Afdeling Nederland Keizersgracht 177 Postbus 1968 1000 BZ Amsterdam
Aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie
T 020 626 44 36 F 020 624 08 89 E
[email protected] I www.amnesty.nl
Datum
23 januari 2012 Onderwerp
Hervormingen Europees Hof voor de Rechten van de Mens Ons kenmerk
Uw kenmerk
POL/2012/01 Geachte heer, mevrouw, Met het oog op het algemeen overleg van uw commissie over de hervormingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vraagt Amnesty International uw aandacht voor het volgende. 1 Inleiding Amnesty International onderschrijft het standpunt van de regering dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM of het Verdrag) de centrale pijler is van de Raad van Europa. 1 Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het Hof) speelt daarbij als toezichthouder een essentiële rol. Het waarborgt immers dat de 47 lidstaten van de Raad van Europa de fundamentele rechten en vrijheden die in het EVRM zijn opgenomen naleven. Het is van wezenlijk belang dat de effectiviteit, de onafhankelijkheid en de integriteit van het Hof ook in de toekomst zijn gewaarborgd. De regering stelt in haar brief van 3 oktober 20112 dat de voorgestelde hervormingen erop zien de groeiende werkdruk van het Hof tegen te gaan. Amnesty International meent dat een aantal van deze maatregelen tot weinig daadwerkelijk verlichting zal leiden, terwijl de onafhankelijkheid en integriteit van het Hof dreigt te worden aangetast en de toegang tot het Hof wordt beperkt voor klagers met ontvankelijke en gegronde klachten. Indien Nederland daadwerkelijk de werkdruk van het Hof wil verlichten, dient de regering naar de mening van Amnesty International vooral repetitieve klachten die met name veroorzaakt worden door een klein aantal lidstaten tegen te gaan. Niet de klagers (individuele Europese burgers) moeten de rekening van overbelasting van het Hof betalen, maar de staten die de repetitieve klachten, vaak al jaren achtereen, veroorzaken. Zij zullen uitvoering moeten geven aan de einduitspraken van het Hof en zij zullen hun wetten en 1 2
Zie mensenrechtennota van de minister van Buitenlandse Zaken Verantwoordelijkheid voor vrijheid: Mensenrechten in het buitenlands beleid, 5 april 2011, p. 18. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 3 oktober 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal, Kamerstuk 32 735, nr. 32.
Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten.
Pagina 2
praktijken moeten aanpassen aan de jurisprudentie van het Hof. Van de zijde van de regering worden amper concrete voorstellen gedaan om uitvoering van einduitspraken en voorkoming van gegronde klachten door lidstaten van de Raad van Europa effectiever te bevorderen. In het vervolg van deze brief zal Amnesty International ingaan op verschillende kritieken die de afgelopen tijd zijn geuit aan het adres van het Hof, op de voorgestelde hervormingsmaatregelen in de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 3 oktober jl., op aanvullende voorgestelde hervormingsmaatregelen die een effectieve uitoefening van het individueel klachtrecht ondermijnen en op de toetreding van de Europese Unie (EU) tot het EVRM. 2 Het Europees Hof onder Nederlands vuur Het afgelopen jaar is uit verschillende hoeken en ook van de kant van de Nederlandse regering stevige kritiek geuit op het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zo heeft de minister van Buitenlandse Zaken in de notitie Verantwoordelijk voor vrijheid: Mensenrechten in het buitenlands beleid aangegeven dat het Hof zijn eigen gezag niet moet verzwakken door uitspraken te doen over zaken die slechts op perifere wijze verband houden met mensenrechten.3 Ook tijdens de Izmir Conferentie in april 2011 is door Nederland gesteld dat er meer vertrouwen moet zijn in nationale juridische procedures, waarmee tevens werd gepleit voor een ruimere beleidsvrijheid of margin of appreciation voor staten bij het invullen van uit het Europees Verdrag voortkomende verplichtingen.4 Ook vanuit de Tweede Kamer is kritiek geuit op het Hof. Zo wordt in een aangehouden motie gesteld dat het Hof in recente zaken verregaand heeft ingegrepen in nationale wetgeving en dat landen behoefte hebben aan duidelijke ruimte om eigen beleid te mogen maken gebaseerd op hun nationale eigenheid en daarbij de margin of appreciation nodig hebben. Ook deze motie vraagt om een ruimere margin of appreciation.5 Bezorgd over de hierboven aangehaalde passage in de mensenrechtennotitie van de minister van Buitenlandse Zaken, heeft de Eerste Kamer de regering juist dringend verzocht geen afbreuk te doen aan het gezag van het Hof.6 Ook in de brief van 3 oktober gaat de regering in op de marging of appreciation en het beginsel van subsidiariteit. Amnesty International merkt in dit verband daarover het volgende op. De toetsing door het Hof is subsidiair aan nationale beschermingsmechanismen. Dit betekent dat de verdragsstaten de primaire bevoegdheid én de plicht hebben om verdragsrechten effectief te beschermen binnen de nationale rechtsorde. Toetsing door het Hof vormt een extra waarborg. Om naleving van de mensenrechten zoals overeengekomen en vastgelegd in het EVRM door de (democratische) lidstaten van de Raad van Europa te garanderen, hebben deze staten ook democratisch tot stand gekomen wetgeving en beleid subject van toetsing door het Hof gemaakt. Dit maakt het Europese mensenrechtensysteem tot een van de meest ontwikkelde en effectieve ter wereld. Daarbij is van belang dat het Verdrag geen uniforme regels oplegt, maar eerder gedragsstandaarden waaraan per samenleving tot op zekere hoogte verschillend invulling kan worden gegeven. Het subsidiairiteitsbeginsel vormt de basis voor de margin of appreciation-doctrine. Deze doctrine houdt in dat de verdragsstaten, gelet op hun specifieke politieke, economische, sociale en culturele situatie, een zekere interpretatieruimte hebben 3
4 5 6
Zie mensenrechtennota van de minister van Buitenlandse Zaken Verantwoordelijkheid voor vrijheid: Mensenrechten in het buitenlands beleid, 5 april 2011, p. 18. High Level Conference on the Future of the European Court of Human Rights, Izmir, 26-27 April 2011, www.coe.int/izmir. Motie van de leden Cörüz en Omtzigt, Kamerstuk 32 500 VI, nr. 29. Deze motie is aangehouden. Motie van het lid Bemelmans-Videc, Kamerstuk 32 500 V.
Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten.
Pagina 3
bij de wijze waarop zij verdragsrechten en -vrijheden implementeren en met betrekking tot de evaluatie van feitelijke situaties.7 De margin of appreciation geldt niet voor alle verdragsbepalingen en niet in gelijke mate mate voor de verschillende verdragsbepalingen. Er is, samengevat, sprake van een margin of appreciation als een verdragsbepaling een belangenafweging of proportionaliteitstoets oplegt tussen de individuele belangen van de verzoeker en het algemeen belang van de maatschappij en als een verdragsbepaling positieve verplichtingen met zich mee brengt. Er zijn “notstandfeste” en absolute rechten waarbij er geen beoordelingsvrijheid voor de staat is.8 Een algemeen pleidooi voor een ruimere margin of appreciation, zoals bijvoorbeeld gedaan in de (aangehouden) motie Çörüz-Omtzigt, wekt dan ook bevreemding. Wordt hiermee bedoeld dat ook voor absolute rechten een margin of appreciation zou moeten gelden? Of een ruimere margin of appreciation voor de overige rechten en zo ja, voor welke rechten en hoe wijd? Een algemeen pleidooi voor een ruimere margin of appreciation in het algemeen zegt uiteindelijk weinig, maar suggereert een wens tot uitholling van fundamentele rechten en vrijheden. De regering schrijft in de brief van 3 oktober jl. dat het Hof de waardering van feiten of de belangenafweging van de nationale autoriteiten dient te respecteren, tenzij deze kennelijk onredelijk is. De regering meent ook dat het Hof geen feiten zou moeten laten meewegen die dateren van na afronding van de nationale gerechtelijke procedure, de zogeheten exnunc toetsing van zaken. Hetgeen de regering voorstelt, feitelijk een vorm van zeer marginale toetsing, is in strijd met een belangrijk en onderscheidend kenmerk van de rechtsspraak van het Hof, namelijk dat het Verdrag wordt toegepast en uitgelegd op een manier waardoor de rechten praktisch en effectief worden gewaarborgd, en niet theoretisch en illusoir: het effectiviteitsbeginsel.9 Wat betreft het rechtsontwikkelende karakter van de jurisprudentie van het Hof, merkt Amnesty International op dat het EVRM 'een levend instrument' is, dat geïnterpreteerd moet worden in het licht van de hedendaagse omstandigheden. 10 Anders zou het Hof heden ten dage uitspraken moeten doen gebaseerd op de heersende opvattingen in de jaren '50 van de vorige eeuw. Dit zou bijvoorbeeld betekenen dat LGBTI-rechten niet gewaarborgd zouden worden door het Hof. Het is inherent aan rechtsontwikkeling door het Hof dat het zich hiermee aan de grenzen van verdragsinterpretatie beweegt. Het Hof dient hier natuurlijk uiterst zorgvuldig mee om te gaan. De paar zaken die recent werden genoemd door criticasters van het Hof, zoals M.S.S t. België en Griekenland en Salah Sheekh zijn naar de mening van Amnesty zeker geen voorbeelden van zaken waarin het Hof zijn boekje te buiten is gegaan. Dit zijn zaken waarbij nationale overheden in hun beleid een duidelijk grens, namelijk het refoulement-verbod (dat inhoudt dat personen niet mogen worden uitgezet naar een land waar zij risico lopen op foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing) hebben opgezocht en overschreden. Dat het Hof in zulke zaken de regering niet welgevallige uitspraken doet, hoort bij de onafhankelijke positie die het Hof van de verdragsstaten heeft gekregen. 3 Enkele hervormingsmaatregelen in de brief van de regering van 3 oktober 2011 3.1 Beperking toegang tot het Hof Het individueel klachtrecht is de hoeksteen van het EVRM. Dit is ook bevestigd in de Interlaken en Izmir Verklaringen.11 Het individueel klachtrecht dient dan ook bij de hervormingen van het Hof het uitgangspunt te blijven en mag op geen enkele wijze worden 7 8
Vande Lanotte en Haeck, Handboek EVRM, Deel 1, Antwerpen 204, p.204. Het recht op leven (art. 2 EVRM), het folterverbod (art.3 EVRM) inclusief het daaruit voortvloeiende refoulement-verbod, het slavernijverbod (art. 4 lid 1), het retroactiviteitsverbod (art. 7 EVRM), het ne bis in idem-beginsel (art. 4 Zevende Protocol) en het verbod op de doodstraf (art. 1 Zesde en Dertiende Protocol). 9 EHRM, Mamatkulov en Askarov v. 4 februari 2005. 10 EHRM, Tyrer v. UK, 25 februari 1978.
Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten.
Pagina 4
aangetast. Desondanks wil de regering de toegang tot het Hof verder reguleren door onder meer griffierechten en een verplichte procesvertegenwoordiging in te voeren. Daarnaast wil de regering disciplinaire maatregelen treffen en aanvullende maatregelen voorstellen die betrekking hebben op de ontvankelijkheid van de individuele klachten. Griffiekosten Amnesty International is, zoals wij u eerder hebben bericht, tegenstander van het invoeren van griffiekosten.12 Invoering van een financiële bijdrage door klagers zou afbreuk doen aan de bescherming van de mensenrechten in Europa. Het Hof zelf, evenals 270 andere Europese organisaties hebben zich al eerder tegen dit voorstel uitgesproken. 13 Verplichte procesvertegenwoordiging De regering staat positief tegenover het voorstel van het Hof om een verplichte procesvertegenwoordiging voor klagers in te voeren. 14 Amnesty is hier geen voorstander van. Immers, niet in alle verdragsstaten is juridische bijstand beschikbaar, bijvoorbeeld omdat de klagers dat niet kunnen bekostigen.15 Disciplinaire maatregelen De regering is voorstander van het voorstel van Duitsland om klagers die meermalen een kennelijk ongegronde klacht indienen te beboeten. 16 Daarnaast is de regering voornemens disciplinaire maatregelen te treffen tegen advocaten in situaties die gekwalificeerd moeten worden als misbruik van het recht. 17 Amnesty International acht deze maatregelen in strijd met het doel, de geest en de tekst van het EVRM. Immers, (ook) hiermee wordt ernstige afbreuk gedaan aan het individueel klachtrecht als neergelegd in artikel 34 van het EVRM. Niet-ontvankelijkheid van een verzoekschrift zou volgens Amnesty de enige consequentie ofwel 'sanctie' moeten zijn in geval van een kennelijk ongegronde klacht of van misbruik van het individueel klachtrecht. Hierin is reeds voorzien in artikel 35 lid 3, onder a van het EVRM. In dit verband wijst Amnesty ook op het advies van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) die waarschuwt dat disciplinaire maatregelen tegen advocaten betekent dat een dergelijke maatregel niet alleen in Nederland, maar in elk van de 47 lidstaten van de Raad van Europa zou worden doorgevoerd. De kans dat de autoriteiten in sommige van deze lidstaten van deze nieuwe regeling gebruik zouden maken om advocaten de mond te snoeren is volgens de AIV niet denkbeeldig. 18 Amnesty International vreest dat juist met voorgaande maatregelen degenen die de bescherming van het Hof het hardst nodig hebben van een eerlijke beroepsprocedure worden afgehouden. In het bijzonder personen in Midden- en Oost- Europa lopen door deze maatregelen een risico onevenredig zwaar te worden getroffen. Juist in deze delen van Europa waar de bescherming van het Hof, ook volgens de Nederlandse regering 19, hard nodig is, zullen burgers noodgedwongen nalaten zich tot het Hof te wenden. Immers, zij 11 Interlaken Verklaring, paragraaf A(1), http://www.coe.int/t/dghl/standardsetting/conferenceizmir/INTERLAKEN%20DECLARATION %20final_en.pdf en Izmir Verklaring paragraaf A(1), http://www.coe.int/t/dghl/standardsetting/conferenceizmir/Declaration%20Izmir%20E.pdf. 12 Brief van Amnesty International aan de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie inzake begroting Veiligheid en Justitie 2012, 21 oktober 2011, POL/2011/52. 13 Civil Society Petition, Fees: A Barrier to Justice, 19 april 2011, AI Index: IOR 61/005/2011. 14 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 3 oktober 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Kamerstuk 32 735, nr. 32, p. 8. 15 Zie Amnesty International e.a., Council of Europe: Comments on follow-up to the Interlaken and Izmir Declarations, January 2012, pagina's 5 en 20 (bijlage bij deze brief). 16 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 3 oktober 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Kamerstuk 32 735, nr. 32, p. 8. 17 Idem, p. 8. 18 Zie ook briefadvies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken, Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens; beschermer van burgerlijke rechten en vrijheden, no 18, november 2011, p. 10.
Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten.
Pagina 5
zullen regelmatig niet over (voldoende) middelen beschikken om een financiële bijdrage te kunnen leveren. Ook ontbreekt in deze delen van Europa vaak een effectief systeem van gefinancierde rechtsbijstand. Aanvullende voorwaarden voor ontvankelijkheid Amnesty International is sterk tegenstander van iedere verdere herziening aangaande de voorwaarden voor ontvankelijkheid die kan leiden tot inperking van het individueel klachtrecht. De huidige voorwaarden voor ontvankelijkheid zijn op 1 juni 2010 in werking getreden.20 Deze (nieuwe) voorwaarden zullen in juni 2012 volledig operationeel worden. 21 Gelet hierop acht Amnesty het dan ook voorbarig om wederom over te gaan tot herziening of aanvulling van de voorwaarden voor ontvankelijkheid. Filtermechanisme De regering wijst erop dat meer dan 90% van de zaken die aanhangig worden gemaakt bij het Hof kennelijk ongegrond dan wel niet-ontvankelijk worden verklaard en dat dit percentage dient te worden verlaagd.22 De regering is daarbij van oordeel dat moet worden nagedacht over de invoering van een filtermechanisme om het Hof in staat te stellen zo efficiënt mogelijk deze zaken af te doen. De regering heeft daarbij een voorkeur voor een systeem dat wordt uitgevoerd door specifiek aangewezen leden van de griffie. Amnesty International is van mening dat een filtermechanisme zal moeten voldoen aan de eisen van onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak. Iedere beslissing ten aanzien van de ontvankelijkheid van een klacht betreft immers een juridische beslissing waarvoor de verantwoordelijkheid bij een onafhankelijke rechter dient te liggen. 23 3.2
Implementatie van het EVRM en uitspraken van het EHRM
Amnesty International is van mening, zoals hierboven al aangegeven, dat de regering onvoldoende aandacht heeft voor de onwil van sommige staten om hun wetgeving en nationale justitiële stelsel aan te passen, waardoor veel repetitieve klachten het Hof bereiken. Circa vijftig procent van de klachten die ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond zijn, zijn repetitieve ofwel 'kloon' klachten.24 Een groot aantal klachten is gericht tegen een zeer beperkt aantal staten. 25 De meeste klachten zien onder meer op de excessieve duur van nationale juridische procedures, het niet uitvoeren van nationale rechterlijke uitspraken door de verantwoordelijke nationale autoriteiten en de onrechtmatige excessieve duur van strafrechtelijke detentie. 26 Van de repetitieve klachten die bij het Hof aanhangig zijn gemaakt is 27% gericht tegen Italië. De klachten zien op de excessieve duur van nationale gerechtelijke procedures. 27 De werkdruk 19 Zie mensenrechtennota van de minister van Buitenlandse Zaken Verantwoordelijkheid voor vrijheid: Mensenrechten in het buitenlands beleid, 5 april 2011, p. 18. 20 Protocol 14 is bij inwerkingtreding op 1 juni 2010 in de tekst van het EVRM gecodificeerd in de artikelen 26, 27 en 34 en 35 van het EVRM. 21 Het ontvankelijkheidscriterium zoals neergelegd in artikel 35 lid onder b EVRM (de minimis regel) zal per 1 juni 2012 ook toegepast kunnen worden door bijvoorbeeld een alleenzittende rechter. 22 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 3 oktober 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Kamerstuk 32 735, nr. 32, p. 5. 23 Zie ook briefadvies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken, Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens; beschermer van burgerlijke rechten en vrijheden, no 18, november 2011, p. 14. 24 Zie Amnesty International e.a., Council of Europe: Comments on follow-up to the Interlaken and Izmir Declarations, January 2012, p. 11. Zie tevens brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 3 oktober 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Kamerstuk 32 735, nr. 32, p. 6. 25 The European Court of Human Rights in Facts and Figures in 2010, January 2011, www.echr.coe.int, De landen zijn als volgt: Rusland, Turkije, Roemenië, Oekraïne, Italië. 26 Rapport van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, Christos Pourgourides, Implementation of Judgments of the European Court of Human Rights, november 2010, pagina's 36 en 37.
Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten.
Pagina 6
van het Hof kan zeer substantieel verminderd worden door dergelijke klachten te voorkomen. Tijdens de Interlaken Conferentie is overeengekomen dat iedere verdragsstaat eind 2011 zou rapporteren over de genomen maatregelen ter verbetering van de implementatie van het EVRM in nationale wetgeving en praktijk, waaronder 28: – –
–
– – –
het ervoor zorgdragen dat nationale instanties beter op de hoogte zijn van de mensenrechtenstandaarden zoals neergelegd in het EVRM en deze toepassen; het volledig uitvoeren van uitspraken van het Hof en het verzekeren dat er maatregelen worden getroffen zodat vergelijkbare schendingen van het Verdrag (en daarmee dus repetitieve klachten) worden voorkomen; het ervoor zorgdragen dat een ieder die een arguable claim heeft dat zijn of haar verdragsrechten zijn geschonden een effectief nationaal rechtsmiddel ter beschikking staat; het overwegen nationale rechters te seconderen aan de griffie van het Hof; het monitoren van de implementatie van de aanbevelingen van het Comité van Ministers van de Raad van Europa; het instellen van een effectiever systeem door het Comité van Ministers van de Raad van Europa bij het houden van toezicht op de implementatie van uitspraken.
Bij dit laatste punt wijzen wj nog op het volgende. In lijn met de Interlaken Verklaring zou het Comité van Ministers van de Raad van Europa zijn toezicht op implementatie van einduitspraken door verdragsstaten effectiever moeten organiseren, ook met het oog op structurele problemen die tot repetitieve klachten leiden. De verklaring spreekt in deze van een 'urgent need'.29 Dat de Nederlandse regering zich hiervoor inzet is, zoals gezegd, niet geconcretiseerd in de brief van 3 oktober 2011. Dat is een gemiste kans. De regering lijkt eigenlijk alleen oog te hebben voor onterechte klagers, niet voor duizenden zeer terechte klachten van Europese burgers. Voorlopige maatregelen (interim measures) Vaak gaan verzoeken aan het Hof tot het treffen van een interim measure, een zogeheten Rule 39, om uitleveringszaken of asielzaken waarin betrokkenen bedreigd worden (terug)gestuurd te worden naar een land waar zij mogelijkerwijs worden bedreigd met de dood of gevaar lopen slachtoffer te worden van marteling of onmenselijke of vernederende behandeling. Het Hof oordeelt dan dat de betrokkene niet uitgeleverd of uitgezet mag worden totdat de zaak inhoudelijk is beoordeeld. In sommige situaties kan van een (gemotiveerde) interim measure een generieke werking uitgaan. Amnesty International wijst erop dat het treffen van een interim measure noodzakelijk is om te voorkomen dat de klager terechtkomt in een situatie waar hij onherstelbare schade oploopt. Het is daarom van groot belang dat aan de bevoegdheid van het Hof om een interim measure te treffen niet wordt getornd. Het aantal verzoeken om een interim measure aangaande Nederland is de afgelopen jaren sterk gegroeid, zowel in absolute als relatieve aantallen. Amnesty acht, in lijn met het 27 Council of Europe, Committee of Ministers, Supervision of the execution of judgements of the European Court of Human Rights, 4th annual report 2010, pagina's: 38, 41 en 134. Ook maakt het rapport op pagina 38 melding van het volgende: "It should also be noted that the large number of cases concerning certain countries is mainly explained by the large number of clone cases. Thus, if Italy e.g. has a total of 2481 cases, representing some 27% if the total cases pending for execution, it has to be borne in mind that more than 2000 of these cases relate to one single problem, the excessive length of judicial proceedings." 28 Interlaken Verklaring, Plan van Aanpak, paragraaf B(4), http://www.coe.int/t/dghl/standardsetting/conferenceizmir/INTERLAKEN%20DECLARATION %20final_en.pdf 29 Interlaken Verklaring, Plan van Aanpak, paragraaf F(11), http://www.coe.int/t/dghl/standardsetting/conferenceizmir/INTERLAKEN%20DECLARATION %20final_en.pdf
Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten.
Pagina 7
advies van de AIV, een nader onderzoek naar de oorzaken van het relatief grote aantal verzoeken en toewijzingen op zijn plaats. Vereenvoudigde amenderingsprocedure Amnesty International begrijpt dat de Nederlandse regering voorstander is van een vereenvoudigde amenderingsprocedure van het EVRM, welke inhoudt dat verdragsstaten niet verplicht zijn de wijzigingen van het EVRM die betrekking hebben op procedurele bepalingen voor te leggen aan de nationale parlementen. Een dergelijke vereenvoudigde procedure kan bijvoorbeeld betrekking hebben op bepalingen ten aanzien van het treffen van interim measures. Amnesty is van mening dat de vereenvoudigde procedure alleen dan mag worden ingezet als dit uitsluitend betrekking heeft op wijzigingen van organisatorische en operationele aard. Deze wijzigingen mogen op geen enkele wijze de onafhankelijkheid en de autoriteit van het Hof aantasten en evenmin bijvoorbeeld een maatregel zoals de interim measure waarmee voorkomen kan worden dat een persoon slachtoffer wordt van mensenrechtenschendingen. 4 Reactie op aanvullende maatregelen Amnesty International heeft, samen met diverse Europese organisaties, haar standpunten inzake hervormingsvoorstellen voor het Europese Hof kenbaar gemaakt in het document Council of Europe: Comments on Follow-up to the Interlaken and Izmir Declarations. 30 Dit document treft u bij deze brief aan als bijlage. In het navolgende zullen wij enkele voorstellen bespreken die niet expliciet zijn benoemd in de brief van de regering van 3 oktober 2011. Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk zien graag dat er meer voorwaarden worden gesteld aan de ontvankelijkheid van klachten bij het Hof. Een voorstel van deze landen houdt in dat een klacht bij het Hof tot niet-ontvankelijkheid leidt indien deze substantieel vergelijkbaar is met de zaak die reeds aan de nationale rechter is voorgelegd en waarbij de nationale rechter bij zijn oordeel bepalingen van het EVRM heeft betrokken. 31 Slechts in twee situaties wordt hierop uitzondering gemaakt. Ten eerste als de nationale rechter zichtbaar een fout heeft gemaakt bij de uitleg of toepassing van de fundamentele rechten en vrijheden als neergelegd in het EVRM. Ten tweede als een klacht fundamentele vragen opwerpt over de uitleg of toepassing van het EVRM. Amnesty International is tegen dit voorstel. Immers, hiermee zou de rechtsmacht van het Hof ernstig worden ingeperkt. Het voorstel gaat er ten onrechte vanuit dat in alle verdragsstaten eerlijke en correcte nationale juridische procedures plaatsvinden en dat toetsing door het Hof eigenlijk overbodig is. Ook is er voorgesteld een horizonbepaling (sunset clause) in te voeren. Het voorstel houdt in dat een individuele klacht automatisch uit het zaaksregister van het Hof wordt gehaald indien het Hof de autoriteiten van een lidstaat tegen wie de klacht is gericht niet tijdig (tussen één en twee jaar) informeert en de betreffende lidstaat uitnodigt voor een reactie. 32 Amnesty International heeft hiertegen bezwaar, aangezien er sprake is van een automatische afwijzing van de klacht zonder dat er een (juridische) beoordeling door een rechter aan vooraf is gegaan. Hiermee wordt de klager geheel buiten schuld – bijvoorbeeld als gevolg van capaciteitsproblemen bij het Hof – bestraft. Amnesty International vraagt u er bij de regering op aan te dringen haar visie op deze en andere voorstellen die niet in de brief van 3 oktober 2011 zijn opgenomen openbaar te maken. 30 Zie Amnesty International e.a., Council of Europe: Comments on follow-up to the Interlaken and Izmir Declarations, January 2012, bijlage bij deze brief. 31 Idem, p. 12 e.v. 32 Idem, pagina's 14 en 15.
Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten.
Pagina 8
5 Toetreding van de EU tot het EVRM In het Verdrag van Lissabon is de toetreding van het EU tot het EVRM vastgelegd. Amnesty International ziet de toetreding van de Europese Unie (EU) tot het EVRM als een belangrijke stap naar verbetering van de mensenrechtenbescherming in Europa. Immers, individuele burgers worden met de toetreding dan niet alleen beschermd tegen handelingen van afzonderlijke verdragsstaten van de Raad van Europa maar ook tegen handelingen van de EU. Op dit moment zijn de onderhandelingen over de toetreding van de EU tot het EVRM in een impasse geraakt vanwege het ontbreken van een overeenstemming tussen de EUlidstaten over de toetreding. Met name het Verenigd Koninkrijk heeft grote bezwaren. Amnesty roept de EU en haar lidstaten, met inbegrip van Nederland, op om spoedig tot een overeenstemming te komen. Amnesty vreest dat een dergelijk moeizaam onderhandelingsproces ook zijn weerslag zal hebben op de andere hervormingsprocessen binnen de Raad van Europa. Amnesty International heeft met andere organisaties zoals het AIRE Centre haar standpunten kenbaar gemaakt ten aanzien van het (concept)voorstel over de toetreding van de EU tot het EVRM.33 Amnesty heeft daarbij onder meer haar zorgen geuit met betrekking tot de positie van de individuele klager in een "co-respondent procedure". Zoals de regering opmerkt kan de EU als aangeklaagde partij worden betrokken in een klachtprocedure tegen een EU-lidstaat.34 De co-respondentprocedure kan naar de mening van Amnesty International een zware belasting zijn voor de individuele klager, onder meer ten aanzien van de specifieke juridische kennis, de middelen en de duur van de procedure. Amnesty vraagt dan ook in de onderhandelingen over het co-respondentmechanisme bijzondere aandacht voor het beginsel van equality of arms. 6 Tot slot De onderhandelingen ten aanzien van de herzieningen van het Hof alsmede de toetreding van de EU tot het EVRM zijn, zoals hierboven geschetst, nog gaande. Amnesty International vraagt u er bij de regering op aan te dringen dat eventuele nieuwe voorstellen en de inzet van Nederland hierop tijdig openbaar worden gemaakt en dat relevante maatschappelijke organisaties worden betrokken bij deze processen, zodat zij op deze voorstellen kunnen reageren. Wij hopen dat u bovenstaande opmerkingen wilt betrekken bij het algemeen overleg van 1 februari aanstaande. Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met Sabine Park, senior medewerker Politieke Zaken of Lars van Troost, hoofd Politieke Zaken en Persvoorlichting. Met vriendelijke groet, Angelina van Kampen tijdelijk medewerker afdeling Politieke Zaken
33 AIRE Centre en Amnesty International, Informal Working Group on the accession of the European Union to the European Convention on Human Rights (CDDH-UE), 14 maart 2011, AI Index: IOR/ 61/003/2011, http://www.amnesty.org/en/library/info/IOR61/003/2011/en, zie bijlage bij deze brief. 34 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 3 oktober 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Kamerstuk 32 735, nr. 32, p. 9.
Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten.