KEK DE FRIESE MEREN: ‘VINDBAARHEID EN VERBONDENHEID’ Aanleiding: Scholen in de regio hebben geen behoefte aan een verruiming van het aanbod, maar aan het inzichtelijk maken van het aanbod en de keuzemogelijkheden, om zo een passende kwaliteit aan te kunnen bieden voor leerlingen gedurende het curriculum. Er is voldoende kwalitatief cultureel aanbod, maar doordat het niet verbonden is in een netwerk, is er geen afstemming en is het voor scholen lastig een doorlopende leerlijn te creëren voor kunstzinnige oriëntatie. Einddoelstelling: Het KEK-‐project in De Friese Meren heeft een drieledige einddoelstelling: 1. Het inventariseren van lokale cultuuraanbieders (DFM) en het realiseren van basisvoorziening/digitaal platform met verzameld cultuureducatief aanbod. a. In het kader hiervan bieden de KEK-‐partners (CvK It Toanhûs, Bibliotheken Súdsúdwest, Museum Joure, Stichting Kunst&Cultuur Gaasterlân-‐Sleat) scholen de mogelijkheid om gratis kennis te maken met voor hen onbekend aanbod. b. Doel van het platform is het in kaart brengen van aanbod, maar ook biedt het platform de mogelijkheid voor aanbieders om hun cultuureducatieve aanbod op elkaar af te stemmen; 2. Het begeleiden van cultuurscholen. Dit zijn scholen die (delen van) het leergebied kunstzinnige oriëntatie willen verbinden aan hun identiteit. De cultuurscholen worden beschouwd als voorhoedescholen die een voorbeeldfunctie vervullen als het gaat om het invulling geven aan cultuureducatie op school. a. Cultuuronderwijs wordt gekoppeld aan de identiteit van de school en dit wordt gedocumenteerd (beleidsplan/schoolgids/website) en actief uitgedragen (naar ouders, schoolkiezers etc.). b. In 2016 zijn er (ten minste) drie van deze scholen in De Friese Meren. 3. Er vinden minimaal twee netwerkbijeenkomsten per seizoen/schooljaar plaats. De uitwisseling van ideeën wordt gestimuleerd in de vorm van netwerkbijeenkomsten die zowel worden bezocht door scholen als door aanbieders. Overkoepelend: Over vier jaar is er een basisvoorziening beschikbaar en toegankelijk voor alle scholen. Scholen kunnen door middel van deze structuur de weg vinden naar passend aanbod en naar ondersteuning op het gebied van cultuureducatie. Bovendien kunnen niet alleen scholen aanbieders vinden, maar ook aanbieders onderling, waardoor mogelijkheden tot uitwisseling en onderlinge versterking ontstaan aan de aanbodzijde. In deze structuur wordt gewerkt met een coördinator die vraag en aanbod verbindt; tevens heeft deze coördinator een stimulerende en adviserende rol (aan zowel vraag-‐ als aanbodzijde). Tussentijdse jaarlijkse doelen: 2013: 1. Het KEK-‐project wordt bekend gemaakt bij alle relevante partijen: scholen, aanbieders van cultuureducatie en andere geïnteresseerden. 2. De startsituatie in de regio is in kaart gebracht, d.w.z. het huidige netwerk is bekend en de projectpartners hebben afspraken gemaakt over het uitbreiden en versterken van het netwerk. 3. Ten minste zes scholen in DFM hebben kennis gemaakt met voor hen onbekend aanbod (aangeboden door de KEK-‐partners).
1
2014: 1. Er is een zo compleet mogelijke inventarisatie gemaakt van de culturele aanbieders die in De Friese Meren actief zijn. 2. Er is een middel gevonden door middel waarvan het geïnventariseerde aanbod overzichtelijk wordt gepresenteerd aan het onderwijs (bv. website, folder, webportal etc.) 3. Er vinden op reguliere basis (minimaal twee keer) netwerkbijeenkomsten plaats waar scholen, aanbieders en andere geïnteresseerden elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen over cultuureducatie. 4. Er is contact geweest met alle scholen in De Friese Meren om in kaart te brengen wat KEK kan betekenen voor de individuele scholen. 5. Ten minste tien scholen maken gebruik van het gratis kennismakingsaanbod van de KEK-‐ partners. 2015: 1. Er hebben gesprekken plaatsgevonden met alle scholen, waardoor in kaart is gebracht welke vraag/behoefte scholen hebben op het gebied van cultuureducatie. 2. Er zijn minimaal drie scholen die – op basis van eigen vraag/behoefte – worden ondersteund bij het verankeren van cultuuronderwijs in het curriculum a. Indien nog niet aanwezig wordt een interne cultuurcoördinator (ICC’er) aangesteld en opgeleid met behulp van het provinciebrede deskundigheidsbevordingsprogramma. b. De projectcoördinator werkt met de ICC’er aan het formuleren van een visie op cultuuronderwijs. c. Cultuurscholen worden financieel ondersteund bij het organiseren van cultuureducatieve activiteiten die aansluiten bij hun visie. 3. Er vinden op reguliere basis (minimaal twee keer) ontmoetingsmomenten plaats waar scholen, aanbieders en andere geïnteresseerden elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen over cultuureducatie. 2016: 1. Op de (ten minste drie) cultuurscholen in De Friese Meren heeft men een visie op cultuuronderwijs geformaliseerd (bv. in een cultuurbeleidsplan, schoolgids en/of website) – hierbij begeleid door de projectcoördinator. a. Ook dit jaar kunnen cultuurscholen rekenen op financiële ondersteuning voor het realiseren van cultuureducatieve activiteiten in aansluiting op hun visie. 2. Er zijn afspraken gemaakt met alle partijen (scholen, aanbieders en projectorganisatie) over de continuering van de netwerkbijeenkomsten. Exacte beschrijving activiteiten 2013: Doel 1) Het KEK-‐project wordt bekend gemaakt bij alle relevante partijen: scholen, aanbieders CE en andere geïnteresseerden Activiteit 1.1) Organisatie eerste netwerkbijeenkomst Activiteit 1.2) Contact met scholen over kennismakingsaanbod (schriftelijk en evt. ook persoonlijk) Doel 2) De startsituatie in de regio is in kaart gebracht, d.w.z. het huidige netwerk is bekend en de projectpartners hebben afspraken gemaakt over het uitbreiden en versterken van het netwerk. Activiteit 2.1) Er is een start gemaakt met het inventariseren van lokale aanbieders Activiteit 2.2) De projectgroep voert regelmatig (ten minste twee keer) overleg over de vordering van het KEK-‐project Activiteit 2.3) De projectgroep heeft een plan van aanpak gemaakt voor de verdere inventarisatie
2
Doel 3) Ten minste zes scholen in DFM hebben kennis gemaakt met voor hen onbekend aanbod (KEK-‐partners) Activiteit 3.1) De scholen zijn aangeschreven en indien wenselijk bezocht Activiteit 3.2) Scholen hebben vanuit hun eigen vraag/behoefte een keuze gemaakt uit het beschikbare KEK-‐aanbod 2014: Doel 1) Er is een zo compleet mogelijke inventarisatie gemaakt van de culturele aanbieders die in DFM actief zijn Activiteit 1.1) Het plan van aanpak dat eind 2013 is opgesteld, is uitgevoerd Doel 2) Er is een middel gevonden door middel waarvan het geïnventariseerde aanbod overzichtelijk wordt gepresenteerd aan het onderwijs (bv. website, folder, webportal etc.) Activiteit 2.1)De projectgroep voert regelmatig (ten minste twee keer) overleg over de vordering van het KEK-‐project Activiteit 2.2) De projectgroep heeft een plan van aanpak geformuleerd voor het presenteren van het lokale aanbod Activiteit 2.3) Er wordt een start gemaakt met de uitvoering van het plan van aanpak Doel 3) Er vinden op reguliere basis (minimaal twee keer) netwerkbijeenkomsten plaats waar scholen, aanbieders en andere geïnteresseerden elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen over CE Activiteit 3.1) Er zijn twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd Doel 4) Er is contact geweest met alle scholen in DFM om in kaart te brengen wat KEK kan betekenen voor de individuele scholen Activiteit 4.1) Alle scholen worden bezocht door de projectcoördinator Activiteit 4.2) Scholen hebben aangegeven wat hun wensen en verwachtingen zijn t.a.v. het KEK-‐project Doel 5) Ten minste tien scholen maken gebruik van het gratis kennismakingsaanbod van de KEK-‐ partners Activiteit 5.1) De scholen zijn aangeschreven en indien wenselijk bezocht Activiteit 5.2) Scholen hebben vanuit hun eigen vraag/behoefte een keuze gemaakt uit het beschikbare KEK-‐aanbod 2015: Doel 1) Er hebben gesprekken plaatsgevonden met alle scholen, waardoor in kaart is gebracht welke vraag/behoefte scholen hebben op het gebied van CE a. Er zijn minimaal drie scholen die – op basis van eigen vraag/behoefte – worden ondersteund bij het verankeren van cultuuronderwijs in het curriculum i. Indien nog niet aanwezig wordt een ICC’er aangesteld en opgeleid (met behulp van het provinciebrede deskundigheidsbevordingsprogramma) ii. De projectcoördinator werkt met de ICC’er aan het formuleren van een visie op cultuuronderwijs iii. Cultuurscholen worden financieel ondersteund bij het organiseren van cultuureducatieve activiteiten die aansluiten bij hun visie Activiteit 1.1) Scholen met de ambitie om cultuurschool te worden, worden bezocht door de projectcoördinator. De projectcoördinator werkt in overleg met de school aan een plan op maat.
3
Doel 2) Er vinden op reguliere basis (minimaal twee keer) ontmoetingsmomenten plaats waar scholen, aanbieders en andere geïnteresseerden elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen over CE Activiteit 2.1) Er zijn twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd 2016: Doel 1) Op de (ten minste 3) cultuurscholen in DFM heeft men een visie op cultuuronderwijs geformaliseerd (bv. in een cultuurbeleidsplan, schoolgids en/of website) – hierbij begeleid door de projectcoördinator a. Ook dit jaar kunnen cultuurscholen rekenen op financiële ondersteuning voor het realiseren van cultuureducatieve activiteiten in aansluiting op hun visie Activiteit 1.1) Het cultuurdocument van de school wordt in overeenstemming met de ICC’er, schooldirecteur en projectcoördinator vastgesteld Activiteit 1.2) Het document is leidend in de keuze van scholen voor passen aanbod – scholen kunnen rekenen op begeleiding, advies en bemiddeling van de coördinator Doel 2) Er zijn afspraken gemaakt met alle partijen (scholen, aanbieders en projectorganisatie) over de continuering van de netwerkbijeenkomsten Activiteit 2.1) Er is een organisatierooster gemaakt, waarbij voorstellen zijn gedaan voor het organiseren van de toekomstige reguliere bijeenkomsten (waar, door wie, etc.?). Bereik Bereik 2013 Aantal scholen Aantal leerlingen Aantal medewerkers Aantal educatief primair onderwijs medewerkers 6 696 6 10
Bereik 2014 Aantal scholen
Aantal leerlingen
6
696
Bereik 2015 Aantal scholen
Aantal leerlingen
10
1160
Aantal medewerkers primair onderwijs 6
Aantal educatief medewerkers
Aantal medewerkers primair onderwijs 10
Aantal educatief medewerkers
10
14
Bereik 2016
4
Aantal scholen
Aantal leerlingen
Aantal medewerkers primair onderwijs
Aantal educatief medewerkers
17 1972 17 21 Instellingen en locaties Er zal er naar worden gestreefd om alle activiteiten zoveel mogelijk op de eigen school plaats te laten vinden, dan wel in de eigen omgeving door gebruik te maken van lokale dorpshuizen en zalencentra. Voor grote uitvoeringen kan worden uitgeweken naar bijvoorbeeld multifunctionele centra en de locaties van CvK It Toanhûs. Voor bibliotheken Súdsúdwest Fryslân en Museum Joure is het ook mogelijk (of nodig) om activiteiten plaats te laten vinden op de eigen locaties. Medewerkers Bij alle activiteiten is tenminste één schoolmedewerker (bij voorkeur de ICC’er) en tenminste één educatief medewerker (aanbieder) aanwezig. Hierover vindt afstemming plaats tussen de school en de betreffende aanbieder(s). Schoolbesturen zijn op de hoogte gebracht bij de planvorming van de regio in het kader van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Zij worden geïnformeerd door de projectorganisatie wanneer het plan noodzakelijkerwijs moet worden aangepast in de loop van de subsidieperiode. Het aanbod maakt onderdeel uit van de lessen in de school, sluit daar op aan, of is aanvullend. De ICC’er wordt ook geleerd de juiste vraag te formuleren. Schoolleiders worden op de hoogte gebracht door hun ICC’er. Wanneer er (nog) geen ICC’er op de school is aangesteld, is de schoolleider het aanspreekpunt en neemt de taken als ICC’er waar. Samenwerking onderwijs en cultuuraanbieders Culturele aanbieders kunnen door middel van de netwerken kennismaken met elkaars aanbod en waar mogelijk kan samenwerking tot stand gebracht dan wel geïntensiveerd worden. Aanbieders zijn op de hoogte van de vraag vanuit het onderwijs en weten van elkaars activiteiten waardoor het aanbod overzichtelijker wordt en er mogelijkheden ontstaan multidisciplinaire projecten te ontwikkelen. Naast het feit dat dit kansen biedt voor cultureel ondernemerschap, leidt deze samenwerking en afstemming tot meer duidelijkheid voor het onderwijs en dit leidt uiteindelijk tot een beter resultaat voor de kinderen. Met dit plan wordt gestreefd naar het opbouwen van een blijvende structuur waarin scholen (vraagzijde) en culturele aanbieders (aanbodzijde) intensief met elkaar zullen samenwerken en elkaar weten te vinden om te komen tot een passend aanbod voor de schoolgaande jeugd in de nieuwe gemeente de Friese Meren. Prestatiebox Het (bestaande) aanbod en nieuw te creëren aanbod wordt verdeeld in basis-‐ /kennismakingsaanbod en verdiepend aanbod. Het basisaanbod past in de prestatiebox en sluit aan op de kerndoelen van de school. De verdieping op de cultuurscholen wordt gerealiseerd met de middelen van de regeling. Met scholen wordt gekeken hoe met het aanbod om te gaan om zo doorlopende leerlijnen te creëren. Wanneer passende activiteiten ontbreken worden (lokale) aanbieders gevraagd dit alsnog te ontwikkelen. Financiële inbreng van betrokken scholen Scholen zetten uren van een leerkracht in om de taken als ICC’er uit te kunnen voeren. Hier valt te denken: het volgen van een ICC-‐cursus, het maken van een schoolspecifiek cultuurbeleidsplan, het bewaken van de uitvoering van dit plan en het bijwonen van expertisebijeenkomsten.
5