Actieplan Blauwe Brigade Brabant
Actieplan Blauwe Brigade Brabant
Tekst: Michiel Wallis de Vries & José de Jonge Met medewerking van: Robert Ketelaar (NM), Jap Smits (SBB), Erik de Kruif (Landschap Overijssel), Margreet ter Horst (IVN) Rapportnummer: VS2005.019 Productie: De Vlinderstichting Postbus 506 6700 AM Wageningen telefoon: 0317-467346 fax: 0317-420296 bezoekadres: Mennonietenweg 10, Wageningen e-mail:
[email protected] www.vlinderstichting.nl IVN Consulentschap Brabant Postbus 883 5280 AW BOXTEL telefoon: 0411-614 111 fax: 0411-614 112 bezoekadres: Villa Phaf, Rechterstraat 55, Boxtel e-mail:
[email protected] www.ivn.nl
Subsidieverstrekker: Provincie Noord-Brabant Begeleiding: J. van de Wiel / W. Poelmans – Provincie Noord-Brabant
Deze publicatie kan worden geciteerd als: Wallis de Vries, M.F. & De Jonge, C. (2005) Actieplan Blauwe Brigade Brabant. Rapport VS2005.019, De Vlinderstichting, Wageningen / IVN Consulentschap Brabant, Boxtel.
Trefwoorden: natuurbeheer, beschermingsplan, gentiaanblauwtje, natte heide Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Vlinderstichting, het IVN Consulentschap Brabant en de subsidieverlener.
Augustus 2005 DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
1
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
2
Inhoud
H Samenvatting ..................................................................................5 Hoofdstuk 1 / Inleiding .....................................................................7 Hoofdstuk 2 / Overzicht van de terreinen ............................................9 Hoofdstuk 3 / Adviezen voor uitvoering ............................................. 13 Hoofdstuk 4 / Opzet en inzet van een Blauwe Brigade......................... 17 Hoofdstuk 5 / Planning ................................................................... 19 Hoofdstuk 6 / Conclusie .................................................................. 21 Literatuur ..................................................................................... 23
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
3
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
4
Samenvatting
Het gentiaanblauwtje geldt als een vlaggeschip voor de bescherming van de natte heide. Het Beschermingsplan Gentiaanblauwtje beoogt een kentering in de achteruitgang van het voorkomen van deze soort te bewerkstelligen en daarmee een biotoop van internationale betekenis te herstellen. Dit vergt in veel gebieden een kleinschalige aanpak van het beheer. Dit is vanwege de hoge kosten moeilijk in het reguliere terreinbeheer op te nemen. De inzet van vrijwilligers kan hierbij een oplossing bieden. Dit actieplan geeft aan hoe de “Blauwe Brigade Brabant” dit vrijwilligerswerk kan coördineren en uitvoeren. In Noord-Brabant komt het gentiaanblauwtje nog in 12 terreinen voor, verdeeld over 23 populaties. In 1990 ging het nog om 31 populaties in 17 terreinen. De resterende populaties zijn op twee na aan de kleine kant voor een duurzaam behoud. Vergroting van het leefgebied en geleidelijke vernatting zijn belangrijke aandachtspunten voor het interne beheer. Daarbij zijn kleinschalige maatregelen zoals plaggen (vaak met bekalking) of uitkammen van dood pijpestrootje van groot belang. De realisatie van verbindingszones is een belangrijk punt voor de toekomst. Door oprichting van het vrijwilligersnetwerk van de Blauwe Brigade kan de uitvoering van kleinschalige maatregelen de komende jaren gestalte krijgen. Het IVN Consulentschap Brabant zal als trekker van de Blauwe Brigade fungeren, bijgestaan door Foto: H. v.d. Oetelaar De Vlinderstichting en in nauw overleg met de terreinbeheerders. Dit actieplan biedt een overzicht van de organisatie en benodigde activiteiten.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
5
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
6
Hoofdstuk 1 / Inleiding
In 2003 is een start gemaakt met de uitvoering van het landelijke Beschermingsplan Gentiaanblauwtje. In dat kader is in 2003 en 2004 de informatie over de verspreiding en het leefgebied van het gentiaanblauwtje in Noord-Brabant geactualiseerd en zijn er beheeradviezen opgesteld. In 2005 is toegewerkt naar de oprichting van de Blauwe Brigade Brabant. Inleiding Het Beschermingsplan Gentiaanblauwtje (Wallis de Vries, 2003) heeft een looptijd van 2003–2007. In dat kader is in 2003–2004 een inventarisatie van het gentiaanblauwtje in Noord-Brabant uitgevoerd (Wallis de Vries et al., 2004). Daardoor is een actuele beoordeling van de huidige leefgebieden beschikbaar, op grond waarvan beheeradviezen zijn geformuleerd. Het gaat in Noord-Brabant thans om 23 populaties in 12 terreinen; in 4 terreinen is het gentiaanblauwtje na 1990 verdwenen. In de meeste van deze terreinen is er dringend behoefte aan herstel of uitbreiding van het leefgebied. In dit Actieplan wordt een overzicht gegeven van de daarvoor benodigde maatregelen. Vrijwilligers worden daar onder de vlag van de “Blauwe Brigade” nadrukkelijk bij betrokken, omdat zij bij uitstek kleinschalig en tegen geringe kosten kunnen werken. Analyse van de situatie Voor uitbreiding of herstel van leefgebied is een kleinschalige aanpak vereist: het gentiaanblauwtje is niet alleen afhankelijk van de klokjesgentiaan maar ook van knoopmieren. De nesten van de knoopmieren bevinden zich in gevestigde vegetatie (10-15 jaar en ouder), terwijl voor verjonging van de gentianen kale grond nodig is. Zowel de mieren als de klokjesgentiaan hebben een actieradius van zelden meer dan twee meter. Voor een duurzaam leefgebied is dus kleinschalige variatie in de vegetatie vereist, met jonge en oudere heidevegetatie. Begrazing is één optie om variatie in de vegetatie aan te brengen, maar vooral bij kleine, kwetsbare groeiplaatsen van klokjesgentianen is de begrazingsdruk moeilijk te sturen en vormen averechtse effecten een aanzienlijk risico. Daarom verdient kleinschalig plaggen in veel gevallen sterk de voorkeur. Kleinschalig plaggen is echter een dure maatregel om binnen regulier in te passen. Veel terreinbeheerders komen er daarom niet aan toe. Vrijwilligers kunnen hierbij de helpende hand steken. In een aantal terreinen gebeurt dat ook al. Daarbij bestaat echter het gevaar dat vrijwilligersgroepen overvraagd raken. Er wordt in het natuurbeheer al voor veel zaken (o.m. inventarisaties, beheer en monitoring), in veel terreinen en vanuit een reeks aan beherende instanties een beroep op vrijwilligers gedaan. Enige coördinatie is daarom geboden. Deze bestaat tot op heden niet. Bij de uitvoering van kleinschalig plaggen is deskundigheid vereist. Deze is bij beheerders niet altijd aanwezig en bij vrijwilligersgroepen evenmin. Daarom is training en kennisoverdracht naar beide partijen nodig. DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
7
In Overijssel is in dat kader door Landschap Overijssel en De Vlinderstichting, met steun van de provincie de zogenaamde Blauwe Brigade opgericht (De Kruif et al., 2003). De Blauwe Brigade is in Overijssel niet zo zeer een aparte vrijwilligersgroep maar eerder een netwerk, waarin deskundigen, terreinbeheerders en vrijwilligers uit verschillende organisaties bij elkaar komen om de behoefte aan maatregelen af te stemmen op het aanbod aan vrijwilligers. Inmiddels is gebleken dat de Overijsselse formule succesvol is (Zekhuis & Ketelaar, 2004). In het kader van het Beschermingsplan Gentiaanblauwtje (2003– 2007) worden daarom initiatieven ontplooid om soortgelijke netwerken op te richten en zo te komen tot kleinschalige uitvoering van herstelmaatregelen op de natte heide, ten behoeve van het gentiaanblauwtje. In Drenthe en Friesland zijn in samenwerking met Landschap Overijssel maatregelen binnen het reguliere kader uitgevoerd. In Gelderland wordt in het najaar van 2005 een Blauwe Brigade opgericht.
Doelstelling •
algemene doelstelling: behoud van het gentiaanblauwtje en zijn leefgebied op de huidige vliegplaatsen en (in de loop van de komende jaren) het weer geschikt maken van voormalige vliegplaatsen en potentieel geschikte locaties, door op deze locaties deskundig opgeleide vrijwilligers de werkzaamheden te laten uitvoeren afgeleide doelstellingen:
•
het opzetten van een samenwerkingsverband met de provincie, terreineigenaren en vrijwilligers door De Vlinderstichting en het IVN Consulentschap Brabant: • het oprichten en uitbreiden van de Blauwe Brigade Brabant (BBB); • het scholen van de vrijwilligers BBB; • het begeleiden van de vrijwilligers van de BBB; • het monitoren van de werkzaamheden van de vrijwilligers en de resultaten van hun werkzaamheden; • verzorgen van PR en communicatie; • het opzetten en versterken van een (provinciaal) samenwerkingsverband rond de BBB met de provincie, terreineigenaren, vrijwilligersorganisaties, De Vlinderstichting en het IVN Consulentschap Brabant.
Dankwoord Wij willen Jap Smits (Staatsbosbeheer), Robert Ketelaar (Natuurmonumenten) en Erik de Kruif (Landschap Overijssel) van harte bedanken voor hun constructieve bijdrage aan het tot stand komen van dit Actieplan.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
8
Hoofdstuk 2 / Overzicht van de terreinen
In 2003/2004 waren alle 12 terreinen in Noord-Brabant waar het gentiaanblauwtje mocht worden verwacht nog bezet: een gunstig beeld in vergelijking met de landelijke situatie, zeker met de vondst van een nieuwe populatie op de Plateaux. Toch zijn er weer twee populaties verdwenen en zijn de meeste populaties door diverse beperkingen waarschijnlijk niet duurzaam.
Algemeen Door veldwerk en contacten met de beheerders is de informatie over de geactualiseerd (Wallis de Vries et al., 2004). Terreinen met gentiaanblauwtjes zijn bezocht en op kwaliteit van het leefgebied onderzocht. In 2003/2004 kwam het gentiaanblauwtje nog met 23 populaties in 12 terreinen in Noord-Brabant voor (Figuur 1). De populaties van Leende Grens en Plateaux Hageven zijn pas vanaf 2000 verdwenen, met de kanttekening dat de populatie van Plateaux Hageven aansluit bij de nog bestaande, grote populatie in Vlaanderen. In de buurt daarvan heeft zich in 2004 een nieuwe kleine populatie gevestigd! Tabel 1 geeft de huidige status van het gentiaanblauwtje in de terreinen
Kampina Galdersche heide
Goudberg
Kerkeindsche heide Regte heide
Oirschotse heide
Collse zegge
Papschot Neterselsche heide
Figuur 1. Bestaande en recent verlaten leefgebieden van het gentiaanblauwtje in NoordBrabant (blauwe stippen = bestaande populaties, rode stippen = verdwenen sinds de jaren ’90)
Cartier & Hapertse heide
Kamerven Molenheide
Strabrechtse & Braakhuizensche heide Leende Laagveld De Malpie
Leende Klotvennen & Grens
Plateaux
waar de soort in 2000 nog voorkwam, met toevoeging van de Molenheide vanwege de ligging nabij de Braakhuizensche en Strabrechtse heide. Twee van de drie populaties rond de Leenderheide waren ook in 2000 al verlaten.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
9
Tabel 1: Lijst van terreinen met recente populaties en status van het gentiaanblauwtje. Status en omvang X-coord Y-coord populatie 2003/4
Locatie
Beheerder
BRAAKHUIZENSCHE HEIDE
NBL
1691
3801
zeer klein
CARTIERHEIDE I & HAPERTSE HEIDE
SBB
14661472
37113713
gemiddeld
CARTIERHEIDE II
SBB
1469
3719
zeer klein
CARTIERHEIDE III
SBB
1463
3715
klein
COLLSE ZEGGE
Gemeente Eindhoven
1654
3832
zeer klein
DE MALPIE
Gemeente Valkenswaard / NM
1594
3700
gemiddeld
GOUDBERG
SBB
1147
3902
zeer klein
KAMPINA BELVERTSE BAAN
NM
1458
3978
gemiddeld
KAMPINA GLASVEN
NM
1481
3980
zeer klein
KAMPINA GROOT GOOR
NM
1459
3967
klein2
KAMPINA KOSTERSCHE HOEVEN
NM
1471
3971
zeer klein
LEENDE GRENS
SBB
1637
3674
verdwenen
LEENDE KLOTVENNEN
SBB
1643
3691
verdwenen
LEENDE LAAGVELD
SBB
1625
3721
klein
MOLENHEIDE
Gem. Mierlo
1694
3826
verdwenen
NETERSELSCHE HEIDE/BLADEL
NBL
1414
3815
zeer klein
PAPSCHOT
Gorp & Rovert BV
1343
3855
klein
PLATEAUX HAGEVEN
NM
1565
3638
verdwenen1
PLATEAUX HEIDEKARTELBLAD
NM
1569
3650
zeer klein
PLATEAUX KLOTVEN
NM
1565
3655
klein
PLATEAUX OUD KRAAIENVEN
NM
1575
3655
zeer klein
REGTE HEIDE NOORD
NBL
1305
3909
gemiddeld
REGTE HEIDE ZUID
NBL
1302
3897
klein
STRABRECHTSE HEIDE
SBB
16911707
37893794
groot
STRABRECHTSE HEIDE GRAFVEN
SBB
1717
3777
zeer klein
STRABRECHTSE HEIDE HERBERTUSBOS
NBL
1708
3775
zeer klein
STRABRECHTSE HEIDE NOORDOOST
SBB
1704
3800
gemiddeld
1
sluit aan bij de nog bestaande, grote populatie in Vlaanderen.
2
mogelijk onderschat
Naar omvang gerekend telt Noord-Brabant nu: • 1 grote populatie gentiaanblauwtjes (op de Strabrechtse heide) en daarnaast één grote populatie net over de grens in Vlaanderen (Plateaux Hageven); • 5 populaties van gemiddelde grootte ; • 6 kleine populaties; • 11 zeer kleine populaties en • 9 sinds 1990 verdwenen populaties. In totaal zijn er sinds 1990 31 populaties bekend, waarvan er nu dus nog 22 over zijn en één zich nieuw heeft gevestigd in de nabijheid van een bestaande populatie.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
10
Een visie voor de langere termijn De huidige populaties van het gentiaanblauwtje zijn veelal relicten van een vroeger veel uitgestrekter netwerk. Voor de langere termijn is tenminste een beperkt herstel van dat netwerk nodig om het gentiaanblauwtje te behouden. Hieronder wordt beknopt een visie op het bevorderen van dat herstel geschetst. Het gentiaanblauwtje telt thans in Noord-Brabant en aangrenzend Vlaanderen geen enkele zeer grote populatie en slechts twee grote populaties (Strabrechtse heide en Hageven). Naar schatting zijn deze twee populaties zo’n 6-700 vlinders groot. Voor een duurzaam behoud moet eerder aan een populatie(netwerk) van >1000 vlinders worden gedacht. Daarom is op termijn de aaneenschakeling van populaties van groot belang. Omgekeerd betekent dit niet dat kleine populaties moeten worden afgeschreven: deze kunnen nog decennia voortbestaan en bij uitbreiding van het leefgebied zijn ze als verspreidingskernen van vitaal belang! In grote lijnen geeft figuur 2 de wenselijke ontwikkelingen weer, in volgorde van prioriteit: • bevordering van de interne samenhang in 11 clusters met gentianengroeiplaatsen (waarvan er 7 één of meer populaties gentiaanblauwtjes tellen); • ontwikkeling van verbindingen tussen clusters: binnen Nederland aangegeven door groene lijnen door Vlaanderen aangegeven met pijlen N.B. de positie van de pijlen en lijnen geeft globaal de meest kansrijke verbindingen aan, dus zoveel mogelijk via bestaande natuurgebieden. Figuur 2: Potentiële clusters (omcirkeld) en verbindingszones (lijnen in Nederland en pijlen in Vlaanderen) voor het gentiaanblauwtje in Noord-Brabant. Grote stippen geven bestaande (blauwe) en recent verdwenen (rode) populaties weer. Kleine stippen geven het voorkomen van de klokjesgentiaan aan (lichtblauw: vanaf 1975, donkerblauw: vanaf 1990)(bron: Stichting FLORON).
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
11
Concrete gebieden waar de aandacht in Noord-Brabant naar uit gaat zijn, buiten de in Tabel 1 genoemde terreinen met bestaande en verdwenen populaties, de volgende (naar prioriteit vanuit het gentiaanblauwtje bezien):
hoge prioriteit • • • • • •
Strijbeeksche heide (bij Goudberg) Rovertsche en Aalsterheide (bij Papschot) Landschotse heide (bij Neterselsche heide) Collsche heide en Wolfsven (bij Collse zegge en Molenheide) Lieropsche heide (rond Beuven bij Strabrechtse heide) Groote heide en Valkenhorst (tussen Leender en Strabrechtse heide): Aan de noordwestkant van Heeze ligt de Groote heide met het Kleinhuisven (eig. Brabants Landschap). Hier is een goede populatie klokjesgentiaan aanwezig. Even ten noorden van de Groote Heide ligt de Stratumse Heide (eig. Brabants Landschap) ook hier is een kleine, goed ontwikkelde natte heide met klokjesgentiaan. Even ten zuiden van de Groote Heide, aan de westkant van de A2 ligt het Greveschutven (eig. Brabants Landschap) met nog wat klokjesgentianen. Mogelijk herbergt het aanliggende gebied van de Eindhovense golfbaan ook nog natte heide met klokjesgentianen (gesuggereerd door oude kaarten). Hier vandaan is een corridor mogelijk via het Eijerven en Brilven via de Ronde Vlaas richting de populatie van het Laagveld in Leende.
gemiddeld tot lage prioriteit • • • •
Oisterwijksche heide (bij Kampina) Kleine en Groote Meer (bij Kalmthoutse heide) Lange Maten en Busse heide (bij Zundert) Straatsche heide (bij Oirschotse heide)
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
12
Hoofdstuk 3 / Adviezen voor uitvoering
Geen van de terreinen in Noord-Brabant telt een zeer grote populatie, terwijl verbinding van populaties tussen terreinen veelal hoogstens op lange termijn haalbaar is. Uitbreiding van leefgebied door met name kleinschalig plaggen is daarom een belangrijk onderdeel van het beheeradvies. In tabel 2 wordt op basis van de huidige toestand van het leefgebied voor het gentiaanblauwtje per terrein beknopt aangegeven welke maatregelen geboden zijn. Er is onderscheid gemaakt in drie klassen van prioriteit. Voor sommige terreinen is eerst een nadere inventarisatie nodig omdat het geen actuele of recente leefgebieden van het gentiaanblauwtje betreft, maar terreinen die als zodanig ontwikkeld dienen te worden (zie de Visie voor de lange termijn in het vorige Hoofdstuk). Vervolgens worden de maatregelen toegelicht, en is aangegeven in hoeverre de Blauwe Brigade daarbij een rol kan spelen. Wanneer er aangegeven is dat er geen mogelijkheden zijn voor de Blauwe Brigade kan dit ook betekenen dat er reeds vrijwilligers actief zijn of dat de beheerder andere maatregelen inzet. Wanneer de mogelijkheden nog onduidelijk zijn, betekent dit hetzij dat de resultaten van de inventarisatie moet worden afgewacht, hetzij dat er nog verder moet worden bekeken of er vrijwilligers voor het betreffende terrein kunnen worden gevonden. Tabel 2: Advies voor het beheer ten behoeve van het gentiaanblauwtje. Prioriteit Locatie
Vegetatiebeheer
Inventarisatie
Mogelijkheden Blauwe Brigade
Hoog
BRAAKHUIZENSCHE HEIDE
kleinschalig plaggen langs drogere
Ja
delen van groeiplaats Hoog
CARTIERHEIDE I / HAPERTSE
kleinschalig plaggen + bekalken
HEIDE
langs randen van groeiplaatsen
Ja
Hoog
CARTIERHEIDE II
kleinschalig plaggen
Ja
Hoog
CARTIERHEIDE III
kleinschalig plaggen + bekalken
Ja
langs randen van groeiplaatsen Hoog
COLLSCHE HEIDE / WOLFSVEN
Hoog
COLLSE ZEGGE
? opslag verwijderen; aanvullend
inventarisatie
?
inventarisatie
?
gefaseerd maaien in juni/juli tegen verruiging (oppassen voor gentianenplekken!) Hoog
DE MALPIE
opslag verwijderen; kleinschalig
Ja
plaggen + bekalken; grootschaliger herstel door klepelen/frezen + afvoeren in smalle stroken (1-2 m breed) Hoog
GOUDBERG
kleinschalig (handmatig!) plaggen
Nee
op drogere delen langs veenrand Hoog
GROOTE HEIDE e.o.
?
inventarisatie; zie
Ja
Hfst. 2 Hoog
KAMPINA GLASVEN
kleinschalig plaggen + bekalken
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
?
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
13
Prioriteit Locatie
Vegetatiebeheer
Inventarisatie
Mogelijkheden Blauwe Brigade
langs randen van groeiplaatsen Hoog
KAMPINA KOSTERSCHE
kleinschalig plaggen en evt.
HOEVEN
bekalken; juni-augustus uitrasteren
?
voor begrazing Hoog
LEENDE GRENS
inventarisatie
?
Hoog
LEENDE KLOTVENNEN
kleinschalig plaggen
Ja
Hoog
LEENDE LAAGVELD
kleinschalig plaggen
Ja
Hoog
LIEROPSCHE HEIDE
?
inventarisatie
?
?
inventarisatie
?
(rond Beuven) Hoog
ROVERTSCHE HEIDE
Hoog
PLATEAUX HEIDEKARTELBLAD herstel soortenrijke heide door
Nee
ontbossen Hoog
PLATEAUX OUD KRAAIENVEN
opschonen ven; kleinschalig
Nee
plaggen + bekalken Hoog
REGTE HEIDE ZUID
kleinschalig plaggen
?
Hoog
STRABRECHTSE HEIDE
kleinschalig plaggen; uitrasteren
Ja
GRAFVEN
juni-eind aug
STRABRECHTSE HEIDE
kleinschalig plaggen
Hoog
Ja
HERBERTUSBOS Hoog
STRIJBEEKSCHE HEIDE
Gemiddeld KAMPINA GROOT GOOR
?
inventarisatie
kleinschalig plaggen of uitkammen
Ja ?
dood pijpestrootje Gemiddeld LANDSCHOTSE HEIDE Gemiddeld MOLENHEIDE
?
inventarisatie
gentianengroeiplaats uitrasteren
? evt. in omgeving
van juni tot eind augustus; uitbreiden door kleinschalig plaggen Gemiddeld NETERSELSCHE HEIDE/BLADEL kleinschalig plaggen andere
Ja
groeiplaatsen Gemiddeld OISTERWIJKSCHE HEIDE Gemiddeld PLATEAUX HAGEVEN
?
inventarisatie
kleinschalig plaggen; uitrasteren
? Nee
juni-eind aug Gemiddeld PLATEAUX KLOTVEN
uitkammen dood pijpestrootje
Gemiddeld STRABRECHTSE HEIDE
kleinschalig plaggen; uitrasteren
Nee Ja
juni-eind aug Gemiddeld STRABRECHTSE HEIDE NOORDOOST
kleinschalig plaggen; uitrasteren
Ja
juni-eind aug
Laag
GALDERSCHE HEIDE
?
inventarisatie
Laag
KAMERVEN
kleinschalig plaggen
Laag
KAMPINA BELVERTSE BAAN
ga zo door! oppassen met te hoge
Nee Ja Nee
begrazingsdruk Laag
KERKEINDSCHE HEIDE /
kleinschalig plaggen
Ja
HEILOOP Laag
OIRSCHOTSE HEIDE
opslag verwijderen
Ja
Laag
OIRSCHOTSE HEIDE
kleinschalig plaggen & opslag
Ja
verwijderen Laag
PAPSCHOT
afwachten resultaat plaggen
Laag
REGTE HEIDE NOORD
ga zo door! kleinschalig plaggen
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
Nee ?
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
14
Toelichting voor afzonderlijke terreinen Een toelichting op de toestand en de gewenste maatregelen in de verschillende terreinen is gegeven in het rapport van Wallis de Vries et al. (2004). Daar moet de onderstaande toelichting van deze in 2004 nieuw door het gentiaanblauwtje gekoloniseerde plek aan worden toegevoegd:
Plateaux Heidekartelblad Om de verbinding tussen Hageven en Klotven te versterken (met een verbinding met De Malpie als doel op lange termijn), is uitbreiding van deze locatie gewenst. Dit kan met name worden verwezenlijkt door het verwijderen van bosaanplant en –opslag. Andere terreinen dan de genoemde kunnen in de toekomst ook een mogelijk werkterrein voor de Blauwe Brigade Brabant vormen, maar deze hebben voor het gentiaanblauwtje een lagere prioriteit omdat ze doorgaans klein zijn en niet goed aansluiten bij bestaande leefgebieden.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
15
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
16
Hoofdstuk 4 / Opzet en inzet van een Blauwe Brigade
In 2005 is ook in Noord-Brabant toegewerkt naar de oprichting van een netwerk van vrijwilligers voor de uitvoering van kleinschalig beheer: de Blauwe Brigade. Hieronder worden de opzet en de randvoorwaarden voor het functioneren van de Blauwe Brigade in de komende jaren geschetst.
Rolverdeling Er is een rolverdeling opgesteld die als uitgangspunt dient voor het functioneren van de Blauwe Brigade Brabant in de periode 2005–2007: • de provincie is subsidieverlener voor dit project en in zijn algemeenheid ook regisseur van het natuurbeleid in Brabant; • de coördinatie en uitvoerende werkzaamheden voor dit project worden door het IVN Consulentschap Brabant en de Vlinderstichting gedragen; • De Vlinderstichting levert de ecologische kennis, het advies voor de maatregelen (uitzetten van plagplekken) en de monitoring; • Het IVN Consulentschap Brabant levert het contactennetwerk met vrijwilligers(groepen) in de provincie, de expertise op het gebied van werving en scholing van vrijwilligers en voorlichting & educatie, is aanspreekpunt voor de vrijwilligers en voert het secretariaat van dit project; • Terreineigenaren, met name de beheerders, hebben de rol van direct belanghebbende en van uitvoerder van maatregelen die niet door vrijwilligers worden uitgevoerd. Voor zover terreinbeheerders de activiteiten van vrijwilligers reeds aansturen en dit willen blijven doen of hiermee aan de slag willen gaan, zal deze rolverdeling met het IVN Consulentschap Brabant worden afgestemd. Kern van de zaak is dat de ondersteuning en begeleiding van de vrijwilligers efficiënt en effectief moet zijn. • Stichting Landschapsbeheer Brabant levert hand- en spandiensten waar nodig. Werkterrein De Blauwe Brigade Brabant beoogt het vrijwilligerswerk ten behoeve van het gentiaanblauwtje te stimuleren. Bestaande en goed lopende vrijwilligersactiviteiten worden dus alleen ondersteund waar dit nodig is. De in Hoofdstuk 2 genoemde gebieden dienen als uitgangspunt voor de prioritering. Initiatieven voor de inzet van vrijwilligers voor kleinschalig heideherstel in andere terreinen hebben in principe dus een lagere prioriteit. Of deze initiatieven actief (en financieel) kunnen worden ondersteund zal dus afhangen van de benodigde inzet voor andere terreinen.
Beoogde projectresultaten De beoogde projectresultaten zijn: • een ‘Blauwe Brigade Brabant’ bestaande uit minimaal 40 vrijwilligers en werkzaam in minimaal 10 natuurterreinen in Brabant; DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
17
• • •
• • • • • • • • • •
Inventarisatie van 6 potentiële terreinen Brabant; Deelname van 15 vrijwilligers en 10 natuurbeheerders aan de oprichtingsbijeenkomst Blauwe Brigade Brabant; Twee scholingsbijeenkomsten (najaar 2006 en voorjaar 2007) voor de vrijwilligers Blauwe Brigade Brabant en de terreinbeheerders; Ondersteuning lokale BBB-groepen o.a. door het organiseren van lokale tussen groepen BBB en desbetreffende terreinbeheerder; Twee maal per jaar een digitale nieuwsbrief BBB; Kleding BBB (bv. fleecjacks); Artikelen in bladen samenwerkingspartners, vakbladen, dagbladen; Pagina over de BBB op de websites van het Consulentschap en De Vlinderstichting Begeleidingsgroep BBB die jaarlijks bij elkaar komt; Benodigde materialen beheermaatregelen BBB; Monitoring werkzaamheden BBB; Evaluatierapport 2005-2007; Projectplan 2007-2009.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
18
Hoofdstuk 5 / Planning
De onderstaande planning betreft de werkzaamheden voor de uitvoering van het Actieplan “Blauwe Brigade Brabant” in de periode oktober 2005 – eind 2007. Er wordt gestreefd naar het oprichten van minimaal vijf actieve brigades in deze periode.
De uitvoering van het Actieplan zal worden geleid door het IVN Consulentschap met inhoudelijke ondersteuning van De Vlinderstichting.
Resultaat
Actoren Planning
1. Werven vrijwilligers uitbreiding BBB
IVN
Gehele projectperiode
2. Inventariseren andere potentiële terreinen Brabant
VS
1 terrein in 2005, 5 in zomer 2006
3. Uitzetten plagplekken, documenteren/archiveren
VS
September 2005 Zomer 2006
4. Oprichtingsbijeenkomst
IVN / VS September 2005
5. Twee bijscholingsbijeenkomsten
IVN
Najaar 2006 Voorjaar 2007
6.Ondersteuning lokale BBB-groepen (o.a.door organiseren bijeenkomsten tussen groepen BB en beheerders)
IVN
Gehele projectperiode
7. Digitale nieuwsbrief
IVN / VS Voorjaar 2006 en 2007 Najaar 2006
8. Kleding BBB (zie bijlage II)
IVN
9. PR (artikelen, website)
VS / IVN Gehele projectperiode
10. Begeleidingsgroep BBB
VS / IVN 2006 en 2007 (1ste helft)
11. Evaluatierapport
VS / IVN Juni 2007
12. Materialen nodig voor BBB (specificatie bijlage II)
IVN
2005
13. Monitoring werkzaamheden BBB
IVN
Gehele projectperiode
14. Projectplan 2007-2009
VS / IVN Zomer 2007
2005
De kosten betreffen met name: • de uitvoering van beheermaatregelen in het veld; • voorlichting en scholing vrijwilligers; • materiaal voor vrijwilligers. Gerekend is op 40 deelnemende vrijwilligers in de periode 2005–2007. Van laarzen, handschoenen en kleding moet altijd meer ingekocht worden omdat de maatvoering per persoon verschillend is en er dus een marge nodig is. Er zijn vergoedingen voorzien voor reiskosten en, per werkdag, een lunchgerecht van de kleine kaart. In dit plan wordt ervan uit gegaan dat
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
19
de brigadiers ongeveer 4 keer per winter actief is voor de Blauwe Brigade. Met elke vrijwilliger wordt een contract met verzekering gesloten. Elke ploeg brigadiers heeft een set materialen nodig. Bij 40 mensen zijn er dus 8 ploegen actief. In elke set zitten de volgende materialen: • 2 plagschoppen • 1 spade • 1 riek • 1 kruiwagen • 1 EHBO-doos • 1 aanhangwagen • 1 bekalkingsset voor bekalking van de plagplekken • 100 bamboestokken • 1 materiaalkist Daarnaast is bij het uitzetten van plagplekken een GPS nodig. Voor het beschermen van kwetsbare plekken in begraasde gebieden is de aanschaf van een flexraster voorzien.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
20
Hoofdstuk 6 / Conclusie
Het aantal populaties van het gentiaanblauwtje in Noord-Brabant bedraagt thans 23. Voor een duurzaam behoud is in de meeste terreinen uitbreiding van het leefgebied nodig en verbinding van leefgebieden. Door uitvoering van dit Actieplan en de inzet van vrijwilligers via de Blauwe Brigade bestaan er goede kansen voor herstel. In 2003/2004 waren er 22 van de 31 sinds 1990 bekende recente populaties van het gentiaanblauwtje over, verdeeld over 12 terreinen. Daar is in 2004 één nieuwe populatie op de Plateaux bijgekomen. Twee populaties zijn in 2000 of daarna verdwenen. De trend in de aantallen ligt in Zuid-Nederland gunstiger dan het landelijk gemiddelde. Omdat er slechts twee grote populaties aanwezig zijn (Strabrechtse heide en aangrenzend aan de Plateaux, het Hageven in Vlaanderen), is er op veel terreinen op korte termijn uitbreiding van het leefgebied nodig. Ook dient er te worden gewerkt aan verbinding van leefgebieden. De aandacht voor het gentiaanblauwtje en de kennis over het benodigde beheer is de laatste jaren dusdanig toegenomen dat herstel mogelijk moet worden geacht. Via de oprichting van een netwerk van vrijwilligers in Noord-Brabant – de Blauwe Brigade – kan de komende jaren een belangrijke impuls worden gegeven aan kleinschalig herstel van leefgebied.
Kleinschalig beheer door vrijwilligers biedt kansen voor het gentiaanblauwtje (foto: R. Ketelaar)
Voor de lange termijn van een duurzaam behoud van het gentiaanblauwtje is het zinvol om nu al vorm te gaan geven aan initiatieven voor herstel van natte heide en verbindingszones in Noord-Brabant. Daarbij is grensoverschrijdende samenwerking met Vlaanderen wenselijk.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
21
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
22
Literatuur
De Kruif, E.J., Ketelaar, R. & Zekhuis, M. (2003) Meer blauw op de hei! De Levende Natuur 104, 30-31. Wallis de Vries, M.F. (2003) Beschermingsplan Gentiaanblauwtje 20032007. Rapport EC-LNV nr. 2003/230, Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ‘s Gravenhage. Wallis de Vries, M.F., Peet, N.G. & Bouwman, J.H. (2004). Behoud van het
gentiaanblauwtje in Noord-Brabant: inventarisatie en advies. Rapport VS2004.034, De Vlinderstichting, Wageningen.
Zekhuis, M. & Ketelaar, R. (2004) Drie jaar Blauwe Brigade in Overijssel: kleinschalige aanpak werpt de eerste vruchten af. Vakblad Natuur, Bos & Landschap 1(8), 2-5.
DE VLINDERSTICHTING / IVN–CONSULENTSCHAP
2005 | A CTIEPLAN BLAUWE BRIGADE BRABANT
23