BRZ01 GRONDSLAG VAN DE VERZEKERING De op het polisblad vermelde gegevens zijn gebaseerd op de door of namens verzekeringnemer schriftelijk of mondeling verstrekte informatie. Deze informatie vormt de grondslag van de verzekering en is bepalend voor de hoogte van de premie en de omvang van de verleende dekking. Verzekeringnemer is verplicht de gegevens op het polisblad – zoals de omschrijving van het risicoadres, de bouwaard en de bestemming, alsmede de hoogte van het (de) verzekerde bedrag(en) – zowel bij aanvang van de verzekering als jaarlijks bij de verlenging op juistheid te controleren en onjuistheden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst van het polisblad, schriftelijk aan verzekeraar te melden. Verzekeringnemer heeft voorts verklaard en is er mee bekend dat gedurende 5 jaar voorafgaande aan de ingangsdatum van de verzekering ten aanzien van zijn bedrijf (of zijn persoon) en/of de vennoten van de vennootschap onder firma (VOF), de statutair directeur(en)/bestuurder(s) van de rechtspersoon of de aandeelhouder(s) met een belang van 33% of meer en/of enige andere belanghebbende bij de verzekering geen sprake is of mag zijn (geweest) van: enige vorm van verzekering die door een verzekeraar is geweigerd of opgezegd of waarbij beperkende voorwaarden of een verhoogde premie is aangekondigd of verplicht gesteld een veroordeling (ongeacht de opgelegde straf), een strafbeschikking of een transactie (beide voor een taakstraf van meer dan 20 uur), aanraking met justitie ter uitvoering van een opgelegde (straf)maatregel in verband daarmee of een uitgebrachte dagvaarding in een lopende procedure, alles ter zake van een misdrijf. Verzekeringnemer is verplicht bovenstaande uitgangspunten eveneens op juistheid te controleren en onjuistheden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst van de polis, schriftelijk aan WUTHRICH assuradeuren te melden. Na verloop van deze termijn wordt door verzekeraar als vaststaand aangenomen dat de door verzekeringnemer verstrekte gegevens juist zijn overgekomen en dat zijn opdracht tot verzekering correct werd uitgevoerd.
BRZ20 MEDEVERZEKERDE Als medeverzekerde wordt aangetekend: ^.
BRZ40 BLUSMIDDELEN De verzekering geschiedt op de uitdrukkelijke voorwaarde dat het gebouw is voorzien van minimaal 1 blustoestel met een inhoud van ten minste 5 kilogram of liter of minimaal 1 op de openbare waterleiding aangesloten slanghaspel met een slanglengte van ten minste 20 meter. Het blusmiddel dient gedurende de looptijd van de verzekering: duidelijk zichtbaar en onder handbereik te zijn opgehangen aanwezig te blijven in werkvaardige toestand te worden gehouden jaarlijks te worden gecontroleerd volgens NEN2259. Indien in geval van schade blijkt dat niet aan alle hiervoor omschreven vereisten en verplichtingen is voldaan, vervalt het recht op schadevergoeding voor schade als gevolg van brand, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet (mede) is veroorzaakt of vergroot door die tekortkoming.
WUTHRICH assuradeuren bv 13-06
BLAD 1/8
clausules zakelijke brandverzekering
BRZ50 SPUITEN / POEDERCOATEN / MOFFELEN TOEGESTAAN De verzekering geschiedt op de uitdrukkelijke voorwaarde dat spuiten of overgieten met vloeistoffen – zoals verf, vernis of lak dan wel verdunnings-, oplos-, conserverings- of impregneermiddelen – waarvan het ontvlammingspunt van het verwerkbare mengsel lager is dan 55o Celsius, dan wel poedercoaten of moffelen uitsluitend plaatsvindt in een afgescheiden spuitruimte of spuitcabine die voldoet aan ATEX 95 en ATEX 137. Dit houdt onder meer in dat: de ruimte/cabine brandwerend is afgescheiden van de overige ruimten met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van ten minste 60 minuten (wbdbo60) de elektrische installatie en de daarop aangesloten apparatuur in de ruimte/cabine voldoet aan NEN 1010 verwarming uitsluitend op indirecte wijze geschiedt en dat de verwarmingsunit buiten de ruimte/cabine is opgesteld bij gebruik van de ruimte/cabine automatisch mechanische dampafzuiging plaatsvindt via een onbrandbaar afvoerkanaal dat in de open lucht uitmondt. Voorts zal verzekerde de navolgende maatregelen in acht nemen: de opslag van vloeistoffen geschiedt volgens PGS 15 aan de buitenzijde nabij de toegangsdeur(en) is ten minste 1 brandblusapparaat aanwezig met een inhoud van minimaal 9 liter (schuimblusser) of 6 kilogram (poederblusser) filters worden regelmatig vervangen en gebruikte filters worden opgeslagen in een metalen gesloten container, bij voorkeur buiten het gebouw afvoerkanalen worden periodiek op vervuiling gecontroleerd en zo nodig gereinigd, zonder dat gebruik wordt gemaakt van vonkenverwekkende gereedschappen, waarbij het afval in water wordt gedeponeerd de vloeren van de opslag-, aanmaak- en verwerkingsruimten worden regelmatig van resten van brandbare stoffen ontdaan alle met verf of olie besmeurde afval en lappen worden buiten de ruimte/cabine bewaard in metalen afvalbakken voorzien van zelfsluitende metalen deksels en worden aansluitend ten minste 1 x per week van het terrein verwijderd overig afval en verpakkingsmateriaal/emballage wordt geborgen in een gesloten metalen afvalcontainer, die inpandig is gestald dan wel op het terrein op ten minste 5 meter buiten de gevel en/of afdak (zowel aangebouwd als losstaand) werkkleding of kledingstukken die door de spuiter(s) worden gebruikt zijn buiten de werktijden niet in de ruimte/cabine aanwezig, behalve als zij zijn opgeborgen in gesloten metalen kasten. Indien in geval van schade blijkt dat niet aan deze garantie(s) is voldaan, vervalt het recht op schadevergoeding, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet (mede) is veroorzaakt of vergroot door het niet voldoen aan de garantie(s).
BRZ51 SPUITEN / POEDERCOATEN / MOFFELEN NIET TOEGESTAAN Verzekerde garandeert aan verzekeraar en de verzekering geschiedt daarom ook op de uitdrukkelijke voorwaarde dat spuiten of overgieten met vloeistoffen – zoals verf, vernis of lak dan wel verdunnings-, oplos-, conserverings- of impregneermiddelen – waarvan het ontvlammingspunt van het verwerkbare mengsel lager is dan 55o Celsius, dan wel poedercoaten of moffelen niet plaatsvindt. Indien in geval van schade blijkt dat niet aan deze garantie is voldaan, vervalt het recht op schadevergoeding, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet (mede) is veroorzaakt of vergroot door het niet voldoen aan de garantie.
WUTHRICH assuradeuren bv 13-06
BLAD 2/8
clausules zakelijke brandverzekering
BRZ99 GRONDSLAG VAN DE VERZEKERING De op het polisblad vermelde gegevens zijn gebaseerd op de door of namens verzekeringnemer schriftelijk of mondeling verstrekte informatie. Deze informatie vormt de grondslag waarop de verzekering is verlengd en is bepalend voor de hoogte van de premie en de omvang van de verleende dekking. Verzekeringnemer is verplicht de gegevens op het polisblad – zoals de omschrijving van het risicoadres, de bouwaard en de bestemming, alsmede de hoogte van het (de) verzekerde bedrag(en) – jaarlijks bij de verlenging op juistheid te controleren en onjuistheden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst van het polisblad, schriftelijk aan verzekeraar te melden.
WUTHRICH assuradeuren bv 13-06
BLAD 3/8
clausules zakelijke brandverzekering
GEB20 VOORTAXATIE GEBOUW Het verzekerde bedrag voor het gebouw is gebaseerd op een ^ gedateerd ^. Deze voortaxatie – als omschreven in artikel 2.2 van de bijzondere voorwaarden van de rubriek gebouw – heeft een geldigheid tot ^. Indien verzekeraar bewijst dat sprake is van bedrog, verliest de voortaxatie terstond haar geldigheid.
GEB21 WAARDEBEPALING EN WAARDEGARANTIE GEBOUW Het verzekerde bedrag voor het gebouw is gebaseerd op een ^ gedateerd ^. Tot ^ zal verzekeraar in geval van schade aan het gebouw geen beroep doen op onderverzekering. Indien bij schade blijkt dat de werkelijke waarde hoger is dan het de verzekerde bedrag voor het gebouw, wordt het verzekerde bedrag voor het gebouw verhoogd tot de werkelijke waarde. Als de onderverzekering is veroorzaakt door een na de waardebepaling gerealiseerde investering, uitbreiding, aan- of verbouw of wijziging van het bedrijf van verzekerde, dan is de hiervoor bedoelde verhoging beperkt tot 10% van het verzekerde bedrag voor het gebouw. Indien op ^ nog geen nieuwe waardebepaling plaatsgevonden, blijft de waardebepaling gedurende een periode van 6 maanden geldig als richtlijn, waarbij verzekeraar het recht heeft bovenmatigheid aan te tonen. Daarna wordt het verzekerde bedrag voor het gebouw beschouwd als een opgave van verzekerde zelf. De waardegarantie als in deze clausule omschreven wordt geacht te zijn vervallen als in geval van schade de verkoop- of sloopwaarde als waarderingsgrondslag wordt aangehouden.
GEB22 AANVULLENDE DEKKING GEBOUW De verplichting van verzekeraar tot schadevergoeding omvat – met inachtneming van hetgeen in artikel 4.5 van de bijzondere voorwaarden van de rubriek gebouw is omschreven – 1^% van de schade.
GEB23 EIGEN RISICO STORMSCHADE GEBOUW In geval van storm geldt per gebeurtenis een eigen risico van ^.
GEB24 FUNDERINGEN MEEVERZEKERD De verplichting van verzekeraar tot schadevergoeding omvat na een gedekte gebeurtenis tevens de herstelkosten van beschadigde funderingen. Indien na een gedekte gebeurtenis de bovengrondse bouw geheel of grotendeels is tenietgegaan en de funderingen onbeschadigd zijn gebleven, maar onbruikbaar zijn geworden doordat herbouw op dezelfde plaats van overheidswege niet wordt toegestaan en de overheid niet tot schadeloosstelling is verplicht, vergoed verzekeraar ook de herbouwwaarde van de funderingen.
GEB25 INCLUSIEF BTW De schadevergoeding geschiedt inclusief BTW voor zover de BTW niet door verzekeringnemer of de uitkeringsgerechtigde verrekenbaar is. Voor de beoordeling of sprake is van recht op aftrek zal mede in aanmerking worden genomen het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 25 november 2011, nr. BLKB 2011/641M (Staatscourant nr. 21834 d.d. 6 december 2011).
WUTHRICH assuradeuren bv 13-06
BLAD 4/8
clausules zakelijke brandverzekering
GEB30 EIGENAARSBELANG MEEVERZEKERD Deze verzekering dekt – overeenkomstig het bepaalde in de bijzondere voorwaarden van de rubriek gebouw – het eigenaarsbelang van verzekerde. Onder eigenaarsbelang worden verstaan zaken die tot het gebouw worden gerekend, maar niet standaard met het gebouw zijn opgeleverd. Het gaat hierbij om door of voor rekening van verzekerde in, op of aan het gebouw aangebrachte veranderingen, verbeteringen, betimmeringen en aard- en nagelvaste installaties. Schade aan eigenaarsbelang wordt vergoed voor zover de gezamenlijke eigenaren van het gebouw niet verplicht zijn en/of weigeren de schade te herstellen en de schade door verzekerde wordt hersteld.
GEB31 HUURDERVING AANVULLEND De verplichting van verzekeraar tot schadevergoeding omvat ongeacht het werkelijke belang de huurderving als gevolg van een gedekte gebeurtenis – voor zover die het in artikel 4.3 van de bijzondere voorwaarden van de rubriek gebouw bedoelde maximum overschrijdt –en geldt tot ten hoogste het verzekerde bedrag voor huurderving aanvullend.
GEB32 OPRUIMINGSKOSTEN AANVULLEND De verplichting van verzekeraar tot schadevergoeding omvat ongeacht het werkelijke belang de in overleg met en met goedkeuring van verzekeraar of de door verzekeraar benoemde expert gemaakte opruimingskosten als gevolg van een gedekte gebeurtenis – voor zover die het in artikel 4.1 van de bijzondere voorwaarden van de rubriek gebouw bedoelde maximum overschrijden – en geldt tot ten hoogste het verzekerde bedrag voor opruimingskosten aanvullend.
GEB40 UITKERINGSTERMIJN HUURDERVING In tegenstelling tot wat in artikel 4.3 van de bijzondere voorwaarden van de rubriek gebouw staat vermeld, geldt voor de verzekering van huurderving een maximum uitkeringstermijn van ten hoogste 104 weken.
GEB41 VERHUUR Zodra het gebouw (opnieuw) wordt verhuurd, is verzekeringnemer verplicht verzekeraar hieromtrent binnen 30 dagen te informeren. Verzekeraar heeft alsdan het recht de dekking op te schorten of de verzekering op te zeggen, dan wel premie en/of voorwaarden te wijzigen.
GEB42 LEEGSTAND Gedurende de periode van leegstand van het gebouw (of een als zelfstandig aan te merken deel daarvan) beperkt de dekking zich tot de navolgende in artikel 4 van de algemene voorwaarden zakelijke brandverzekering omschreven gebeurtenissen: brand en brandblussing, ontploffing, luchtverkeer, storm en blikseminslag. Van dekking zijn uitgesloten alle andere gebeurtenissen, alsmede de opruimingskosten, extra kosten, huurderving, schade aan tuinaanleg en aanvullende dekking als omschreven in artikel 4 van de bijzondere voorwaarden van de rubriek gebouw.
WUTHRICH assuradeuren bv 13-06
BLAD 5/8
clausules zakelijke brandverzekering
INH20 VOORTAXATIE INVENTARIS Het verzekerde bedrag voor inventaris is gebaseerd op een ^ gedateerd ^. Deze voortaxatie – als omschreven in artikel 2.2 van de bijzondere voorwaarden van de rubriek inventaris – heeft een geldigheid tot ^. Indien verzekeraar bewijst dat sprake is van bedrog, verliest de voortaxatie terstond haar geldigheid.
INH21 WAARDEBEPALING EN WAARDEGARANTIE INVENTARIS Het verzekerde bedrag voor inventaris is gebaseerd op een ^ gedateerd ^. Tot ^ zal verzekeraar in geval van schade aan de inventaris geen beroep doen op onderverzekering. Indien bij schade blijkt dat de werkelijke waarde hoger is dan het verzekerde bedrag voor inventaris, wordt het verzekerde bedrag voor inventaris verhoogd tot de werkelijke waarde. Als de onderverzekering veroorzaakt door een na de waardebepaling gerealiseerde investering, uitbreiding of wijziging van het bedrijf van verzekerde, is de hiervoor bedoelde verhoging beperkt tot 10% van het verzekerde bedrag voor inventaris. Om de waardeontwikkeling te kunnen opvangen wordt jaarlijks op de hoofdpremievervaldatum het verzekerde bedrag voor inventaris en in evenredigheid hiermee de premie verhoogd met 3%. Het verzekerde bedrag zal telkenmale worden afgerond op honderdtallen. Indien op ^ nog geen nieuwe waardebepaling plaatsgevonden, blijft de waardebepaling gedurende een periode van 6 maanden geldig als richtlijn, waarbij verzekeraar het recht heeft bovenmatigheid aan te tonen. Daarna wordt het verzekerde bedrag voor inventaris beschouwd als een opgave van verzekerde zelf. De waardegarantie als in deze clausule omschreven wordt geacht te zijn vervallen als in geval van schade de vervangingswaarde als waarderingsgrondslag wordt aangehouden.
INH22 AANVULLENDE DEKKING INVENTARIS De verplichting van verzekeraar tot schadevergoeding omvat – met inachtneming van hetgeen in artikel 4.10 van de bijzondere voorwaarden van de rubriek inventaris is omschreven – 1^% van de schade.
INH23 VERZEKERD BEDRAG ONGETAXEERD Van het verzekerde bedrag voor inventaris is een bedrag € ^ ongetaxeerd.
INH24 KANTOORINVENTARIS ELDERS Tot een maximum van € ^ – welk bedrag geldt als sublimiet van het op het polisblad vermelde bedrag voor inventaris – is kantoorinventaris verzekerd op het risicoadres ^ te (^) ^.
WUTHRICH assuradeuren bv 13-06
BLAD 6/8
clausules zakelijke brandverzekering
INH40 INBRAAKSIGNALERINGSSYSTEEM De verzekering geschiedt voor wat betreft het risico van schade als gevolg van inbraak en daarmee gepaard gaande diefstal en/of vandalisme op de uitdrukkelijke voorwaarde dat het gebouw is voorzien van elektronische beveiliging conform de beveiligingsmatrix van de ‘Verbeterde Risico Klasseindeling (VRKI)’. Het systeem dient volgens de richtlijnen van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) te zijn geïnstalleerd door een CCV-gecertificeerd BORG-beveiligingsbedrijf. Verzekerde is verplicht: voor het systeem een onderhoudscontract af te sluiten volgens de richtlijnen van het CCV en dit contract gedurende de looptijd van de verzekering in stand te houden na het beëindigen van de dagelijkse werkzaamheden te controleren of het systeem in werkvaardige toestand is en op de juiste manier is ingeschakeld als het systeem niet in werkvaardige toestand kan worden gebracht, dit met spoed, maar uiterlijk de volgende werkdag, te melden aan het beveiligingsbedrijf als het systeem niet binnen 3 x 24 uur in werkvaardige toestand kan worden gebracht, verzekeraar hiervan direct in kennis te stellen gedurende de tijd dat het systeem niet in werkvaardige toestand is, alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs verwacht mogen worden om inbraak en daaruit voortvloeiende schade te voorkomen vooraf overleg te plegen met een CCV-gecertificeerd BORG-beveiligingsbedrijf, wanneer als gevolg van een verbouwing, een herindeling, een wijziging in de wijze van opslag of anderszins sprake is of zal zijn van een geringere mate van beveiliging reparaties en/of werkzaamheden aan het systeem uitsluitend te laten uitvoeren door een CCV-gecertificeerd BORG-beveiligingsbedrijf, en wel bij voorkeur het bedrijf dat het systeem heeft geïnstalleerd. Indien verzekerde in verband met huur, verhuur, onderhuur of dergelijke van het bij hem in gebruik zijnde (gedeelte van het) gebouw geen of onvoldoende zeggenschap heeft over het daar aanwezige inbraaksignaleringssysteem, gelden de hiervoor omschreven verplichtingen slechts voor zover de nakoming daarvan door de verzekerde – gelet op diens beperkte zeggenschap – redelijkerwijs mogelijk is. Bij schade moet verzekerde het BORG-beveiligingscertificaat of het BORG-opleveringsbewijs overleggen waaruit blijkt dat de aanwezige beveiliging voldoet aan de vereiste risicoklasse, alsmede een uitdraai waaruit blijkt dat het systeem zich ten tijde van de inbraak in een werkvaardige toestand bevond. Indien in geval van schade blijkt dat niet aan alle hiervoor omschreven vereisten en verplichtingen is voldaan, vervalt het recht op schadevergoeding voor schade als gevolg van inbraak en daaruit voortvloeiende schade, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet (mede) is veroorzaakt of vergroot door die tekortkoming.
WUTHRICH assuradeuren bv 13-06
BLAD 7/8
clausules zakelijke brandverzekering
INH41 ROLLUIKEN De verzekering geschiedt voor wat betreft het risico van schade als gevolg van inbraak en daarmee gepaard gaande diefstal en/of vandalisme op de uitdrukkelijke voorwaarde dat het gebouw is voorzien van rolluiken. Verzekerde is verplicht: na het beëindigen van de dagelijkse werkzaamheden de rolluiken neer te laten en op de juiste wijze af te sluiten er voor zorg te dragen dat de rolluiken gedurende de looptijd van de verzekering niet worden verwijderd of anderszins buiten werking worden gesteld gedurende de tijd dat de rolluiken niet in werkvaardige toestand kunnen worden gebracht, alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs verwacht mogen worden om inbraak en daaruit voortvloeiende schade te voorkomen vooraf overleg te plegen met bij voorkeur het bedrijf dat de rolhekken heeft geplaatst, wanneer als gevolg van een verbouwing of anderszins sprake is of zal zijn van een geringere mate van beveiliging. Indien in geval van schade blijkt dat niet aan alle hiervoor omschreven vereisten en verplichtingen is voldaan, vervalt het recht op schadevergoeding voor schade als gevolg van inbraak en daaruit voortvloeiende schade, tenzij verzekerde bewijst dat de schade niet (mede) is veroorzaakt of vergroot door die tekortkoming.
INH60 DIEFSTAL NIET VERZEKERD De verzekering biedt geen dekking voor schade door diefstal van verzekerde zaken als omschreven in artikel 4.8 van de algemene voorwaarden zakelijke brandverzekering.
WUTHRICH assuradeuren bv 13-06
BLAD 8/8
clausules zakelijke brandverzekering