van ambulance tot zorg
PAGINA 6
WENSEN VERVULLEN: SIMPELE ‘MEDICATIE’ Een rit per ambulance naar de Keukenhof. Vervoer met aangepaste rolstoelbusjes tijdens een bezoek aan Disneyland Parijs. Patiënten met speciale wensen kloppen noch bij de ambulancezorg, noch bij het zorgvervoer tevergeefs aan. Neem het particuliere initiatief van ambulancechauffeur Kees Veldboer. Zijn Stichting Ambulance Wens vervult laatste vervoerswensen van terminale patiënten. En de BIOS-groep verzorgt al 15 jaar vervoer in aangepaste rolstoelbusjes voor kinderen met een levensbedreigende ziekte. Dit gebeurt op verzoek van de Stichting Doe Een Wens Nederland.
Ferrari Fred Lijflander: “Ik weet nog de eerste wens waarvoor de BIOS-groep werd benaderd. Twee broers in een rolstoel vervoeren naar het vliegveld in Eindhoven. Van daaruit vertrokken ze met een Herculesvliegtuig
naar Italië om de Ferrarifabrieken te bezoeken. Fantastisch! Er zijn ook reizen naar Amerika of Afrika. Favoriete bestemming is Disneyland Parijs. De Stichting Doe Een Wens verzorgt zulke reizen van A tot Z. Voor de patiëntjes zelf en hun ouders, broertjes en zusjes. Alles is tot in de puntjes geregeld. Wij zorgen ervoor dat de reizigers op gepast vervoer kunnen rekenen. We zetten aparte rolstoelbusjes in, waar ook veel bagage in kan. De chauffeurs van de BIOS-groep werken op vrijwillige basis mee. Het is intensief en tijdrovend vervoer, maar wordt altijd zeer gewaardeerd. Dat lees je dan in de verslagen die we na afloop ontvangen.”
AZRR OVERWEEGT AANSCHAF NIEUW NAVIGATIESYSTEEM
Zeeman Ambulancechauffeur Kees Veldboer van AZRR / VRR kreeg het idee voor het vervullen van laatste wensen van terminale patiënten tijdens een rit in Rotterdam. “Ik vervoerde een voormalig zeeman en we hadden wat tijd over voor zijn afspraak in het ziekenhuis. Toen heb ik op zijn verzoek een wens van hem vervuld: nog één keer op een schip varen. Heel simpel eigenlijk, maar voor zo iemand heel bijzonder.” Zo werd het idee om hiervoor een stichting op te richten geboren. AZRR / VRR stelt een ambulance beschikbaar en een aantal collegaverpleegkundigen helpt mee als vrijwilliger. Tal van wensen zijn inmiddels vervuld: een bezoek aan de Keukenhof, een concert van Ilse de Lange, een bruiloft enzovoorts. “Het is een kwestie van veel contacten leggen en doorzetten. Snel handelen, want enkele weken wachten kan niet. Dan is de patiënt wellicht niet meer in leven. ’t Geeft een kick als het lukt. Dan is het eigenlijk een heel simpele manier om mensen heel blij te maken.”
De zeeman is onlangs overleden. “Toch nog later dan verwacht”, vertelt Veldboer, “hij zou de Kerst niet halen. Wellicht heeft zijn vervulde wens hem weer een beetje doen opleven. In de speech tijdens zijn crematie werd er nog aandacht aan besteed. Dan krijg ik kippenvel.” n
Eigen wagen Veldboer heeft in korte tijd een groot netwerk opgebouwd en de nodige publiciteit rond zijn initiatief gecreëerd. Met steun van donateurs spaart hij nu voor een eigen ambulance. “Ik waardeer het zeer dat de dienst een wagen beschikbaar stelt. Met het geld van donateurs wil ik een tweedehands comfortabele lage Mercedes aanschaffen. Er is al een bedrijf dat de aangeschafte wagen voor mij wil opknappen en aanpassen. Een matrasfirma maakt een speciale extra dikke matras zodat de patiënt lekker ligt.”
Kees Veldboer
AZRR oriënteert zich op een nieuw navigatiesysteem voor de ambulances en de motoren. De afgelopen tijd is gekeken naar systemen die in andere regio’s worden gebruikt. Ook is
Deze uitgave is een gezamenlijk initiatief van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond en BIOS-groep Rijnmond.
onderzocht welke systemen het meest geschikt zijn voor een hulpverleningsdienst zoals AZRR. Dit oriëntatietraject leverde een duidelijk resultaat op: CityGIS Navigator. CityGIS Navigator is een systeem met zogeheten ‘mobiele data terminals’. Het is speciaal ontwikkeld voor hulpverleningsdiensten zoals brandweer, ambulance, politie. Dat is een groot voordeel. Veel navigatiesystemen zijn namelijk bedoeld voor de consumentenmarkt en houden geen rekening met het plannen van routes over busbanen en fietspaden en dergelijke. CityGIS doet dat allemaal wel en maakt bovendien gebruik van kaartmateriaal van hoogwaardige kwaliteit. Het systeem is te koppelen met de meldkamer en te integreren met eigen informatie.
Onderzoek De brandweer in deze regio heeft inmiddels besloten dit systeem aan te schaffen. AZRR is nog niet helemaal zover. Eerst wordt nog onderzocht wat de consequenties zijn van implementatie op de ambulances. Zo moet worden bepaald welke hardware nodig is en hoe de communicatie met de meldkamer kan plaatsvinden. En dan zijn er nog zaken als het beheren van het systeem, instructie van de medewerkers en – ook niet onbelangrijk – de kosten van deze overstap.
Tijdwinst Zeker is dat het nieuwe navigatiesysteem zal helpen om de aanrijtijden te bekorten. Het berekent razendsnel routes en zorgt voor herberekening wanneer
daarvan wordt afgeweken. Speciaal voor ambulancevoertuigen zijn ook alle ziekenhuizen van Nederland erin opgenomen, met de juiste ambulance-ingang. n
FUNCTIONALITEITEN CITYGIS NAVIGATOR • speciale OOV*-wegenkaart van Nederland, zoals men deze gewend is op meldkamers • zeer snelle routeberekening en herberekening bij afwijken • routebegeleiding met extra informatie (in gesproken woord en op het scherm) • zoeken op straten en speciale objecten • mogelijkheid tot instellen voorkeurbestemmingen * OOV: Openbare Orde en Veiligheid
Extra’s: • in- en uitzoommogelijkheid • extra aanwijzingen op de kaart tijdens routebegeleiding (ziekenhuizen) • incidentinformatie vanuit de meldkamer naar het voertuig • mogelijkheid rekening te houden met verkeersblokkades • integratie met digitaal ritformulier
Vervolg van pagina 1
ambulance van de regio Haaglanden (standplaats Naaldwijk) wordt ingezet die op het moment van de melding de dichtstbijzijnde ambulance is. Jos Mul, hoofd van AZRR / stafbureau: “Een patiënt in Hoek van Holland kan dan dus verzorgd worden door een ambulance uit Naaldwijk. Ook in Bleiswijk en Ridderkerk vindt dergelijke burenhulp plaats. We ondersteunen elkaar in grensgebieden. Logisch toch? Waarom zou je geen gebruik maken van de ambulance die dicht bij de patiënt beschikbaar is? Beter gebruik maken van de beschikbare capaciteit houdt niet op bij de regiogrenzen. En de patiënt zal het echt niet uitmaken tot welke RAV de hulpbiedende ambulance behoort.”
Tijdwinst In het convenant zijn ook afspraken gemaakt over het uitwisselen en registreren van ritgegevens tussen de verschillende RAV’en. En dat is weer van groot belang om een goed beeld te krijgen van de tijdoverschrijdingen in de grensregio’s. Burenhulp kan de aanrijtijden namelijk aanzienlijk verbeteren. “In Bleiswijk werd een overschrijding van maar liefst 88 procent geconstateerd”, vertelt Jos Mul. “Dat percentage bleek echter betrekking te hebben op slechts twaalf ritten exclusief de veelvoud aan ambulanceritten van de buren.! De ritgegevens van burenhulp waren daarin dus niet meegenomen. Doe je dat wel, dan ziet het plaatje er heel anders uit. De toekomst zal dat uitwijzen.”
IC-ambulancezorg in ontwikkeling
Alert Burenhulp vraag om een blik over de RAV-grenzen. Met name van de centralisten op de meldkamer. “Het vraagt om alertheid, om zelf actie ondernemen wanneer je ziet dat zaken vastlopen”, legt Marianne van Kessel uit. Zij is hoofd meldkamer ambulancezorg. “Wat betreft de A1- en A2-ritten loopt dat wel. Daar waar het gaat om besteld vervoer kan het beter. Een voorbeeld: wanneer een kind vanuit Rotterdam naar Roosendaal moet en je hebt geen auto beschikbaar, kun je ook de meldkamer in die regio bellen met de vraag of zij het kind kunnen komen halen. Ook kun je een ambulance van een andere RAV oproepen wanneer die in onze regio rijdt, met het verzoek een rit te verzorgen. Dat inzicht moet nog groeien. Da’s logisch want het is een nieuwe ontwikkeling. Het speelt trouwens in alle regio’s.”
Helder Van Kessel is positief over het afgesloten convenant: “Het zorgt ervoor dat de vrijblijvendheid eraf is. We hebben nu officieel de mogelijkheid om van elkaars diensten gebruik te maken. De afspraken zijn helder. Je kunt ze bovendien bij tijd en wijle tegen het licht houden en afstemmen of ze nog steeds aan de behoeften voldoen. Dat houdt je scherp. Wanneer we dan ook de ritgegevens uitwisselen, krijgen we een veel realistischer beeld van de ‘performance’ van onze dienstverlening.” n
CO L O F O N
MICU-AMBULANCE CONTINU INZETBAAR AZRR houdt zich ook bezig met specialistische ambulancezorg. Een voorbeeld daarvan is het vervoeren van IC-behoeftige patiënten tussen ziekenhuizen. De ontwikkelingen op het gebied van IC-ambulancezorg staan niet stil. Zo is de MICU*-ambulance sinds 1 mei 7 dagen per week, 24 uur per dag inzetbaar voor het vervoeren van volwassen IC-patiënten.
AZRR is klaar om te gaan werken volgens de nieuwste versie van het Landelijk Protocol Ambulancezorg, kortweg LPA 7. De boekwerken zijn gedrukt. Er zijn introductieavonden gehouden. De verpleegkundigen en chauffeurs zijn getraind in hun vaardigheden op het gebied van Basic Life Support (BLS) of Advanced Cardiac Life Support (ACLS) volgens de nieuwe reanimatierichtlijnen. Met enige vertraging is de invoering van LPA 7 op 1 juli een feit. Het wachten was op de koffer met de medicatie die volledig op de nieuwe protocollen is aangepast. Ook die is nu beschikbaar.
Trainingen Bij het MICU-transport wordt gebruik gemaakt van een IC-bed (trolley) waarop alle benodigde ICapparatuur is bevestigd. Deze trolley kan gezien zijn afmetingen en gewicht en de benodigde werkruimte tijdens het transport alleen in de speciaal gebouwde IC (MICU)-ambulance worden vervoerd. Zo’n transport wordt begeleid door een intensivist en een IC-verpleegkundige van het ziekenhuis. In deze regio fungeert het Medisch Centrum Rijnmond Zuid (MCRZ) als MICU-coördinator.
7 x 24 beschikbaar Op verzoek van het MCRZ heeft AZRR enige jaren geleden een Mercedes Vario geheel uitgerust voor het MICU-transport. Een kleine groep chauffeurs volgde een speciale training om goed om te kunnen gaan met dit zware voertuig. Sinds april 2005 is deze vorm van specialistische ambulancezorg in de regio
Rotterdam-Rijnmond operationeel. Vanaf 1 mei 2007 is dit uitgebreid naar 7 dagen per week, 24 uur per dag. Tot nu toe werden jaarlijks ruim 200 MICU-ritten uitgevoerd. Met de 7 x 24-uurs inzetbaarheid zal dit naar verwachting uitgroeien tot 350 ritten per jaar.
Tijdens een driedaagse nascholing werden de verpleegkundigen en chauffeurs getraind in de belangrijkste veranderingen in de BLS en de ACLS. Een van die veranderingen is de nadruk op borstcompressie.
PROFCHECK VOOR CENTRALISTEN
profcheck. Peter Donker: “We hebben het dan over het uitvragen van de benodigde naw-gegevens (naam, adres, woonplaats), het helder krijgen van de ABCDtoestand van de patiënt en het aanbrengen van het ‘knipmoment’. Dat is het moment waarop je het gesprek even onderbreekt om de ambulance te sturen. Je hebt dan voldoende gegevens verzameld om de situatie in te kunnen schatten.”
“Het is geen examen. Het is een intercollegiale toetsing van de meldkamerintake.” Aan het woord is MKA-centralist Hans Huizer. Hij is samen met collega Peter Donker betrokken bij de regionale profchecks die dit jaar voor het eerst in de meldkamer ambulancezorg worden gehouden. Deze profchecks moeten inzicht geven in de noodzaak tot bij- en nascholing van de centralisten. behandelt. Dat beoordelen we dan aan de hand van de scoringslijst. Punten waar de collega minder op scoort kunnen vervolgens onderwerpen van verdere bij- en nascholing zijn.”
Knipmoment Op een aantal belangrijke punten moet een meldkamercentralist honderd procent scoren tijdens de
Blinde vlekken “Zo’n intercollegiale toetsing geeft best een dubbel gevoel”, legt Donker uit. “Je zit toch bij een collega op z’n vingers te kijken. Anderzijds zijn de centralisten zich er wel van bewust dat zo’n check je kan attenderen op ‘blinde vlekken’ of routinefoutjes.” Inmiddels heeft zo’n vijfennegentig procent van de centralisten de profcheck met goed gevolg afgelegd. Een aantal van hen heeft opleidingsadviezen gekregen. Het gehele jaar door zijn er scholingsmogelijkheden bij het Regionale Opleidingscentrum van AZRR. Het is de bedoeling dat de profcheck iedere twee jaar wordt herhaald. n
Op dit moment zijn Rotterdam en Amsterdam de enige twee regio’s in het land die over deze 7 x 24-uur-voorziening beschikken. Het Ministerie van VWS wil echter al lange tijd tot een landelijk dekkend MICU-netwerk komen. Hiertoe is twee jaar geleden de landelijke Task Force MICU opgericht. Hierin zijn naast VWS enkele academische ziekenhuizen en de RAV-en uit de regio’s van deze academische centra vertegenwoordigd. Deze partijen hebben onlangs een IC-akkoord gesloten. Op basis hiervan komen er 6 MICU-centra over het land verdeeld.
De Swart: “In de nieuwe aanpak geven we bij reanimatie dertig aaneengesloten borstcompressies in plaats van vijftien, om vervolgens te beademen. Het masseren gebeurt in een tempo van honderd keer per minuut. Dat betekent een behoorlijke inspanning. We wisselen dan ook om de twee minuten. Zo nodig kunnen daarbij de collega’s van de brandweer assisteren. Zij zijn inmiddels ook opgeleid om als first responder op te treden (zie ook elders in dit nummer – red.).”
Over de RAV-grenzen kijken
BURENHULP, LOGISCH TOCH?
• Juni 2007 ‘Van Ambulance tot Zorg’ is een gezamenlijke uitgave van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond en BIOS-groep Rijnmond.
Een goede buur is beter dan… Dat spreekwoord geldt ook in ambulanceland. De dichtstbijzijnde
Kinderkoffer
• Redactie: Henk van Dijk Margret Tettero Gerda van Oosterhout Albert Bruinings Nancy van der Horst
ambulance wordt ingezet, ook al is dat een ambulance van een buur-RAV. In de praktijk
• Contact:
[email protected] • Tekst: Annemieke Bos • Fotografie: Ron van der Slik • Productie: Harvest Creative - Rotterdam
Inspannend
Als instructeurs/begeleiders bij de BLS/ACLStraining waren betrokken: Annelies van Willigenburg, Pim Brandse, Jan de Swart, Robert Vreugdenhil, René Stip en Rainier Nortan. n
Landelijk dekkend MICU-netwerk
Vervolg op pagina 2
Meldkamer ambulancezorg
De profchecks in de meldkamer zijn van start gegaan na een lange periode van voorbereiding. Huizer: “We hebben scoringslijsten en casusbeschrijvingen opgesteld en een ‘try-out’ gedaan met de zes werkbegeleiders van de meldkamer. In een aparte ruimte achter de feitelijke meldkamer is een proefopstelling gemaakt waar de kandidaat met dezelfde apparatuur en GMS-software een meldkamerintake
ALLES KLAAR VOOR LPA 7
MICU in bedrijf
Chauffeur René Stip is zo’n zes jaar als instructeur voor het Regionaal Opleidingscentrum actief. Hij was betrokken bij de samenstelling van het trainingsprogramma. “Dat was een behoorlijke klus omdat we zelf een vertaalslag moesten maken van de nieuwe richtlijnen naar de praktijk. Daar zijn we aardig in geslaagd.” Zijn collega ambulanceverpleegkundige Jan de Swart kan dat beamen. “De voorbereiding heeft heel wat tijd en energie gekost, maar de reacties op de trainingen waren positief. Het valt voor velen niet mee om een methodiek die al zo’n tien jaar wordt gehanteerd, te veranderen. Voorheen werkten we volgens de ABC-methode. Nu staat de Basic Life Support centraal. Die moet worden gegarandeerd.”
komt deze vorm van burenhulp regelmatig voor. Met ingang van 1 januari 2007 heeft deze hulp een officieel tintje gekregen. Sinds die datum is namelijk het convenant Burenhulp Ambulancezorg Zuid-Holland van kracht. Het convenant is ondertekend door de vier RAV’en in Zuid-Holland: Rotterdam-Rijnmond, Hollands Midden, Zuid-Holland Zuid en Haaglanden. In het convenant is bijvoorbeeld geregeld dat in Hoek van Holland en een deel van Maassluis een Vervolg op pagina 6
van ambulance tot zorg
PAGINA 2
PAGINA 5
Personen- en zorgvervoer gecertificeerd
Een motorambulance met volle bepakking
“ZO’N KEURMERK IS DE SLAGROOM OP DE TAART”
“GA ER MAAR ’NS DE TRAPPEN VAN DE KOOPGOOT MEE AF!”
Het is niet uitbundig gevierd. Het is zelfs niet aan de grote klok gehangen. En toch is het iets om
Ze staan te trappelen om op de motor te stappen. De ploeg motorambulanceverpleegkundigen is
trots op te zijn: ZCN, en BIOS Personenvervoer in Rotterdam en Barendrecht, Rotax en Mtax in
compleet en heeft de rijtechnische opleiding doorstaan. Zodra de motoren zijn geleverd volgt
Sprundel en Middelburg hebben eind vorig jaar met glans de hercertificering doorstaan. Elk bedrijf
verdere oefening. Dat moment laat echter nog even op zich wachten…
van ambulance tot zorg
beschikt nu over een actueel ISO 9001:2000-certificaat en het Keurmerk Taxibedrijf. Met deze certificering is ook een efficiencyslag gerealiseerd. “Het is zowel financieel als beleidsmatig niet handig om verschillende kwaliteitssystemen te hanteren”, vertelt hoofd kwaliteitszorg Albert Bruinings. “Daarom hebben we de zaken onderling afgestemd. We hebben nu een goed werkend systeem. Werkinstructies zijn beschreven, zowel voor de chauffeurs als de telefonisten. Nieuwe medewerkers volgen een introductieprogramma aan de hand van een vaste checklist. Alle informatie en benodigde formulieren zijn via Intranet door de medewerkers te raadplegen. Kijk, je hoeft niet alles dicht te timmeren. Het is wel zaak punten te formuleren waarop je kunt sturen. Zo krijg je zicht op hiaten en
Waar is het wachten op? Kees de Ruijter: “We zijn voor de techniek en apparatuur van meerdere toeleveranciers afhankelijk. We gaan pas van start als alles helemaal in orde is. Vanaf dat moment begint de proefperiode van een jaar. Die periode zal in het begin vooral bestaan uit het ervaren hoe het is om met een zware motor met volle bepakking te rijden. Dan praat je toch over zo’n 400 kilo die je in bedwang moet houden.”
kun je zaken verbeteren. Dat doen we uiteindelijk allemaal voor de tevreden klant.”
Taart Het bezitten van certificaten wordt steeds belangrijker voor het verwerven van opdrachten. Vooral binnen het zorgvervoer speelde dat de afgelopen jaren. Toch is dat wat Bruinings betreft niet zaligmakend. “Voorop staat dat je de organisatie goed inricht. Dat processen goed lopen en dat je in kunt springen op situaties die voor verbetering vatbaar zijn. Als daar dan een keurmerk bij past, dan is dat mooi. Dat is dan de slagroom op de taart. Maar het moet wel een goed gebakken, lekkere taart zijn!” n
De verpleegkundigen zijn toch allemaal getraind? De Ruijter: “Ja, en ze zijn ook ervaren motorrijders. Desondanks vraagt het rijden met dit voertuig met alles erop en eraan wel enige behendigheid en gewenning. Ga er maar ‘ns de trappen van de koopgoot mee af. Of begeef je op gladde oppervlak van het Zuidplein. En ervaar hoe je reageert wanneer er allerlei informatie vanuit de meldkamer ‘in je helm’ binnenkomt.” Zijn ze verder goed voorbereid? Michel Djoniman (motorambulanceverpleegkundige): “Ja, maar we zullen wel even moeten omschakelen. Het is anders dan op de wagen. Je bent immers geen bijrijder, maar ook chauffeur. Je moet je concentreren op de weg, hoort berichten ‘in je
helm’ en dan moet je ook nog zo snel en veilig mogelijk ter plaatse zien te komen. En daar is men wellicht verbaasd omdat men een auto verwacht. We worden dan ook met name ingezet in situaties waarin waarschijnlijk geen patiëntenvervoer nodig is.” Alleen op pad, hoe gaat dat werken? Djoniman: “Dat gaan we ondervinden. Alleen werken als hulpverlener vraagt flexibiliteit en inventiviteit. Je hebt geen samenspel met de chauffeur. We zullen veel contact hebben met de meldkamer over de situatie waarin we belanden. Die communicatie is heel belangrijk, ook uit het oogpunt van onze veiligheid. Verder zullen de motorrijders elkaar ook regelmatig spreken. We praten dan over onze aanpak en ervaringen. Waar kom je voor te staan? Hoe los je dingen op? Wat valt mee, wat valt tegen? Het is een dynamisch project en kan dus steeds worden bijgesteld.” Wat zijn de verwachtingen verder? De Ruijter: “Ik verwacht dat we vanaf juni de eerste motorfiets krijgen geleverd. Uiteindelijk zullen er twee worden ingezet op werkdagen van 7.00 tot 19.00 uur. In het begin rijden deze ‘rijdend paraat’
De nieuwe motor-ambulance
aan de Noord- en Zuidkant van Rotterdam. We verwachten hiermee voor een deel van de indicaties aanzienlijke tijdwinst te boeken. Ook kunnen we wat druk bij de meldkamer wegnemen in bepaalde gevallen.
Zo kan de motorambulanceverpleegkundige eerste hulp verlenen aan bijvoorbeeld een diabetespatiënt. De benodigde ambulance kan dan met wat minder spoed worden ingezet.” n
Leen Kloet
René van der Veer: Hartje
Confronterend
Op het grote plotbord in de meldkamer is precies te zien waar in alle TAS-voertuigen (tankautospuit) van de brandweer zich bevinden in de regio. Bij de wagens die zijn uitgerust met een AED is een rood hartje afgebeeld. “Zo kan de centralist in één oogopslag het dichtstbijzijnde voertuig zien en vervolgens inzetten. Het GMS-systeem geeft dat ook aan, maar deze kaart maakt het visueel duidelijk.”
In de eerste twee maanden is de brandweer zo’n dertig keer uitgerukt als AED-responder. In oktober vindt een eerste evaluatie plaats. Kloet: “De uitrukdienst en de centralist van de meldkamer vullen na iedere uitruk een evaluatieformulier in. Daarmee krijgen we een beeld van de gang van zaken. Nu, na twee maanden, is er nog weinig over te zeggen. Sommige kazernes zijn al twee keer ingezet, andere nog helemaal niet. Voor de medewerkers is het even wennen heb ik begrepen. Brandweerlieden zijn opgeleid om te handelen bij brand, om mensen - en soms ook dieren - te bevrijden. Zo rechtstreeks mensen behandelen is best confronterend. Voor een aantal is het ook weer niets nieuws. De brandweer in Hellevoetsluis bijvoorbeeld, is al jaren AED-responder op het strand. Binnenkort gaat het korps van Hoek van Holland dat ook doen.” n
Het netwerk van de brandweer is zo fijnmazig, dat de hulpverleners veelal binnen vijf minuten ter plaatse kunnen zijn. Zeker in deze situaties – waarin de eerste minuten cruciaal zijn – is dat een groot voordeel. Zodra de ambulanceverpleegkundige is gearriveerd, nemen zij de verantwoordelijkheid voor de patiënt over.
“GROEI VALYSVERVOER GEEFT HOOP VOOR DE TOEKOMST” Taxibedrijf Mtax was ooit ‘zijn’ bedrijf. Met de overname van dit bedrijf door de BIOS-groep is René van der Veer lid geworden van het managementteam. “Ik ben directeur Zuid-West Nederland en werk vanuit de Rotax-vestiging in Sprundel en de Mtax-locatie in Middelburg. De voormalige Mtax-vestiging in Oosterhout is ondergebracht bij Rotax in Sprundel.” Spijt heeft René van der Veer niet van de overname en de veranderingen die dat voor hem betekenden. “Het was wel een hele stap, maar het is erg interessant en leerzaam. Een echte uitdaging om binnen zo’n grote organisatie te werken. We werken met een jong team gedreven medewerkers dat over veel praktische kennis beschikt. Er wordt veel geïnvesteerd in opleiding en training om ook de processen in de veel grotere organisatie volledig te gaan beheersen.”
Albert Bruinings toont het label dat bij het Keurmerk Taxibedrijf hoort. Vervolg van pagina 1
Teamwork op de Gemeenschappelijke Meldkamer
WERKAFSPRAKEN OVER BRANDWEER ALS AED-RESPONDER Sinds 1 april is de brandweer actief als AED-responder in de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.
Met het sluiten van het akkoord is ook de financiering van het MICU-transport geregeld, voor de ambulancediensten boven op de reguliere paraatheid. De MICU-centra zijn gekoppeld aan 6 academische ziekenhuizen. In de regio Rijnmond is het MICUtransport actief vanuit het MCRZ en niet vanuit het Erasmus MC. Daarom heeft het MCRZ de Stichting MICU Rotterdam Rijnmond opgericht. Deze stichting zal in nauwe afstemming met het Erasmus MC uitvoering geven aan de functie als MICU-centrum. Het AZRR zal daarbij blijven zorgdragen voor het vervoer van de patiënt, het IC-bed en begeleidend personeel.
Sindsdien hebben de korpsen al een aantal maal met succes snelle aanvullende hulp kunnen bieden. Zodra dat nodig is wordt de brandweerwagen met AED aan boord samen met twee ambulances gealarmeerd. De Regionale Brandweer heeft hierover met AZRR en de Meldkamer Ambulancezorg werkafspraken gemaakt. Leen Kloet, chef Meldkamer Brandweer toont het speciale protocol dat is opgesteld voor de inzet van de brandweer als AED-responder. “Zodra er een 112-melding binnenkomt die maar enigszins ‘riekt’ naar hartproblemen en de MKA-verpleegkundige denkt aan reanimeren, dan kan hij of zij in het GMS-
systeem de brandweer aanvinken. De melding komt dan ook daar binnen. Op die manier verzoekt de CPA om de inzet van de brandweer. De dichtstbijzijnde wagen rukt dan uit. Daarnaast worden ook altijd twee ambulances gealarmeerd. Reanimatie vraagt namelijk om vele handen. De hulpverleners wisselen elkaar af.”
Kinderen Het IC-vervoer van kinderen (PICU*) vindt plaats in samenwerking met en onder begeleiding van het Erasmus MC Sophia. Sinds 1 april zijn er twee grotere Volkswagenambulances beschikbaar waarmee het PICU-transport kan worden uitgevoerd. Deze nieuwe ambulances bieden voldoende werkruimte voor de ambulancebemanning en het begeleidend team van het Sophia. Hiervoor is ook een speciale transporttrolley door het Erasmus MC Sophia ontwikkeld. Op deze trolley is net als bij MICU* alle noodzakelijk
Taxikennis
bewakingsapparatuur bevestigd. Na ingebruikname van deze nieuwe trolley is gebleken dat deze nog enige aanpassing behoeft qua bediening en totaalgewicht. De trolley is dan ook uit gebruik genomen zodat aanpassingen kunnen worden gepleegd. Jaarlijks worden zo’n 100 jeugdige IC-patiënten vervoerd in de regio. Dit zijn tijdsintensieve ritten die worden verzorgd vanuit de reguliere paraatheid.
Neonaten Voor het vervoer van IC-behoeftige neonaten (NICU*) wordt gebruik gemaakt van een tweetal trolleys van het Erasmus MC Sophia. Deze trolleys worden in de ’reguliere’ ambulances geplaatst. Het couveuse- en NICU-transport was een taak die vanuit het verleden bij AZRR / VRR lag. De afgelopen weken zijn alle AZRR-verpleegkundigen bijgeschoold in het neonatentransport, waardoor op korte termijn ook AZRR / BIOS-groep deze ritten kan uitvoeren. Jaarlijks worden zo’n 500 couveuse- en trolleyritten uitgevoerd vanuit de reguliere paraatheid. n *MICU: Mobiele Intensive Care Unit, PICU: Pediatrische Intensive Care Unit, NICU: Neonatale Intensive Care Unit.
René van der Veer
Het vervoer dat de BIOS-groep verzorgt, is Van der Veer niet vreemd. “De activiteiten van Mtax en Rotax zijn vergelijkbaar.” Met de overname van de beide taxibedrijven heeft de BIOS-groep veel praktische taxikennis in huis gehaald. Die kennis werd onlangs flink op de proef gesteld. Mtax en Rotax mochten zich namelijk per 1 april de nieuwe contractpartner van Connexxion noemen voor het Valysvervoer. “Dit vervoer voor mensen met een handicap was voorheen in handen van Transvision. Daar werkten we al voor, maar het was niet helemaal zeker of we automatisch ook voor Connexxion zouden mogen vervoeren. Via intensief tactisch onderhandelen met deze opdrachtgever zijn we uiteindelijk tot overeenstemming gekomen. Vervolgens zagen we ons voor een flinke uitdaging gesteld: met Pasen deed zich een ware explosie voor in de aanvragen voor Valysvervoer. Niet alleen in Breda en omstreken, maar ook in en om Tilburg. We hebben alle zeilen bij moeten zetten om de aanvragen te kunnen behandelen. De Middelburgse vestiging bood hierbij ondersteuning met de inzet van een planner, chauffeurs en praktische hulp. Met zo’n 2650 ritten in april dit jaar (in 2006: 1026) hebben we de omzet meer dan verdubbeld!”
Knokken De groei van het Valysvervoer geeft hoop voor de toekomst. “Het is een goede zaak voor het bedrijf, want we werken hard aan de verdere opbouw”, aldus Van der Veer. “De taxibranche heeft het zwaar. We moeten in feite knokken voor iedere euro. Maar de resultaten zijn ernaar en de potentie zit er zeker in. We gaan dan ook positief de toekomst tegemoet.” n
TEVREDEN KLANTEN Rotax verzorgt sinds augustus vorig jaar het leerlingenvervoer in Etten-Leur. ZCN coördineert dit. Onlangs is onderzoek gedaan naar de tevredenheid onder de ouders en leerlingen over dit vervoer. Zij blijken positief: de gemiddelde beoordeling van zowel het vervoer als de chauffeur is ruim voldoende. Ouders geven het vervoer een 7. Circa 53% van de ouders beoordelen het vervoer zelfs met een 8 of hoger. 71% van de kinderen ervaart het reizen van en naar school als prettig. Het comfort, de netheid en de veiligheid is voldoende, al is de reistijd soms wel lang. De contacten tussen de ouders en Rotax of ZCN zijn niet slecht, maar nog wel voor verbetering vatbaar. Het gaat dan bijvoorbeeld om de afhandeling van klachten, ziekmeldingen en de afhandeling hiervan. Rotax neemt maatregelen om dit te verbeteren en ziet de behaalde ‘rapportcijfers’ als een uitdaging om nog beter te presteren.
PAGINA 3 Vijfduizend bezoekers te gast bij AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond
OPEN DAG BLIJKT DAVEREND SUCCES Naar schatting bijna vijfduizend mensen hebben zaterdag 9 juni in Barendrecht de allereerste Open Dag van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond (AZRR) bezocht. Tijdens het geelgekleurde evenement bij het hoofdkantoor van AZRR in Barendrecht waren alle mogelijke vormen van ambulancezorg en medische hulpverlening te bekijken. Ook kregen de bezoekers een primeur voorgeschoteld: één van de twee motorambulances die vanaf de zomerperiode naast de gewone ambulances in de regio zullen worden ingezet. Hoewel de organisatie rekening had gehouden met een groot aantal bezoekers, overtrof de belangstelling de verwachting. Een woordvoerder van AZRR: “We hadden rekening gehouden met twee- tot vierduizend bezoekers. Dat zijn er dus bijna vijfduizend geworden. Wat ons betreft is daarmee de Open Dag een groot succes geworden. De gehele dag was er volop belangstelling tot zelfs na sluitingstijd. Door de inzet van zestig vrijwilligers van de eigen organisatie en meer dan honderd medewerkers van allerlei verschillende instellingen, was er voor jong en oud van alles te zien en te beleven. Zo stonden buiten tientallen hulpverleningsvoertuigen opgesteld. De Politie en de Brandweer, maar ook de Koninklijke Landmacht verleende hieraan medewerking. En de traumahelikopter trekt natuurlijk sowieso altijd heel veel mensen. In de grote garage hebben daarnaast meer dan vijfentwintig verschillende organisaties zich in kramen aan het publiek gepresenteerd en werd op een groot filmdoek een film van AmbulanceZorg Nederland vertoond. We hopen uiteindelijk dat de bezoekers hierdoor een goed beeld hebben gekregen van ambulancezorg en medische hulpverlening.”
Demonstraties Ook de demonstraties op het buitenterrein hebben stuk voor stuk veel aandacht getrokken. De grote demonstratie aan het einde van de Open Dag met alle hulpverleningsdiensten, twee duikteams en zo’n twintig hulpverleningsvoertuigen zorgden niet alleen voor veel lawaai, maar ontlokten het publiek uiteindelijk een daverend applaus. Mede door de overvliegende traumahelikopter groeide deze eindoefening uit tot een levensecht schouwspel. Daarbij kon gelukkig tegen de allerkleinste kinderen worden gezegd dat het ‘slechts’ een demonstratie was. Overigens hebben kinderen de hele dag bij verschillende stands hun hart kunnen ophalen. Zo konden zij bij de AZRRkraam meedoen aan een prijsvraag en was er een kinderhoek ingericht. Ook heeft de jeugd kunnen genieten van poffertjes en popcorn om zich daarna uit te leven op een springkussen. Volwassenen kozen vaak liever voor gezonde roerbakgroente of een vers broodje haring.
Herhaling Het succesvolle verloop van de Open Dag stelt de organisatie voor de vraag of dit evenement in de toekomst moet worden herhaald. Een woordvoerder: “Ambulancezorg heeft in tegenstelling tot andere hulpverleningsdiensten niet zo’n traditie van het organiseren van publieksdagen, al verlenen we altijd wel medewerking aan open dagen van anderen. Het is echter belangrijk om eens zelf aan het publiek te laten zien wat er allemaal komt kijken bij de organisatie van adequate ambulancezorg en wat AZRR allemaal in huis heeft. Zeker als je merkt dat er voor zo’n publieksdag heel veel belangstelling is.”
van ambulance tot zorg
van ambulance tot zorg
PAGINA 4
van ambulance tot zorg
PAGINA 2
PAGINA 5
Personen- en zorgvervoer gecertificeerd
Een motorambulance met volle bepakking
“ZO’N KEURMERK IS DE SLAGROOM OP DE TAART”
“GA ER MAAR ’NS DE TRAPPEN VAN DE KOOPGOOT MEE AF!”
Het is niet uitbundig gevierd. Het is zelfs niet aan de grote klok gehangen. En toch is het iets om
Ze staan te trappelen om op de motor te stappen. De ploeg motorambulanceverpleegkundigen is
trots op te zijn: ZCN, en BIOS Personenvervoer in Rotterdam en Barendrecht, Rotax en Mtax in
compleet en heeft de rijtechnische opleiding doorstaan. Zodra de motoren zijn geleverd volgt
Sprundel en Middelburg hebben eind vorig jaar met glans de hercertificering doorstaan. Elk bedrijf
verdere oefening. Dat moment laat echter nog even op zich wachten…
van ambulance tot zorg
beschikt nu over een actueel ISO 9001:2000-certificaat en het Keurmerk Taxibedrijf. Met deze certificering is ook een efficiencyslag gerealiseerd. “Het is zowel financieel als beleidsmatig niet handig om verschillende kwaliteitssystemen te hanteren”, vertelt hoofd kwaliteitszorg Albert Bruinings. “Daarom hebben we de zaken onderling afgestemd. We hebben nu een goed werkend systeem. Werkinstructies zijn beschreven, zowel voor de chauffeurs als de telefonisten. Nieuwe medewerkers volgen een introductieprogramma aan de hand van een vaste checklist. Alle informatie en benodigde formulieren zijn via Intranet door de medewerkers te raadplegen. Kijk, je hoeft niet alles dicht te timmeren. Het is wel zaak punten te formuleren waarop je kunt sturen. Zo krijg je zicht op hiaten en
Waar is het wachten op? Kees de Ruijter: “We zijn voor de techniek en apparatuur van meerdere toeleveranciers afhankelijk. We gaan pas van start als alles helemaal in orde is. Vanaf dat moment begint de proefperiode van een jaar. Die periode zal in het begin vooral bestaan uit het ervaren hoe het is om met een zware motor met volle bepakking te rijden. Dan praat je toch over zo’n 400 kilo die je in bedwang moet houden.”
kun je zaken verbeteren. Dat doen we uiteindelijk allemaal voor de tevreden klant.”
Taart Het bezitten van certificaten wordt steeds belangrijker voor het verwerven van opdrachten. Vooral binnen het zorgvervoer speelde dat de afgelopen jaren. Toch is dat wat Bruinings betreft niet zaligmakend. “Voorop staat dat je de organisatie goed inricht. Dat processen goed lopen en dat je in kunt springen op situaties die voor verbetering vatbaar zijn. Als daar dan een keurmerk bij past, dan is dat mooi. Dat is dan de slagroom op de taart. Maar het moet wel een goed gebakken, lekkere taart zijn!” n
De verpleegkundigen zijn toch allemaal getraind? De Ruijter: “Ja, en ze zijn ook ervaren motorrijders. Desondanks vraagt het rijden met dit voertuig met alles erop en eraan wel enige behendigheid en gewenning. Ga er maar ‘ns de trappen van de koopgoot mee af. Of begeef je op gladde oppervlak van het Zuidplein. En ervaar hoe je reageert wanneer er allerlei informatie vanuit de meldkamer ‘in je helm’ binnenkomt.” Zijn ze verder goed voorbereid? Michel Djoniman (motorambulanceverpleegkundige): “Ja, maar we zullen wel even moeten omschakelen. Het is anders dan op de wagen. Je bent immers geen bijrijder, maar ook chauffeur. Je moet je concentreren op de weg, hoort berichten ‘in je
helm’ en dan moet je ook nog zo snel en veilig mogelijk ter plaatse zien te komen. En daar is men wellicht verbaasd omdat men een auto verwacht. We worden dan ook met name ingezet in situaties waarin waarschijnlijk geen patiëntenvervoer nodig is.” Alleen op pad, hoe gaat dat werken? Djoniman: “Dat gaan we ondervinden. Alleen werken als hulpverlener vraagt flexibiliteit en inventiviteit. Je hebt geen samenspel met de chauffeur. We zullen veel contact hebben met de meldkamer over de situatie waarin we belanden. Die communicatie is heel belangrijk, ook uit het oogpunt van onze veiligheid. Verder zullen de motorrijders elkaar ook regelmatig spreken. We praten dan over onze aanpak en ervaringen. Waar kom je voor te staan? Hoe los je dingen op? Wat valt mee, wat valt tegen? Het is een dynamisch project en kan dus steeds worden bijgesteld.” Wat zijn de verwachtingen verder? De Ruijter: “Ik verwacht dat we vanaf juni de eerste motorfiets krijgen geleverd. Uiteindelijk zullen er twee worden ingezet op werkdagen van 7.00 tot 19.00 uur. In het begin rijden deze ‘rijdend paraat’
De nieuwe motor-ambulance
aan de Noord- en Zuidkant van Rotterdam. We verwachten hiermee voor een deel van de indicaties aanzienlijke tijdwinst te boeken. Ook kunnen we wat druk bij de meldkamer wegnemen in bepaalde gevallen.
Zo kan de motorambulanceverpleegkundige eerste hulp verlenen aan bijvoorbeeld een diabetespatiënt. De benodigde ambulance kan dan met wat minder spoed worden ingezet.” n
Leen Kloet
René van der Veer: Hartje
Confronterend
Op het grote plotbord in de meldkamer is precies te zien waar in alle TAS-voertuigen (tankautospuit) van de brandweer zich bevinden in de regio. Bij de wagens die zijn uitgerust met een AED is een rood hartje afgebeeld. “Zo kan de centralist in één oogopslag het dichtstbijzijnde voertuig zien en vervolgens inzetten. Het GMS-systeem geeft dat ook aan, maar deze kaart maakt het visueel duidelijk.”
In de eerste twee maanden is de brandweer zo’n dertig keer uitgerukt als AED-responder. In oktober vindt een eerste evaluatie plaats. Kloet: “De uitrukdienst en de centralist van de meldkamer vullen na iedere uitruk een evaluatieformulier in. Daarmee krijgen we een beeld van de gang van zaken. Nu, na twee maanden, is er nog weinig over te zeggen. Sommige kazernes zijn al twee keer ingezet, andere nog helemaal niet. Voor de medewerkers is het even wennen heb ik begrepen. Brandweerlieden zijn opgeleid om te handelen bij brand, om mensen - en soms ook dieren - te bevrijden. Zo rechtstreeks mensen behandelen is best confronterend. Voor een aantal is het ook weer niets nieuws. De brandweer in Hellevoetsluis bijvoorbeeld, is al jaren AED-responder op het strand. Binnenkort gaat het korps van Hoek van Holland dat ook doen.” n
Het netwerk van de brandweer is zo fijnmazig, dat de hulpverleners veelal binnen vijf minuten ter plaatse kunnen zijn. Zeker in deze situaties – waarin de eerste minuten cruciaal zijn – is dat een groot voordeel. Zodra de ambulanceverpleegkundige is gearriveerd, nemen zij de verantwoordelijkheid voor de patiënt over.
“GROEI VALYSVERVOER GEEFT HOOP VOOR DE TOEKOMST” Taxibedrijf Mtax was ooit ‘zijn’ bedrijf. Met de overname van dit bedrijf door de BIOS-groep is René van der Veer lid geworden van het managementteam. “Ik ben directeur Zuid-West Nederland en werk vanuit de Rotax-vestiging in Sprundel en de Mtax-locatie in Middelburg. De voormalige Mtax-vestiging in Oosterhout is ondergebracht bij Rotax in Sprundel.” Spijt heeft René van der Veer niet van de overname en de veranderingen die dat voor hem betekenden. “Het was wel een hele stap, maar het is erg interessant en leerzaam. Een echte uitdaging om binnen zo’n grote organisatie te werken. We werken met een jong team gedreven medewerkers dat over veel praktische kennis beschikt. Er wordt veel geïnvesteerd in opleiding en training om ook de processen in de veel grotere organisatie volledig te gaan beheersen.”
Albert Bruinings toont het label dat bij het Keurmerk Taxibedrijf hoort. Vervolg van pagina 1
Teamwork op de Gemeenschappelijke Meldkamer
WERKAFSPRAKEN OVER BRANDWEER ALS AED-RESPONDER Sinds 1 april is de brandweer actief als AED-responder in de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.
Met het sluiten van het akkoord is ook de financiering van het MICU-transport geregeld, voor de ambulancediensten boven op de reguliere paraatheid. De MICU-centra zijn gekoppeld aan 6 academische ziekenhuizen. In de regio Rijnmond is het MICUtransport actief vanuit het MCRZ en niet vanuit het Erasmus MC. Daarom heeft het MCRZ de Stichting MICU Rotterdam Rijnmond opgericht. Deze stichting zal in nauwe afstemming met het Erasmus MC uitvoering geven aan de functie als MICU-centrum. Het AZRR zal daarbij blijven zorgdragen voor het vervoer van de patiënt, het IC-bed en begeleidend personeel.
Sindsdien hebben de korpsen al een aantal maal met succes snelle aanvullende hulp kunnen bieden. Zodra dat nodig is wordt de brandweerwagen met AED aan boord samen met twee ambulances gealarmeerd. De Regionale Brandweer heeft hierover met AZRR en de Meldkamer Ambulancezorg werkafspraken gemaakt. Leen Kloet, chef Meldkamer Brandweer toont het speciale protocol dat is opgesteld voor de inzet van de brandweer als AED-responder. “Zodra er een 112-melding binnenkomt die maar enigszins ‘riekt’ naar hartproblemen en de MKA-verpleegkundige denkt aan reanimeren, dan kan hij of zij in het GMS-
systeem de brandweer aanvinken. De melding komt dan ook daar binnen. Op die manier verzoekt de CPA om de inzet van de brandweer. De dichtstbijzijnde wagen rukt dan uit. Daarnaast worden ook altijd twee ambulances gealarmeerd. Reanimatie vraagt namelijk om vele handen. De hulpverleners wisselen elkaar af.”
Kinderen Het IC-vervoer van kinderen (PICU*) vindt plaats in samenwerking met en onder begeleiding van het Erasmus MC Sophia. Sinds 1 april zijn er twee grotere Volkswagenambulances beschikbaar waarmee het PICU-transport kan worden uitgevoerd. Deze nieuwe ambulances bieden voldoende werkruimte voor de ambulancebemanning en het begeleidend team van het Sophia. Hiervoor is ook een speciale transporttrolley door het Erasmus MC Sophia ontwikkeld. Op deze trolley is net als bij MICU* alle noodzakelijk
Taxikennis
bewakingsapparatuur bevestigd. Na ingebruikname van deze nieuwe trolley is gebleken dat deze nog enige aanpassing behoeft qua bediening en totaalgewicht. De trolley is dan ook uit gebruik genomen zodat aanpassingen kunnen worden gepleegd. Jaarlijks worden zo’n 100 jeugdige IC-patiënten vervoerd in de regio. Dit zijn tijdsintensieve ritten die worden verzorgd vanuit de reguliere paraatheid.
Neonaten Voor het vervoer van IC-behoeftige neonaten (NICU*) wordt gebruik gemaakt van een tweetal trolleys van het Erasmus MC Sophia. Deze trolleys worden in de ’reguliere’ ambulances geplaatst. Het couveuse- en NICU-transport was een taak die vanuit het verleden bij AZRR / VRR lag. De afgelopen weken zijn alle AZRR-verpleegkundigen bijgeschoold in het neonatentransport, waardoor op korte termijn ook AZRR / BIOS-groep deze ritten kan uitvoeren. Jaarlijks worden zo’n 500 couveuse- en trolleyritten uitgevoerd vanuit de reguliere paraatheid. n *MICU: Mobiele Intensive Care Unit, PICU: Pediatrische Intensive Care Unit, NICU: Neonatale Intensive Care Unit.
René van der Veer
Het vervoer dat de BIOS-groep verzorgt, is Van der Veer niet vreemd. “De activiteiten van Mtax en Rotax zijn vergelijkbaar.” Met de overname van de beide taxibedrijven heeft de BIOS-groep veel praktische taxikennis in huis gehaald. Die kennis werd onlangs flink op de proef gesteld. Mtax en Rotax mochten zich namelijk per 1 april de nieuwe contractpartner van Connexxion noemen voor het Valysvervoer. “Dit vervoer voor mensen met een handicap was voorheen in handen van Transvision. Daar werkten we al voor, maar het was niet helemaal zeker of we automatisch ook voor Connexxion zouden mogen vervoeren. Via intensief tactisch onderhandelen met deze opdrachtgever zijn we uiteindelijk tot overeenstemming gekomen. Vervolgens zagen we ons voor een flinke uitdaging gesteld: met Pasen deed zich een ware explosie voor in de aanvragen voor Valysvervoer. Niet alleen in Breda en omstreken, maar ook in en om Tilburg. We hebben alle zeilen bij moeten zetten om de aanvragen te kunnen behandelen. De Middelburgse vestiging bood hierbij ondersteuning met de inzet van een planner, chauffeurs en praktische hulp. Met zo’n 2650 ritten in april dit jaar (in 2006: 1026) hebben we de omzet meer dan verdubbeld!”
Knokken De groei van het Valysvervoer geeft hoop voor de toekomst. “Het is een goede zaak voor het bedrijf, want we werken hard aan de verdere opbouw”, aldus Van der Veer. “De taxibranche heeft het zwaar. We moeten in feite knokken voor iedere euro. Maar de resultaten zijn ernaar en de potentie zit er zeker in. We gaan dan ook positief de toekomst tegemoet.” n
TEVREDEN KLANTEN Rotax verzorgt sinds augustus vorig jaar het leerlingenvervoer in Etten-Leur. ZCN coördineert dit. Onlangs is onderzoek gedaan naar de tevredenheid onder de ouders en leerlingen over dit vervoer. Zij blijken positief: de gemiddelde beoordeling van zowel het vervoer als de chauffeur is ruim voldoende. Ouders geven het vervoer een 7. Circa 53% van de ouders beoordelen het vervoer zelfs met een 8 of hoger. 71% van de kinderen ervaart het reizen van en naar school als prettig. Het comfort, de netheid en de veiligheid is voldoende, al is de reistijd soms wel lang. De contacten tussen de ouders en Rotax of ZCN zijn niet slecht, maar nog wel voor verbetering vatbaar. Het gaat dan bijvoorbeeld om de afhandeling van klachten, ziekmeldingen en de afhandeling hiervan. Rotax neemt maatregelen om dit te verbeteren en ziet de behaalde ‘rapportcijfers’ als een uitdaging om nog beter te presteren.
van ambulance tot zorg
PAGINA 6
WENSEN VERVULLEN: SIMPELE ‘MEDICATIE’ Een rit per ambulance naar de Keukenhof. Vervoer met aangepaste rolstoelbusjes tijdens een bezoek aan Disneyland Parijs. Patiënten met speciale wensen kloppen noch bij de ambulancezorg, noch bij het zorgvervoer tevergeefs aan. Neem het particuliere initiatief van ambulancechauffeur Kees Veldboer. Zijn Stichting Ambulance Wens vervult laatste vervoerswensen van terminale patiënten. En de BIOS-groep verzorgt al 15 jaar vervoer in aangepaste rolstoelbusjes voor kinderen met een levensbedreigende ziekte. Dit gebeurt op verzoek van de Stichting Doe Een Wens Nederland.
Ferrari Fred Lijflander: “Ik weet nog de eerste wens waarvoor de BIOS-groep werd benaderd. Twee broers in een rolstoel vervoeren naar het vliegveld in Eindhoven. Van daaruit vertrokken ze met een Herculesvliegtuig
naar Italië om de Ferrarifabrieken te bezoeken. Fantastisch! Er zijn ook reizen naar Amerika of Afrika. Favoriete bestemming is Disneyland Parijs. De Stichting Doe Een Wens verzorgt zulke reizen van A tot Z. Voor de patiëntjes zelf en hun ouders, broertjes en zusjes. Alles is tot in de puntjes geregeld. Wij zorgen ervoor dat de reizigers op gepast vervoer kunnen rekenen. We zetten aparte rolstoelbusjes in, waar ook veel bagage in kan. De chauffeurs van de BIOS-groep werken op vrijwillige basis mee. Het is intensief en tijdrovend vervoer, maar wordt altijd zeer gewaardeerd. Dat lees je dan in de verslagen die we na afloop ontvangen.”
AZRR OVERWEEGT AANSCHAF NIEUW NAVIGATIESYSTEEM
Zeeman Ambulancechauffeur Kees Veldboer van AZRR / VRR kreeg het idee voor het vervullen van laatste wensen van terminale patiënten tijdens een rit in Rotterdam. “Ik vervoerde een voormalig zeeman en we hadden wat tijd over voor zijn afspraak in het ziekenhuis. Toen heb ik op zijn verzoek een wens van hem vervuld: nog één keer op een schip varen. Heel simpel eigenlijk, maar voor zo iemand heel bijzonder.” Zo werd het idee om hiervoor een stichting op te richten geboren. AZRR / VRR stelt een ambulance beschikbaar en een aantal collegaverpleegkundigen helpt mee als vrijwilliger. Tal van wensen zijn inmiddels vervuld: een bezoek aan de Keukenhof, een concert van Ilse de Lange, een bruiloft enzovoorts. “Het is een kwestie van veel contacten leggen en doorzetten. Snel handelen, want enkele weken wachten kan niet. Dan is de patiënt wellicht niet meer in leven. ’t Geeft een kick als het lukt. Dan is het eigenlijk een heel simpele manier om mensen heel blij te maken.”
De zeeman is onlangs overleden. “Toch nog later dan verwacht”, vertelt Veldboer, “hij zou de Kerst niet halen. Wellicht heeft zijn vervulde wens hem weer een beetje doen opleven. In de speech tijdens zijn crematie werd er nog aandacht aan besteed. Dan krijg ik kippenvel.” n
Eigen wagen Veldboer heeft in korte tijd een groot netwerk opgebouwd en de nodige publiciteit rond zijn initiatief gecreëerd. Met steun van donateurs spaart hij nu voor een eigen ambulance. “Ik waardeer het zeer dat de dienst een wagen beschikbaar stelt. Met het geld van donateurs wil ik een tweedehands comfortabele lage Mercedes aanschaffen. Er is al een bedrijf dat de aangeschafte wagen voor mij wil opknappen en aanpassen. Een matrasfirma maakt een speciale extra dikke matras zodat de patiënt lekker ligt.”
Kees Veldboer
AZRR oriënteert zich op een nieuw navigatiesysteem voor de ambulances en de motoren. De afgelopen tijd is gekeken naar systemen die in andere regio’s worden gebruikt. Ook is
Deze uitgave is een gezamenlijk initiatief van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond en BIOS-groep Rijnmond.
onderzocht welke systemen het meest geschikt zijn voor een hulpverleningsdienst zoals AZRR. Dit oriëntatietraject leverde een duidelijk resultaat op: CityGIS Navigator. CityGIS Navigator is een systeem met zogeheten ‘mobiele data terminals’. Het is speciaal ontwikkeld voor hulpverleningsdiensten zoals brandweer, ambulance, politie. Dat is een groot voordeel. Veel navigatiesystemen zijn namelijk bedoeld voor de consumentenmarkt en houden geen rekening met het plannen van routes over busbanen en fietspaden en dergelijke. CityGIS doet dat allemaal wel en maakt bovendien gebruik van kaartmateriaal van hoogwaardige kwaliteit. Het systeem is te koppelen met de meldkamer en te integreren met eigen informatie.
Onderzoek De brandweer in deze regio heeft inmiddels besloten dit systeem aan te schaffen. AZRR is nog niet helemaal zover. Eerst wordt nog onderzocht wat de consequenties zijn van implementatie op de ambulances. Zo moet worden bepaald welke hardware nodig is en hoe de communicatie met de meldkamer kan plaatsvinden. En dan zijn er nog zaken als het beheren van het systeem, instructie van de medewerkers en – ook niet onbelangrijk – de kosten van deze overstap.
Tijdwinst Zeker is dat het nieuwe navigatiesysteem zal helpen om de aanrijtijden te bekorten. Het berekent razendsnel routes en zorgt voor herberekening wanneer
daarvan wordt afgeweken. Speciaal voor ambulancevoertuigen zijn ook alle ziekenhuizen van Nederland erin opgenomen, met de juiste ambulance-ingang. n
FUNCTIONALITEITEN CITYGIS NAVIGATOR • speciale OOV*-wegenkaart van Nederland, zoals men deze gewend is op meldkamers • zeer snelle routeberekening en herberekening bij afwijken • routebegeleiding met extra informatie (in gesproken woord en op het scherm) • zoeken op straten en speciale objecten • mogelijkheid tot instellen voorkeurbestemmingen * OOV: Openbare Orde en Veiligheid
Extra’s: • in- en uitzoommogelijkheid • extra aanwijzingen op de kaart tijdens routebegeleiding (ziekenhuizen) • incidentinformatie vanuit de meldkamer naar het voertuig • mogelijkheid rekening te houden met verkeersblokkades • integratie met digitaal ritformulier
Vervolg van pagina 1
ambulance van de regio Haaglanden (standplaats Naaldwijk) wordt ingezet die op het moment van de melding de dichtstbijzijnde ambulance is. Jos Mul, hoofd van AZRR / stafbureau: “Een patiënt in Hoek van Holland kan dan dus verzorgd worden door een ambulance uit Naaldwijk. Ook in Bleiswijk en Ridderkerk vindt dergelijke burenhulp plaats. We ondersteunen elkaar in grensgebieden. Logisch toch? Waarom zou je geen gebruik maken van de ambulance die dicht bij de patiënt beschikbaar is? Beter gebruik maken van de beschikbare capaciteit houdt niet op bij de regiogrenzen. En de patiënt zal het echt niet uitmaken tot welke RAV de hulpbiedende ambulance behoort.”
Tijdwinst In het convenant zijn ook afspraken gemaakt over het uitwisselen en registreren van ritgegevens tussen de verschillende RAV’en. En dat is weer van groot belang om een goed beeld te krijgen van de tijdoverschrijdingen in de grensregio’s. Burenhulp kan de aanrijtijden namelijk aanzienlijk verbeteren. “In Bleiswijk werd een overschrijding van maar liefst 88 procent geconstateerd”, vertelt Jos Mul. “Dat percentage bleek echter betrekking te hebben op slechts twaalf ritten exclusief de veelvoud aan ambulanceritten van de buren.! De ritgegevens van burenhulp waren daarin dus niet meegenomen. Doe je dat wel, dan ziet het plaatje er heel anders uit. De toekomst zal dat uitwijzen.”
IC-ambulancezorg in ontwikkeling
Alert Burenhulp vraag om een blik over de RAV-grenzen. Met name van de centralisten op de meldkamer. “Het vraagt om alertheid, om zelf actie ondernemen wanneer je ziet dat zaken vastlopen”, legt Marianne van Kessel uit. Zij is hoofd meldkamer ambulancezorg. “Wat betreft de A1- en A2-ritten loopt dat wel. Daar waar het gaat om besteld vervoer kan het beter. Een voorbeeld: wanneer een kind vanuit Rotterdam naar Roosendaal moet en je hebt geen auto beschikbaar, kun je ook de meldkamer in die regio bellen met de vraag of zij het kind kunnen komen halen. Ook kun je een ambulance van een andere RAV oproepen wanneer die in onze regio rijdt, met het verzoek een rit te verzorgen. Dat inzicht moet nog groeien. Da’s logisch want het is een nieuwe ontwikkeling. Het speelt trouwens in alle regio’s.”
Helder Van Kessel is positief over het afgesloten convenant: “Het zorgt ervoor dat de vrijblijvendheid eraf is. We hebben nu officieel de mogelijkheid om van elkaars diensten gebruik te maken. De afspraken zijn helder. Je kunt ze bovendien bij tijd en wijle tegen het licht houden en afstemmen of ze nog steeds aan de behoeften voldoen. Dat houdt je scherp. Wanneer we dan ook de ritgegevens uitwisselen, krijgen we een veel realistischer beeld van de ‘performance’ van onze dienstverlening.” n
CO L O F O N
MICU-AMBULANCE CONTINU INZETBAAR AZRR houdt zich ook bezig met specialistische ambulancezorg. Een voorbeeld daarvan is het vervoeren van IC-behoeftige patiënten tussen ziekenhuizen. De ontwikkelingen op het gebied van IC-ambulancezorg staan niet stil. Zo is de MICU*-ambulance sinds 1 mei 7 dagen per week, 24 uur per dag inzetbaar voor het vervoeren van volwassen IC-patiënten.
AZRR is klaar om te gaan werken volgens de nieuwste versie van het Landelijk Protocol Ambulancezorg, kortweg LPA 7. De boekwerken zijn gedrukt. Er zijn introductieavonden gehouden. De verpleegkundigen en chauffeurs zijn getraind in hun vaardigheden op het gebied van Basic Life Support (BLS) of Advanced Cardiac Life Support (ACLS) volgens de nieuwe reanimatierichtlijnen. Met enige vertraging is de invoering van LPA 7 op 1 juli een feit. Het wachten was op de koffer met de medicatie die volledig op de nieuwe protocollen is aangepast. Ook die is nu beschikbaar.
Trainingen Bij het MICU-transport wordt gebruik gemaakt van een IC-bed (trolley) waarop alle benodigde ICapparatuur is bevestigd. Deze trolley kan gezien zijn afmetingen en gewicht en de benodigde werkruimte tijdens het transport alleen in de speciaal gebouwde IC (MICU)-ambulance worden vervoerd. Zo’n transport wordt begeleid door een intensivist en een IC-verpleegkundige van het ziekenhuis. In deze regio fungeert het Medisch Centrum Rijnmond Zuid (MCRZ) als MICU-coördinator.
7 x 24 beschikbaar Op verzoek van het MCRZ heeft AZRR enige jaren geleden een Mercedes Vario geheel uitgerust voor het MICU-transport. Een kleine groep chauffeurs volgde een speciale training om goed om te kunnen gaan met dit zware voertuig. Sinds april 2005 is deze vorm van specialistische ambulancezorg in de regio
Rotterdam-Rijnmond operationeel. Vanaf 1 mei 2007 is dit uitgebreid naar 7 dagen per week, 24 uur per dag. Tot nu toe werden jaarlijks ruim 200 MICU-ritten uitgevoerd. Met de 7 x 24-uurs inzetbaarheid zal dit naar verwachting uitgroeien tot 350 ritten per jaar.
Tijdens een driedaagse nascholing werden de verpleegkundigen en chauffeurs getraind in de belangrijkste veranderingen in de BLS en de ACLS. Een van die veranderingen is de nadruk op borstcompressie.
PROFCHECK VOOR CENTRALISTEN
profcheck. Peter Donker: “We hebben het dan over het uitvragen van de benodigde naw-gegevens (naam, adres, woonplaats), het helder krijgen van de ABCDtoestand van de patiënt en het aanbrengen van het ‘knipmoment’. Dat is het moment waarop je het gesprek even onderbreekt om de ambulance te sturen. Je hebt dan voldoende gegevens verzameld om de situatie in te kunnen schatten.”
“Het is geen examen. Het is een intercollegiale toetsing van de meldkamerintake.” Aan het woord is MKA-centralist Hans Huizer. Hij is samen met collega Peter Donker betrokken bij de regionale profchecks die dit jaar voor het eerst in de meldkamer ambulancezorg worden gehouden. Deze profchecks moeten inzicht geven in de noodzaak tot bij- en nascholing van de centralisten. behandelt. Dat beoordelen we dan aan de hand van de scoringslijst. Punten waar de collega minder op scoort kunnen vervolgens onderwerpen van verdere bij- en nascholing zijn.”
Knipmoment Op een aantal belangrijke punten moet een meldkamercentralist honderd procent scoren tijdens de
Blinde vlekken “Zo’n intercollegiale toetsing geeft best een dubbel gevoel”, legt Donker uit. “Je zit toch bij een collega op z’n vingers te kijken. Anderzijds zijn de centralisten zich er wel van bewust dat zo’n check je kan attenderen op ‘blinde vlekken’ of routinefoutjes.” Inmiddels heeft zo’n vijfennegentig procent van de centralisten de profcheck met goed gevolg afgelegd. Een aantal van hen heeft opleidingsadviezen gekregen. Het gehele jaar door zijn er scholingsmogelijkheden bij het Regionale Opleidingscentrum van AZRR. Het is de bedoeling dat de profcheck iedere twee jaar wordt herhaald. n
Op dit moment zijn Rotterdam en Amsterdam de enige twee regio’s in het land die over deze 7 x 24-uur-voorziening beschikken. Het Ministerie van VWS wil echter al lange tijd tot een landelijk dekkend MICU-netwerk komen. Hiertoe is twee jaar geleden de landelijke Task Force MICU opgericht. Hierin zijn naast VWS enkele academische ziekenhuizen en de RAV-en uit de regio’s van deze academische centra vertegenwoordigd. Deze partijen hebben onlangs een IC-akkoord gesloten. Op basis hiervan komen er 6 MICU-centra over het land verdeeld.
De Swart: “In de nieuwe aanpak geven we bij reanimatie dertig aaneengesloten borstcompressies in plaats van vijftien, om vervolgens te beademen. Het masseren gebeurt in een tempo van honderd keer per minuut. Dat betekent een behoorlijke inspanning. We wisselen dan ook om de twee minuten. Zo nodig kunnen daarbij de collega’s van de brandweer assisteren. Zij zijn inmiddels ook opgeleid om als first responder op te treden (zie ook elders in dit nummer – red.).”
Over de RAV-grenzen kijken
BURENHULP, LOGISCH TOCH?
• Juni 2007 ‘Van Ambulance tot Zorg’ is een gezamenlijke uitgave van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond en BIOS-groep Rijnmond.
Een goede buur is beter dan… Dat spreekwoord geldt ook in ambulanceland. De dichtstbijzijnde
Kinderkoffer
• Redactie: Henk van Dijk Margret Tettero Gerda van Oosterhout Albert Bruinings Nancy van der Horst
ambulance wordt ingezet, ook al is dat een ambulance van een buur-RAV. In de praktijk
• Contact:
[email protected] • Tekst: Annemieke Bos • Fotografie: Ron van der Slik • Productie: Harvest Creative - Rotterdam
Inspannend
Als instructeurs/begeleiders bij de BLS/ACLStraining waren betrokken: Annelies van Willigenburg, Pim Brandse, Jan de Swart, Robert Vreugdenhil, René Stip en Rainier Nortan. n
Landelijk dekkend MICU-netwerk
Vervolg op pagina 2
Meldkamer ambulancezorg
De profchecks in de meldkamer zijn van start gegaan na een lange periode van voorbereiding. Huizer: “We hebben scoringslijsten en casusbeschrijvingen opgesteld en een ‘try-out’ gedaan met de zes werkbegeleiders van de meldkamer. In een aparte ruimte achter de feitelijke meldkamer is een proefopstelling gemaakt waar de kandidaat met dezelfde apparatuur en GMS-software een meldkamerintake
ALLES KLAAR VOOR LPA 7
MICU in bedrijf
Chauffeur René Stip is zo’n zes jaar als instructeur voor het Regionaal Opleidingscentrum actief. Hij was betrokken bij de samenstelling van het trainingsprogramma. “Dat was een behoorlijke klus omdat we zelf een vertaalslag moesten maken van de nieuwe richtlijnen naar de praktijk. Daar zijn we aardig in geslaagd.” Zijn collega ambulanceverpleegkundige Jan de Swart kan dat beamen. “De voorbereiding heeft heel wat tijd en energie gekost, maar de reacties op de trainingen waren positief. Het valt voor velen niet mee om een methodiek die al zo’n tien jaar wordt gehanteerd, te veranderen. Voorheen werkten we volgens de ABC-methode. Nu staat de Basic Life Support centraal. Die moet worden gegarandeerd.”
komt deze vorm van burenhulp regelmatig voor. Met ingang van 1 januari 2007 heeft deze hulp een officieel tintje gekregen. Sinds die datum is namelijk het convenant Burenhulp Ambulancezorg Zuid-Holland van kracht. Het convenant is ondertekend door de vier RAV’en in Zuid-Holland: Rotterdam-Rijnmond, Hollands Midden, Zuid-Holland Zuid en Haaglanden. In het convenant is bijvoorbeeld geregeld dat in Hoek van Holland en een deel van Maassluis een Vervolg op pagina 6