[Aangetekend verzonden] UWV Afdeling Bezwaar en Beroep Postbus 35 6800 LG Arnhem
A, 20 juni 2013
Betreft : Bezwaargronden WIA BSN: xxx.yyyy.zzz
Geachte heer, mevrouw,
In vervolg op mijn pro-forma bezwaarschrift van 13 mei 2013 gericht tegen het UWV-besluit van 9 april 2013, doe ik u hierbij mijn bezwaargronden toekomen. Dit betreft zowel bezwaren tegen de medische en de arbeidsdeskundige beoordeling alsook procedurele bezwaren. Voor het formuleren van mijn bezwaargronden heb ik mij uitvoerig medisch en juridisch laten informeren.
Motivatie bezwaar Ondanks mijn autisme, waardoor ik op het werk vaak in conflict kwam met collega’s en leidinggevenden, heb ik ten koste van mijn gezondheid toch steeds weer opnieuw geprobeerd om aan het werk te blijven. Blijkens de medische verklaring van psychologe mw. drs. N van 14 maart 2013 (zie bijlage), ben ik als gevolg van mijn autisme zeer beperkt in mijn sociaal-emotionele redzaamheid en zijn mijn energetische vermogens blijvend aangetast. Door mijn autisme wordt ik ook sterk beperkt in mijn functioneren in arbeid. Dit geldt met name op sociaal-emotioneel gebied en voor mijn vermogen tot samenwerking. Ik ben zeer afhankelijk van de context zoals de aanwezigheid van een beschermende, empathische, leidinggevende en begripvolle collega's die mijn wijze van communicatie accepteren. Als gevolg van mijn beperkingen is gebleken dat het duurzaam behouden van arbeid voor mij daardoor onmogelijk is. Het niveau en het soort werk van de door mij uit te oefenen functie is niet relevant. Ik ben afhankelijk van toevallige (sociale) omstandigheden op de arbeidsplek. Ik zal, als gevolg van de onvermijdelijke wijzigingen in die omstandigheden, door mijn sociale tekortkomingen altijd in de problemen geraken met als gevolg een verstoorde arbeidsrelatie en ontslag.
1/35
Voor een nog beter begrip van mijn problematiek verwijs ik u naar het rapport van de Gezondheidsraad, Autisme spectrum stoornissen - een leven lang anders, 2009, pag. 124, “Wat maakt reguliere arbeid zo moeilijk?” (zie bijlage 1), waarin dit zeer treffend wordt verwoord. Mede omdat nu de ernst en de niet-behandelbaarheid van mijn autisme ten volle tot mij is doorgedrongen, ben ik tot de conclusie gekomen dat een duurzame arbeidsrelatie op de reguliere arbeidsmarkt voor mij niet meer haalbaar is.
Samenvatting grondslagen bezwaar 1. Procedureel 1.1. Het medisch- en verzekeringsgeneeskundig onderzoek is onzorgvuldig en onvolledig geweest. 1.2. Er is sprake van een onrechtmatige arbeidskundige beoordeling door de verzekeringsarts. 1.3. Er heeft geen feitenonderzoek naar de problemen in mijn arbeidsverleden plaatsgevonden. 1.4. Er is geen recent contact met de behandelende sector geweest. 1.5. De richtlijnen in de Basisinformatie CBBS (versie 6 mei 2013), de Verminderde arbeidsduur standaard (2000) en de Richtlijn Ontwikkelingstoornissen (2010) zijn in onvoldoende mate gevolgd waardoor mijn claim en claimklachten niet adequaat zijn geformuleerd. 1.6. Het besluit van 9 april 2013 concludeert niet conform de Verzekeringsgeneeskundige Rapportage van 18 maart 2013 dat in de toekomst mijn functionele mogelijkheden niet wezenlijk zullen veranderen.
2. Medisch 1.1. De medische verklaring van psychologe N van 14 maart 2013 is niet bij de beoordeling betrokken. 1.2. Discrepantie tussen het Medische Onderzoeksverslag van 18 maart 2013 en de Verzekeringsgeneeskundige Rapportage van 18 maart 2013. 1.3. De arbeidsanamnese geeft het arbeidsverleden niet correct en te positief weer. 1.4. Mijn sociaal-medische beperkingen zijn onjuist en onvolledig naar de FML vertaald. 1.5. Mijn energetische, zintuiglijke en fysieke beperkingen ontbreken in de FML. 1.6. De door mij verzochte urenbeperking is ongemotiveerd afgewezen.
3. Arbeidsdeskundig 1.1. Mijn eerste arbeidsongeschiktheidsdag is onjuist en dient op 10 december 2010 te worden vastgesteld. 1.2. Er is sprake van een onjuiste en veel te positieve beoordeling van mijn arbeidsverleden door de AD. 1.3. Een jobcoach biedt voor mijn specifieke sociaal-medische problematiek geen oplossing. 2/35
1.4. Het nivo van het werk lost mijn sociaal-medische arbeidsproblematiek niet op. 1.5. De geduide functies zijn niet passend bij de vastgestelde en (nog) niet-vastgestelde beperkingen in de FML.
Conclusie Voor mij zijn geen passende functies op de reguliere arbeidsmarkt te duiden. Derhalve dien ik per 6 december 2012 volledig arbeidsongeschikt te worden verklaard zonder kans op verbetering van de belastbaarheid in arbeid. Hoorzitting Nadrukkelijk verzoek ik om gehoord te worden conform artikel 7:2 AWB [Hoorplicht] door zowel de bezwaarverzekeringsarts en de bezwaararbeidsdeskundige. Voorbehoud Ik behoud mij het recht voor om mijn bezwaargronden nog nader aan te vullen.
Hoogachtend,
Y
Bijlagen: 1. Bijlage 1: Rapport Gezondheidsraad , Autisme spectrum stoornissen - Een leven lang anders, 2009, pag. 124, “Wat maakt reguliere arbeid zo moeilijk?” 2. Bijlage 2: Toelichting procedurele bezwaargronden 20 juni 2013 3. Bijlage 3: Toelichting medische bezwaargronden 20 juni 2013 4. Bijlage 4: Toelichting arbeidsdeskundige bezwaargronden 20 juni 2013 5. Bijlage 5: Toelichting Arbeidsverleden 6. Bijlage 6: Actuele FML volgens cliënt 20 juni 2013 7. Medische Verklaring N 14 maart 2013 8. Kopie medische onderzoeksverslag (lang) 18 maart 2013 9. Kopie verzekeringsgeneeskundig rapportage (kort) 18 maart 2013 10. UWV Besluit 9 april 2013 11. Pro Forma bezwaarschrift 13 mei 2013 12. Ontvangstbevestiging bezwaar 15 mei 2013 13. Bezwaarschrift niet compleet: verzoek tot motivatie gronden 24 mei 2013 14. Medische verklaring oogarts 3 juni 2013
3/35
Bijlage 1: Rapport Gezondheidsraad Autisme spectrum stoornissen - een leven lang anders, 2009 , pagina 124 “Wat maakt reguliere arbeid zo moeilijk? Samengevat werden de volgende belemmeringen genoemd. Het zoeken naar werk en de sollicitatieprocedure waren moeilijk. Bij het sollicitatiegesprek ging het vaak al fout, doordat de meeste deelnemers van het onderzoek de gebruikelijke omgangsvormen niet begrepen. De banen die ze aangeboden kregen, waren in de meeste gevallen te laag gekwalificeerd voor de genoten opleiding en pasten vaak ook niet bij hun specifieke, en soms brede, belangstelling. In het werk kregen ze te weinig tijd om nieuwe taken te leren en om zich aan nieuwe werkroutines aan te passen. De meeste deelnemers klaagden over een gebrek aan tolerantie voor het feit dat ze anders waren en ook over interpersoonlijke problemen met leidinggevenden en collega’s. De meest genoemde belemmering voor een succesvolle baan was het onvermogen om tegemoet te komen aan de sociale eisen van het werk. De meeste herkenden dat hun sociale tekorten de oorzaak waren van het verlies van hun werk en dat dit ook het geval was als zij hun werk in alle andere opzichten goed deden.”
4/35
Bijlage 2: Toelichting procedurele bezwaargronden 1. Onzorgvuldig en onvolledig onderzoek 1.1. De conclusie van de VA dat "desondanks perioden redelijk heeft gefunctioneerd" is niet gebaseerd op eigen (sociaal-)medisch en arbeidsdeskundig onderzoek van het UWV naar het passend zijn van de door mij uitgeoefende functies. 1.2 De VA had systematisch alle beoordelingpunten moeten onderzoeken m.b.t. ontwikkelingsstoornissen en autisme die in de Basisinformatie CBBS staan vermeld en deze met mij moeten bespreken. Door dit na te laten zijn een aantal van mijn beperkingen niet vastgelegd in de FML. 2. Er is geen recent contact met de behandelende sector geweest 2.1 Blijkens de rapportages van de VA zijn de claimklachten "moeilijk te objectiveren, echter de anamnese en vooral het dagverhaal worden op reële wijze verteld". Uit de beschikbare medische gegevens en onderzoeksrapportages is door psychologe N, op grond van objectiefmedische aanknopingspunten en aan de hand van door haar systematisch verkregen gegevens, de diagnose Autisme Spectrum Stoornis bij mij vastgesteld, nader getypeerd als het Syndroom van Asperger. Door de psychologe is vervolgens uitgebreid onderzoek verricht naar mijn sociaal medisch beperkingen en mijn daaruit voortkomende problemen en in een medische verklaring (brief 14-03-2013, zie bijlage 7) voor de VA inzichtelijk gemaakt. 2.2 Uit dit contact had de VA ook kunnen leren dat er geen sprake is van een "zo zijn" maar dat mijn autisme diep ingrijpt in mijn functioneren in een arbeidssetting 2.3 De medische anamnese, inclusief de actuele klachten, wordt door de VA niet in zijn medisch oordeel betrokken waardoor er een onjuist, althans onvolledig beeld ontstaat en worden mijn claimklachten als gevolg van de hoofddiagnose "ontwikkelingstoornis" niet of nauwelijks naar de FML vertaald. 3. Onrechtmatige arbeidsdeskundige beoordeling door VA De conclusie van de VA dat "Blijkens het arbeidsverleden heeft cliënt in de voorgaande jaren, ondanks de thans bekende belemmeringen die de cliënt in het dagelijks leven ervaart, vrij lang goed gefunctioneerd" betreft geen medische of verzekeringsgeneeskundige maar een arbeidsdeskundige beoordeling. Deze bevinding is derhalve onrechtmatig door de VA gesteld en niet op feiten gebaseerd. 4. Geen feitenonderzoek naar arbeidsverleden 4.1 Zonder een uitgebreid objectief onderzoek en analyse van mijn arbeidsverleden (zie bijlage 5 Toelichting Arbeidsverleden) door het UWV, kan geen conclusie worden getrokken 5/35
over mijn wijze van functioneren. 4.2 Ik heb bij een groot aantal werkgevers gewerkt en meestal met problemen. Het enkel bestuderen van het dossier door het UWV zonder bij mij of mijn ex-werkgevers navraag te doen over inhoud van de functie, het aantal arbeidsuren per week, de context, het verloop en wijze van beëindiging van de arbeidsrelaties, getuigd niet van grondig onderzoek dat kan leiden tot een contra-indicatie van het UWV dat er in het verleden sprake is geweest van passende arbeid. 5. Geen adequate formulering claim en claimklachten Blijkens de UWV Richtlijn Ontwikkelingstoornissen (2010) geldt dat: "Als gevolg van de ontwikkelingsstoornis kan de cliënt minder inzicht hebben in de eigen mogelijkheden en beperkingen, cliënt ervaart zijn beperkingen als egosyntoon. Hierdoor is hij niet in staat tot adequaat formuleren van een claim en claimklachten. De VA had hier rekening mee moeten houden en veel meer zijn best moeten om mijn beperkingen in kaart te brengen 6. Discrepantie tussen het UWV Besluit en de Verzekeringsgeneeskundige Rapportage De conclusie in het UWV Besluit van 9 april 2013 dat "U een meer dan geringe kans op herstel heeft"komt niet overeen met die in de FML "Verbetering van de belastbaarheid is niet of nauwelijks te verwachten” en de Verzekeringsgeneeskundige Rapportage "De verwachting is dat de functionele mogelijkheden niet wezenlijk zullen veranderen."
6/35
Bijlage 3: Toelichting medische bezwaargronden 1. Medische verklaring psycholoog 1.1. Het is onjuist dat door mijn beperking, zoals door de VA in zijn medische rapportage van 18 maart 2013 wordt gesteld, "de klachten moeilijk te objectiveren" zouden zijn. Blijkens de medische verklaring van 14 maart 2013 van psychologe mw. drs. N heeft zij, op grond van objectief-medische aanknopingspunten en aan de hand van door haar systematisch verkregen gegevens, de diagnose Autisme Spectrum Stoornis bij mij vastgesteld, nader getypeerd als Syndroom van Asperger. 1.2. De medische verklaring geeft de psychologe op een inzichtelijke en verifieerbare wijze mijn sociaal medische beperkingen weer die voortkomen uit mijn autisme diagnose. Het is voor mij onbegrijpelijk dat deze, nieuwe en zeer relevante, medische informatie van een behandelaar door de VA is genegeerd en niet in de FML is verwerkt. Als gevolg hiervan is door de AD met mijn beperkingen onvoldoende rekening gehouden bij de vaststelling van mijn mogelijkheden om nog te kunnen te functioneren in arbeid.
2. Discrepantie tussen medische en de verzekeringsgeneeskundige rapportage 2.1 Het Medisch Onderzoeksverslag bevat meer en zwaardere beperkingen dan in verzekeringsgeneeskundige rapportage en FML staan vermeld. 2.2. Doordat de VA in zijn verzekeringsgeneeskundige rapportage heeft weggelaten dat ik heb aangegeven afhankelijk te zijn van "een begripvolle, empathische leidinggevende" en heeft hij dit ook niet in de FML verwerkt. Als gevolg hiervan kunnen er door de AD nog functies worden geduid. Correct was geweest als de VA in rubriek 1 onder punt (9.3 specifieke voorwaarden voor het persoonlijk functioneren in arbeid) deze voorwaarde had gesteld: 3 ja, de cliënt is aangewezen op werk dat onder rechtstreeks toezicht (met veelvuldig feedback) en/of onder intensieve begeleiding wordt uitgevoerd De toelichting in de basinformatie CBBS geeft duidelijk aan dat deze voorwaarde bij mij van toepassing is: Niveau: De functionaris doet het werk altijd samen met en onder continue leiding van een ervaren en empathische collega. Hij kan voortdurend terugvallen op deze collega. 2.3 Helaas wordt essentiële informatie, namelijk mijn Autisme Spectrum Stoornis, niet als zodanig in de verzekeringsgeneeskundige rapportage genoemd en daardoor aan de AD onthouden. Hierdoor kan mijn sociaal-medische problematiek niet door de AD worden meegewogen bij het duiden van passende functies. 2.4 Opmerkelijk is dat in de medische rapportage gesproken wordt dat “Bij cliënt sprake is van een ontwikkelingsstoornis en een persoonlijkheidstoornis” maar dit vervolgens door de VA in de Verzekeringsgeneeskundige rapportage om onbegrijpelijke reden wordt genuanceerd: 7/35
“Bij cliënt is sprake van een psychiatrische aandoening waarmee hij desondanks perioden redelijk heeft gefunctioneerd“
3. Arbeidbeidsanamnese is niet juist en onvolledig Ik ben het er niet mee eens dat de VA, kennelijk op grond van mijn arbeidsverleden, kan concluderen dat daarmee is aangetoond dat voor mij duurzame arbeidsparticipatie nog tot de mogelijkheden behoord. Uit mijn arbeidsverleden blijkt juist dat iedere nieuwe poging om aan het werk te blijven steeds weer in een drama is geëindigd. De toelichting op mijn arbeidsverleden (zie bijlage 5) spreekt voor zichzelf en onderbouwt mijn claim dat het mij niet lukt om duurzaam te participeren op de reguliere arbeidsmarkt.
4. Sociaal-medische beperkingen onjuist en onvolledig vermeld in FML 4.1 Voor mijn functioneren in arbeid ben ik sterk afhankelijk van het begrip van de collega's en een empathisch leidinggevende. Het onbegrip de werkvloer wordt in de medische verklaring van mijn psycholoog geduid en verklaard. Het aannemen van een extra beperking in rubriek 1 nummer 8 van de FML, namelijk dat ik sterk afhankelijk ben van de context, is naar mijn mening zeer plausibel. 4.2 Door de VA wordt geen onderscheid gemaakt tussen externe sociale interacties met klanten of patiënten en interne sociale interactie met leidinggevenden en collega's. Externe sociale interacties kunnen zijn door in de FML door de VA beperkt onder rubrieken 2.12.1 (Werk waarin meestal weinig of geen rechtstreeks contact met klanten) en 2.12.2 (Werk waarin meestal weinig of geen direct contact met patiënten) 4.3 Voor de vertaling naar de FML van mijn beperkingen met de interne sociale interacties dienen er beperkingen in de rubrieken 1.9.3 ( Ja, de cliënt is aangewezen op werk dat onder rechtstreeks toezicht (met veelvuldig feedback) en/of onder intensieve begeleiding wordt uitgevoerd),rubriek 2.7 (Sterk beperkt, is meestal niet in staat gevoelens te uiten (blokkeert zichzelf) , 2.9 (Sterk beperkt, kan in de regel niet met anderen werken) en 2.12 (4 ja, de cliënt is aangewezen op werk waarin meestal geen direct contact met collega's vereist is te worden opgenomen.) In de medische verklaring van de psychologe worden op objectief medische wijze mijn beperkingen en de gevolgen daarvan voor mijn functioneren verklaard en de daaruit voortvloeiende FML beperkingen aannemelijk gemaakt. Kort samengevat wordt dat in de medische verklaring als volgt weergegeven 1. Problemen met afstemming in de (intermenselijke) communicatie, niet de vaardigheid 1.1. --> sociaal wenselijk gedrag vergt grote psychische inspanning 1.2. --> gewenste duur is vaak te lang om op een gezonde manier de aanpassing vol te houden 2. Faalangst als gevolg van besef het steeds niet goed te kunnen 2.1. -->Angstoornis 2.2. -->Somber 8/35
3. Weinig openlijk emotioneel vertoon inzake eigen problemen! 4. overschatting eigen kunnen en overvraging leiden tot werkstress 4.1. --> onvermogen om dit zelf te reguleren 5. Onbegrip op de werkplek
5. Energetische, zintuiglijke en fysieke beperkingen ontbreken in de FML 5.1. Ik heb grote moeite met het vasthouden van de aandacht. Tijdens een belangrijk gesprek kost het mij zeer veel energie om de aandacht erbij te houden. Hierdoor ben ik na dat gesprek volledig uitgeput. Mijn problemen met de afstemming en de grote inspanning die dat van mij vergt, worden door de medische verklaring van psychologe bevestigd. Derhalve dient in de FML een beperking in rubriek 1 nummer 5 (Vasthouden van de aandacht) te worden opgenomen. 5.2 Psychologe N geeft in haar medische verklaring aan dat bij mij een startmotor ontbreek. Dit is een metafoor voor het feit dat ik moeilijk uit mijzelf activiteiten opstart. In de FML dient dit vertaald te worden naar een beperking in rubriek 1 nummer 5 (Doelmatig handelen). 5.3 Anders dan door de VA in zijn medische rapportage wordt weergegeven "Cliënt ervaart lichamelijk geen belemmeringen in functioneren" ervaar ik wel degelijk lichamelijke problemen zoals houterigheid en (fysieke) onhandigheid. Ik heb problemen met het gebruiken van een pen en kan daardoor moeilijk schrijven. Omdat ik enkel functies heb gehad waarin mijn fysieke beperkingen een mindere rol speelden zijn door de VA de problemen met mijn psycho-motoriek blijkbaar niet opgemerkt. Mijn handelingstempo wordt daarnaast ook beperkt door een, objectief-medisch vastgestelde, vertraagde informatieverwerking en problemen met de prikkelverwerking. Derhalve dient deze beperking in de FML vertaald te worden naar een beperking in rubriek 1 nr.7 (Vertraagd handelingstempo). 5.4 De beperkingen voortvloeiend uit mijn oogproblematiek zijn niet naar de FML vertaald. Ik ben hierdoor met name beperkt in diepte zien en heb daardoor moeite met mij te bewegen in het verkeer. Blijkens de medische verklaring van oogarts drs. P is er sprake van verminderd zicht dat niet door mijn bril wordt gecorrigeerd. Daarom dient in de FML onder rubriek 2.1 de beperking te worden opgenomen 1 zien Beperkt, namelijk verminderd zichtvermogen en geen diepte zien. 5.5 Door de VA is in het Medische Onderzoeksverslag en de Verzekeringsgeneeskundige Rapportage vastgelegd dat "Cliënt verder last ondervindt van veel omgevingsprikkels" . Ook mijn psychologe heeft in haar medische verklaring deze beperkingen op dit gebied bij mij vastgesteld en aanneembaar gemaakt (informatieverwerkingstoornis). Mijn vermoeidheid, angstproblemen, traag reageren en niet kunnen concentreren of nadenken als gevolg van omgevingsprikkels dienen daarom in FML vertaald te worden in de rubrieken 2.1 Horen en 2.2. Zien met toelichting (Beperkt namelijk prikkelarme werkomgeving vereist). 5.6 Ik ervaar dat ik in een gesprek vaak moeite heb met het vinden van woorden. Dit beperkt mij omdat mijn handeling- en denkvermogen hierdoor aanzienlijk wordt vertraagd. Zoals door mijn psychologe in haar medische verklaring wordt uitgelegd, weet ik dit door mijn goede 9/35
communicatieve vaardigheden goed te verbergen. Desalniettemin dient er in de FML onder rubriek 2.4 Spreken een beperking opgenomen (Beperkt namelijk woordvindstoornis)
6. Afwijzing urenbeperking niet door VA inzichtelijk gemotiveerd 8.1 Door mij aan de VA verzocht om een urenbeperking toe te kennen van maximaal 4 uur per dag en 20 uur per week op energetische en preventieve gronden. Ten onrechte is door de VA deze urenbeperking niet aangenomen. Temeer nu door mijn psychologe in haar medische verklaring energieverlies als gevolg van mijn beperkingen objectief medisch onderbouwd en op een reële wijze aannemelijk wordt gemaakt, is het niet toekennen van de door mij gevraagde urenbeperking onbegrijpelijk. Naar mijn mening is er sprake van een verklaard energieverlies als direct gevolg van een ontwikkelingstoornis. 8.2 De aanname van de VA dat ik enkel in de privésituatie last zou hebben van mijn sociaal medische beperkingen snijdt geen hout. In zijn beschouwing in het Medisch Onderzoeksverslag gaat de VA de mist in bij zijn constatering dat "De grootste obstakel voor cliënt in het dagelijks leven de problemen in de sociale interacties zijn" en "Hoewel cliënt in de werksetting structuur en gedragsregels redelijk kan hanteren, gaat dit niet op in de thuissituatie". Vervolgens spreekt de VA zichzelf in de medische rapportage tegen: "door escalatie in werksetting lijkt er telkens een terugval op te treden". 8.3 Daar waar de VA spreekt over confronterende sociale interacties en "zodra de contacten intiem worden loopt hij vast" had de VA zich moeten realiseren dat er juist in de werksetting sprake is van, langdurige en niet te vermijden, intieme contacten met collega's. 8.4 Sociale interacties omvatten dus niet enkel externe contacten met klanten of patiënten maar ook interne contacten met collega's en leidinggevende. Juist deze interne, noodzakelijke, contacten kosten mij enorm veel energie. Dat komt doordat de intermenselijke communicatie, mede door mijn gebrek aan inlevend vermogen, bij mij volledig via mijn ratio verloopt waardoor halverwege de dag alle energie uit mij is gezogen. Een half uurtje pauze heeft dan totaal geen effect, temeer omdat juist de pauze tot extra overprikkeling leidt. Het gevolg hiervan is dat ik 's middags nog maar weinig productief ben en 's avond uitgeblust op de bank zit. 8.5 Ondanks het feit dat de VA in zijn Medische Onderzoeksverslag als gevolg van omgevingsprikkels energieverlies aanneemt: "Cliënt heeft veel last van omgevingsprikkels" (..) "Dit kost hem veel energie en spanning te laten vloeien" wordt tot mijn verbazing deze overweging niet overgenomen in de Verzekeringsgeneeskundige Rapportage en constateert de VA op onbegrijpelijke gronden : "er is arbeidsmedisch gezien geen sprake van een urenbeperking: dat wil zeggen cliënt kan fulltime werken". 10/35
Mede omdat uit onderzoek is gebleken dat er bij een ASS er sprake is van een te hoge draaglast vanwege overprikkeling als gevolg van het feit dat een ASS'er energetisch beperkt is doordat de prikkelverwerking anders verloopt en daardoor veel meer dan gebruikelijke energie kost. 8.6 Uit eigen onderzoek van het UWV (AKC Onderzoekscahier 1, Voorspellende factoren voor arbeidsparticipatie van Wajongers met Autisme Spectrum Stoornis (2010) blijkt echter dat het "mogelijk beter is om parttime te werken, in plaats van fulltime " (..) “Dat heeft te maken met dat zij communicatief minder vaardig zijn en minder structuur kunnen aanbrengen in het werk. Het werk is daardoor veel vermoeiender voor hen.” De VA had aan mij dus ook als preventie tegen overbelasting een urenbeperking kunnen toekennen of in ieder geval kunnen motiveren waarom in mijn geval een urenbeperking, onder de condities van een arbeidsituatie, niet wordt geïndiceerd. 8.7 Als gevolg van mijn autisme is er bij mij sprake van voortdurende stress- en slaapproblematiek die tot energetische beperkingen leidt. Door de VA is dit wel in zijn bevindingen geconstateerd maar vervolgens genegeerd.
11/35
Bijlage 4: Toelichting arbeidsdeskundige bezwaargronden 1. Eerste arbeidsongeschiktheidsdag 1.1. Op vrijdag 10 december 2010 ben ik , blijkens een fax van mijn toenmalig advocaat (zie bijlage), door mijn werkgever geschorst. Nadien ben ik niet meer werkzaam geweest in mijn bedongen arbeid, noch heb ik enige andere arbeid verricht. 1.2 Feitelijk was er ten tijde van mijn schorsing/ontslag sprake van een "False Self" situatie waardoor ik mijzelf niet arbeidsongeschikt heb gemeld bij mijn toenmalige werkgever, maar gedwaald heb en mijn ontslag heb aanvaard terwijl er op dat moment al geen sprake meer was van passende arbeid. 1.3 Nu ook door het UWV is vastgesteld dat ik arbeidsongeschikt ben voor mijn maatgevende functie van Y en de schorsing dus een direct gevolg moet zijn geweest van mijn arbeidsbeperkingen als gevolg van mijn Autisme spectrum Stoornis, ben ik de mening toegedaan dat de datum van mijn eerste ziektedag op 10 december 2010 dient te worden gesteld, althans een datum die vóór de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gelegen is. 1.4 De wachttijd van 104 weken is hierdoor aangevangen op 10 december 2010, althans binnen het dienstverband, en de ingangsdatum van de Wia-uitkering dient derhalve 6 december 2012 te worden gesteld. 1.5 Het belang voor een eerdere ziektedatum is met name gelegen in het feit dat mijn aanspraak op een premievrije opbouw van pensioenrechten als gevolg van een onjuiste vaststelling van mijn 1e arbeidsongeschiktheidsdag verloren zijn gegaan.
2. Geen redelijk arbeidsverleden Door de AD wordt in haar rapportage geschreven dat er sprake is van "een redelijk arbeidsverleden" zonder dat zijzelf hier enig onderzoek naar heeft verricht.
3. Inzet jobcoach is geen oplossing voor mijn sociaal-medische beperkingen. 3.1 De aanname van de AD dat de inzet van een jobcoach de oplossing voor mijn sociale- en emotionele problemen in een werksetting zouden zijn, wordt niet door haar gemotiveerd. 3.2 De jobcoach is bedoelt als een tijdelijk voorziening voor maximaal 2 jaar terwijl mijn sociaal-medische problematiek een altijd aanwezig factor is, waardoor ik gedurende mijn hele werkzame leven begeleiding nodig heb. Deze langdurige begeleiding is niet beschikbaar binnen de setting van de reguliere arbeidsmarkt. 3.3 De werksituatie zoals die door de arbeidsdeskundige wordt geduid, is niet gelijk aan de werkcontext. Op de context kan een jobcoach immers geen enkel invloed uitoefenen
12/35
4. Het nivo van de functie is niet relevant 4.1 De mening van de AD dat "werkzaamheden op een laag-nivo voor minder druk kunnen zorgen" is niet navolgbaar en lost de sociaal medische problematiek niet op. Bovendien is deze in strijd met onderzoek van de Gezondheidsraad waaruit zelfs blijkt, dat er sprake van een contra-indicatie voor te laag gekwalificeerd werk. Daarnaast valt te verwachten dat het begrip op de werkvloer bij laagopgeleide leidinggevende en collega's voor mijn sociaalemotionele beperkingen nog veel minder zal zijn.
5. De geduide functies zijn niet passend 5.1 Noch uit het Arbeidsdeskundig Rapport van 4 april 2013, noch uit het Resultaat Functiebeoordeling van 4 april 2013, blijkt dat de geduide functies passend zijn bij mijn . objectiveerbare, sociaal-medische beperkingen. Deze beperkingen worden door de VA vermeld in zijn Medische Onderzoeksverslag van 18 maart 2013 maar staan om onbegrijpelijke redenen niet vermeld in de Verzekeringsgeneeskundige Rapportage van dezelfde datum. 5.2 Het feit dat de functies routinematige werkzaamheden bevatten zonder grote prestatiedruk, leidinggevende aspecten of veel sociale interactie, lost niet mijn kernproblematiek op die bestaat uit intolerantie op de werkvloer en inter-persoonlijke problemen met leidinggevenden en collega’s. 5.3 Elke van de geduide functies had wat de psychisch belastende uitwerking van de sociale interactie met collega's en leidinggevende in arbeidskundig opzicht moeten worden beoordeeld. 5.4 Iedere functie waarbij een goede oog-handcoördinatie noodzakelijk is, is door mij niet uit voeren of alleen op een zeer laag tempo. Bijvoorbeeld het hanteren van een soldeerbout of het gebruik van een schroevendraaier levert bij mij grote problemen op als gevolg van beperkingen in mijn psycho-motoriek.
13/35
Bijlage 5: Toelichting Arbeidsverleden Het "eigen adviesbureau" in de periode 1994 t/m 1999 betrof slechts een inschrijving bij de KvK zonder dat er sprake is geweest van werkzaamheden of omzet. Periode Werkgever 1991-1992 W1
Uren p/w Duur 32 12 mnd
1992-1992 1993-1993 1994-1994 1998-1999 1999-1999 1999-2000 1999-1999 1999-1999
16 16 16 16 1 40 1 40
2 mnd 4 mnd 2 mnd 4 mnd 2 mnd 4 mnd 4 mnd 5 mnd
1999-2002 W10
8
36mnd
2002-2002 W11 2002-2005 W12 2006-2007 W13
40 36 36
1 mnd 31 mnd 19 mnd
2008-2010 W14
38
34 mnd
W2 W3 W4 W5 W6 W7 W8 W9
14/35
Toelichting Ontslag, iedere paar weken andere leidinggevende Conflict / einde ovk Zwangerschap vervanging Conflict / einde ovk Conflict / einde ovk Thuiswerk Problemen met kantoortuin Thuiswerk Arbeidsconflict, 3 mnd non-actief Thuiswerk, nieuwe leidinggevende einde contract Conflict / einde uitz.ovk. Fusie Arbeidsconflict, 3 mnd non-actief Arbeidsconflict, 3 mnd non-actief
Bijlage 6: Actuele FML volgens cliënt Rubriek 1. Persoonlijk functioneren 1.1 Vasthouden van de aandacht* 1.2 Verdelen van de aandacht 1.3 Herinneren 1.4 Inzicht in eigen kunnen*
VA Cliënt
1.5 Doelmatig handelen*
-
1.6 Zelfstandig handelen*
-
1.7 Handelingstempo* 1.8 Overige beperkingen in persoonlijk functioneren* 1.9 Specifieke voorwaarden voor het persoonlijk functioneren in arbeid 1.9.1 Volledig* voorgestructureerd werk 1.9.2 Vaste, bekende werkwijzen
-
0 1 1 -
-
N J
1.9.3 Rechtstreeks toezicht en/of intensieve begeleiding*
-
1.9.4 Geen afleiding door activiteiten van anderen*
-
1.9.5 Voorspelbare werksituatie*
J
1.9.6 Werksituatie zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen 1.9.7 Werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken 1.9.8 Werk waarin geen hoog
J J -
1.Beperkt, kan de aandacht niet langer dan een half uur richten op één informatiebron 1.Beperkt 1.Beperkt 1.Beperkt, overschat meestal de eigen mogelijkheden 1.Beperkt, start niet tijdig activiteiten om het gestelde doel te bereiken 1.Beperkt, neemt meestal niet uit zich zelf het initiatief tot handelen 2.Beperkt, stelt zich zelf meestal geen doelen 3.Beperkt, ontwerpt meestal zelf geen handelingsvarianten 8.Beperkt, doet meestal niet zelf tijdig een beroep op hulp van anderen, wanneer de situatie dat gebiedt 9.Anderszins beperkt in zelfstandig handelen, namelijk: Heeft moeite met initiatief, eenmaal ergens aan begonnen moeite met stoppen activiteit 1.Beperkt, het handelingstempo is aanmerkelijk vertraagd 1.Beperkt, specifieke overige beperkingen, namelijk afhankelijkheid van de omgeving
Contra indicatie Ja, de cliënt is aangewezen op vaste, bekende werkwijzen (routine-afhankelijk) Ja, de cliënt is aangewezen op werk dat onder rechtstreeks toezicht (met veelvuldig feedback) en/of onder intensieve begeleiding wordt uitgevoerd, (empathische collega) Ja, cliënt is aangewezen op werk waarbij hij niet wordt afgeleid door activiteiten van anderen. Ja, de cliënt is aangewezen op een voorspelbare werksituatie, kan niet flexibel inspelen op sterk wisselende uitvoeringsomstandigheden Contra-indicatie: taakinhoud Ja, de cliënt is aangewezen op een werksituatie zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen Ja, de cliënt is aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines en productiepieken Ja, de cliënt is aangewezen op arbeid waarin geen hoog 15/35
handelingstempo vereist is*
handelingstempo vereist is
2. Sociaal functioneren 2.1 Zien*
-
2.2 Horen* 2.3 Spreken* 2.4 Schrijven* 2.5 Lezen*
-
2.7 Eigen gevoelens uiten*
1
2.8 Omgaan met conflicten
2
2.9 Samenwerken* 2.12 Specifieke voorwaarden voor het sociaal functioneren in arbeid 2.12.1 Werk waarin meestal weinig of geen rechtstreeks contact met klanten 2.12.2 Werk waarin meestal weinig of geen direct contact met patiënten 2.12.3 Werk waarin zonodig kan worden teruggevallen op directe collega's* 2.12.4 Werk waarin meestal geen direct contact met collega's vereist is* 2.12.5 Werk dat geen leidinggevende aspecten bevat
1
2.12.6 Overige specifieke voorwaarden voor het sociaal functioneren*
Beperkt, namelijk vermindert zichtvermogen, diepte-zien prikkelarme werkomgeving vereist, Beperkt namelijk prikkelarme werkomgeving vereist Beperkt namelijk woordvindstoornis Beperkt namelijk schrijfmotoriek Beperkt namelijk tempo 2.Sterk beperkt, is meestal niet in staat gevoelens te uiten (blokkeert zichzelf) 2.Sterk beperkt, kan meestal geen conflict hanteren (Toelichting: incidenteel in telefonisch of schriftelijk contact) 2.Sterk beperkt, kan in de regel niet met anderen werken
Werk waarin meestal weinig of geen rechtstreeks contact met klanten Werk waarin meestal weinig of geen direct contact met patiënten Ja, de cliënt is aangewezen op werk waarin zo nodig kan worden teruggevallen op directe collega's of leidinggevenden (géén solitaire functie) 5
6
4.Ja, de cliënt is aangewezen op werk waarin meestal geen direct contact met collega's vereist is 5.Ja, de cliënt is aangewezen op werk dat geen leidinggevende aspecten bevat 6.Ja, er gelden overige specifieke voorwaarden voor het sociaal functioneren in arbeid, namelijk ..... Toelichting: solitaire functie wel mogelijk mits afgebakend en goed geïnstrueerd.
6. Werktijden 6.1 Perioden van het etmaal 6.2 Uren per dag* 6.3 Uren per week* 6.4 Overige beperkingen ten aanzien van werktijden*
1 Beperkt, kan 's nachts niet werken (00.00 - 06.00 uur) 2 Beperkt, kan 's avonds niet werken (18.00 - 24.00 uur) 3 Beperkt, kan gemiddeld ongeveer 4 uur per dag werken. Opmerking: Maximaal 4 uur per dag, zie 6.4 3 Beperkt, kan gemiddeld ongeveer 20 uur per week werken Recuperatiemogelijkheid na maximaal 4 uur arbeid van minimaal een dagdeel noodzakelijk.
16/35
Bijlage 7: Medische Verklaring N 14 maart 2013
17/35
Bijlage 8: Medisch Onderzoeksverslag (lang) 18 maart 2013
18/35
Bijlage 9: Verzekeringsgeneeskundig Rapport (kort) 18 maart 2013
19/35
20/35
Bijlage 10: UWV Beslissing 9 april 2013
21/35
22/35
23/35
Bijlage 11: Pro Forma bezwaarschrift 13 mei 2013
24/35
25/35
26/35
Bijlage 12: Ontvangstbevestiging 15 mei 2013
27/35
28/35
29/35
30/35
Bijlage 13: Bezwaarschrift niet compleet 24 mei 2013
31/35
32/35
33/35
34/35
Bijlage 14: Medische Verklaring Oogarts 3 juni 2013
35/35