het magazine van verslavingszorg noord nederland jaargang 3, nr. 2 2013
Mijn plek: het bos
Cliënt Cybelle keert terug naar de enige plek waar ze vroeger veilig was
‘Je wordt als het ware weer een kind als je verslaafd raakt’
INHOUDsopgave
COLOFON Omslag is een magazine voor cliënten, medewerkers en relaties van Verslavingszorg Noord Nederland en wordt gemaakt onder verantwoordelijkheid van de afdeling Communicatie. Omslag verschijnt vier keer per jaar. Hoofd- en eindredactie: Eveline Molenaar (hoofdredacteur) Lianne Zijlstra (eindredacteur)
6
Aan dit nummer werkten mee: Alie Lubbers, Anton Bloemhof, Cybelle, Elga, Ginette Hendriks, Jorrit Bosma, Jos Moorman, Michael, Michael de Vries, Rikus Haasken, Robert van der Graaf, Rozemarijn de Kruijf, Saffira Rijkee, Sjoerd Veenstra, Tessa, Wendy Pol, Wilmy van de Beek en Wim Lammers. Fotografie Inge Jansen
Mijn plek: het bos
Robert van der Molen
In deze nieuwe rubriek keren cliënten terug naar een belangrijke plek. Cybelle: ‘Ik moest daar niks en er was niemand die me lastig viel.’
Vormgeving Haagsblauw, Den Haag Druk Koninklijke Van Gorcum BV, Assen Oplage 3.100 exemplaren Redactieadres Verslavingszorg Noord Nederland
10
Afdeling Communicatie Postbus 8003 9702 KA Groningen 050 - 364 89 60
[email protected] www.vnn.nl Abonnee worden? Stuur een e-mail naar
[email protected]. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Publiceren onder pseudoniem is mogelijk, de echte namen zijn bekend bij de redactie. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, in fotokopie of anderszins, zonder voorafgaande toestemming. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
2
nr. 2 2013
De verwoestende effecten van drugs De lijst van lichamelijke gevolgen van drugsmisbruik lijkt eindeloos. Verslavingsarts Robert van der Graaf over de effecten van drugs op je lichaam.
8
✆
Cliënten aan zet
Over de kracht van zelfhulpgroepen en het succes van de telefonische hulpdienst van VNN, die bemand wordt door ervaringsdeskundigen.
9 Hoe het mis ging én goed kwam Een terugblik op 5 jaar Beschermd Wonen in Nieuw-Amsterdam.
12 Verslaving en ... opvoeding Preventiefunctionaris Rozemarijn de Kruijf: ‘Met je kind afspreken dat het tot een bepaalde leeftijd niet mag drinken, heeft wél zin!’
14 Ketenpartner: de Care express uit Zwolle Maatschappelijk werkers Michael de Vries en Wilmy van de Beek: ‘Met VNN kunnen we snel zaken doen.’
Team centraal: De Borch in Eelderwolde ‘Kinderen staan voorop in de behandeling’, zegt sociotherapeut Alie Lubbers.
18 nr. 2 2013
3
NIEUWS Zingevingsfestival 2013 Op dinsdag 18 juni organiseren VNN en GGZ Drenthe voor de derde keer gezamenlijk het Zingevingsfestival, voor alle cliënten die bij hen in zorg zijn. Het festival vindt dit jaar wederom plaats op landgoed Nieuw Allardsoog in Bakkeveen. Het Zingevingsfestival is een feestelijke, ontspannen en creatieve dag voor cliënten en naastbetrokkenen, zoals vrienden en familie. Ook een hardloopwedstrijd over 5 of 10 kilometer maakt deel uit van het programma.
Deelname is gratis en voor busvervoer wordt gezorgd, vanuit diverse opstapplaatsen in de drie noordelijke provincies. Kijk voor meer informatie en aanmelding op: www.vnn.nl/zingevingsfestival.
De deelnemers worden in het dagelijks leven geconfronteerd met psychische klachten en/of verslavingsproblemen. Het festival wil deze mensen een feestelijke en ontspannen dag bezorgen. Dit jaar is het thema van het festival “Ik zou weleens willen weten…”.
Veel chatters uit werkgebied VNN
Van de chatservice, het digitale spreekuur via internet dat VNN biedt in samenwerking met andere verslavingszorg instellingen, wordt in toenemende mate gebruik gemaakt. Uit het jaarbericht van de landelijke chatservice over 2012 blijkt dat de meeste chatters uit het werkgebied van de Brabantse verslavingszorginstelling Novadic-Kentron komen, op de voet gevolgd door chatters uit het werk gebied van VNN (Noord-Nederland). De chatservice wordt bemand door preventiemedewerkers van diverse instellingen voor verslavingszorg, waaronder VNN, en medewerkers van het Trimbos-instituut. In iets meer dan de helft van de gesprekken gaat het om een informatieve vraag. In andere gevallen is er behoefte aan ondersteuning of een advies op maat. De meeste chatters stellen een vraag over hun eigen gebruik. De gemiddelde duur van een chatgesprek bedroeg in 2012 19 minuten. De chatservice van VNN is dagelijks bereikbaar tussen 13.00 uur en 17.00 uur via www.vnn.nl.
4
nr. 2 2013
Relatiebeheerder voor VNN Met ingang van 1 april heeft VNN een relatiebeheerder, Daniël Krul. Zijn voornaamste taak is het bevorderen van de contacten tussen VNN en huisartsen/ gezondheidscentra in Noord-Nederland. VNN is al enige tijd bezig om een aanbod voor de zogenaamde eerstelijnszorg (rechtstreeks toegankelijke zorg) te ontwikkelen. Doel hiervan is ervoor te zorgen dat problemen met alcohol, drugs of gokken eerder en vaker herkend worden binnen de eerstelijnszorg en ook daar behandeld kunnen worden. Anders gezegd, zorgen dat minder mensen en mensen minder in de problemen komen.
Momenteel draaien er in onder meer Assen, Hoogeveen, Workum en Leeuwarden pilots, waarbij medewerkers van VNN aanwezig zijn in de huisartsenpraktijk of samenwerken met een andere aanbieder op het gebied van eerstelijnszorg. De bedoeling is het aantal pilots in 2013 flink uit te breiden naar 10 per provincie. Contact?
[email protected]
Nieuwe kliniek: Novae Per 6 mei is Novae gestart met een nieuw aanbod in Noord-Nederland, specifiek voor werkende mensen die problemen ondervinden door het gebruik van alcohol. De behandelingen vinden vooral plaats in de avonden en weekenden en via internetbehandeling, zodat het werk zo goed mogelijk kan doorgaan. De kliniek is gevestigd in Emmen, het ambulante aanbod is in Emmen, Groningen en Drachten. Maar liefst 5% van de beroepsbevolking heeft functioneringsproblemen veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik. Het huidige aanbod, de reguliere verslavingszorg of behandeling in een dure particuliere kliniek, sluit vaak niet aan bij deze groep. Novae biedt een passende oplossing voor deze doelgroep. Novae is een samenwerking tussen VNN en Omale. Novae maakt gebruik van de kennis en expertise van VNN en van de kennis van klantgerichte bedrijfsvoering in de zorg van Omale. www.novae.nu
nr. 2 2013
5
tekst: Saffira Rijkee fotografie: Robert van der Molen
Een veilige plek in het bos
Thuis was het niet veilig. Nooit. Haar broer mishandelde haar, sloeg haar zelfs bewusteloos. En haar ouders beschermden haar niet. De enige plek waar Cybelle (24) zich in die tijd veilig voelde was in het bos vlakbij haar huis. Onder de grote boom op het open veld, dacht en voelde ze niets meer.
6
nr. 2 2013
MIJN plek
Toen ze een jaar of veertien was ontdekte Cybelle dat het bos vlakbij haar huis heel veel rust bracht. ‘Ik moest daar niks en er was niemand die me lastig viel. Ik begon er veel te wandelen. Er was een open veld met een grote boom waar ik vaak onder ging zitten.’ Een paar jaar lang was het open veld in het bos de enige veilige plek die Cybelle had. Toen ze zeventien was scheidden haar ouders en kon ze niet langer thuis wonen. Inmiddels gebruikte ze naast wiet ook allerlei harddrugs: dexamfetamine, gewone amfetamine, ketamine, lsd, xtc: van alles en nog wat. Vaak alleen, maar ook samen met haar vriend. ‘Ik ben in die tijd even opgenomen geweest en daarna wilden ze me begeleid laten wonen in Groningen. De moeder van
Cybelle is altijd op haar hoede als ze in de buurt is van mensen, zegt ze. Thuis was het nooit veilig. ‘Er was veel ruzie en agressie. Elk klein dingetje dat ik deed kon fout zijn en weer voor een enorme explosie zorgen. Mijn broer was vaak agressief tegen me en mijn ouders beschermden me niet. Het kon om de kleinste dingetjes zijn. Mijn moeder deed uit angst niets, van mijn vader weet ik het niet. Hij greep wel in, maar vaak pas als ik op de grond lag, soms zelfs bewusteloos. En alleen omdat mijn broer anders door zou gaan.’ De band met haar broer is inmiddels erg veranderd en zelfs wel goed. Het contact met haar ouders is oppervlakkig en dat is prima zo. Nu woont Cybelle
‘ER was daar niemand die me lastig viel’ mijn vriend heeft dat tegengehouden. Dat kan nooit goed komen, zei ze. De ouders van mijn vriend hebben me in huis genomen en ik heb daar vijf jaar gewoond. Aan hen heb ik het te danken dat ik hier nu zit.’ Ook bij de ouders van haar vriend thuis ging het gebruik door. Cybelle woont nu negen maanden op de Breegweestee in Eelde. ‘Ik ben gestopt met al die harddrugs toen mijn vriend hartstikke psychotisch werd en ik allemaal waanideeën kreeg. Het ging helemaal mis. Ik ging heel veel blowen met het idee dat dat niet zo erg was. Later ging ik daar medicatie bij gebruiken maar ook daar bouw je gewenning tegen op, dus ging ik het combineren met alcohol. Toen ik een keer twee dagen lang heb geslapen dacht ik: dit kan niet goed aflopen. Toen heb ik gekozen voor opname.’
in het Dijkhuisje van de Breegweestee. Behoorlijk zelfstandig dus. Dat is ook het doel uiteindelijk: begeleid wonen aan de Coendersweg in Groningen. Op het moment van schrijven gaat het even niet zo goed, dus de komende tijd krijgt ze weer iets meer hulp. ‘Het blijft trekken, dat is wel moeilijk. Maar ik heb goede hoop, het komt wel goed. Ik ga weer elke dag even naar de staf om te praten, want dat doe ik anders niet. Ik stapel alles op tot het niet meer gaat en dan ga ik gekke dingen doen. Gebruiken of mezelf beschadigen.’ Dan was in het bos zitten toch een mooiere optie. ‘Ja, zeker. Daar kon ik tenminste echt even mijn hoofd leeg maken. Nu heb ik niet zo’n plek waar ik even heen kan. Ik heb hier ook nooit verteld over mijn veilige plek. Misschien moet ik zoiets maar weer eens opzoeken. Er is genoeg bos hier.’
nr. 2 2013
7
“De cliënt centraal” is een van de uitgangspunten van de zorg van VNN. Tessa en Anton proberen daar -elk op hun eigen manier- een bijdrage aan te leveren. Tessa als lid van de Cliëntenraad en Anton als coördinator van de telefonische hulpdienst van VNN, “Trek aan de bel” genaamd, die gerund wordt door vrijwilligers die zelf met een verslaving te kampen hebben gehad. Tessa zou graag zien dat verslavingszorginstellingen meer oog zouden hebben voor het belang van zelfhulpgroepen.
De cliënt centraal Zelfhulpgroepen: je kunt er veel aan hebben!
Telefonische hulpdienst “Trek aan de bel” groot succes
Naar mijn mening is de rol van zelfhulpgroepen onderbelicht bij de verslavingszorginstellingen in het noorden van het land. De professionals praten over ‘eigen kracht en zelfredzaamheid’ van cliënten. Maar na een opname of behandeling val je toch in een gat. Mensen zijn veel kwijtgeraakt in hun leven als verslaafde. Kom maar eens uit een opname en ga dan de mensen in je omgeving maar eens duidelijk maken wat je mankeert, wat een terugval is en waarom je het gebruik zo nodig hebt. Ex-verslaafden hebben vaak verstoorde relaties, geen werk, geldproblemen. Zij willen weer sociaal en maatschappelijk meedoen, maar waar te beginnen? Mensen die niet verslaafd zijn geweest, begrijpen vaak niet waar wij tegen aan lopen na een verslavingsperiode. Het kost veel kracht om verslavingsvrij te blijven. Verslavingsgevoelig blijf je je hele leven en een terugval ligt op de loer.
Ruim een jaar geleden is de telefonische hulpdienst van VNN, “Trek aan de bel”, van start gegaan. “Trek aan de bel” is te bereiken via 0800-0202721. Na een voorzichtige start met in de eerste maand slechts twee gesprekken, is het aantal behoorlijk toegenomen naar gemiddeld ruim vijf gesprekken per dag. Volgens mij is het succes mede te danken aan de lage drempel. Het is gratis en anoniem. Er zitten intussen tien vrijwilligers beurtelings aan de telefoon en zij worden steeds ervarener, waardoor gesprekken ook goed lopen. Het aantal gesprekken per dag neemt nog steeds toe. Daarnaast geven mensen die regelmatig bellen ook feedback dat ze echt wat aan de gesprekken hebben.
✆
Wat kun je verwachten als je naar een zelfhulpgroep toegaat? De groepen zijn onafhankelijk, laagdrempelig en je hoeft je niet aan te melden. We zijn met lotgenoten onder elkaar en er zijn geen professionals aanwezig. Wat aan tafel gezegd wordt, blijft ook aan tafel. Er zijn diverse zelfhulpgroepen, bijvoorbeeld de Buitenveldertgroep (www.zelfhelp.nl), Intact (www.intact.nl) en de AA-groepen (www.aa-nederland.nl). Ik ben zelf lid van de Buitenveldertgroep en een belangrijk aspect van deze groep is dat we elkaar laten uitpraten. Geen discussie en we werken met onderwerpen die de groep zelf kiest. Het onderwerp is een element, leren uitspreken wat je dwarszit, leren luisteren. Er is geen vaste gespreksleider, wie wil leidt de groep. Er komen mensen in alle stadia van hun verslaving. Wij leren van elkaar, luisteren naar elkaar en adviseren elkaar niet. Ga shoppen en kies de groep die bij jou past. Je kunt er veel aan hebben! Meer informatie over zelfhelp is ook te vinden op www.vnn.nl. Tessa, lid Cliëntenraad VNN
8
nr. 2 2013
De telefoongesprekken worden gevoerd door ervaringsdeskundige vrijwilligers. Zij hebben kennis van en zelf ervaring met verslaving. De vrijwilligers bieden een luisterend oor. Zij ervaren zelf dat ze vaak de juiste toon vinden om iemand tot rust te brengen of te motiveren om hulp te zoeken. Bij “Trek aan de bel” stellen we geen diagnose, we bieden alleen een luisterend oor. De vrijwilligers zijn of worden allemaal getraind om herstelondersteunend te zijn in de gesprekken en daar waar mogelijk ook oplossingsgericht. Er zijn voorbeelden bekend van mensen die naar aanleiding van hun ervaring met “Trek aan de bel” hulp zijn gaan zoeken of over de drempel van een opname zijn gestapt. Omgekeerd zijn er ook mensen die juist na een opname contact opnemen vanwege het zwarte gat waar zij in belanden. Anton Bloemhof, coördinator “Trek aan de bel”
VNN in Nieuw-Amsterdam: goede buur na valse start tekst: Jorrit Bosma fotografie: Inge Jansen
Van links naar rechts: Rikus Haasken, Jos Moorman en Ginette Hendriks
Nieuw-Amsterdam (Drenthe), begin 2008. Dorpsbewoners hangen anti-VNN-pamfletten achter hun ramen. Ze protesteren hevig tegen de voorgenomen vestiging van een beschermde woonvoorziening in De Breehof. Vijf jaar later is het tijd voor een terugblik met drie hoofdrolspelers: Jos Moorman (betrokken buurman), Rikus Haasken (voorzitter Plaatselijk Belang) en Ginette Hendriks (teammanager Beschermd Wonen Nieuw-Amsterdam). Hoe het mis ging Jos: ‘In een personeelsadvertentie moesten we lezen dat VNN mensen zocht om op De Breehof te gaan werken. Het dorp wist van niks. Het Leger des Heils zat daar al met opvang, dat was bekend voor ons. Maar nu zouden er verslaafden komen die blijven gebruiken. Dat is toch een andere groep. Welke gevolgen zou dat hebben? Het dorp was bang voor criminaliteit, dealen en gebruikte spuiten in speel tuinen. Een tegenbeweging probeerde de plannen daarom te stoppen.’ Rikus: ‘Dat ging er stevig aan toe. Tijdens een bestuursvergadering hoorde ik van de plannen en beloofde onderzoek te doen. Ik gaf in een interview aan te verwachten dat VNN de begeleiding professioneel op zou pakken. De krant kopte “Voorzitter Plaatselijk Belang: Verslaafden welkom”. Mijn gezin kreeg veel boze telefoontjes. Plaatselijk Belang heeft een brugfunctie
tussen dorp en overheid. We voeren geen actie, maar spelen signalen door. We organiseerden een avond waarop VNN uitleg gaf en vragen beantwoordde. Dat nam de onrust niet weg.’ Ginette: ‘De communicatie is echt fout gegaan. Door personele wisselingen heeft niemand dat opgepakt. Zelf richtte ik mij vooral op de inhoud van het woonprogramma. In mijn naïviteit ging ik ervan uit dat de communicatie langs gebruikelijke lijnen zou lopen. Ik plaatste personeelsadvertenties en het volgende moment hingen er pamfletten achter de ramen. Dan sta je meteen 2-0 achter. Mensen genezen hier niet van hun verslaving, maar leren er stabiel mee te leven. Ik begrijp de beelden die dat oproept goed.’ Hoe het goed kwam Rikus: ‘De gemeente Emmen nam de regie van ons over. Tijdens een bijeen-
komst trok burgemeester Cees Bijl zijn jasje uit. Hij ging er persoonlijk vanuit dat alles in goede banen zou worden geleid. Maar als de angsten uitkwamen, zou hij de tent sluiten. Ik vond dat goed van hem. Een dorp mag niet met die zorgen blijven zitten. Die duidelijkheid gaf rust bij de mensen.’ Jos: ‘Het besef drong door dat de plannen niet tegen te houden waren. De bestemming “zorg” lag al op het pand. De burgemeester beloofde cliënten te laten screenen voor toelating. De gemeente zette het Plaatselijk Overleg Comité (POC) op met VNN, Leger des Heils, wijkagenten, bewoners en gemeente om de vinger aan de pols te houden. Ik ben daar namens de bewoners in gaan zitten. In het begin was er nog wantrouwen, maar we merkten dat VNN afspraken nakwam en eerlijk communiceerde. Nu wonen we als goede buren naast elkaar. Er zijn weinig incidenten.’ Ginette: ‘Het POC is een uitstekend platform om elkaar te informeren en afspraken te maken. Op verzoek van bewoners plaatste de gemeente hekwerk en verlichting. We rapporteren incidenten anoniem, koppelen oplossingen terug én vertellen succesverhalen. Er is een klachtenlijn gekomen. In het begin is het aftasten, maar je leert elkaar steeds beter kennen en vertrouwen. En intern is onze gouden regel: geen overlast naar de buurt. Het kan zelfs ontslag van de cliënt tot gevolg hebben.’ Lessen voor de toekomst Rikus: ‘Vertrouwen gaat te paard en komt te voet. Plaats inwoners niet voor voldongen feiten, maar informeer ze zo snel mogelijk over plannen.’ Jos: ‘Informatie alleen is niet genoeg. Bouw vertrouwen op door met bewoners te overleggen en afspraken te maken. En blijf dat vooral doen.’ Ginette: ‘Weerstand houd je altijd. Informeer bewoners meteen en bundel de krachten in een overlegplatform. Zo laat je zien dat je de buurt serieus neemt en samen overlast tegen wilt gaan.’
nr. 2 2013
9
‘Je hele lijf kan beschadigd raken door drugs’ tekst: Saffira Rijkee fotografie: Robert van der Molen
Door misbruik van drugs kun je in gedrag en ontwikkeling niet alleen stil blijven staan of achterblijven, je kunt zelfs achteruit gaan: terug naar primair kindgedrag. Net als alcohol kunnen drugs verwoestende effecten hebben op lichaam en hersenen. Verslavingsarts Robert van der Graaf heeft een achtergrond in de chirurgie en spoedeisende geneeskunde, maar is sinds een half jaar verslavingsarts op DOK3, de behandelvoorziening in Groningen voor jongeren tot en met 23 jaar met meervoudige problemen. VNN werkt binnen DOK3 samen met het Poortje Jeugdinrichtingen en orthopedagogisch behandelcentrum Driever’s Dale. Daarnaast werkt Robert in jongerenkliniek het Bauhuus in Groningen. Zowel in zijn vorige baan als in zijn huidige functie bij VNN heeft Robert van dichtbij de effecten van drugsgebruik op lichaam en hersenen gezien. En dat zijn er nogal wat. Dopaminesysteem Natuurlijk zijn er heel veel verschillende Robert van der Graaf soorten drugs: zelfs van nootmuskaat ga je hallucineren als je er maar genoeg
10
nr. 2 2013
van opsnuift (Robert: ‘Ja, dat gebeurt op DOK3 en in het Bauhuus echt’). En de werking van al die verschillende middelen is ook divers. Je hebt uppers, downers en hallucinerende middelen. Eén ding lijken ze echter gemeen te hebben: allemaal hebben ze uiteindelijk effect op het dopaminesysteem in je brein, en wel op zo’n manier dat je je beter gaat voelen. Dat is ook de reden dat drugs gebruikt worden, niet vanwege de negatieve effecten. Maar die krijg je er vaak wel gratis bij. Weer kind Drugs kunnen je hersenen beschadigen, soms blijvend. Robert: ‘Kuno van Dijk, waar VNN vroeger naar genoemd werd, beschreef het in 1979 al heel mooi: op een gegeven moment krijg je door misbruik van middelen een infantilisering van het gedrag. Je wordt als het ware weer
een kind als je verslaafd raakt, want je gaat je veel kinderlijker, misschien zelfs wel dierlijker gedragen. Je ratio overheerst niet meer, het gaat vooral nog om impulsen behoeftebevrediging.’ Door drugs kunnen, net als door alcohol, veranderingen optreden in het brein. Hersenweefsel kan verloren gaan. Met name in de gebieden in de hersenen waar gedragscontrole en impulscontrole huizen kan blijvende schade optreden. Levenslange gedragsen emotieproblemen kunnen het gevolg zijn. En dan te bedenken dat sommige drugs eigenlijk bedoeld waren als medicijnen die mensen juist heil moeten bieden. Robert: ‘Cannabis voor pijnbestrijding, Ritalin voor concentratieproblemen, GHB vroeger als anesthesiemiddel, cocaïne om de neus te verdoven… Pas als je ze zonder medische indicatie gebruikt spreken we van drugs.’ Lichamelijke gevolgen De lijst van lichamelijke gevolgen van drugsmisbruik lijkt eindeloos. Als je te veel gebruikt raak je vergiftigd: je hebt een overdosering. Maar ook met minder
dan dat gebeurt er al allerlei naars. Robert noemt in herinnering aan zijn vorige baan de vele gebroken polsen en handen op zaterdagavond, als gevolg van middelenmisbruik. ‘Dat zijn ook lichamelijke gevolgen. Of indirecte gevolgen, voor anderen dan de gebruiker bijvoorbeeld: kinderen en partners die mishandeld worden door degene die onder invloed is. In feite zijn de gevolgen voor de hersenen natuurlijk ook een lichamelijk gevolg. Daarnaast heb je de lokale gevolgen, veroorzaakt door de manier van innemen. Want je kunt drugs eten, drinken, opzuigen, plakken (nicotinepleisters), snuiven, rectaal of vaginaal innemen, spuiten en natuurlijk roken. Van spuiten kun je littekens en ontstekingen krijgen, van de spuit van een ander hepatitis. Als je cocaïne snuift kan je neustussenschot op den duur kapot gaan. Van roken en cannabis kun je allerlei soorten kanker krijgen. En ga zo maar door.’ Intensive Care Zelfs wanneer je geen drugs meer gebruikt kun je lichamelijke klachten krijgen: de ontwenningsverschijnselen. Te plotseling stoppen kan zelfs tot de dood leiden. Afkicken gaat bij voorkeur onder begeleiding van een verslavingsarts. Robert: ‘Tijdens de detox (ontgifting, red.) kunnen we bijvoorbeeld met medicatie proberen de onthoudingsverschijnselen te verminderen, zodat het draaglijker wordt en complicaties worden voorkomen. Bijwerkingen van die medicijnen proberen we daarbij te vermijden. GHB-patiënten kunnen bijvoorbeeld heel heftige ontwenningsverschijnselen krijgen die heel snel ontstaan. Een vorm van behandeling is met diazepam: dat dempt de hartslag en de ademhalingsfrequentie wordt lager. Maar bij GHB moet je soms zulke hoge doses diazepam gebruiken dat het niet meer verantwoord is om dit thuis of in een verslavingskliniek te doen. Omdat je iemand zo dempt dat de ademhaling kan stoppen. Of omdat diegene niet meer goed kan ophoesten en dus dood kan gaan mocht hij gaan braken. Sommige GHB-patiënten moeten daarom op de
Intensive Care worden opgenomen om onder complete narcose te worden gebracht, waarna ze soms pas na een week weer wakker worden gemaakt. Een relatief nieuwe behandeling van GHB-verslaving is de afbouw met medicinaal GHB. Verslavingsartsen begeleiden dus de detox, het afkicken en proberen daarna – eventueel met medicatie – een terugval te voorkomen. Robert: ‘Daarnaast behandelen we samen met andere disciplines de comorbide problemen: andere psychiatrische of lichamelijke problemen waarin
ling vergevorderd is. Soms komen ze nooit aan het licht, want heftig gedrag staat vaak op de voorgrond’. Abstinentie Drugsgebruik op jonge leeftijd verhoogt de kans op verslaving op volwassen leeftijd. Hoe jonger wordt begonnen, hoe groter die kans is. Daarbij komt dus de hersenschade die kan ontstaan. Gedeelten van het brein die echt kapot gaan. Het idee dat ouders beter samen met hun kind thuis kunnen experimenteren, zodat het in
Drugs worden niet gebruikt vanwege de negatieve effecten. Maar die krijg je er vaak wel gratis bij. verslaving vaak een rol speelt. En natuurlijk de noodsituaties. Iemand die psychotisch of delirant wordt bijvoorbeeld. Maar het werk van een verslavingsarts staat nooit los van alle andere disciplines. Het is echt een onderdeeltje van de gehele verslavingsbehandeling’. Drugs in de baarmoeder Hoe jonger je begint met drugs hoe groter de effecten op lichaam en hersenen zijn, maar ook hoe moeilijker te bepalen. Robert: ‘Als je bij de vrucht in de baarmoeder al verslavende middelen gooit dan heb je een veel groter en diffuser effect op het hele leven van een kind dat zich nog ontwikkelt, dan wanneer een vijftienjarig kind aan drugs begint. Dan is er al zoveel meer op een gezonde manier opgebouwd, zowel lichamelijk als psychisch. Een kind dat al in de baarmoeder in aanraking komt met drugs kan al geboren worden met problemen op allerlei gebieden zoals intelligentie, gedrag en lichamelijke gezondheid. Maar deze dingen zijn vaak moeilijk te testen. Bij de psychiatrische beelden en verslaving die we bij VNN tegenkomen, zijn het vaak de echt heftige dingen die je ziet en die je kan diagnosticeren – de buitenkant. Die hele subtiele dingetjes zie je pas veel later, als cliënten zijn afgekickt en de behande-
ieder geval veilig gebeurt, is achterhaald. Robert: ‘Als je kijkt naar de biologische effecten, dan lijkt compleet niet gebruiken gewoon het beste te zijn. Ook één keer goed gebruiken is niet goed: één keer comadrinken van GHB kan fataal zijn. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de allergische reacties op (bestanddelen) van drugs die kunnen optreden. Volledige abstinentie is volgens mij op de kinderleeftijd echt het beste, en dat geldt ook voor roken. Je hele lijf kan beschadigd raken door drugs, met levenslange gevolgen’.
Cijfers
• Alcoholverslaving is de meest voorkomende verslaving onder de cliënten van VNN. • 47% van de ruim 8600 cliënten van VNN heeft een drugsverslaving. • Opiaatverslaving (methadon, heroïne) is hierbij de meest voorkomende verslaving. • De meest voorkomende verslaving onder jongeren die bij VNN in behandeling zijn, is cannabisverslaving. • Het aantal cliënten van VNN met GHB-verslaving heeft zich de laatste jaren gestabiliseerd. Van 114 in 2010 tot 120 in 2011 en 121 in 2012.
nr. 2 2013
11
Preventiefunctionaris Rozemarijn de Kruijf van VNN heeft ze allemaal al eens voorbij horen komen. Opmerkingen als ‘mijn kind is daar nog helemaal niet mee bezig’ tot ‘kinderchampagne of Crodino kan toch wel?’ en ‘wij dronken toch vroeger ook?’. ‘Veel ouders vinden het lastig om het onderwerp alcohol en drugs te bespreken met hun kind’, zegt Rozemarijn. tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Inge Jansen
‘Verbieden heeft wél zin’
De feiten spreken voor zich. De hersenen ontwikkelen zich tot het 24e levensjaar. De effecten van drugsgebruik op de hersenen zijn minder goed onderzocht dan die van alcohol, maar evident is dat het gebruik van alcohol en drugs invloed heeft op de ontwikkeling van de hersenen. Bovendien is het zo dat hoe eerder jongeren beginnen met middelengebruik, hoe groter de kans is op verslaving. Voorbeeldrol ‘Het drinken van alcohol wordt heel normaal gevonden’, aldus Rozemarijn. ‘Dat komt ook doordat volwassenen het voorbeeld geven dat alcohol drinken erbij hoort, niet alleen in het weekend maar ook doordeweeks. Maar jongeren tot 16 jaar, en het liefst tot 18 jaar, moeten helemaal niet drinken! In tegenstelling tot wat veel ouders denken, heeft verbieden dan wel het stellen van grenzen wél zin. Sommige ouders denken dat het geen zin heeft om jongeren te verbieden te drinken, omdat ze het anders wel stiekem gaan doen. Misschien is dat laatste zo, maar toch is het belangrijk dat je als ouder grenzen stelt en niet probeert de vriend van je kind te zijn.’ Regels en grenzen ‘Spreek samen met je kind af dat het tot een bepaalde leeftijd niet mag drinken,
12
nr. 2 2013
vanaf wanneer het wel mag en hoeveel en hoe vaak het kind dan mag drinken’, is het advies van Rozemarijn. ‘En verbind consequenties aan het niet nakomen van afspraken. Natuurlijk weet ik ook wel dat kinderen soms over jouw grenzen heengaan, maar jij hebt als ouder dan wel aangegeven wat voor jou acceptabel is. Als je hebt afgesproken dat je kind twee glazen mag drinken, zal het bij het derde en volgende glas toch in het achterhoofd houden “eigenlijk mag dit niet”. En als laatste, een open deur misschien, maar tegelijkertijd soms heel lastig, zorg ervoor dat je als ouders op één lijn zit, ook als je gescheiden bent. Als de ene ouder alcoholgebruik verbiedt en de ander het toestaat, ben je echt nergens meer.’ Blijf in contact Het zorgen voor een open sfeer in huis is volgens Rozemarijn erg belangrijk. ‘Zorg ervoor dat kinderen je dingen durven toevertrouwen, dat ze weten dat ze altijd bij je terecht kunnen. Pubers trekken zich altijd terug, dat is normaal, maar zorg ervoor dat je in contact blijft met je kind, dat je weet wat hem of haar bezighoudt, wie zijn vrienden zijn, hoe het op school gaat. Als je kind heeft gedronken, terwijl je afgesproken hebt dat dat niet mag, vraag dan waarom hij heeft gedronken; wat maakt
het drinken van alcohol zo interessant?’ Ook zorgen dat je zelf het nodige afweet van alcohol en drugs is slim. Veel ouders drinken weleens alcohol en kennen de effecten, maar van drugs weten ouders vaak niet veel. ‘Ga samen met je kind zoeken op internet naar wat drugs kunnen doen, bijvoorbeeld op www.vnn.nl.’ Niet thuis leren drinken ‘Kinderen onder de 16 jaar thuis leren drinken? Nee, absoluut niet doen’, zegt Rozemarijn de Kruijf. ‘Vroeger werd weleens gedacht dat dat een goede manier was, maar tegenwoordig weten we wel beter. Bij kinderen die ouder zijn dan 16 kan het wel een goed idee zijn om ze -alleen thuis, dus niet buiten de deur en bijvoorbeeld maximaal 1 keer per maand- een glas alcohol te laten drinken, maar dat hangt ook van het kind af. Als je kind 16 jaar of ouder is en helemaal geen interesse heeft in alcohol, hoef je het natuurlijk niet op een idee te brengen.’ Blijf alert Op welke signalen moet je letten om te weten of je kind geen problemen heeft
verslaving en… opvoeding
Wat VNN kan betekenen:
Rozemarijn de Kruijf
met alcohol of drugs? Rozemarijn: ‘Als je kind ineens andere vrienden krijgt, minder met je deelt, slechter presteert op school, vaak naar alcohol of bijvoorbeeld wiet ruikt, kortom ander gedrag vertoont dan normaal, dan zou ik eens met hem of haar gaan praten. Bespreek het probleem in alle rust, maak geen verwijten, maar geef aan dat je een verandering in gedrag ziet en vraag of je dat kind dat herkent. Kom niet direct aan met alcohol of drugs, want er kan ook iets heel anders aan de hand zijn. Als je signalen hebt die op alcoholof drugsgebruik zouden kunnen wijzen, kun je die later in het gesprek nog wel noemen. En geef aan dat je je zorgen maakt en waarom. Bij een kind dat gek is op sport, kun je uitleggen dat het sporten op zondagochtend door vermindering van concentratie- en reactievermogen een stuk slechter zal gaan als hij de avond ervoor flink gedronken heeft. Blijf dichtbij de belevingswereld van het kind, wil ik maar zeggen.’ Scholen School speelt een belangrijke rol in het leven van jongeren. Wat kunnen scholen
doen om jongeren verantwoord om te leren gaan met middelengebruik? Rozemarijn: ‘Het inzetten van “De gezonde school en genotmiddelen” is een goede eerste stap. Dit is een landelijk erkend preventieprogramma over alcohol, drugs en roken dat de preventieafdelingen van VNN aanbieden aan de scholen in hun werkgebied. Het programma richt zich op zowel leerlingen, ouders, als het schoolpersoneel. Het mooiste is als je met de ouders van alle leerlingen in een klas afspraken kunt maken over het gebruik van alcohol of drugs.’ ‘Wat scholen verder kunnen doen, is goed nadenken over de organisatie van schoolfeesten: alcoholvrij of niet? Als ze alcoholvrij zijn, hoe controleer je dat dan? Houd je bijvoorbeeld blaastesten? Bel je vervolgens ouders op en vraag je ze hun kind op te halen als blijkt dat het gedronken heeft? En als er wel gedronken mag worden, vanaf welke leeftijd en (hoe) controleer je iemands leeftijd?’
• “Alcohol, drugs en gamen, tips voor ouders” is een cursus voor ouders van kinderen die nog geen alcohol of drugs gebruiken, maar waarbij ouders zich vast willen verdiepen in het onderwerp. Deze cursus is op 8 mei gestart in Hoogeveen, in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). • “Help, mijn kind gebruikt” is een cursus voor ouders van kinderen die experimenteren met alcohol en/of drugs, die graag willen weten hoe ze hiermee om moeten gaan. • Iedereen die vragen heeft over alcohol of drugs, kan deze stellen via de chatservice op www.vnn.nl. • Bellen met een van de locaties van VNN kan natuurlijk ook. Zie www.vnn.nl/adressen. Zie voor meer informatie over de cursussen: www.vnn.nl/oudercursus. Voor scholen: • “De gezonde school en genotmiddelen” een schoolpreventieprogramma (basis- en voortgezet onderwijs en MBO) over alcohol, roken en drugs. • Voorlichting op ouderavonden. Zie voor meer informatie www.vnn.nl/onderwijs.
Boektip ‘Als je meer wilt weten over alcohol en jongeren, lees dan eens het boek “Onze kinderen en alcohol”, van Nico van der Lely, Mireille de Visser en Joke Ligterink. Echt een aanrader, voor ouders maar zeker ook als je beroepsmatig met jongeren te maken hebt. In het boek lees je bijvoorbeeld dat jongeren tot een jaar of 17/18 het gevoel van aangeschoten zijn niet kennen, doordat hun hersenen nog niet volledig ontwikkeld zijn. De alcohol lijkt geen effect te hebben, tot ze ineens -letterlijk- om kunnen vallen.’
nr. 2 2013
13
ketenpartner
Geen Tactus of Dimence,
maar VNN
Ze hebben Tactus en Dimence zo ongeveer in hun achtertuin, maar kiezen bewust voor VNN. Maatschappelijk werkers Michael de Vries en Wilmy van de Beek van de Care express uit Zwolle stappen regelmatig in de auto om een jongere naar jongerenkliniek “het Bauhuus” in Groningen te brengen. ‘De vertrouwensband die wij hebben met VNN is bijzonder.’ tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Robert van der Molen
14
nr. 2 2013
Twee keer hetzelfde werk ‘De samenwerking die wij hadden met verslavingszorginstelling Tactus en GGZinstelling Dimence verliep allesbehalve soepel’, vertelt Michael de Vries. ‘Dat had vooral te maken met het feit dat zij ons werk nog eens over gingen doen. Als wij de problemen van een jongere in kaart hadden gebracht en daar een diagnostiekrapport over hadden geschreven, gingen zij zelf ook nog een eigen onderzoek doen. Dit zorgde ervoor dat jongeren
De Care express De Care express is er speciaal voor jongeren van 12 tot 25 jaar, die in de problemen zitten. Te denken valt aan problemen op school, thuis, met politie of justitie enzovoort. De Care express is onderdeel van “De Opvoedpoli”, een particuliere GGZ-instelling. De Care express biedt zowel diagnostiek en behandeling als praktische hulp. De Care express heeft vestigingen in 11 plaatsen, waaronder Zwolle, Deventer, Utrecht, Alkmaar en Amsterdam. De Care express werkt onder andere samen met welzijnsorganisaties, algemeen maatschappelijk werk, scholen, Bureau Jeugdzorg, gemeenten, de politie, de reclassering en schuldhulpverleningsinstellingen. Jongeren die hulp willen, kunnen zichzelf aanmelden bij de Care express maar de meeste jongeren worden verwezen door de huisarts of Bureau Jeugdzorg. De Care express in Zwolle behandelt en begeleidt met een team van 11 mensen ongeveer 100 jongeren. www.care-express.nl
soms pas maanden later opgenomen konden worden en dan vaak helemaal niet meer gemotiveerd waren voor opname. Bovendien zorgde het voor ergernis bij ons, omdat wij het gevoel kregen dat er niet vertrouwd werd op ons oordeel.’ Snel zaken doen De samenwerking tussen de Care express en VNN begint in augustus 2012. ‘Ik kende VNN al wel uit de tijd dat ik zelf bij Tactus werkte’, aldus Michael. ‘Ik had toen
goed contact met Kim Hermus, destijds teamleider van het Bauhuus. Ook Eric de Vos, de huidige teammanager, kende ik wel. Op een gegeven moment zijn we eens gaan praten over samenwerking. Al snel bleken we behoorlijk op één lijn te zitten.’ ‘Met VNN kunnen we snel zaken doen; onze adviezen worden bijna altijd overgenomen, waardoor er geen tijd verloren
Mee naar Groningen Michael en Wilmy brengen de jongeren die ernstige verslavingsproblemen hebben zelf naar Groningen. ‘Onderweg hebben we vaak goede gesprekken’, zegt Wilmy. ‘Wij zitten ook bij het kennismakingsgesprek en het adviesgesprek dat de jongere heeft in het Bauhuus en na de opname komen de jongeren weer bij ons terug. Dit laatste is geen vanzelfsprekendheid bij andere organisaties en wij zijn
‘Er is een bepaalde relaxedheid bij VNN’ gaat en jongeren snel geplaatst kunnen worden. Het contact met zowel Eric de Vos als de arts en psychiater van het Bauhuus verloopt uitermate plezierig. Als er onduidelijkheden zijn, bellen ze ons gewoon.’ ‘Er is een bepaalde relaxedheid bij VNN’, vult Wilmy van de Beek aan. ‘Het zit misschien ook wel wat in de cultuur in het noorden, om je niet zo snel druk te maken. Hoe dan ook, het werkt erg fijn!’ Vertrouwen ‘Vertrouwen is de basis van onze samenwerking’, zegt Wilmy. ‘Wij doen ons werk en VNN vertrouwt ons daarin.’ ‘Onze samenwerking is uniek en informeel’, valt Michael bij. ‘Het gemak en de snelheid waarmee we de samenwerking vorm hebben kunnen geven, tot op het niveau van jullie divisiemanager aan toe, heeft ons -in positieve zin- echt verbaasd!’
heel blij met het feit dat VNN wel zo werkt. Voorheen raakten jongeren na een opname nog weleens uit beeld bij ons, maar dat gebeurt op deze manier niet meer.’ Wachtlijst In de samenwerking met VNN lopen Michael en Wilmy nog wel tegen één ding aan. Ze kunnen in principe namelijk geen jongeren vanaf 24/25 jaar aanmelden bij VNN, hoe graag ze dat ook zouden willen. ‘Michael: ‘Deze jongeren zouden wij gezien hun leeftijd door moeten verwijzen naar de volwassenenzorg. De volwassenenzorg van Dimence heeft echter een behoorlijke wachtlijst en VNN wil niet het wachtlijstprobleem van een andere organisatie oplossen. Daar heb ik alle begrip voor, maar voor de jongeren zou het ideaal zijn als we ze wél naar VNN zouden kunnen verwijzen.’
nr. 2 2013
15
Opvallend Longfonds pleit voor rookvrije schoolterreinen Een kwart van alle scholen uit het voortgezet onderwijs heeft op dit moment een rookvrij schoolterrein. Zij willen jongeren een gezonde leeromgeving bieden en het goede voorbeeld geven. Dit blijkt uit recent onderzoek in opdracht van het Longfonds (voorheen Astma Fonds). Jongeren zijn makkelijk beïnvloedbaar. Hoe jonger kinderen zijn als ze beginnen met roken, hoe groter de kans dat zij hun leven lang verslaafd blijven. Het Longfonds pleit daarom voor rookvrije schoolterreinen. Ouders zien hun kinderen graag opgroeien in een veilige en gezonde omgeving. School moet niet de plek zijn waar zij leren roken. De helft van alle rokers steekt
de eerste sigaret op het schoolplein op. Vanaf 1 januari 2014 wil het kabinet de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabak van 16 naar 18 jaar verhogen, om het roken door jongeren te ontmoedigen. Roken en meeroken zijn de belangrijkste oorzaken van gezondheidsverlies in Nederland. Bron: www.longfonds.nl
Spice: synthetische cannabis In landen waar natuurlijke cannabis lastig verkrijgbaar is, wordt spice soms als alternatief gezien. De naam spice is van oorsprong de naam voor een fictieve drug uit de science fiction boekenserie “Dune”van de schrijver Frank Herbert. In de dagelijkse realiteit is spice een mengsel van plantaardige bestanddelen dat de werking van cannabis moet imiteren. Het wordt formeel verkocht als wierook om de lucht te aromatiseren. De consument van spice weet echter wel beter. De feitelijke bedoeling is dat het mengsel wordt gerookt in een pijp, joint of vaporizer.
16
nr. 2 2013
De samenstelling van het mengsel verschilt van product tot product. De ingrediëntenlijstjes op de verpakkingen vermelden soms exotische ingrediënten die er helemaal niet in voorkomen. Wellicht om stoffen te maskeren die niet op de verpakking worden vermeld, zoals synthetische cannabinoïden. Door deze cannabinoïden lijkt de werking op die van hasj of wiet. In Nederland wordt het soms via smartshops of internet aangeboden. Er is weinig bekend over de risico’s van synthetische cannabinoïden, waardoor niet precies aan te geven is hoe schadelijk spice is voor de gezondheid. Bron: www.drugscouts.de
Pubergedrag voorspelt
cannabisgebruik op latere leeftijd
Strenge regels helpen Begin dit jaar verscheen het Peilstationsonderzoek Ouders 2011, een rapport van het Trimbos-instituut. In dit onderzoek is gekeken naar algemeen opvoed gedrag, zoals het geven van steun en weet hebben van wat een kind doet, en naar opvoedgedrag gericht op roken, drinken en cannabisgebruik. Wat blijkt? Een strenge aanpak levert resultaten op. Kinderen roken minder vaak wekelijks en hebben minder vaak de afgelopen maand alcohol gedronken, wanneer ouders strenge regels stellen over roken en alcohol. Hetzelfde zien we wanneer ouders meer vertrouwen hebben in hun eigen maatregelen op dit gebied en de invloed die dit heeft op hun kind. Opvallend is dat het percentage ouders dat strenge regels stelt aan roken en het drinken van alcohol voor het 16e jaar de afgelopen twee jaar verder is gestegen. Voor alle ouders geldt nog steeds dat zij het gebruik van zowel tabak, alcohol
als cannabis door hun kinderen chronisch onderschatten. Ze weten vaak wel dat hun kind alcohol drinkt, maar onderschatten de hoeveelheid. Wat roken betreft weet slechts de helft van de ouders dat hun kind dit doet, van cannabisgebruik door hun kind weet slechts een kwart van de ouders af. Regels stellen op het gebied van internetgebruik is nog een braakliggend terrein; slechts de helft van de ouders geeft aan hier strenge regels voor te hebben. De pubers denken daar anders over; volgens hen hanteert slechts één op de vijf ouders strenge regels voor internetgebruik. Bron: www.trimbos.nl
Leiden bepaalde gedragsproblemen tot cannabisgebruik of veroorzaakt het gebruik juist problemen? Uit het proefschrift “Cannabis use, cognitive functioning en behaviour problems” van de Leidse pedagoge Merel Griffith-Lendering blijkt dat cannabisgebruik geen gedragsproblemen voorspelt, maar dat gedragsproblemen wel een voorbode zijn van cannabisgebruik op latere leeftijd. Cannabisgebruik kan in dat geval een vorm van zelfmedicatie zijn. Dat wil zeggen dat cannabis wordt gebruikt om problemen op te lossen. Ook kwetsbaarheid voor psychoses blijkt een voorspeller van later cannabisgebruik te zijn. Maar in dit geval blijkt ook het omgekeerde waar: cannabisgebruik is een voorspellende factor voor psychoses op latere leeftijd. Dit bevestigt het bestaande beeld dat cannabisgebruik veranderingen in de hersenen veroorzaakt die kunnen leiden tot psychische problemen. Cannabisgebruikers bleken impulsiever en minder gemotiveerd dan niet-gebruikers. Hun leervermogen verschilde echter niet van de niet-gebruikers. Cannabisgebruikers hebben ook meer moeite met het herkennen van gezichten en emoties bij anderen. Bovendien rapporteren cannabisgebruikers relatief veel psychische problemen. Het sterkst waren deze aanwezig bij zware gebruikers die slecht in staat waren emoties te herkennen. Dit suggereert dat sommige mensen extra kwetsbaar zijn voor de effecten van cannabis.
Bron: www.leidenuniv.nl
nr. 2 2013
17
In gezinskliniek “De Borch” (voorheen De Lage Kamp) in Eelderwolde worden ex-verslaafde ouders en hun kinderen behandeld. Het fonkelnieuwe pand, eigendom van woningbouwvereniging Nijestee uit Groningen, biedt ruimte aan maximaal 12 gezinnen met kinderen tot 12 jaar. Ook zwangere vrouwen die kampen met verslavingsproblemen kunnen er terecht. Alie Lubbers is sociotherapeut bij De Borch, Wendy Pol is Sociaal Juridisch Dienstverlener (SJD’er).
TEAM CENTRAAL
Gezinskliniek
De Borch in Eelderwolde Waaruit bestaat jullie dagelijks werk? Alie: ‘Zorgen voor een veilige sfeer voor de bewoners, dat is wat wij hier dagelijks doen. We helpen mensen basisvaardigheden aan te leren, behandelen zowel ouders als kinderen en voeren de zaken uit die in het MDO (Multi Disciplinair Overleg, red.) afgesproken worden. De socio therapeuten zijn ook casemanager; een soort persoonlijk begeleider die bewoners helpt de rode draad in hun behandeling vast te houden. We zijn ook verantwoordelijk voor verschillende behandelgroepen.’ Wendy: ‘Mijn werk varieert per bewoner. Bij nieuwe bewoners inventariseer ik zaken op sociaal-maatschappelijk en juridisch gebied, bekijk ik welke zaken spoed hebben en maak ik een behandelplan. Ook draai ik spreekuren voor de bewoners waarbij we samen bepalen waarmee we aan de slag gaan. Ik heb veel contact met externe partijen, zoals schuldeisers, justitie, woningcorporaties, gemeentelijke kredietbanken, advocaten, bewindvoerders en sociale diensten. Als mensen hier binnenkomen, is het vaak eerst puin ruimen; daarna bekijken we hoe we de zaken op orde kunnen houden. Daarnaast geef ik -in groepsverbandvoorlichting over SJD-zaken zoals het regelen van huisvesting, het genereren van inkomen enzovoort. Ook verricht ik nog nazorg bij mensen die hier gewoond hebben, maar inmiddels weer een eigen plek hebben.’ Wat vraagt dit werk van je? Alie: ‘Wanneer het kinderen betreft, kunnen problematische situaties die hen aangaan soms dichtbij komen. We hebben nu ook vaker baby’s opgenomen. Kinderen zijn kwetsbaar en daar moeten we steeds rekening mee houden. Kinderen staan voorop in de behandeling. Hier werken vraagt om een grote mate van zelfreflectie en op tijd afstand weten te nemen. Ook is het belangrijk dat wij niet gewend raken aan de manier waarop ouders soms met hun kinderen kunnen omgaan. De pedagogisch medewerkers en de orthopedagoog ondersteunen de ouders en de kinderen en ons. Ook zij houden ons scherp.’ Wendy: ‘Je moet veel kunnen delen in je team, goed kunnen ventile-
18
nr. 2 2013
ren. Je komt hier soms voor ethische dilemma’s te staan: als het met een ouder keer op keer misgaat in de groep, voor wie kies je dan? Soms moet je dan voor de veiligheid van de groep kiezen, terwijl je weet dat je een kind daarmee misschien benadeelt, omdat het dan bijvoorbeeld uit huis geplaatst wordt, vanwege het stoppen van de behandeling.’ Wat hebben jullie te bieden? Alie: ‘Wij behandelen hier het hele “systeem”, ouders, kinderen, maar ook eventuele grootouders en andere naasten. Omdat onze behandeling in vier fases verloopt, kunnen bewoners stapsgewijs oefenen met “nieuw gedrag”. En ook na de behandeling verliezen we ze niet uit het oog: de nazorg duurt nog een jaar. Kinderen mogen hier weer kind zijn en ouders leren hier weer te genieten van hun gezin. En, heel belangrijk, veel gezinnen gaan hier goed weg. Wij werken hier volgens de methodiek van Oplossingsgericht Werken en dat heeft een positieve invloed. Mensen voelen hier dat ze de regie kunnen nemen en de moeite waard zijn.’ Wendy: ‘Wij zorgen voor hereniging van het gezin. Voor mensen die hier komen, is het vaak hun laatste kans. Als hun sociaal-juridische zaken op orde zijn, geeft dat ruimte. Het feit dat ze in behandeling zijn voor hun verslaving, opent ook weer deuren naar andere instanties, zoals het kunnen opstarten van een schuldhulpverleningstraject.’ Het doorbreken van “transgenerationele verslaving” is een speerpunt van VNN, hebben jullie het gevoel daar een bijdrage aan te leveren? Alie: ‘Zeker. De systeemtherapeuten leveren daar sowieso een grote bijdrage aan. Zij proberen de familie zo veel en zo snel mogelijk bij de behandeling te betrekken en ervoor te zorgen dat mensen zo gewoon mogelijk met elkaar omgaan. Een neveneffect kan zijn dat de ouder van
tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Robert van der Molen
Van links naar rechts: Berber Damstra, Hillene Jakobs, Joost Kerkhoff, Janny Wieringa, Tiny Onrust, Olga van Mansom, Jesse Terpstra, Liz Joao, Miranda Carabain, Erik Adema, Bert van der Sleen, Willem van der Leeuw, Wytske Draaisma, Tom Veltjen, Cora Jongman en Marianne Wiersma
een cliënt ook in behandeling gaat, dat hebben we weleens meegemaakt.’ Wendy: ‘We organiseren steeds vaker familiedagen, zodat familie met eigen ogen kan zien hoe het hier is. Familie blijft belangrijk, ook als je hier opgenomen bent.’ Wat is het voordeel van het mee-behandelen van de kinderen? Alie: ‘De kinderen vormen vaak de motivatie voor behandeling en de gezinsleden helpen elkaar, doordat ze samen in behandeling zijn. Bovendien leven mensen hier in een groep en leert de groep vooral van elkaar, althans, dat is mijn overtuiging.’ Wendy: ‘De behandeling hier kan alleen slagen als je het als gezin doet. Buiten de kliniek zul je het immers ook samen met je gezin moeten redden. ‘ Het nieuwe pand biedt jullie vast ook veel mogelijkheden. Alie: ‘De bewoners zijn dankbaar dat ze hier mogen wonen, ze hebben nu voldoende privacy: hun eigen kamer of appartement, hun eigen sanitair. Ons pand staat naast de basisschool waar de meeste kinderen van De Borch heen gaan. Ze hebben nu meer contact met de kinderen uit de buurt. Het nieuwe pand is veel groter en daardoor ook wel spannend; in het oude gebouw zaten we dicht op elkaar -letterlijk en figuurlijk- en hier hebben en nemen bewoners veel meer ruimte, wat ook gevolgen heeft voor het groepsproces.’ Wendy: ‘Zeker. Wie woont er nou in zo’n mooi gebouw? En ook voor
ons als staf is het prachtig. In het oude gebouw hadden we te weinig kantoren, hier hebben we alle ruimte.’ Wat is het mooiste wat je bij De Borch/De Lage Kamp meegemaakt hebt? Alie: ‘De eerste bewoner waar ik casemanager van werd, is nu mijn collega bij VNN. Ik heb diep respect voor hem en hij is ook een belangrijke inspiratiebron voor dit werk. Hij heeft bereikt wat hij zich destijds heeft voorgenomen. Ik geniet trouwens van alle bewoners die nieuwe keuzes maken waar ze tevreden over zijn, ook omdat ze daarmee de mogelijkheden voor zichzelf en hun kinderen vergroten.’ Wendy: ‘Het mooiste van mijn werk vind ik dat ik het samen met de bewoner voor elkaar krijg om dingen weer geregeld te krijgen en dit in heel brede zin. Als Sociaal Juridisch Dienstverlener hoef ik me niet alleen te richten op bijvoorbeeld huisvesting of inkomen, ik mag alle items op sociaal, maatschappelijk en juridisch vlak oppakken met de bewoner. Bovendien moet je voor deze doelgroep nog echt knokken en dat doe ik graag!’ Tot slot… Gezamenlijk: ‘We hebben veel lol met elkaar, als collega’s onder elkaar, maar zeker ook met de gezinnen. Onze teammanager, Tiny Onrust, is nieuw in deze functie en kreeg meteen een verhuizing voor de kiezen en ze heeft het zo goed gedaan! Op onze eerste dag hier konden we gewoon verder met ons werk: ideaal!’
nr. 2 2013
19