p[f©¥DniCD©
/^ groningen Aan Provinciale Staten
M a r t i n i k e r k h o f 12
050 316 49 I I 050 316 49 33
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage Onderwerp
3 1 OKT. 2013
2013-46.607/44/A.9, ECP 486530 A. van Bolhuis, P. Abbink
(050)316 4199
[email protected]
1 Uitvoering landbouwagenda 2014-2015
Geachte dames en heren, 1. Aanleiding en doel In onze brief van 13 maart 2013 (zaaknummer 451126) zijn wij ingegaan op uw vragen over de landbouwdialoog. A s vervolg op genoemde brief, informeren wij u hierbij over de actuele stand van zaken en de voortgang van lopende trajecten als de Landbouwdialoog, het Groninger Verdienmodel, de AgroAgenda Noord Nederland en het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën. Ook willen wij een aantal vernieuwende projecten die wij als provincie hebben ondersteund onder uw aandacht brengen. Daarnaast gaan wij in op de nieuwe financiële mogelijkheden, die in de vorm van Rijks- en Europese programma 's in voorbereiding zijn met nieuwe kansen voor projectfinanciering. De (vervolg)acties die voor 2014 en 2015 op de rol staan met bijbehorende beschikbare middelen hebben wij kort samengevat op biz. 6 van de bijlage.
^J
Deze brief is bedoeld als een actualisering van de Landbouwagenda 2012-2015. Daarin hebben wij onze ambities en rol aangegeven, met als ontwikkel richting een vitale en duurzame land- en tuinbouw in 2020. Beleidsmatig blijven wij ons de komende twee jaar baseren op het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013, de Provinciale Omgevingsverordening en de genoemde Landbouwagenda. Daarbij komt nu ook het Groninger Verdienmodel. Zoals bekend hebben wij een nieuwe Omgevingsvisie in voorbereiding, die naar verwachting in 2015 gereed zal zijn. Eventuele beleidswijzigingen komen in dat verband aan de orde.
a UJ
o 06-HB-SG-001
2. Ambitie en rol Onze ambitie ten aanzien van de land- en tuinbouw in onze provincie luidt als volgt: Wij blijven inzetten op een vitale en duurzame agro- en foodsector die in 2020: o modern en renderend is « schoon en efficiënt produceert en ® in balans is met mens en omgeving.
U© pi-ov i^ w ^1 ^nfntjËH werkt voigens normen öie zijn v.6sige'egci ii> een tiandyest voor cfienstvÊdening. D'ï^.^" ^v i ^ e ' op onzo website of kunt u opvragen bij deafdenng Communicatie en .Kabinet. Pubtieksvoorlichting; QS0 3164160
Wij blijven de lat hoog leggen: wij willen in Groningen koploper zijn in duurzaamheid! Daarvoor zijn kleine en grotere kwaliteitssprongen nodig. Deze formulering sluit aan bij die in de recent vastgestelde AgroAgenda NoordNederland. In onze opvatting beperken onze activiteiten bij het thema landbouw zich niet tot de primaire sector maar omvat dat thema de gehele agrosector in relatie tot zijn omgeving. Bij verduurzaming van de land- en tuinbouw gaat het onder meer over efficiënt produceren van hoogwaardige grondstoffen, aanleg & onderhoud van landschapselementen, aandacht voor biodiversiteit, eisen die de consument stelt aan de kwaliteit van productie en product en het realiseren van verbindingen tussen de landbouw en andere sectoren (zie hiervoor ook de Noordervisie 2040 en de RIS3). Net als de agrosector zelf denken en werken wij provinciegrensoverschrijdend, zoals ook bij de. Noordervisie 2040, de RIS3 en de AgroAgenda Noord Nederland. Samenwerking met de andere noordelijke provincies beschouwen wij als vanzelfsprekend. Een vitale en duurzame agro- en foodsector in 2020 willen wij bereiken door: het stimuleren van eigen kracht: wij willen de agrosector in onze provincie c q . Noord-Nederland (blijven) uitdagen om zelfde primaire verantwoordelijkheid te nemen voor verduurzaming. Hierover willen wij met de sector prestatieafspraken maken. het geven van impulsen aan vernieuwing: samen met de agrosector willen wij waar nodig en mogelijk vernieuwingen stimuleren en faciliteren; het verbeteren van maatschappelijk draagvlak: samen met de agrosector en maatschappelijke organisaties willen wij investeren in de relatie boer-burger. Wij zien onze rol hierbij als aanjagend en faciliterend. Belangrijke instrumenten die wij hierbij zullen inzetten zijn: het benutten van ons bestuurlijk en ambtelijk netwerk; communicatie en: financiële ondersteuning via beschikbare budgetten van provincie. Rijk en EU. Ook reguleren is een provinciale verantwoordelijkheid. De provincie wil de landbouw ruimte bieden waar dat kan, daarbij rekening houdend met de zorg voor leefbaarheid en landschap. Er kan veel, juist omdat we kiezen voor maatwerk. Vanuit ruimtelijke ordening heeft de provincie mogelijkheden om te sturen op landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteit. Momenteel wordt samen met LTO en de Natuur & Milieufederatie Groningen (NMFG) een instrument ontwikkeld om daarnaast ook te sturen op duurzaamheid: het Groninger Verdienmodel. 3. Tussenbalans Hieronder noemen wij kort de belangrijkste resultaten in de afgelopen periode. Voor enkele onderwerpen wordt in de bijlage nadere informatie gegeven over doel en achtergrond, stand van zaken en vervolgacties. 1. De landbouwdialoog heeft er toe geleid dat boeren en burgers met elkaar in gesprek zijn geraakt voorbij emoties en beelden. Thema's als schaalvergroting, dierenwelzijn, regeldruk en de kloof tussen boer en burger zijn uitgebreid besproken. Boeren willen verduurzamen, burgers willen meer betrokken zijn bij de landbouw. Concrete vertaling naar duurzame bedrijfsvoering gebeurt in het kader van de AgroAgenda en met het Groninger Verdienmodel. De provincie wil de
dialoog blijven aanjagen, tussen boeren en partners in het landelijk gebied en zeker tussen boer en burger. Daarom organiseren wij dit najaar de eerste Boerenburendag, een initiatief waarbij wij de boeren in de provincie uitnodigen de relatie met hun buren op een aansprekende en praktische manier te verbeteren. Zie voor nadere informatie bIz. 1-2 van de bijlage. 2. Op 6 juli is de AgroAgenda Noord Nederland ondertekend en aangeboden aan staatssecretaris Dijksma. Deze agenda is opgesteld door de noordelijke agro- en foodsector, natuur- en milieuorganisaties, de kennisinstellingen en de drie provincies. Met dit document wil het noorden zich de komende jaren sterk maken voor de realisering van een aantal aansprekende en vernieuwende projecten. De AgroAgenda is een concrete uitwerking van de Noordelijke RIS3 strategie en de Noordervisie 2040 op het gebied van agro & food. Bij wijze van startprogramma zijn in de AgroAgenda tien icoonprojecten opgenomen, waarvoor het Noorden zich de eerstkomende periode sterk wil maken. Voor de uitvoering willen wij gebruik maken van co-financiering uit Europese(P0P3, EFRO, Horizon2020), nationale- (Topsectoren) en regionale budgetten. Vanuit de provincie Groningen zetten wij hiervoor onder meer het budget 'Innovatieve Kwaliteitssprongen in de Landbouw' in. De AgroAgenda NoordNederland vormt voor een groot deel de input vanuit landsdeel Noord in het nationale P0P3 Programma. Wij constateren dat LTO in haar visie er ook voor kiest om die projecten te stimuleren, die passen binnen de kaders van de AgroAgenda. Zie voor nadere informatie over de AgroAgenda bIz. 3 van de bijlage. 3.Met het Groninger Verdienmodel zijn de afgelopen maanden belangrijke vorderingen gemaakt. De kern van het Verdienmodel is dat de agrarische ondernemer bouwruimte boven de 2 ha kan verdienen (tot een maximum bouwblok van 4 ha) als de ondernemer voldoet aan verdergaande eisen van duurzaamheid en omgeving. Bij de ontwikkeling van het Groninger Verdienmodel werken wij ambtelijk en bestuurlijk intensief samen met LTO Noord en de NMFG. Het model wordt in de eerste fase uitgewerkt voor de melkveehouderij, om het vervolgens uit te rollen over de andere sectoren binnen de landbouw. Eind september hebben wij samen met de betrokken partijen en de indieners van de motie Groninger Verdienmodel de subthema's gedefinieerd die een plek moeten krijgen in het verdienmodel. De volgende stap is om deze subthema's uit te werken in een soort van maatlat, waarmee de inspanningen van de ondernemer getoetst kunnen worden. Wij verwachten in het voorjaar van 2014 een eerste proeve van het Groninger Verdienmodel voor de melkveehouderij te kunnen presenteren. Daarna starten wij met een uitwerking voor de andere sectoren, waarbij de huidige beleidskaders en de motie hoekstenen vormen. Zie voor nadere informatie bIz. 4 van de bijlage. 4. Het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën heeft, met een financiële impuls van het Rijk, een eerste oogst van 65 innovatieprojecten opgeleverd. Onder de vlag van de Agenda voor de Veenkoloniën (waarin de provincie participeert) heeft de agrosector in deze regio zelf de handschoen opgepakt om, door meerjarige samenwerking gericht op vernieuwing en verduurzaming, te zorgen dat de sector per 2020 toe kan zonder extra overheidssteun. Het Innovatieprogramma is overigens in de AgroAgenda Noord Nederland opgenomen als icoonproject dat bij voorrang onder de aandacht van Rijks- en Europese fondsen wordt gebracht. Zie voor nadere informatie bIz. 5 van de bijlage.
5. Met steun van de provincie (financieel of anderszins) zijn de afgelopen periode in de hele provincie een aantal aansprekende projecten uitgevoerd. Wij noemen er hier een paar. De Pootaardappelacademie is een kennisnetwerk van pootgoedtelers, handelshuizen, laboratoria en onderwijsinstellingen met een sterke focus op het Hogeland. Het netwerk is zeer succesvol en geniet landelijke aandacht. In het project Bodem in Balans, dat wordt uitgevoerd in Westerwolde en de Veenkoloniën wordt geëxperimenteerd met alternatieve bemestingsmethoden waarmee er meer balans moet komen tussen verschillende nutriënten in de bodem. Onder de vlag van het project Duurzaam Boer Blijven zijn melkveehouders en akkerbouwers in de hele provincie - vooral ook in het Westerkwartier - met elkaar bezig om te komen tot efficiëntere kringlopen en het reduceren van broeikasgassen. in het Oldambt voert de Stichting Praktijknetwerk in de Noordelijke Akkerbouw diverse innovatieve projecten uit, gericht op niet-kerende grond bewerking, zodat het bodemleven niet wordt aangetast In het project IJkakker wordt onder het adagium 'Meer met minder' geëxperimenteerd met sensortechnologie en GPS om opbrengsten te verhogen met minder water, meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Dit project wordt grotendeels uitgevoerd in de Drents-Groningse Veenkoloniën. Het project Druppelirrigatie, dat wordt uitgevoerd in de Noordelijke kleischil, biedt inzicht hoe de pootgoedteelt zich kan aanpassen aan klimaatverandering, door zuiniger om te gaan met zoet water, nutriënten en bestrijdingsmiddelen. 6. Vanaf 2014 verandert het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Het GLB blijft uit twee pijlers bestaan: de eerste pijler behelst vooral directe inkomenssteun en een klein stukje marktondersteuning; de tweede pijler behelst het Plattelands ontwikkelingsprogramma (P0P3). Vanaf 2014 wordt de landbouwsector meer dan ooit uitgedaagd om marktgerichter en 'groener' te produceren, en om invulling te geven aan maatschappelijke wensen. Dit heeft grote impact, maar vormt zeker ook een uitdaging voor de Nederlandse landbouw in het algemeen en het Noorden in het bijzonder. Sectoren als de zetmeelaardappelteelt, maar ook de bieten- en graanteelt, die relatief sterk aanwezig zijn in onze provincie, zijn op dit moment sterk afhankelijk van directe inkomenssteun vanuit Europa. Tot 2020 wordt deze inkomenssteun afgebouwd. Daarmee staat de Noord-Nederlandse landbouw voor een forse transitieopgave. Samen met andere overheden en de agrosector hebben wij ons met succes sterk gemaakt voor een geleidelijke afbouw van de inkomenssteun in plaats van de directe daling. Als provincie hebben wij overigens formeel geen invloed binnen de eerste pijler, wel hebben wij sturingsmogelijkheden binnen de tweede pijler. A s provincie staan wij voor ruimte voor regionaal maatwerk, om de gewenste transitie naar een duurzame landbouw zo efficiënt mogelijk vorm te kunnen geven. In dit licht hebben wij met succes bij het Rijk gepleit voor ruimte voor regionale invulling op inhoud van het nationale P0P3 programma. Ook ons pleidooi voor een flexibelere invulling van de vergroeningsmaatregelen wordt nationaal en in Europees verband breed gedragen - ook door LTO - en is overgenomen in de definitieve Europese P0P3 kaders. Wij blijven actief inspelen op deze ontwikkelingen, vooral met het oog op de ontwikkeling en realisering van maatregelen en projecten op het gebied van innovatie en verduurzaming. De hervormingen hebben ook impact op de manier waarop boeren straks invulling kunnen geven aan het agrarisch natuurbeheer. Enerzijds krimpen de budgetten,
anderzijds zijn de verwachtingen ten aanzien van de boeren hoger. De provincie verwacht veel van boerencollectieven, zowel van de agrarische natuurverenigingen als van coöperaties zoals in het Westerkwartier. Zomer 2014 komen wij met een visie op agrarisch natuurbeheer over hoe boeren kunnen bijdragen aan de kwaliteit van natuur en landschap. De komende maanden zullen wij de landsdelige input in het nationale P0P3 programma nader uitwerken, samen met LTO en de maatschappelijke organisaties, om zo te komen tot een werkbaar, maatschappelijk gedragen programma dat binnen de gestelde Europese kaders zoveel mogelijk dienend is aan onze ambitie om te komen tot een duurzame land- en tuinbouw in onze provincie. 7. Overig. In de afgelopen jaren is een groot aantal activiteiten op het gebied van streekproducten, streekvoedsel en regionale voedselkringlopen ontwikkeld. Dit vooral ook in verband met het feit dat Groningen in 2011 Hoofdstad van de Smaak was. De provincie heeft daaraan, ook financieel, haar steentje bijgedragen, onder andere door Marketing Groningen opdracht te geven voor de komende jaren een publiekscampagne te ontwikkelen onder de titel 'De Oogst van Groningen'. Eind 2011 is onder de noemer Regio van de Smaak aanvullend budget vrijgemaakt om bovengenoemde activiteiten een extra impuls te geven. Diverse initiatieven worden nu door de externe partijen zonder cofinanciering vanuit de provincie opgepakt. Een mooi voorbeeld is de Ommelander markt. Wij vinden het daarom niet nodig om hiervoor nog apart beleid te voeren. Streekproducten horen bij de ontwikkeling naar een duurzame landbouw. Wij zien dat als onderdeel van activiteiten om boer en burger dichter bij elkaar te brengen. Daarnaast draagt het bij aan het sluiten van agroketens en -kringlopen. Als provincie zullen wij dan ook goede projectvoorstellen op het gebied van streekproducten, streekvoedsel en regionale voedselkringlopen blijven ondersteunen binnen het bredere kader van de verduurzaming van de landbouw. Ten slotte merken wij op dat wij uitvoering gaan geven aan de motie Bijzaak, waarbij onze insteek is om samen met de stakeholders een projectplan op te stellen en uit te voeren om de hoge bijensterfte in onze provincie tegen te gaan. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen: , voorzitter.
secretaris. Bijlagen Nr. Titel 1
Nadere informatie landbouwthema's
Bijgevoegd X
Ter inzage in de Staten kast -