Geloven maakt verschil Thema’s voor jeugdgroepen Deel 4
4. Alle geloven komen op hetzelfde neer Overeenkomsten en verschillen tussen religies
Alle geloven komen op hetzelfde neer
4
Overeenkomsten en verschillen tussen religies Achtergrondinformatie De jongeren en religies het binnenwereldlijke geloven Ik geef toe dat het een afschuwelijk woord is: binnen-wereldlijk. Maar als Peter zegt: 'Ik geloof wel in god maar niet in een god boven of buiten mij. Ik ben zelf een stukje van god', dan heeft hij het blijkbaar over een god die je alleen binnen onze menselijke wereld vindt en die daar deel van uitmaakt. Vermoedelijk gaat hij nog een stapje verder. God is niet een (persoonlijke) god maar een goddelijke kracht, die alles doortrekt en zich aan mensen meedeelt. Voor hem bestaat er blijkbaar zoiets als een levensgeheim, een oerkracht die je vervult en waarvan je je zo nu en dan bewust bent.
Marten Knevel en Paul Jansen 2000
We ontdekken bij Peter een omgaan met het woord 'god' dat hij met vele anderen in onze tijd deelt. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat het geloof in een god die zich buiten en boven ons bevindt steeds minder voorkomt. Een god die in de hemel woont en die heel persoonlijk ons leven bepaalt, is voor veel mensen ongeloofwaardig. Daarentegen worden betrekkelijk veel mensen nog of weer opnieuw geboeid door al die religieuze beschouwingen, die op een of andere manier aangeven dat het leven verbonden is met of gedragen wordt door een goddelijk geheim. Niet altijd beperkt dit geloven zich tot het leven voor de dood. Het geloof in een leven na de dood krijgt nogal wat bijval. We zien dit in de populariteit van de
1
2
reïncarnatie-gedachte. Het is met dit ene leven niet afgelopen. Maar als het er is ook na de dood, dan realiseert het zich toch binnen onze wereld. de paracultuur Als laatste trend noem ik wat door het Sociaal en Cultureel Planbureau aangeduid wordt als de paracultuur (een verschijnsel dat nog niet echt in onze cultuur is opgenomen maar haar wel begeleidt). Ik citeer nu het rapport: 'Tot zo'n paracultuur kan men een aantal verschijnselen rekenen, namelijk elementen van oosterse godsdiensten zoals zielsverhuizing en zenboeddhisme, magische praktijken zoals het leggen van de tarot en het gebruik van de pendel, een aantal zaken die verband houden met de bevordering van de geestelijke en lichamelijke gezondheid zoals macrobiotiek en een aantal therapieën, en ten slotte het complex van gedachten dat bekend staat als de New Age'. De belangstelling voor dit gebied onder jongeren in het algemeen is groot. Eén op de vijftien jongeren wordt er wat zijn of haar gedrag betreft door beïnvloed en zou een aanhanger kunnen worden genoemd. In gespreksgroepen met randkerkelijken blijkt het een actueel en geliefd thema te zijn. Velen onder hen hebben ervaringen opgedaan met de zeer gevarieerde vormen van meditatie, die op dit gebied voorkomen. Het is bekend dat New Age met haar accent op het holisme grote aantrekkingskracht heeft, al schijnt het hoogtepunt van deze beweging voorbij te zijn. Holisme is de levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles deel uitmaakt van een grotere samenhang die voortkomt uit een goddelijke kracht of energie. Al met al is de paracultuur op dit moment een belangrijke culturele onderstroom. Het is moeilijk te beoordelen hoe de ontwikkeling naar de toekomst zal zijn, maar we kunnen gerust aannemen dat deze beweging nog zal groeien. Zij sluit in ieder geval nauw aan bij wat verschillende wetenschappers hebben geconstateerd over het gedrag van jongeren als het gaat om (religieuze) zingeving. Ik wees al op de 'religieuze graascultuur'. Ook het beeld van het vogelnestje wordt gebruikt: de moderne jongere is als een vogel die takjes en blaadjes van zijn gading overal vandaan bijeensprokkelt om het eigen nest te bouwen. Bestanddelen van de meest verschillende religieuze tradities worden aangewend ten dienste van de eigen zelfverwerkelijking. Of om het met de woorden van een bekende communicatiedeskundige te zeggen: we leven in een koud-buffetcultuur, waarin ieder zijn eigen levensbeschouwelijke hapje zelf samenstelt. Uit: K.A. Schippers, Kerk waar is dat goed voor? [1995]. Privé-levensovertuigingen De Hart constateert een steeds geringere affiniteit met kerken en kerkelijke rituelen. Maar opvallender dan dat bekende gegeven is zijn conclusie dat de alternatieven niet op grote schaal als uitwijkmogelijkheid worden gebruikt. Noch de 'oosterse',
3
noch de 'evangelische' aanbiedingen op de levensbeschouwelijke markt vullen het ontstane gat. Toch zijn jongeren nog wel in levensbeschouwing geïnteresseerd, zegt De Hart. Ze vertonen nog wel degelijk 'zoekgedrag' in die richting. Dat zoekgedrag mondt echter steeds minder vaak uit in aansluiting bij een groep, organisatie of kerk. jongeren 'knutselen zelf een privé-levensovertuiging in elkaar'. Dat is geen puberale poging, maar een ontwikkeling die zich voortzet in heel het verdere leven. Jongeren klussen als kleine doe-het-zelvers hun eigen (levensbeschouwelijke) cultuurtje bij elkaar uit de beschikbare en bruikbare resten van de 'grote verhalen'. Dit betekent echter nog niet dat ook maar iets van een gestructureerd alternatief voor kerkelijke godsdienstigheid zichtbaar wordt. Integendeel, degenen die alternatieven aanreiken mogen zich zorgen maken over een afnemende belangstelling. Dat geldt bijvoorbeeld voor oosterse groeperingen, maar ook voor de evangelische beweging. Als New Age al een alternatief vormt voor de westerse kerkelijkheid, dan is het in de vorm van 'New Age-achtige ideeën', niet in de vorm van een 'beweging' of 'netwerk'. Uit: G.J. Blanken (red.), Jeugdwerk in een supermarktcultuur. (1993) New Age Wij signaleren dat er een syncretistische beweging gaande is. In veel gevallen zullen christelijke opvattingen slechts een onderdeel zijn van de religiositeit van jongeren. Er heerst een sfeer van: ‘maak-je-eigen-religie’. Het aantal keren dat wij werden geconfronteerd met New Age gedachten als: ‘met jezelf in lijn zijn’; ‘op je centrum gericht zijn’ of: ‘vrede in jezelf vinden’, is niet meer te tellen. In hun zoektocht naar zingeving kunnen zij een beetje Boeddhisme en Hindoeïsme meenemen of een theelepeltje Taoïsme. Uit: Tim Celek en Dieter Zander: Inside the Soul of a new generation [1996]
De Bijbel en andere religies Andere religies zoals wij die kennen in de zin van wereldgodsdiensten kom je in de Bijbel niet tegen. De enige grote wereldgodsdiensten die je tegen komt zijn Jodendom en Christendom, maar die zien we in de Bijbel ontstaan. We komen wel veel religiositeit van allerlei volkeren tegen, maar geen wereldgodsdiensten. De wereld die de bijbel beschrijft is wel een religieuze wereld. Godsdienstigheid in allerlei vormen kom je er tegen.
4
In het Oude Testament wordt de houding van het volk Israël tegenover andere vormen van godsdienst vooral bepaald door de tien geboden [Exodus 20]. Deze roepen op om alleen de God te dienen die het volk uit Egypte heeft bevrijd. Alleen deze God heeft zich werkelijk God getoond en heeft daarom recht op verering. Andere goden zijn uit de boze. De profeten in het oude testament keren zich daarom fel tegen vermenging van de eredienst aan de Here God en andere goden en ook tegen eredienst aan andere goden. [Vgl. Hosea 1 t/m 3; Ezechiël 16:23; Jeremia 7:16 e.v.; etc.] Vreemde goden worden belachelijk gemaakt omdat zij door mensen zijn gemaakt [bedacht!!!] [Hosea 8:4-6] en omdat zij van hout en steen zijn [Jeremia 2:27]. Hun werkelijke bestaan wordt bestreden. [Jesaja 41:29; 43:10 e.v.; 44:9 e.v.] De profeten beloven een tijd dat alle volkeren zich zullen bekeren tot de ene God van Israël. In het Nieuwe Testament wordt afgodendienst gezien als de hoofdzonde van de heidense wereld. Die zonde veroorzaakt alle kwaad en bestaat in het feit dat men in feite het geschapene aanbidt in plaats van de Schepper. [Romeinen 1:18-32] Paulus benadrukt dat ze niets waard zijn [1Corinthe 8:4 en 10:19], maar het contact ermee is wel gevaarlijk [1Corinthe 10:20]. Een belangrijk bijbelgedeelte is Handelingen 17 waar Paulus op de Areopagus spreekt tegen de Atheners die vele goden aanbidden. Hun godsdienst komt voort uit onwetendheid. Hij stelt daartegenover de ene God die hemel en aarde gemaakt heeft en die zich in Jezus aan ons geopenbaard heeft. Een vorm van religie waar het christendom zich fel tegen verzet is de verering van de romeinse keizer als een godheid. Dat levert de christenen moeilijke tijden op. [Openbaringen 13] Jezus zelf stelt dat de verering van Mammon [Voorspoed; welvaart] niet te rijmen is met de dienst aan God. [Mattheus 6] Ik wijs er nogmaals op dat de afwijzing van afgodendienst niet zonder meer te vertalen is naar de grote wereldreligies van vandaag omdat die niet zonder meer vergelijkbaar zijn met de afgoden uit de bijbelse tijd.
Leiden alle godsdiensten tot God? [Michael Green] Het is onlogisch Het idee dat alle godsdiensten eigenlijk hetzelfde zijn en dat ze allemaal variaties van eenzelfde thema vertegenwoordigen, klinkt prachtig en gevoelig. Maar helaas blijkt het toch niet zo te zijn. Hoe kunnen alle godsdiensten tot God leiden als ze volkomen verschillend zijn? De God van de Hindoe's is
5
meervoudig en onpersoonlijk. De God van de Islam is één persoon. De God van het Christendom is de Schepper van de wereld. Het goddelijke in het Boeddhisme is niet persoonlijk en niet scheppend. Kan het nog verder uitéén liggen? Het Christendom leert dat God de mens wil vergeven en hem bovennatuurlijke hulp wil geven. In het Boeddhisme is er geen sprake van vergeving, noch van bovennatuurlijke hulp. Het doel van alle bestaan is in het Boeddhisme "nirwana", of de uitdoving, wat pas bereikt kan worden na tenminste 547 geboorten. Het doel van het bestaan in het Christendom is God te kennen en voor eeuwig van Hem te genieten. Het Hindoeïsme kent vele beelden. Het Judaïsme verbiedt het maken van beelden, ten strengste. De Islam staat een man toe vier vrouwen te hebben; het Christendom verbindt één man aan één vrouw. Het grootste verschil tussen de Bijbel en alle andere vormen van geloof, ligt wel hierin dat de Bijbel leert dat niemand zijn eigen heil kan verdienen bij God, hoe goed hij het ook probeert, terwijl de andere godsdiensten allemaal leren dat de mens door het houden van geboden, gered of heilig kan worden, of het hoogste doel kan bereiken. Dit verschil wordt duidelijk geïllustreerd door het Boeddhistische verhaal, dat wat lijkt op de gelijkenis van de verloren zoon. In dit verhaal komt de jongen thuis, en wordt verwelkomd door zijn vader. Daarna moet hij jarenlang zijn vader dienen als straf voor zijn misstappen. Het principe van Karma (oorzaak en gevolg, boeten voor je schuld) is volkomen tegenovergesteld aan dat van de genade (vrije vergeving, wanneer je het helemaal niet verdiend hebt). Het is mijn bedoeling niet om hier de verschillende godsdiensten te ontleden en naar waarde te schatten. Ik wil alleen maar laten zien dat het onlogisch is te beweren dat ze allemaal dezelfde richting uitwijzen. Het is éven onlogisch als wanneer we zeggen dat alle wegen vanuit Utrecht naar Amsterdam leiden. Dat is volledige onzin en niemand is er mee geholpen als we dat beweren. De verschillende godsdiensten hebben volkomen verschillende doelstellingen. Totale uitdoving of de hemel; vergeving of boete; een persoonlijke God of een onpersoonlijke kracht; redding door genade of door-werken. De tegenstellingen zijn onverzoenlijk. Het probleem is dat de verdraagzaamheid vandaag zo ver is gevorderd, dat ze niet langer een zegen maar een vloek is. Ze doet de waarheid op een vreselijke wijze geweld aan. Niemand is ermee gediend als we beweren dat alle overtuigingen even waar zijn. Het is hetzelfde als wanneer we tegen een blinde man, die aan de rand van de afgrond zit, zeggen: "Het maakt niet uit welke kant u op gaat. Alle paden leiden naar hetzelfde doel".
6
Het is onmogelijk Er zijn twee redenen waarom het onmogelijk is God te vinden door om het even welke godsdienst. De eerste ligt in de natuur van God zelf. Als er een God is, dan is Hij de Oorsprong, zowel van de mens als van zijn omgeving. Dan is hij Heer over al het menselijk leven. "Weet gij het niet? Hebt gij het niet gehoord? Is het u van de aanvang niet verkondigd? Hebt gij geen begrip van de grondvesten der aarde? Hij troont boven het rond der aarde, en haar bewoners zijn als sprinkhanen ... Wie raadpleegde Hij, dat deze Hem inzicht zou geven, het rechte pad zou leren, kennis bijbrengen en de weg des verstands doen kennen? Zie volken zijn geacht als een druppel aan een emmer en als een stofje aan een weegschaal; zie, eilanden zijn als fijn stof, dat uitgestrooid wordt" (Jesaja 40). Dat is de God waar we het over hebben. Hoe zouden we tot Hem kunnen opklimmen? Hoe zou de vaas de pottenbakker die hem maakte kunnen begrijpen? Dat is onmogelijk. De mens kan God niet ontleden, al doet hij daar nog zo zijn best voor. Godsdienst, alle godsdienst is gedoemd om te mislukken. Geen doorgaande weg Er is nog een tweede reden waarom godsdienst nooit tot God zal leiden. Niet alleen is het onmogelijk vanwege Gods karakter, maar ook vanwege het karakter van de mens. De Bijbel geeft ons een weinig vleiend beeld van de mens, maar helaas lijkt het wel waar te zijn. Enkele onprettige dingen komen daardoor aan het licht. Zij stelt ons bijvoorbeeld op de hoogte van het feit dat we God niet zo oprecht liefhebben als we wel zouden willen voordoen; het tegenovergestelde is zelfs waar. "We zijn Hem vijandig gezind, blijkens onze boze werken". Ook blijken we dat gouden hart, waar we zo graag over spreken, niet te bezitten; het tegenovergestelde is waar. "Arglistig is het hart boven alles, ja verderfelijk is het". De Bijbel vertelt ons ook dat we de waarheid niet onverdeeld zoeken; het tegenovergestelde is waar. "De mens houdt de waarheid in ongerechtigheid ten onder". We volgen elke lichtstraal die op ons pad valt echt niet direct; het tegenovergestelde is waar. "De mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht"(Colossenzen 1:2 1, Jeremia 17:9, Romeinen 1: 18, Johannes 3:19). De menselijke natuur blijkt zo verdraaid te zijn, dat we niet in staat zijn het goede te aanvaarden als we het zien. Het is zelfs zo, dat we het gewoonlijk liever uit de weg gaan, omdat het ons aan de kaak stelt. Het is een jammerlijke illusie van het
7
humanisme, dat alle mensen in de grond van de zaak goed zijn. Als ze geplaatst worden in een behoorlijke omgeving met gunstige werk-omstandigheden, genoeg geld tot hun beschikking hebben en er genoeg werkgelegenheid is, zullen ze allemaal zich als goede burgers gedragen en zal het hart van goud de gelegenheid krijgen zich te tonen. Onzin! Als we allemaal een gouden hart hebben, hoe komt het dan dat de misdaad in dezelfde mate toeneemt als de voorspoed? Geen wonder dan dat Paulus tot de conclusie komt, waartoe het Oude Testament al vóór hem gekomen was, nadat hij de heidense en godsdienstige samenlevingen van zijn tijd onder de loep had genomen: "Niemand is rechtvaardig, ook niet een. Er is niemand die God ernstig zoekt" (Romeinen 3: 10,11). Het sprookje is ontzenuwd. We zoeken God niet ernstig. De meesten van ons zijn zelfs maar al te blij als we bij Hem uit de buurt weten te blijven. We worden allemaal gediskwalificeerd, of we nu uit het zogenaamde Christelijke Westen, uit het Communistische Slechts één hoop Er is maar één hoop en dat is de mogelijkheid van openbaring. We kunnen God niet bereiken, maar er is geen reden waarom Hij ons niet zou kunnen bereiken. En zo werd Jezus (God de redder) of Emmanuel (God met ons) geboren. De God die door de eeuwen heen op vele verschillende manieren door zijn profeten gesproken had, sprak tenslotte zeer duidelijk en beslissend, niet door een profeet, maar in de persoon van zijn eigen Zoon. Eindelijk zouden de mensen dan toch zien dat God bestaat, dat God spreekt en dat Hij zorgt. Vanaf dat ogenblik was Hij niet meer de onbekende God. "Niemand heeft ooit God gezien, de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen", vatte een ooggetuige de zaak samen (Johannes 1: 18). Jezus laat ons in een menselijk leven zien hoe God is. Dat was het eerste doel van zijn komst naar de wereld; ons een openbaring van God te geven, zonder welke we nog steeds in het duister zouden tasten. Een redding Zijn komst had nog een tweede doel, dat nauw samenhangt met het eerste. Want toen de mensen dat volmaakte leven van oprechtheid en liefde zagen, het beste wat ze zich ooit hadden kunnen voorstellen, hebben ze hem aan een kruis genageld. Hij gaf hen een te ongemakkelijk gevoel. Zijn licht was te verblindend. Het natuurlijke instinct van de mens die liever in het duister leeft, wil dat licht uitdoven.
8
"Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen". Zie je nu wat er gebeurd is? De komst van Jezus heeft niet alleen getoond wie God was. Het heeft ook duidelijk gemaakt wie de mens was. "De mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht, omdat hun werken boos waren", heeft Johannes geschreven, en als je meer over dat vers zou willen weten, vraag je dan eens af wat er zou gebeuren met de oplagen van de zondagkranten, als die in plaats van vuiligheid alleen nog maar goede dingen zouden gaan publiceren. Daar heb je een duidelijk bewijs van het feit dat de mens liever duisternis dan licht heeft. Daarom hebben wij mensen meer nodig dan alleen maar een openbaring van God. We hebben Gods redding nodig. Niet alleen ons begrip van God, maar ook onze wil deugt niet. Jezus kwam om beide te herstellen. Hij liet ons zien hoe God was, door zijn onberispelijk leven. Hij bracht ons in de juiste verhouding tot God door zijn opofferende dood. Daarom is het kruis het symbool van het Christendom geworden. Zijn dood werd de grootste prestatie van heel Zijn leven, ja zelfs de grootste prestatie van de hele geschiedenis. Daar nam Jezus, de God-mens, de verantwoordelijkheid voor alle slechtheid van de mensen op zich. Een ooggetuige zegt: "Hij is om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen" (I Petrus 3:18). Een andere schrijft: "Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon gezonden heeft"als een verzoening voor onze zonden" (1 Johannes 4:10). Een andere schrijver van het Nieuwe Testament, roept in verwondering uit -- "Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn" (Romeinen 8: l), omdat "God, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonden gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld heeft in het vlees". Waar je het Nieuwe Testament ook openslaat, vind je deze zelfde waarheid versneld, in allerlei verschillende bewoordingen. In het boek Openbaring vind je het op de volgende manier beschreven: "Daarna zag ik en zie, een grote schare die niemand tellen kon, uit alle volken en stammen en natiën en talen stonden voor de troon van het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen. En zij riepen met luider stem en riepen: De zaligheid is van onze God die op de troon gezeten is, en van het Lam" (Openbaring 7:9, 10).
Niets anders wat hier op lijkt Maar dat is nog niet alles. De God die zichzelf geopenbaard heeft en ons ook gered heeft, heeft dat met een bepaald doel gedaan. Hij wil met ons in verbinding staan. En hier begint de Opstanding een rol te spelen. Jezus Christus is geen dode figuur uit een geschiedenisboek, die al tweeduizend jaar uit de running is. Hij leeft, en we kunnen met Hem te maken hebben. Ik herinner me de dag levendig, toen dit tot mij begon door te dringen. Ik heb die levende persoon toen gevraagd om in mij te komen wonen. Dat heeft Hij gedaan. Ik heb God niet gevonden. Ik had het niet gekunt, zelfs al zou ik het gewild hebben, en ik zou het trouwens ook niet gewild hebben, want daar was ik te egoïstisch voor. Maar Hij heeft mij gevonden. Hij kwam naar de aarde om Zichzelf aan mij te openbaren. Hij stierf om al mijn kwaad weg te doen. Hij leeft, en is bezig mijn leven te veranderen van binnen uit. En dat is zeer goed nieuws voor mij geworden. Er is geen ander geloof, wat iets in deze geest doet. Er is ook geen ander geloof wat dat beweert. Het Christendom is eigenlijk helemaal anders dan de andere godsdiensten. Het gaat niet om de mens die op zoek is naar God, maar om God die de mens zoekt. Geen godsdienst dus, maar een openbaring en een redding. Als dit zo is, duiken er direct enkele belangrijke vragen op. Als dit van Christus waar is, hebben alle andere godsdiensten het, dan helemaal mis? Nee. De God die de wereld gemaakt heeft, de God die zichzelf in Christus geopenbaard heeft, heeft vele herkenningspunten van Zichzelf in de wereld achtergelaten. Iedere goede gedachte, elke lichtstraal, ieder waar woord, of dat nu gevonden wordt in een godsdienst of in een atheïstische filosofie zoals het Marxisme, is een onderdeel van Gods openbaring. Alle waarheid is Gods waarheid, en wordt teruggevonden in God die mens redt. Daarom zijn Christenen altijd blij met de waarheid, waar die ook gevonden wordt. Als je anderen godsdiensten bestudeert, zul je zowel veel vinden wat waar en waardevol is, wat zedelijk en goed is, als veel wat dat helemaal niet is. Maar je zult niets vinden wat goed en waar is, wat je niet in Christus zult vinden. En je zult niets horen over een God die genoeg om je geeft dat Hij voor je wil sterven, om dan uit het graf op te staan en bereid te zijn je leven verder met je te delen. In geen enkele andere godsdienst zul je een openbaring van God vinden die volledig persoonlijk is, met een redding van de mens uit zijn egoïsme en zonde, en een aanbod van God om in elk menselijk leven dat zich voor Hem openstelt, te komen wonen. Christenen zijn echt niet bekrompen aangaande andere godsdiensten. Maar als Jezus inderdaad, zoals uit de Opstanding blijkt, God Zélf is die ons komt redden,
9
10
dan zou het dwaasheid zijn Hem te verwerpen. Of dit dus inderdaad zo is, moeten we zelf onderzoeken. We hebben niet te maken met legendes en mythen, waardoor het bijvoorbeeld onmogelijk is vast te stellen wanneer Boeddha geleefd heeft (de schattingen variëren tussen 1000 en 500 v. Chr.), en wat er gebeurde bij zijn geboorte (er zijn 547 verschillende verhalen omtrent zijn geboorte), maar wij hebben met geschiedenis te maken. Christenen geloven (en er is een overvloed aan geschiedkundig materiaal om dit geloof te staven) dat Jezus van Nazareth op de eerste Paasdag in het jaar 30 of 31 opstond uit het graf en de Christelijke gemeenschap stichtte. Zijn uit elkaar geslagen volgelingen verwachtten dat helemaal niet. Ze geloofden het zelfs in het begin niet eens. Maar ze moesten het wel geloven toen zij hem keer op keer ontmoetten. En toen ze eenmaal overtuigd waren was er niets meer wat hen kon doen zwijgen over dit feit. Ze ontdekten namelijk dat Hij de sleutel tot het leven was. Ze geloofden niet alleen maar dat zijn lichaam opgewekt was. Dat zou nog niet veel geholpen hebben. Ze geloofden dat de Almachtige God, in de mens Jezus aan ons gelijk geworden was, dat Hij leed en stierf, maar dat de dood Hem niet kon houden. Zijn Opstanding zegt: "JA" op zijn uitspraak dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven was. De Opstanding bevestigt zijn uitspraak dat Hij God was. In de opgestane Jezus komt God ons op zo'n directe wijze tegemoet, dat het ons in verwarring brengt. Hij biedt ons totale hulp aan; maar Hij vraagt totale gehoorzaamheid. Het is goed om interesse te hebben in vergelijkende godsdiensten. Maar hoe meer je over de andere godsdiensten te weten komt, hoe meer je ervan overtuigd raakt, dat het Christendom uniek is. En de sleutel tot het Christendom ligt in de Opstanding. M. Green, Toe nou dat meen je niet p44-61
Suggesties voor doelstellingen • • • •
• • • • • • •
Jongeren begrijpen overeenkomsten en verschillen tussen verschillende religies. Jongeren zien in dat er onverenigbare verschillen bestaan tussen het Christelijk geloof en andere religies. Jongeren begrijpen dat het christelijk geloof om een keuze vraagt: geloof of geen geloof. Jongeren zien in dat het christelijk geloof niet door mensen bedacht is, maar berust op de ervaring dat God zichzelf heeft kenbaar gemaakt aan mensen. Jongeren voelen zich uitgedaagd om een keuze te maken. Jongeren ontdekken dat er volgens het christelijk geloof maar een God kan zijn. Jongeren zien in dat: je eigen god bedenken dwaas is. Jongeren zien in dat God zo moeilijk herkenbaar is voor ons omdat de zonde er tussen staat en omdat God te groot voor ons is. Jongeren zien in dat je God alleen kunt vinden als God je daarbij helpt. Hij doet dat door Jezus. Jongeren voelen zich gemotiveerd om op zoek te gaan naar God.
Suggesties voor de opzet van de avond Ideeën voor de inleiding
11
1.
Verhaal: God te koop uit Start-Magazine p 59 [Je kunt het verhaal voorlezen. Je kunt er ook een rollenspel van maken en het door verschillende deelnemers laten voorlezen/spelen.
2.
Verwerkingsopdracht: Eén van de godsdiensten waar we in Nederland steeds meer mee te maken krijgen, is de islam. In de islam zijn veel punten van overeenkomst met het christendom, maar ook zeer wezenlijke verschillen. Zoek de volgende teksten op en vergelijk ze met de citaten uit de koran. 1. Deuteronomium 6:4 Soera 2:163: "Jullie God is één God. Er is geen God dan Hij, de erbarmen, de barmhartige." 2. Genesis 1:27,31
12
3.
4.
5.
6. 7.
Soera 4:28' "God wenst het voor jullie gemakkelijk te maken, de mens is immers zwak geschapen," 3. Romeinen 3:23-24 Soera 30:30: "En richt je aangezicht naar de godsdienst als een aanhanger van het zuivere geloof, de van God afkomstige aanleg die Hij de mensen ingeschapen heeft. Gods schepping is niet te veranderen. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet. 4. Mattheüs 27:50, Filippenzen 2:8 Romeinen 6:4-8 Soera 4:1 57-1 58: "Zij zeggen: "Wij hebben de masieh, lsa de zoon van Marjam, Gods gezant gedood". Zij hebben hem niet gedood en zij hebben hem niet gekruisigd, maar het werd hun gesuggereerd. Zij die het daarover oneens zijn, verkeren erover in twijfel. Zij hebben er behalve het afgaan op vermoedens geen kennis van, zij hebben hem vast en zeker niét gedood. Echter, God heeft hem tot Zich omhoog gebracht, God is machtig en wijs." Hang een aantal grote papieren vellen aan de muur en schrijf boven ieder vel een Godsdienst. Laat de catechisanten op ieder vel schrijven wat zij van deze godsdiensten weten. Vergelijk daarna wat er op de verschillende vellen staat. [Komt het allemaal op hetzelfde neer?] Eventueel kun je op ieder vel kopjes maken. bijvoorbeeld: Hoofdpersoon; Hoe zien zij God?; Hoe denken zij over de mens?; Hoe weten wij iets over God?; Hoe moet je leven?; Hoe ziet de toekomst van de mens eruit? Etc. Het bovenstaande kan er ook toe leiden dat jongeren ontdekken dat zij eigenlijk niet zoveel weten over andere godsdiensten en het christelijk geloof. Je kunt dan wat vertellen Je kunt een aantal aspecten van de verschillende godsdiensten naast elkaar zetten en vervolgens met de jongeren praten over die verschillen. Zijn die belangrijk; onbelangrijk? Welke spreken je aan? De verschillen roepen de vraag op: Maakt het uit wat waar is? Wat zijn de consequenties? Heb je zelf ervaringen opgedaan met andere godsdiensten of mensen die ze aanhingen? Vertel daar dan over. Stelling: Het maakt niet uit wie je echte ouders zijn, als je er maar een paar hebt. Laat jongeren op deze stelling reageren. Vervang de stelling vervolgens door de stelling: Het maakt niet uit wie jouw echte God is als je er maar een hebt.
13
Gespreksideeën (vragen) 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Stel je kon een eigen God uitkiezen. a. Aan welke voorwaarden zou hij/zij dan moeten voldoen? b. Noem een aantal eigenschappen van God. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de God van de Bijbel en de god die jij bedacht hebt? Waar gaat het volgens jou in alle godsdiensten om? Zie vragen en verwerkingsopdrachten in Start Magazine 5 pag. 61. Wat vind je van de stelling: Alle geloven komen op hetzelfde neer ? Welke overeenkomsten zie je tussen andere geloven en het christelijk geloof? Welke verschillen zie je tussen verschillende geloven? Wat bedoelen mensen volgens jou als zij zeggen: ‘Alle geloven komen toch op hetzelfde neer’? Heb je wel eens mensen van andere geloven ontmoet? Vertel daar eens van? Wat viel je toen op? Maakt het uit welke godsdienst het dichtst bij de waarheid komt? Waarom vinden mensen het belangrijk te weten wie hun echte ouders zijn? Waarom is het belangrijk om te weten hoe God echt is?
14
Te gebruiken bijbelgedeelten
Bijlage
Exodus 20:1-6. God duldt geen verering van andere goden. God is niet door mensen zelf bedacht. maar heeft zich aan het volk Israël geopenbaard door het te bevrijden uit Egypte.
HINDOEÏSME
Jesaja 44:6-20.God is volkomen anders dan alle andere goden, want die zijn door mensen gemaakt. Waarin verschilt God van goden door mensen gemaakt?
ALGEMEEN: Niet een duidelijk omschreven geloof, maar een grote verscheidenheid aan stromingen, gebruiken, enz. Eerder een cultuur dan een geloof.
Handelingen 17. Paulus heeft respect voor de goden verering van de Atheners, maar hij verkondigt hen een God die daar verre boven uit gaat. Die zichzelf, zijn ware aard heeft bekend gemaakt in Jezus die is gekruisigd en opgestaan. Johannes 8:12-20 Als je God wilt leren kennen, dan moet je naar Jezus kijken. Welke eigenschappen vind je bij Jezus? Mattheus 6:24. Je kunt niet tegelijk God dienen en allerlei andere belangen/afgoden. Johannes 1:18: Niemand heeft ooit God gezien. Zijn Zoon heeft Hem aan ons leren kennen. Je kunt God niet bedenken. Daarvoor heb je hulp van God zelf nodig. Jesaja 40: God is te groot om door het mensenverstand gevonden te kunnen worden. Johannes 3:19 Mensen zijn te zeer op zichzelf gericht om God te herkennen.
BOEKEN - Veda's: zeer oude geschriften met liederen en gebeden, geschreven tussen ongeveer 1200 en 1000 voor Christus. - De Oepanishaden: dit betekent zoiets als: aan de voeten van de Meester zitten. Geschreven tussen ongeveer 8oo en 5oo voor Christus. - De Ramayana en de Mahabharata: twee zeer populaire heldendichten van ongeveer 330 voor Christus tot 300 na Christus. GOD: Hindoes geloven in meerdere goden. Visjnoe en Sjieva zijn twee zeer bekende. De god Visjnoe is ook als mens op aarde gekomen. Voor de hindoe staat god niet boven de schepping, maar zit in alles en iedereen iets goddelijks. Een hindoe zal er geen moeite mee hebben om Jezus als god te zien, maar hij zal het er niet mee eens zijn dat Jezus Gods enige Zoon is. EEN HOOFDLIJN: Algemeen aanvaard is het geloof in reïncarnatie. De hindoe gelooft in een stroom van leven, van geboorte naar de dood en vandaar naar de wedergeboorte. Dit is nauw verbonden met de karma. je karma is zoiets als de optelsom van alle daden die je in je vorige levens verricht hebt. Het doel van het leven is moksja, verlossing: bevrijding van de kringloop van de wederbelichamingen. Deze bevrijding krijg je door de weg van onwetendheid naar kennis af te leggen. DE MENS: Voor een hindoe is individualisme desintegratie. Het individuele moet weer opgaan in Brahman, de al-godheid. Het leefpatroon wordt bepaald door het verlangen van de ziel en niet zozeer door verstand en lichaam. BOEDDHISME ALGEMEEN: Het boeddhisme is een monnikenreligie, gesticht door Siddharta Gautama (560 - 48o v. chr.), die Boeddha genoemd wordt. Voor Boeddha is het
15
16
leven lijden. Alle bestaan is ellendig en moeilijk. Geboorte is lijden, oud worden is lijden, maar ook liefhebben is lijden; niet bereiken wat men begeert is lijden.
kent geen middelaar tussen de mens en zijn Schepper. leder is goed genoeg om in gemeenschap met God te treden.
GOD: Het boeddhisme is een godsdienst zonder god.
DE MENS: De mens is zoals hij zijn moest, hij is niet anders geschapen dan zoals hij nu is. Iedere mens komt op de wereld met een bepaalde geaardheid en met zekere vermogens, die hem in staat stellen om goed of kwaad te verrichten.
BOEKEN: Boeddha accepteerde de heilige geschriften van het hindoeïsme niet. De leer van Boeddha werd mondeling doorgegeven en in de eerste eeuw voor Christus opgeschreven in de zogenaamde Tripitakageschriften. EEN HOOFDLIJN: Door onder andere meditatie kan een mens loskomen van de begeerte, en daarmee uit de kring van geboorten. De mens kan loskomen van zijn karma door het achtvoudige pad te volgen. Dit bestaat o.a. uit: de juiste kennis, gevolgd door de juiste houding, het juiste spreken, enzovoort. Het doel van het leven is het Nirvana, dit is het eeuwige gebied. DE MENS: Er is geen leer waar de mens aan moet voldoen. Daardoor lijkt het boeddhisme erg tolerant. Bij nadere beschouwing is het boeddhisme echter ook hard: je plukt wat je gezaaid hebt. Al het lijden dat je overkomt is het gevolg van je karma. Anders gezegd: eigen schuld dikke bult. Het boeddhisme kent dan ook geen 'barmhartigheidsinstellingen' zoals het christendom.
JODENDOM ALGEMEEN: Het is de Ene, machtige 'God, die trouw is, waarop joden hun immense vertrouwen en hoop hebben gevestigd. De wereldgeschiedenis is niet zinloos, maar er is één bewuste lijn vanaf de schepping tot aan het eindpunt, wanneer de Messias zal regeren. BOEKEN: Het centrum bestaat uit de Torah: de 'vijf boeken van Mozes'. Torah betekent ook wel: levensinrichting, levensweg. Het is het verhaal van het verbond, van de trouw van God. Daarnaast zijn er de boeken van de profeten en de geschriften (zoals de Psalmen en Spreuken). Samen met de Torah vormen zij de Tenach. Latere geschriften zijn bijvoorbeeld de Misjna en de Gemara die samen de Talmoed vormen. Dit zijn verzamelingen van joods mondeling onderwijs en commentaren.
DE ISLAM ALGEMEEN/GOD: Islam staat voor 'volkomen overgave'. De Islam kent één volkomen God: Allah. Allah is een autocraat (een alleenheerser). Er is een grote afstand tussen God en mens. Allah is de Verre en soms denk je: zelfs de Ongenaakbare. De moslim twist dan ook niet met God, hij smeekt of onderhandelt niet met God. God is de Ene. BOEKEN: De koran. Mohammed, de profeet (geboren in 570 na Christus in Mekka), ontving de koran als 'ongeschapen woord van Allah'. Na de eerste soera (hoofdstuk) werden de anderen gerangschikt naar lengte. De langste soera werd nummer 2, de kortste werd nummer 114. EEN HOOFDLIJN: De koran is allesbepalend. Alle aspecten van het privé-leven en van het maatschappelijk leven zijn aan de koran onderworpen. Een scheiding tussen 'kerk' en 'staat' zoals in de westerse samenleving, bestaat niet in islamitische landen. Die nadruk op het gemeenschappelijke wordt gesymboliseerd in de salát. Dat is het liturgisch gebed dat elke moslim vijf keer per dag uitvoert. De islam
17
EEN HOOFDLIJN: Het jodendom kent geen formele geloofsbelijdenis, maar de essentie is neergelegd in het Sjema: "Hoor Israel: de Here is onze God, de Here is één". Het hart van het joodse geloof is het verbond tussen God en zijn volk. Hoogtepunt is de uittocht uit Egypte. Tijdens de tocht onder leiding van de grote profeet Mozes, maakt God zich bekend op de Sinai. Daarna woont het volk vele eeuwen in het beloofde land Israël, totdat 586/7 v. Chr. de ballingschap naar Babel (het huidige Irak) volgt. Vanaf die tijd vormt het volk niet meer zozeer een politieke, maar vooral een religieuze eenheid. DE MENS: Voor een vrome jood is het hele leven doordrongen van God. Levend met het boek, in het besef deel te zijn van een uitverkoren volk, zich uitstrekkend naar de komst van de Messias. God en de mens zijn als een Vader en zoon, die ver van elkaar afgeraakt zijn. Maar God komt de mens tegemoet, die op weg is naar Hem.
18
CHRISTELIJK GELOOF ALGEMEEN/GOD: Het christelijk geloof getuigt van God als een liefdevolle Vader. God heeft de wereld en de mens goed geschapen, maar door een breuk van de kant van de mens is het contact verbroken. Dit betekent dat de mens los van God leeft (zonde). Door Jezus Christus is er een nieuw begin mogelijk. God vergeeft, geneest en bevrijdt mensen. BOEKEN: De bijbel. Het Oude Testament bestaat uit de joodse wet, profeten en geschriften. Het Nieuwe Testament bevat de evangeliën - die de centrale boodschap van Jezus als de opgestane Heer doorgeven - en brieven. Deze spreken over de doorgaande werking van Christus in de geschiedenis van wereld en mens. In de loop der eeuwen zijn vele boeken geschreven die echter niet hetzelfde gezag als de bijbel hebben. EEN HOOFDLIJN: Het christelijk leven wordt geacht een antwoord aan God te zijn. Daarom zal dat wat het evangelie van de mens vraagt, het belangrijkste criterium voor het leven zijn: Welke weg ging Jezus? God schiep de mens om 'heel' te zijn; volledig in elk opzicht, als individu en als deel van grotere, sociale en (internationale context. Tegelijkertijd wordt ook duidelijk dat de mens dat niet kan, dat hij daar op een grens stoot. De grens van de gebrokenheid, de zonde. Door de vernieuwing van Jezus te aanvaarden, kunnen mensen (maar ook structuren) heel worden. DE MENS: De mens is een verantwoordelijk persoon. Een hoogwaardige positie. Toch is er een duidelijk verschil tussen de mens en God. God is God en de mens mens. Volgens de bijbel is het Gods bedoeling dat mensen leven in volle vrijheid. Een positieve vrijheid; vrij van angst, vrij van zorg, maar vooral vrij voor een ander mens. Vrij om te dienen, zowel God als mens.
19