Alles wat erbij hoort in de Domstad
Alle stands zijn afgelopen, alle dienstboodschappen afgehandeld – wie nu nog een beetje tijd heeft, kan vaststellen: Keulen is ook culinair een reis waard. Geheime tip deel één: Wanneer u zich een keer echt impopulair wilt maken in een “Kölsch”-kroeg of in één van de typisch Keulse brouwerijen, dan bestelt u een “Alt” (bier met bovengisting). “Altbier” wordt in Düsseldorf gebrouwen, dat met de buurman aan de Rijn door min of meer innige concurrentie verbonden is – en wordt in Keulen helemaal niet of met tegenzin geschonken. Wie het bestelt, kan de Keulenaars, die anders zo prettig in de omgang zijn, van een heel andere kant meemaken, weet in Keulen iedere taxichauffeur:”Dan laat de ober het u nog wel weten.” Er is meer dan voldoende gelegenheid om zich zo in een netelige situatie te brengen: De Domstad aan de Rijn heeft weliswaar niet de langste bar ter wereld, zoals de Düsseldorfse concurrentie, maar aan gelegenheden om de lokale drink- en eetcultuur te leren kennen, heerst geen gebrek.
De oude binnenstad heeft knusse plekjes te bieden
Daarbij kent het Keulse bezoekerscompas slechts één richting: De beste weg is naar de oude binnenstad – luidt de principiële aanbeveling voor bezoekers. Daar vindt men alles wat men nodig heeft. Eenmaal in de wijk rondom de ‘Alten Markt’ aangekomen, rijst bij de bezoeker de vraag naar de smaak. De meeste brouwerijen zijn goed. “Kölsch” In Keulen beter geen “Altbier” bestellen De verschillen zijn werkelijk niet groot. Dat is vooral aan twee dingen vast te stellen – aan het drinken en aan het eten. Drinken betekent bier. Wie water bestelt, moet ermee rekening houden gevraagd te worden of hij niet al thuis gedouched heeft. En bier, dat heet in Keulen ‘Kölsch’ – geserveerd door de “Köbes”, de kelner, in “Kölner Stangen”. Dat zijn glazen, waaruit in andere plaatsen een borrel gedronken wordt. In vergelijking daarmee zou men de glazen naar mening van BZP-bestuurslid Peter Zander in uiterlijk drie slokken leeggedronken moeten hebben, omdat het bier vers het beste smaakt. En ze vullen zich als vanzelf weer: Wanneer ze leeg zijn, heeft de gast vaak sneller een vers getapt bier op tafel dan hij omkijken kan. “Der Köbes” levert ongevraagd na, wanneer geen bierviltje op het geleegde glas ligt. En dan betekent het aanstoten – steeds weer met het onderste gedeelte van het glas! Maar ‘Kölsch’ is natuurlijk niet meteen ‘Kölsch’ – niet voor niets beroemen de Domstedelingen zich op één van de grootste brouwerijdichtheden van Duitsland. Weliswaar wordt ‘Kölsch’ altijd bovengistend gebrouwen, net zoals het Beierse witbier, maar het ene is een beetje zoeter, het andere een beetje meer bitter. Biervrienden zijn ter vergelijking uitgenodigd. In de meeste brouwerijen wacht de bezoekers een eerder eenvoudige inrichting. Tot de grote brouwerijen behoren “Sion” (Unter Taschenmacher 5-7) en direct om de hoek “Früh am Dom” (Am Hof 12-14). Beide zijn ook bij gasten van buiten populair, omdat ze in verschillende delen onderverdeeld zijn, die telkens een eigen karakter hebben. “Früh am Dom” kan voor iets bijzonders zorgen.
Zelfs Peter Zander, BZP-bestuurslid en Keulenaar in hart en nieren, kent geen andere brouwerij, die een bierkelder heeft, waar men uit kleine vaten aan tafel zelf tappen kan.
Foto: Heinz Mülow, Stadt Köln
Une - Een goed adres in de oude binnenstad van Keulen: de “Früh am Dom” -
“Brouwerijen” Kiezen is moeilijk Het kan ook wat kleiner: De “Gaffel” aan de Alter Markt 20-22 en “Brauhaus Peters” in de Mühlengasse 1 zijn populaire ontmoetingsplaatsen. Voorts wachten in de Salzgasse drie brouwerijen op gasten, daaronder het “Brauhaus in der Salzgasse” en de “Walfisch” in een historisch pand. Wie in de sporen van beroemdheden wil treden, zou zich naar het “Brauhaus zur Malzmühle” aan de Heumarkt moeten begeven: Hier heeft ook Bill Clinton zijn waarschijnlijk eerste ‘Kölsch’ gedronken. Typische brouwerijen bieden naast een met zorg bereid bier meestal een omvangrijk menu aan, waarop Keulse specialiteiten zoals dikke bonen met spek en zure bonen met vlees net zomin zouden mogen ontbreken als kleine valstrikken voor mensen van buiten de stad: Een “Halver Hahn” is geenszins een gegrilde haan, maar simpelweg een roggenbroodje met een jong belegen Hollandse kaas. Zoals gebruikelijk in het Rijnland, wordt er graag gecombineerd. Zo wordt bij “Himmel und Ääd” aardappel- en appelmoes door elkaar gemengd. Graag wordt daarbij ook gebraden “Flönz” (bloedworst) geserveerd. Graag gegeten wordt ook de ‘rheinische Sauerbraten’ (gemarineerd gebraden rundvlees uit de Rijnstreek). “Iedere brouwerij heeft zijn eigen specialiteit,” meent ook Holger Goldberg, secretaris van de Fachvereinigung Personenverkehr Nordrhein. Wie niet het karakter van een brouwerij zoekt en wil genieten van het uitzicht op de Rijn, zou richting Rijnoever moeten slenteren. Hier varen ook de boten van de Rijnscheepvaart voor dag- en avondvaarten af. Ook wijndrinkers hoeven in Keulen geen gebrek te lijden. Zo biedt het ‘Weinhaus Brungs’ aan het ‘Marsplatz’ in zijn gewelfkelder menig voortreffelijke wijnen aan. Muzikaal zitten gasten in de oude binnenstad eerder een keer op een droogje:”In dat opzicht heeft de oude binnenstad weinig”, meent Peter Zander. De beroemde uitzonderingen bevestigen echter ook hier de regel: In de “Streckstrump” (Buttermarkt 37) speelt elke avond bij vrij entrée een band jazz, meestal waait de wind uit Dixieland. Maar te laat komen moet men hier in geen geval. “De “Streckstrum” is tamelijk klein, daarom moet men zien dat men plaatsen krijgt. In “Papa Joes Klimperkasten” aan de Alter Markt 50-52 is weliswaar niet dagelijks live-muziek. Maar de gasten hoeven het toch niet zonder muziek te stellen: Papa Joe heeft oude, electromechanische instrumenten opgesteld, die graag hun bekwaamheid tonen, wanneer men ze met munten voert. Ook de kleinkunstvrienden komen in Keulen aan hun trekken: Het bekende “Senftöpfchen” in de Grossen Neugasse geldt als één van de meest gerenommeerde kleinkunstpodia van Duitsland. Bestemmingen die de moeite waard zijn, zijn er ook in de buurt van de beurs Natuurlijk is er ook aan de andere kant van de oude binnenstad een reeks brouwerijen en kroegen die een bezoek waard zijn. Veel van deze zijn voor
gasten van buiten de stad alleen niet zo gemakkelijk te bereiken – behalve met de taxi. Eén van de uitzonderingen is voor beursbezoekers de restauratie in het Deutzer Bahnhof, die Holger Goldberg alle beursbezoekers op het hart bindt – niet alleen, omdat deze in enkele minuten vanuit de beurshal van de Europese Taxibeurs te bereiken is. “Daar is een goede prijs-kwaliteit-verhouding, een echt Keulse keuken en ook gastronomie van buiten. “ “Halver Hahn” Keulse specialiteit met verrassingseffect
Foto: S. Horrocks, Stadt Köln
Een droompaar van de brouwerij-gastronomie: “Halver Hahn” en “Kölsch”
Ook de “Brauhaus ohne Namen” in de Mathildenstrasse 42 is vanuit de hallen van de Europese Taxibeurs relatief goed te bereiken. Chic tot chic-burgerlijk gaat het er in “Fischer’s” aan de Hohenstaufenring aan toe. Eerder ontspannen en ongedwongen bij “Hase” in de St.-Apern-Strasse 17, in de “Maybach” in de Maybacher Strasse 111 en bij “Heising & Adelmann” in de Friesenstrasse 58-60. Waar u dan ook aangelegd heeft, zou u ook het tweede deel van de geheime tip van het bier bestellen in acht moeten nemen: Indien u het toch verkeerd gedaan heeft, zult u ervaren, dat de ‘Kölsch-Alt’-concurrentie helemaal niet zo “bierserieus” te nemen valt. Men heeft zich eenvoudigweg als iemand van buiten gepresenteerd – wat na de eerste woorden wegens gebrek aan een tongval uit de Rijnstreek sowieso zou zijn gebeurd – en krijgt op deze manier een goede gelegenheid, de Keulenaars nader te leren kennen – en dat is de moeite waard.
‘Kölsch’ voor mensen die vroeg opstaan ‘Kölsch’-kenners zoeken op dit tijdstip misschien nog vertwijfeld naar de aspirinetablet – alle anderen nodigt Köln Tourismus sinds kort elke dag behalve op stille feestdagen om 11.00 uur uit voor de “Frühschoppen-Kölschtour”. De ongeveer twee uur durende wandeling maakt iemand vertrouwd met de spreekwoordelijke “kölsche Lebensart” (Keulse leefwijze), waartoe natuurlijk veel meer behoort dan bier. Zo schieten ook specialiteiten zoals “Himmel und Ääd” of “Kölscher Kaviar” niet erbij in. Maar feit blijft: Er is nauwelijks een andere stad die zoveel brouwerijen heeft als Keulen – er moet dus iets bijzonders zijn aan het “Obergärigen” (bovengistend bier) uit de Domstad. Deelname aan de tour kost 11 Euro, kaarten zijn in het Service-Center van Köln Tourismus, Unter Fettenhennen 19, verkrijgbaar. Daar begint de “Frühschoppen-Kölschtour” ook. Wie voor eigen rekening meer over het “Kölsch” te weten komen wil, krijgt daartoe in het ‘Brauerei-Museum’ in de Alteburger Strasse 145 de gelegenheid. Goede nacht! Wie na de beurs niet slechts een dag, maar ook nog een nacht eraan wil vastplakken en daarbij niet op het als congreshotel geselecteerde DorintKongress-Hotel in de Helenenstrasse bouwen wil, zal in iedere prijscategorie iets vinden. Een leidraad daarvoor biedt een door de Fachvereinigung Personenverkehr gepubliceerde lijst met hotels, die bijzondere voorwaarden voor de Taxibeurs bieden. Verdere hotel-informatie is ook via de website van de Jaarbeurs van Keulen (www.koelnmesse.de) opvraagbaar. Ook Köln Tourismus (0049)/ (0)2 21/ 2 21 -3 04 00, www.koelntourismus.de) houdt een hotellijst gereed. Florian Beck