Afvalbeleidsplan De Friese Meren 2015- 2019
opgesteld voor:
gemeente De Friese Meren
datum:
31 oktober 2014
opgesteld door:
Jan Willem van Dalen
Inhoudsopgave 1 Inleiding ................................................................................................................................................... 3 2 Bestaande afvalsituatie in De Friese Meren ........................................................................................... 4 2.1 Bestaande wijze van afvalinzameling in De Friese Meren ..................................................................... 4 2.2 Bestaande afvalverwerking met nascheiding.......................................................................................... 4 2.3 Afvalresultaten in De Friese Meren ......................................................................................................... 5 2.3.1 Milieuresultaten ............................................................................................................................... 5 2.3.2 Afvalbeheerkosten .......................................................................................................................... 6 2.3.3 Service ............................................................................................................................................ 6 2.4 Minicontainers ......................................................................................................................................... 7 3 Strategieën en beleidsprikkels ................................................................................................................ 9 3.1 Strategieën .............................................................................................................................................. 9 3.2 Beleidsprikkels om gedrag van inwoners te beïnvloeden ....................................................................... 9 4 Afvalvisie en doelstellingen ................................................................................................................... 11 4.1 Afvalvisie ............................................................................................................................................... 11 4.2 Doelstellingen ........................................................................................................................................ 11 4.2.1 Milieudoelstellingen: minder restafval, meer afvalscheiding ......................................................... 11 4.2.2 Doelstelling service: dienstverlening op peil houden .................................................................... 12 4.2.3 Doelstelling afvalbeheerskosten: streven naar kostenverlaging ................................................... 12 5 Maatregelen .......................................................................................................................................... 13 5.1 Welke efficiencymaatregelen worden sowieso opgepakt? ................................................................... 13 5.1.1 Efficiencymaatregelen ................................................................................................................... 13 5.1.2 Overige kleinere maatregelen ....................................................................................................... 14 5.2 Wat zijn aanvullende keuzes?............................................................................................................... 14 5.3 Wat willen we nog meer oppakken? ..................................................................................................... 15 5.4 Wat doen we nu nog niet, maar later misschien wel?........................................................................... 16 6 Financiën ............................................................................................................................................... 17 Bijlage 1: Milieuterreinen in De Friese Meren ............................................................................................. 18 Bijlage 2: Financiële consequenties afvalplan De Friese Meren................................................................. 20
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 2
1
Inleiding
De gemeente is verantwoordelijk voor de inzameling van huishoudelijk afval. De gemeente mag zelf bepalen welk ambitieniveau wordt nagestreefd en hoe de inzameling wordt uitgevoerd. Daarbij gaat het om het maken van keuzes over de drie hoofdindicatoren Milieu, Kosten en Service. Afvaldriehoek: drie invalshoeken
In dit afvalplan zijn de afvalbeleidskeuzes voor De Friese Meren uitgewerkt en is aangegeven welke maatregelen in de periode 2015 – 2016 op de rol staan. Duurzaamheid is het uitgangspunt voor het nieuwe afvalbeleid. In de duurzaamheidsvisie De Friese Meren is als stip op de horizon weergegeven “In 2030 kennen we in De Friese Meren het begrip “afvalstof” niet meer: de reststof van het ene bedrijf is de grondstof voor een ander bedrijf”. Om daar te komen is in de duurzaamheidsvisie voor restafval een reductie van 50% in 2020 ten opzichte van 2010 als richtinggevend doel geformuleerd. Dat is ongeveer 100 kg per inwoner. De stip op de horizon sluit nauw aan bij de uitwerking van het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) dat de staatssecretaris op 28 januari 2014 aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. De uitdaging ligt in de transitie naar een circulaire economie, zoals in de volgende figuur is weergegeven.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 3
2
Bestaande afvalsituatie in De Friese Meren 1
De gemeente De Friese Meren is een landelijke gemeente met 51.187 inwoners, 22.018 huisaansluitingen (peildatum 1 januari 2013), veel kernen en een groot buitengebied. Alleen delen van Joure en Lemmer zijn matig stedelijk. Uit vergelijkingen en benchmarks tussen gemeenten in Nederland blijkt: hoe minder stedelijk de gemeente, hoe hoger het percentage bronscheiding. Daarom worden de inzamelresultaten van De Friese Meren alleen met andere landelijke gemeenten vergeleken.
2.1
Bestaande wijze van afvalinzameling in De Friese Meren
Het restafval en het gft-afval wordt met minicontainers aan huis ingezameld, de ene week het restafval en de andere week het gft-afval. Verder kunnen inwoners grofvuil gescheiden aanleveren op de milieuterreinen in Joure, Lemmer en Balk en op afspraak wordt grof vuil ook aan huis ingezameld. De inzameling van oud papier gebeurt deels via minicontainers aan huis, deels via verenigingen aan huis en deels via verzamellocaties bij verenigingen of op milieuparkjes. Verder staan er op logische plekken glasbakken en textielbakken in de gemeente. Verschil met veel andere Nederlandse gemeenten is dat kunststofverpakkingen niet apart aan de bron worden ingezameld, maar dat kunststof via nascheiding uit het restafval wordt gehaald in de scheidings- en bewerkingsinstallatie (SBI) van Omrin in Oudehaske. De gemeentelijke afvaldienst haalt het afval in eigen beheer op met eigen personeel en eigen inzamelwagens. Specifieke en specialistische inzamelwerkzaamheden worden aan derden uitbesteed. De gemeente haalt bij circa 600 bedrijven het bedrijfsafval op. Dat is geen wettelijke verplichting, maar bedrijven kunnen tegen betaling meeliften met het huishoudelijke inzamelsysteem voor zover het afval betreft dat vergelijkbaar is met huishoudelijk afval.
2.2
Bestaande afvalverwerking met nascheiding
Het afvalverwerkingsbedrijf Afvalsturing Fryslân NV (handelend onder de naam Omrin) verwerkt het grootste deel van het ingezamelde afval. De gemeente heeft langlopende contracten met Omrin afgesloten. Omrin zorgt voor de nascheiding van de kunststofverpakkingen in de scheidings- en bewerkingsinstallatie (SBI) in Oudehaske en de verwerking / verbranding van het restafval in de reststoffen-energiecentrale (REC) in Harlingen en de verwerking van het gft-afval. Naast kunststof haalt Omrin in Oudehaske ook papier en plastic, metaal, steen, glas, zand en organisch materiaal uit het restafval. Uit het organische materiaal wordt bovendien biogas gewonnen, dat samen met het stortgas in energie (elektriciteit en nuttige warmte) wordt omgezet. De verbrandbare restfractie wordt vervolgens in de reststoffen-energiecentrale in Harlingen verwerkt. In 2009 heeft Omrin de nascheiding van kunststof verpakkingsafval opgezet. Volgens opgave van Omrin is in 2013 40 kg per aansluiting (= 17 kg/inw) kunststofverpakking in de installatie nagescheiden. Daarmee scoort De Friese Meren bovengemiddeld in vergelijking met landelijke gemeenten die kunststof aan de bron inzamelen. Hierbij moet worden aangetekend dat ook zwerfafval, toeristisch afval (van de Waddeneilanden) en bedrijfsafval zijn meegenomen. nascheiding of bronscheiding van kunststof? De voormalige drie gemeenten hebben in het verleden samen met de partners in Omrin bewust gekozen om in te zetten op nascheiding van kunststof en niet op bronscheiding. Op basis van gezamenlijke afspraken heeft Omrin een nieuwe scheidings- en bewerkingsinstallatie gebouwd en hebben de aan Omrin verbonden gemeenten (waaronder de gemeente De Friese Meren) een meerjarig doorlopend contract met Omrin afgesloten tot en met 2022 voor de nascheiding van kunststof uit het restafval. In het contract is voorzien in een tussenevaluatie in 2017, waarbij de 1
Per 1 januari 2014 zijn er door grenscorrecties vanwege de herindeling per saldo 260 inwoners bij gekomen.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 4
resultaten van de nascheiding ook vergeleken worden met de resultaten van de beste methoden van bronscheiding. Het ligt echter niet voor de hand om in 2017 de nascheiding te beëindigen en over te stappen op volledige bronscheiding van kunststof. Er wordt nu namelijk al een goede score met de nascheiding behaald en de verwachting is dat die score zich door optimalisatie van de technieken verder verbetert. Daarbij komt dat rekening moet worden gehouden met de aangegane verplichtingen met Omrin en de samenwerkende Friese gemeenten.
2.3
Afvalresultaten in De Friese Meren
2.3.1
Milieuresultaten
In de volgende grafieken is zichtbaar hoeveel afval in De Friese Meren gescheiden en ongescheiden wordt ingezameld en wat de scheidingspercentages zijn. Dit is vergeleken met de gemiddelden van de landelijke gemeenten (met en zonder diftar) uit de benchmark van 2012.
afvalhoeveelheid
scheidingspercentage
in kg/inw 100%
600
500
149
400
37 17
26% 39%
80% 6% 3%
193
ongescheiden 0%
60%
overige nascheiding
300
kunststof nascheiding
40% 200
65%
378
61%
299
bronscheiding
20%
100
0
0% DFM 2013
gemiddelde benchmark
DFM 2013
gemiddelde benchmark
Uit de grafieken blijkt het volgende: De bronscheiding bedraagt 65% en de nascheiding 9%, samen 74%. Daarmee zit de gemeente De Friese Meren al boven de landelijke scheidingsdoelstelling van 65% in 2015; Er wordt nog 203 kg/inw ongescheiden restafval ingezameld, waarvan 54 kg (= 17 kg kunststof + 37 kg overige nascheiding) er achteraf in de nascheidingsinstallatie wordt uitgehaald; De overige nascheiding bestaat uit grond, glas, papier, metalen en organisch materiaal geschikt voor vergisting; Er resteert dan nog 149 kg/inw ongescheiden afval dat naar de verbrandingsoven gaat; In De Friese Meren wordt 581 kg/inw aan afval ingezameld. Dat is ruim boven het gemiddelde van de benchmark. Dit komt omdat vooral door grotere hoeveelheden gft, puin, hout en snoeihout; Het scheidingspercentage is ook bovengemiddeld; De hoeveelheid kunststof lijkt niet zo hoog. Dat komt omdat kunststof weliswaar veel volume inneemt, maar weinig gewicht heeft.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 5
Met sorteerproeven kan een grove schatting worden gemaakt van de hoeveelheid grondstoffen die nog in het restafval zit. De grafiek hiernaast is gemaakt op basis van twee sorteerproeven uit 2013. Het valt op dat meer dan de helft van het restafval dat inwoners weggooien bestaat uit herbruikbare stoffen die eigenlijk aan de bron gescheiden horen te worden. Per inwoner gaat het om 75 kg gft-afval, 18 kg papier, 12 kg textiel en 6 kg glas kg. Verder zit er nog kunststof in, maar dat wordt grotendeels nagescheiden.
Al met al blijkt uit de scheidingsresultaten en de sorteerproeven dat er nog milieuverbeteringen mogelijk zijn.
2.3.2
samenstelling restafval kg/inw en percentage kunststof 41 20% glas 6 3%
GFT 75 37%
tex el 12 6% papier 18 9%
overig 52 25%
Afvalbeheerkosten
De totale netto afvalbeheerskosten (exclusief BTW) van De Friese Meren voor huishoudelijk afval bedroegen: € 4,2 miljoen in 2012 (en in 2013 van vergelijkbare grootte); € 82 per inwoner (51.188 inwoners); € 192 per aansluiting (21.776 aansluitingen). De kosten per aansluiting zijn daarmee iets hoger dan de gemiddelde kosten per aansluiting van de deelnemers aan de benchmark over 2012. Dat komt door hogere verwerkingstarieven voor restafval en gft-afval en grotere hoeveelheden ingezameld gft-afval, hout en puin. De verwerkingstarieven van restafval en gft-afval zijn overigens beperkt beïnvloedbaar vanwege de tariefafspraken met Omrin en de andere aandeelhouders van Omrin. Met Omrin is afgesproken dat de verwerkingstarieven de komende jaren geleidelijk afnemen.
2.3.3
Service
gebruikelijk inzamelsysteem aan en bij huis Het inzamelsysteem van De Friese Meren wijkt niet veel af van inzamelsystemen die in andere gemeenten worden gehanteerd. De gescheiden stromen papier, gft-afval en textiel worden aan huis ingezameld en in verschillende wijken zijn korven voor blad geplaatst en opslagplaatsen voor tuinafval gemaakt. Er zijn voldoende faciliteiten om het afval gescheiden te houden, maar het is voor inwoners ook makkelijk om het afval niet te scheiden. Zo zijn er bijvoorbeeld geen belemmeringen om het gfafval bij het restafval te doen. Vanwege de nascheiding worden kunststof verpakkingen niet gescheiden aan de bron ingezameld. Verzamelcontainers voor glas, papier en textiel zijn op de meeste plaatsen ondergronds aangelegd. Dat komt het straatbeeld ten goede ten opzichte van bovengrondse containers. Uit tevredenheidsonderzoeken uit het verleden (o.a. via www.waarstaatjegemeente.nl) blijkt dat inwoners over het algemeen tevreden zijn met de wijze van afvalinzameling. grofvuil en milieuterreinen Met drie milieuterreinen biedt de gemeente de inwoner ruime faciliteiten om het grof vuil gescheiden aan te bieden. De openingstijden in Joure (17 uur/week) en Balk (9 uur/week) zijn voldoende. De
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 6
openingstijden in Lemmer (40 uur/week) zijn erg ruim, waardoor sprake is van relatief hoge exploitatiekosten. Het grofvuil wordt in de gemeente niet meer aan huis ingezameld. Vanaf 1 januari 2014 haalt De Ringh Kringloop nog wel de bruikbare goederen aan huis op. Het milieuterrein in Joure is in 2012 ingrijpend vernieuwd. Tegelijk met de vernieuwing is een efficiencyslag op de bedrijfsvoering ingevoerd en zijn de openingstijden geoptimaliseerd. Door een systeem van zelfbediening aan de poort is een besparing op de exploitatiekosten gerealiseerd. aandachtspunten / knelpunten Het milieuterrein /overslagstation in Lemmer is verouderd, de exploitatiekosten zijn hoog en de toegangsweg is niet optimaal. Er zijn extra investeringen nodig om te voldoen aan de gangbare arbo- en milieueisen. De hoge kosten komen door een diffuse verdeling tussen het huishoudelijk afval en het (commerciële) bedrijfsafval van Omrin en door het operationeel houden van de overslagfunctie. Er kunnen kosten worden bespaard of extra inkomsten gegenereerd door de kosten voor bedrijfsafval ook aan de bedrijven door te belasten. Verder is kostenbesparing mogelijk door de overslagfunctie te beëindigen. Die overslagfunctie is namelijk niet meer nodig omdat het meeste afval nu al op een andere manier wordt overgeslagen en er voor de paar resterende vrachten goedkoper rechtstreeks naar de locatie in Oudehaske kan worden gereden; De milieuterreinen van Lemmer en Balk liggen relatief dicht bij elkaar en twee milieuterreinen in dit verzorgingsgebied is ten opzichte van het aantal inwoners ruim bemeten. Nader onderzoek moet uitwijzen hoe de gemeente het beste verder kan gaan met de milieuterreinen in Lemmer en Balk. Voor meer informatie over de milieuterreinen wordt verwezen naar bijlage 1; In de legesverordening zijn aanbiedtarieven vastgesteld voor het aanbieden van afval op de drie milieuterreinen. Die aanbiedtarieven verschillen per milieustraat. Grootste verschil is dat de restfractie grofvuil in Joure een betaalstroom is en in Balk en Lemmer niet. Deze tarieven zullen op elkaar afgestemd moeten worden; de opslagplaatsen voor tuinafval in de wijken worden niet alleen gebruikt door bewoners, maar ook door (groen)bedrijven. Verder is er ook sprake van ander vuil dat daar wordt gestort.
2.4
Minicontainers
De gemeente is jaren geleden uit efficiencyoverwegingen overgestapt op inzamelvoertuigen met zijbelading. Bij de aanschaf van nieuwe inzamelvoertuigen kunnen verdere efficiencyverbeteringen worden gerealiseerd als tegelijk de minicontainers worden geregistreerd en wordt overgestapt op een containermanagementsysteem (CMS). De meeste minicontainers voor restafval en gft-afval zijn in de jaren ’90 aangeschaft en gaan dus veel langer mee dan de termijn van 10 jaar die destijds was begroot. Dat komt ook omdat dit oude type minicontainers degelijker (met dikker plastic) waren dan de huidige minicontainers. De verwachting is dat de bestaande minicontainers technisch nog wel een paar jaar meekunnen, maar er is wel steeds meer uitval te verwachten en de minicontainers moeten over een aantal jaar wel worden vervangen. De minicontainers worden met een zogenaamde “grabber”-zijbeladingssysteem geleegd. Dat houdt in dat de minicontainer wordt omarmd en omhoog getild. Nadelen van dit “grabber”-systeem zijn dat de minicontainers niet te dicht op elkaar mogen staan en dat de zijkanten van de containers worden ingedeukt waardoor de containers eerdere scheuren. Het alternatieve zijbeladingssysteem, het Diamond-systeem, kent die nadelen niet en heeft daarom de voorkeur. De bestaande voertuigen met zijladers moeten in 2016 en 2017 worden vervangen. Dat is dan ook het geschikte moment om de bestaande minicontainers te vervangen en over te stappen op het Diamondsysteem. Voor nieuwe vuilniswagens kan de levertijd oplopen tot een jaar. Dat betekent dat in 2015 met de aanbesteding moet worden gestart. containerregistratie De containers kunnen per adres worden geregistreerd met een behulp van een chip en/of met een sticker (zie foto’s). Er zijn tegenwoordig goedkope stickers verkrijgbaar die naast adres en barcode ook zijn voorzien van een kleine chip (zogenaamde Rfid-tags, zie foto).
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 7
Minicontainer met ingebouwde identificatiechip
Rfid-tags alternatief voor identificatiechip
De containers in de Friese Meren zijn niet voorzien van een identificatiechip. In de helft van onze gemeente zijn de minicontainers wel voorzien van adresstickers met barcode en is administratief goed bijgehouden op welk adres welke minicontainer met welke grootte staat. In de andere helft van onze gemeente is dit niet geadministreerd. Door containerwisselingen en de uitgifte van vervangende of extra containers is er in dat deel van de gemeente onvoldoende zicht op het aantal en soort containers dat is uitgezet en is er te weinig zicht op de adressen met dubbele minicontainers en op de bedrijven die gratis meeliften met het huishoudelijke afvalsysteem.
aandachtspunten Op basis van een registratiesysteem (stickers of chips) kan bij mensen met een grotere of een extra minicontainer een toeslag op de afvalstoffenheffing in rekening worden gebracht en kunnen illegale containeraanbiedingen worden teruggedrongen. In gemeenten met containermanagement is het aantal containeraanbiedingen met 5 tot 10% teruggebracht; Bij het bechippen van minicontainers wordt iedere lediging door een computer in het inzamelvoertuig geregistreerd. Dit biedt de mogelijkheid om a) inzamelroutes efficiënter te plannen en b) niet-geregistreerde minicontainers te blokkeren, zodat clandestien meeliften van bedrijfsafval of met een extra container niet meer kan.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 8
3 3.1
Strategieën en beleidsprikkels Strategieën
In het volgende schema is weergegeven wat de aanknopingspunten zijn om te komen tot zo weinig mogelijk restant van het afval dat naar de verbrandingsoven gaat.
minder afval voorkomen dat afval ontstaat
nascheiden kunststof inwoner
ongescheiden afval
en andere grondstoffen
(incl. kunststof)
restant brongescheiden afval
naar verbrandingsoven
gft, papier, textiel, glas bruikbare goederen, etc.
In relatie tot de inwoner gaat het om het realiseren van afvalpreventie, minder ongescheiden afval en meer bronscheiding. Dit vereist zowel een inspanning van de gemeente als een inspanning van de inwoner. De gemeente moet de inwoner de gelegenheid bieden het afval makkelijk gescheiden aan te bieden; de inspanning van de inwoner is om het afval ook daadwerkelijk gescheiden aan te leveren. Bij de vierde verbetermogelijkheid (inzetten op betere nascheiding) is het gedrag van de inwoner niet relevant, maar gaat het om het verbeteren van de technieken van de afvalscheidingsinstallatie. Voor de gemeente De Friese Meren is dit een taak die bij Omrin ligt.
3.2
Beleidsprikkels om gedrag van inwoners te beïnvloeden
De gemeente kan drie soorten beleidsprikkels inzetten om het gedrag van de inwoner te beïnvloeden: service prikkels; financiële prikkels; communicatieve en controlerende prikkels. Deze prikkels zijn vaak parallel aan elkaar inzetbaar. Bij service prikkels wordt de inzameling van de gewenste gescheiden stromen makkelijker gemaakt en de inzameling van de ongewenste ongescheiden stromen minder makkelijk. Het gevolg is dat inwoners door het inzamelsysteem hun afval beter gaan scheiden, omdat ze anders meer moeite moeten doen hun afval kwijt te raken of omdat ze anders hun afval eenvoudigweg niet meer kwijt kunnen. Voorbeelden van service prikkels zijn: verlagen inzamelfrequentie restafval. In eerste instantie wordt hier niet van uitgegaan. Dit zou op wijkniveau onderzocht kunnen worden; verstrekken kleinere container voor restafval; restafval laten brengen naar ondergrondse containers op afstand en tegelijk invoering van extra service voor de gescheiden stromen (met name gft-afval en papier). Dit wordt ook wel “omgekeerd inzamelen” genoemd.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 9
Bij financiële prikkels worden inwoners financieel beloond als ze minder afval produceren. Vanuit het principe “de vervuiler betaalt” moeten inwoners met meer afval ook meer betalen. Door die prikkel gaan inwoners hun afval beter scheiden. Voorbeelden van financiële prikkels zijn: korting op de afvalstoffenheffing voor huishoudens met een kleinere minicontainer; c.q. toeslag voor huishoudens met een grotere of extra minicontainer (volumesysteem); de afvalstoffenheffing is deels gebaseerd op basis van de grootte en het aantal keer dat de minicontainer aan de weg wordt aangeboden; een tarief voor het brengen of laten halen van grofvuil. Bij communicatieve en controlerende prikkels gaat het om specifieke voorlichtingscampagnes en extra handhaving. Voorbeelden zijn: bewustwordingscampagne voor afvalscheiding; controle van de containers of afval wel wordt gescheiden; Na ontvangen waarschuwing en bij herhaling containers met ongescheiden afval laten staan.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 10
4
Afvalvisie en doelstellingen
4.1
Afvalvisie
De “stip op de horizon” uit de Duurzaamheidsvisie is om uiteindelijk al het afval te hergebruiken. Op basis hiervan is de volgende afvalvisie geformuleerd.
Afvalvisie De Friese Meren De gemeente De Friese Meren wil nog meer huishoudelijk afval scheiden. Hiermee wordt de inzameling duurzamer, wordt productie van grondstoffen vermeden, energie bespaard en de uitstoot van CO2 gereduceerd. Het afvalbeleid voor de komende jaren is gebaseerd op de volgende twee pijlers: van afval naar grondstof Inzameling van afval maakt plaats voor inzameling van nuttige grondstoffen. De inzamelvoorzieningen sluiten hier ook op aan. Het wordt makkelijker gescheiden grondstoffen aan te bieden en waar mogelijk minder makkelijk of minder aantrekkelijk om het afval ongescheiden te houden. combinatie van bron- en nascheiding Het scheiden van afval gebeurt door scheiding van GFT-afval, glas, papier, textiel en grof afval aan de bron. Aanvullend worden in de sorteer- en bewerkingsinstallatie (SBI) van Omrin kunststof en overige grondstoffen nagescheiden.
4.2
Doelstellingen
Hieronder zijn de doelstellingen geformuleerd op de drie elementen van de afvaldriehoek: milieu, service en kosten.
4.2.1
Milieudoelstellingen: minder restafval, meer afvalscheiding
In 2013 zijn de volgende resultaten behaald ( zie paragraaf 2.3.1) restafval exclusief nascheiding: 203 kg/inw nagescheiden uit restafval: 17 kg/inw kunststof en 37 kg/inw overig restant naar verbrandingsoven: 149 kg/inw totaal 74% afvalscheiding (65% aan de bron en 9% nascheiding) Doelstelling milieu Het beperken van de milieudruk door het bevorderen van afvalscheiding en afvalpreventie en het verlagen van het restafval. Doelstellingen 2019: restafval (exclusief nascheiding): ten hoogste 180 kg/inw in 2017, streefcijfer 160 kg/inw in 2019; nascheiding uit restafval: ten minste 20 kg/inw kunststof en 40 kg/inw overige grondstoffen; resteert naar verbrandingsoven: ten hoogste 120 kg/inw, streven naar reductie tot 100 kg/inw; afvalscheiding: streven 80% (inclusief nascheiding verpakkingen).
De hoeveelheid restafval en het percentage bronscheiding zijn verschillende indicatoren om de milieudruk te meten. Er zit weliswaar verband tussen beide indicatoren, maar ze lopen niet precies parallel. De genoemde doelstellingen zijn gelet op eigen ervaringen en ervaringen bij andere gemeenten met veel inspanningen haalbaar. afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 11
Het realiseren van de nascheidingsdoelstelling is uitbesteed aan Omrin. De gemeente kan hierop als aandeelhouder samen met andere Friese aandeelhouders sturing geven.
4.2.2
Doelstelling service: dienstverlening op peil houden
Op basis van het aantal binnenkomende klachten en vragen over afval zijn er in De Friese Meren geen grote en geen acute knelpunten. Er is daarom geen aanleiding de dienstverlening substantieel aan te passen.
Doelstelling dienstverlening Het niveau van dienstverlening blijft ten minste gehandhaafd op het huidige niveau. De tevredenheid wordt gemeten via “Waar staat je gemeente?” Behoud van het bestaande serviceniveau betekent niet dat de bestaande inzamelsystemen precies hetzelfde blijven. Er kan een verschuiving in de dienstverlening plaatsvinden.
4.2.3
Doelstelling afvalbeheerskosten: streven naar kostenverlaging
Nieuwe maatregelen moeten binnen de bestaande budgetten worden gerealiseerd en bij voorkeur leiden tot kostenbesparing. Dit afgezien van autonome en niet beïnvloedbare ontwikkelingen. De kosten die de gemeente maakt voor het huishoudelijk afvalbeheer worden via de afvalstoffenheffing bij de inwoners in rekening gebracht. Uitgangspunt is dat alle kosten, inclusief BTW voor 100% uit de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht worden gedekt. De gemeente wil deze kosten beperken en voorkomen dat de kosten voor de inwoner niet stijgen. Dat leidt tot de volgende doelstelling. Doelstelling kosten: streven naar kostenbesparing, ten minste kostenneutraal Doelstelling is de afvalkosten te beheersen. Nieuwe maatregelen om afvalscheiding te verbeteren mogen (afgezien van autonome en reguliere prijsstijgingen) niet leiden tot hogere kosten. De mogelijkheden voor ten minste kostenneutraliteit zijn daarvoor aanwezig omdat voor de meeste herbruikbare afvalstromen lagere verwerkingstarieven gelden dan voor restafval en omdat textiel en papier zelfs geld opleveren.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 12
5
Maatregelen
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de maatregelen die de gemeente in de planperiode gaat uitvoeren.
5.1
Welke efficiencymaatregelen worden sowieso opgepakt?
Maatregelen die leiden tot betere afvalscheiding of tot lagere kosten of tot betere service worden sowieso opgepakt voor zover die maatregelen geen wezenlijke negatieve effecten geven op de andere onderdelen (milieu, kosten en service). Hieronder worden die maatregelen opgesomd.
5.1.1
Efficiencymaatregelen
maatregel 1: optimaliseren overlaadstation De Steke in Lemmer en milieuterrein Balk. Optimalisatie van het overlaadstation houdt in: efficiëntere openingstijden van 40 uur naar circa 15 uur per week in Lemmer (hiermee komt het aantal openingsuren in lijn met de milieuterreinen van Joure en Balk); afstemmen openingstijden tussen de milieustraten in Lemmer en in Balk; beëindigen overlaadfunctie op De Steke; stroomlijnen afvaladministratie (huishoudens en bedrijven) op De Steke in Lemmer; aanpak gratis aanleveren bedrijfsafval (via stringenter acceptatiebeleid); creëren ruimer opslagpunt voor snoeihout op milieuterrein in Balk.
maatregel 2: onderzoek toekomst milieuterreinen in Balk en Lemmer Er komt een separaat onderzoek naar de beste en de meest efficiënte manier voor een afvalbrengpunt in het zuidelijke deel van de gemeente. In dit onderzoek wordt het volgende meegenomen: welke voorziening en functies zijn noodzakelijk (milieuterrein en/of gemeentewerf); voor- en nadelen van sluiting van één of twee van de bestaande milieuterreinen; de mogelijkheden van nieuwbouw op een nieuwe locatie of vernieuwbouw op bestaande locaties.
maatregel 3: invoeren containermanagement en vernieuwen minicontainers Deze maatregel houdt verband met maatregel 9 (afvalheffing op basis van containervolume; 240L – 180L). Er wordt een containermanagementsysteem ingevoerd om grip te krijgen op het aantal uitgezette minicontainers en het clandestien gebruik van het inzamelsysteem door bedrijven. Een systeem met identificatiechips is daarvoor het beste systeem omdat dan bij iedere ledigingsronde automatisch het clandestien gebruik wordt gesignaleerd en er gedetailleerde informatie beschikbaar komt om de routes optimaal te kunnen plannen. Een systeem met ingebouwde identificatiechips is echter alleen zinvol in combinatie met de vervanging van nieuwe containers en nieuwe inzamelvoertuigen. De aanschaf van nieuwe containers met chips geeft een beperkte meerprijs, maar het inbouwen van identificatiechips in de oude containers is relatief duur en het is zonde van het geld als de bestaande, oude containers over een aantal jaar toch moeten worden vervangen. Bij de aanschaf van nieuwe containers en de invoering van containermanagement wordt de volgende leidraad gehanteerd: Alle containers worden op adres geregistreerd, waarbij clandestien gebruik en dubbele containers worden aangepakt; Zolang de bestaande minicontainers niet vervangen hoeven worden, wordt gebruik gemaakt van het goedkope stickersysteem (sticker met adres, barcode en identificatie-tag); Nieuwe containers worden bij aanschaf direct voorzien van ingebouwde identificatiechips;
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 13
Als een groot percentage van de minicontainers in een gebied moet worden vervangen, worden om reden van efficiency alle minicontainers vervangen; Bij de aanschaf van nieuwe inzamelvoertuigen (vervanging in 2016 en 2017) worden ook de minicontainers vervangen en er wordt overgestapt op een minicontainer van het type Diamond; Nieuwe inzamelvoertuigen worden voorzien van registratieapparatuur. De extra investeringen hiervoor worden gedekt doordat met minder voertuigen kan worden volstaan.
Zie verder bij maatregel 9.
5.1.2
Overige kleinere maatregelen
maatregel 4: optimaliseren containers voor glas, textiel en papier De locaties met verzamelcontainers voor glas, papier en textiel worden geoptimaliseerd. De bakken worden op strategische locaties geplaatst. Waar nodig worden extra bakken geplaatst. Vanwege het straatbeeld bij voorkeur ondergronds.
maatregel 5: uniformering van tarieven voor grofvuil op alle milieustraten in de gemeente De tarieven voor het aanbieden van afvalstromen op de milieustraten worden gelijkgetrokken. De tariefstructuur kan wel afwijken, omdat bij de ene milieustraat gewogen wordt en de andere niet. Maar de betaalstromen en de gratis stromen worden bij alle milieustraten hetzelfde. Deze maatregel houdt verband met maatregel 10 (invoeren tarief voor ongescheiden grof afval). Overigens zullen de tarieven voor de milieustraten vanaf het jaar 2016 eveneens worden afgestemd met de gemeente Súdwest.
maatregel 6: jaarlijkse monitoring Inzamelresultaten en klachten/meldingen worden jaarlijks gemonitord en geanalyseerd om snel en adequaat op veranderingen te kunnen inspelen. Dit houdt in: in beeld brengen van alle ingezamelde afvalstromen (waaronder ook het papier dat niet via gemeente wordt ingezameld); betere administratieve scheiding restafval en recreatieafval; onderzoek naar resultaten afvalscheiding in deelgebieden (o.a. via sorteerproeven) en achterhalen van de oorzaken van onderzoeken van achterblijvende resultaten; monitoringsanalyse inzamelresultaten en klachten/meldingen.
maatregel 7: communicatiecampagne Bij de invoering van nieuwe maatregelen wordt gezorgd voor heldere publieksvoorlichting. Verder zal afvalscheiding via extra publieksacties worden gestimuleerd.
maatregel 8: opslagplaatsen tuinafval De werkwijze van de opslagplaatsen voor tuinafval wordt geëvalueerd. Daarbij wordt gelet op service, kosten, illegaal gebruik en alternatieve mogelijkheden, zoals gratis storten op de milieustraat.
5.2
Wat zijn aanvullende keuzes?
De huidige scheidingsresultaten zijn al goed, maar uit de inventarisatie is gebleken dat er met de bestaande werkwijze nog wel meer milieu- en kostenverbeteringen mogelijk zijn. Dat is ook nodig om de in de duurzaamheidsvisie geformuleerde streefcijfer van 100 kg/inw in 2020 te halen. Aanvullend keuzes zijn: afvalstoffenheffing op basis van containervolume: volume-variant (kleine financiële prikkel); serviceprikkel: inzamelen restafval minder makkelijk maken.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 14
Er wordt gekozen om in te zetten op de zogenaamde “volume-variant” (240 L of een 180 L minicontainer voor meerpersoonshuishoudens). Met deze relatief eenvoudige variant wordt een hogere bronscheiding en minder restafval gerealiseerd dan nu, terwijl de dienstverlening gelijk blijft. Er wordt nu niet overgestapt op diftar. De diftar-variant leidt weliswaar tot een iets beter milieuresultaat, maar op basis van nieuwe ervaringen elders hebben varianten op basis van de serviceprikkel zeker zo veel potentie en bovendien zijn die makkelijker uitvoerbaar dan invoering van een diftarsysteem. Het is dus de moeite waard om op beperkte schaal een service-prikkel te beproeven (in één van de kernen) en de ontwikkelingen hiervan bij andere gemeenten nauwgezet te volgen.
Maatregel 9: afvalstoffenheffing op basis van containervolume (volume-systeem) Voor deze maatregel is het nodig dat de minicontainers zijn voorzien van een identificatiesysteem (zie maatregel 3). De afvalstoffenheffing wordt afhankelijk van het containervolume restafval (lichte financiële prikkel) en niet meer van de huishoudgrootte (één- of meerpersoons huishoudens). Dit betekent: extra heffing voor inwoners met grotere minicontainer restafval; extra heffing voor inwoners met een tweede minicontainer restafval. Inwoners hebben financieel voordeel als ze kiezen voor een kleinere minicontainer. Uit ervaring elders blijkt dat huishoudens die kiezen voor een kleinere minicontainer hun afval beter scheiden. Met deze maatregel wordt de hoeveelheid restafval (voor nascheiding) met 17 kg/inw teruggebracht. In het noordelijke deel van de gemeente zijn de minicontainers al met stickers geregistreerd en staan bij een groot aantal huishoudens al kleinere minicontainers, waardoor aantal wisselingen in dit gebied beperkt blijft. Het is dus niet nodig om dan direct alle minicontainers te vervangen. In het zuidelijke deel van de gemeente daarentegen staan voornamelijk grote minicontainers en daarvan is geen registratie bijgehouden. Bij invoering van een volumesysteem kiest naar verwachting 43% van de huishoudens (= ervaringscijfer) voor een kleinere minicontainer. Gelet op het hoge percentage worden uit doelmatigheidsoverwegingen alle minicontainers tegelijk vervangen.
Maatregel 10: breng- en haaltarieven voor grof (ongescheiden) restafval Op alle milieustraten wordt een tarief in rekening gebracht voor het brengen van grof (ongescheiden) restafval. Bewoners worden zo gestimuleerd ook hun grof vuil te scheiden. De gewenste gescheiden stromen blijven gratis (behalve voor zeer grote hoeveelheden). Verbouwingsafval blijft (net als nu) een betaalstroom. Deze maatregel houdt verband met maatregel 5. Voor inwoners die hun grofvuil willen laten halen, wordt een inzameltarief in rekening gebracht. Dit zal er toe leiden dat er in praktijk nog weinig aan huis wordt ingezameld. Bij rommelmarkten, georganiseerd door verenigingen, was het gebruikelijk dat de gemeente de overblijvende rommel opruimde. Dat wordt beëindigd. De organisatoren van de rommelmarkten zullen hun eigen rommel moeten opruimen. Om de organisatoren van rommelmarkten niet met extra hoge kosten op te zadelen, wordt het mogelijk om op verzoek een gelimiteerde hoeveelheid gratis bij een van de milieustraten te mogen storten. Dit afval dient dan wel gescheiden te worden aangeleverd.
5.3
Wat willen we nog meer oppakken? e
maatregel 11: 3 minicontainer voor oud papier Ambitie is het oud papier in de hele gemeente huis aan huis in te zamelen met minicontainers; hiermee wordt een hogere inzamelrespons behaald dan met ‘losse’ inzamelsystemen. De oude restafvalcontainers worden daarbij omgebouwd tot papiercontainers; De huidige inzamelwijzen, de (subsidie)regelingen voor de inzameling van oud papier met verenigingen en de huidige kosten en papieropbrengsten worden in beeld gebracht en er wordt in overleg met de verenigingen een nieuwe geharmoniseerde werkwijze uitgewerkt, waarbij ook
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 15
duidelijk wordt gemaakt welke rol de verenigingen daarbij kunnen spelen. In verband met de vele aspecten die spelen bij de overstap op minicontainers worden de varianten en het uiteindelijke voorstel voor oud papier in een aparte notitie uitgewerkt. Maatregel 12: beproeven methoden met een “service-prikkel” In andere gemeenten zijn met succes nieuwe inzamelmethoden beproefd en in uitvoering genomen waarbij de nadruk ligt op service voor gescheiden grondstoffen en minder op service voor restafval. De inzameling van de gewenste gescheiden stromen wordt dan makkelijker gemaakt en de inzameling van het ongewenste restafval minder makkelijk. Dit wordt ook wel een serviceprikkel genoemd. Onderzoek moet uitwijzen of dergelijke methoden ook werken in combinatie met nascheiding zoals in De Friese Meren het geval is.
5.4
Wat doen we nu nog niet, maar later misschien wel?
De (landelijke) ontwikkelingen op het gebied van afvalbeleid staan niet stil. De komende jaren zijn nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de producentenverantwoordelijkheid te verwachten, zoals de scheiding van drankenkarton, afschaffen van statiegeld waardoor het interessant wordt PETflessen apart in te zamelen. Ook zijn verdere ontwikkelingen van andere manieren van bronscheiding te verwachten. Er lopen verschillende proeven bij andere gemeenten. Afhankelijk van de ontwikkelingen kan dit leiden tot nieuwe maatregelen. Voorbeelden zijn: gescheiden inzamelen van drankenkartons of nascheiding drankenkartons; gescheiden inzamelen van PET-flessen; aan huis inzamelen van met BEST-stromen (Boeken, Elektrische Apparaten, Speelgoed en Textiel); uitvoeren van systematische controles op het juiste scheidingsgedrag en mensen daar op aanspreken (bijvoorbeeld via een informatiekaart aan de minicontainer). Dit vanuit het uitgangspunt dat afvalscheiding niet vrijblijvend is.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 16
6
Financiën
Uitvoering van de maatregelen kan meerjarig binnen de bestaande budgetten. Het eerste jaar is er een licht tekort (€ 37.000), daarna een licht overschot (€ 24.000). De afvalbeheerskosten worden negatief beïnvloed door de extra verbrandingsheffing die de gemeente vanaf 2015 moet betalen aan het Rijk. Dit geeft € 100.000 per jaar extra. In bijlage 2 zijn de financiën nader onderbouwd. In het financiele overzicht zijn investeringen opgenomen voor de aanschaf en ombouw van minicontainers. Hiervoor wordt apart een krediet bij de raad aangevraagd. De geraamde investeringen zijn;: vervanging minicontainers ombouw minicontainers voor oud papier
€ 1.541.000 (15 jaar) € 80.000 ( 5 jaar)
Vervanging minicontainers bestaat uit een bedrag van € 362.000 + een bedrag van € 1.179.000 (punt 3 en punt 13 bijlage 2).
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 17
Bijlage 1: Milieuterreinen in De Friese Meren Er zijn in de gemeente De Friese Meren drie milieuterreinen waar inwoners hun afval kunnen brengen. Hieronder zijn de kenmerken van deze milieuterreinen aangegeven.
milieuterrein
Joure Handelswei 13
Balk Eigen Haard 11
Lemmer Schuddingsteeg 2 overslagterrein De Steke
In 2012 geheel gemoderniseerd terrein
eenvoudig doch voor Gaasterlân-Sleat voldoende ruim terrein
verouderd terrein met overslag van restafval en gft-afval
beperkte voorziening voor snoeihout
geen kca op De Steke,
exploitatie
door gemeente zelf
door gemeente zelf
door gemeente zelf
openingstijden milieuterrein
6 dagdelen open
3 ochtenden open (ma, vr en za) 9 uur per week
10 dagdelen open
17 uur per week
40 uur per week kca-depot op gemeentewerf Pasveer: 1 uur per week open
tarief milieuterrein grof restafval
tegen betaling
gratis
gratis
bouw- en sloopafval puin
tegen betaling
tegen betaling
tegen betaling
tegen betaling
tegen betaling
tegen betaling
grof tuinafval overig
gratis gratis
gratis gratis
gratis gratis
bedrijfsafval
wordt niet ingezameld
wordt niet ingezameld
wordt ingezameld en verrekend door Omrin
Nadere informatie over Overslagterrein De Steke in Lemmer - Het overslagterrein De Steke in Lemmer is in 1965 gebouwd als overslagstation voor alle gemeenten uit de omgeving. Vanuit De Steke werd het afval in bulk afgevoerd naar de stortplaats in Oosterwolde. Deze overslagfunctie is nu niet meer nodig. Het grootste deel van het restafval en gft-afval wordt nu met zijladers ingezameld, waarbij volle containers op de gemeentewerf in Lemmer en de gemeentewerf in Balk worden afgekoppeld om later door Omrin te worden afgevoerd naar de verwerkingsinstallatie in Oudehaske. Slechts een klein deel van het ingezamelde restafval en gft-afval wordt nog op De Steke overgeslagen. Dit betreft twee inzamelroutes. Het is mogelijk om de inzamelroutes zo te optimaliseren dat het weinig extra tijd kost deze vrachten rechtstreeks naar de verwerkingsinstallatie in Oudehaske af te voeren; Het overslagstation wordt ook gebruikt als brenglocatie voor grof huishoudelijk afval van huishoudens en van bedrijven. Het afval van bedrijven wordt via Omrin aan de bedrijven gefactureerd. Tevens vindt tussen Omrin en de gemeente een administratieve verrekening plaats van de (kosten voor) de afvalverwerking. Al met al is dit een arbeidsintensief en geen gestroomlijnd administratief proces, met hoge kosten voor de gemeente. Overslagterrein De Steke (4 km ten westen van het centrum van Lemmer) is lastig bereikbaar via een gevaarlijke oversteek van de provinciale weg Lemmer-Balk en een smalle toegangsweg;
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 18
Het overslagterrein De Steke is verouderd en maakt een rommelige indruk. Om te voldoen aan de gangbare milieu- en arbo-eisen zijn naar verwachting forse investeringen nodig. Onder andere in vloeistofdichte vloeren en in de verharding van het terrein; De exploitatiekosten van het overslagstation zijn relatief hoog. Dat komt met name door het hoge aantal openingstijden (5 x 8 uur per week met een personele bezetting van 2 man); De milieuterreinen in Balk en Lemmer liggen relatief dicht bij elkaar. Gelet op de beperkte grootte van het verzorgingsgebied (het zuidelijke deel van de gemeente) zijn twee milieuterreinen erg ruim bemeten.
Milieuterrein Joure Het milieuterrein in Joure is in 2012 ingrijpend vernieuwd. Tegelijk met de vernieuwing is een efficiencyslag op de bedrijfsvoering ingevoerd en zijn de openingstijden geoptimaliseerd. Mede door een systeem van zelfbediening aan de poort is een besparing op de personeelskosten gerealiseerd. Overige terreinen Naast de drie milieuterreinen heeft de gemeente nog twee andere terreinen voor afval: de voormalige stortplaats bij Oudemirdum. Dit terrein wordt nu onder andere gebruikt voor de opslag van grond en snoeihout; de gemeentewerf op de locatie Pasveer 3 te Lemmer. Deze locatie is sterk verouderd. Er staan diverse containers waar medewerkers van de buitendienst het afval in deponeren. Op deze locatie is een kca-depot gevestigd, waar inwoners hun kca kunnen brengen (één uur per week open).
Advies over toekomst milieuterreinen Lemmer en Balk advies voor de korte termijn Tref de volgende efficiency-maatregelen: 1. stop met de overslag van restafval en gft-afval op het terrein De Steke in Lemmer; 2. breng de openingstijden van het terrein in Lemmer fors terug. Gelet op het beperkte verzorgingsgebied is 10 tot 20 uur per week genoeg; 3. zorg er voor dat op het terrein in Lemmer in de (financiële) administratieve processen het afval van bedrijven en het afval van huishoudens beter van elkaar worden gescheiden; 4. stem openingstijden van terrein in Balk en terrein in Lemmer beter op elkaar af; 5. creëer ruimer brengpunt voor snoeihout op het terrein van Balk om te voorkom dat er dubbel met het afval wordt gereden. advies voor langere termijn Onderzoek wat de beste en meest efficiënte manier is voor een afvalbrengpunt in het zuidelijke deel van de gemeente. Neem in dat onderzoek het volgende mee: welke voorziening en functies zijn noodzakelijk (milieuterrein en/of gemeentewerf)? voor- en nadelen van sluiting van één of twee van de bestaande milieuterreinen de mogelijkheden van nieuwbouw op een nieuwe locatie of vernieuwbouw op bestaande locatie.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 19
Bijlage 2: Financiële consequenties afvalplan De Friese Meren in deze bijlage worden op hoofdlijnen de financiële consequenties van het geadviseerde afvalbeleid weergegeven. Uit de berekening blijkt dat alle maatregelen meerjarig binnen de bestaande financiële budgetten kunnen worden uitgevoerd. Het eerste jaar is er sprake van een klein tekort, daarna van een klein overschot. Daarmee wordt voldaan aan het geformuleerde uitgangspunt van “ten minste kostenneutraal”. Kosten voorgestelde maatregelen
2015
2016/2017
1. autonoom a. lagere verwerkingstarieven restafval Omrin b. extra verbrandingsheffing vanaf 1 januari 2015
€ 105.000 - € 100.000
€ 105.000 - € 100.000
2. autonoom, iets hogere tarieven gft
-€
-€
3. Tijdelijke adresstickers (met digitale tags) op bestaande minicontainers zuidelijke deel De Friese Meren 4. besparing door invoering adresstickers
- € 50.000 - € 15.000 € 48.000
- € 15.000 € 48.000
5. vervanging minicontainers restafval: investering € 362.000 wisselingen van groot naar klein (investering € 156.000) uit doelmatigheid tevens van alle andere minicontainers restafval (investering € 206.000) in zuidelijke deel van de gemeente
- € 33.000
- € 33.000
€ 91.000
€ 91.000
€
€
plus = besparing, min = extra lasten
6. besparing door verminderen openingstijden De Steke in Lemmer van 40 uur per week naar 15 uur per week 7. beëindigen overslagfunctie De Steke 8. besparing door invoeren tarief grof vuil milieuterreinen Balk en Lemmer 9. stroomlijnen afvaladministratie milieuterreinen Lemmer en Balk
8.000
-
8.000
-
€ 40.000
€ 40.000
€
€
-
-
10. budget voor extra publieksacties en controle
- € 25.000
- € 25.000
11. budget voor optimaliseren wijkcontainers, zoals glas, papier en textiel
- € 40.000
- € 40.000
12. budget onvoorzien / tegenvallers (o.a. nodig ter dekking van aanpassingen van milieuterreinen Balk en Lemmer)
- € 50.000
- € 50.000
13. vernieuwen alle minicontainers restafval en gft-afval investering € 1.179.000
- € 106.000
14. minicontainer voor papier investering € 80.000
- € 18.000 € 124.000
15. besparing door CMS-systeem op nieuwe minicontainers (taakstelling: € 106.000 + € 18.000) 16. vrijval kapitaallasten oplopend van € 11.000 in 2017 tot € 88.000 in 2020 Totaal te verwachten saldo (plus= besparing)
afvalbeleidsplan De Friese Meren
€ 11.000
- € 37.000
€ 24.000
pagina 20
1. restafval en grofvuil: lagere verwerkingskosten Omrin, maar extra verbrandingsheffing Omrin heeft aangegeven de verwerkingstarieven voor restafval en grof restafval in 2015 te verlagen van € 90 naar € 80 per ton. Dat scheelt op basis van de bestaande hoeveelheden: 9.100 ton + 1.400 ton à € 10 = € 105.000. Vanaf 2015 voert het Rijk een verbrandingsheffing in op restafval van € 13 per ton. Nu wordt 25% van het restafval nagescheiden en gaat dus 75% naar de verbrandingsoven. Op basis van de bestaande hoeveelheden zijn de extra kosten ongeveer € 100.000. (75% x 10.500 ton à € 13 per ton). 2. iets hogere verwerkingskosten gft-afval Het verwerkingstarief van Omrin stijgt met € 1 per jaar. Voor 2015 betekent dat een stijging van 7500 ton à € 1 = (afgerond) € 8.000. 3. adresstickers op bestaande minicontainers (met digitale tag) De minicontainers die nog niet van een sticker zijn voorzien, worden voorzien van een adressticker met een digitale tag. De stickers worden per post aan alle adressen met een huishouden verstuurd. Bewoners moeten de stickers zelf op de containers plakken. Containers zonder sticker worden ingenomen. Hierbij kan er namelijk van uitgegaan worden dat de containers niet rechtmatig gebruikt worden. Dit vergt eenmalig extra controle en handling. De éénmalige kosten zijn € 65.000 (circa 10.500 aansluitingen à € 4 + extra controle- en handlingskosten). Verder zal het stickersysteem moeten worden beheerd. Hiervoor wordt € 15.000 per jaar geraamd. 4. besparing door invoering adresstickers Door de invoering van de adresstickers wordt het aantal illegale containers van bedrijven en bewoners teruggedrongen. Voor bewoners die een extra container wensen, kan tegen registratie en betaling van extra afvalstoffenheffing een tweede container worden verstrekt. Bedrijven kunnen tegen betaling van reinigingsrecht eveneens meedoen. De financiële besparing bestaat uit: minder illegale aanbiedingen geeft minder verwerkingskosten. Verwacht wordt dat een reductie van het restafval tot 168 kg/inw kan worden gehaald. Dat betekent een totale besparing van 475 ton à € 80 = € 38.000. meeropbrengst voor het gebruik van meerdere minicontainers. Een voorzichtige inschatting is dat 100 huishoudens een extra container wil. Dat levert dan (afhankelijk van het tarief) ongeveer € 10.000 aan extra inkomsten op. Daarnaast zijn er ook extra inkomsten voor bedrijfsafval, maar daar staan ook extra kosten tegenover. per saldo is de geraamde besparing dus € 38.000 + € 10.000 = € 48.000 5. aanschaf nieuwe minicontainers als gevolg van wisselingen Door de invoering van een opslagtarief voor een grotere of extra minicontainer, zal een deel van de bewoners besluiten hun minicontainer te wisselen voor een kleinere. Het ligt voor de hand dat inwoners hiervoor bij invoering van het nieuwe beleid geen kosten hoeven te betalen. Op basis van praktijkervaring is de verwachting dat 43% van de huishoudens kiest voor een kleine (en dus goedkopere) minicontainer voor restafval. Dat betekent dan dat 4.444 minicontainers à € 35 worden vervangen. Dat vergt een investering van € 156.000. Per jaar is dat € 14.000 (annuïteit, 4%, 15 jaar). Gelet op het grote percentage te verwachten vervanging in het zuidelijke deel van de gemeente is het doelmatiger om de grijze minicontainers daar in één keer te vervangen. In dat geval gaat het om een aanvullende investering van € 206.000 voor 5.891 minicontainers. Dat geeft een aanvullende jaarlast van € 19.000 (annuïteit, 4%, 15 jaar). In totaal gaat het dus om een investering van € 362.000 met een jaarlast van € 33.000. 6. verminderen openingstijden De Steke Overlaadstation De Steke in Lemmer is nu 40 uur per week open met een bezetting van 2 man. Het verlagen van de openingstijden tot 15 uur per week bespaart € 91.000 (op basis van € 35 per uur). 7. beëindigen overslagfunctie De Steke De overslagfunctie van restafval en gft-afval op De Steke is niet meer nodig. De enkele vuilniswagens die hier nog lossen, kunnen ook doorrijden naar Oudehaske. De extra rijtijden van de vuilniswagens
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 21
kunnen worden gecompenseerd door lagere transportkosten vanaf De Steke naar Oudehaske. Over de compensatie moet met Omrin afspraken worden gemaakt. Per saldo kostenneutraal. 8. invoeren grofvuil tarief op alle milieuterreinen Op het milieuterrein in Joure worden tarieven voor grof restafval geheven. Door deze tarieven ook in Balk en Joure te heffen, krijgt de gemeente meer inkomsten, maar ook lagere kosten omdat er minder afval wordt aangeboden. Verwachting is dat de hoeveelheid grof restafval tot 16 kg/inw kan worden gereduceerd. De bespaarde verwerkingskosten zijn dan 502 ton à € 80 = € 40.000. Daarnaast is ook sprake van bespaarde transportkosten en extra inkomsten voor grof vuil. Die worden als pm geraamd. 9. stroomlijnen afvaladministratie (huishoudens en bedrijven) op milieuterreinen Lemmer (en Balk) Om de besparingen op grofvuil op de milieuterreinen in Lemmer en Balk te realiseren, is stroomlijning van de afvaladministratie nodig en een strakker toezicht-regime. Dit vraagt bij de opzet extra inzet. De verwachting is dat dit kan worden bekostigd uit de extra inkomsten en de bespaarde transportkosten (zie onderdeel 7). 10. budget voor extra publieksacties en controle Voor extra publieksacties en controle is een budget van € 25.000 opgenomen. 11. budget voor optimaliseren wijkinzamelpunten Voor het optimaliseren van de wijkinzamelpunten (glas- papier en textielbakken) is een structurele stelpost van € 40.000 opgenomen. 12 budget investeringen milieustraten / tegenvallers Voor het open houden van de milieuterreinen in Balk en Lemmer zijn investeringen nodig om te kunnen voldoen aan de milieu- en arbo-eisen. Er is in de calculatie een stelpost € 50.000 opgenomen ter dekking van extra lasten, kapitaallasten en onvoorziene tegenvallers. 13. volledige vernieuwing minicontainers voor restafval en gft-afval Bij punt 5 is al rekening gehouden met de vervanging van de minicontainers voor restafval in het zuidelijke deel van de gemeente. Ook de andere minicontainers voor restafval en gft-afval moeten de komende jaren worden vervangen. Ze zijn ook al jaren financieel afgeschreven. Met de huidige inzamelwijze kunnen ze technisch waarschijnlijk nog wel een aantal jaren mee, maar volledige vervanging heeft ook voordelen: het biedt de mogelijkheid tot invoering van volledig container management systeem (CMS). Alle containers worden dan voorzien van een chip, waarmee het inzamelvoertuig alle ledigingen registreert. Dit maakt het mogelijk de inzamelroutes veel efficiënter te plannen. Gezien hun ouderdom is het niet doelmatig de huidige containers van een CMS-chip te voorzien. met een CMS-systeem wordt het mogelijk om clandestiene containers direct op te sporen en de inzameling hiervan te blokkeren of de aanbieders de kosten in rekening te brengen; De gemeente krijgt meer grip op de afvalcontainers. Het wordt betrouwbaarder om de juiste afvalstoffenheffing (voor een grotere container) en reinigingsrecht (voor bedrijfscontainer) in rekening te brengen; er kan overgestapt worden op minicontainers met een ander opnamesysteem (Diamondsysteem). Er kunnen dan tevens twee containers vlak naast elkaar tegelijk op te pakken (met een zogenaamde dubbele zijlader). Zo kunnen containers sneller en dus goedkoper worden geleegd. De volledige vervanging van de minicontainers vergt een investering van ruim € 1.541.000, gebaseerd op ruim 21.000 aansluitingen à € 70 per set. Dat is € 1.179.000 bovenop de € 362.000 uit punt 5. Per jaar is dat € 106.000 extra (annuïteit, 15 jaar, 4%). In verband met optimaal voorraadbeheer wordt één kleur minicontainer (grijs is meest gangbaar) aangeschaft. Per afvalsoort wordt een andere kleur deksel gebruikt. Gangbaar is: grijs voor restafval, groen voor gft-afval en blauw voor oud papier.
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 22
14. minicontainer voor oud papier Bij aanschaf van een nieuwe minicontainers kunnen de oude minicontainer worden ingezet voor de inzameling van oud papier. Voor de herkenbaarheid wordt de oude minicontainer voorzien van een blauw deksel en duidelijke stickers. Dit geldt alleen voor Gaasterlân-Sleat en Skarsterlân, want in Lemsterland is al een derde minicontainer voor oud papier ingevoerd. Geraamde kosten voor de ombouw: 16.000 x € 5 = € 80.000. Dat is € 18.000 per jaar (annuïteit, 5 jaar, 4%). Dit kan worden terugverdiend doordat een hogere inzamelrespons van oud papier leidt tot een hogere papieropbrengst en een lagere kosten voor restafval. 15. besparing door invoering nieuwe minicontainers met invoering CMS-systeem De extra jaarkosten voor de invoering van nieuwe minicontainers met een Container Management Systeem (CMS) en de aanpassingen voor de papiercontainers bedragen € 106.000 + € 18.000 = € 124.000 (zie punt 5, 13 en 14). Deze extra jaarkosten kunnen worden terugverdiend en gedekt uit: per saldo lagere voertuigkosten: weliswaar extra kosten per voertuig, maar er kan met minder voertuigen worden volstaan; per saldo lagere personeelskosten: weliswaar extra kosten/ureninzet voor CMS-beheer, maar ook minder kosten inzameling zelf; meeropbrengst voor papier: extra inkomsten door toename papier, minder kosten restafval en minder subsidiekosten (e.e.a. afhankelijk van het te kiezen systeem, m.a.w. gemeente DFM/verenigingen/scholen en is een keuze die nog aan de raad zal worden voorgelegd). 16. vrijval bestaande kapitaallasten vrijval rente en afschrijving bestaande containers (cumulatief) vanaf 2017: € 11.000 (vanwege afgeschreven ondergronds vanaf 2018: € 18.000 vanaf 2019: € 24.000 vanaf 2020: € 35.000 totaal: € 88.000
afvalbeleidsplan De Friese Meren
pagina 23