‘Actiedag’ Wat komt erbij kijken?
Inhoud 1. Doelstelling 2. Activiteiten 3. Wie betrekken 4. Rol Taskforce Jeugdwerkloosheid 5. Communicatie en persbenadering 6. Do’s & don’ts
2
1. Doelstelling Taskforce Jeugdwerkloosheid De Taskforce Jeugdwerkloosheid heeft tot doel om ervoor te zorgen dat binnen de kabinetsperiode 40.000 extra jeugdbanen worden gerealiseerd en om de samenwerking tussen partijen te stimuleren om de sluitende aanpak van jongeren te verbeteren. De Taskforce heeft een landelijke, sectorale en een regionale aanpak. Landelijke aanpak De Taskforce maakt afspraken met landelijke partijen en koepelorganisaties zoals CWI, COLO, BVE-Raad, UWV, VNG en werkgeversorganisaties. Daarnaast worden landelijke acties gevoerd zoals het Lenteoffensief samen met CWI in het voorjaar 2005 en het Leerbaanoffensief samen met het MKB-10.000-leerbanenproject, CWI, ROC’s, kenniscentra en RMC’s in het najaar 2005. Sectorale aanpak De Taskforce heeft het O&O Jeugdmodel ontwikkeld, dat beoogt jongeren zonder startkwalificatie kennis te laten maken met het werk in een branche, hen in de praktijk op te leiden tot startkwalificatieniveau en hen een baangarantie te geven, met een zodanige financieringsconstructie dat het de werkgever relatief weinig kost. Het O&O Jeugdmodel wordt beproefd in de metaalsector door OOM, AenO Metalektro, OTIB, Eindhoven, Hengelo, Rotterdam en Kenteq. Het O&O Jeugdmodel wordt in samenwerking met JongActief uitgerold naar andere sectoren en gemeenten. Regionale aanpak De Taskforce heeft een team van accountmanagers die regionaal aan de slag zijn. Deze accountmanagers zoeken partijen in de regio op, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij actieve regionale samenwerkingsverbanden zoals RPA´s of MKBactieteams. Samen met deze partijen worden onder meer actiedagen georganiseerd. Eerst is commitment bij de verantwoordelijke wethouders gezocht om de landelijke doelstelling van 40.000 jeugdbanen (waaronder de 10.000 MKB-leerbanen) te vertalen in een regionale doelstelling (naar evenredigheid van het regionale aandeel in de totale jeugdwerkloosheid). Vervolgens wordt toegewerkt naar een actiedag om het realiseren van de regionale doelstelling een stevige ‘kick-off’ mee te geven. Voor het organiseren van een actiedag wordt waar mogelijk aangesloten bij gelegenheden die zich in de regio voordoen. Doelstelling actiedag: • Zoveel mogelijk vacatures voor jeugdbanen1 werven • Zoveel mogelijk jongeren voorselecteren 1
Onder ‘jeugdbanen’ worden begrepen: • Leerbanen voor leerlingen in het (V)MBO of jongeren die niet terug naar school te leiden zijn • Reguliere banen • Jongeren Ontwikkelings- en ervaringsPlaatsen (JOP-stages) met behoud van uitkering en een eenmalige bonus van €450 van de werkgever 3
• • •
Zo dicht mogelijk de matching benaderen Samenwerking tussen de verschillende partijen versterken Positieve publiciteit genereren over de aanpak van jeugdwerkloosheid
Het ‘Actiedag’ concept In dit document wordt het ‘Actiedag’ concept en wat ervoor nodig is om een actiedag met succes te organiseren, zo praktisch mogelijk uitgewerkt. Leerervaringen van actiedagen die al hebben plaatsgevonden, zijn erin verwerkt. Op 5 september 2005 is met sleutelfiguren uit de organisatie van een aantal markante actiedagen (Alphen a/d Rijn, Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Friesland en Amsterdam) het concept Actiedag geëvalueerd 2. Centraal stonden de vragen: • Wat werkt wel/niet bij het zorgen voor een goede opkomst van jongeren? • Wat werkt wel/niet bij het zorgen voor een goede vacaturewerving? • Wat werkt wel/niet bij het zorgen voor een goede matching? • Hoe is de verhouding effort/opbrengst? • Wat werkt wel/niet bij de ondersteuning door de Taskforce? De uitkomsten hiervan zijn in dit document verwerkt. Voor concrete voorbeelden verwijzen wij u naar de website www.jeugdwerkloosheid.nl, onder ‘Over de Taskforce’, ‘Actiedagen’. Input voor nieuwe voorbeelden kan worden ingebracht via de regionale accountmanagers van de Taskforce. Zie www.jeugdwerkloosheid.nl, onder ‘Over de Taskforce’, ‘Organisatie’, voor een overzicht van de accountmanagers.
2
Met dank aan: Bas van Meggelen (Maatwerk Amsterdam), Wigger Tenge (Vacature Service Amsterdam), Maria Croonen (RPA Haaglanden), Inge Brevé (Gemeente Rotterdam), Toos van Agtmaal (Dienst Stedelijk Onderwijs Rotterdam), Karsten Bulling (CWI Rotterdam), Eveline Meister (MKB Leerbanen Eindhoven), Petra Burgmeijer (Vereniging van Ondernemingen Alphen aan de Rijn en omstreken), Klaske Sinnema en Alice Standhart (RPA Rijn Gouwe), Betsie Gerrits (CWI Alphen aan de Rijn) en Barbara Huis in ’t Veld (RPA Fryslân) 4
2. Activiteiten Om de doelstelling te bereiken en de actiedag zo succesvol mogelijk te maken, is het zaak van tevoren de matching zoveel mogelijk voor te bereiden. De volgende activiteiten zijn aan de orde: A. Commitment en eindverantwoordelijke • Het is van belang dat regionaal of lokaal een concrete doelstelling wordt vastgesteld: een aantal te realiseren plaatsingen van jongeren op ‘jeugdbanen’. Er moet iemand zijn die zich eindverantwoordelijk voelt voor het behalen van de regionale of lokale doelstelling, zoals een wethouder (van de grootste gemeente in de regio). Voorbeeld: In Rijn Gouwe woont 1/40ste deel van de jeugdwerklozen in Nederland. Rijn Gouwe heeft zich in RPA-verband, onder voorzitterschap van de wethouder van Leiden, gecommitteerd aan de doelstelling van 1000 (1/40ste deel van 40.000) jeugdbanen. Deze doelstelling is neergelegd in de collegeprogramma´s van de gemeenten. B. Projectleider • De eindverantwoordelijke bepaalt wie de projectleider is • Deze rol wordt niet vervuld door de accountmanager van de Taskforce • Dit zou bijvoorbeeld iemand van de (centrum)gemeente of het CWI kunnen zijn, of een samenwerkingsverband zoals een jongerenloket of het RPA C. Projectplan en kerngroep • In het projectplan kan worden opgenomen: Ø Doelstellingen actiedag doorvertalen: hoeveel en welk soort jeugdbanen worden nagestreefd? Ø Beschrijving van de keuze voor invulling actiedag Ø Datum actiedag Ø Taakverdeling Ø Planning (minimaal 2 á 3 maanden, afhankelijk van invulling actiedag) Ø Begroting Ø Evaluatie • Het werkt het meest slagvaardig als er een kerngroep wordt samengesteld niet uit alle, maar uit de organisaties die er het meeste belang bij hebben om van de actiedag een succes te maken, zoals: Ø (Centrum)gemeente Ø UWV Ø CWI Ø Actief samenwerkingsverband (bijvoorbeeld jongerenloket, RPA) Ø Taskforce • Zie paragraaf 3 ‘Wie betrekken’ D. Communicatie en persbenadering voorbereiden • De Taskforce wil hiervoor in overleg met de partijen eindverantwoordelijk heid dragen. In ieder geval bij een eerste kerngroepbespreking komt de communicatieadviseur van de Taskforce mee; deze kan in overleg met de
5
partijen de regie over de communicatie en persaanpak voeren en stemt af met de communicatieadviseurs van de verantwoordelijke betrokken partijen. Zie paragraaf 5 ‘Communicatie en persbenadering’. E. Zorgen voor een goede opkomst van jongeren •
Verplichten in combinatie met een 1-op-1-benadering Uit de organisatie van eerdere actiedagen en uit jongerenonderzoek3 blijkt dat verplicht stellen helpt. De sanctiemogelijkheid moet dan wel duidelijk worden gecommuniceerd en worden gehandhaafd als de jongere verzaakt. Bij ongeveer een kwart van de uitkeringsgerechtigden speelt de sanctiedreiging mee bij de beslissing om wel of niet te gaan. Toch garandeert deze aanpak niet dat elke uitgenodigde jongere zal komen. Meer dan de helft van de geregistreerde groep werkloze jongeren heeft bijvoorbeeld geen uitkering. Bovendien is het de vraag of de jongeren dan gemotiveerd zijn. Verplichten zal volgens de ervaring van organisatoren van actiedagen het beste kunnen worden gecombineerd met een 1-op-1-benadering. Actiedagen zijn vaak ook leuk gemaakt voor jongeren door optredens van rappers en andere “spiegeltjes en kraaltjes”. De meeste organisatoren van actiedagen geven aan dat dit werkt om te zorgen voor een goede opkomst. Opvallend genoeg blijkt uit onderzoek onder jongeren die actiedagen hebben bezocht dat de benaderingswijze van de geregistreerde werkloze jongeren voor actiedagen zakelijker kan worden ingestoken. De jongeren geven aan minder prijs te stellen op evenementen met lokkertjes zoals entertainment of gadgets; het gaat hen om concrete gesprekken met werkgevers die vacatures hebben.
•
Werving via jongerenkanalen Goede voorbeelden van jongerenkanalen zijn FunX en een website in hun eigen taal (bijvoorbeeld
[email protected]). Ook een “SMS -bombardement”, in te kopen bij leveranciers van telecommunicatiediensten, werkt; hiermee zijn veel jongeren tegelijk tegen relatief lage kosten te bereiken om ze te herinneren aan de actiedag. In Amsterdam zijn goede ervaringen opgedaan met het betrekken van een klankbordgroep jongeren bij de organisatie van de actiedag.
• Voorselecteren Ø Het is essentieel dat de organisaties die werkzoekende jongeren in hun bestanden hebben, de jongeren kennen. M.a.w. er zijn recent gesprekken gevoerd met de jongeren, men heeft paraat welke jongere welk soort leerbaan nodig heeft, welk soort gewone baan, voor wie welk soort JOP-stage geschikt is, etc. Het onder begeleiding laten invullen van het CVplus (zie www.jongeren.werk.nl onder ‘Aan het werk!’, ‘Maak een duidelijk CV met CVplus’) is een goed instrument om zicht te krijgen op de competenties van de jongere. Dit biedt betere mogelijkheden om de jongere te bemiddelen dan 3
Onderzoek “De werkloze jongere in beeld” van Research voor Beleid in opdracht van Taskforce Jeugdwerkloosheid, met medewerking van gemeente Amsterdam, gemeente Eindhoven en CWI Emmen, 21 september 2005 6
vanuit het wensberoep. Het is aan te raden sollicitatietrainingen te geven. Men kan aldus adequaat reageren op geworven vacatures en kansrijke kandidaten in gesprek laten gaan met de werkgevers. Ø Er kan voor worden gekozen om aanbodgericht te werven, dus aan de hand van het profiel van de kandidaten gericht vacatures te werven. Er kan bijvoorbeeld een kandidatenkrantje worden gemaakt. Ø Een combinatie van beide opties is ook mogelijk. F. Zorgen voor een goede vacaturewerving •
Taal van werkgevers spreken Inleving in en begrip voor de situatie van de werkgevers is essentieel. Het is noodzakelijk om hun belang te kennen en daarop aan te sluiten. Organisatoren van actiedagen geven aan dat het ondernemersbelang boven het maatschappelijke belang gaat. Het maatschappelijke belang werkt wel vaak als goede “vlag” om werkgevers bijeen te krijgen, maar uiteindelijk zit ieder er voor het eigen ondernemersbelang. Argumenten voor werkgevers die volgens de organisatoren daarbij relevant zijn, zijn dat jongeren goede en goedkope leerkrachten zijn, die je aan je kunt binden. Over subsidiemogelijkheden moet duidelijk worden voorgelicht. Bovendien moet papieren rompslomp worden vermeden of uit handen worden genomen. Met name de MKB-werkgever moet niet teveel hoeven te doen.
•
Gecoördineerde en zo direct mogelijke benadering Werkgevers worden niet graag verschillende keren door verschillende instanties voor hetzelfde doel benaderd. Daarom is het van belang dat de vacaturewerving gecoördineerd verloopt. Dit kan door lijsten te maken van werkgevers uit de verschillende netwerken en bestanden. Dit zou soms moeilijk kunnen lopen. Tenminste moet in het belang van het succes van de dag één algemeen communicatiemiddel worden gebruikt waarmee de werkgevers worden opgeroepen om vacatures voor jeugdbanen aan te melden bij één ”loket”. Een voorbeeld is een electronische uitnodiging, ondertekend door alle partijen. De werkgever kan zich electronisch aanmelden. Voor de telefonische follow-up kunnen de taken worden verdeeld. Een andere mogelijkheid is om partijen zoals werkgeversorganisaties, ondernemersnetwerken en Kamer van Koophandel hun eigen achterban te laten benaderen en nabellen, mits rekening wordt gehouden met eventuele overlap in de bestanden. Een goed voorbeeld van een ondernemersnetwerk om werkgevers direct te benaderen zijn de SOB’s (Samenwerking Onderwijs Bedrijfsleven) die in Haaglanden zijn opgericht. Het werkt om een aansprekend persoon uit de regio als gezicht te gebruiken (Bijvoorbeeld Hans van Breukelen in Eindhoven).
•
Werkgevers betrekken Zorg ervoor dat werkgevers meer worden betrokken dan alleen deelnemen met een stand en folders uitdelen. Mochten er tijdens de actiedag vacatures worden gemeld, neem die dan meteen op. Handel volgens een vooraf met de betrokken partijen afgesproken procedure. Hiermee zijn goede ervaringen 7
opgedaan in Alphen aan de Rijn. •
Uitzendbureau’s betrekken Organisatoren van actiedagen zijn het erover eens dat uitzendbureau’s essentieel zijn voor de vacaturewerving. Een kanttekening hierbij is dat het voor jongeren zonder startkwalificatie ongunstig kan uitpakken indien zij tot hun 23ste aan de slag gaan op uitzendbanen, vervolgens spijt hebben dat zij nooit een startkwalificatie hebben behaald, maar over het algemeen te duur zijn geworden voor een leerbaan. Anderzijds doen veel jongeren hun eerste werkervaring op door tijdelijk uitzendwerk. Deze werkervaring is juist gunstig voor bemiddeling naar een leerbaan.
G. Zorgen voor een goede matching •
Ø Ø
Ø Ø
Matching De matching kost heel veel voorwerk. Organisatoren van actiedagen geven aan dat werkgevers vaak hoge verwachtingen van de jongeren hebben. Zij vinden het niet verstandig om de moeilijkste jongeren op de werkgevers af te sturen. Jongeren moeten goed worden voorbereid en begeleid wat betreft werkmotivatie, houding, omgangsvormen en gedragsregels. De matching is nog niet klaar als kandidaat en werkgever aan elkaar zijn voorgesteld. In het begin moet zeer intensief contact worden gehouden met werkgever en nieuwe werknemer. Het werkt om jongeren eerst gratis te laten “proefdraaien” bij werkgevers. Andere tips van organisatoren van actiedagen zijn: Breng jongeren en werkgevers direct met elkaar in contact; ze moeten elkaar kunnen zien Houd niet teveel vast aan de wensberoepen van jongeren; een jongere met bijvoorbeeld een opleiding in de autotechniek kan ook iets heel anders gaan doen. Het invullen van het CVplus (zie www.jongeren.werk.nl onder ‘Aan het werk!’, ‘Maak een duidelijk CV met CVplus’) kan helpen om de competenties van de jongere inzichtelijk te krijgen Zorg dat de matching en follow-up door een vaste contactpersoon wordt gedaan die zowel de jongere als de werkgever kent Ga na waarom onvervulde vacatures niet zijn vervuld en of ze geschikt zijn voor andere doelgroepen
•
Mismatch Er zijn veel vacatures, bijvoorbeeld in de techniek, waarvoor onvoldoende jongeren te vinden zijn die daarvoor belangstelling hebben. Er zijn verschillende ervaringen opgedaan door organisatoren van actiedagen om dit te verhelpen: Ø Laat jongeren kennismaken met de betreffende beroepen (MKB leerbanen Eindhoven) Ø Ouders hebben een grote invloed op de keuzes van jongeren. Tevens is er vaak een verkeerd beeld van wat er met technische beroepen te verdienen is. Bewerk ouders door salaristabellen te publiceren in het regionale dagblad (Eindhoven)
8
Ø Laat jongeren “ruiken” aan verschillende beroepen in een carroussel gedurende 6 weken, waarna zij kunnen worden opgeleid tot startkwalificatie in het beroep van hun keuze (Amsterdam Centrum Vakopleidingen) Ø Organiseer doemanifestaties, waarbij jongeren een beroep kunnen zien en zelf kunnen uitproberen; bereid ze hierop voor met lespakketten op school (Skills Masters Rotterdam) •
Monitoring Uit ervaringen van organisatoren van actiedagen blijkt dat de monitoring in feite handmatig moet worden bijgehouden. Het is van belang om van tevoren af te spreken wie de resultaten van de actiedag gaat monitoren. Een tip uit Eindhoven en Amsterdam is om middels “visitekaartjes” te zorgen dat elke jongere die belangstelling heeft voor een vacature ook geregistreerd wordt.
•
Follow-up Organisatoren van actiedagen geven aan dat het verstandig is om vantevoren extra mensen in te plannen voor de follow-up. Er moeten goede afspraken worden gemaakt over de verantwoordelijkheden van alle partijen. In feite zijn er twee soorten follow-ups: uitvoerend en bestuurlijk. Als in de uitvoering partijen hun verantwoordelijkheden niet oppakken, moet dit bestuurlijk worden opgevolgd. Bij veel actiedagen is het CWI de partij die de verantwoordelijkheid heeft voor de matching. Alle projectpartners blijven echter hun rol hebben en moeten op aangeven van CWI bij bijvoorbeeld problemen hun verantwoordelijkheid nemen. Bij de actiedag Zoetermeer zijn goede ervaringen opgedaan om medewerkers van de gemeente naast die van het CWI een rol te geven bij het voorselecteren van jongeren en het bellen van bedrijven. Veel organisatoren van actiedagen geven aan dat de opbrengst van de actiedagen naast de extra vacatures en plaatsingen juist ligt in de versterking van de samenwerking met de partners. Een goed voorbeeld hiervan is Eindhoven, waar de projectgroep die is samengesteld ter voorbereiding van de actiedag, nog steeds 2 -wekelijks bij elkaar komt.
H. Logistieke organisatie evenement • Locatie • Tijdstip • Uitnodigingen • Registratie aan- en afmeldingen
9
3. Wie betrekken? In ieder geval kunnen betrokken worden voor het voorselecteren van jongeren: de organisaties die werkzoekende jongeren in hun bestand hebben en voor de gecoördineerde vacaturewerving: de organisaties die werkgeversnetwerken en/of een taak in vacaturewerving hebben. A. Voorselecteren van jongeren: • CWI (fase 1 en 2) • GSD (zowel bijstandsjongeren fase 3 en 4 als niet-uitkeringsgerechtigde jongeren; stel expliciet de vraag aan de orde of men ook tot doel heeft de groep te bereiken die “uit beeld” is) • UWV (WW-jongeren en Wajongeren) • ROC’s (leerlingen zonder bpv-plek) • VMBO’s (leerlingen zonder LWT-plek) • RMC (voortijdig schoolverlaters) • Reïntegratiebedrijven (zowel klanten van gemeenten als van UWV) • Uitzendbureau’s B. Gecoördineerde vacaturewerving: • CWI • MKB leerbanen actieteam / MKB regio • Regiosecretaris VNO-NCW • LTO regio • Kamer van Koophandel • Ondernemersverenigingen • Lions, Rotary etc. • Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven • Uitzendbureau’s • Gemeentelijke dienst EZ/werkgelegenheid • Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid • JongActief • ROC’s • VMBO’s • Regiokantoor van ministerie EZ
10
4. Rol Taskforce Jeugdwerkloosheid De Taskforce draagt het volgende bij aan het organiseren van een actiedag: • Het concept ‘Actiedag’ met de leerervaringen die daarmee al zijn opgedaan • Inzet van de regionale accountmanager in de ondersteuning van de organisatie van de actiedag • Inzet van een lid van de Taskforce bijvoorbeeld als spreker op de actiedag (die onder meer werkgevers kan enthousiasmeren om vacatures aan te melden) • Inzet communicatieadviseur voor persbenadering, advies en inzet communicatiemiddelen • Inzet jongerenpromotieteam, bijvoorbeeld om in aanloop naar de actiedag jongeren aan te spreken om naar de actiedag te gaan, vacatures te werven bij werkgevers of op de actiedag zelf jongeren te enquêteren • Een proportionele financiële bijdrage als “aanjaagbudget” onder de voorwaarde dat ook de verantwoordelijke partijen meefinancieren
11
5. Communicatie en persbenadering De Taskforce initieert in overleg met de partijen allerlei communicatieactiviteiten, waaronder een gerichte regionale publiciteitsaanpak. Via de (regionale) media proberen we het thema jeugdwerkloosheid te agenderen. Ook proberen we via de media werkgevers op te roepen werkplekken aan jongeren beschikbaar te stellen of hen door te leiden naar CWI. Tot slot willen we via de media jongeren op te roepen naar CWI te gaan voor een baan en naar een onderwijsorganisatie voor een opleiding. De actiedagen, zoals die in dit document worden beschreven, proberen we samen met de organiserende partijen zoveel nieuwswaarde te geven, dat de regionale media er aandacht aan besteden. Die nieuwswaarde bewerkstelligen we door de regionale partijen te committeren aan het creëren van een flinke hoeveelheid jeugdbanen, door evenementen te activeren rond speciale projecten die jeugdbanen genereren en door de inzet van Hans de Boer, die door zijn voormalige voorzitterschap van MKB Nederland, nieuwswaarde heeft, of regionale/lokale aansprekende figuren. Doel van regionale publiciteit voor de TJ Zodra de datum is geprikt voor een actiedag, is het raadzaam de communicatieadviseur bij de organisatie van de dag te betrekken. Belangrijk is contact te leggen tussen de communicatieadviseur van de TJ en de communicatiemensen van de andere partijen. Zij kunnen dan met elkaar afstemmen welke stappen ondernomen kunnen worden met betrekking tot de publiciteit rondom de actiedag en ook wie wat doet; de taken verdelen. Bij deze groep mensen kunnen heel goed opdrachten uitbesteed worden die normaal gesproken bij de accountmanager zouden kunnen liggen. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat de communicatieadviseur van de Taskforce de enige communicatiepersoon binnen de organisatie van de actiedag is (zie bijvoorbeeld de samenwerking in Eemland, daar is alleen de communicatieadviseur van de Taskforce bij betrokken). Leg ook dan de mogelijkheid van de adviseur aan de organisatie voor. Zie het ook als een extra ondersteuning die de Taskforce alle samenwerkende partijen kan bieden. Welke bijdrage levert de TJ aan de regionale publiciteit? De communicatiemanager van de TJ werkt nauw samen met de organiserende partijen. Zij adviseert met welk verhaal het beste resultaat in de media behaald kan worden. Optimale verslaglegging in de media vraagt namelijk om concrete acties, resultaten, nieuwe activiteiten, betrokkenheid van mensen met nieuwswaarde en om indrukwekkende cijfers. De TJ hanteert een zeer actieve benadering van de pers. De communicatiemanager maakt graag gebruik van bestaande perscontacten, maar steekt altijd energie in het actualiseren van een bestaande perslijst (redacties bellen welke journalist in aanmerking komt voor het thema en adresgegevens checken). Na verzending van een persuitnodiging wordt kort voor het evenement nagebeld om na te gaan of het betreffende medium / de journalist interesse heeft in het bijwonen van het evenement of op een andere manier aandacht te besteden aan het onderwerp. Daarnaast zal de communicatiemanager veelal een concept-persbericht opstellen en dit met betrokken partijen afstemmen en in overleg bepalen wie het persbericht het 12
beste kan versturen. Een persbericht bestaat in veel gevallen uit: de wie-wat-waarwaarom van het evenement, de gekozen aanpak en het beoogde of behaalde resultaat, de reden voor een evenement/project/plan rondom jeugdwerkloosheid en de situatie jeugdwerkloosheid in die regio. Overigens is de TJ er niet op uit om de naamsbekendheid van de TJ te verhogen via regionale pers. Het zijn de organiserende partijen die op de voorgrond staan; de TJ (of Hans de Boer) wordt slechts gebruikt om éxtra nieuwswaarde te genereren. De TJ richt zich op regionale pers en bewaart het benaderen van landelijke media vrijwel altijd voor nationaal georiënteerde evenementen of nieuwsfeiten. De perslijst bestaat uit: regionale dagbladen, regionale radio- en TV-zenders, een kabelkrant, regionale zakenbladen en de meer serieuze huis-aan-huisbladen. Ten slotte zal de communicatiemanager adviseren over het programma van een evenement of bijeenkomst, met het oog op publiciteit én met het oog op optimaal gebruik van de TJ en Hans de Boer. Vanuit dit perspectief adviseert de communicatiemanager over de programma-opbouw en de gehele setting van de bijeenkomst. Ook zorgt de communicatiemanager voor aanwezigheid van voldoende communicatiemiddelen tijdens de bijeenkomst; de TJ beschikt onder andere over flyers voor werkgevers en standmateriaal. Als bij een evenement of bijeenkomst andere partijen logischerwijs leading zijn voor wat betreft de publiciteitsaanpak, dan neemt de communicatiemanager van de TJ een minder actieve rol op zich. Wel wordt altijd gekeken of de gekozen aanpak de gewenste optimale mediadekking op zal leveren. Om die optimale mediadekking te behalen kan overigens altijd een beroep worden gedaan op de capaciteit van de communicatiemanager van de TJ. In principe wordt de verzending van uitnodigingen, informatie, benadering van genodigden, activering van werkgevers of onderwijsorganisaties in de regio zelf uitgevoerd. De rol van de TJ is slechts die van motivator en facilitator, maar als onverhoopt gaten dreigen te vallen op het communicatievlak die de voortgang in de weg staan, dan kan een beroep worden gedaan op de communicatiemanager van de TJ voor extra capaciteit.
13
6. Do’s & don’ts A. Do’s Voorbereiding • Voorbereiding én nazorg is essentieel • Ondernemerslunch: aansluiten bij ondernemersvereniging; voorbereiden door publicaties in verenigingsbladen (Alphen a/d Rijn) • Sluit aan bij een reeds geplande activiteit/gebeurtenis en bouw dat uit; dat is eenvoudiger dan iets vanaf fundament op te bouwen • Keuze maken voor opzet, sfeer, soort te werven jeugdbanen • Werkgevers van tevo ren benaderen om al voor de actiedag banen op te halen (Alphen a/d Rijn, Den Haag en Zoetermeer) • Banen ophalen vanuit de jongeren (Zoetermeer) zodat je meteen kan matchen • Gemeente en CWI samen naar de werkgevers laten gaan (Zoetermeer) • Zorg voor een voorgesprek met alle jongeren (ken ze) • Train de jongeren in houding, kleding en gespreksvaardigheden (Rotterdam) • Persoonlijke begeleiding van jongeren naar het gesprek (Zoetermeer) Proces • Ontwikkel een follow-up programma; hoe blijft het actievuurtje aangewakkerd. Wijs hier iemand of organisatie voor aan (Rotterdam) • Alle partijen (van te voren) betrekken bij het proces en de monitoring (Alphen a/d Rijn, Hoofddorp) • Maak van te voren afspraken over wie er verantwoordelijk is voor de concrete invulling van de geworven banen tijdens de actiedag • Gemeenten vervullen voorbeeldfunctie als werkgever en opdrachtgever • CWI heeft goed de jongeren in beeld (Alphen a/d Rijn) Dag zelf • Wijs een goede “ceremoniemeester” aan • Locatie actiedag op ROC • Een publiekstrekker regelen, zoals Ali B • Maak de actiedag zo concreet mogelijk (geen ellenlange rij van sprekers) • Veilingidee: werkgevers in voortraject al voorbereiden; goed contact tussen Hans de Boer en de zaal mogelijk maken zodat de ondernemers ter plekke vacatures melden (Alphen a /d Rijn) • Op de actiedag zelf moet CWI duidelijk herkenbaar aanwezig zijn met voldoende mensen (Dordrecht en Alphen) B. Don’ts • Actiedag op vrijdagmiddag (onhandig voor de publiciteit) • Allerlei mensen de vloer geven zonder regie erop te houden • Geen follow-up plan hebben • Bij een lunch kan niet iedereen aanwezig zijn, ontbijt (voor werktijd dus) en avonden hebben geen verzuim op het werk tot gevolg. Met name de kleinere organisaties hebben daar moeite mee.
14
Op onze website www.jeugdwerkloosheid.nl kunt u terecht voor concrete voorbeelden over: A. B. C. D. E. F. G. H. I.
uitnodigingen vacaturemelding infodocumenten voor werkgevers en voor intermediairs begrotingen projectplannen monitoringssystemen persberichten persuitnodigingen krantenartikelen
15