Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 23
1. Als je wordt buitengesloten Structureel probleem Pesten is inmiddels op veel scholen een structureel probleem. Uit onderzoek bleek al jaren geleden ‘dat 23% van de leerlingen in het basisonderwijs soms gepest wordt, waarvan 8% ongeveer één keer per week of vaker. In het voortgezet onderwijs zijn deze percentages respectievelijk 6% en 2%’1. Het onderzoek waar Van Hattum naar verwijst is Pesten in het onderwijs (1992) van Ton Mooij. Uit dit onderzoek bleek dat circa 380.000 leerlingen regelmatig worden getreiterd. Natuurlijk niet allemaal even erg, maar het leidt er wel toe ‘dat een grote groep kinderen zich niet prettig voelt op school, terwijl ze hier wel een groot deel van de dag doorbrengen en het recht hebben op een omgeving die hun lichamelijke en psychische veiligheid biedt’2. Uit genoemd onderzoek kunnen we afleiden dat ongeveer 80.000 leerlingen het zwaar hebben te verduren, en gerekend moeten worden tot degenen die structureel het slachtoffer zijn van pesten. Wat is pesten? Pesten is synoniem met buitensluiten, waarbij we de volgende vormen kunnen onderscheiden: 1. Psychologisch: negeren, belachelijk maken, uitschelden, roddelen, bedreigen. 2. Fysiek: zoals slaan, spugen. 3. Materieel: de spullen van het slachtoffer beschadigen en zoek maken. In feite zullen ook de laatste twee vormen leiden tot psychische schade. Zeker als het veelvuldig en langdurig gebeurt. Een slachtoffer hoeft niet altijd fysiek of materieel gepest te worden. Er is een heel arsenaal aan 23
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 24
psychologische middelen. Vooral meisjes kunnen hier heel geraffineerd in zijn. Pesten is per definitie psychologisch van aard, want de boodschap aan het slachtoffer is: ‘Jij bent hier niet welkom!’ Welke vorm pesten ook aanneemt, de essentie is dat je wordt buitengesloten. Het voelt alsof ze je dood wensen, en soms is dit ook echt zo bedoeld. En dat terwijl ieder mens er behoefte aan heeft om bij de groep te horen. Onderwijspsycholoog Bob van der Meer stelt dat ieder mens die deel uitmaakt van een groep, een drietal basisbehoeften ervaart. De eerste en belangrijkste is je veilig te weten in de groep en daarin jezelf te kunnen blijven. De tweede is dat je invloed in de groep kunt uitoefenen. Tot slot heeft iedereen ook behoefte aan een zekere mate van persoonlijk contact3. Marion J.C. van Hattum wijst erop dat pesten, behalve het toebrengen van schade, nog op twee andere punten verschilt van plagen: ‘een tijdsaspect; het is geen eenmalige actie, maar een regelmatig terugkerende, waardoor er voor het subject waarop de actie gericht is niet alleen op dat ene moment sprake is van een beangstigende situatie, maar de dreiging van toekomstig geweld een benauwend effect sorteert. een machtsaspect; er is sprake van een verstoord machtsevenwicht. Het slachtoffer is relatief weerloos. Hierin onderscheidt pesten zich van plagen. Bij plagen is er sprake van een gelijke machtsrelatie, geen opzettelijke vernedering. De grenzen van het toelaatbare worden niet overschreden. Humor en speelsheid staan voorop’4. Volgens Het is geen schoppen, maar het doet wel pijn – Advies bestrijden pestgedrag in Zeeland is bij pesten ‘de pester de spreekwoordelijke winnaar en het slachtoffer de verliezer; mag het slachtoffer niet (meer) voor zichzelf opkomen en loopt het blijvende lichamelijke en/of geestelijke schade op’5. Pesten onderscheidt zich volgens Van Hattum van andere vormen van agressie door de specifieke dader-relatie, die langere tijd aanhoudt, en door het feit dat het slachtoffer geen verweer tegen de pesterijen heeft vanwege het machtsverschil6. Pesten is buitensluiten, waarbij de daders hun frustratie en jaloezie afreageren op de zondebok.
• •
24
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 25
Groepsgebeuren Ook al is er maar één pester en één slachtoffer, pesten is altijd een groepsgebeuren, waar de hele klas bij betrokken is, en waarin alle leerlingen een bepaalde rol hebben. Meestal zijn er echter meerdere pesters, waarbij vaak één leerling de leiding heeft, en anderen als meelopers betrokken zijn. De meelopers zijn vaak degenen die het vuile werk opknappen en ogenschijnlijk zijn zij nogal eens degenen die het initiatief lijken te nemen. Ze doen vaak mee uit angst of berekening, of omdat ze het gewoon leuk vinden. Uit angst, want wie meedoet met de pester, loopt zelf geen risico om slachtoffer te worden. Of uit berekening, om er zelf beter van te worden, namelijk dat je een betere plek krijgt in de hiërarchie van de klas, door in een goed blaadje te komen bij de meest dominante leerling van de klas. Ook de rest van de klas is betrokken bij het pesten. De meeste leerlingen maken doorgaans deel uit van de zogenaamde ‘zwijgende’ middengroep. Toch is de middengroep meestal minder neutraal dan het lijkt. Ze doen niet actief mee aan de treiterijen, maar ze laten het slachtoffer vaak links liggen, en nemen dus feitelijk passief deel aan het pesten. Voor een leerling die gepest wordt, is dit meestal het ergste: dat terwijl sommigen je lastig vallen, de anderen niets doen om het te stoppen en je ook negeren. Meestal is het vanwege onverschilligheid of angst dat de middengroep zich afzijdig houdt, want wie het opneemt voor het slachtoffer, loopt het risico om een volgend slachtoffer te worden. Zoals gezegd is pesten synoniem met buitensluiten. Pesten kan actief of passief gebeuren, maar altijd is de bedoeling om het slachtoffer duidelijk te maken dat hij ongewenst is en niet geaccepteerd wordt als lid van de groep. Tot slot kunnen er ook nog één of enkele leerlingen zijn die het wel opnemen voor het slachtoffer. Meestal zijn dit leerlingen die onvoldoende invloed hebben op de klas om het pesten te stoppen. Ze willen wel, maar kunnen dit niet. Bovendien lopen ze een zeker risico dat ze zelf slachtoffer worden. Een slachtoffer zal zich echter minder geïsoleerd voelen als er leerlingen in de klas zijn die het voor hem opnemen. Ook al wordt het pesten er niet door gestopt, deze sociale steun kan belangrijk zijn, en ervoor zorgen dat een slachtoffer zich minder eenzaam voelt.
25
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 26
Plagen, spel, ruzie of pesten? Pesten moeten we onderscheiden van spelsituaties en van ruzie en plagen. Bij pesten is er altijd sprake van een verstoord machtsevenwicht. Bij ruzie hoeft dat niet zo te zijn, en bij plagen is het machtsevenwicht niet verstoord. Degenen die elkaar plagen zijn min of meer tegen elkaar opgewassen. Ruzie kan gaan tussen twee leerlingen, of tussen groepen leerlingen. Maar hierdoor raakt een leerling niet buitengesloten. Natuurlijk is ruzie ook een vorm van agressie die gestopt moet worden. Plagen is echter onschuldig, omdat het niet steeds gericht is tegen dezelfde leerling. Verder is plagen er niet op gericht om een leerling buiten te sluiten, en psychisch te beschadigen. Bovendien gebeurt plagen niet in het geniep. Daarom zien leraren het vaak wel als leerlingen plagen, maar niet als er gepest wordt. Verder kan het ook lastig zijn om spelsituaties te onderscheiden van pesten. Voor een leraar kan dan ook wel eens moeilijk zijn om het verschil te zien tussen spel, ruzie, plagen en pesten. Voor plagerijen geldt dat ze de goede sfeer kunnen bevorderen en voor ontspanning zorgen. Maar ‘wanneer plagen echter altijd op dezelfde persoon is gericht, en systematisch wordt gebruikt om hem te vernederen, intimideren of bedreigen om hem eronder te krijgen, spreken we van pesten’7. Net als een spel is plagen niet schadelijk. Het kan echter uit de hand lopen en ontaarden in pesten. Het komt regelmatig voor dat leerlingen niet eens in de gaten hebben dat ze aan het pesten zijn. Ze bedoelen het eigenlijk als spel of als plagen. Maar wanneer altijd dezelfde leerling wordt geplaagd, zal hij dit uiteindelijk als pesten gaan ervaren. Misschien dat het slachtoffer er nog steeds om lacht, maar vanbinnen doet het pijn. De Franse psychiater Hirigoyen wijst er dan ook op dat intimidatie meestal onschuldig begint, maar snel ontaardt. De aanvallen worden steeds frequenter en heviger. Het slachtoffer wordt regelmatig onderuitgehaald en onderworpen aan manipulaties8. Als een spel of plagen dreigt te ontaarden in pesten, is het van belang dat een leerling tijdig kan aangeven dat hij dit niet meer leuk vindt, en dat hij wil dat het stopt. Zoals leraren pesten soms moeilijk kunnen onderscheiden van plagen, zo geldt dat ook voor een slachtoffer van pesterijen. Stel, je bent regelmatig mikpunt van treiterijen. Je gaat naar school met steeds meer angst en stress. Je komt in de klas en een leerling maakt een goedbedoeld grapje, 26
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 27
of een onschuldige plagerij. De buitengesloten leerling zal het waarschijnlijk opvatten als pesten, wat ertoe kan leiden dat hij verkeerd reageert en nog meer geïsoleerd raakt. Volgens Gie Deboutte, de Belgische deskundige op het gebied van pesten, kunnen kinderen die langere tijd gepest worden niet meer relativeren. Grapjes en plagerijen schatten ze daarom verkeerd in. Vaak kunnen deze kinderen zich moeilijk verdedigen bij vijandige aanvallen. Ook de omgeving kan vol onbegrip reageren. Daardoor worden deze kinderen nog meer in de slachtofferrol geduwd9. En zo komt men niet meer toe aan enige ontspanning10. Pesten steeds intenser en agressiever Deskundigen signaleren al sinds jaren dat pesten in het onderwijs steeds ernstigere vormen aanneemt. De Zweedse onderzoeker Dan Olweus wees er enkele decennia geleden al op dat er signalen zijn dat het erger wordt11. Helaas lijkt deze trend zich door te zetten. Van der Sype en Van Roosbroeck wijzen er dan ook op dat geweld onder leerlingen geen nieuw gegeven is, maar dat het steeds excessievere vormen aanneemt12. Terwijl het vroeger meestal om verbale agressie ging, neigt het nu steeds meer naar fysiek geweld13. Uit onderzoek bleek dan ook dat zowel in Vlaanderen als in Nederland maar liefst een derde van de leerkrachten tegenwoordig meer pesterijen en geweld op school ervaart14. ‘Uit het onderzoek van een jeugdcriminologe van de Gentse universiteit is trouwens gebleken dat leerkrachten het lesgeven in het middelbaar onderwijs als een permanente stresstoestand ervaren’15. Zonder te generaliseren, kunnen we stellen dat scholen vaak niet veilig zijn voor onze kinderen. ‘Dat scholen sociaal onveilig zijn, werd in 2009 ook door het Kinderrechtencomité van de Verenigde Naties geconstateerd. Kinderen hebben er recht op om zich geborgen te voelen op school’, zegt Kinderombudsman Marc Dullaert in Trouw van 9 februari 2013. Op een vmbo-school in Amsterdam heeft de overlast die leerlingen veroorzaken er zelfs toe geleid dat de school permanent een hoofdagent van politie in huis heeft. Eerder waren leerlingen van deze school betrokken bij geweld tegen grensrechter Richard Nieuwenhuis, die aan de gevolgen hiervan zou overlijden …
27
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 28
Internet De maatschappij verandert en het pesten wordt intenser, vooral door de invloed van internet. Ook thuis is een buitengesloten leerling niet meer veilig voor intimidatie. Het groepsproces gaat ook na de laatste les onverminderd door via digitale ontmoetingsplaatsen zoals Facebook, msn en Twitter16. Alle middelen worden ingezet om de positie in de groep veilig te stellen17. Door het zogenaamde cyberpesten wordt een leerling ook via internet belachelijk gemaakt en bedreigd, en is dus nergens meer veilig, zelfs niet in zijn slaapkamer. Zo dringt deze pestvorm door tot de plaats waar het kind zich het veiligst voelt18. ‘Recente cijfers geven aan dat in Nederland 23% van de jongeren tussen 11 en 14 jaar oud slachtoffer is (geweest) van cyberpesten, en dat 16% zelf cybergepest heeft’19, stelt de stichting Basic Trust, een Nederlandse organisatie die zich specifiek bezighoudt met het herstellen van een beschadigd basisvertrouwen bij kinderen en jongeren. In haar nieuwsbrief legt Basic Trust ook uit waarom cyberpesten schadelijk is: ‘De gevolgen van cyberpesten zijn gelijk of zelfs groter dan die van traditioneel pesten. (…) Van invloed op de ernst van de gevolgen is de mate waarin tekstberichten, foto’s of video-opnamen verspreid zijn, of het slachtoffer geïsoleerd is en of de dader anoniem is. Bij cyberpesten is de dader vaak onbekend wat in de praktijk extra stress bij het slachtoffer kan veroorzaken’20. Cyberpesten neemt steeds ernstiger vormen aan. Dit blijkt uit een landelijk onderzoek naar pesten door de School & Innovatie Groep: ‘Gemiddeld 9% van de kinderen in het primair onderwijs geeft aan structureel (dagelijks of wekelijks) gepest te worden. In 2008 lag dit percentage nog op 8%. (…) In totaal komt het digipesten in 2012 neer op 18%. Dit betekent een verdubbeling ten opzichte van 2008’21. Sociale quarantaine Pesten is buitensluiten, doen alsof je waardeloos bent, en dat je er niet bij hoort. Het voelt alsof ze je dood wensen. Soms is dat ook letterlijk zo bedoeld. Het doel van de pester is dat het slachtoffer op termijn geïsoleerd, buitengesloten en in het ergste geval uitgeschakeld wordt22. ‘Het lijkt wel een favoriete bezigheid van pestkoppen hun slachtoffer in sociale quarantaine te plaatsen. Niemand wil nog met het slachtoffer te maken 28
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 29
hebben, het wordt compleet genegeerd’23. Buitensluiten kan gepaard gaan met allerlei vormen van treiteren, maar dat hoeft niet per se. Het is natuurlijk vervelend als ze je een keer uitschelden, of als je een keer een klap krijgt, maar het is veel erger als je voortdurend wordt buitengesloten, afgewezen en genegeerd. Gie Deboutte geeft het volgende getuigenis van een leerling: ‘Soms had ik liever dat ze mij schopten of weer iets kapotmaakten. Want als ze doen alsof je niet bestaat is het zoveel erger’24. Onderzoeksbureau School en Innovatie Groep stelt naar aanleiding van onderzoek in 2012 dat ten opzichte van 2008 vooral het item ‘buitengesloten worden’ sterk is toegenomen25. Buitengesloten hoeft dus niet te betekenen dat je dagelijks het mikpunt bent van treiteren. Maar voor het slachtoffer is er altijd de dreiging van toekomstig geweld. Soms wordt een buitengesloten leerling weken- of maandenlang met rust gelaten. Nooit weet je echter zeker wanneer het weer begint. Altijd is er de angst. Er is voor een slachtoffer wel één ding zeker: als ze je weer op de korrel nemen, is er waarschijnlijk niemand die kan of wil helpen. ‘Het gaat erom dat je altijd, op elk moment, bang bent. Het werkt door, evengoed in periodes dat er niets gebeurt. Aan de gepeste wordt een permanente staat van onheilsgevoelens opgedrongen’26. Strategie Eigenlijk is de strategie van de pester en zijn meelopers bijna altijd dezelfde, en daarom vrij voorspelbaar. Het enige, dan wel voornaamste, doel van de pester is volgens Bob van der Meer het slachtoffer te isoleren. Dit lijkt veel op de wijze waarop bepaalde roofdieren jagen. Daarom wordt pesten ook wel ‘mobbing’ genoemd, omdat dit gedrag lijkt op dat van een groep jakhalzen (‘the mob’), die met z’n allen een kudde aanvallen en een dier van de kudde isoleren en afmaken27. Eenmaal geïsoleerd ben je kansloos. Zo werkt het in de klas, en ook op de werkvloer. ‘Wanneer mensen het plan hebben opgevat iemand psychisch te breken, moet eerst voorkomen worden dat hij zich kan verdedigen. Daartoe wordt hij geïsoleerd, zodat mogelijke vriendschappen worden verbroken. Wie alleen is, kan veel moeilijker in opstand komen, vooral als het slachtoffer gelooft dat iedereen tegen hem is’28. ‘Pestkoppen zijn erop uit om de waardering voor het slachtoffer bij anderen te ondermijnen. Ze genieten 29
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 30
ervan wanneer de hele omgeving begint te twijfelen. Wanneer iedereen zich stilaan van het slachtoffer afkeert, zorgt dat bij het slachtoffer voor de nodige pijn en wanhoop. Het slachtoffer begint te reageren als een in het nauw gedreven dier. Wie geen flauw benul heeft van de manier waarop mobbing werkt, kan het idee krijgen dat het slachtoffer een onredelijk, neurotisch persoon is’29. Daarom is het voor iedere leerling van levensbelang om bij de groep te horen. Het werkt net zoals bij jonge dieren. Om te overleven moeten ze bij de groep blijven. Volgens Deboutte voelen ook kinderen en pubers het zo aan. Als je alleen bent, ben je veel kwetsbaarder. Daarom zijn kinderen bang om gepest te worden30. Geen vrienden Hoewel notoire pesters meestal redelijk ongevoelig zijn voor anderen, voelen ze wel feilloos aan wie een makkelijk slachtoffer kan zijn: leerlingen die geen echte vrienden om zich heen hebben die hen beschermen. ‘Kinderen die gepest worden, ontberen de steun van klasgenootjes. Sociale steun van medeleerlingen is echter juist een belangrijke beschermende factor voor het effectief omgaan met andere problemen’31. Eventueel test de pester – geholpen door zijn meelopers – de leerlingen die met het potentiële slachtoffer omgaan, om uit te vinden hoe ver zij willen gaan om deze leerling te beschermen. Als blijkt dat deze leerlingen het potentiële slachtoffer in deze situatie aan zijn lot overlaten, heeft de notoire pester bereikt dat het slachtoffer geïsoleerd is. Daarna wordt deze leerling steeds vaker het mikpunt van treiterijen, die vervolgens steeds meer beschadigd raakt, en zich steeds moeilijker in de groep kan handhaven. Meidenvenijn Hoewel het er volgens onderzoek op lijkt dat meisjes minder pesten, is het waarschijnlijk zo dat meisjes vaak zo geraffineerd pesten, dat het onzichtbaar en ongrijpbaar is. Ze kunnen je aankijken met ogen ‘die doden’, roddelen achter je rug, je vriendje proberen af te pakken, enzovoort. Allemaal methoden die nauwelijks meetbaar zijn, maar vaak nog vernietigender dan de manier waarop jongens pesten. Dan Olweus wees daar al op in zijn boek Treiteren op school32. Ze gebruiken minder zichtbare en meer subtiele manieren van pesten33. Gie Deboutte schrijft: 30
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 31
‘Meisjes kiezen meer dan jongens voor pestmethodes die het (gevoelig) hart van de tegenpartij willen raken: uitsluiten, roddelen, kleinerende opmerkingen maken, leugens rondstrooien, geniepige vragen stellen, geheimen doorvertellen, (…) daarin overtreffen ze jongens’34. Angst dat het erger wordt Leerlingen die gepest worden, vertellen dit meestal niet aan de leraar en aan hun ouders. Ze kunnen daar verschillende redenen voor hebben. De eerste is angst dat hun ouders naar school gaan, en dat het pesten daarna nog erger wordt. ‘Als je er iets over zegt dat je gepest wordt, ben je een klikspaan of een watje, en maak je het probleem alleen nog maar erger. Althans, dat lijkt de universele, ongeschreven gedragsregel te zijn’35, schrijft Frank Peretti. Dus denken de meeste leerlingen dat je je mond maar beter kunt houden. Zo ook Peretti: ‘Mijn ouders waren niet op de hoogte van de volle omvang van wat ik onderging, omdat ik nooit iets zei. Ik zei nooit iets, omdat dat klikken zou zijn, en er, voor zover ik wist, toch niets aan te doen was’36. Kinderen die op school worden gepest, voelen doorgaans intuïtief goed aan dat veel leraren niet in staat zijn om het pesten te stoppen. Ook uit onderzoek blijkt de pedagogische onmacht van veel leraren, zoals bijvoorbeeld uit het onderzoek van Minne Fekkes. In zijn proefschrift Bullying among elementary school children (2005) komt hij tot de volgende conclusie: ‘Als leerkrachten eenmaal wisten dat er werd gepest, probeerden zij dit meestal te stoppen, maar in veel gevallen bleef het pestgedrag aanwezig of verergerde het zelfs.’ Maar er zijn ook leraren die weigeren om in grijpen. In hoofdstuk 3 zullen we zien welke redenen ze daarvoor kunnen hebben. Leerlingen die gepest worden, zijn zich meestal goed bewust van deze onwil of pedagogische onmacht. In Het lekkere van pesten vertelt Julian van Dalen hoe hij werd gepest op de lagere en de middelbare school. Later werd hij een succesvol fotomodel. In het boek vertelt hij waarom hij zich nooit veilig heeft gevoeld op school: ‘Ik heb me nooit echt beschermd gevoeld door de leraren, ook al waren sommige leraren goed. Die brachten hoogstens wat uitstel: dan was je later weer de klos’37. Wat Julian hier verwoordt, is de ervaring van veel leerlingen. Ze ervaren dat veel leraren hun die veiligheid niet kunnen of niet willen bieden. 31
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 32
Denken dat het je eigen schuld is Veel leerlingen die gepest worden, gaan uiteindelijk geloven dat het aan henzelf ligt. Daarom denken ze dat het min of meer vanzelfsprekend is dat ze gepest worden. Als ze ‘anders’ waren geweest, zou het vast niet zijn gebeurd, en zouden ze zeker geaccepteerd zijn door de rest. Waarom zou je hulp zoeken, als je denkt dat het aan jezelf ligt? Dit kan voor hen een reden zijn om er maar niet (meer) over te praten. Kinderen die langere tijd slachtoffer zijn, gaan deze negatieve situatie na verloop van tijd als normaal zien38. Ze leggen de schuld bij zichzelf en geloven dat ze niet beter verdienen, omdat ze toch tot niks in staat zijn39. Op den duur geloven ze dat het pesten een gevolg is van hun persoonlijke tekortkomingen40. Daar komt dan ook nog schaamte bij. Kinderen willen hun ouders niet teleurstellen. Als je wordt gepest ben je niet populair, en dat hadden je ouders wél graag gewild. Dat voelt een kind haarscherp aan41. Sonja Emmerechts schreef verschillende boeken over pesten op school en op het werk. Ze stelt dat het jammer is dat veel kinderen de neiging hebben het aan zichzelf te wijten dat ze worden gepest. Het betekent volgens haar dat niemand deze kinderen voldoende op het hart heeft gedrukt dat het niet hun schuld is wanneer anderen hen onheus bejegenen42. Je ouders beschermen Pesten is niet alleen erg voor een leerling, maar ook een heel gezin kan er onder lijden: ‘… zodra ouders vernemen dat hun kind gepest wordt, gaat er een schokgolf door het gezin’43. Op ouders kan dit veel impact hebben. Het is heel pijnlijk om te beseffen wat hun kind meemaakt. Ze zien en voelen zijn verdriet, pijn, angst en onzekerheid. Tegelijk voelen ouders zich vaak machteloos44. Deboutte schrijft: ‘Maak het maar mee dat je kind in dergelijke situaties betrokken raakt! Je mag er niet aan denken! En toch overkomt het dagelijks te veel kinderen’45. In het boek Het lekkere van pesten worden ook de vader en moeder van Julian en Tuur Van Dalen geïnterviewd. Vader werkt als neuroloog in een ziekenhuis. Over het feit dat zijn zoons jarenlang gepest werden op school zegt hij: ‘Er is de afgelopen dertig jaar eigenlijk niets geweest wat me zo ongelukkig heeft gemaakt als dit’46. En zijn moeder, die psychotherapeut is, zegt over haar 32
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 33
werk: ‘… en dan komt er weer zo’n gepest kind dat niet meer slaapt en dat allerlei narigheid heeft, en dan wordt er door de school of de huisarts gezegd: “Hij moet weerbaarder worden”. Als ik dan hoor wat er allemaal gebeurd is, word ik daar zo verschrikkelijk boos om, want … het gáát niet over weerbaarheid. Jullie moeten zorgen dat die kinderen beschermd worden! Dat het anders gaat op school!’47. In het voorwoord van Pesten gedaan ermee! – Hoe omgaan met pesterijen? Tips voor ouders, leerkrachten en begeleiding schrijft Kathy Lindekens dat veel gepeste kinderen het thuis voor hun ouders proberen te verbergen, omdat zij hun ouders in bescherming willen nemen48. Ook zullen veel ouders hetzelfde ervaren als hun kinderen. Ze voelen zich geïsoleerd en alleen met het probleem49. Vaak voelen ze zich ook net zo kwetbaar als hun kinderen50. Meestal is er maar weinig steun en begrip van de zijde van de school en andere ouders. ‘Als iedereen zou weten wat het is om gepest te worden of de ouder(s) te zijn van een gepest kind, zou het probleem serieus worden genomen’51. Om hun ouders deze ellende te besparen, vertellen veel leerlingen er thuis weinig of niets over. Onderzoek Een andere reden waarom een leerling het thuis meestal niet vertelt, is deze: ‘Wie gepest is, zoekt paradijselijk terrein, en je gaat je paradijselijke terrein niet vervuilen met het herkauwen van narigheid. Zo werkt het voor veel kinderen en jongeren, en dat is begrijpelijk’52. En dus heeft een leerling die gepest wordt vaak genoeg redenen om het niet aan de ouders te vertellen. Slechts in zeldzame gevallen neemt hij een volwassene in vertrouwen. Niemand komt er immers graag openlijk voor uit dat anderen hem een sukkel vinden53. Dat kinderen er meestal over zwijgen, blijkt ook uit onderzoek: ‘Pesten heeft nadelige gevolgen voor het slachtoffer, maar toch durven veel leerlingen het niet aan hun ouders te vertellen: basisschoolleerlingen die gepest worden, vertellen het in 64% van de gevallen niet aan hun ouders en in het voortgezet onderwijs is dit percentage 90%’54. Soms vertellen kinderen het dus wel aan hun ouders. Maar ook dan moeten de ouders bedenken dat hun kind vaak lang niet alles vertelt. Ze zullen er meestal pas iets over vertellen als ze fysieke bescherming nodig hebben tegen de aanvallen. Zo komt het dat 33
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 34
de moeder van Julian en Tuur van Dalen zegt: ‘Ik kende alleen de intensiteit niet, en de duur, ik dacht dat het incidenten waren’55. De schaamte blijft Het zwijgen geldt niet alleen op school. Ook jaren later willen degenen die vroeger gepest werden er niet graag over praten. Ze waren niet populair op school, en ergens is er het gevoel dat het hun eigen schuld was dat ze zich niet in de klas konden handhaven. ‘De meesten schamen zich om aan iemand te vertellen dat ze gepest worden of in het verleden het slachtoffer waren van pesterijen’56. Het valt niet mee om publiek te vertellen dat je vroeger op school werd gepest, dat (bijna) niemand toen met je wilde omgaan, en dat velen een hekel aan je hadden, terwijl je nooit hebt begrepen waarom dat zo was. Frank Peretti vertelt in zijn boek De verwonde geest hoe hij voor het eerst op de ‘Life on the Edge’-conferentie in Californië vertelde dat hij vroeger op school was gepest. Inmiddels was Peretti bijna vijftig jaar, en als bekend bestsellerschrijver gewend voor grote gezelschappen te spreken. Hij beschrijft hoe moeilijk dit moment was: ‘Onder het uitspreken van mijn toespraak voelde ik me verschrikkelijk ongemakkelijk, en geëmotioneerd als ik was, kon ik de helft van mijn tijd niet uit mijn woorden komen. Ik maakte geen grapjes. Ik gaf geen humoristische nummers weg, zoals ik normaal gesproken doe. Ik stond gewoon op het podium en sprak vanuit mijn hart. Zenuwachtig, en zonder al te veel op mijn geheugen te vertrouwen, stond ik over mijn aantekeningen gebogen; sommige stukken las ik zelfs gewoon voor. (…) Mijn hele toespraak was één grote worsteling. De toehoorders, 5.500 tieners en hun ouders, waren beleefd en welwillend; af en toe klapten ze zelfs, maar het grootste deel van de tijd waren ze rustig, ingehouden en vreemd stil tijdens mijn presentatie’57. Later zou blijken hoeveel indruk deze toespraak had gemaakt. Het taboe doorbreken Er wordt tegenwoordig door de media meer aandacht gegeven aan pesten dan vroeger. Dit is belangrijk, want het onderwerp is eigenlijk nog altijd een taboe waar niemand graag over praat. Frank Peretti merkt op dat hij nog nooit had meegemaakt dat iemand ronduit zei dat pesten ver34
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 35
keerd is. Daarom vraagt hij zich af hoe het toch komt dat ouders, leraren, medeleerlingen, vrienden op school en in de kerk weten dat het gebeurt, maar het niet serieus nemen en er niet over praten58. Ook ouders, en vooral ouders van pestkoppen, praten er maar heel weinig over met hun kinderen en zijn daarom relatief slecht op de hoogte van het probleem59. Joan Elkerbout en Priscilla van Lierop leggen uit waarom we het er liever niet over hebben: ‘Bij pesten moet je naar jezelf kijken! Je hebt er altijd mee te maken en mee te maken gehad. Dat kan een moeilijk gegeven zijn, want je hebt dus altijd een rol. Je zult je zelf af moeten vragen welke rol dat is en is geweest’60. Of je vroeger nu een pester was, een meeloper, een toeschouwer, of slachtoffer: iedereen heeft ‘goede’ redenen om erover te zwijgen. Dus praten we er maar liever niet over, blijft het taboe bestaan, en laten we na om het probleem aan te pakken. Daarom lijden velen aan de schade die ze in hun jeugd hebben opgelopen. ‘Zoals ook bij andere geheime littekens het geval is, geldt ook voor deze mensen die lijden aan een verwonde geest, dat ze dikwijls lijden in stilte, omdat ze er niet over willen praten. Maar misschien wordt het daarvoor toch eens tijd. Binnen onze maatschappij, en in het bijzonder binnen de christelijke kring, hebben we niet al te veel haast gemaakt met het bespreken van allerlei gevoelige onderwerpen’61. Maar als we erover blijven zwijgen, zijn we er ook verantwoordelijk voor dat het pesten op school gewoon doorgaat. De leerlingen die vandaag op school lijden onder pesterijen, hebben onze hulp nodig. Het eerste wat we kunnen en moeten doen, is het taboe doorbreken. Daarom stelt Peretti dat ouders en onderwijzers zelf het onderwerp moeten aankaarten als de kinderen dat niet doen62. Ook Gie Deboutte – de Belgische expert op het gebied van pesten – onderstreept het belang om het taboe op pesten te doorbreken. Een goede en eenvoudige manier om dat te doen is volgens hem erover te blijven praten. Daardoor zal ook de drempel van angst en schaamte voor onbegrip lager worden63. Het is hoopgevend dat de staatssecretaris van Onderwijs (ocw) in een brief van 22 januari 2013 aan de Tweede Kamer schrijft: ‘Pesten moet uit de taboesfeer worden gehaald en de school moet pestgedrag kunnen en durven signaleren en aanpakken’.
35
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 36
Imago van de school Voor scholen is het imago belangrijk. Daar hangt immers van af hoeveel leerlingen er naar de school komen. ‘In deze tijd van harde concurrentie willen scholen bij voorkeur uitpakken met een fraai en smetteloos imago’64. En van het aantal leerlingen hangt weer af hoeveel geld een school krijgt. Een school met een slecht imago zal het uiteindelijk niet redden. Logisch dus dat het imago belangrijk is. Maar helaas zijn er te veel schoolleiders die het imago kennelijk belangrijker vinden dan het welzijn van leraren en leerlingen. Daarom zijn ze ‘niet geneigd om toe te geven dat ze een pestprobleem hebben, omdat ze bang zijn dat het hun reputatie schaadt, ook al zou een antipestbeleid hun reputatie juist ten goede komen’65. Daarom is het ‘belangrijk dat men op school durft te zeggen dat er gepest wordt. Het is geen schande dat er wordt gepest, dat gebeurt immers overal. Wel is het onvergeeflijk dat kinderen zouden worden opgeofferd aan de goede naam van de school, de leerkracht of de ouders’66. Te vaak krijgen ouders van een gepest kind daarom te horen van de school dat hun kind zich aanstelt. Bewustzijn en betrokkenheid De Zweedse onderzoeker Dan Olweus wees er jaren geleden op dat voor een succesvolle aanpak van het pesten aan twee voorwaarden moet worden voldaan: bewustzijn en actieve betrokkenheid, vooral van leerkrachten en ouders. Natuurlijk zullen zij nooit actief betrokken zijn, zolang bij hen het bewustzijn ontbreekt hoe pijnlijk en zelfs destructief pesten kan zijn voor een leerling. Velen beseffen niet hoe ernstig de gevolgen van pesten kunnen zijn. Daarom nemen veel ouders en leerkrachten de pesterijen niet serieus of treden er niet krachtig genoeg tegen op67. Pesten is een structureel probleem op de meeste scholen, omdat het bij volwassenen aan de wil ontbreekt om er stelling tegen te nemen. Al jaren geleden vroeg Dan Olweus zich af hoe groot de bereidheid van onze samenleving is om deze pijnlijke realiteit om te buigen in een gunstige richting68. Bewustzijn en betrokkenheid. Wanneer aan deze twee voorwaarden wordt voldaan, zal er zo nu en dan best nog wel eens gepest worden op school, maar zal het nooit een structureel probleem worden.
36
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 37
Marion van Hattum deed onderzoek naar pesten in het basisonderwijs. In Pesten – Een onderzoek naar beleving, visie en handelen van leraren en leerlingen legt ze uit waarom bewustzijn en betrokkenheid zo belangrijk zijn: ‘In hoeverre hulp (zowel curatief als preventief ) dan ook daadwerkelijk verleend wordt, hangt vaak af van de betrokkenheid en probleembesef van de individuele leraar’69. De houding en werkwijze van het schoolpersoneel zijn beslissende factoren in het voorkomen en stoppen van treiterproblemen70. Frank Peretti merkt hierover op: ‘Wel, we houden allemaal van een gelukkige afloop, maar is dat realistisch? Ik geloof het wel. Het enige wat ervoor nodig is, is een veranderde instelling aan de kant van ouders, directie, docenten en andere mensen in een gezagspositie’71. Zo simpel is de oplossing van dit hardnekkige probleem. Zo moeilijk is het ook! Probeer maar eens te bereiken dat het tot alle schoolleiders, leraren en ouders doordringt dat kinderen beschadigd raken door langdurig pesten, en dat ze eraan onderdoor kunnen gaan. Probeer maar eens te bereiken dat iedereen zich betrokken en verantwoordelijk weet. Daarom grijpen leraren meestal niet in om een einde te maken aan het pesten. Hoofdstuk 3 gaat nader in op de redenen waarom ze dit niet doen. Taak van de schoolleiding Er rust een belangrijke taak op de schoolleiding. Het is de schoolleiding die ouders, leraren en ook leerlingen bewust moet maken van de gevolgen van pesten, en van hun verantwoordelijkheid om pesten niet toe te staan. Het is de schoolleiding die ervoor moet zorgen dat de neuzen van het lerarenteam in dezelfde richting staan. Het is de schoolleiding die ouders erop moet wijzen dat zij ook een verantwoordelijkheid hebben voor de gang van zaken in de klas. Om ervoor te zorgen dat er op school een positieve cultuur ontstaat, is de medewerking van de ouders noodzakelijk. Scholen moeten de ouders erop wijzen dat de school dit doel nooit alleen kan bereiken. Het is volgens Henk Blok geen teken van zwakte om tegenover ouders toe te geven dat de school het ook niet allemaal weet. Vaak waarderen ouders zo’n open en kritische houding meer dan een geruststellende zelfverzekerdheid72.
37
Binnenwerk Als je wordt buitengesloten_Opmaak 1 11-10-13 13:07 Pagina 38
Een grote school in de stad Het is aannemelijk te veronderstellen dat een kind op een school in de stad meer risico loopt om gepest te worden dan in een dorp. Verrassend genoeg blijkt volgens Olweus uit onderzoek dat dat niet zo is: ‘Men neemt gewoonlijk aan dat treiteren primair een probleem is van scholen in de grote stad. Resultaten van de landelijke Noorse onderzoeken laten zien dat dit een sprookje is. Het percentage leerlingen (in de grote stad, zw) dat treitert of getreiterd wordt, is nagenoeg gelijk of zelfs iets lager dan soortgelijke cijfers uit de rest van het land. De grote-stadskinderen en -jongeren waren dus “braver” dan hun reputatie doet vermoeden’73. Hiervoor zijn drie verklaringen. In de eerste plaats zijn scholen in de stad doorgaans wat meer gespitst op voorkomen en bestrijden van pesten, en is dit vaker een integraal onderdeel van het beleid. Een tweede verklaring is dat leerlingen in de grote stad meer gewend zijn aan mensen die anders zijn, en daar beter mee kunnen omgaan. In de derde plaats heeft de stad een minder gesloten cultuur. In dorpen zie je eerder dat je volledig door de gemeenschap wordt opgenomen, of dat je altijd een buitenstaander blijft. Het ligt ook in de lijn van de verwachting dat pesten meer voorkomt op grote dan op kleine scholen, en meer in grote dan in kleine klassen. Ook deze vooronderstelling blijkt volgens het onderzoek van Olweus onjuist: ‘Er worden geen positieve verbanden gevonden tussen de omvang van treiterproblemen (…) en de gemiddelde grootte van de school of de groep of klas’74. Toch kan een kleine school in het voordeel zijn. Met een goede leiding en een bekwaam lerarenteam, is het eenvoudiger om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen, en een cultuur te creëren waar pesten geen structureel probleem kan worden. Juist kleine scholen zouden zich op dit punt kunnen en moeten onderscheiden. Er is volgen Olweus dus geen verband tussen grootte van de school of de klas, maar er zijn wel grote verschillen tussen scholen, zoals ook blijkt uit zijn onderzoek: ‘In onze eigen onderzoeken naar de omvang van treiterproblemen vinden we grote verschillen tussen scholen. Op sommige scholen is de kans getreiterd te worden zeker vier tot vijf keer zo groot als op andere scholen in dezelfde plaats’75.
38