geluid & trillingen
Akoestisch Onderzoek V2 naar de geluidbelasting tgv rail- en wegverkeer, op de geplande woningen
Locatie Stadshart in Lelystad
Adviseur:
Lennard Duijvestijn
Projectmedewerker:
Joska Paszli
Opdrachtgever:
Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB Lelystad
Contactpersoon:
De heer K. Bakker
Datum:
28 april 2010
Kenmerk:
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
adviesbureau ijmeer bv | Baron G.A. Tindalstraat 146 | 1019 TX | Amsterdam | T 020 681 88 20 KvK 33 28 42 41 | ABN-AMRO 60.72.00.820 |
[email protected] | www.ijmeer.nl | F 020 681 86 13
© 2010 adviesbureau ijmeer b.v. Niets uit dit rapport mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, noch elektronisch of mechanisch, noch middels fotokopieën, opnamen of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van
adviesbureau ijmeer b.v. Voorwaarden:
Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd overeenkomstig de RVOI-2001, inclusief alle bijlagen en aanvullingen tot op heden.
Inhoudsopgave 1.
Inleiding en samenvatting ___________________________________________________ 4
2.
Beschrijving van de situatie _________________________________________________ 5
3.
Normstelling ______________________________________________________________ 7
4.
5.
3.1
Wijziging Wet geluidhinder.............................................................................................7
3.2
Het aspect geluid, algemeen .........................................................................................7
3.3
Wegverkeerslawaai ........................................................................................................8
3.4
Spoorweglawaai .......................................................................................................... 11
Uitgangspunten __________________________________________________________ 12 4.2
Spoorweggegevens .................................................................................................... 12
4.3
Wegvakgegevens ....................................................................................................... 12
4.4
Overige uitgangspunten .............................................................................................. 13
4.5
Ligging van de waarneempunten ................................................................................ 13
Bespreking van de onderzoeksresultaten _____________________________________ 14 5.1
Spoorweglawaai .......................................................................................................... 14
5.2
Wegverkeerslawaai ..................................................................................................... 15
5.3
Vast te stellen hogere waarden en cumulatie ............................................................. 15
Figuur 1 Figuur 2
Plot rekenmodel wegverkeer Plot rekenmodel railverkeer
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Tabel geluidbelasting railverkeer Tabel geluidbelasting wegverkeer Tabel gecumuleerde geluidbelasting Regeling doelmatigheid maatregelen Wgh
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
3
1. Inleiding en samenvatting In opdracht van de gemeente Lelystad is door adviesbureau ijmeer een akoestisch onderzoek verricht naar de geluidbelasting op de gevels van nieuw te bouwen appartementen in het stadshart van Lelystad. Het project is gelegen binnen de geluidzone van de spoorlaan Almere – Lelystad Dientengevolge dient akoestisch onderzoek uit te wijzen of de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting uit de Wet geluidhinder op de gevels van deze woningen al dan niet wordt overschreden. De geluidbelasting op de gevels is berekend met het programma Geomilieu versie 1.40 van leverancier dgmr en bepaald conform Standaard-rekenmethode IV van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder (bijlage III) van 2006. Uit het onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting voor zowel spoorweg- als wegverkeerslawaai groter is dan de voorkeursgrenswaarde. In alle gevallen is de waarde ruim lager dan de maximale waarde waarvoor ontheffing verleend mag worden. In tabel 1.1 is aangeven welke maximale waarde geldt per geluidsbron, zonder en met doelmatige maatregelen. Ook is het aantal woningen gegeven waarvoor de overschrijding geldt. Tabel 1.1. Aantal woningen en vast te stellen hogere waarde per geluidbron
Geluidbron
Zonder maatregelen hogere aantal waarde woningen
Met doelmatige geluidsmaatregelen hogere aantal geluidsmaatregel waarde woningen
Spoorweg
57 dB
38
raildempers
geen
n.v.t.
Stationsweg & Stationsdreef
50 dB
30
geluidsreducerend asfalt
geen
n.v.t.
Agorabaan
54 dB
78
geluidsreducerend asfalt
50
30
Bij het verlenen van de hogere waarde ten gevolge van spoorweglawaai kan als ontheffingsgrond dienen, de nieuwbouw is:
in de omgeving van een station of halte gesitueerd; in een stads of dorpsvernieuwingsplan opgenomen; door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen.
Bij het verlenen van de hogere waarde ten gevolge van wegverkeerslawaai kan als ontheffingsgrond dienen, de nieuwbouw is:
in een dorp- of stadsvernieuwingsplan worden opgenomen; door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen.
adviesbureau ijmeer b.v.
Lennard Duijvestijn adviseur
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
4
2. Beschrijving van de situatie De opdrachtgever is voornemens twee appartementencomplexen aan te leggen in het stadshart van Lelystad. De locatie ligt ten oosten van de Stationsweg, ten zuiden van de Agorabaan en even ten oosten van station Lelystad. De zwarte cirkel in de onderstaande afbeelding geeft globaal de ligging van de locatie weer op een luchtfoto. Belangrijk voor het onderzoek naar de geluidhinder is de spoorlaan Almere – Lelystad. De woningen liggen op 170 meter of meer uit het hart van het spoor. Belangrijk voor het onderzoek naar de geluidhinder is de spoorlaan Almere – Lelystad en het geluid van de Stationsweg en de Stationsdreef. De woningen liggen op 170 meter of meer uit het hart van het spoor, 115 meter van de Stationsweg en 50 meter van de Agorabaan.
Afbeelding 2.1. Luchtfoto situering stadshart in Lelystad
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
5
Afbeelding 2.2 laat een 3-dimensionele weergave zien van het geluidsmodel zoals dat voor dit onderzoek is opgesteld. De zwarte cirkel geeft de ligging van nieuwbouwlocatie weer inclusief de te realiseren bebouwing.
Afbeelding 2.2. 3D-weergave van het geluidsmodel met omcirkeld de twee appartementencomplexen
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
6
3.
Normstelling 3.1 Wijziging Wet geluidhinder Per 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder in werking getreden. Voornaamste wijziging hierbinnen is de overgang van grenswaarden op basis van de etmaalwaarde (hoogste van dag-, avond- en nachtperiode) naar grenswaarden op basis van de Lden (energetisch gemiddeld over dag, avond, nacht). Behalve wijzigingen in de Wet geluidhinder is ook het Bouwbesluit aangepast op de nieuwe dosismaat. Het verschil tussen de beide dosismaten is tevens verwerkt in de eenheid waarin ze worden uitgedrukt. Een etmaalwaarde wordt weergegeven in dB(A) en de Lden in dB. Tevens is een aantal besluiten waaronder het Besluit geluidhinder spoorwegen (Bgs) en het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen komen te vervallen en maken nu onderdeel uit van het Besluit geluidhinder.
3.2
Het aspect geluid, algemeen Het begrip geluidzone is in de Wet geluidhinder (Wgh) geïntroduceerd om de kans op geluidsoverlast zo veel mogelijk te voorkomen. De geluidzone kan gedefinieerd worden als een aandachtsgebied voor geluid rond of langs een geluidsbron. Binnen de zone moet gestreefd worden naar een akoestische optimale situatie. Geluidzones worden in de wet voorgeschreven voor verschillende soorten geluidsbronnen, namelijk industrie, het wegverkeer, het spoorwegverkeer en bepaalde luchtvaartterreinen. Met het stelsel van de zonering wordt een koppeling gelegd tussen het beleid voor geluidhinderbestrijding en de ruimtelijke ordening. De aandacht hierbij is gericht op zogenaamde geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen, scholen, ziekenhuizen en woonwagenstandplaatsen. In de Wgh wordt gebruik gemaakt van termen als geluidbelasting en grenswaarden. De geluidbelasting wordt gemeten of berekend op de gevel van een woning of een andere geluidsgevoelige bestemming. Geluid is meestal niet constant, maar fluctuerend in de tijd. Daarom wordt het “invallend” geluidsniveau op de gevel van de woning, dat wil zeggen zonder reflectie, beoordeeld op het equivalente (gemiddelde) geluidsniveau (LAeq). Voor het bepalen en handhaven van een akoestisch gunstig of nog net aanvaardbaar klimaat zijn normen nodig. Voor de eerder genoemde verschillende geluidsbronnen worden in de Wgh grenswaarden aangegeven, waarbij een ondergrens (voorkeursgrenswaarde) en een bovengrens (de wettelijk maximaal toelaatbare geluidbelasting) gelden. In eerste instantie moet er altijd naar worden gestreefd de voorkeursgrenswaarde aan te houden. Om de geluidbelasting op woningen of andere geluidsgevoelige objecten te beperken, kunnen maatregelen worden getroffen. Daarbij zijn drie categorieën te onderscheiden, op volgorde van belangrijkheid:
Bestrijding van geluid aan de bron; Maatregelen tussen bron en ontvanger (bijvoorbeeld scherm of wal); Maatregelen bij de ontvanger (isolatie).
In de Wgh zijn voor aanwezige en toekomstige woningen eisen gesteld aan de geluidsisolerende eigenschappen van de gevels, die afhankelijk zijn van de geluidbelasting. Tevens zijn in het Bouwbesluit voor nieuwe woningen dezelfde eisen gesteld als in de Wgh. De eisen zijn dat de gevels van nieuwe woningen zodanig moeten worden opgebouwd dat binnenshuis het geluidsniveau niet hoger mag zijn dan 33 dB voor wegverkeer.
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
7
Geluidluwe gevel Voor het verkrijgen van een ontheffing voor een hogere geluidbelasting is het bij nieuwbouw meestal van belang dat de betrokken woningen een geluidsafschermende werking hebben ten opzichte van de daarachter geprojecteerde of reeds aanwezige bebouwing. Daarnaast is het van belang dat bij het ontwerp van de woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen met een hogere geluidbelasting hiermee rekening wordt gehouden, door de geluidsgevoelige ruimten zoveel mogelijk aan de kant te projecteren waar de laagste geluidbelasting optreedt; de geluidsluwe gevel. Voor de geluidsluwe gevel kan dan uiteraard geen hogere waarde worden verleend, met andere woorden, de geluidbelasting daarvan dient niet boven de voorkeursgrenswaarde uit te komen. Dove gevel In de Wgh is gedefinieerd wat er onder “gevel” moet worden verstaan. “Gevel: bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak” Hierbij zijn een tweetal uitzonderingen aangegeven: 1. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidswering die tenminste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A)” 2. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte. Deze ingewikkelde beschrijving is mede bedoeld om geveldelen zonder te openen delen te kunnen uitsluiten van toetsing aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder. Een zogenaamde dove gevel is toepasbaar in situaties waar hoge geluidsbelastingen optreden. Een interpretatie van deze wetgeving is dat bijvoorbeeld suskasten niet zijn toegestaan in een woonkamer grenzend aan een dove gevel maar wel een nooddeur in die dove gevel voor zover deze niet grenst aan een geluidsgevoelige ruimte. Cumulatie van geluid In artikel 110a, lid 6 van de Wet geluidhinder is geregeld dat een hogere waarde alleen kan worden toegestaan als de gecumuleerde geluidsbelasting niet leidt tot een onaanvaardbare geluidsbelasting. Afrondingswijze De berekende geluidbelastingen worden, conform de Wgh en ISO-afrondingsregels, afgerond naar het dichtst bijgelegen hele getal waarbij 0,5 wordt afgerond naar het dichtst bijgelegen hele even getal. 3.3
Wegverkeerslawaai Het wettelijke kader met betrekking tot het wegverkeerslawaai is geregeld in de artikelen 74 tot en met 100 in de Wgh. Hieronder volgen enkele algemene opmerkingen en wordt het wettelijke kader voor nieuwe situaties gegeven. Geluidsbelasting Bij wegverkeerslawaai is de geluidbelasting, Lden in dB, voor woningen gelijk aan het gewogen gemiddelde van de volgende drie waarden:
Het equivalente geluidsniveau LAeq in de dagperiode (07.00 - 19.00 uur); Het equivalente geluidsniveau LAeq in de avondperiode (19.00 - 23.00 uur) vermeerderd met 5 dB(A). Het equivalente geluidsniveau LAeq in de nachtperiode (23.00 - 07.00 uur) vermeerderd met 10 dB(A).
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
8
Geluidzones Langs wegen bevindt zich een zone, waarvan de breedte is opgenomen in artikel 74 van de Wgh. De zonebreedte is afhankelijk van het aantal rijstroken en of de weg in stedelijk of buitenstedelijk gebied ligt. In onderstaande tabel zijn de breedten van de zones opgenomen. Tabel 3.1. Zonebreedte Aantal rijstroken
Zonebreedte [m] Stedelijk gebied Buitenstedelijk gebied
Één of twee rijstroken
200
250
Drie of vier rijstroken
350
400
Vijf of meer rijstroken
350
600
De zones hebben geen betrekking op: Wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; Wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km per uur geldt. Aftrek volgens artikel 110g In artikel 110g van de Wgh is geregeld dat de Minister mag bepalen dat een aantal decibels van gemeten of berekende gevelbelasting van woningen t.g.v. wegverkeerslawaai mag worden afgetrokken, alvorens wordt getoetst aan de grenswaarde. De achterliggende gedachte is dat door technische ontwikkelingen en het aanscherpen van typekeuringseisen van motorvoertuigen, deze in de toekomst stiller zullen worden. De aftrek mag maximaal 5 dB bedragen. Nadere precisering hiervan is opgenomen in het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Voor wegen waar 70 km/uur of harder gereden mag worden is de aftrek 2 dB en voor de overige wegen 5 dB. Hierbij is de representatieve snelheid van belang, deze kan in bepaalde gevallen afwijken van de wettelijk toegestane snelheid. Bij de berekening van de geluidwering van een gevel is de aftrek niet van toepassing. 30 km-wegen Zoals reeds is aangegeven, heeft een weg met een maximaal toegestane snelheid van 30 km/h geen geluidzone en hoeft de geluidbelasting ten gevolge van deze weg niet te worden getoetst aan de Wgh. Gezien de recente jurisprudentie is het wel van belang aandacht te besteden aan de geluidbelasting ten gevolge van deze wegen. Een goede ruimtelijke ordening vraagt ook buiten het formele kader om een verantwoordelijke afweging. Indien door de weg sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde (48 dB), dient de afweging te worden gemaakt waarom dit hier verantwoord wordt geacht. Beoordeling per weg In de Wgh is opgenomen, dat de geluidbelasting per afzonderlijke weg bepaald dient te worden. In de meeste gevallen is het duidelijk welke wegvakken als één weg moeten worden gezien. In meer complexe situaties is de definitie niet voldoende om een eenduidige wegindeling te maken. In de handleiding Akoestisch Onderzoek Wegverkeer van september 2004 van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is een aantal basisprincipes opgenomen dat kan worden toegepast, namelijk:
De naam van de weg is bepalend; verschillende wegdelen die dezelfde straatnaam hebben, worden gezien als één weg; Op- en afritten worden toegerekend aan de weg met een hogere orde; Bij ventwegen is de relatie met de naastgelegen hoofdweg van belang. Indien er geen op- of afritten naar of van de hoofdweg zijn, anders dan waar de hoofd- en ventweg een andere weg kruisen, is de ventweg te beschouwen als een afzonderlijke weg. De ventweg maakt dan geen functioneel onderdeel uit van de hoofdweg.
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
9
Voorkeurswaarde en hogere waarde In artikel 82 tot en met 85 van de Wgh zijn grenswaarden opgenomen met betrekking tot de geluidbelasting op de gevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Er geldt voor wegverkeerslawaai een voorkeursgrenswaarde van 48 dB, die in principe niet mag worden overschreden. Onder bepaalde voorwaarde mag de geluidsbelasting hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde. Deze overschrijding is, afhankelijk van de situatie, gelimiteerd en voor een hogere waarde dient ontheffing te worden vastgesteld. In stedelijk gebied mogen op basis van bepaalde ontheffingsgronden een hogere waarde vastgesteld worden tot maximaal 63 dB. Alleen indien sprake is van “vervangende nieuwbouw” is de maximale ontheffingswaarde hoger en bedraagt 68 dB. Voor buitenstedelijk gebied geldt een maximale waarde van 53 dB. In buitenstedelijk gebied mag een uitzondering gemaakt worden voor nieuw te bouwen agrarische bedrijfswoningen. Voor deze woningen en voor vervangende nieuwbouw geldt een maximale hogere waarde van 58 dB. Ontheffing hogere waarde en bevoegd gezag Wanneer maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn en het voldoen aan de grenswaarden onoverkomelijke bezwaren ontmoet van landschappelijke, stedenbouwkundige, vervoerskundige of financiële aard, dan kan bij het bevoegd gezag een ontheffing worden gevraagd voor toepassing van een "hogere grenswaarde". In de Wet geluidhinder is vastgesteld dat burgermeester en wethouders van de gemeente waarbinnen de activiteit word uitgevoerd bevoegd zijn tot het vaststellen van hogere waarden. Bij aanleg of wijziging van rijks- of provinciale wegen zijn Gedeputeerde Staten bevoegd. Een gemeente of provincie kan aanvullende ontheffingsgronden opnemen in hun ontheffingsbeleid. De volgende voorbeelden van mogelijke ontheffingsgronden zijn gegeven voor nog niet geprojecteerde woningen binnen de bebouwde kom, die:
in een dorp- of stadsvernieuwingsplan worden opgenomen; door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatig akoestisch afschermende functie gaan vervullen voor andere woningen – in aantal ten minste de helft van het aantal woningen waaraan de afschermende functie wordt toegekend –, of voor andere gebouwen of geluidsgevoelige bestemmingen; ter plaatse noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid; door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen; ter plaatse gesitueerd worden als vervanging van bestaande bebouwing.
In het algemeen wordt alleen ontheffing verleend als zeker gesteld kan worden (bijvoorbeeld door maatregelen ter bevordering van de gevelisolatie), dat de maximale geluidsniveaus in een woning niet worden overschreden. Dit geluidsniveau mag maximaal 33 dB bedragen. Maximale binnenwaarde Indien ontheffing wordt verleend worden aanvullende eisen gesteld voor wat betreft de geluidbelasting in de geluidsgevoelige ruimten van de woningen (en andere geluidsgevoelige gebouwen). In artikel 111 t/m 114 van de Wgh zijn de bepalingen opgenomen met betrekking tot deze binnenwaarden. Er geldt voor woningen in beginsel een maximale binnenwaarde van 33 dB of 43 dB voor saneringswoningen. Voor de diverse ruimten in geluidsgevoelige gebouwen zijn de te bereiken binnenwaarden opgenomen in het Besluit geluidhinder. Tevens stelt het Bouwbesluit eisen aan de minimale geluidwering van de externe scheidingsconstructies (gevels, dak ed), waardoor het geluidniveau in de woning de genoemde waarden gewaarborgd worden.
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
10
3.4 Spoorweglawaai Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) en het onderliggende Besluit geluidhinder. De geluidsberekeningen zijn uitgevoerd conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. De geluidszone geeft het aandachtsgebied weer waarbinnen de Wgh van toepassing is. De geluidszone voor het te onderzoeken traject is 500 meter, gerekend naar beide zijden van het spoor. De geluidbelasting, Lden in dB, is gelijk aan het gewogen gemiddelde van de drie volgende waarden;
Lday het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over de dagperiode (07.00 - 19.00 uur); Levening het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over de avondperiode (19.00 - 23.00 uur) vermeerderd met 5 dB; Lnight het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over de nachtperiode (23.00 - 07.00 uur) vermeerderd met 10 dB.
Een geluidsbelasting wordt berekend op een bepaalde plaats en betreft het energetisch gemiddelde geluidsniveau van alle treinpassages. Voor geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen en gelden grenswaarden waaraan voldaan moet worden. Voor woningen geldt een voorkeursgrenswaarde van 55 dB en een maximale ontheffingswaarde van 68 dB. Voor schoolgebouwen geldt een voorkeursgrenswaarde van 53 dB en een maximale ontheffingswaarde van 68 dB. Indien het toepassen van maatregelen om de belasting terug te dringen onvoldoende doeltreffend is, dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard, kan het bevoegde gezag een hogere belasting toestaan (‘ontheffing’). In de Wet is geregeld dat er alleen dan ontheffing verleend kan worden als er één of meerdere ontheffingsgronden gelden. Voor nieuwbouw van woningen gelden de volgende ontheffingsgronden voor nog niet geprojecteerde dan wel geprojecteerde woningen, die:
in de omgeving van een station of halte gesitueerd worden; verspreid gesitueerd worden buiten de bebouwde kom; ter plaatse noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid; ter plaatse gesitueerd worden ter vervanging van bestaande bebouwing; in een stads of dorpsvernieuwingsplan worden opgenomen; door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatige akoestische afschermende functie gaan vervullen voor andere woningen – in aantal ten minste de helft van het aantal woningen waaraan de afschermende functie wordt toegekend – of voor andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen; door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen.
Bedacht moet worden dat voor alle woningen waarvoor een hogere waarde wordt afgegeven geldt, dat er dan ook een stille zijde aan die woning noodzakelijk is. Verder hanteren veel provincies een enigszins terughoudend beleid bij het verlenen van hoge grenswaarden. Maximale binnenwaarde Indien ontheffing wordt verleend worden er aanvullende eisen gesteld voor wat betreft de geluidbelasting in de geluidsgevoelige ruimten van woningen. Volgens het Bouwbesluit geldt voor nieuwbouw van woningen een maximale binnenwaarde van 35 dB.
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
11
4. Uitgangspunten Hieronder is een overzicht van de belangrijkste invoerparameters opgenomen. Rekenprogramma De geluidbelasting op de gevels is berekend met het programma Geomilieu versie 1.40 van leverancier dgmr en bepaald conform Standaard-rekenmethode II van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder, bijlage III van 2006. 4.2 Spoorweggegevens 1
De spoorweggegevens zijn Tracébesluit Hanzelijn (december 2003) en in tabel 4.1 samengevat voor de situatie ter hoogte van de nieuwbouwlocatie. Tabel 4.1. samengevatte baangegevens ter hoogte van de nieuw te bouwen appartementen langs het traject Lelystad-Almere Periode van de etmaal aantal bakken/uur dag avond nacht
Categorie 4 goederen blokgeremd wagenmaterieel 8 schijfgeremd intercity- en stoptreinmaterieel 9 HSL-materieel
36.36
49.26
31.91
36
36
6.75
48
48
9
Snelheid
Bovenbouw
100 km/uur Voegloos spoor op betonnen dwarsliggers
80-60 km/uur
160 km/uur
4.3 Wegvakgegevens De wegvakgegevens zijn verwerkt in het geluidsmodel en zijn aangeleverd door de gemeente Lelystad via de website www.basec.nl. De intensiteitsgegevens met betrekking tot het jaar 2020 zijn voor de Stationsweg en de Stationsdreef aangeleverd door de gemeente. Voor de Agorabaan is de etmaalintensiteit voor 2009 met 2% per jaar opgehoogd naar 2020. Tabel 4.2. Etmaalintensiteit en samenstelling wegverkeer voor de te onderzoeken wegen, 2009 en 2020 Weekdag gemiddelde
Uurpercentages
Percentage verdeling
Snelheid
zwaar
km/uur
Wegdekver harding
Wegnaam
Peiljaar
etmaal
dag
avond
nacht
licht
middel zwaar
Agorabaan
2009
9053
6.51
4.05
0.72
96.0
3.0
1.0
50
DAB
Agorabaan
2020
11256
6.51
4.05
0.72
96.0
3.0
1.0
50
DAB
Stationsweg
2009
10428
6.51
3.65
0.92
98.77
1.19
0.04
50
DAB
Stationsweg
2020
21000
6.51
3.65
0.92
98.77
1.19
0.04
50
DAB
Stationsdreef
2009
7923
6.58
3.6
0.83
88.08
7.07
4.87
50
DAB
Stationsdreef
2020
15400
6.58
3.6
0.83
88.08
7.07
4.87
50
DAB
In de tabel staat “licht” staat voor lichte motorvoertuigen, “middelzwaar” voor middelzwaar verkeer en “zwaar” voor zwaar verkeer. De snelheid is 50 km/uur, op de rotonde van de Agorabaan naar de Stationsweg en Stationsdreef is een snelheid van 40 km/uur aangehouden. De rotonde is in het model verwerkt als een minirotonde. 1
Internet adres documentatie:
http://www.prorail.nl/ProRail/Publiek/Infraprojecten/In+voorbereiding/Hanzelijn/Documenten/Tracébesluit.htm
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
12
4.4 Overige uitgangspunten Er is gebruik gemaakt van een geluidsmodel dat als basis heeft gediend bij het genoemde Tracébesluit Hanzelijn en voornamelijk qua bebouwing op diverse plaatsen is verbeterd. Als bodemfactor is voor de harde bodemgebieden (wegen, bestrating, water etc.) een waarde van Bf = 0 en voor zachte bodemgebieden (groenstroken, tuinen etc.) een waarde van Bf = 1 aangehouden. Ter hoogte van de nieuwbouwlocatie is langs de spoorbaan een geluidscherm van 2 meter hoogte t.o.v. bovenkant spoor opgenomen, zoals opgenomen is in het Tracébesluit Hanzelijn. 4.5 Ligging van de waarneempunten In de onderstaande afbeelding zijn de gekozen waarneempunten weergegeven.
Afbeelding 4.1 Ligging van de waarneempunten
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
13
5. Bespreking van de onderzoeksresultaten 5.1 Spoorweglawaai In de onderstaande figuur is de geluidsbelasting gegeven, per waarneempunt, per bouwlaag en afgerond op gehele getallen. In bijlage 1 is de geluidsbelasting gegeven per waarneempunt en hoogte maar dan niet afgerond. Opgemerkt wordt dat op lager gelegen verdiepingen in de eerste bouwlagen winkels worden gesitueerd. Hiervoor is geen geluidsbelasting berekend.
Afbeelding 5.1. De geluidsbelasting bij de woningen, afgerond en per bouwlaag
Wat opvalt is dat de geluidsbelasting voor enkele waarneempunten (SH2, SH3 en SH4) hoger is dan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB. De maximale waarde bedraagt 57 dB. In alle gevallen is de waarde ruim lager dan de maximale waarde van 68 dB waarvoor ontheffing verleend mag worden. In de tabel in bijlage 1 is aangegeven voor welke locaties een hogere waarde vastgesteld moet worden.
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
14
In tabel 5.1 is af te lezen dat het hier 38 woningen betreft. Gebruikmakend van het 2 doelmatigheidscriterium geldt dat de aanleg van raildempers hier kosteneffectief is. Het afbreken en ophogen van het bestaande scherm is niet doelmatig. De lengte waarover de raildempers noodzakelijk zijn is in dit onderzoek niet bepaald. Na aanleg van raildempers wordt de waarde van 55 dB niet overschreden en hoeft er geen hogere waarde vastgesteld te worden. In paragraaf 5.3 wordt ingegaan op de vast te stellen hogere waarden en ontheffingsgronden. 5.2 Wegverkeerslawaai In bijlage 2 is de geluidsbelasting gegeven per weg, een figuur van het geluidsmodel van wegverkeerslawaai is gegeven in figuur 2 achterin dit rapport. Alhoewel volgens de Wet geluidhinder de beoordeling per weg plaatsvindt is er toch voor gekozen de geluidsbelasting van de Stationsweg en de Stationsdreef tesamen te presenteren. In de tabel zijn die waarden die groter zijn dan de grenswaarde van 48 dB oranje ingekleurd. In tabel 5.1 zijn voor die locaties waarvoor een overschrijding geldt de aantallen woningen weergegeven. Aan de hand van de resultaten valt het volgende op: ten gevolge van de Stationsdreef wordt geen grenswaarde overschreden. Dit komt omdat de weg niet direct voor de woningen ligt; ten gevolge van de Stationsweg wordt alleen voor rekenpunt SH2 de grenswaarde overschreden, de waarde is afgerond maximaal 50 dB; indien de Stationsweg en de Stationsdreef tesamen worden beoordeeld, wordt op de rekenpunten SH2 (alle bouwlagen), SH3 en SH4 (deel van de bouwlagen) de grenswaarde van 48 dB overschreden. De maximale waarde is 50 dB; ten gevolge van de Agorabaan wordt voor rekenpunt SH4, SH10, SH11 en SH12 de grenswaarde van 48 dB overschreden. De maximale waarde is 54 dB voor rekenpunt SH10. Op basis van het eerder genoemde doelmatigheidscriterium geldt het volgende: het aanbrengen van geludisreducerend asfalt op de Stationsweg is doelmatig. Hiermee zijn er geen overschrijdingen meer van de grenswarade van 48 dB; evenzo geldt dit voor de Stationsweg samen met de Stationsdreef; voor de Agorabaan geldt dat het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt doelmatig is. Hierna geldt dat voor rekenpunt SH10 nog een overschrijding geldt van circa 2 dB. Verdere maatregelen in de vorm van een geludisscherm is niet doelmatig. In paragraaf 5.3 wordt ingegaan op de vast te stellen hogere waarden en ontheffingsgronden. 5.3 Vast te stellen hogere waarden en cumulatie In tabel 5.1 is aangegeven voor welke rekenpunten en rekenhoogten een hogere waarde vastgesteld dient te worden indien niet of wel van maatregelen wordt uitgegaan. In de laatste kolom is aangegeven hoeveel woningen het betreft. Uit de tabel blijkt dat er voor 38 woningen ten gevolge van het spoorweglawaai een hogere waarde vastgesteld moet worden indien er geen maatregelen worden getroffen. Indien er raildempers als maatregel getroffen gelden er geen overschrijdingen meer, er is geen verdere actie vereist. Bij het verlenen van de hogere waarde ten gevolge van spoorweglawaai kan als ontheffingsgrond dienen, de nieuwbouw is: in de omgeving van een station of halte gesitueerd; in een stads of dorpsvernieuwingsplan opgenomen; door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen.
2
Zie “Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder”. Deze regeling is niet verplicht voor het onderhavige type onderzoek maar bij het ontbreken van een alternatief is het criterium wel bruikbaar. Het criterium is niet “geijkt” op binnenstedelijke situaties met nieuwbouw van woningen en heeft als kenmerk dat het voor concentraties van woningen snel tot een doelmatige maatregel kan leiden.
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
15
Ten gevolge van het wegverkeerslawaai geldt dat er voor 12 woningen ten gevolge van de Stationsweg een hogere waarde vastgesteld moet worden. Dit zijn er 30 indien rekening gehouden wordt met de bijdrage van de Stationsdreef. Hier geldt ook dat indien de wegen deels met een geluidsreducerend wegdek wordt uitgevoerd er geen hogere waarde vastgesteld hoeft te worden, er is dan geen verdere actie vereist. Ten gevolge van het geluid van de Agorabaan geldt dat eveneens het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt doelmatig is. Voor de 30 woningen bij rekenpunt SH10 geldt nog een waarde van maximaal 50 dB waarvoor dan een hogere waarde aangevraagd moet worden. Bij het verlenen van de hogere waarde ten gevolge van wegverkeerslawaai kan als ontheffingsgrond dienen, de nieuwbouw is: in een dorp- of stadsvernieuwingsplan worden opgenomen; door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen. Tabel 5.1. Rekenpunten en aantal woningen waarvoor een hogere waarde vastgesteld dient te worden indien er geen maatregelen getroffen worden Reken Hoogte Stationsweg en punt meter Spoorweg Stationsweg Stationsdreef Stationsdreef tesamen SH2 12 54 49 38 49 SH2 15 55 49 40 50 SH2 18 56 50 41 50 SH3 18 56 47 43 49 SH3 21 57 48 44 49 SH4 24 56 45 45 48 SH4 30 57 46 45 48 SH4 36 57 46 45 49 SH4 42 57 46 45 49 SH10 15 47 39 42 44 SH10 18 48 40 43 44 SH10 24 51 40 44 45 SH10 30 52 40 44 46 SH10 36 53 40 45 46 SH10 42 53 40 45 46 SH11 15 35 -25 25 SH11 18 36 -25 25 SH11 24 35 -26 26 SH11 30 ----SH11 36 ----SH11 42 ----SH12 15 34 -23 23 SH12 18 34 -23 23
Agorabaan 37 38 38 40 41 48 49 49 49 54 54 54 53 53 53 50 50 50 50 50 49 49 49
Aantal woningen 4 4 4 1 1 8 8 8 8 4 3 6 6 6 5 2 2 4 4 4 4 2 2
In bijlage 3 is de gecumuleerde geluidsbelasting gegeven van alle relevante geluidsbronnen tezamen indien er geen maatregelen worden getroffen. De hoogste waarde bedraagt 59 dB (rekenpunt SH10) wat als tamelijk slecht wordt geclassificeerd. Het geluid wordt hierbij voornamelijk bepaald door het geluid van de Agorabaan. Na het treffen van maatregelen worden alle waarden circa 2-4 dB lager. De gecumuleerde geluidsbelasting op rekenpunt SH10 wordt dan 56 dB wat als matig wordt geclassificeerd. Een verdere verlaging van deze gecumuleerde waarde is niet mogelijk. De situatie maakt de aanleg van geluidschermen niet mogelijk.
8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
16
Figuren
Lelystad Stadshart, geluidsmodel wegverkeerslawaai Figuur 2
Adrespunt Bodemgebied Gebouw GPS punt Grid Gridpunt Hoogtelijn Kruising Minirotonde Obstakel Scherm Toetspunt Weg
0m
80 m schaal = 1 : 2000
SH10 SH4
SH11
SH5 83
502600
SH12 SH6 SH7 SH3
SH2
SH9 SH8
30 km 160800 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [MODEL 22-04-2010 + Stadshart - TOEKOMST 2020] , Geomilieu V1.40
161000
161200
IJmmeer advies BV
SH1
502700
0m
60 m schaal = 1 : 1500
SH10 SH4
Lelystad Stadshart, geluidsmodel spoorweglawaai Figuur 1
Adrespunt Baan Bodemgebied Gebouw GPS punt Hoogtelijn Scherm Toetspunt
SH11
SH5 83
502600
SH12 SH6
SH7 SH3
SH2
502500
SH9 SH8
30 km 160800 Railverkeerslawaai - RMR-2009, [MODEL 22-04-2010 + Stadshart - RAIL
160900 2020 ] , Geomilieu V1.40
161000
161100
IJmmeer advies BV
SH1
Bijlage 1 Rapport: 8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
Bijlage 1: spoorweglawaai, geluidbelasting per waarneempunt
Reken punt SH1 SH1 SH1 SH2 SH2 SH2 SH3 SH3 SH3 SH3 SH4 SH4 SH4 SH4 SH4 SH4 SH5 SH5 SH5 SH5 SH5 SH5 SH6 SH6 SH6 SH6 SH7 SH7 SH7 SH7 SH8 SH8 SH8 SH9 SH9 SH9 SH10 SH10 SH10 SH10 SH10 SH10 SH11 SH11 SH11 SH11 SH11 SH11 SH12 SH12 SH12 SH12 SH12 SH12
Hoogte m 12 15 18 12 15 18 12 15 18 21 15 18 24 30 36 42 15 18 24 30 36 42 12 15 18 21 12 15 18 21 12 15 18 12 15 18 15 18 24 30 36 42 15 18 24 30 36 42 15 18 24 30 36 42
Geluidsbelasting in dB Afgerond Dag Avond Nacht Lden Lden Opmerking 45.18 46.15 43.44 50.48 50 46.09 47.06 44.37 51.41 51 46.84 47.81 45.13 52.16 52 48.44 49.4 46.7 53.74 54 49.49 50.45 47.75 54.79 55 50.52 51.49 48.8 55.84 56 Hogere waarde aanvragen 48.27 49.23 46.51 53.56 54 49.49 50.45 47.74 54.79 55 50.54 51.52 48.84 55.87 56 Hogere waarde aanvragen 51.7 52.66 49.96 57 57 Hogere waarde aanvragen 47.63 48.56 45.77 52.85 53 48.51 49.45 46.71 53.77 54 50.72 51.66 48.91 55.97 56 Hogere waarde aanvragen 51.34 52.27 49.51 56.58 57 Hogere waarde aanvragen 51.78 52.71 49.94 57.01 57 Hogere waarde aanvragen 51.98 52.92 50.13 57.21 57 Hogere waarde aanvragen 47.33 48.3 45.63 52.66 53 48.23 49.2 46.52 53.55 54 48.56 49.53 46.85 53.88 54 48.77 49.74 47.06 54.09 54 49 49.97 47.29 54.32 54 49.14 50.12 47.43 54.47 54 44.99 45.93 43.18 50.24 50 45.56 46.51 43.77 50.83 51 46.42 47.37 44.64 51.69 52 48.06 49.04 46.37 53.4 53 44.01 44.91 42.05 49.16 49 44.49 45.4 42.56 49.66 50 46.23 47.19 44.48 51.53 52 48.15 49.09 46.34 53.4 53 44.71 45.68 43 50.03 50 45.85 46.82 44.12 51.16 51 46.74 47.71 45.02 52.06 52 42.77 43.76 41.12 48.14 48 44.62 45.58 42.89 49.93 50 45.7 46.66 43.96 51 51 42.33 43.13 39.98 47.21 47 42.69 43.51 40.42 47.62 48 45.93 46.82 43.92 51.04 51 47.03 47.92 45 52.13 52 47.67 48.56 45.65 52.78 53 48.13 49.01 46.09 53.22 53 31.16 31.71 27.67 35.29 35 31.46 32 27.96 35.59 36 30.4 31.19 28 35.24 35 ---------------29.48 30.02 25.96 33.59 34 29.91 30.45 26.38 34.02 34 28.81 29.58 26.35 33.61 34 -----------
--
--
--
--
Rapport: 8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
--
Bijlage 2 Rapport: 8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
Bijlage 2: wegverkeerslawaai, geluidbelasting per waarneempunt (oranje + hoger dan grenswaarde 48 dB) Stationsweg en Reken Hoogte Stationsweg Stationsdreef Stationsdreef tesamen Agorabaan punt meter Lden Afgerond Lden Afgerond Lden Afgerond Lden Afgerond SH1 12 46.13 46 25.12 25 46.16 46 30.13 30 SH1 15 46.8 47 29.36 29 46.88 47 31.59 32 SH1 18 47.21 47 30.87 31 47.31 47 28.97 29 SH2 12 49.01 49 38.44 38 49.38 49 37.34 37 SH2 15 49.32 49 39.82 40 49.78 50 37.5 38 SH2 18 49.58 50 41.04 41 50.15 50 37.5 38 SH3 12 45.49 45 41.36 41 46.91 47 40.5 41 SH3 15 46.26 46 42.33 42 47.74 48 39.63 40 SH3 18 47.2 47 43.06 43 48.62 49 40.33 40 SH3 21 47.76 48 43.53 44 49.15 49 40.79 41 SH4 15 42.29 42 42.89 43 45.61 46 47.12 47 SH4 18 43.48 43 43.63 44 46.57 47 47.42 47 SH4 24 44.79 45 44.63 45 47.72 48 47.99 48 SH4 30 45.87 46 44.95 45 48.44 48 48.72 49 SH4 36 46.15 46 45.37 45 48.79 49 48.82 49 SH4 42 46.2 46 45.09 45 48.69 49 48.5 49 SH5 15 37.86 38 30.96 31 38.67 39 26.33 26 SH5 18 40.62 41 32.47 32 41.24 41 27.37 27 SH5 24 42.95 43 31.51 32 43.25 43 30.47 30 SH5 30 44.29 44 ------SH5 36 45.04 45 ------SH5 42 45.01 45 ------SH6 12 36.39 36 32.63 33 37.92 38 33.18 33 SH6 15 41.3 41 39.82 40 43.63 44 36.78 37 SH6 18 43.06 43 41.14 41 45.22 45 37.81 38 SH6 21 44.24 44 41.76 42 46.18 46 38.74 39 SH7 12 36.76 37 37.69 38 40.26 40 39.37 39 SH7 15 38.58 39 42.5 43 43.98 44 40.4 40 SH7 18 40.53 41 43.29 43 45.14 45 41.71 42 SH7 21 41.52 42 43.87 44 45.86 46 43.04 43 SH8 12 44.61 45 25.95 26 44.67 45 30.71 31 SH8 15 46.55 47 28.84 29 46.62 47 32.62 33 SH8 18 47.01 47 32.19 32 47.15 47 32.46 32 SH9 12 41.7 42 24.69 25 41.79 42 25.95 26 SH9 15 43.72 44 27.79 28 43.83 44 27.88 28 SH9 18 44.51 45 30.47 30 44.68 45 30.93 31 SH10 15 39.28 39 41.9 42 43.79 44 53.72 54 SH10 18 39.62 40 42.71 43 44.44 44 53.55 54 SH10 24 39.82 40 43.57 44 45.10 45 53.57 54 SH10 30 39.68 40 44.49 44 45.73 46 53.45 53 SH10 36 39.65 40 44.77 45 45.93 46 53.14 53 SH10 42 39.55 40 45.18 45 46.23 46 52.86 53 SH11 15 --24.58 25 24.58 25 50.28 50 SH11 18 --25.09 25 25.09 25 50.19 50 SH11 24 --25.56 26 25.56 26 50.06 50 SH11 30 ------49.9 50 SH11 36 ------49.66 50 SH11 42 ------49.35 49 SH12 15 --22.9 23 22.90 23 48.57 49 SH12 18 --23.46 23 23.46 23 48.56 49 SH12 24 --23.79 24 23.79 24 48.47 48 SH12 30 ------48.37 48 SH12 36 ------48.21 48 SH12 42 ------47.98 48
Rapport: 8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
Bijlage 3
Rapport: 8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
Bijlage 3: gecumuleerde geluidbelasting zonder maatregelen
Reken punt SH1 SH1 SH1 SH2 SH2 SH2 SH3 SH3 SH3 SH3 SH4 SH4 SH4 SH4 SH4 SH4 SH5 SH5 SH5 SH5 SH5 SH5 SH6 SH6 SH6 SH6 SH7 SH7 SH7 SH7 SH8 SH8 SH8 SH9 SH9 SH9 SH10 SH10 SH10 SH10 SH10 SH10 SH11 SH11 SH11 SH11 SH11 SH11 SH12 SH12 SH12 SH12 SH12 SH12
Hoogte 12 15 18 12 15 18 12 15 18 21 15 18 24 30 36 42 15 18 24 30 36 42 12 15 18 21 12 15 18 21 12 15 18 12 15 18 15 18 24 30 36 42 15 18 24 30 36 42 15 18 24 30 36 42
Stationsweg 51.13 51.8 52.21 54.01 54.32 54.58 50.49 51.26 52.2 52.76 47.29 48.48 49.79 50.87 51.15 51.2 42.86 45.62 47.95 49.29 50.04 50.01 41.39 46.3 48.06 49.24 41.76 43.58 45.53 46.52 49.61 51.55 52.01 46.7 48.72 49.51 44.28 44.62 44.82 44.68 44.65 44.55 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Cumulatie per geluidsbron in dB Stationsdreef Agorabaan 30.12 35.13 34.36 36.59 35.87 33.97 43.44 42.34 44.82 42.5 46.04 42.5 46.36 45.5 47.33 44.63 48.06 45.33 48.53 45.79 47.89 52.12 48.63 52.42 49.63 52.99 49.95 53.72 50.37 53.82 50.09 53.5 35.96 31.33 37.47 32.37 36.51 35.47 0 0 0 0 0 0 37.63 38.18 44.82 41.78 46.14 42.81 46.76 43.74 42.69 44.37 47.5 45.4 48.29 46.71 48.87 48.04 30.95 35.71 33.84 37.62 37.19 37.46 29.69 30.95 32.79 32.88 35.47 35.93 46.9 58.72 47.71 58.55 48.57 58.57 49.49 58.45 49.77 58.14 50.18 57.86 29.58 55.28 30.09 55.19 30.56 55.06 0 54.9 0 54.66 0 54.35 27.9 53.57 28.46 53.56 28.79 53.47 0 53.37 0 53.21 0 52.98
Rapport: 8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
Spoorweg 46.56 47.44 48.15 49.65 50.65 51.65 49.48 50.65 51.68 52.75 48.81 49.68 51.77 52.35 52.76 52.95 48.63 49.47 49.79 49.99 50.20 50.35 46.33 46.89 47.71 49.33 45.30 45.78 47.55 49.33 46.13 47.20 48.06 44.33 46.03 47.05 43.45 43.84 47.09 48.12 48.74 49.16 32.13 32.41 32.08 0 0 0 30.51 30.92 30.53 0 0 0
Cumulatie Totaal 53 53 54 56 56 57 54 55 56 57 55 56 57 58 58 58 50 51 52 53 53 53 48 51 53 54 50 52 53 54 51 53 54 49 51 52 59 59 59 59 59 59 55 55 55 55 55 54 54 54 54 53 53 53
Classificatie redelijk matig matig matig matig matig matig matig matig matig matig matig matig matig tamelijk slecht tamelijk slecht redelijk redelijk redelijk redelijk matig matig redelijk redelijk redelijk matig redelijk redelijk matig matig redelijk matig matig redelijk redelijk redelijk tamelijk slecht tamelijk slecht tamelijk slecht tamelijk slecht tamelijk slecht tamelijk slecht matig matig matig matig matig matig matig matig matig matig matig redelijk
Rapport: 8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
Bijlage 4
Bijlage 4: Doelmatigheidsregeling Wgh
Rapport: 8232 ZX - 2 Stadshart WO 002-28-04-10 V2
wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - BWBR0026996
pagina 1 van 7
Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder (Tekst geldend op: 28-01-2010)
Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en de Minister van Verkeer en Waterstaat, van 14 december 2009, nr. BJZ2009064879, houdende nadere regels voor het criterium ter beoordeling van de kosten van maatregelen gericht op het terugbrengen van de verwachte geluidsbelasting van de gevel van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, onderscheidenlijk aan de grens van geluidsgevoelige terreinen in relatie tot kwaliteit, aard en gebruik van geluidsgevoelige objecten en tot de doeltreffendheid van die maatregelen (Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder)
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en de Minister van Verkeer en Waterstaat; Gelet op de artikelen 87b, vierde en vijfde lid, en 106, vierde lid, van de Wet geluidhinder en de artikelen 3.9 en 4.22 van het Besluit geluidhinder; Besluiten: Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: aantal maatregelpunten: aantal maatregelpunten bepaald overeenkomstig artikel 4; aantal reductiepunten: aantal reductiepunten bepaald overeenkomstig artikel 5; bronmaatregel: geluidbeperkende maatregel als bedoeld in tabel 1 en tabel 3, onder 1, van Bijlage 1; cluster: geluidsgevoelig object of verzameling bijeengelegen geluidsgevoelige objecten, gelegen binnen de zone van een weg of spoorweg, die een relevante verlaging van de geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg zou kunnen ondervinden van een aaneengesloten geluidbeperkende maatregel; financieel doelmatig: de omstandigheid dat er geen overwegende bezwaren van financiële aard bestaan; geluidbeperkende maatregel: maatregel of combinatie van maatregelen als bedoeld in de tabellen 1, 2 en 3 van Bijlage 1, voor zover toegepast onder de in die tabellen genoemde voorwaarden; geluidsgevoelige objecten: woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen, geluidsgevoelige terreinen en woonwagenstandplaatsen; geluidreductie: geluidreductie bepaald overeenkomstig artikel 7; overdrachtsmaatregel: geluidbeperkende maatregel als bedoeld in tabel 2 van Bijlage 1; situatie zonder maatregelen: situatie waarin a. geen andere geluidbeperkende maatregelen aanwezig zijn, of b. geen andere geluidbeperkende maatregelen aanwezig zijn dan 1. op een rijksweg een wegdek met de akoestische kwaliteit van ZOAB, of 2. bij een hoofdspoorweg voegloos spoor op betonnen dwarsliggers, tenzij overwegende bezwaren van technische aard zich tegen een dergelijke uitvoering verzetten.
Artikel 2 1. Indien deze regeling wordt toegepast in het kader van afdeling 3.2 of 4.3 van het Besluit geluidhinder, bestaat een cluster enkel uit de geluidsgevoelige objecten waarvoor een programma van maatregelen is opgesteld als bedoeld in artikel 89 van de Wet geluidhinder of artikel 4.18 van het Besluit geluidhinder en de geluidsgevoelige objecten waar in het kader van de Nota Mobiliteit geluidbeperkende maatregelen overwogen worden. 2. Deze regeling is van toepassing in het kader van hoofdstuk VI, afdeling 2A en afdeling 3, en hoofdstuk VII, afdeling 2, van de Wet geluidhinder en afdeling 3.2 en afdeling 4.3 van het Besluit geluidhinder bij de afweging omtrent het nemen van geluidbeperkende maatregelen. Artikel 3
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026996/geldigheidsdatum_28-01-2010/afdrukken
26-04-2010
wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - BWBR0026996
pagina 2 van 7
1. Een geluidbeperkende maatregel als bedoeld in tabel 1 en tabel 2 van Bijlage 1 is financieel doelmatig, indien het aantal maatregelpunten van de geluidbeperkende maatregel niet hoger is dan het aantal reductiepunten behorende bij het cluster waar de maatregel voor bedoeld is. 2. In afwijking van het eerste lid is een geluidbeperkende maatregel niet financieel doelmatig, indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat: a. toepassing van de geluidbeperkende maatregel de grootste geluidreductie oplevert voor het cluster, b. het aantal maatregelpunten voor deze maatregel hoger is dan het aantal maatregelpunten voor een andere geluidbeperkende maatregel die een gelijke of nagenoeg gelijke geluidreductie kan realiseren, en c. in vergelijking met de andere maatregel de extra maatregelpunten niet in redelijke verhouding staan tot de extra geluidreductie die door het treffen van deze maatregel bereikt kan worden. 3. In afwijking van het eerste lid is een overdrachtsmaatregel niet financieel doelmatig indien deze maatregel een bestaande overdrachtsmaatregel zou vervangen, die: a. naar verwachting bij de start van de uitvoering niet ouder dan tien jaar zal zijn; b. niet ophoogbaar is, en c. een bijna gelijke geluidreductie realiseert als de nieuw te treffen maatregel. 4. De financiële doelmatigheid van een maatregel als bedoeld in tabel 3 van Bijlage 1 kan worden bepaald door de werkelijke kosten van aanleg en onderhoud van de maatregel af te wegen tegen de geluidreductie die de maatregel kan realiseren en tegen het aantal geluidsgevoelige objecten in het cluster waar de maatregel voor bedoeld is. Artikel 4 1. Het aantal maatregelpunten van een geluidbeperkende maatregel wordt bepaald op grond van de in tabel 1 en tabel 2 van Bijlage 1 opgenomen maatregelpunten per eenheid. 2. Het aantal maatregelpunten, bedoeld in het eerste lid, omvat het totaal van de maatregelpunten van bestaande en van nieuw te treffen geluidbeperkende maatregelen ten opzichte van een weg of spoorweg in de situatie zonder maatregelen. 3. Bij het toepassen van tabel 2 van Bijlage 1 wordt de hoogte van een geluidscherm bepaald ten opzichte van de bovenkant van het spoor of de kantstreep van de weg aan de zijde van het scherm. Artikel 5 1. Het aantal reductiepunten behorende bij een cluster wordt bepaald door de reductiepunten van alle geluidsgevoelige objecten in het cluster bij elkaar op te tellen. 2. Tabel 1 van Bijlage 2 bevat de reductiepunten van een woning op basis van de toekomstige geluidsbelasting op de woning vanwege een weg of spoorweg in de situatie zonder maatregelen. 3. Ten behoeve van de toepassing van het tweede lid worden andere geluidsgevoelige objecten dan woningen omgerekend naar woningen, waarbij: a. elke 15 strekkende meter geluidsbelaste gevel van een geluidsgevoelig gebouw per bouwlaag, wordt gelijkgesteld aan één woning; b. elke 50 strekkende meter geluidsgevoelig terrein dat behoort bij een geluidsgevoelig gebouw, voor zover dat gebruikt wordt of bestemd is voor de in dat gebouw verleende zorg, in de lengte van de richting van de weg of spoorweg wordt gelijkgesteld aan één woning; c. een woonwagenstandplaats wordt gelijkgesteld aan één woning. Artikel 6 1. Bij de toepassing van deze regeling worden in de eerste plaats bronmaatregelen in overweging genomen en in de tweede plaats de andere geluidbeperkende maatregelen, al dan niet in combinatie met bronmaatregelen, die achtereenvolgens leiden tot de meeste geluidreductie. 2. Overdrachtsmaatregelen, al dan niet in combinatie met bronmaatregelen, worden bij de toepassing van deze regeling uitsluitend in overweging genomen voor zover deze maatregelen strekken tot een geluidreductie van ten minste 5 dB op ten minste een geluidsgevoelig object in een cluster.
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026996/geldigheidsdatum_28-01-2010/afdrukken
26-04-2010
wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - BWBR0026996
pagina 3 van 7
Artikel 7 1. De geluidreductie is het verschil tussen de toekomstige geluidsbelasting, die door geluidsgevoelige objecten zou worden ondervonden vanwege een weg of spoorweg in de situatie zonder maatregelen, en de toekomstige geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg in de situatie dat er geluidbeperkende maatregelen getroffen zijn. 2. Bij toepassing van het eerste lid wordt de waarde uit tabel 2 van Bijlage 2, die op de betreffende situatie van toepassing is, gehanteerd als toekomstige geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg in de situatie dat er geluidbeperkende maatregelen zijn getroffen, ingeval de berekende toekomstige geluidsbelasting in deze situatie lager is dan de waarde, genoemd in tabel 2 van Bijlage 2. Artikel 8 1. Deze regeling kan buiten toepassing blijven op de onderstaande besluiten, totdat deze onherroepelijk zijn geworden: a. het vaststellen van een tracébesluit waarvan het ontwerp, respectievelijk een gewijzigd ontwerp als bedoeld in artikel 11, eerste lid, respectievelijk artikel 14, eerste lid, van de Tracéwet, is vastgesteld vóór de eerste dag van de derde kalendermaand volgend op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling; b. het vaststellen van een saneringsprogramma waarvoor voorbereidingssubsidie is verstrekt voor 1 januari 2009; c.
het vaststellen van een wegaanpassingsbesluit ten aanzien van de in de Bijlage, onder a, van de Spoedwet wegverbreding opgenomen projecten waarvan het ontwerpbesluit is vastgesteld vóór de eerste dag van de derde kalendermaand volgend op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling;
d. het vaststellen van een saneringsprogramma waarvoor ten behoeve van het ontwerpprogramma toepassing is gegeven aan artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht vóór de eerste dag van de derde kalendermaand volgend op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling. 2. Deze regeling kan tevens buiten toepassing blijven op het vaststellen van een besluit of het doorlopen van een procedure voor de projecten genoemd in Bijlage III, totdat deze onherroepelijk zijn geworden respectievelijk zijn afgerond. Artikel 9 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010. Artikel 10 Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder. Artikel 11 Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 14 december 2009 De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, J.M. Cramer De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings Bijlage 1 Tabel 1 Bronmaatregelen, de randvoorwaarden en de maatregelpunten omschrijving bronmaatregel
randvoorwaarden
maatregelpunten
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026996/geldigheidsdatum_28-01-2010/afdrukken
26-04-2010
wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - BWBR0026996
omschrijving bronmaatregel
pagina 4 van 7
randvoorwaarden
maatregelpunten
– voldoende verkeersintensiteit
– 4 per 10 m2 t.o.v. DAB
Weg wegdek Zeer Open Asfalt Beton
– geen wringend of remmend verkeer – snelheid meer dan 70 km per uur wegdek 2-laags Zeer Open Asfalt Beton – voldoende verkeersintensiteit
– 26 per 10 m2 t.o.v. DAB
– geen wringend of remmend verkeer – 22 per 10 m2 t.o.v. ZOAB – snelheid meer dan 70 km per uur wegdek dunne deklaag
– snelheid niet boven 80 km per uur
– 13 per 10 m2 t.o.v. DAB
– niet op kruisingen of rotondes
– 9 per 10 m2 t.o.v. ZOAB
– niet tegen wissels of voegen
– 46 per meter enkel spoor
spoorweg raildemper
– alleen bij betonnen dwarsliggers betonnen dwarsliggers
– aanwezigheid ballastbed
– 45 per meter enkel spoor
Tabel 2 Overdrachtsmaatregelen, de randvoorwaarden en de maatregelpunten omschrijving overdrachtsmaatregel
voorwaarden
maatregelpunten
Weg Per strekkende meter bij een hoogte1 van:
geluidscherm
niet van toepassing
1m
53
2m
93
3m
133
4m
173
5m
212
6m
251
7m
289
8m
327
elke m hoogte boven 8 m geluidwal
– ruimtebeslag – grondgesteldheid
44
Gelijk aan het aantal maatregelpunten van een geluidscherm Per strekkende meter bij een hoogte1 van:
middenbermscherm
niet van toepassing
1m
64
2m
112
3m
160
4m
207
5m
254
6m
301
7m
347
8m schermtop (T-top)
– op bestaand scherm passend; – passend in het profiel
392 44
spoorweg Per strekkende meter bij een hoogte1 van:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026996/geldigheidsdatum_28-01-2010/afdrukken
26-04-2010
wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - BWBR0026996
omschrijving overdrachtsmaatregel
geluidscherm
voorwaarden
pagina 5 van 7
maatregelpunten
niet van toepassing
1m
66
1,5 m
89
2m
112
3m
155
4m
197
elke m hoogte boven 4 m geluidwal
– ruimtebeslag – grondgesteldheid
42
Gelijk aan het aantal maatregelpunten van een geluidscherm Per strekkende meter bij een hoogte1 van:
scherm tussen sporen
– niet bij wissels
1m
66
1,5 m
89
2m
112
3m
155
4m
197
1 bepaald overeenkomstig artikel 4, derde lid.
Tabel 3 Overige geluidbeperkende maatregelen Omschrijving maatregel
Voorwaarden
1. bronmaatregelen Aanpassen en vervangen van een spoorbrug
Niet van toepassing
2. Overige maatregelen Onttrekken van een woning aan Alleen mogelijk in het kader van sanering en alleen voor zover met andere de bestemming maatregelen niet het beoogde resultaat kan worden behaald Bijlage 2 Tabel 1 Bepaling reductiepunten, bedoeld in artikel 5 Toekomstige geluidsbelasting op een woning vanwege een weg (dB)
Toekomstige geluidsbelasting op een woning vanwege een spoorweg (dB)
Reductiepunten per woning
48
55
0
49
56
1000
50
57
1300
51
58
1600
52
59
1900
53
60
2100
54
61
2400
55
62
2700
56
63
3000
57
64
3300
58
65
3600
59
66
3900
60
67
4100
61
68
4400
62
69
4700
63
70
5000
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026996/geldigheidsdatum_28-01-2010/afdrukken
26-04-2010
wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - BWBR0026996
pagina 6 van 7
Toekomstige geluidsbelasting op een woning vanwege een weg (dB)
Toekomstige geluidsbelasting op een woning vanwege een spoorweg (dB)
Reductiepunten per woning
64
71
7800
65
72
8100
66
73
8300
67
74
8600
68
75
8900
69
76
9200
70
77
9500
71
78
9800
72
79
10100
73
80
10300
74
81
10600
75
82
10900
76
83
11200
77
84
11500
Tabel 2 Waarde, bedoeld in artikel 7 situatie
waarde weg
waarde spoorweg
aanleg of aanpassing van een hoofdweg De ten hoogste toelaatbare of hoofdspoorweg als bedoeld in geluidsbelasting als bedoeld in hoofdstuk VI, afdeling 2A, of hoofdstuk VI, afdeling 2A, van de Wet hoofdstuk VII, afdeling 2, van de Wet
De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in hoofdstuk VII, afdeling 2, van de Wet.
sanering op grond van hoofdstuk VI, afdeling 3, van de Wet en afdeling 3.1 en 4.3 van het Besluit geluidhinder
De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in afdeling 4.3 van het Besluit geluidhinder
De ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in hoofdstuk VI, afdeling 3, van de Wet en afdeling 3.1 van het Besluit geluidhinder
Bijlage 3. Lijst van projecten als bedoeld in artikel 8, tweede lid Type Besluit Project Wegen 1
WAB/MER
Rw9 Alkmaar–Uitgeest
2
WAB
Rw2 Maasbracht–Geleen (spitsstrook)
3
TB/MER
Rw28 Utrecht –Amersfoort
4
TB
Rw2 Oudenrijn–Everdingen
5
TB
A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam–Almere
6
TB/MER
N11 Leiden/Zoeterwoude–Alphen a/d Rijn
7
TB/MER
Rw2 Passage Maastricht
8
TB
Rw74 Venlo
9
TB
Rw4 Delft–Schiedam
10 TB
Rw12 Ede–Grijsoord
11 TB/MER
Rw12 Zoetermeer–Zoetermeer-Centrum
12 TN/MER
A9 Omlegging Badhoevedorp
13 TB/MER
Rw1/27 Utrecht–Hilversum–Amersfoort
14 TB
N33 Assen–Zuidbroek (zuid)
15 TB
Rw61 Hoek–Schoondijke
16 TB/MER
A29 Vaanplein Barendrecht
17 WAB/MER
A2/A27 Everdingen–Lunetten
18 TB/MER
A2 Den Bosch–Eindhoven
19 TB
A4 Dinteloord–Bergen op Zoom
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026996/geldigheidsdatum_28-01-2010/afdrukken
26-04-2010
wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - BWBR0026996
pagina 7 van 7
Type Besluit Project Spoorwegen 1
TB
OV SAAL
2
TB
Sporen in Den Bosch
3
TB
Vrije spoorkruising Amersfoort-West
4
SAN
Zeeuwse lijn
WAB = wegaanleggingsbesluit MER = Milieu-effectrapportage TB = Tracébesluit SAN= Saneringsprogramma
http://wetten.overheid.nl/BWBR0026996/geldigheidsdatum_28-01-2010/afdrukken
26-04-2010