2012-05-04 Aanvullende informatie aanvraag 1 Ml 2-002.doc
AANVULLENDE INFORMATIE INTRODUCTIE IN HET MILIEU IM 12-002 Maatregelen rondom radicale prostatectomie Het is niet uit te sluiten dat het GGD na 3 weken nog aanwezig is in de prostaat, alhoewel op basis van de literatuur de te verwachten hoeveelheid virus gering zal 1 Zoals beschreven in de aanvraag wordt het milieurisico van het GGD als zijn. verwaarloosbaar klein beschouwd en zijn daarom specifieke veiligheidsmaatregelen niet noodzakelijk. Voor de operatieve verwijdering van de prostaat en drainerende lymfeklieren wordt de Erasmus MC “Veilig werken in de operatiekamer” Infectiepreventie richtlijn ZHOO6WIP gevolgd. Deze richtlijn is opgesteld om ziekenhuispersoneel te beschermen tegen infectie met pathogene micro-organismen waarmee de patiënt potentieel besmet kan zijn. Het volgen van deze richtlijn wordt als voldoende beschouwd om het risico van besmetting van ziekenhuispersoneel te minimaliseren. Dit is nu aangegeven onder A4.8 en de richtlijn ZHO06WIP is bijgevoegd als Attachment 8. Daarnaast is onder A4.l (punt 7) en A4.3 (punt 5) blootstelling aan prostaatweefsel toegevoegd als mogelijk scenario voor blootstelling van het milieu aan het GGD. Werkinstructies ziekenhuisapotheek De werkinstructies voor de ziekenhuisapotheek zijn samengevat in de Hospital Hygiene Regulations (Appendix 3). Deze zijn afgeleid van de werkinstructies die opgesteld zijn voor het oncolytisch adenovirus AdV-Delta24-RGD en die door het Ministerie van l&M zijn goedgekeurd (vergunning lM 08-008). Deze instructies zijn nu toegevoegd aan de aanvraag als Attachment 6 en 7, met verwijzing onder Al .3. In verband met de nieuwbouw van het Erasmus MC zal de huidige productielocatie van de ziekenhuisapotheek binnen een jaar vervangen worden door een nieuwe locatie. De verwachting is dat de voorgestelde trial na deze vervanging zal starten. De bestaande werkinstructies voor het werken met een oncolytisch adenovirus (Attachment 6 en 7) zullen daarom afgestemd gaan worden op de situatie in de nieuwe locatie en vervolgens als definitieve werkinstructies beschikbaar worden gesteld aan het Ministerie van l&M. De aanpassingen zullen geen structurele wijzigingen betreffen maar met name van logistieke aard zijn. ML-ll laboratorium ziekenhuisapotheek Uit veiligheidsoverwegingen voor de patiënt wordt het virus in de ziekenhuisapotheek standaard voor toediening gereed gemaakt in een biologische veiligheidskast. Voor het voor toediening gereed maken van het GGD zal worden voldaan aan de ML-ll werkvoorschriften. Dverigens voldoet de ruimte tevens aan de ML-ll inrichtingseisen. De handelingen die noodzakelijk zijn voor het gereedmaken voor toediening vallen onder de IM vergunning. Sample analyse onder aangevraagde IM vergunning Het is correct dat de analyse van de samples die het GGD kunnen bevatten zal plaatsvinden onder de aangevraagde IM vergunning.
1
Freytag SO et al. Phase 1 study of replication-competent adenovirus-mediated double-suicide gene therapy in combination with conventional-dose three-dimensional conformal radiation therapy for the treatment of newly diagnosed, intermediate- to high-risk prostate cancer. Cancer Res 2003;63:7497506.
Pagina 1 van 3
2012-05-04 Aanvullende informatie aanvraag 1 Ml 2-002.doc
Herkomst regulatoire sequentie De drie elementen in de regulerende sequentie, i.e. TARP promoter, PSA enhancer en PSMA enhancer, zijn allen van humane herkomst. Deze informatie is toegevoegd onder A2.7 en A2.9. Toxiciteitsstudie en diermodel De toxiciteitsstudie is uitgevoerd in NMRI muizen. NMRI muizen zijn een outbred muizenstam die veelvuldig wordt gebruikt in geneesmiddelonderzoek, met name voor toxicologie (http:Ilwww.criver. com/sitecollectiondocuments/nmri-mice.pdf). Deze informatie is toegevoegd aan A3.1. Er bestaat geen optimaal proefdiermodel om de effecten van dit GGD in de mens na te bootsen. Het tropisme van het GGD is beperkt tot de mens en andere diersoorten hebben een sterk mindere permissiviteit. Daarnaast repliceert het GGD alleen in humane prostaatcellen. Er is daarom gekozen voor de NMRI muis als geschikt model voor een toxiciteitsstudie. Deze muizen zijn een goed gekarakteriseerd proefdiermodel voor toxicologie onderzoek en hebben een intact immuunsysteem waardoor immunologische effecten op het GGO ook geanalyseerd kunnen worden. Bij de proefopzet is gekozen om de effecten van grote hoeveelheden circulerend GGO op andere organen te bestuderen en hiermee te analyseren of lekkage van het GGD uit de prostaat in de circulatie veiligheidsrisicos voor de patiënt met zich meebrengt. Aangezien het GGD niet repliceert in een muizenprostaat en onbekend is of eventuele lekkage vergelijkbaar is met de humane situatie, is gekozen is voor een intraveneuze toediening. Deze informatie is toegevoegd aan A3.1. Glycogeenstapeling in de lever in de toxiciteitsstudie Glycogeenstapeling in de lever is waargenomen 30 dagen na behandeling met de lx en lOx dosering. De oorzaak is onbekend, maar er wordt aangenomen dat dit gerelateerd is aan de intraveneuze behandeling met het GGD. Het is belangrijk om op te merken dat er geen data beschikbaar zijn over voedselinname. Het is bekend dat er voorafgaand aan necropsie sprake kan zijn van verhoogde voedselinname, wat kan resulteren in verhoogde glycogeenwaarden in de lever. Deze informatie is toegevoegd aan A3.1. Shedding analyse in eerder uitgevoerde trial In de eerder door ons uitgevoerde suicide gene therapy trial is op dag 2 en dag 7 na injectie shedding geanalyseerd in urine en keeluitstrijkjes. Deze informatie is toegevoegd aan A3.1. Genoomgrootte GGO ten opzichte van wildtype Ad5 De genoomgrooffe van het GGD (35659 bp) is 99.2% ten opzichte van het wildtype Ad5 (35935 bp). Deze informatie is toegevoegd onder A2.7. Binding aan heparan sulfaat proteoglycanen als infectie route Infectie van de lever via binding aan heparan sulfaat op hepatocyten is beschreven in muizen en non-humane primaten. Deze binding wordt gemoduleerd door factor X uit de stollingscascade. De rol van heparan sulfaat proteoglycanen binding als infectie route in de mens wordt als beperkt beschouwd door een snelle inactivatie van Ad5 in de circulatie via binding aan erythrocyten. Deze route van infectie is daarom niet relevant voor de huidige trial wat betreft verspreiding en toxiciteit. Binding aan de
Pagina 2 van 3
2012-05-04 Aanvullende informatie aanvraag 1M12-002.doc
CAR receptor is de belangrijkste infectie route voor Ad5 in de mens. In A3.1 is dit nu duidelijker beschreven. Toelichting op oncolytische adenovirussen die in eerdere studies zijn gebruikt Onder A2.13 is een toelichting toegevoegd over de vier oncolytische adenovirussen die in eerdere studies zijn gebruikt.
Q
Beschrijving in vitro assay voor virale besmetting in productiecellijn In de in vitro assay voor virale contaminanten zijn indicator cellijnen geïnoculeerd met cellysaten van de Master CelI Bank en Working Celi Bank door middel van een 70 ± 10 minuten incubatie bij 36°C ± 2°C. Vervolgens zijn deze kweken gedurende 14 dagen tenminste drie keer per week geanalyseerd op virale cytopathische effecten. Na 14 dagen is het kweekmedium getest op haemadsorptie en haemagglutinatie waarbij gebruik is gemaakt van erythrocyten van kippen, cavia’s en rhesusapen. Daarnaast is kweekmedium van dag 14 gebruikt voor een nieuwe inoculatie en is deze tweede inoculatie getest op virale cytopathische effecten tot en met dag 28. Tevens is haemadsorptie en haemagglutinatie na 28 dagen getest. De Master Ceil Bank en Working Ceil Bank dienden negatief te zijn voor virale cytopathische effecten, haemadsorptie en haemagglutinatie. Als indicator cellen zijn een humane longcellijn (MRC-5 cellen), een niercellijn van de Afrikaanse groene aap (Vero cellen) en een humane baarmoederhaiskankercellijn (HeLa cellen) gebruikt. Deze cellijnen zijn gekozen omdat in deze cellen een groot spectrum van virussen, met name humane virussen inclusief humaan adenovirus, kan groeien. Als positieve controle voor de MRC-5 cellen is het mazelenvirus gebruikt en voor de Vero cellen en de HeLA cellen het parainfluenza virus type 3. Er zijn geen gegevens bekend over de gevoeligheid van deze assay voor wildtype adenovirus. In de context van deze vraag is het belangrijk om op te merken dat het klinisch GGO product zelfs bij een extreem hoge dosering van MOl 500 (500 GGO deeltjes per cel) geen replicatie laat zien in humane primaire bronchiale epitheelcellen, endotheelcellen, hepatocyten en urotheelcellen, in tegenstelling tot wildtype 2 Er zijn dus geen aanwijzingen dat wildtype adenovirus afkomstig uit de adenovirus. Master Celi Bank of Working Celi Bank aspecifieke replicatie van het klinisch GGO product zou veroorzaken. Onder A.3.3 is een beknopte beschrijving voor de in vitro assay toegevoegd. Openbare kwal iteitscontrole gegevens Een meer uitgebreide samenvatting van de resultaten van de kwaliteitscontrole voor parameters die relevant zijn voor de milieurisicoanalyse is opgenomen onder A3.4.
2
Referentie 28: Adamson RE, Frazier A, Evans H, Chambers K, Schenk E, Essand M, Mitry R, Dhawan A and Maitland NJ. In vitro primary celi culture as a physiologically relevant method for pre clinical testing of human oncolytic adenovirus. Hum Gene Ther 201 2;23:218-30.
Pagina 3 van 3
c
0
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *
* KOPIE *