredienst, studenten, schouwspelartiesten, de vreemdelingen wiens verblijf door de minister geregulariseerd werd, enzovoort geen arbeidskaart/vergunning nodig om in België te kunnen werken.45
EU-onderdanen en hun echtgenoten en kinderen zijn eveneens vrijgesteld van een arbeidskaart. Zij kunnen dus zonder enig probleem in België komen werken. Voor een aantal nieuwe EU-lidstaten heeft België (voorlopig) een uitzondering gemaakt. Zo moeten inwoners van Roemenië en Bulgarije die in België willen komen werken eerst een arbeidskaart/vergunning aanvragen in hun land van herkomt. Wel heeft de Belgische wetgever voor knelpuntberoepen een procedure voorzien waarbij de arbeidskaart/vergunning binnen de week wordt afgeleverd. Knelpuntberoepen zijn die beroepen waarvoor er moeilijk werkkrachten gevonden worden op de arbeidsmarkt. Voorbeelden zijn bezetter, tuinier, ingenieur, …46
De uitzonderingsregeling die bestond voor EU-onderdanen uit de lidstaten die recent zijn toegetreden (Polen, Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië, Slovenië, Slowakije, Hongarije)
44 Ook wanneer een asielzoeker beroep heeft aangetekend bij de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen in verband met zijn ontvankelijkheid, kan hij een arbeidskaart C aanvragen. Zie artikel 17, 1° KB 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, zoals gewijzigd door het KB van 13 maart 2011 en KB 12 januari 2011 betreffende de toekenning van materiële hulp aan asielzoekers die beroepsinkomsten hebben uit een activiteit als werknemer. 45 Zie voor de volledige opsomming: artikel 2 van het KB van 9 juni 1999, te raadplegen op www.just.fgov.be (gecoördineerde wetgeving).
15
werd opgeheven op 30 april 2009.47 Anders gezegd, alle EU-onderdanen, met uitzondering van de Bulgaren en de Roemenen die moeten wachten tot en met 31 december 2013, worden vanaf 30 april 2009 vrijgesteld van een arbeidskaart en mogen dus komen werken in België zonder aan voorafgaande voorwaarden te moeten voldoen.48
Ten slotte dient opgemerkt dat deze beperkingen niet bestaan voor EU-onderdanen van die landen wanneer ze als zelfstandige arbeid willen komen verrichten.
5) Meer informatie * Website van de FOD Binnenlandse Zaken voor meer informatie over het vreemdelingenrecht: http://www.dofi.fgov.be * Website van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (asielprocedure) is te bereiken via het portaal: http://www.belgium.be/eportal/ , doorklikken op federale en programmatorische overheidsdiensten. * Website van FOD Justitie: www.just.fgov.be voor informatie over wetgeving. * Website van de Vlaamse Gemeenschap voor meer informatie over tewerkstelling van vreemdelingen: http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/werk/mig_kort.htm * Website voor meer info over de opvang van asielzoekers: www.fedasil.be
46
Zie voor de volledige lijst: Bericht van 5 mei 2006 tot vaststelling van de lijst beroepen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei 2006. 47 Artikel 38 sexies KB 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. 48 KB 18 december 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, naar aanleiding van de verlenging van de overgangsbepalingen die werden ingevoerd bij de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, BS 29 december 2008 en KB 28 december 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, naar aanleiding van de verlenging van de overgangsbepalingen die werden ingevoerd bij de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, BS 3O december 2011.
16