Toch blijven met name politici en beleidsmakers in Nederland hardnekkig over allochtone kinderen en jongeren praten, alsof ze een op zichzelf staande bevolkingsgroep vormen. Dat riep bij ons de vraag op: zijn die jongeren nou écht zo anders? Ze hebben natuurlijk een andere achtergrond, maar ze zijn vaak in Nederland opgegroeid, volgen Nederlands onderwijs en maken gebruik van Nederlandse media. Ze vormen onderdeel van de Nederlandse cultuur en beïnvloeden die ook, bijvoorbeeld door middel van taalgebruik en op het gebied van muziek. Zou je dus, als je de vragenlijst van ‘Jongeren’ alleen aan allochtone kinderen en jongeren zou voorleggen, zo’n totaal ander beeld krijgen? Toen we over dit idee met de omroep BNN spraken, was er meteen bereidheid om aan een dergelijk project te participeren. Het gevolg daarvan was, dat we in het najaar van 2007 een groep van 367 allochtone jongeren in de leeftijd van 15 t/m 25 jaar hebben ondervraagd. We hebben ze de volledige vragenlijst van Jongeren 2007 voorgelegd, zonder daar wijzigingen in aan te brengen. Het onderzoek is, wat betreft het aantal vragen (en de breedte van de onderwerpen), zonder twijfel één van de meest omvangrijke onderzoeken die ooit onder allochtone jongeren is uitgevoerd. Als voorbereiding op het kwantitatieve onderzoek hebben we drie groepsgesprekken met allochtone jongeren gedaan. Hieraan hebben 15 jongeren meegedaan in de leeftijd van 15 t/m 35 jaar.
Allochtone jongeren 2007 Veelkleurig en veelzijdig
De jongeren van 15 t/m 25 jaar in Nederland behoren tot maar liefst 166 verschillende nationaliteiten2. We hebben er niet voor gekozen om al deze nationaliteiten in het onderzoek mee te nemen. We hebben ons beperkt tot de grootste groepen allochtonen in Nederland: Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse jongeren (ook wel TMSA genoemd). Dat was al een hele klus, omdat het in de praktijk de nodige moeite kost om deze jongeren aan een onderzoek te laten deelnemen. Dat geldt met name voor lager opgeleide en minder goed geïntegreerde allochtone jongeren. Deze jongeren hebben deelgenomen aan het onderzoek, maar niet helemaal in de gewenste aantallen. We houden daar in de samenvatting rekening mee3. Het onderzoek Allochtone Jongeren 2007 geeft, al met al, een beeld van de 232.121 jongeren van 15 t/m 25 jaar met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond die in Nederland leven. Dat is 10% van alle jongeren van 15 t/m 25 jaar in Nederland4. In deze samenvatting komen de belangrijkste resultaten aan bod. Het onderzoek is een verdieping van Jongeren 2007, dat in september 2007 is gepresenteerd5. Met dit onderzoek zal ook steeds worden vergeleken. ‘Jongeren’ verscheen voor het eerst in 1991. Sommige onderdelen gaan zelfs terug tot 1976 en 1986. In september 2007 is de meest recente editie gepresenteerd, Jongeren 2007. 2 De populatiegegevens zijn afkomstig van het CBS en hebben betrekking op 2007. 3 We hebben hier aanvullende analyses op gedaan. De ondervertegenwoordiging van lager opgeleide en minder goed geïntegreerde allochtone jongeren leidt niet tot een vertekening van de resultaten. Qrius verkent op dit moment de mogelijkheden om moeilijke groepen allochtone jongeren op alternatieve manieren te bereiken, onder meer via een wijkgerichte aanpak. 4 De overige 162 nationaliteiten vormen samen nog eens 14% van de bevolking in deze leeftijdsgroep. In totaal is 24% van alle jongeren van 15 t/m 25 jaar dus allochtoon. 5 Zie onder meer de site hetjongerenonderzoek.nl. 1
Paul Sikkema, onderzoeksdirecteur van Qrius
Qrius houdt het onderzoek ‘Jongeren’ al 16 jaar onder een steeds wisselende, representatieve steekproef van Nederlandse kinderen en jongeren1. Daar zitten natuurlijk ook allochtone kinderen en jongeren bij. We hebben aan de antwoorden van deze kinderen en jongeren nooit zo heel uitvoerig aandacht besteed, omdat we ze als een integraal onderdeel beschouwen van alle kinderen en jongeren in Nederland. Of je nou Turks, Syrisch, Pools of Fries bent, dat maakt ons niets uit.
1
2
De gezinssituatie
School, werk, inkomen
it Allochtone Jongeren 2007 blijkt op de eerste plaats dat een deel van de allochtone jongeren U in een ander soort gezin opgroeit dan de gemiddelde jongere in Nederland. Dat is natuurlijk geen verrassing, maar het is wel interessant om te zien waar die verschillen dan precies optreden.
In de leeftijdsgroep van 15 t/m 25 jaar volgt (volgens Jongeren 2007) globaal genomen ruim tweederde van de jongeren onderwijs en is eenderde aan het werk. Er is een kleine overlap tussen beide groepen en een klein percentage jongeren is werkloos (3%). Onder allochtone jongeren is dat niet veel anders, al beginnen die later met een echte baan.
Omvang van het huishouden We denken vaak dat allochtone jongeren uit grotere huishoudens komen dan de gemiddelde jongere in Nederland. Voor de meeste allochtone jongeren klopt dit beeld niet; voor een minderheid klopt het wel. Van de allochtone jongeren van 15 tot en met 25 jaar woont 32% in een huishouden van 5 of meer mensen; voor de gemiddelde jongere is dat 19%. Het verschil zit vooral in 6+ huishoudens: 15% tegen 5%. Met name Marokkaanse gezinnen zijn relatief groot. Volgens het CBS6 beginnen allochtone gezinnen qua omvang steeds meer op gemiddelde Nederlandse gezinnen te lijken. Ze passen zich aan. In de toekomst zal het aantal jongeren, waarvan de ouders of grootouders hier naartoe gekomen zijn (bijvoorbeeld uit één van de TMSA-landen), zich stabiliseren op ongeveer 20% van het totale aantal jongeren in Nederland. Er zijn in deze leeftijdsgroep ongeveer even veel allochtone jongeren, die al uit huis zijn en zelfstandig een huishouden vormen, als ‘gemiddelde’ jongeren. Van de gemiddelde jongeren is 22% al uit huis, tegen 20% bij allochtonen. Turkse (38%) en Marokkaanse (51%) meisjes zijn, als ze uit huis gaan, veel vaker al getrouwd. Ouders De ouders van allochtone jongeren hebben minder vaak een baan dan de ouders van de ‘gemiddelde’ Nederlandse jongere. Dit wordt veroorzaakt doordat allochtone ouders minder vaak een parttime baan hebben. In de onderstaande tabel is te zien wat de verschillen zijn.
Autochtoon (Jongeren 2007) Mannelijk gezinshoofd Vrouwelijk gezinshoofd Allochtoon Mannelijk gezinshoofd Vrouwelijk gezinshoofd
fulltime baan
partime baan
geen baan
50% 53%
30% 30%
21% 17%
49% 48%
15% 20%
36% 32%
Inkomen Allochtone gezinnen hebben relatief vaak een laag inkomen. 35% van de jongeren woont in een gezin met een inkomen dat beneden modaal ligt; gemiddeld is dat 21%. De inkomens zijn met name laag in Antilliaanse en Marokkaanse gezinnen (respectievelijk 50% en 40% beneden modaal). Bij Turken zijn er relatief veel gezinnen met een modaal of zelfs boven modaal inkomen. Allochtone gezinnen wonen meestal in een huurhuis. Maar 30% is eigenaar van de woning waarin men woont. In Jongeren 2007 is dat percentage 59%. 6
3
Jan Latten, lezing op een congres in Arnhem, januari 2008
De allochtone jongeren, die nog op school zitten of studeren, vinden dat over het algemeen nuttig: 84% (in Jongeren 2007 was dit 88%). Een meerderheid vindt het ook leuk: 61% (in Jongeren 2007: 64%). Dit bevestigt het beeld uit het kwalitatieve onderzoek dat veel allochtone jongeren het onderwijs serieus nemen en moeite willen doen om te stijgen op de sociale ladder. Allochtone jongeren hebben even vaak een bijbaantje als de gemiddelde Nederlandse jongeren (41%), maar ze besteden er wel wat meer tijd per week aan. De inkomsten van allochtone jongeren liggen gemiddeld wat hoger dan die van autochtone jongeren. Een allochtone jongere in deze leeftijdsgroep heeft gemiddeld een netto maandinkomen van 619 euro; in Jongeren 2007 is het gemiddelde 535 euro. Het spreekt natuurlijk voor zich dat er grote verschillen zijn tussen de leeftijdsgroepen:
Groep 15-19 jaar Groep 20-25 jaar
Allochtone jongeren 2 278,2 824,-
Jongeren 2007 2 246,2 788,-
Het inkomen van allochtone jongeren is ook wat anders samengesteld. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met het feit dat een deel van de allochtone jongeren uit een huishouden komt dat het niet zo breed heeft. Allochtone jongeren krijgen minder vaak zakgeld en kleedgeld. Ook krijgen ze veel minder vaak geld voor hun verjaardag. Ze hebben, heel functioneel, vaker reisgeld en geld om bijvoorbeeld op school wat te eten of te drinken te kopen. Het is opmerkelijk dat allochtone jongeren, ondanks hun hogere inkomsten, minder tevreden zijn met het geld dat ze ter beschikking hebben. Dat is te zien in het onderstaande schema:
Tevreden Ontevreden Neutraal
Allochtone jongeren 40% 30% 30%
Gemiddelde jongeren 58% 19% 23%
Uitgaven Ook het uitgavenpatroon wijkt in een aantal opzichten af van dat van de gemiddelde Nederlandse jongere. Ze geven meer geld uit aan: • kadootjes • snoep & snacks • kleding, schoenen & accessoires
4
• • • • •
cosmetica en toiletartikelen gadgets, zoals MP3-spelers en mobiele telefoons bellen games school en studie
Ze geven minder geld uit aan dagelijkse boodschappen en aan dagjes uit. Opmerkelijk is overigens dat een groot deel van de allochtone, nog thuiswonende jongens aangeeft dat ze weinig te zeggen hebben over de kleding die ze aanhebben. Er zijn wat meer allochtone jongeren met schulden (30%, tegen 22% in Jongeren 2007). Het valt met name op dat 17% een schuld heeft bij een bedrijf of bij meerdere bedrijven (8% in Jongeren 2007).
5
Vrije tijd De allochtone jongeren, die aan het kwalitatieve onderzoek deelnamen, gaven aan dat ze een druk leven hebben. Ze hebben veel verplichtingen: ze moeten naar school, moeten werken en hebben daarnaast veel andere activiteiten. Voor autochtone jongeren geldt hetzelfde. Allochtone jongeren besteden echter meer tijd aan sociale contacten: aan hun familie, vrienden en andere contacten. Verder vallen de volgende verschillen op: • Ze gaan relatief vaak vaak winkelen in het centrum van hun woonplaats; met name Surinaamse en Antilliaanse jongeren. • Ze gaan minder vaak uit naar een bar of café; ze gaan wel vaker naar een fastfood restaurant en Antilliaanse jongeren ook naar een coffeeshop. • Ze sporten minder; met name Turkse en Marokkaanse jongeren. • Ze hebben veel minder vaak een huisdier. • Ze brengen hun vrije tijd vaker op straat door. • Ze gaan minder vaak op vakantie; 38% is in 2006 bijvoorbeeld helemaal niet op vakantie geweest (tegen 21% bij de ‘gemiddelde’ jongeren).
6
Media Uit eerder onderzoek onder allochtonen is bekend dat zij niet alleen gebruik maken van Nederlandse media, maar ook van ‘eigen’ media. Dat kunnen media uit het land van herkomst zijn (zoals bepaalde televisiezenders die met een schotel worden ontvangen), maar ook media die hier ter plekke gemaakt worden en gericht zijn op bepaalde groepen allochtonen. In media uit het land van herkomst lijken allochtone jongeren weinig interesse te hebben. In het kwalitatieve onderzoek gaven ze aan dat TV-zenders uit Marokko en Turkije vooral interessant zijn voor oudere mensen, die nog een binding voelen met het land van herkomst. Jongeren kijken zelf ook wel eens, bijvoorbeeld naar sport, maar maken er verder weinig gebruik van.
Tijdschriften Ook het medium ‘tijdschriften’ wordt door allochtone jongeren minder gebruikt dan door de gemiddelde Nederlandse jongere. 39% van de allochtone jongeren leest minimaal 1x per week in een tijdschrift, tegen 56% van de jongeren in Jongeren 2007. Ze maken vooral minder gebruik van de bekende, je zou bijna zeggen ‘oerhollandse’ tijdschriften die vaak al tientallen jaren op de markt zijn, zoals Donald Duck, Tina, Kijk, Fancy en het minder lang bestaande tijdschrift Girlz!. Internationale formules als Elle Girl trekken relatief veel allochtone jongeren.
Mede op basis van deze uitkomsten van het kwalitatieve onderzoek hebben we de ‘eigen’ media niet gemeten; we hebben ons beperkt tot het Nederlandse medialandschap en bekeken in hoeverre allochtone jongeren daar gebruik van maken.
Dagbladen Ook bij dagbladen zien we het verschil tussen ‘echt Nederlandse’ dagbladen en de wat internationaler georiënteerde en wat nieuwere dagbladen. Het AD, de Telegraaf en de regionale dagbladen worden door relatief weinig allochtonen gelezen. Het blad Metro doet het heel goed bij allochtone jongeren; dat komt onder meer omdat zij relatief veel gebruik maken van het openbaar vervoer. Dagbladen als NRC Handelsblad en de Volkskrant doen het onder allochtone jongeren relatief goed.
Mediagebruik in het algemeen Over de hele linie zien we dat allochtone jongeren minder gebruik maken van de verschillende media dan gemiddelde Nederlandse jongeren.
De computer Er zijn net zo veel allochtone huishoudens met een computer als in Jongeren 2007. Wel is het zo dat deze laatste huishoudens meestal wat meer computers hebben.
Televisie Zo kijken allochtone jongeren minder naar de televisie. 60% kijkt 6 of 7 dagen per week naar de televisie, tegen 77% in Jongeren 2007. Een kleine groep (6%) kijkt nooit (in Jongeren 2007 is dat 2%).
Bijna 70% van de allochtone jongeren maakt iedere dag gebruik van de PC die bij hen thuis staat. Dat percentage is wat lager dan bij de gemiddelde jongeren, maar de allochtonen lijken hun PC wel voor meer verschillende toepassingen te gebruiken. Van het bijhouden van de administratie tot het bijhouden van fotoalbums en het maken van filmpjes. Dat kan te maken hebben met het delen van die soort persoonlijke materialen met familie die in een ander land woont.
De allochtonen, die met enige regelmaat televisie kijken, kijken per keer net zo lang als gemiddelde jongeren. Ook de zendervoorkeur komt in grote lijnen overeen. Allochtone jongeren kijken wat intensiever naar de volgende zenders: RTL 5, Net 5, Veronica, Discovery Channel, National Geographic en de lokale Amsterdamse zender AT5. Er wordt wat minder gekeken naar RTL 4. Het percentage jongeren dat beschikt over digitale televisie is in beide onderzoeken min of meer gelijk. Radio Allochtone jongeren luisteren ook veel minder naar de radio. Maar 12% luistert 6 of 7 dagen per week; in Jongeren 2007 is dat 36%. Een groot deel van de allochtonen, 34%, luistert zelfs nooit naar de radio (tegen 12% in Jongeren 2007). Het valt te verwachten dat FunX het goed doet onder deze doelgroep; 14% van de allochtone radioluisteraars luistert dagelijks naar FunX en nog eens 8% doet dat 3 tot 6 dagen per week (in Jongeren 2007 is dat respectievelijk 1% en 1%). Ook Juize FM wordt relatief goed beluisterd. Zenders, die het duidelijk minder goed doen, zijn 3FM en Radio 538. Dat zal met de muziek te maken hebben die deze zenders uitzenden. Een informatieve zender als Radio 1 heeft veel minder last van een verschil in smaken en trekt relatief veel jonge allochtone luisteraars.
7
Internet Allochtone jongeren maken net zo intensief gebruik van internet als de gemiddelde jongere in Nederland. Ze hebben echter wel andere accenten in het gebruik. Op de eerste plaats is het zo dat ze minder intensief bezig zijn met het onderhouden van sociale contacten via netwerksites op internet (zoals MSN en Hyves). Ze geven ook minder informatie over zichzelf bloot; er zijn minder allochtone jongeren met bijvoorbeeld een persoonlijk profiel op internet en met een eigen site of een weblog. Ze vinden het echter wel interessant om profielen van andere jongeren te bekijken en weblogs te lezen. Andere verschillen zijn: • Ze kopen en verkopen meer via internet. • Ze bellen veel meer via internet (VOIP). • Ze downloaden vaker films en games. • Ze lezen vaker digitale tijdschriften. • Ze mailen minder en kijken minder vaak zo maar wat rond op internet.
8
Verder valt op dat de bereikscijfers voor sites gemiddeld genomen lager zijn voor allochtone jongeren dan voor de gemiddelde jongere in Nederland. Ze bezoeken minder verschillende sites dan de gemiddelde Nederlandse jongere. Dat blijkt ook uit de top-5 van best bezochte sites onder allochtone jongeren; de percentages geven aan hoeveel jongeren een site minimaal één keer per week bezoeken.
Google YouTube Marktplaats
Allochtone jongeren 83% 56% 37%
Jongeren gemiddeld 94% 38% 37%
Hyves MSN
31% 27%
38% 35%
Alleen YouTube is in deze top-5 veel populairder onder allochtone jongeren dan onder de gemiddelde Nederlandse jongere. Uit het kwalitatieve onderzoek blijkt dat daar diverse redenen voor zijn. Allochtone jongeren vinden het leuk om even te ontspannen met grappige filmpjes. Verder vinden ze op YouTube veel muziek die ze aanspreekt. Ze gebruiken de site ook om informatie te vinden die van belang is voor hun geloof: “Ik kan bijvoorbeeld zien hoe het er aan toe gaat tijdens de pelgrimstocht naar Mekka”. Wat verder opvalt is dat sites als Geenstijl en Fok het onder gemiddelde jongeren vrij goed doen, maar onder allochtone jongeren in het geheel niet.
Favoriete media; multitasking Internet is het favoriete medium van allochtone jongeren van 15 t/m 25 jaar; 62% geeft hier de voorkeur aan. Het percentage komt nagenoeg overeen met Jongeren 2007. TV komt op de tweede plaats met 27% (Jongeren 2007: 30%). Opmerkelijk genoeg komt het medium ‘folders’ op de derde plaats met 6%. De jongeren uit Jongeren 2007 zetten radio op de derde plaats met 5%. Allochtone jongeren doen veel minder aan multitasking dan gemiddelde jongeren. Met multitasking bedoelen we: het gebruiken van verschillende media op hetzelfde moment. Waarschijnlijk is dat zo omdat ze van veel minder media gebruik maken (met name radio) en de noodzaak om media gelijktijdig te gebruiken dus minder is. 50% doet wel eens aan multitasking, tegen 74% in Jongeren 2007. Ze combineren vooral de PC en de TV alsmede de PC en de telefoon. Reclame Uit dit onderzoek blijkt dat allochtone jongeren wat minder weerstand hebben tegen reclame dan de gemiddelde jongere in Nederland. Zo is 70% van de jongeren in Jongeren 2007 weinig enthousiast over TV-reclame; onder allochtonen is dat percentage ‘slechts’ 46%.
De favoriete site van deze jongeren (gemeten via een open vraag) is in veel gevallen een algemene site, die niet specifiek gericht is op allochtonen. De meest favoriete sites zijn Google, YouTube en Hyves. In een kleine minderheid van de gevallen worden sites genoemd die wel specifiek op allochtonen gericht zijn, zoals: • • • •
Marokko.nl (favoriet bij 2% van de allochtone jongeren) Lokum.nl Radiofruz.com Rifzik.com
Mobiele telefoons Aan de ene kant zijn er wat minder allochtone jongeren met een mobiele telefoon. Aan de andere kant hebben degenen, die wel een mobiele telefoon hebben, er vaker 2 of 3. Allochtone jongeren gebruiken hun mobiele telefoon ook intensiever dan de gemiddelde Nederlandse jongere. Verder wisselen ze relatief vaak van telefoon; het is een belangrijk apparaat. Games De populairste games onder allochtone jongeren zijn The Sims, Need for Speed en Pro Evolution Soccer. Sites als Spelletjes.nl en Funnygames.nl zijn veel minder populair dan onder gemiddelde Nederlandse jongeren.
9
10
Geloof, leven, maatschappij
Route 29
Veel allochtone jongeren geloven in een god of hogere macht: 75%. In Jongeren 2007 was dit percentage maar 39%. Vooral Marokkaanse en Turkse jongeren zijn gelovig.
Het laatste onderwerp, waar we in deze samenvatting op in gaan, is de persoonlijke ontwikkeling van jongeren. Qrius heeft een model ontwikkeld om die ontwikkeling in kaart te brengen: Route 297. In dit verband zijn ook diverse vragen aan allochtone jongeren gesteld over hun levensloop.
70% rekent zich ook tot een geloofsgemeenschap (tegen 37% van de gemiddelde Nederlandse jongeren). Van de Marokkaanse jongeren rekent 81% zich tot de islam, van de Turkse 70%. Wat vinden allochtone jongeren van hun leven? De allochtone jongeren, die we ondervraagd hebben, zijn net iets kleiner en minder zwaar dan de gemiddelde jongere in Nederland. Een gemiddelde allochtone jongen is 1.78 lang en weegt 75 kilo, een allochtoon meisje is 1.66 lang en weegt 62 kilo. Allochtone jongeren zijn overwegend tevreden met hun leven en zichzelf. Ze geven voor hun leven een gemiddeld rapportcijfer van 7,5. Dat is wel iets lager dan de gemiddelde Nederlandse jongere; die geeft een 8,1. Er zijn ook meer allochtone jongeren die hun leven een onvoldoende (11%) of een zes (10%) geven. Van alle allochtone jongeren praat 44% moeilijk met hun vader over dingen die ze echt bezig houden (waar ze zich bijvoorbeeld zorgen over maken). Bij gemiddelde Nederlandse jongeren is dat vrijwel gelijk, 42%. Voor moeders zijn de percentages respectievelijk 33% en 27%. Voelen ze zich thuis in Nederland? Allochtone jongeren hebben nog wat minder interesse in de Nederlandse politiek dan gemiddelde jongeren. 24% heeft wel interesse; 42% heeft dat niet. In Jongeren 2007 waren de percentages 35% en 36%.
Als we beide onderzoeken met elkaar vergelijken, zien we dat allochtone jongeren nogal wat dingen op een latere leeftijd weten, kunnen of doen dan gemiddelde Nederlandse jongeren. Dit varieert van zonder ouders op vakantie gaan tot het moment waarop ze weten wat ze later willen worden. We geven hier nog enkele duidelijke voorbeelden. 59% van de allochtone jongeren van 15 t/m 18 jaar is wel eens uitgegaan in een discotheek; onder gemiddelde jongeren is dat 83%. Met name Marokkaanse jongeren scoren heel laag. 54% van de allochtone jongeren van 15 t/m 18 jaar heeft wel eens alcohol gedronken; in Jongeren 2007 was dat 91%. 20% van de jongeren van 15 t/m 18 jaar is wel eens met iemand naar bed geweest, en dat is dan vooral te danken aan de Antilliaanse jongeren. Turkse en Marokkaanse jongeren blijven ver achter. Onder gemiddelde jongeren is dit percentage 37%. 88% van de allochtone jongeren van 19 t/m 25 jaar voelt zich volwassen; dát is bijna gelijk aan de gemiddelde Nederlandse jongere (92%).
7
Zie de hoofdrapportage van Jongeren 2007.
Als er verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden zijn, zou 55% gaan stemmen (in Jongeren 2007: 76%). De voorkeur gaat uit naar de PvdA en de SP; het CDA zou vrijwel geen stemmen krijgen. In het onderzoek zijn ook enkele stellingen voorgelegd over Nederland. 55% van de allochtone jongeren voelt zich thuis in Nederland (Jongeren 2007: 73%). 13% voelt zich niet thuis; vooral Turkse (16%) en Marokkaanse (18%) jongeren. 38% is trots op Nederland (tegen 56% in de gemiddelde steekproef; ook al niet erg hoog). 27% is het eens of helemaal eens met de volgende stelling:” Als ik zou kunnen, zou ik morgen nog emigreren”; alleen de jongeren van de Antillen scoren hier lager op.
11
12
Slot Dit onderzoek is natuurlijk niet bedoeld om een definitief antwoord te geven op alle vragen over allochtone jongeren in Nederland. We zien het als een bijdrage aan de kennis over subculturen onder jongeren in Nederland. Als je de uitkomsten van het onderzoek overziet, dan wordt weer eens bevestigd dat er sprake is van een grote diversiteit onder de jongeren in Nederland. Er zijn veel overeenkomsten tussen jongeren, maar ook veel verschillen. Als we het over jongeren hebben, hebben we te maken met een veelkleurige en een veelzijdige generatie. De verschillen lopen niet alleen langs de lijn allochtoon – autochtoon. Er zijn ook aanzienlijke verschillen tussen hoger en lager opgeleiden, tussen westerse subculturen (van dance tot gothic), tussen niet-westerse subculturen en noem maar op. Het is dus niet alleen een simplificatie om te stellen dat er onder Nederlandse jongeren twee bevolkingsgroepen zijn: autochtonen en allochtonen. Het negeert ook het feit dat er tussen beide groepen grote overeenkomsten zijn. Dat geldt in ieder geval voor hun gedrag; hun opvattingen lijken op een aantal terreinen wat meer af te wijken van gemiddelde jongeren8.
Als we het dan toch over verschillen hebben tussen allochtone en autochtone jongeren, dan valt in ieder geval het volgende op: • • • • • • • •
Allochtone jongeren komen, gemiddeld, uit minder welstandige gezinnen. Ze zijn minder tevreden met hun eigen inkomsten en hebben relatief ook vaker schulden. Wel is het zo dat ze meer geld uitgeven aan hun uiterlijk en hun image. Ze maken minder intensief gebruik van media. Ze houden zich minder bezig met sociale netwerken op internet en zijn terughoudender met het presenteren van zichzelf op internet. YouTube doet het heel erg goed. Het geloof speelt voor veel allochtone jongeren een belangrijke rol. Allochtone jongeren lopen, qua persoonlijke ontwikkeling, wat achter op autochtone jongeren. Ze hebben minder binding met ‘oerhollandse’ iconen zoals de Donald Duck, de Telegraaf, V&D en Pinkpop. Ze hebben liever Elle Girl, de Metro, Zara en het Kwakoe-festival in Amsterdam.
Voor een in principe gastvrij land als Nederland is het verder natuurlijk een belangrijke uitkomst dat veel allochtone jongeren heel tevreden zijn met hun leven zoals ze dat hier leiden, en dat slechts een minderheid overweegt om zich in de toekomst elders te gaan vestigen.
Het feit, dat we overeenkomsten vinden, is enerzijds misschien een wonder. We hebben het (zelfs bij de 5 nationaliteiten die we onderzocht hebben) over jongeren uit heel verschillende windstreken en dus uit heel verschillende tradities. Waarbij ook per nationaliteit nog weer grote verschillen kunnen bestaan (bijvoorbeeld vanwege de regio’s waar de jongeren vandaan komen, of hun sociale klasse). Aan de andere kant is het natuurlijk ook zo dat de verschillende culturen in Nederland al gedurende langere tijd met elkaar samen leven en elkaar beïnvloeden. Verder geven jongeren in het kwalitatieve gedeelte van dit onderzoek heel duidelijk aan dat ze moeite willen doen om erbij te horen. Ze willen geaccepteerd worden, meedraaien en een volwaardige positie hebben. Dit beeld komt, overwegend, ook naar voren in het kwantitatieve onderzoek.
Amsterdam, februari 2008. © Qrius, op alle gegevens van en teksten over Allochtone Jongeren 2007. Overname van informatie is toegestaan, maar uitsluitend met bronvermelding.
Lettend op deze instelling en op de overeenkomsten die we gevonden hebben, huldigen wij in ieder geval de opvatting dat de overeenkomsten tussen autochtone en allochtone jongeren belangrijker zijn dan de verschillen. Het gaat hier in alle gevallen om Nederlandse jongeren, die in diverse opzichten anders zijn, maar ook veel gemeenschappelijk hebben. Waaronder de wens om met zijn allen in Nederland te leven en daar het beste van te maken.
8
Dit is in lijn met de publicaties van Prof. Dr. David Pinto; zie davidpinto.nl.
13
14