Lezing Rotary
15 Oktober 2009 Lezing Rotary: Klimaat veranderingen Beste Vrienden Anderhalf jaar geleden kreeg ik een boek aangereikt met als titel “De laatste generatie” van Fred Pearce. In de vakantie van 2008 heb ik dit boek gelezen en het boeide mij zo dat ik het nadien nog twee keer gelezen heb. Sinds die tijd heb ik alles wat ik vinden kon over dit onderwerp bestudeerd en heb enkele maanden voorbereiding gedaan voor de lezing die ik van vandaag wil geven. Het onderwerp is: “Klimaat veranderingen, hoe worden ze veroorzaakt en wat doen we er aan.” Het zou te ver gaan alle factoren van klimaatveranderingen hier vandaag te behandelen. Ik ben bang dat het dan wel een latertje zou worden. Daarom wil ik me beperken tot de meest belangrijkste oorzaken en conclusies uit de studie. Wat is er met het klimaat op deze planeet aan de hand en zijn wij werkelijk de laatste generatie? Maar eerst enkele klimaatveranderingen in het verleden: De wereld heeft van het begin van haar ontstaan 5 miljard jaar geleden vele klimaatveranderingen gekend. 3 miljoen jaar geleden vormde zich na een lange warmte periode de eerste ijskap op de Noordpool welke een periode inluidde van regelmatige ijstijden. De laatste ijstijd begon 100 duizend jaar geleden en kwam 16 duizend jaar geleden horten en stoten aan zijn eind. 14,5 duizend jaar geleden stijgt de zeespiegel 20 meter in een periode van 400 jaar ten gevolgen van de opwarming van de aarde. 8200 jaar geleden is er een terugkeer naar omstandigheden van de ijstijd wat verscheidene honderden jaren duurt. 5.500 jaar geleden valt de Sahara plotseling droog. 700 tot 150 jaar geleden hebben we op het noordelijk halfrond een Kleine ijstijd met een piek in het jaar 1690. Sinds 1938 levert de wetenschapper Guy Callender de eerste bewijzen van een stijging van het kooldioxidegehalte in de atmosfeer. En sinds 1970 begint een krachtige wereldwijde opwarming van de aarde die sindsdien doorzet en zeker het gevolg is van de snelstijgende uitstoot van kooldioxide. Als gevolg van de opwarming van de aarde hebben we in 2003 in Europa een hittegolf die aan 30.000 mensen het leven kost. De laatste jaren smelt het zee-ijs rond de Noord en de Zuidpool dramatisch. Hoe neemt de natuur wraak op het broeikaseffect? 1
Lezing Rotary
Aarde Onze planeet aarde bestaat uit een bol met een diameter van 12 756 km. Het binnenste gedeelte van de aarde heeft een kern bestaande uit ijzer, uit wat nikkel en andere elementen. Je kunt de kern onderverdelen in twee lagen, de binnenkern en de buitenkern. De binnenkern is vast, omdat de druk binnenin zo groot is dat het metaal ondanks de hoge temperaturen van 5000 ºC niet kan smelten. De buitenkern is, door de hoge temperatuur, vloeibaar en ongeveer 2200 km dik. Doordat de aarde draait, spint de buitenkern om de binnenkern en daardoor ontstaat het magnetisme van de aarde. Rondom de aarde bevindt zich de atmosfeer welke onder te verdelen is in Troposfeer, Stratosfeer, Thermosfeer en de Exosfeer. Water Het aardoppervlak bestaat voor een groot gedeelte uit water. Water komt in de natuur voor in de drie verschillende hoofdfasen, als vloeistof, als vaste stof en als gas. Water in vloeibare vorm bedekt 71% van de Aarde. De oppervlakte bedraagt 344 miljoen km², en de gemiddelde diepte ca 4000 m. Water in vaste stof komt in hoofdzaak voor in ijskappen. Een ijskap is een aaneengesloten ijsmassa van grote omvang. Op Aarde bevinden zich twee grote ijskappen, te weten de Groenlandse ijskap en de Antarctische ijskap. Daarnaast bevinden zich op Aarde nog talloze kleinere ijskappen, Deze ijslagen worden gevormd door neerslag in vaste vorm en kunnen over een termijn van honderdduizenden jaren worden opgebouwd; Vorming en smelten van de grote ijslagen hebbent een grote invloed op het klimaat van onze planeet: De Antarctische ijskap is 12 miljoen km2 groot, en bevat 29 miljoen km3 ijs. De Groenlandse ijskap is 1,7 miljoen km2 in oppervlakte, en heeft een inhoud van circa 3 miljoen km. Het zeespiegelequivalent, d.w.z. de hoeveelheid zeespiegelstijging bij afsmelten van de volledige ijskappen, is ongeveer 68 meter. Het ijs van een ijskap kan zeer dik worden. De gemiddelde ijsdikte op de Groenlandse ijskap is ruim 3 km, die van Antarctica bijna 4 km. Water als gasvorm komt voor als waterdamp in wolken in de Troposfeer. Water is altijd in beweging in een waterkringloop op aarde. Water verdampt door opwarming en gaat over in waterdamp. Als zoetwater komt het in de vorm van regen terug op aarde in meren rivieren en oceanen. De totale hoeveelheid water op aarde blijft steeds het zelfde. Kooldioxide (CO2) De tweede belangrijke verbinding op aarde is Kooldioxide (CO2) en is een kleurloos en reukloos gas dat van nature in de atmosfeer voorkomt. Evenals water heeft kooldioxide ook een kringloop op aarde. Kooldioxide ligt in “zinkputten” opgeslagen op aarde in het groen van bomen, bossen en planten. In olie en kolen en turf onder de grond en in planton in de oceanen. De atmosfeer van de aarde bevat tegenwoordig ongeveer 383 ppm (part per miljoen) koolstofdioxide (jan 2007). Deze concentratie neemt jaarlijks toe. Dit wordt 2
Lezing Rotary
voornamelijk veroorzaakt door het grootschalige gebruik van fossiele brandstoffen, maar ook ontbossing speelt een rol. Voor het begin van de Industriële revolutie was de concentratie ongeveer 280 ppm. De toename van de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer speelt een belangrijke rol bij de opwarming van de Aarde. Kooldioxide wordt gebruikt door planten in de fotosynthese. Hierbij wordt door planten water en koolstofdioxide opgenomen en in glucose vastgelegd terwijl de zuurstof (O2) weer terug aan de lucht wordt afgegeven. Voor dit proces is energie nodig die door de zon wordt geleverd. In kassen wordt het gas als een soort bemesting van de planten gebruikt: bij aanwezigheid van meer Co2 groeien veel planten sneller. Dieren doen het omgekeerde van wat planten doen. Zij ademen zuurstof in en kooldioxide uit, die bij de verbranding van energiehoudende voedingsstoffen (vetten en koolhydraten) in het lichaam vrijkomt. Ook de energie komt daarbij weer vrij. De eenvoudigste manier om kooldioxide te maken is, door verbranding van koolstof (bijvoorbeeld houtskool). Het komt in grote hoeveelheden vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Dit proces is voor de mensheid een van de belangrijkste energiebronnen. Doordat kooldioxide infrarode straling absorbeert vermindert het de uitstraling richting de ruimte van zonnewarmte die de aarde bereikt. Dit wordt het broeikaseffect genoemd. Gebleken is dat de concentratie CO2 in de lucht sinds de industriële revolutie toeneemt. De toename van CO2 wordt voornamelijk veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstof. Volgens vrijwel alle deskundigen neemt het broeikaseffect toe als gevolg van de toegenomen kooldioxide-concentratie (het zgn. versterkte broeikaseffect). In november 2007 stelde het IPCC dat kooldioxide van door de mens veroorzaakte emissies, het belangrijkste broeikasgas is. Weliswaar zijn er andere gassen met een sterkere broeikaswerking, maar de hoeveelheid uitgestoten koolstofdioxide zorgt ervoor dat kooldioxide momenteel de belangrijkste bijdrage levert aan de toename van het broeikaseffect. Door de sterke toename van het broeikaseffect door de uitstoot van CO2 in de atmosfeer kan de warmte van de aarde van de zon afgegeven aan de aarde niet vrij de ruimte in stromen. De temperatuur op aarde is altijd stabiel geweest. De laatste 10 jaren is de gemiddelde temperatuur echter met 0,6 graden gestegen. Dat lijkt misschien erg weinig maar dat is voor de gemiddelde temperatuur op aarde heel veel. Het is net de kritische grens waarop diverse natuurkundige reacties op de aarde worden geactiveerd of stilgelegd.
Permafrost. In West- Siberië bevinden zich veenmoerassen die een miljoen vierkante kilometers beslaat. Een gebied net zo groot als Frankrijk en Duistland bij elkaar. Vanaf het ontstaan van deze moerassen heeft het moeras dat aan de oppervlakte groeide langzaam gigantische hoeveelheden koolstof uit de atmosfeer geabsorbeerd. Men 3
Lezing Rotary
noemt dit Permafrost. Omdat het daar koud is ontbind de vegetatie praktisch niet en vormt een dikke bevroren massa. Waarschijnlijk een kwart van alle koolstof die na de ijstijden door de bodem is geabsorbeerd bevindt zich daar. De vrees is nu dat door de opwarming dit moeras gaat ontdooien en dat de koolstof vrij komt. In de moerassen is geen zuurstof en zullen ze bij ontdooiing methaan produceren. Methaan (CH4) is een krachtig snelwerkend broeikasgas, honderd maal sterker dan kooldioxide. De snelle uitstoot van dit gas in de atmosfeer werkt als een tsunami en zal de hele planeet aarde vele graden opwarmen. Sinds 2005 zijn enorme gebieden van deze permafrost gaan smelten en ontstaan er in de bevroren moerassen plotseling poelen en meren. De totale permafrost gebieden op aarde bevatten ca 450 miljard ton koolstof. Als deze gaat smelten en de koolstof in de vorm van kooldioxide vrijkomt, zal de wereldtemperatuur met nog eens 3 graden C extra stijgen. Als het echter in één keer vrijkomt in methaan dan kan de wereld temperatuur zelfs tientallen graden stijgen. Dat is misschien een onwaarschijnlijk scenario, maar toch dienen we daar rekening mee te houden. Branden in Borneo Eind 1997 zorgde een intense El Nino in de Stille oceaan dat de stormwolken die normaliter regen naar Borneo brengen, werden tegengehouden. De regenwouden van Borneo droogden in korte tijd uit en er ontstonden gigantische bosbranden. Het werden de grootste bosbranden in de geschiedenis van de mensheid. De rook verspreide zich over duizenden kilometers. Vliegtuigen storten neer, schepen botsten op elkaar en in de naburige landen Maleisië en Thailand lagen de ziekenhuizen vol met slachtoffers van longaandoeningen. Niet alleen de bomen branden maar ook het veenmoeras diep in de grond. Deze bosbranden stootten ruwweg 2 miljard ton kooldioxide in de atmosfeer. Dat was zo’n 40 procent van alle uitstoot van fossiele brandstoffen in dat jaar. Nog steeds gaan elk jaar boeren op Borneo door met het oerwoud platbranden om landbouwgrond te winnen. In 2002 en 2003 blijkt uit satelliet foto’s dat op dat moment 5 miljoen hectare van het moerasbos in brand stond. De branden toonden aan dat kleine gebieden een enorme invloed kunnen hebben op de wereldwijde koolstof balans. De bioreservoirs van kooldioxide kunnen de meest explosieve uitstoters van het gas worden. Amazonewoud Het Amazonewoud in Zuid Amerika is het grootste bioreservoir voor kooldioxide op het landoppervlak van de aarde. De bomen bevatten ongeveer 70 miljard ton koolstof en de bodem misschien wel net zo veel. Dat is ongeveer twintig jaar menselijke uitstoot van fossiele brandstoffen. Het is ook de motor van het wereldklimaatsysteem, omdat het zowel warmte als vocht in omloop brengt. De helft van de regendruppels komen nooit op de grond maar verdampen terug in de lucht. Gezien het feit dat verschillende klimaatmodellen een toename van de droogte in de Amazone voorspellen, zijn de implicaties voor de veelzijdige ecosystemen somber. Door de huidige branden in het regenwouden komen nu jaarlijks al ongeveer 200 miljoen toon koolsof vrij wat veel meer is dan het woud jaarlijks absorbeert. Door de toename van de kooldioxide-uitstoot in de komende decennia zal het Amazonegebied steeds droger worden en op hun beurt de drempelwaarden creëren waarboven branden ontstaan. Klimaatverandering kan het woud in een paar jaar vernietigen. Sommige onderzoekers denken dat het hele ecosysteem wel eens dicht bij een omslagpunt zou kunnen liggen. Het hele regenwoud kan letterlijk in een woestijn veranderen. Als 4
Lezing Rotary
het Amazoneregenwoud brandt zal het als gevolg hebben dat ook Europa verdroogt en zou de Sahara wel weer eens groen zou kunnen worden. De Oceanische transportband De oceanische transportband is een krachtige noordelijke stroom, De Golfstroom, die warm, zout water van het zuiden van de Atlantische Oceaan door de tropen naar het verre noorden voert. In het noorden van de Atlantische oceaan koelt het water af, vooral in de winter, als gevolg van de snijdende wind die van het Canadese vasteland en Groenland aan komt waaien. Door die afkoeling stijgt de dichtheid van het water, een proces dat nog versterkt wordt door ijsvorming, dat zoetwater aan de zee onttrekt, waardoor het achtergebleven zeewater nog zouter en dus zwaarder wordt. Uiteindelijk zinkt het zwaardere water naar de zeebodem. Vandaar begint het aan een reis zuidwaarts over de zeebedding naar het uiterste zuiden van de Atlantische Oceaan, waar het gezelschap krijgt van een stroming koud zout water dat rondom de Zuidpool naar de zeebodem zakt. Daarna gaat de transportband oostwaarts door de Indische en Stille Oceaan, om na ongeveer duizend jaar in het zuiden van de Atlantische Oceaan weer aan de oppervlakte te komen en weer noordwaarts te stromen in de vorm van de Golfstroom, die vervolgens weer in de Noordelijke IJszee naar de bodem zinkt. De stroming heeft velerlei functies. Hij brengt warm water van de tropen naar de poolstreken, mengt het zeewater en zorgt mede voor uitwisseling van kooldioxide tussen de atmosfeer en de oceanen. De transportband is verantwoordelijk voor het aan en uitschakelen van ijstijden. Wanneer de transportband langzamer stroomt of zelfs uitschakelt word het in het noorden kouder. Wanneer deze warmer water aanvoert wordt het in het noorden warmer en smelt het ijs. De Oceanische transportband is één van de belangrijke oorzaak dat de ijskap in Groenland aan het smelten is. Antarctica Er was eens een tijd dat iedereen het ijs van de Zuidpool beschouwde als zo ongeveer de meest betrouwbare ijsmassa op aarde. De twee ijskappen die de Zuidpool bedekken zijn enorm. De kleinste van de twee, de West-Antarctische ijskap, beslaat rond de 4 miljoen kilometer. Hij is kwetsbaar omdat hij niet als zijn oosterbuur op het droge ligt. Hij balanceert op een archipel van grotendeels onderwater gedrukte bergen. De oceaanstromingen gaan onder zijn ijsplaten door. De temperatuur van het zeewater is dicht bij het vriespunt. Het risico is, als de zee maar iets warmer wordt, de ijsplaten dan door het smelten van hun ankerplaats loskomen. Het merendeel van de ijskap zal dan binnen een eeuw verdwijnen. Opwarming van 5 graden C is al voldoende om het hele proces op gang te brengen. Op delen van het continent is de temperatuur inmiddels al 2 graden gestegen. De West/Antarctische ijskap draineert zich door 5 grote gletsjers. De twee grootste gletsjers lozen het water in de baai van Pine Island en de Thwaites. Nasa meldde in 2004 dat de twee gletsjers 250 kubieke kilometer ijs per jaar in de Pine Island Bay dumpen. In een jaar met zware sneeuwval wordt er echter maar 160 kubieke kilometer toegevoegd. De gletsjers worden elk jaar breder. Als de gletsjers Pine Island en Thwaites op een ramp afstevenen, dan heeft dat wereldwijde consequenties. Samen draineren ze een gebied dat genoeg ijs bevat om de zeespiegel over de hele wereld met 1 tot 2 meter te doen stijgen. De beide gletsjers 5
Lezing Rotary
zijn nu al de grootste oorzaak van de zeespiegel stijging in de wereld. Er is zelfs een kans dat de West-Antartische ijskap het de komende eeuw helemaal begeeft en de zeespiegel met 6 meter stijgt. De Oost-Antarctische ijskap is de grootste en dikste ijsplak op aarde. In het onwaarschijnlijke geval dat deze volledig zou smelten, zou de zeespiegel met 50 meter stijgen. Maar hij ligt er al 20 miljoen jaar en lijkt tot nu toe vrij stabiel. In maart 2002 veranderde het landschap van de Zuidpool op de meest dramatische wijze. Aan de kust van het Antarctische Schiereiland brak een ijsplaats af ter grote van Luxemburg van 200 meter dik die al duizenden jaren aan het schiereiland had vastgezeten. Hij viel in duizenden stukken, allemaal reusachtige ijsbergen die de zuidelijke oceaan indreven. Doordat de ijsplaat voor het grootste gedeelte onder water zat had het geen gevolgen voor de zeespiegel stijging. De afbrokkeling geeft echter wel aan hoe kwetsbaar de ijskappen op Antarctica zijn.
Groenland De Groenlandse ijskap bevat grote hoeveelheden opeengepakt sneeuw van zo’n 3 kilometer hoog die is overgebleven van de laatste ijstijd. Door de opwarming van het zeewater in het noorden brokkelen de ijskappen sterk af. Dit zijn maar slechts enkele voorbeelden van wat er met het klimaat aan de hand is. IPPC
Het IPCC of het Intergovernmental Panel on Climate Change is een organisatie van de Verenigde Naties, opgericht in 1988, om de risico's van klimaatverandering te evalueren. Het panel bestaat uit honderden experts uit de hele wereld, vanuit universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen, milieuorganisaties en andere organisaties. Het IPCC doet zelf geen onderzoek, maar evalueert onderzoek dat is gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Sinds zijn oprichting heeft het IPCC een reeks rapporten gepubliceerd die gelden als referentiewerken voor beleidsmakers, wetenschappers, studenten en andere specialisten. Deze rapporten hebben een grote invloed in het milieubeleid van vele regeringen. Deze rapporten komen om de 4 à 5 jaar uit. Het laatste rapport is in verschillende delen uitgekomen op 7 oktober 2007 in Oslo. De belangrijkste conclusies uit IPCC-rapport 2007 zijn: Klimaatverandering is moeilijk te meten en voorspellen, maar enkele zaken zijn wel al erg zeker en de belangrijkste daarvan zijn: • •
•
11 van de 12 warmste jaren sinds 1850 vallen in de laatste 12 jaar. De Aarde is in de afgelopen eeuw bijna 0,76 °C warm er geworden en daar zal in de komende eeuw nog 1,1 tot 6,4 °C bij komen, on der andere afhankelijk van welke maatregelen genomen zullen worden. De oceanen hebben meer dan 80% van de toegenomen warmte in het klimaatsysteem geabsorbeerd, waardoor het zeewater is gaan uitzetten. 6
Lezing Rotary
Daardoor is in de 20e eeuw het zeeniveau wereldwijd met 17 cm gestegen. In de komende eeuw zal de zeespiegel daar bovenop nog 18 tot 59 cm stijgen en doordat de oceanen warmte zullen blijven opnemen zal de uitzetting nog eeuwen doorgaan. Die stijging kan nog hoger uitvallen door verdere afkalving van de ijskappen van Groenland en Antarctica (die in de laatste jaren sterk is toegenomen). Verandering in de stralingsforcering tussen 1750 en 2005. De grootste bijdragen komen van kooldioide en methaan. De grootse onzekerheden komen van fijn stof en de invloed van wolken. •
• •
De opwarming is vooral het gevolg van de uitstoot van broeikasgassen als kooldioxide (CO2) en methaan (CH4). De concentraties van die gassen in de atmosfeer zijn momenteel de hoogste in minstens 650.000 jaar. Dit is vooral het gevolg van menselijk handelen, vooral door verbranding van fossiele brandstoffen, maar ook door landbouw, veeteelt en landgebruik. De invloed van variaties in zonnestraling (waar sommigen het aan wijten) is relatief klein. De CO2-concentratie in de atmosfeer is sinds 1750 met 35% toegenomen. Die toename gaat in de afgelopen 10 jaar sneller dan ooit. Doordat een deel van de CO2 oplost in de oceanen zijn die aan het verzuren. Dit heeft tot nu toe een dempend effect gehad op de opwarming, maar die buffer begint verzadigd te raken, waardoor die demping minder zal worden. Bovendien zal dit tot gevolg hebben dat een eventuele toekomstige daling van de CO2 in de atmosfeer tegengewerkt wordt doordat het weer vrijkomt uit die buffer.
In 1997 werd in de Japanse stad Kioto het Kyoto-protocol of Verdrag van Kyoto opgesteld dat de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen moet regelen. Met het verdrag zijn industrielanden overeengekomen om de uitstoot van broeikasgassen in 2008-2012 met gemiddeld 5,2% te verminderen ten opzichte van het niveau in 1990. Het verdrag treedt in werking als de parlementen van 55 landen, die samen 55 procent van de uitstoot van broeikasgassen veroorzaken, het hebben bekrachtigd. Op 23 oktober 2004 werd het verdrag ook in Rusland goedgekeurd. Omdat hiermee een meerderheid van de landen het verdrag heeft getekend treedt het wereldwijd in werking, 7 jaar na de overeenkomst in Kioto was opgesteld. De VS, het meest vervuilende continent, hebben het overeengekomen verdrag echter niet geratificeerd. De VS is er nog lang niet aan toe om de vele kolengestookte centrales om te bouwen naar gas. Het is echter wel vijf voor twaalf om de aarde voor de komende eeuwen te kunnen redden. Om onze kinderen in een leefbaar klimaat te kunnen laten leven moeten we nieuwe innovaties stimuleren en hier heel veel geld voor beschikbaar stellen.
7
Lezing Rotary
Om te voorkomen dat de uitstoot in de komende vijftig jaar nog verder toeneemt en om die te stabiliseren op het huidige niveau moeten we veel meer doen. We moeten niet alleen de uitstoot stabiliseren, maar ook de feitelijke concentraties broeikasgassen in de atmosfeer, en daarvoor moeten de emissies worden teruggebracht van de huidige 7,5 miljard ton per jaar tot rond de 2 miljard ton. We kunnen daarbij kiezen uit de volgende mogelijkheden waarvan er minimaal zeven nodig zijn. • Zorg overal voor efficiënte verlichting en elektrische apparaten in huizen en kantoren • Verdubbel de energie-efficiënte van twee miljard auto’s • Bouw compacte stedelijke centra met een efficiënt openbaar vervoer, waardoor het gebruik van auto’s in de toekomst halveert • Zorg voor een vijftigvoudige uitbreiding van de windenergie in de hele wereld, het equivalent van twee miljoen turbines van 1 megawatt • Zorg voor een vijftigvoudige uitbreiding van biobrandstoffen voor voertuigen • Start een wereldwijd programma voor de isolatie van gebouwen • Zet een lap grond ter grootte van New Jersey vol met zonnepanelen • Verviervoudig de huidige opwekking van elektriciteit met aardgas door kolencentrales om te bouwen • Vang 1600 gigawatt kooldioxide-uitstoot van aardgascentrales af en sla die op • Stop de ontbossing wereldwijd en beplant een stuk land ter grootte van India met nieuwe bomen • Verdubbel de capaciteit van kernenergie • Veertienvoudig de wereldwijde toepassing van duurzame akkerbouw om de opslag van koolstof in de bodem te vergroten. Zelf denk ik nog meer aan de oplossing waarbij CO2 wordt opgevangen van industrieschoorstenen, energie centrales, auto’s, schepen, treinen en vliegtuigen. We zullen CO2 moeten afvoeren gelijk we ons vuile water afvoeren door de riolering. Wetenschappers van UCLA hebben een metaal- organisch kristal ontwikkeld dat CO2 opzuigt als een spons. Eén liter van de kristallen kan maar liefst 83 liter CO2 absorberen. De kristallen zouden als CO2-filters in industriële schoorstenen van bijvoorbeeld kolencentrales kunnen dienen. Het idee is om de wanden van schoorstenen met ZIF kristallen te voeren. Na verloop van tijd zou het CO2 via een speciaal proces uit de kristallen worden gezogen om ondergronds opgeslagen te worden. Volgens de wetenschappers zou deze 8
Lezing Rotary
toepassingen op een soortgelijke manier in het uitlaatsysteem van auto’s kunnen worden aangebracht. Tijdens het tanken bij een benzinestation zou de CO2 uit het uitlaatsysteem verwijderd kunnen worden. De oplossingen en innovaties zullen heel veel geld gaan kosten. Toch is het van het grootse belang hierin te investeren. De verandering van het klimaat met enkele tientallen procenten temperatuur stijging zal al vele malen duurder zijn door de milieurampen, als El Nino’s , Catrina’s en de stijging van de zeespiegel die ons anders zeker te wachten staat. In december 2009 is in Kopenhagen de Conference of Parties van het IPCC Klimaatverdrag. Hier moeten afspraken gemaakt worden over emissiereducties na 2012. Met spanning wachten we af wat hieruit naar voren zal komen. Zijn wij werkelijk de laatste generatie of is er nog een toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen? Johann H.R. van den Noort.
9