Akoestisch onderzoek V1.2 Industrielawaai industrieterrein De Brand II Postbus 12345 5200 GZ ‘s-Hertogenbosch
Akoestisch onderzoek V1.2 Industrielawaai industrieterrein De Brand II
datum:
02 juli 2014
adviseur:
Cor Kooy
opdrachtgever:
Gemeente ‘s-Hertogenbosch De heer E. Rossou Postbus 12345 5200 GZ ‘s-Hertogenbosch
kenmerk:
5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2
Hendrik Figeeweg 1-U | 2031 BJ Haarlem | tel 088 681 88 20 | kvk 33 28 42 41 | mail
[email protected] | web www.geluidburo.nl
Postbus 12345 5200 GZ ‘s-Hertogenbosch
© 2014 Het GeluidBuro bv Dit rapport mag worden gebruikt en verspreid door de opdrachtgever en belanghebbenden, zolang dit verband houdt met hetgeen waarvoor het onderzoek is verricht. Voor ander gebruik mag niets uit dit rapport in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, noch elektronisch of mechanisch, noch middels fotokopieën of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van Het GeluidBuro. Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd overeenkomstig De Nieuwe Regeling 2011 (DNR 2011), inclusief alle bijlagen en aanvullingen tot op heden. Bij de onderzoeken die Het GeluidBuro verricht wordt gebruik gemaakt van informatie die door verschillende partijen wordt aangeleverd. Het is niet mogelijk al deze informatie op juistheid te controleren. Zo kunnen bestemmingen van ruimten en/of gebouwen anders blijken dan werd aangenomen of kunnen normen worden verscherpt of versoepeld. Het GeluidBuro is niet aansprakelijk voor gegevens die niet in redelijkheid op juistheid gecontroleerd hadden kunnen worden.
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
I
Inhoud van het rapport 1
Inleiding .................................................................................................................. 5
2
Uitgangspunten ...................................................................................................... 6 2.1 Beschrijving De Brand II ............................................................................................... 6 2.2 Wettelijk kader industrielawaai .................................................................................... 7 2.3 Akoestische invulling De Brand II .............................................................................. 11 2.4 Rekenmodel .................................................................................................................. 13
3
Rekenresultaten ....................................................................................................15 3.1 Optimalisatie verkaveling ........................................................................................... 15 3.2 Geluidbelasting ter plaatse van geluidgevoelige gebouwen .................................. 15 3.3 Conclusie verkavelingvarianten ................................................................................. 16 3.4 Geluidcontouren .......................................................................................................... 16
4
Vaststelling geluidzone en hogere waarden .......................................................18 4.1 Voorstel ligging geluidzone ........................................................................................ 18 4.2 Hogere waarden ........................................................................................................... 19 4.3 Maatregelen reductie geluidbelasting ....................................................................... 19 4.4 Cumulatie van geluid ................................................................................................... 21
5
Conclusie ...............................................................................................................22
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 4 van 22
1
Inleiding In juli 1997 namen de minister van VROM en de minister van Verkeer & Waterstaat een standpunt in over de omlegging van de Zuid-Willemsvaart in ‘s-Hertogenbosch. De omlegging van de Zuid-Willemsvaart biedt de mogelijkheid om het bedrijventerrein De Brand uit te breiden met De Brand II, een strook met industrie met een watergebonden karakter. De (omlegging van de) Zuid-Willemsvaart wordt geschikt gemaakt voor grotere schepen (klasse IV) met 3 lagen containers. Met de omlegging worden Brabantse bedrijven langs het kanaal beter bereikbaar, worden de Brabantse wegen ontlast en hoeft de beroepsvaart niet meer door het historisch centrum van ’s-Hertogenbosch. Om de watergebonden bedrijvigheid te faciliteren, wordt het bestemmingsplan van De Brand II zodanig ingericht dat de vestiging van categorie 3, 4 en 5 bedrijven met een watergebonden karakter mogelijk wordt gemaakt. Ook ‘inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken’ (aangewezen in bijlage 1, onderdeel D van het Besluit Omgevingsrecht (BOR)), worden niet uitgesloten. Als gevolg hiervan dient op grond van de Wet geluidhinder een geluidzone te worden vastgesteld rond het industrieterrein. In de directe omgeving van het industrieterrein ligt een aantal geluidgevoelige bestemmingen. In voorliggend rapport is onderzocht welke maximale akoestische invulling van het gezoneerde industrieterrein mogelijk is waarbij binnen de kaders van de Wet geluidhinder eventuele hogere waarden kunnen worden vastgesteld bij de geluidgevoelige bestemmingen in de directe omgeving van het industrieterrein. Dit onderzoek dient als basis voor de onderbouwing voor het vaststellen van de wettelijke geluidzone en hogere waarden op aanwezige geluidgevoelige gebouwen.
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 5 van 22
2
Uitgangspunten
2.1
Beschrijving De Brand II
2.1.1
Locatie en omgeving Het projectgebied ligt aan de zuidoostzijde van ’s-Hertogenbosch en grenst aan de gemeente Sint-Michielsgestel. De beoogde gronden voor de ontwikkeling van bedrijventerrein De Brand II (als uitbreiding van bedrijventerrein De Brand) liggen ten oosten van de rijksweg A2 en ingeklemd tussen het bestaande bedrijventerrein De Brand en de omlegging van de Zuid-Willemsvaart. Onderstaande figuur geeft dit weer.
Figuur 2.1
Te ontwikkelen De Brand II (donkerpaars) ten oosten van ’s-Hertogenbosch
In de directe omgeving van het bedrijventerrein is een aantal geluidgevoelige bestemmingen gelegen. Het gaat om enkele woningen (De Beusing 1, Oude Bosschebaan 1, Poeldonk 25 en Beusingsedijk 8) en een kinderdagverblijf dat zich bevindt in een vergadercomplex Quality Center op de Brand I (Boogschutter 20).
2.1.2
Invulling De Brand II is relatief klein in omvang: er is ruimte voor circa 8 hectare uitgeefbaar terrein. Daarbij moet het voorzien in de huisvesting van grootschalige bedrijven. Dit vraagt om een zorgvuldige uitgifte: De uitbreiding wordt juridisch-planologisch toegespitst op watergebonden bedrijven. De laaden loskade is een grote investering die optimaal moet worden benut: bedrijven die niet direct hun grondstoffen en/of producten over water aan- en afvoeren zijn niet watergebonden en worden gehuisvest op een van de andere bedrijventerreinen binnen de gemeente. De toe te laten bedrijven vallen in de milieucategorieën 3, 4 en 5: middelzware en zware bedrijvigheid. De toe te laten (watergebonden) bedrijven worden aangegeven op een lijst van bedrijfsactiviteiten. Categorie 1 en 2 bedrijven worden niet toegelaten en kunnen op één van de andere bedrijventerreinen binnen de gemeente worden gehuisvest.
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 6 van 22
De volgende afbeelding geeft de toekomstige situatie van De Brand II schematisch weer.
Figuur 2.2
Te ontwikkelen De Brand II tussen Brand 1 en tracé Zuid W illemsvaart
Het globaal beeld van de aard van de activiteiten, de grootte van de kavels, de milieucategorie en de uitstraling van mogelijk nieuw te vestigen watergebonden bedrijvigheid, leidt tot enkele uitgangspunten ten aanzien van de kavelindeling en de kavelgrootte: De kavels hebben een breedte van bijna het gehele bedrijventerrein en kunnen over het water bediend worden. Er is uitgegaan van een flexibele verkaveling van het terrein. Zo kan goed worden ingespeeld op de nu nog onbekende, concrete behoefte. De gemiddelde kavelgrootte van de huidige Bossche watergebonden bedrijven bedraagt circa 1 hectare. Bij een watergebonden bedrijventerrein moet rekening worden gehouden met de bouw van silo’s, containerkranen, menginstallaties et cetera. De bedrijfsgebouwen kunnen een hoogte hebben tot maximaal 20 meter.
2.2
Wettelijk kader industrielawaai
2.2.1
Zonering Van een industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder is sprake als aan het terrein een planologische bestemming is gegeven die de vestiging toelaat van ‘inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken’ (aangewezen in bijlage 1, onderdeel D van het Besluit Omgevingsrecht (BOR)). In artikel 40 van de Wet geluidhinder is geregeld dat dan rondom industrieterreinen een geluidzone wordt vastgesteld.
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 7 van 22
De zonering industrielawaai is vastgelegd in hoofdstuk V ‘Zones rond industrieterreinen’ van de Wet geluidhinder en hoofdstuk 2 van het Besluit Geluidhinder. Zonering van industrielawaai in het kader van de Wet geluidhinder is het ruimtelijk scheiden van industrieterreinen en woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen. Met zonering wordt beoogd rechtszekerheid te bieden aan zowel bedrijven als aan bewoners/gebruikers van woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. De geluidzone is een planologisch aandachtsgebied waar restricties gelden. Bedrijven kunnen aan de ene kant hun geluid producerende activiteiten niet onbeperkt uitbreiden ter bescherming van woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen binnen en buiten de zone. Aan de andere kant wordt, ter bescherming van hun akoestische ruimte, voorkomen dat woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen te veel oprukken richting de bedrijven. De nieuwe geluidzone van De Brand II voorziet in de geluidruimte voor de gewenste ontwikkelingen op het industrieterrein voor de komende tien jaar. Hiermee wordt een economische en duurzame invulling van het industrieterrein voor een langere periode gegarandeerd. Op deze manier kan het industrieterrein optimaal worden benut. De grenswaarden hebben daarbij tot doel de functionele afstand tussen bedrijven en woningen in stand te houden. De grenswaarden stellen het kader voor bedrijven (samen) om de bedrijfsactiviteiten uit te voeren en vergund te krijgen. Alle grenswaarden die worden genoemd zijn etmaalwaarden. Bij het voorbereiden van de vaststelling of wijziging van een zone, wordt een akoestisch onderzoek ingesteld naar: De geluidbelasting die door woningen binnen de ontworpen zone, alsmede door andere geluidgevoelige gebouwen of door geluidgevoelige terreinen, vanwege het industrieterrein ten hoogste zou kunnen worden ondervonden zonder de invloed van maatregelen die de geluidbelasting beperken; De doeltreffendheid van de in aanmerking komende maatregelen om te voorkomen dat de in de toekomst vanwege het industrieterrein optredende geluidbelasting van de onder a bedoelde objecten de waarden die ingevolge de artikelen 44 en 47, eerste lid, als ten hoogste toelaatbare worden aangemerkt, te boven zou gaan. Indien wordt overwogen toepassing te geven aan artikel 45, 46 of 47, tweede lid, heeft het akoestisch onderzoek tevens betrekking op de doeltreffendheid van de maatregelen om te voldoen aan de vast te stellen hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting.
2.2.2
Grenswaarden Wet geluidhinder De ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege het betrokken industrieterrein, van de gevel van woningen binnen een krachtens artikel 40 vast te stellen zone is 50 dB(A) (Wgh, artikel 44). Voor de ter plaatse ten hoogste toelaatbare geluidbelasting, bedoeld in artikel 44, kan een hogere dan de in dat artikel genoemde waarde worden vastgesteld. Er geldt tevens dat de geluidbelasting ter plaatse van woningen die nieuw in een zone komen te liggen tengevolge van een nieuw vast te stellen geluidzone, maximaal 55 dB(A) bedraagt. Er mogen geen nieuwe saneringsituaties ontstaan (geluidbelasting hoger dan 55 dB(A)). Op grond van artikel 42 Wet geluidhinder wordt bij het voorbereiden van de vaststelling van een zone een akoestisch onderzoek ingesteld naar de geluidbelasting op de gevels van de woningen
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 8 van 22
die binnen de vast te stellen zone liggen. Daarbij wordt de gecumuleerde geluidbelasting bepaald van alle op het terrein aanwezige en/of te vestigen bedrijven en de invloed van maatregelen om de geluidbelasting te beperken. Volgens artikel 44 Wgh is de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege het betrokken industrieterrein op de gevel van woningen binnen de zone maximaal 50 dB(A). Volgens artikel 45 Wgh kan een hogere waarde van 51 dB(A) worden vastgesteld, met een maximum van 55 dB(A). Een hogere waarde mag alleen worden verleend wanneer toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard (Wgh, art. 110a lid 5). Wanneer hogere waarden worden vastgesteld, dienen met betrekking tot de geluidwering van gevels van woningen maatregelen te worden getroffen dat de geluidbelasting in de verblijfsruimten de waarde van 35 dB(A) niet overschrijdt. Bij een afweging om hogere waarden toe te staan moet ‘in het kader van een goede ruimtelijke ordening’ ook het gecumuleerde niveau worden berekend met verkeerslawaaibronnen, voor zover er tenminste sprake is van een overschrijding van de voorkeurgrenswaarde van die geluidbronnen. Sinds de wetswijziging van 1 januari 2007 is de hoofdregel dat burgemeester en wethouders van de gemeente waarbinnen de activiteit zich voltrekt, bevoegd zijn om binnen de grenzen van hun gemeente een hogere waarde vast te stellen (art. 110a lid 1). Ook wordt een hogere grenswaarde vastgesteld voor woningen in een buurgemeente. Wel blijft overleg tussen de betrokken gemeenten noodzakelijk. Het besluit moet zijn genomen vóór het nemen van het besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning of vóór het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad. Het verzoek voor hogere waarden bevat ten minste:
De verzochte hogere waarde(n) De redenen die aan het verzoek ten grondslag liggen De resultaten van het akoestisch onderzoek Een verklaring dat maatregelen zullen worden getroffen indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein, binnen de woning of andere geluidgevoelige gebouwen bij gesloten ramen meer bedraagt dan de toegestane binnenwaarde
Tenslotte dient er op grond van artikel 110f van de Wgh onderzoek plaats te vinden naar het effect van de samenloop van verschillende geluidbronnen. Tevens dient te zijn aangegeven op welke wijze met deze cumulatie rekening is gehouden bij de te treffen maatregelen.
2.2.3
Meet- en rekenvoorschrift geluid 2012 Op 1 juli 2012 is het (nieuwe) "Reken- en meetvoorschrift geluid 2012" in werking getreden. In deze regeling is onder andere vastgelegd hoe en onder welke omstandigheden optredende geluidniveaus in het kader van de Wet geluidhinder worden vastgesteld en hoe het akoestische onderzoek moet worden uitgevoerd.
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 9 van 22
2.2.4
Wet ruimtelijke ordening Voor het gehele industrieterrein wordt een bestemmingsplan vastgesteld door de gemeenteraad. Hierbij wordt de ruimtelijke invulling van het industrieterrein op grond van een goede ruimtelijke ordening beoordeeld. Diverse functies mogen elkaar niet negatief beïnvloeden en moeten op elkaar worden afgestemd. De invulling van het industrieterrein voorziet in een bedrijvenlijst met bedrijven die zich mogen vestigen. De mogelijkheid bestaat om de akoestische uitgangspunten van het industrieterrein vast te leggen in het bestemmingsplan. Geluid is als zodanig een ruimtelijk aspect (gebruiksruimte) waarmee de ‘gronden’ van het industrieterrein nu en in de toekomst duurzaam worden bestemd. Hierdoor behoudt het industrieterrein economisch haar waarde. De akoestische invulling is 2 2 gebaseerd op een bronvermogen per m (dB(A)/m ), zogenaamde kavelbronnen. De verdeling van de geluidruimte is hiermee sterk geobjectiveerd en gekoppeld aan de milieucategorieën van het bestemmingsplan en geoptimaliseerd binnen de mogelijkheden van zonebewaking.
2.2.5
VNG Handreiking ‘bedrijven en milieuzonering’ Bij het realiseren van nieuwe bedrijventerreinen wordt vaak de VNG Handreiking ‘bedrijven en milieuzonering’ toegepast. De belangrijkste toepassing van de handreiking Bedrijven en milieuzonering is het gebruik bij het opstellen van een bestemmingsplan met bedrijfsbestemmingen. De handreiking onderscheidt 6 milieucategorieën: van heel licht (milieucategorie 1) tot heel zwaar (milieucategorie 6). Voor De Brand 2 worden bedrijven van milieucategorie 3 t/m milieucategorie 5 voorzien. Voorliggend onderzoek gaat veel verder dan de enigszins indicatieve methodiek van de VNG Handreiking. Bovendien is er sprake van een te zoneren industrieterrein. Hiervoor is altijd een akoestisch onderzoek noodzakelijk. De indicatieve afstanden van de VNG Handreiking blijven dan ook voor het aspect geluid buiten beschouwing.
2.2.6
Vergunningverlening: Wabo en Activiteitenbesluit In het kader van het vaststellen van een geluidzone wordt uitsluitend de geluidbelasting beschouwd. Hogere waarden zijn gebaseerd op de geluidbelasting. De geluidbelasting is een ééngetalswaarde van het berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveau van het industrieterrein. Het maximale optredende geluidniveau wordt in het kader van een zonering niet beschouwd. Dat gebeurt in het kader van de vergunningverlening op grond van de Wabo of het Activiteitenbesluit. In principe geldt ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen als gevolge van bedrijfsactiviteiten een maximaal geluidniveau in de dag-, avond- en nachtperiode van respectievelijk 70, 65 en 60 dB(A). Dit zijn piekgeluiden en gezien de verwachte bedrijfsactiviteiten aan de loskade en de afstand van de woning Beusing 1 tot de loskade (150 meter), kan dit in de nachtperiode een kritisch aspect zijn. Dit is geen onderdeel van voorliggend onderzoek maar wordt in het kader van de beoordeling van een goede ruimtelijke ordening meegenomen
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 10 van 22
2.3
Akoestische invulling De Brand II
2.3.1
Verkaveling: oppervlaktebronnen Nieuw te ontwikkelen industrieterreinen worden meestal door middel van akoestische kengetallen voor de kavels gemodelleerd. Dit wordt verkaveling genoemd. Door het vastleggen van 2 oppervlaktebronnen (geluidbronvermogen per m ) die zijn gebaseerd op de milieucategorieën in het bestemmingsplan, kan een goede indicatie worden verkregen van de geluidimmissie van kavels op het industrieterrein. De milieucategorie is een indicatie van de milieubelasting die bedrijven kunnen geven. Milieucategorieën 4 en 5 zijn belastender voor het milieu dan 1 en 2. Hoe hoger de milieucategorie, hoe groter de (richt)afstand is die moet worden aangehouden tot geluidgevoelige bestemmingen. 2 Onderstaande tabel geeft aan welke bronvermogens per m passen bij een bepaalde milieucategorie op basis van het milieuaspect geluid.
Tabel 2.1
Milieucategorie en kengetallen Milieucategorie
Kengetal (bronvermogen: dB(A) per m2)
6 4-5 3 1-2
70 60-65 55 45-50
Opgemerkt wordt dat deze kentallen niet heel rigide moeten worden geïnterpreteerd. De waarden in de tabel geven een gemiddelde indicatie. Afhankelijk van het type en de omvang van een bedrijf kunnen binnen een bepaalde milieucategorie grote verschillen optreden. Daarentegen kan 2 een bedrijf uit categorie 3 een relatief hoog bronvermogen (dB(A) per m ) hebben als veel activiteiten in de open lucht worden uitgevoerd. Dat effect wordt groter naarmate bedrijven op een kleiner oppervlak hun activiteiten uitvoeren. Een akoestisch kengetal gaat uit van gelijkblijvende bedrijfsactiviteiten in de dag-, avond- en nachtperiode die volcontinu plaatsvinden (24 uur per etmaal). Hierdoor is de nachtperiode altijd bepalend voor de etmaalwaarde. De praktijk leert dat weinig bedrijven tegenwoordig volcontinu in bedrijf zijn. De geluidemissie in de nachtperiode is doorgaans enkele dB’s lager dan in de dagperiode. De etmaalwaarde is de hoogste waarde van de volgende 3 geluidniveaus op een bepaald ontvangerpunt: Geluidniveau in de dagperiode; Geluidniveau in de avondperiode + 5 dB; Geluidniveau in de nachtperiode + 10 dB. De afgelopen jaren zijn de bedrijven uit de verschillende milieucategorieën aanzienlijk stiller geworden. Dit is niet alleen een gevolg van voortschrijdende inzichten, maar ook van de plicht om Best Beschikbare Technieken (BBT) toe te passen.
2.3.2
Verkaveling: kavelbronnen en varianten Om de akoestische impact van De Brand II inzichtelijk te maken en de ligging van de geluidzone vast te stellen, is de gewenste akoestische invulling van het industrieterrein beschouwd. Het industrieterrein is hierbij opgedeeld in enkele hoofdkavels. Een hoofdkavel kan bestaan uit 1 of meerdere bedrijfskavels.
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 11 van 22
Opgemerkt wordt dat voor de akoestische invulling het niet noodzakelijk is om een maximale kavelgrootte van 3 ha aan te houden (zie uitgangspunten gemeente in paragraaf 2.1.2). De akoestische invulling van de hoofdkavels staat los van de uiteindelijke kavelverdeling en invulling van het terrein door bedrijven. Er is gezocht naar een optimale akoestische invulling van het industrieterrein. Hierbij zijn de randvoorwaarden die de Wet geluidhinder stelt, in acht genomen. Dit wil zeggen dat de maximale invulling van het industrieterrein wordt bepaald door de maximaal te verlenen hogere waarden. De nieuwe geluidzone is een resultante van de akoestische invulling van het industrieterrein op basis van de geluidruimte zoals deze is toegekend aan de hoofdkavels. Dit heeft geresulteerd in een akoestische invulling die voorziet in een verkaveling van het industrieterrein waar voor enkele hoofdkavels geluidruimte is gereserveerd. Er zijn 2 verkavelingvarianten onderzocht (1 en 2). Het onderscheid wordt bepaald door de akoestische invulling op het bedrijventerrein. In onderstaande afbeelding zijn de varianten weergegeven.
Figuur 2.3
Varianten 1 en 2 in hoofdkavels De Brand II
Onderstaande tabel geeft de uitgangspunten van de 2 varianten weer. Tabel 2.2
Uitgangspunten verkavelingvarianten 1 en 2 De Brand II Verkavelingvariant 1
Verkavelingvariant 2
Hoofdkavel
Milieucategorie
Opp (ha)
Hoofdkavel
Milieucategorie
Opp (ha)
1
5.1
3,4
1
5.1
4,0
2
5.1
1,6
2
5.1
2,1
3
5.1
1,7
3
5.1
2,0
4
5,1
1,4
--
--
--
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 12 van 22
De akoestische invulling van de hoofdkavels is zodanig dat de geluidemissie precies voldoet aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder en gaat uit van een volledige opvulling van de geluidruimte in de dag-, avond- en nachtperiode. Hierbij is de woning Beusing 1 maatgevend (maximaal te verlenen hogere waarde 55 dB(A)).
2.4
Rekenmodel
2.4.1
Algemeen Met het rekenprogramma Geomilieu (v 2.30) is een akoestisch rekenmodel opgesteld waarmee berekeningen zijn uitgevoerd naar de geluidbelasting van het industrieterrein naar de omgeving. Er zijn geluidcontouren berekend met behulp van een rasterberekening. Ter plaatse van de woningen die binnen de invloedsfeer van het industrieterrein liggen, is de geluidbelasting berekend. De geluidemissie is berekend zonder rekening gehouden met de afscherming en reflectie van objecten en gebouwen in de omgeving van het industrieterrein (zogenaamde poldercontouren). Deze kavelbronnen zijn gemodelleerd met het spectrum industrielawaai volgens onderstaande tabel.
Tabel 2.2
Standaardspectrum industrielawaai Frequentie (Hz)
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
Standaardspectrum IL
-29,7
-19,7
-14,7
-10,7
-6,7
-5,7
-7,7
-8,7
-10,7
De geluidcontouren en de geluidbelasting bij geluidgevoelige bestemmingen zijn berekend op een hoogte van 5 meter ten opzichte van het maaiveld. Er is niet gerekend met het feit dat De Brand II ten opzichte van haar omgeving ca. 3 meter hoger komt te liggen. Het maaiveld van het rekenmodel is voor alle geluidbronnen en objecten vooralsnog op dezelfde hoogte gepositioneerd. Voor de rekenresultaten ter plaatse van de woningen maakt het niet uit. De standaard bodemfactor van het rekenmodel is 0,0 (harde bodem). Weilanden e.d. zijn gemodelleerd met een bodemfactor van 1,0 (zachte bodem). Het rekenen is in zekere zin een iteratief proces waarmee de optimale invulling van het industrieterrein resulteert in de maximale situatie op basis van de kaders van de Wet geluidhinder. In bijlage A zijn de figuren van het rekenmodel opgenomen, in bijlage B zijn de invoergegevens van het rekenmodel opgenomen en in bijlage C zijn de rekenresultaten ter plaatse van de woningen in de omgeving van het industrieterrein opgenomen.
2.4.2
Geluidgevoelige bestemmingen De volgende geluidgevoelige bestemmingen in de directe omgeving van De Brand II zijn opgenomen in het rekenmodel: Kinderdagverblijf Quality Center ‘s-Hertogenbosch, Boogschutter 20 Woning, De Beusing 1 (Sint-Michielsgestel) Woning, Oude Bosschebaan 1 (Sint-Michielsgestel) Woning, Poeldonk 25 (den Dungen) Woning, Beusingsedijk 8 (Sint-Michielsgestel)
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 13 van 22
Er is gebleken dat zowel het kinderdagverblijf als de woning Beusing 1 bepalend zijn voor de maximale akoestische invulling van het industrieterrein. Opgemerkt wordt dat het kinderdagverblijf uitsluitend in de dagperiode in gebruik is, waardoor de beoordeling dan ook plaatsvindt in de dagperiode. Voor woningen geldt dat de nachtperiode de bepalende beoordelingsperiode is.
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 14 van 22
3
Rekenresultaten
3.1
Optimalisatie verkaveling De randvoorwaarden voor de invulling van de kavelwaarden worden bepaald door de maximaal te verlenen hogere waarde van 55 dB(A) ter plaatse van de dichtbij het industrieterrein gelegen geluidgevoelige bestemmingen. In dit geval zal dat de woning Beusing 1 zijn. Uiteindelijk is de akoestische invulling geoptimaliseerd waarbij precies aan de randvoorwaarde wordt voldaan. Als alle geluidruimte in de dag-, avond- en nachtperiode wordt opgevuld, resulteert dit in maximale hoofdkavelwaarden voor verkavelingvarianten 1 en 2. In tabellen 3.1 en 3.2 is de akoestische invulling weergegeven.
Tabel 3.1
2
Geluidbronvermogen hoofdkavels De Brand II in dB(A)/m verkavelingvariant 1 Verkavelingvariant 1
Tabel 3.2
Hoofdkavel
Milieucategorie
Opp (ha)
Dag
Avond
Nacht
1
5.1
3,4
68
63
62
2
5.1
1,6
68
63
59
3
5.1
1,7
68
63
58
4
5,1
1,4
68
63
56
2
Geluidbronvermogen hoofdkavels De Brand II in dB(A)/m verkavelingvariant 2 Verkavelingvariant 2 Hoofdkavel
Milieucategorie
Opp (ha)
Dag
Avond
Nacht
1
5.1
4,0
68
63
62
2
5.1
2,1
68
63
58
3
5.1
2,0
68
63
56
Er blijkt weinig verschil te zijn tussen de 2 verkavelingvarianten. Het verschil zit in de invulling van de hoofdkavels in de nachtperiode. Het voordeel van verkavelingvariant 2 ten opzichte van 1 is dat een groter deel van De Brand II (namelijk hoofdkavel 1, ca. 4 hectare) in de nachtperiode kan worden aangewend voor activiteiten met een hoger bronvermogen. Dit wordt gecompenseerd door een groter kavel 3 van variant 2 ten opzichte van kavel 4 van variant 1, waarvoor in de nachtperiode het laagste bronvermogen geldt. Een verdere uitsplitsing naar kleinere kavels is niet zinvol. Er is op deze manier een tamelijk optimale situatie gevonden. Opgemerkt wordt dat voor de woning ook de dag-, avond- en nachtperiode bijna volledig zijn ingevuld. Hieruit volgt ook de maximale geluidbelasting voor het kinderdagverblijf. Varianten 1 of 2 vormen uiteindelijk de basis van de berekening voor de ligging van de 2 geluidzone. De bronvermogens per m kunnen in het bestemmingsplan worden opgenomen.
3.2
Geluidbelasting ter plaatse van geluidgevoelige gebouwen Op basis van de akoestische invulling zoals in tabellen 3.1 en 3.2 is weergegeven, is de geluidemissie van het industrieterrein berekend naar de geluidgevoelige objecten in de omgeving op basis van de verkavelingvarianten 1 en 2 (tabellen 3.1 en 3.2). Tevens zijn geluidniveaus berekend waarbij voor de woning Beusing 1 de afscherming van de schuren in rekening is
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 15 van 22
gebracht. Hiermee wordt aangetoond dat, zolang de schuren aanwezig zijn, de geluidbelasting ter plaatse van de woning Beusing 1 feitelijk aanzienlijk lager is. In onderstaande tabel zijn de berekende geluidniveaus opgenomen ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen in de directe omgeving van De Brand II. Tabel 3.3
Geluidbelasting verkavelingvarianten in dB(A) geluidgevoelige bestemmingen De Brand II Naam
Omschrijving
A1
Afscherming schuren
2
Afscherming schuren
KDV1
Kinderdagverblijf Boogschutter 20
511)
511)
511)
511)
KDV2
Kinderdagverblijf Boogschutter 20
511)
511)
511)
511)
W1-1
De Beusing 1 dakvlak
55
53
55
54
W1-2
De Beusing 1 kopse gevel
55
50
55
51
W3-1
Oude Bosschebaan 1
48
48
48
48
W4
Beusingsedijk 8
47
47
47
47
W5
Poeldonk 25 Den Dungen
47
47
47
47
1)
Dagperiode bepalende beoordelingsperiode
Uit de tabel blijkt dat de geluidbelasting bij Beusing 1 door afscherming van de schuren op het perceel de feitelijke geluidbelasting vanwege De Brand II, bij een maximale akoestische invulling, de geluidbelasting met name op de kopse gevel van de woning 4 tot 5 dB lager is. In de dagperiode bedraagt de geluidbelasting bij het kinderdagverblijf 51 dB(A). Opgemerkt wordt dat in de avond- en nachtperiode deze respectievelijk 52 en 55 dB(A) bedraagt. Ter plaatse van de andere geluidgevoelige bestemmingen voldoet de geluidbelasting (ruimschoots) aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) indien hogere waarden worden vastgesteld van 55 dB(A) (kinderdagverblijf en Beusing 1).
3.3
Conclusie verkavelingvarianten Er blijkt dat de 2 verschillende varianten nauwelijks een verschil geven. De 50 dB(A) contour van verkavelingvariant 2 beslaat aan de zuidzijde een iets groter gebied. Voor de dag- en avondperiode is er geen verschil. Het verschil wordt gemaakt in de nachtperiode, waarbij voor variant 2 de zonegrens iets ruimer komt te liggen. Uit de berekeningen waarbij de afscherming van bestaande bedrijfsgebouwen van Beusing 1 is meegenomen, blijkt dit ook. De berekende geluidbelasting op de gevel van Beusing 1 (variant 2 met afscherming) is 1 dB hoger dan in variant 1 (variant 1 met afscherming).
3.4
Geluidcontouren Om de ligging van de zonegrens te kunnen bepalen zijn de geluidcontouren van 50 dB(A) en 55 dB(A) berekend. De zonegrens omvat immers tenminste de 50 dB(A) contour vanwege de geluiduitstraling van het industrieterrein. Verder geven de contouren inzicht in de woningen die in de zone komen te liggen en de woningen die binnen de 55 dB(A) contour liggen In onderstaande figuur zijn verkavelingvarianten 1 en 2.
de
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
berekende
geluidcontouren
weergegeven
voor
de
pagina 16 van 22
Figuur 3.1
Geluidcontour verkavelingvarianten 1 en 2
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 17 van 22
4
Vaststelling geluidzone en hogere waarden
4.1
Voorstel ligging geluidzone Op grond van de berekende 50 dB(A) geluidcontour vanwege De Brand II, volgens een optimale en maximale invulling, kan een voorstel voor de ligging van de geluidzone worden gepresenteerd op basis van verkavelingvariant 2. In principe kan de 50 dB(A) contour als uitgangspunt worden gehanteerd. In onderstaande figuur is een voorstel gedaan voor de ligging van de zone.
Figuur 4.1
Voorstel ligging geluidzone (blauw) De Brand II
Normaliter worden zoveel mogelijk infrastructurele grenzen aangehouden. Omdat hier sprake is van een ‘poldercontour’, waardoor de werkelijke 50 dB(A) contour vanwege afschermende effecten dichter bij het industrieterrein ligt (in elk geval aan de zuidwest zijde), kan ervoor worden gekozen de berekende 50 dB(A) contour als (buitenste) zonegrens vast te stellen. Een voordeel hiervan is dat er geen extra (loze) ruimte in de geluidzone komt te liggen. De geluidzone impliceert immers de nodige beperkingen, onder andere met betrekking tot bouwplannen. Door een aantal kritische rekenpunten als zonebewakingpunt te kiezen, die met gps-coördinaten worden vastgelegd, kan eenvoudig de grenswaarde van de zone worden bewaakt. Omdat het Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 18 van 22
aantal bedrijven dat zich zal vestigen op De Brand II waarschijnlijk beperkt blijft, zal het zonebeheer tamelijk eenvoudig zijn. Opgemerkt wordt nog dat de akoestische invulling een maximale situatie is, die vanuit ruimtelijke overwegingen wordt vastgelegd in het bestemmingsplan. Dat wil niet zeggen dat deze maximale invulling ook daadwerkelijk gerealiseerd gaat worden. Dat is sterk afhankelijk van onder andere de ‘markt’. Daarnaast is de feitelijke invulling van de deelterreinen met bedrijfsactiviteiten waarvoor nu (algemene) kavelwaarden zijn opgenomen, bepalend voor de geluidemissie naar de omgeving. Vanuit ruimtelijk perspectief is het zinvol deze maximale situatie nu vast te leggen. Daardoor kan sneller ingespeeld worden op bepaalde ontwikkelingen in de markt.
4.2
Hogere waarden Op basis van de berekeningen en de voorgestelde ligging van de geluidzone vanwege De Brand II, dienen voor 1 woning (Beusing 1) en een kinderdagverblijf (Boogschutter 20) hogere waarden te worden vastgesteld. Voor Beusing 1 dient een hogere waarde van 55 dB(A) te worden vastgesteld. Door de aanwezigheid van de schuren en opstallen op het betreffende perceel Beusing 1, bedraagt de werkelijke geluidbelasting tussen de 51 en 54 dB(A). Op de noordoostelijke gevel van deze woning (de voorzijde) bedraagt de geluidbelasting 48 dB(A), dat is lager dan de voorkeurswaarde van 50 dB(A). Dit impliceert dat tenminste ook een geluidluwe gevel aanwezig is. Voor het kinderdagverblijf wordt voorgesteld eveneens een hogere waarde van 55 dB(A) vast te stellen, ondanks dat in de dagperiode een lagere geluidbelasting van 51 dB(A) is berekend (bij maximale invulling van het industrieterrein). In de avond- en nachtperiode bedraagt de geluidbelasting echter 52 en 55 dB(A). Het vaststellen van een hogere waarde van 55 dB(A) biedt bij de uiteindelijke invulling van het industrieterrein met bedrijfsactiviteiten de meeste mogelijkheden. Als een hogere waarde van 51 dB(A) wordt vastgesteld levert dit beperkingen op in de avond- en nachtperiode. Omdat de geluidzone is gebaseerd op de maximale invulling van het industrieterrein in de nachtperiode, dient dit geen belemmering te geven voor specifieke bedrijfsactiviteiten op het industrieterrein nabij het kinderdagverblijf. Vanwege het verwachte (hogere) achtergrondniveau van het omgevingsgeluid in de dagperiode (bedrijventerrein De Brand, scheepvaart, windmolens, wegverkeer), zal het geluid van De Brand II voor een deel worden gemaskeerd door het omgevingsgeluid.
4.3
Maatregelen reductie geluidbelasting
4.3.1
Algemeen In het kader van vast te stellen hogere waarden dient te worden nagegaan of er geluidreducerende maatregelen mogelijk zijn die de geluidbelasting vanwege het industrieterrein kunnen verlagen. Onderzocht is welke mogelijkheden er zijn om de geluidbelasting vanwege industrieterrein De Brand II te reduceren. Hierbij zijn de volgende mogelijkheden overwogen:
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 19 van 22
het treffen van geluidreducerende maatregelen bij bedrijven het realiseren van afschermende maatregelen
4.3.2
Bronmaatregelen: geluidreducerende maatregelen bij bedrijven Voor nieuwe bedrijven en bedrijfsactiviteiten geldt de voorwaarde van de toepassing van beste beschikbare technieken (BBT). In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) is BBT als volgt gedefinieerd: ‘beste beschikbare technieken: voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu meest doeltreffende technieken om de emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken, die – kosten en baten in aanmerking genomen – economisch en technisch haalbaar in de bedrijfstak waartoe de inrichting behoort, kunnen worden toegepast, en die voor degene die de inrichting drijft, redelijkerwijs in Nederland of daarbuiten te verkrijgen zijn; daarbij wordt onder technieken mede begrepen het ontwerp van de inrichting, de wijze waarop zij wordt gebouwd en onderhouden, alsmede de wijze van bedrijfsvoering en de wijze waarop de inrichting buiten gebruik wordt gesteld. Volgens dit uitgangspunt moeten de maatregelen genomen worden die het milieu de grootst mogelijke bescherming bieden, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden verlangd. Dit laatste houdt in dat bepaalde maatregelen niet opgelegd kunnen worden, als blijkt dat de kosten in verhouding erg hoog zijn of als deze maatregelen of voorzieningen technisch nauwelijks toepasbaar blijken te zijn. De werkwijzen en processen van een bedrijf moeten voldoen aan de BBT om te voldoen aan de Europese richtlijn Integrated Pollution Prevention and Control (IPPC). Deze richtlijn is sinds 1996 van kracht en beoogt een geïntegreerde aanpak om verontreinigingen door industriële activiteiten tegen te gaan. Geluidreducerende (bron)maatregelen moeten ten eerste gezocht worden in beste beschikbare technieken (BBT-maatregelen) die bedrijven toepassen als ze zich vestigen op De Brand II. Dit wordt beoordeeld in het kader van de omgevingsvergunning ingevolge de Wabo. Tevens moet gelet worden op de oriëntatie van bedrijven alsmede afscherming met behulp van gebouwen en schermen op het bedrijfsterrein. Overigens ligt de verantwoordelijkheid hiervoor vooral bij de bedrijven. Het bevoegd gezag zal de toetsing aan de kavelwaarden in het bestemmingsplan en de toetsing van de wettelijk grenswaarden van de geluidzone uitvoeren.
4.3.3
Overdrachtsmaatregelen: afscherming Er is onderzocht of er geluidreducerende maatregelen mogelijk zijn. Het doel is het reduceren van de geluidniveaus bij De Beusing 1. De maatregelen die het meest voor de hand liggen zijn overdrachtsmaatregelen. Er zijn enkele berekeningen uitgevoerd met een wal op het erf van De Beusing 1, langs de Zuid Willemsvaart. Het ligt niet voor de hand een wal of scherm op De Brand 2 aan te leggen. Dit kan de functionaliteit van De Brand 2 enorm beperken (laad- en loskade). Een scherm vlakbij de betreffende woning ligt eveneens niet voor de hand, omdat dit waarschijnlijk zal stuiten op bezwaren van de bewoners. Geconstateerd is dat een geluidwal of geluidscherm meer dan 8 meter hoog moet worden, willen ze enig geluidreducerend effect hebben. Een wal met deze hoogte neemt eenvoudigweg teveel
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 20 van 22
ruimte in (op het erf van De Beusing 1). Daarbij is een dergelijke afscherming zowel vanuit financieel als stedenbouwkundig oogpunt niet gewenst. Zoals in paragraaf 3.2 is geconstateerd hebben de bestaande schuren bij Beusing 1 al een positief geluidreducerend effect.
4.3.4
Gevelmaatregelen/ binnenniveau Voor woningen die een hogere waarde krijgen, dient te worden nagegaan of de geluidbelasting in de woning niet meer dan 35 dB(A) wordt. Over het algemeen geldt dat een goed onderhouden bestaande woning een gevelwering heeft van 20 dB. De verwachting is dat dit tevens geldt ook voor de relatief nieuwe woning Beusing 1 alsmede het relatief nieuwe gebouw waarin het kinderdagverblijf is gevestigd. Daaruit volgt dat woningen met een geluidbelasting van 55 dB(A) voldoen aan het vereiste binnenniveau.
4.4
Cumulatie van geluid In de Handreiking Ruimtelijke Ordening en Milieu van het ministerie van VROM is vastgelegd dat bij de ontwikkeling van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden met mogelijke cumulatie van geluid. Dit is ook in lijn met jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de Wet geluidhinder (art. 110a) en in het Besluit geluidhinder is deze aanpak vertaald. Om de bewoners te beschermen mag de gecumuleerde geluidbelasting niet onaanvaardbaar hoog worden. Hierbij wordt opgemerkt dat de normen zijn gesteld voor toetsing van een bron afzonderlijk, zodat letterlijke toepassing van de normen bij de beoordeling van cumulatie niet aan de orde is. De beoordeling hiervan ligt bij het bevoegd gezag. Bij de afweging van een hogere waarde besluit is het verplicht om de gecumuleerde geluidbelasting (LIL,CUM) in beeld te brengen als sprake is van meerdere relevante geluidbronnen. Dit is namelijk de situatie waar bewoners mee te maken hebben. De rekenmethode voor de cumulatieve geluidbelasting is beschreven in bijlage 1 van het 'Rekenen meetvoorschrift geluidhinder 2012'. Volgens deze rekenmethode moet eerst worden vastgesteld of er sprake is van een relevante blootstelling door verschillende geluidbronnen. Er is alleen sprake van een relevante blootstelling indien de zogenaamde voorkeursgrenswaarde van de te onderscheiden bronnen wordt overschreden. Voor de Brand II dient de cumulatie met wegverkeer, scheepvaart en geplande windturbines te worden beschouwd. Vooralsnog zijn de woning Beusing 1 en het kinderdagverblijf aan de Boogschutter 20 de enige locaties waarvoor dit aspect moet worden beschouwd.
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 21 van 22
5
Conclusie De gemeente ’s-Hertogenbosch wil industrieterrein De Brand II ontwikkelen. Vanwege de mogelijkheid van vestiging van ‘inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken’ (aangewezen in bijlage 1, onderdeel D van het Besluit Omgevingsrecht (BOR), dient het industrieterrein gezoneerd te worden. Op basis van een optimale (maximale) akoestische invulling van het industrieterrein die correspondeert met categorie 5.1 bedrijven, is de 50 dB(A) contour van de geluidbelasting bepaald. Deze kan opgenomen worden als zonegrens. Als gevolg van de nieuwe geluidzone dient voor 1 woning (De Beusing 1) een hogere waarde te worden vastgesteld van 55 dB(A). Voor het kinderdagverblijf aan de Boogschutter 20 wordt geadviseerd eveneens een hogere waarde vast te stellen van 55 dB(A).
Rapport | 5200 GZ - 12345 W004 02-07-2014 V1.2.docx
pagina 22 van 22
Bijlage A
#
$
%
!" ! Oppervlakte bronpunt Oppervlaktebron Toetspunt Bodemgebied Bedrijf Hulplijn Hulppunt Hulpvlak
0m
300 m schaal = 1 : 7500
411500
411000
410500
153000 153500 Industrielawaai - IL, [De Brand2 bp 2014 v2: A1A2B1B2 - Variant1 BP2014 Verkaveling] , Geomilieu V2.30
154000
& !"
' "
"(
# $% Oppervlakte bronpunt Oppervlaktebron Grid Gridpunt Toetspunt Bodemgebied Bedrijf Hulplijn Hulppunt Hulpvlak
0m
300 m schaal = 1 : 7500
411500
411000
410500
153000 153500 Industrielawaai - IL, [De Brand2 bp 2014 v2: A1A2B1B2 - Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N)] , Geomilieu V2.30
154000
# !
$
%& ' &
" Oppervlakte bronpunt Oppervlaktebron Grid Gridpunt Toetspunt Bodemgebied Gebouw Scherm Bedrijf Hulplijn Hulppunt Hulpvlak
0m
80 m schaal = 1 : 2000
411000
410800
153600 Industrielawaai - IL, [De Brand2 bp 2014 v2: A1A2B1B2 - Variant 2 (D-A-N) incl afscherming stal] , Geomilieu V2.40
153800
Bijlage B
Model: Groep:
Groep
!
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Item ID 38235 38236 38237 38238
"
#
Grp.ID 0 0 0 0
1e kid -6129 -7993 -7243 -7642
NrKids 338 163 174 145
Naam Kavel1 Kavel2 Kavel3 Kavel4
Omschr. Oppbron Oppbron Oppbron Oppbron
cat cat cat cat
5.1 5.1 5.1 5.1
65 65 65 65
dBA/m2 dBA/m2 dBA/m2 dBA/m2
Vorm Polygoon Polygoon Polygoon Polygoon
X-1 153203,91 153370,44 153445,66 153536,04
Model: Groep:
Groep
!
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Y-1 411196,04 410950,69 410838,75 410707,65
"
#
Hoogte 5,00 5,00 5,00 5,00
Rel.H 5,00 5,00 5,00 5,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00
Hdef. Eigen Eigen Eigen Eigen
waarde waarde waarde waarde
Vormpunten 4 4 4 4
Omtrek 792,98 514,60 532,67 487,04
Opp. 33577,84 16501,19 17289,41 14470,54
Model: Groep:
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Groep
!
Min.lengte 128,29 117,84 108,93 102,22
"
#
Max.lengte 292,17 135,54 157,20 141,67
Cb(u)(D) 12,000 12,000 12,000 12,000
Cb(u)(A) 1,503 1,503 1,503 1,503
Cb(u)(N) 2,010 1,007 0,800 0,505
Cb(%)(D) 100,000 100,000 100,000 100,000
Cb(%)(A) 37,584 37,584 37,584 37,584
Cb(%)(N) 25,119 12,589 10,000 6,310
Cb(D) 0,00 0,00 0,00 0,00
Cb(A) 4,25 4,25 4,25 4,25
Model: Groep:
Groep
!
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Cb(N) 6,00 9,00 10,00 12,00
"
DeltaX 10 10 10 10
#
DeltaY 10 10 10 10
X-aantal 29 18 19 18
Y-aantal 26 20 21 19
Negeer obj. Ja Ja Ja Ja
LwM2 31 43,00 43,00 43,00 43,00
LwM2 63 48,00 48,00 48,00 48,00
LwM2 125 53,00 53,00 53,00 53,00
LwM2 250 57,00 57,00 57,00 57,00
LwM2 500 61,00 61,00 61,00 61,00
Model: Groep:
Groep
!
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL LwM2 1k 62,00 62,00 62,00 62,00
"
LwM2 2k 60,00 60,00 60,00 60,00
#
LwM2 4k 58,00 58,00 58,00 58,00
LwM2 8k 57,00 57,00 57,00 57,00
LwM2 Totaal 67,60 67,60 67,60 67,60
Red 31 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 63 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 125 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 250 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 500 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 1k 0,00 0,00 0,00 0,00
Red 2k 0,00 0,00 0,00 0,00
Model: Groep:
Groep
!
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Red 4k 0,00 0,00 0,00 0,00
"
Red 8k 0,00 0,00 0,00 0,00
#
LwrM2 31 43,00 43,00 43,00 43,00
LwrM2 63 48,00 48,00 48,00 48,00
LwrM2 125 53,00 53,00 53,00 53,00
LwrM2 250 57,00 57,00 57,00 57,00
LwrM2 500 61,00 61,00 61,00 61,00
LwrM2 1k 62,00 62,00 62,00 62,00
LwrM2 2k 60,00 60,00 60,00 60,00
LwrM2 4k 58,00 58,00 58,00 58,00
LwrM2 8k 57,00 57,00 57,00 57,00
Model: Groep:
Groep
!
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL LwrM2 Totaal 67,60 67,60 67,60 67,60
"
#
Lwr 31 88,26 85,18 85,38 84,60
Lwr 63 93,26 90,18 90,38 89,60
Lwr 125 98,26 95,18 95,38 94,60
Lwr 250 102,26 99,18 99,38 98,60
Lwr 500 106,26 103,18 103,38 102,60
Lwr 1k 107,26 104,18 104,38 103,60
Lwr 2k 105,26 102,18 102,38 101,60
Lwr 4k 103,26 100,18 100,38 99,60
Lwr 8k 102,26 99,18 99,38 98,60
Lwr Totaal 112,86 109,78 109,98 109,20
Model: Groep:
Groep
!
Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N) (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Item ID 38235 38237 38238
"
#
Grp.ID 0 0 0
1e kid -9928 -11345 -12245
NrKids 407 220 193
Naam Kavel1 Kavel2 Kavel3
Omschr. Oppbron cat 5.1 65 dBA/m2 Oppbron cat 5.1 Oppbron cat 5.1
Vorm Polygoon Polygoon Polygoon
X-1 153203,91 153402,35 153510,38
Model: Groep:
Groep
!
Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N) (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Y-1 411196,04 410905,85 410743,95
"
#
Hoogte 5,00 5,00 5,00
Rel.H 5,00 5,00 5,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00
Hdef. Eigen waarde Eigen waarde Eigen waarde
Vormpunten 4 4 4
Omtrek 900,83 610,90 578,73
Opp. 40509,96 21844,09 19403,54
Model: Groep:
Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N) (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Groep
!
Min.lengte 120,75 109,48 102,22
"
#
Max.lengte 350,32 192,28 183,93
Cb(u)(D) 12,000 12,000 12,000
Cb(u)(A) 1,503 1,503 1,503
Cb(u)(N) 2,010 0,800 0,505
Cb(%)(D) 100,000 100,000 100,000
Cb(%)(A) 37,584 37,584 37,584
Cb(%)(N) 25,119 10,000 6,310
Cb(D) 0,00 0,00 0,00
Cb(A) 4,25 4,25 4,25
Model: Groep:
Groep
!
Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N) (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Cb(N) 6,00 10,00 12,00
"
DeltaX 10 10 10
#
DeltaY 10 10 10
X-aantal 31 21 20
Y-aantal 31 24 22
Negeer obj. Ja Ja Ja
LwM2 31 43,00 43,00 43,00
LwM2 63 48,00 48,00 48,00
LwM2 125 53,00 53,00 53,00
LwM2 250 57,00 57,00 57,00
LwM2 500 61,00 61,00 61,00
Model: Groep:
Groep
!
Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N) (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL LwM2 1k 62,00 62,00 62,00
"
LwM2 2k 60,00 60,00 60,00
#
LwM2 4k 58,00 58,00 58,00
LwM2 8k 57,00 57,00 57,00
LwM2 Totaal 67,60 67,60 67,60
Red 31 0,00 0,00 0,00
Red 63 0,00 0,00 0,00
Red 125 0,00 0,00 0,00
Red 250 0,00 0,00 0,00
Red 500 0,00 0,00 0,00
Red 1k 0,00 0,00 0,00
Red 2k 0,00 0,00 0,00
Model: Groep:
Groep
!
Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N) (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Red 4k 0,00 0,00 0,00
"
Red 8k 0,00 0,00 0,00
#
LwrM2 31 43,00 43,00 43,00
LwrM2 63 48,00 48,00 48,00
LwrM2 125 53,00 53,00 53,00
LwrM2 250 57,00 57,00 57,00
LwrM2 500 61,00 61,00 61,00
LwrM2 1k 62,00 62,00 62,00
LwrM2 2k 60,00 60,00 60,00
LwrM2 4k 58,00 58,00 58,00
LwrM2 8k 57,00 57,00 57,00
Model: Groep:
Groep
!
Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N) (hoofdgroep) Lijst van Oppervlaktebronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL LwrM2 Totaal 67,60 67,60 67,60
"
#
Lwr 31 89,08 86,39 85,88
Lwr 63 94,08 91,39 90,88
Lwr 125 99,08 96,39 95,88
Lwr 250 103,08 100,39 99,88
Lwr 500 107,08 104,39 103,88
Lwr 1k 108,08 105,39 104,88
Lwr 2k 106,08 103,39 102,88
Lwr 4k 104,08 101,39 100,88
Lwr 8k 103,08 100,39 99,88
Lwr Totaal 113,68 110,99 110,48
Model: Groep:
Groep
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Item ID 13 14 15 16 38234
Grp.ID 0 0 0 0 0
Naam 3 4 5 6 Groen
38251 38252
0 0
Groen Groen
Omschr. weiland plas groen groen
Vorm Polygoon Polygoon Polygoon Polygoon Polygoon
X-1 154046,89 153135,33 153231,57 153136,53 153390,25
Y-1 410994,56 411729,10 411810,43 411732,98 411188,30
Vormpunten 10 10 11 8 7
Omtrek 2941,69 1440,30 3866,85 1324,47 518,18
Polygoon Polygoon
153702,56 153766,99
410645,35 410578,05
14 13
352,93 1002,44
Model: Groep:
Groep
Variant1 BP2014 Verkaveling (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Opp. 423361,56 121660,63 587767,38 72934,80 12119,46
Min.lengte 29,54 19,31 68,84 49,10 23,34
Max.lengte 623,23 315,19 836,12 321,58 202,11
Bf 1,00 0,00 1,00 1,00 1,00
6310,23 54131,30
9,17 10,02
114,21 356,81
1,00 1,00
Bijlage C
Rapport: Model:
Resultatentabel Variant1 BP2014 Verkaveling LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt KDV1_A KDV2_A W1-1_A W1-2_A W3-1_A
Omschrijving Kinderdagverblijf Boogschutter 20 Kinderdagverblijf Boogschutter 20 De Beusing 1 dakvlak De Beusing 1 kopse gevel Oude Bosschebaan 1
W4_A W5_A
Beusingsedijk 8 Poeldonk 25 Den Dungen
Hoogte 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
Dag 51,4 51,0 54,5 54,1 45,4
Avond 47,2 46,7 50,3 49,9 41,2
Nacht 44,8 44,3 45,4 45,0 38,3
Etmaal 54,8 54,3 55,4 55,0 48,3
Li 54,7 54,4 57,3 57,0 49,5
5,00 5,00
46,4 46,3
42,2 42,0
37,3 37,1
47,3 47,1
50,4 50,4
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
$
!"
#
# "
Rapport: Model:
Resultatentabel Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N) LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt KDV1_A KDV2_A W1-1_A W1-2_A W3-1_A
Omschrijving Kinderdagverblijf Boogschutter 20 Kinderdagverblijf Boogschutter 20 De Beusing 1 dakvlak De Beusing 1 kopse gevel Oude Bosschebaan 1
W4_A W5_A
Beusingsedijk 8 Poeldonk 25 Den Dungen
Hoogte 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
Dag 51,4 51,0 54,5 54,1 45,4
Avond 47,1 46,7 50,2 49,9 41,2
Nacht 44,9 44,4 45,4 45,1 38,4
Etmaal 54,9 54,4 55,4 55,1 48,4
Li 54,7 54,4 57,3 57,0 49,5
5,00 5,00
46,5 46,3
42,2 42,0
37,4 37,1
47,4 47,1
50,4 50,4
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
$
!"
# "# "
' ! "#
$
( #
#)
% & Oppervlakte bronpunt Oppervlaktebron Grid Gridpunt Toetspunt Bodemgebied Bedrijf Hulplijn Hulppunt Hulpvlak periode:
Etmaalwaarde 50 dB(A) 100 dB(A) 100 dB(A) 100 dB(A) 100 dB(A) 100 dB(A) 100 dB(A)
50 411500
0m
50 50
300 m schaal = 1 : 7500
50
411000
50
50
50
410500 50 50
50
153000 153500 Industrielawaai - IL, [De Brand2 bp 2014 v2: A1A2B1B2 - Variant2 BP2014 Verkaveling (D-A-N)] , Geomilieu V2.40
154000
Rapport: Model:
Resultatentabel Variant 2 (D-A-N) incl afscherming stal LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt KDV1_A KDV2_A W1-1_A W1-2_A W1-3_A
Omschrijving Kinderdagverblijf Boogschutter 20 Kinderdagverblijf Boogschutter 20 De Beusing 1 dakvlak De Beusing 1 kopse gevel De Beusing 1 geluidluw
W1-4_A W3-1_A W4_A W5_A
De Beusing 1 Oude Bosschebaan 1 Beusingsedijk 8 Poeldonk 25 Den Dungen
Hoogte 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
Dag 51,4 51,0 53,0 49,8 45,9
Avond 47,1 46,7 48,8 45,6 41,7
Nacht 44,9 44,4 42,7 38,2 37,9
Etmaal 54,9 54,4 53,8 50,6 47,9
Li 54,7 54,4 55,7 52,7 49,0
5,00 5,00 5,00 5,00
52,9 45,4 46,5 46,3
48,6 41,2 42,2 42,0
43,0 38,4 37,4 37,1
53,6 48,4 47,4 47,1
55,5 49,5 50,4 50,4
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
%
&
!"
#
# $