Aan de slag met DINOLoket
Actuele GIS module voor het mbo versie 1.0 – september 2008 (c)
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 1 van 22
Gebruik van geo-informatie systemen is booming! Het gebruik van geo-informatie systemen (GIS) is de laatste jaren enorm toegenomen, en deze groei zal voorlopig zeker aanhouden. Ook in de bouw- en infrawereld. Als je op een klus bent in het land, en je komt bepaalde materialen te kort, dan kan je bijvoorbeeld via Google Maps op internet zoeken naar een bouwmarkt in de buurt. Als je als schilder de laatste verflaag op een buitenmuur gaat aanbrengen, dan wil je zeker weten dat de verf twee uur kan drogen. Via buienradar.nl kan je op 5 minuten nauwkeurig zien of er regen aankomt. Dit zijn voorbeelden waarbij je indirect met GIS te maken hebt; je maakt wel gebruik van allerlei kaarten, maar de kwaliteit hiervan en de hoeveelheid gegevens uit de kaart laat je door de dienstaanbieders bepalen. Gegevens over de ondergrond in DINOLoket In de bouw- en infrawereld krijg je wel met de kwaliteit van de gegevens in de kaart te maken. Als er op een bepaalde plek gebouwd gaat worden, dan wil de aannemer liefst vooraf weten of het huis niet zal gaan verzakken. Daarom wil hij weten wat voor grondsoort er in het gebied ligt en kan hij zijn fundering hierop aanpassen. Ook kan er afhankelijk van de grondwaterstand voor worden gekozen om een damwand te slaan. Dit soort gegevens over de ondergrond staat allemaal in DINOLoket van TNO. Samenwerking Bouwbedrijven en aannemers hebben steeds meer behoefte aan personeel dat weet hoe om te gaan met GIS. Daarom is het belangrijk dat je al in het mbo hiermee kennismaakt en leert omgaan met de bijbehorende data die je later ook in je werk zult tegenkomen. TNO wil je daar graag bij helpen door DINOLoket ter beschikking te stellen aan het onderwijs. Zo leer je in GIS te werken en om te gaan met gegevens uit de ondergrond. Opdracht In onderstaande opdrachten maak je allereerst kennis met DINOLoket en de beschikbare gegevens. Vervolgens ga je aan de slag met behulp van cases van bouwbedrijven en aannemers. Succes! Namens de samenstellers: Peter Jellema, TNO DINO Christian Melsen, Stichting GIS@MBO Erwin Roeterd, IPC Groene Ruimte
======= Dit lesmateriaal is ontwikkeld voor onderwijsdoeleinden. Voor vragen of opmerkingen neemt u contact op met: TNO DINO, Princetonlaan 6, 3584 CB te Utrecht. T: 030-2564481, E:
[email protected]
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 2 van 22
Inhoudsopgave
Opdrachten: 1
BASIS (inzien)
6
2
VERDIEPING (verwerken)
11
3
UITDAGING (opvragen)
17
Benodigde bijlagen: 1
Data en Informatie.pdf
2
Toegang tot Informatie.pdf
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 3 van 22
Aan de slag met DINOLoket Lees goed de bijgevoegde pdf-documenten door, hiermee krijg je al een behoorlijk inzicht in wat DINOLoket is en waarom het DINOLoket is opgericht. Er is meer informatie over de ondergrond dan je denkt! In het bestand
staat beschreven hoe je jezelf voor DINOLoket kunt aanmelden. Dat is noodzakelijk om de data te kunnen gebruiken. Dus meld je eerst aan voordat je verdergaat. Hiervoor heb je een werkend e-mailadres nodig. Geef hierbij aan dat je het gebruikt voor studie doeleinden, samen met je volledige Naam, Adres en Woonplaats gegevens.
Start
http://www.dinoloket.nl
Het volgende scherm wordt dan zichtbaar
Het is natuurlijk handig dat je weet waar wat staat. TNO heeft hier al rekening mee gehouden en via het linker window “Direct naar: > Helppagina’s” in het opstartscherm van het DINOLoket kun je verschillende hulpvragen inzien, bekijken en doorlezen.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 4 van 22
Je krijgt het volgende scherm te zien. Lees dit door! Hier staan zaken beschreven met betrekking tot de instellingen, het inloggen, foutmeldingen, verstrekte gegevens en bekende problemen. Altijd handig!
TNO heeft verschillende Handleidingen geschreven over de gebruiksmogelijkheden binnen het DINOLoket; voor het bevragen/verkrijgen van de Data. Door de button DINOInfo op de Homepage ga je via gebruikshandleidingen naar deze pagina. Deze Handleidingen heb je nodig. Hierin staat tot in detail beschreven, wat is mogelijk en hoe krijg je de Data op het scherm te zien. Onthoud deze plek, en maak hier vooral veel gebruik van! Selecteer gebruikshandleidingen
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 5 van 22
Aan de slag! Lees nu allereerst door ”Wat staat waar op DINOLoket website”. De Handleidingen zijn beschikbaar in Pdf of als Powerpoint formaat. Maak een keuze.
Opdracht: BASIS We gaan informatie opvragen van de omgeving waar je woont en deze verwerken in een document. Dit document bevat o.a. een beschrijving van: o boorgegevens o grondwaterstanden o REGIS dataset II. Profielen West – Oost en Noord – Zuid Deze informatie moet op het scherm zichtbaar gemaakt worden. En met behulp van de toets of kun je deze informatie toevoegen aan je Document. Probeer ook conclusies te trekken uit de zichtbaar gemaakte Data en zet deze in het document.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 6 van 22
Hiervoor gaan we via de Homepage naar DINOMap Regis Viewer.
Nu wordt er gevraagd naar je Gebruikersnaam en je Wachtwoord, vul deze in met de gegevens die je van het DINOLoket hebt terug gekregen naar je e-mailadres. Druk dan op de toets Inloggen
Het volgende scherm verschijnt nu! Voor alle kaartlagen staan rondjes of vierkantjes, deze kun je aanvinken. Probeer eens uit en bekijk wat er gebeurt! Gebruik de menubalk boven de tekening om naar een specifiek gebied te zoomen. Kijk ook eens in de legenda (tabblad).
We gaan verder met de kaartlaag Boringen, vink eerst de kaartlaag aan, daarna het knop naast de postcode licht op, klik op rondje (zodat we kunnen identificeren: de deze knop, er komt een kader om de i-button).
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 7 van 22
Meer informatie kun je vinden via DINOInfo > Gebruikshandleidingen > Regis. Maak gebruik van de menubalk boven de tekening. Zie wat er allemaal mogelijk is. Zoals gezegd: we gaan een document aan maken in Word. Het document sla je op onder de naam Basis_DINOLoket_naam.doc. Deze lever je in bij de docent als je de opdracht hebt afgerond. Vink de kaartlaag Boringen aan! Het gehele scherm wordt rood gekleurd, dit zijn allemaal boringen. Wat valt je op aan de kaart?
Ga naar de omgeving van jouw huisadres (postcode) en geef enter.
Identificeer een boring bij jou in de buurt, door op de boring te klikken.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 8 van 22
Het scherm hiernaast verschijnt ervoor. Bekijk ook de informatie over de betreffende boring. Gebruik de rechtermuisknop en klik op het NITG_NR (bijv. B33E0259), deze wordt rood gekleurd, klik op kolommen met de linkermuis knop.
Als je met de muis over de boringen heen schuift, krijg je informatie over de desbetreffende bodemlaag (traject). Je kunt hier ook de eigenschappen van deze weergave aanpassen, lees meer hierover in de gebruikshandleiding m.b.t. Regis.
Maak een van het scherm met de kolommen en kopieer deze in het Word_doc. Beschrijf de boring maaiveldhoogte, einddiepte e.d.
Nu gaan we verder met de Grondwaterputten, maak deze kaartlaag actief, eventueel kun je de kaartlaag Boringen uitzetten. Zoals je ziet liggen de Grondwaterputten verspreid over het gebied. Identificeer een grondwaterput bij jou in de buurt. Via het NITG_NR kun je m.b.v. de rechter muistoets de Tijdstijghoogtelijn bekijken van deze peilbuis. Plaats deze in je word document.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 9 van 22
De afbeelding van de Grondwaterput B33E0250 is nog niet zo duidelijk, deze bestaat namelijk uit 8 filters. Via eigenschappen kun je de weergave aanpassen, bijv. door selectie van een aantal filters. Zorg ervoor dat jouw Tijdstijghoogtelijn zodanig is getekend, dat die helder en duidelijk is! Beschrijf ook de informatie die weergegeven is over deze grondwaterput. Selecteer nóg een Grondwaterput in de buurt, en voeg deze toe . Zijn er verschillen in de twee Tijdstijghoogtelijnen? Verklaar waarom wel/niet! Selecteer nu nog een Boring in de buurt, voeg toe aan het document, vergelijk deze met de Boring die je al ingevoegd hebt, verklaar wederom de verschillen. Deze opdracht sluiten we af met een dwarsdoorsnede uit de DGM Atlas op de Home page (Digital Geological Model). Selecteer het profiel dat het dichtst bij het woonadres ligt, maak een en voeg deze toe aan je Word_doc. Beschrijf wat je ziet. Voor meer informatie over de betreffende Formaties, klik op het legendavlak van de desbetreffende Formatie. Maak ook hier een van en verwerk dit in je Word_doc. Lever het Word document voorzien van naam en datum in bij de docent!
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 10 van 22
Opdracht:
VERDIEPING
(bron: wikipedia)
Inleiding Bij de uitvoering van technische werken komt het regelmatig voor dat de uitvoerenden geconfronteerd worden met “verrassingen” die terug zijn te voeren op de ondergrond. Enkele voorbeelden zijn: - spontaan wegzakkende brugpeilers van HSL-zuid in het Hollandsch Diep; - een tramtunnel in Den Haag die niet geopend kon worden vanwege instromend grondwater; - een bezwijkende damwandkuip bij de aanleg van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam die ternauwernood gestabiliseerd kon worden. De hiervoor beschreven zaken hebben allemaal de krant en televisie gehaald, maar ook bij kleinere werken treedt vertraging op (dus extra kosten!) door onvoorziene effecten van de ondergrond. Hoewel er in Nederland een grote hoeveelheid ondergrondgegevens beschikbaar is, lijkt het er op dat deze vaak niet op de juiste wijze gecombineerd en/of geïnterpreteerd worden.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 11 van 22
Opdracht Verzamel en combineer zoveel mogelijk ondergrondgegevens van het aangewezen projectgebied aan de hand van de volgende onderdelen: Boor tot 1,20 m diep; - Leg het opgeboorde materiaal logisch uit op een folie, en maak hiervan een foto; - Beschrijf de opgeboorde lagen zo duidelijk mogelijk, maak je eigen boorstaat tenminste voorzien van kleur en maak een keuze uit grind, zand, klei, leem, veen en eventueel de grofheid; - Meet eventueel na afloop de grondwaterstand in het boorgaat; bij klei en veenbodems één werkdag wachten om de grondwaterstand in te laten stellen. Teken een dwarsdoorsnede van de ondergrond van het projectgebied tot 30m beneden maaiveld op schaal en geef hierin weer: - De schaal ten opzicht van NAP; - Het Maaiveld; - De actuele grondwaterstand; - De aanwezige formatie(s) en/of laag pakketten; - Indien aanwezig de grens tussen Pleistoceen en Holoceen; Maak hier een verslag van max. 8 A4-tjes. Lever deze in bij de docent. Met behulp van het DINOLoket kun je veel informatie verzamelen, zie ook de BASIS opdracht. Maar er is meer. Je kunt zelf dwarsdoorsneden tekenen (profiellijnen) van zowel het Geohydrologische model (provincie) als het Hydrogeologische model (landelijk). Zoek op de DINO-site een beschrijving van bovenstaande modellen. Via DINOInfo > Terminologie & Veelgestelde vragen kun je informatie krijgen over Geologische termen en begrippen. Zoek de begrippen op een geef hiervan een beschrijving in je verslag.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 12 van 22
Verzamel informatie over de ondergrond (Boringen en Grondwaterputten) en verwerk deze in het verslag. Voeg ook profielen (dwarsdoorsneden) toe aan het verslag. Van het project gebied maakt je Profielen van Noord <--> Zuid en West <--> Oost, voor zowel het Geohydrologisch model als het Hydrogeologisch model. Via REGIS Viewer kun je deze profielen opmaken. Met behulp van de knoppenbalk boven de tekening kun je een Profiellijn tekenen.
Het startpunt wordt links in het scherm weergegeven, houdt dus rekening met de richting die je wil weergeven. Je kunt meerdere punten aangeven. Heb je de goede lijn (in het voorbeeld hierboven van Noord naar Zuid), dan kun je de knop Doorsnede tekenen gebruiken. Het scherm hieronder wordt dan zichtbaar (activeer eventueel het scherm in de taakbalk). Nu moet je een keuze maken, bekijk vooral ook wat er allemaal mogelijk is.
We maken nu eerst de keuze voor Hydrologische Modellen (landelijk). De doorsnede wordt opgemaakt. Voeg deze toe aan je verslag en beschrijf de doorsnede.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 13 van 22
Resultaat Hydrogeologisch model
Laat ook het Geohydrologisch model zien van het projectgebied.
Vervolgens kun je ook dwarsdoorsneden maken van West <--> Oost, voor beide modellen. Voeg deze toe aan het verslag.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 14 van 22
Nu we weten hoe we profielen kunnen opbouwen, kun je in DINOLoket zelf kaartlagen aan- en uitzetten, bijvoorbeeld hoe dik het Holocene pakket is en waar deze ligt. Dit werkt als volgt. Via de REGISViewer gebruik je de knop Je ziet dat je elke kaartlaag kunt selecteren, én individueel kun je kijken hoe dik deze is en waar de basis of de top van deze kaartlaag ligt.
Voeg de geselecteerde kaartlaag toe. Zoals je ziet is er een kaartlaag bij gekomen, deze kun je aan- en uitzetten. Zoom in op heel Nederland. Zet de kaartlaag Boringen en Waterschappen uit, verplaats de steden omhoog. (rechtermuistoets). Maak de legenda actief, dus zichtbaar.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 15 van 22
De volgende kaart is ontstaan, dit kan dus voor verschillende pakketten (kaartlagen) opgemaakt worden.
Verwerk de uiteindelijke kaart in het verslag, verwijder daarna de Kaartlaag Hlc_Dikte (cm), middels rechtermuisknop > verwijder. Als je alle gegevens hebt toegevoegd aan je verslag/rapport, lever deze dan in bij de docent!
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 16 van 22
Opdracht:
UITDAGING
Maak in GIS een Isohypsenkaart van het projectgebied. Hieronder volgen enkele praktijkvoorbeelden. In bijlage 1 is op kaart 9 de freatische grondwaterstand weergegeven. Voor het maken van deze isohypsenkaart zijn de volgende gegevens gebruikt: metingen in 85 peilbuizen van de gemeente. Van deze peilbuizen is één opnamebeschikbaar van 14 oktober 2005; metingen in 4 peilbuizen uit de TNO-database DINO met een peilbuisfilter in de deklaag. Per peilbuis is de gemiddelde grondwaterstand berekend over de periode 1 januari 1996 tot 31 december 2004.
Uit rapportage Gemeente Nieuwegein
2.3 Grondwaterstanden en –stroming Inzicht in de lokale grondwaterstroming is verkregen aan de hand van peilbuisgegevens en hydromorfe kenmerken van de boorprofielen. Tijdens het veldwerk zijn ook peilbuizen geplaatst in het plangebied en in het Sterrenbos. Van de actuele freatische grondwaterstanden (juli 2005) is een isohypsenkaart gemaakt om de lokale grondwater stromingsrichting te construeren. Hierbij is uitsluitend gebruik gemaakt van peilfilters boven de keileemlaag (tot 2 m –mv). Daarnaast bevinden zich in het plangebied twee peilbuizen uit het archief van TNO (DINOLoket). 2.3.1 Grondwaterstanden Uit de actuele grondwaterstanden in de nieuw geplaatste peilbuizen, de hydromorfe kenmerken van de boorprofielen en de tijd-stijghoogtelijn van de peilbuizen van NITG-TNO, blijkt een gemiddelde grondwaterstand voor te komen tussen 1,5 m en 2 m –mv. Daar waar ondiep keileemlagen voorkomen in de deklaag worden grondwaterstanden aangetroffen op ca. 0,50 m – mv. De gemeten stijghoogten ten tijden van het veldwerk (juli 2005, Grontmij) zijn opgenomen in bijlage 2. De tijd-stijghoogtelijnen van de twee peilbuizen van NITG-TNO zijn weergegeven in bijlage 3. De gemeten stijghoogten zijn consistent met de waargenomen stijghoogten in de TNO peilbuizen. 2.3.2 Grondwaterstroming De getoonde isohypsen zijn ten opzichte van NAP. Isohypsen zijn lijnen van gelijke grondwaterstanden. De lokale grondwater stromingsrichting is loodrecht op deze lijnen (van hoog naar laag). Uit het kaartbeeld blijkt een oostelijk gerichte stroming voor te komen van het freatische grondwater. Deze richting is consistent met het veronderstelde dat het grondwater van de flank van de Hondsrug afstroomt naar het lager gelegen plangebied. Daar waar de keileem aaneengesloten is zal een groot deel van het infiltrerend grondwater oppervlakkig afstromen over de keileem. Door de hoge hydraulische weerstand van het keileempakket kan worden verondersteld dat de diepe grondwaterstroming een beperkte invloed heeft op de grondwaterstroming in het freatische watervoerende pakket.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Uit: Herinrichting Kempkernsberg – Engelse Kamp
Pagina 17 van 22
Het kiezen van een projectgebied Voor deze opdracht heb je een projectgebied nodig, waar zich voldoende Grondwaterputten bevinden. Overleg met de docent welk projectgebied je gaat gebruiken (ter info: van het gekozen projectgebied moet ook een digitale ondergrond beschikbaar zijn in GIS, we gaan namelijk de opgevraagde gegevens in GIS verwerken). Opdracht De volgende stappen dien je te doorlopen: - Definieer het projectgebied - Selecteer in DINOData het project gebied - Selecteer Grondwaterputten in het projectgebied - Beoordeel Grondwaterputten op bruikbaarheid - Bestel de gegevens uit DINOLoket - Verwerk de aangeleverde Excelbestanden - Maak je eigen Excelbestand (jaar gemiddeld grondwaterstand) - Start ArcGIS voeg de digitale ondergrond toe als kaartlaag - Maak een nieuwe shp-file (type punten) Grondwaterputten in het Projectgebied - Voeg de grondwaterstands DATA toe aan de kaartlaag - Label de kaartlaag en Print deze uit - Teken een Isohypsenkaart handmatig in op jou GIS-kaart. - Aan het werk!! PS: Aan het begin laten we de stappen nog zien, daarna moet je zelf aan de slag! Start DINOLoket! Selecteer DINOMap > login > Aktiveer Grondwaterstanden Het volgende scherm verschijnt nu, zoom in op het project gebied.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 18 van 22
Het volgende scherm wordt weergegeven.
Nu kun je met behulp van een rechthoek een selectie maken van de Grondwaterputten die je wilt gaan gebruiken. De selectie die je hebt gemaakt wordt zichtbaar in de kaart (alle Grondwaterputten binnen het selectiekader wat jij hebt aangegeven worden geel gekleurd).
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 19 van 22
Middels de knop kun je een overzicht van de geselecteerde meetpunten opvragen. Het scherm hieronder wordt vervolgens weergegeven.
Nu gaan we een selectie maken van de aangegeven lijst met Grondwaterputten. We gaan een Isohypsenkaart maken van het jaar 2007 en 1990. Door een vinkje te zetten voor het NITG-nummer, kun je de Grondwaterputten afzonderlijk selecteren, we hebben minimaal 15 Grondwaterputten nodig, die verdeeld over het projectgebied liggen. Zoals je ziet in het bovenstaande scherm zijn er 54 geselecteerd. Aan jou om er 15 bruikbare uit te halen. De bruikbaarheid is te controleren door op het onderstreepte NITG-nummer te klikken. Het volgende scherm verschijnt. Je ziet een mooie luchtfoto met de locatie van de Grondwaterput. Klik op de plus (rechts) voor nog meer informatie, probeer dit eens uit.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 20 van 22
Als je genoeg Grondwaterputten heb geselecteerd, kun je deze gaan bestellen, vergeet niet om een kenmerk (onderin het scherm) aan te geven, bijvoorbeeld TwelloN_Gwput. Druk op bestel (“Ik wil de grondwaterbestanden uit de aangekruiste meetpunten bestellen”) Vervolgens ontvang je van DINOLoket Verstrekkingen per mail de URL, waar de bestelling is op te halen als een ZIP-file. Sla deze op in een aparte map, daar kun je hem vervolgens ook uitpakken. Zie onderstaande tekst uit de mail.
-----Van: DINOLoket Verstrekkingen [mailto:[email protected]] Verzonden: donderdag 6 maart 2008 10:07 Aan: Roeterd, E.W.M. Onderwerp: Grondwaterkwantiteit gegevensaanvraag (Uw kenmerk:TwelloN_Gwput) Uw aanvraag is succesvol verwerkt, u kunt de aangevraagde gegevens ophalen op de volgende URL: http://dinolks05.nitg.tno.nl/dinoLks/delivery/grondwaterkwantiteit/roeterd1 204792346472.zip
-----De gegevens moeten zoals eerder aangegeven in GIS worden verwerkt. Van belang hierbij is dat je weet wat je wilt gaan doen met deze gegevens. Hoe nu verder! Lees aandachtig onderstaande handleidingen door deze kun je vinden in DINOInfo: < gebruikshandleidingen < Omgaan met Excel: Grafieken PowerPoint Pdf < gebruikshandleidingen < Omgaan met Excel: Datumformaten Instellen PowerPoint Pdf Je hebt de gegevens inmiddels ontvangen, pak de ZIP-file uit, sla de gegevens op zodat ze later gemakkelijk zijn terug te vinden. Bekijk de aangevraagde gegevens.
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 21 van 22
Een heleboel gegevens, met behulp van de Gebruikshandleidingen kun je ze zelf zo instellen dat ze duidelijk leesbaar en bewerkbaar zijn. Maak zelf een Excel-bestand en kopieer uit de aangeleverde gegevens de data die je nodig denkt te hebben van alle Grondwaterputten van het jaar 2007. Bereken de gemiddelde grondwaterstand van 2007 ten opzicht van NAP en voeg deze toe aan het Excel-bestand. Start ArcGIS op. Voeg de digitale ondergrond toe van het Projectgebied en voeg via de Grondwaterputten toe als een nieuwe kaartlaag. Voeg een kolom toe <2007> en vul deze kolom met de al uitgerekende gemiddeld grondwaterstanden uit het Excel-bestand. Label de kaartlaag met de Grondwaterputten en print deze uit in een fraaie lay-out. Teken vervolgens met de hand de Isohypsenlijnen tussen de punten en voeg de kaart toe aan het rapport. Werk bovenstaande ook uit voor bijvoorbeeld het jaar 1990. En vergelijk deze met 2007!!
- Einde opdracht -
Aan de slag met DINOLoket – versie 1.0
Pagina 22 van 22