Aan:
Burgemeester mevr. drs. M.J.C. Heeremans p/a Gemeente Heemstede Raadhuisplein 1 2101 HA Heemstede
Van:
prof.dr.mr. Marcel Pheijffer RA Nyenrode Business Universiteit Straatweg 25 3621 BG Breukelen
[email protected]
Betreft: rapportage onroerend goedtransactie wethouder Kuiper
Breukelen, 11 maart 2015
Geachte mevrouw M.J.C. Heeremans,
in Uw opdracht (namens het College van B&W), heb ik recent een onderzoek ingesteld naar een onroerend goedtransactie (Hageveld 44) van wethouder mevrouw C.D.M. Kuiper in 2013.
Bijgaand treft U mijn rapportage aan. Ik meen daarmee mijn opdracht af te kunnen ronden. Indien verdere toelichting nodig is dan wel andere acties van mij worden verwacht, verneem ik dat graag.
Met vriendelijke groet,
Marcel Pheijffer
Leeswijzer Dit rapport vangt aan met een samenvatting en conclusies. Vervolgens het daaraan ten grondslag liggende rapport met een weergave van de opdracht, de onderzoekshandelingen, de meldingen, de uitkomsten van het onderzoek en de beantwoording van de onderzoeksvragen.
Samenvatting en conclusies Het onderzoek geeft geen enkele aanleiding wethouder Kuiper te verdenken van corruptie en/of daadwerkelijke belangenverstrengeling in relatie tot de privé-aankoop door de familie Kuiper van een object in het project Hageveld. Evenmin is anderszins niet-integer handelen van wethouder Kuiper vastgesteld.
Naar aanleiding van een tweetal meldingen en het daaropvolgende onderzoek naar vorenbedoelde onroerend goedtransactie, zijn met name de volgende drie feiten bij de beoordeling van de casus van belang. Namelijk het feit:
dat het object is verkregen voor een aanzienlijke lagere prijs (454.500 euro) dan waarvoor het ooit te koop heeft gestaan (1.085.000 euro) en ook een lagere prijs dan die waarvoor het op het moment van bieden door de familie Kuiper te koop stond (649.000 euro); dat een partijgenoot van wethouder Kuiper directeur is geweest en thans nog adviseur is van de verkopende partij Synchroon B.V.; dat de verkopende partij Synchroon B.V. een zakelijke relatie betreft van de Gemeente Heemstede.
Het onderzoek leert dat deze drie feiten bij diverse geïnterviewden, waaronder de melders, vragen op hebben geroepen en wellicht nog steeds oproepen over met name (de schijn van) belangenverstrengeling en een mogelijke integriteitsinbreuk. Begrijpelijkerwijs is dan ook – mede op verzoek van wethouder Kuiper - onderhavig onderzoek ingesteld, met als doel om op basis van feitenonderzoek vast te kunnen stellen of daarvan al dan niet daadwerkelijk en dus bewijsbaar sprake is. Dit teneinde de eventueel noodzakelijke acties te kunnen ondernemen dan wel om ook in de toekomst als wethouder met vertrouwen en ongeschonden blazoen te kunnen functioneren.
Als gezegd is er geen enkele aanleiding tot verdenking inzake corruptie door en/of daadwerkelijke belangenverstrengeling en/of een integriteitsinbreuk aan de kant van wethouder Kuiper. Daar is simpelweg geen bewijs van (aangeleverd).
Resteert het maken van een viertal opmerkingen. Ten eerste dat er in casu wel sprake is van de schijn van belangenverstrengeling (waarbij ik nu reeds opmerk dat deze constatering echter dient te 2
worden gelezen in samenhang met de hiernavolgende – tweede opmerking), nu de transactie bij een aantal personen vragen heeft opgeroepen. De drie hiervoor genoemde feiten – voor sommigen al een enkel feit, voor anderen vooral in onderlinge samenhang bezien – roepen vragen op die een antwoord en verantwoording vergen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de twee binnengekomen meldingen. Wethouder Kuiper heeft er blijk van gegeven die vragen te willen en te kunnen beantwoorden, gegeven haar recente verklaring tijdens een persconferentie, haar eigen verzoek tot het instellen van onderhavig onderzoek en de volledige medewerking daaraan.
Ten tweede gaat het er vervolgens wel om te bezien of ‘de schijn tegen hebben’, ook maakt dat een bestuurder een transactie als degene die in het onderzoek centraal staat nimmer kan uitvoeren dan wel dat er afdoende waarborgen zijn te treffen. Naar mijn mening zijn in casu op dit punt afdoende waarborgen getroffen. Met name het feit dat de wethouder na de koop van het woonobject daarover openlijk, zij het informeel, gesproken heeft met de burgemeester en collega’s. De burgemeester heeft dat nadrukkelijk bevestigd en daarbij ook aangegeven dat zij op de hoogte was van de koopsom. Toentertijd zag noch heden ziet de burgemeester redenen om een dergelijke transactie te verbieden, juist ook omdat transparantie in plaats van geheimzinnigheid aan de kant van de wethouder is betracht. Reeds dat oordeel van de burgemeester disculpeert, althans wat betreft ondergetekende, de wethouder in casu afdoende. Bovendien voeg ik daaraan toe dat een dergelijke (onroerend goed)transactie in de openbare registers is ingeschreven en daarmee voor eenieder navolgbaar is. Het gevolg van die openbare kenbaarheid van dergelijke transacties is dat er, waar nodig, vragen – rechtstreeks aan een wethouder, via de gemeenteraad, de burgemeester of anderszins – over kunnen worden gesteld.
Dat laatste brengt mij tot een derde opmerking. Een onderzoek als het onderhavige kost (veel) tijd, energie, geld en is bovendien belastend voor betrokkenen. In zijn algemeenheid is het daarom van belang dat daar waar burgers en/of anderen vragen willen stellen bij het handelen van een bestuurder, door hen ook zorgvuldigheid wordt betracht. Daarbij past hen het maken van de beoordeling of het verkrijgen van een antwoord op vragen ook op andere – lees: lichtere - wijze kan dan door het instellen van een onderzoek als het onderhavige. Aan de kant van het openbaar bestuur past voorts de toets of meldingen afdoende zijn onderbouwd om een dergelijk onderzoek in te stellen. Specifiek ten aanzien van de onderhavige casus begrijp ik overigens ook goed dat – gegeven de twee meldingen, de wens van de wethouder zelf alsmede de drie eerder door mij beschreven feiten, zeker in onderlinge samenhang bezien – een onderzoek is ingesteld.
Mijn laatste opmerking gaat over het onderwerp ‘politieke sensitiviteit’. Er zullen bestuurders zijn die ervoor kiezen geen woning te kopen voor een prijs die vragen kan oproepen. Of die geen woning 3
zullen kopen waaraan een partijgenoot valt te linken. Of een zakelijke relatie. Die dat niet doen omdat zij niet eens de schijn van belangenverstrengeling tegen willen hebben en/of extra waarborgen willen treffen. Er bestaat echter geen enkele wet of regel die zich ertegen verzet onder die omstandigheden als bestuurder – zoals in het onderhavige geval – wél een woning te kunnen en te mogen kopen. Een bestuurder is en blijft immers ook een burger. Waar het in een dergelijke situatie dan echter om gaat, is de vraag of een bestuurder over afdoende politieke sensitiviteit beschikt om de juiste en afdoende waarborgen te treffen. Transparantie is daarbij het kernwoord. Die is in casu betracht. Het is echter een vraag voor de toekomst en van politieke aard of die transparantie afdoende wordt bereikt indien een bestuurder (de wethouder) dit aan het college en/of de burgemeester op informele en open wijze meldt; of dat dat bijvoorbeeld formeel en schriftelijk moet en dat er expliciet toestemming van de burgemeester en/of het college moet worden verkregen. Een vraag die ik als onderzoeker niet hoef en zal beantwoorden, maar graag aan de politieke oordeels- en besluitvorming overlaat.
4
1. Opdracht Op 13 februari 2015 ontving ik van de burgemeester van Heemstede (namens het College van B&W) de navolgende, tweeledige onderzoeksopdracht:
A. Welke feiten en omstandigheden zijn relevant voor de toetsing van het handelen van wethouder Kuiper in het kader van de verwerving van een woning in project Hageveld? B. Hoe dient dat handelen te worden beoordeeld in het licht van de corruptiebepalingen in het Wetboek van Strafrecht, Gedragscode en de beginselen van behoorlijk bestuur?
Aanleiding Aanleiding tot deze onderzoeksopdracht is een tweetal bij de burgemeester binnengekomen meldingen inzake de privé-aankoop door de familie Kuiper van het onroerend goed Hageveld 44 te Heemstede. Wederpartij was Synchroon B.V..
Normatief kader De tweede onderzoeksvraag handelt over de corruptiebepalingen in het Wetboek van Strafrecht, de Gedragscode en de beginselen van behoorlijk bestuur. Ik heb met name getoetst aan:
Wetboek van Strafrecht In het Wetboek van Strafrecht kunnen in een casus als de onderhavige met name de artikelen 362 en 363 van belang zijn. Eenvoudig gezegd gaat het er bij die artikelen om dat de ambtenaar – in de onderhavige casus te lezen als ‘de wethouder’ – een gift, belofte of dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze is gedaan om deze in diens functie iets te laten doen of juist na te laten. In geval van artikel 363 wordt in strijd met de ambtsplicht gehandeld, in geval van artikel 362 juist niet. Van belang is voorts dat voor het ontstaan van strafbaarheid het door de omkoper beoogde handelen of nalaten ook daadwerkelijk is gevolgd. Voldoende is dat de ambtenaar (wethouder) op het moment dat deze de gift aanneemt , weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die gift is gedaan om deze te bewegen in de toekomst iets te doen of juist na te laten. Gedragscode De Gedragscode bestuurders betreft bijlage 3 van de ‘Nota Integriteit Heemstede. In relatie tot de onderhavige casus is met name artikel 2 – handelende over 5
belangenverstrengeling en aanbesteding - van belang. Met name lid 2, waarin staat: ‘Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.’. Voorts lid 4: ‘Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen heeft of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.’ Tot slot lid 5: ‘Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.’. Aanvullend acht ik met name de volgende bepaling in de ‘Nota Integriteit Heemstede’ van belang: ‘Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders, de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.’ Beginselen van behoorlijk bestuur In de onderhavige casus gaat het vooral om naleving van de integriteitsnorm. Deze heeft betrekking op de onkreukbaarheid van het bestuurshandelen. Concreter gesteld gaat het dan om zaken als: onafhankelijke oordeelsvorming; vermijden van de schijn van bevoordeling of belangenverstrengeling; geen geschenken, diensten of faciliteiten aanvaarden die de onafhankelijkheid van bestuurders kunnen schaden; geen privéwerkzaamheden of het aannemen van kortingen op privégoederen van relaties van de gemeente; geen nepotisme, familie- of vriendschapsbetrekkingen met aanbieders van diensten of zaken aan de provincie.
2. Onderzoekshandelingen Het onderzoek is als volgt vormgegeven:
kennisname van de twee meldingen alsmede de naar aanleiding daarvan door wethouder Kuiper afgegeven persverklaring en de daardoor gegenereerde perspublicaties; het afnemen van interviews met: wethouder Kuiper, de twee melders, wethouder Van de Stadt, burgemeester Heeremans, directeur Van Breukelen van Synchroon B.V., de heer W. Meuwese zijnde voormalig directeur van Synchroon B.V., de heer J.H. Kuiper zijnde de echtgenoot van wethouder Kuiper en een tweetal bij de transactie betrokken makelaars; het doornemen van aanvullende informatie die binnen de Gemeente aanwezig was dan wel door betrokkenen is aangeleverd. Het gaat om informatie zoals kadastrale gegevens, WOZwaarde, transactiegegevens, makelaarsdocumentatie en enige bedrijfsinformatie van 6
Synchroon B.V.. Daar waar informatie door ondergetekende relevant wordt geacht ter onderbouwing van onderhavige rapportage, zal dat expliciet worden aangegeven; het voor hoor en wederhoor aanbieden van het concept-rapport aan wethouder Kuiper en voorts aan burgemeester Heeremans (ter correctie van eventuele feitelijke onjuistheden). Met de anderen geïnterviewden is afgestemd dat zij de rapportage vooraf niet voor hoor en wederhoor ter inzage zouden krijgen, waartegen niemand bezwaar heeft gemaakt.
3. Meldingen Er is een tweetal meldingen inzake onderhavige kwestie bij de burgemeester van Heemstede binnengekomen. Zakelijk weergegeven is de inhoud als volgt:
Eerste melding (26 januari 2015)
Verzoek tot een gesprek over een integriteitskwestie van een lid van het college van B&W. Een bijgevoegd afschrift vanuit het Kadaster leert dat het gaat om de verwerving door wethouder Kuiper-Kuijpers van een woning in project Hageveld. Melder stelt dat het pand is verworven ‘voor ongeveer de helft van de marktwaarde, namelijk € 450.000’. De woning is afgenomen ‘van Synchroon, die ook andere belangen heeft in Heemstede’. De melder stelt dat ‘De heer Meuwese en voormalig directeur van Synchroon was ook weer betrokken bij deze woningverkoop.’. En voorts: ‘Er zal zonder twijfel worden aangevoerd, dat de woning al 7 jaar te koop staat en inmiddels al in prijs was verlaagd tot € 650.000.’. Melder ziet het zo dat de verlaging van de koopprijs tot laatstgenoemd bedrag ‘al een zet is geweest in deze tragedie.’. Melder stelt dat er in de koopakte nog een element is ‘dat duidelijk maakt dat deze transactie niet deugt.’. En voorts: ‘Bovendien staat een huis dat toen dezelfde prijs had als de door de wethouder verkochte [sic] woning nu te koop voor € 1,4 miljoen. Andere woningen die destijds nog niet de helft kostten van deze woning worden thans verkocht voor vergelijkbare prijzen als toen.’. De melder concludeert: ‘De transactie is dus niet uit te leggen als een normale transactie.’. Melder stelt voorts: ‘Er zijn overigens meer verbanden tussen de heer Meuwese en de wethouder. De heer Meuwese is bovendien een persoon, die op Hageveld veelal met belangenverstrengeling bezig is geweest. Ook nu is dat zichtbaar.’.
De melder heeft vorenstaande in een persoonlijk gesprek met de burgemeester toegelicht.
7
Tweede melding (28 januari 2015)
Betreft een attendering van de burgemeester op ‘een mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling.’. De melder stelt: ‘In mijn omgeving komt een geruchtenstroom op gang die verband houdt met wethouder Christa Kuiper.’. Melder wijst erop dat ‘de wethouder onlangs een bijzonder grote ‘loft’’ heeft gekocht van Synchroon.’. En dat: ‘Tegen een uitzonderlijk lage prijs. Bij aanvang van de verkoop in 2006 lag de prijs ver boven de € 1 mio, het schijnt (zeggen diezelfde geruchten) nu verkocht te zijn ver onder de half miljoen.’. En verder; ‘Natuurlijk de prijzen zijn gezakt, het stond al lang leeg, maar dit zou een ‘vriendenprijs’ genoemd kunnen worden.’. Melder stelt voorts: ‘De (voormalig) directeur van Synchroon (Meuwese) woont ook in ons complex en lijkt partijgenoot van Kuiper en ondersteunde actief haar campagne.’. En verder: ‘De schijn van belangenverstrengeling zit hem niet zo zeer in de ‘vriendenprijs’, maar in de mogelijke beïnvloeding op de besluitvorming in uw college.’. Concreet noemt de melder: ‘Een voorbeeld is de ontwikkeling van het Manpadslaangebied, waar de firma Synchroon, naar ik meen zelfs bij monde van Meuwese, zeer actief is de besluitvorming binnen de gemeente in de door haar gewenste richting te beïnvloeden.’. En verder stelt deze: ‘Hoewel deze ontwikkelingen niet in de portefeuille van Kuiper zitten, heeft zij zo kijkend naar de verhoudingen binnen het college, mogelijk een doorslaggevende stem.’. In de richting van de burgemeester stelt de melder: ‘Gezien de verhalen die ik om mij heen hoor leek het mij goed u hierover te informeren en u te vragen de mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling te onderzoeken.’.
De melder heeft een en ander in een telefonisch onderhoud aan de burgemeester toegelicht.
4. Uitkomsten onderzoek Het onderzoek instellen Drie aspecten in de meldingen, zeker in onderlinge samenhang bezien, indiceren nader onderzoek. Het gaat om: (1) de prijsstelling van de transactie; (2) het feit dat het een transactie met een partijgenoot betreft; (3) het feit dat de gemeente in het verleden zaken heeft gedaan en mogelijk in de toekomst ook nog doet met Synchroon B.V.. Voorts heeft wethouder Kuiper – geconfronteerd zijnde met de meldingen – ook zelf om onderhavig onderzoek verzocht. Daaraan voorafgaande heeft zij tijdens een persconferentie een verklaring afgelegd.
8
Verklaring wethouder Kuiper Zakelijk weergegeven is het navolgende van belang:
Kuiper is wethouder Cultuur en Zorg, eerder was zij verantwoordelijk voor Financiën en Openbare Ruimte. Zij stelt: ‘Eind 2013 heb ik samen met mijn man een appartement gekocht op Hageveld. Dit appartement stond al 7 jaar te koop, niemand wilde het kopen en zo’n lange leegstand raakt het ‘besmet’.’ Voorts: ‘Mijn man zag wel mogelijkheden – maar tegen een fors verbouwingsbudget. Verbouwen moest sowieso omdat het huis op dat moment- anders dan alle andere 50 appartementen op Hageveld – nog onbewoond en casco was.’. En: ‘De vraagprijs bedroeg € 650.000 en mijn man schatte een bouwbudget van € 150.000200.000 in. Hij bracht in september 2013 bij een NVM makelaar een bod uit met bovenstaande toelichting.’. Over het bod: ‘Het bod bedroeg de vraagprijs minus het maximale bouwbudget, oftewel € 450.000 (vrij op naam).’. Over de onderhandelingen: ‘Na onderhandelen via de makelaar hebben we het appartement gekocht voor € 450.000 (nu: Kosten Koper) en na verbouwing heeft het appartement ons circa € 600.000 gekost.’. Over de WOZ-waarde: ‘Ter vergelijking: de WOZ-waarde (2013) van ons appartement, die is gebaseerd op vergelijking met andere appartementen op Hageveld – met keuken en afbouw dus – is € 569.000.’. Over de verdenking in haar richting: ‘Ik kan mij op geen enkele wijze herkennen in de insinuaties die hier worden gedaan. Ik heb de betreffende melders nimmer gesproken – ook mijn man niet. Zij baseren zich dus kennelijk alleen op de gegevens uit het kadaster en eigen gedachten.’. Over haar rol: ‘Ik heb in mijn rol als wethouder geen overleg met projectontwikkelaars – ook nooit gehad. Ik was en ik ben niet verantwoordelijk voor Ruimtelijke Ordening. Er is tijdens het hele koopproces geen direct contact geweest met de verkoper – alle gesprekken liepen rechtstreeks tussen de NVM-makelaar en mijn man.’.
Prijsontwikkeling woonobject Hageveld 44 Gebeurtenis Aanbieding door makelaar Aanbieding door makelaar Aanbieding door makelaar Aanbieding door makelaar Aanbieding door makelaar Aanbieding makelaar Verkoop
Datum (Tot) 1 februari 2004 (Tot) 1 juli 2007 (Tot) 1 januari 2008 (Tot) 31 augustus 2009 (Tot) 15 april 2013 20 april 2013 Oktober 2013
9
Prijs € 985.000 € 1.085.000 € 1.085.000 € 1.015.000 € 989.000 € 649.000 € 450.000
Een aanvullende opmerking: de feitelijke verkoopprijs heeft door de aankoop van een extra berging in totaal € 454.500 Kosten Koper bedragen.
Gegevens Synchroon B.V. De door Synchroon B.V. aangeleverde documentatie leert het volgende:
De verkopende partij, Synchroon B.V. heeft het project Hageveld reeds voor 2004 in de markt gezet. Feitelijk is het woonobject Hageveld 44 op 9 november 2006 opgeleverd. Er zijn meerdere kijkers geweest, serieuze biedingen zijn nimmer ontvangen en evenmin is derhalve serieus met een belangstellende partij onderhandeld. In maart 2013 wordt intern besloten om het pand dat op dat moment voor € 989.000 te koop staat en een boekwaarde heeft van € 690.000 voor een veel lager bedrag in de verkoop te zetten, namelijk € 645.000 (hetgeen uiteindelijk na overleg met de makelaar iets hoger, namelijk € 649.000, is geworden). Dat zou voor Synchroon B.V. een relatief klein boekverlies op het woonobject opleveren op een verder in zijn totaliteit winstgevend project. Rekening wordt gehouden met een bodemprijs of te hanteren ondergrens van € 600.000. Echter met die kanttekening dat in het inmiddels op onderdelen op te knappen woonobject dan eerst wel € 35.000 dient te worden geïnvesteerd. Daaruit volgt dat in maart 2013 de netto-ondergrens de facto door Synchroon B.V. wordt gesteld op € 600.000 -/- € 35.000, ofwel € 565.000. Synchroon B.V. heeft daarbij een analyse gemaakt van het aanbod van andere woningen op het project Hageveld en de verkooptransacties in de voorgaande jaren. Er was 1 verkooptransactie in 2012, er waren er 3 in 2011 en sinds 2009 zijn 9 te koop staande woningen weer van de markt afgehaald. De interne analyse door Synchroon B.V. ten aanzien van de verkoopstaat van het woonobject luidt als volgt: ‘Het is de woning goed aan te zien dat deze al ruim 6,5 jaar leeg staat. De woning straalt geen enkele luxe uit. Na verschillende grote lekkages is er na het herstel onvoldoende aandacht geweest voor de afwerking. De huidige inrichting is rommelig en onverzorgd. De kozijnen zien er matig uit. Op verschillende plaatsen laat het schilderwerk los. Oude lekkages zijn op verschillende plaatsen nog zichtbaar. Het projecttapijt dat (slordig) in de woning ligt heeft door alle werkzaamheden die hebben plaatsgevonden geen uitstraling (meer). De houten terrassen zijn glad en groen door de weersinvloeden. Verschillende afwerkmaterialen van ventilatie, verlichting, brandmelders ontbreken. De woning zal naast een prijsverlaging presentabel gemaakt moeten worden.’.
Matige verkoopbaarheid Informatie van Synchroon B.V. (schriftelijk, met name een interne nota van 22 maart 2013: ruim voor de verkoop van de woning en de belangstelling van de familie Kuiper)) en de makelaars
10
(mondeling) geeft een vrijwel eensluidend beeld van de redenen voor de matige verkoopbaarheid van het woonobject, namelijk:
geen uitzicht naar buiten/grond, alleen naar de lucht omdat de woning in de kap is gesitueerd; onpraktische binnenruimte; indeling van de woning: veel kap, weinig kamers, weinig ruimten met privacy binnen de woning; veel hoogteverschillen binnen de woning, hierdoor ongeschikt voor senioren; te weinig buitenruimte, relatief klein in verhouding tot de woning; hoge servicekosten; in de woning ervaar je niet dat je op een landgoed woont.
In de loop der jaren is verder mee gaan tellen:
dat de aantrekkelijkheid en verkoopbaarheid van de woning is verminderd door de lange leegstand; dat door de economische crisis de klad in de woningverkoop is gekomen; dat daardoor de verkoopprijzen fors zijn gedaald; dat er bovendien het nodige ‘gedoe’ was binnen de Vereniging van Eigenaren; dit gepaard gaande met juridische procedures en bijkomende kosten.
De onderhandelingen Met betrekking tot de uiteindelijke aankoop van het woonobject zijn de volgende feiten van belang:
op 20 april 2013 is de door Synchroon B.V. in overleg met de makelaars vastgestelde prijs ad € 649.000 via Funda bekend gemaakt; in september 2013 is de familie Kuiper op bezoek bij de heer Meuwese en wel in diens woning op Hageveld; de heer Meuwese biedt – hetgeen hij wel vaker deed voor zijn gasten – de familie Kuiper aan het pand Hageveld 44 (informeel) te bezichtigen, hetgeen zij ook doen; na een latere, uitgebreide bezichtiging met de makelaar heeft de heer Kuiper op 23 september 2013 een bod ten bedrage van € 450.000 vrij op naam gedaan. Dit zonder voorbehoud van financiering of verkoop van de toenmalige woning van de familie Kuiper; Synchroon B.V. doet – via de makelaar - op 27 september 2013 een tegenbod ten bedrage van € 475.000 kosten koper; een dag later wordt onderhandeld en doet de heer Kuiper een bod van wederom € 450.000 maar nu met kosten koper en zonder voorbehouden, ook niet ten aanzien van de lopende juridische procedures van de Vereniging van Eigenaren. Die dag wordt overeenstemming over de koop bereikt; op 12 oktober 2013 tekent de koper, op 15 oktober 2013 de verkoper;
11
in november 2013 wordt de koopovereenkomst uitgebreid met de verkoop van een (tweede) berging voor een bedrag ad € 4.500, waardoor de totale verkoopprijs uitkomt op een bedrag van € 454.500.
Van casco naar woning De familie Kuiper heeft naar eigen zeggen – ondergetekende heeft dit overigens niet zelf aan de hand van brondocumenten zoals offertes en facturen getoetst omdat hij de investering plausibel acht – rond de € 150.000 in de woning geïnvesteerd om deze van casco tot bewoonbaar te maken. In dat bedrag zijn de herstelwerkzaamheden inbegrepen.
De totale investering (aankoopbedrag, kosten koper en bewoonbaar maken) voor de familie Kuiper heeft daarmee ruimschoots € 600.000 bedragen.
WOZ-waarde Gemeten naar de stand op 1 januari 2014 is de WOZ-waarde van de aangekochte woning vastgesteld op € 569.000. Een jaar eerder bedroeg de WOZ-waarde € 677.000.
De vastgestelde WOZ-waarde (€ 569.000) dient te worden vergeleken met de totale investering (ruim € 600.000) door de familie Kuiper. Rekening houdende met het feit dat met name de investeringen in het bewoonbaar maken ad € 150.000 niet volwaardig meetellen, is het waardeverschil tussen die totale investering en de WOZ-waarde verklaarbaar.
Overigens is een aantal referentiewoningen bij de bepaling van de waarde meegenomen. Deze hebben een fors lagere inhoud dan de aangekochte woning – een ‘loft’ -, maar qua vloeroppervlak is het verschil duidelijk geringer.
Rol partijgenoot Meuwese Behoudens diens rol bij de (informele) eerste bezichtiging van de familie Kuiper, is van geen verdere betrokkenheid van de heer Meuwese – partijgenoot van wethouder Kuiper - bij het verkoopproces gebleken. Dat verklaart hij zelf, maar daarnaast ook: de wethouder, haar man, de makelaars en de directievoorzitter van Synchroon B.V..
12
Zakelijke betrekkingen wethouder Kuiper met Synchroon B.V. Wethouder Kuiper heeft vanuit haar portefeuille geen directe betrokkenheid bij onderhandelingen of transacties van de gemeente Heemstede met Synchroon B.V.. Van indirecte betrokkenheid kan sprake zijn indien in het College van B&W besluitvorming plaatsheeft aangaande (toekomstige) transacties met Synchroon B.V. en wethouder Kuiper als lid van dat College meebeslist. In een dergelijke situatie is de vraag van belang – voor de vaststelling of er sprake is van mogelijke corruptie of belangenverstrengeling – of wethouder Kuiper de besluitvorming oneigenlijk heeft trachten te beïnvloeden. Desgevraagd stellen de burgemeester en collega-wethouder Van der Stadt dat hen van een dergelijke oneigenlijke beïnvloeding nimmer is gebleken. Concrete feiten die tot een andere beantwoording dienen te leiden zijn in het onderzoek niet naar voren gebracht of anderszins gekomen. Ook niet ten aanzien van het in een melding genoemde Manpadslaangebied.
Melding aan de burgemeester Ten tijde van de aankoop door de familie Kuiper van het woonobject heeft de wethouder daar openlijk over gesproken met de burgemeester en de collega-wethouders. Zij heeft geen geheim gemaakt van de aanschaf van het pand Hageveld 44 en heeft ook openlijk met de burgemeester gesproken over de aankoopprijs. De burgemeester heeft dat nadrukkelijk verklaard.
Transactie kenbaar in openbare registers Geheimzinnigheid aangaande de transactie was ook niet nodig, daar deze is ingeschreven in de openbare registers. Daarin staat zowel de prijs van het woonobject, als de wederpartij – Synchroon B.V. – van de familie Kuiper geregistreerd.
5. Beantwoording onderzoeksvragen De onderzoeksopdracht valt uiteen in een tweetal onderzoeksvragen, te weten:
A. Welke feiten en omstandigheden zijn relevant voor de toetsing van het handelen van wethouder Kuiper in het kader van de verwerving van een woning in project Hageveld? B. Hoe dient dat handelen te worden beoordeeld in het licht van de corruptiebepalingen in het Wetboek van Strafrecht, Gedragscode en de beginselen van behoorlijk bestuur?
13
Onderzoeksvraag A De beantwoording van onderzoeksvraag A ligt besloten in paragraaf 4 van dit rapport. Voor de beoordeling van de casus spelen met name de volgende drie aspecten een rol:
dat het object is verkregen voor een aanzienlijke lagere prijs (454.500 euro) dan waarvoor het ooit te koop heeft gestaan (1.085.000 euro) en ook een lagere prijs dan die waarvoor het op het moment van bieden door de familie Kuiper te koop stond (649.000 euro); dat een partijgenoot van wethouder Kuiper directeur is geweest en thans nog adviseur is van de verkopende partij Synchroon B.V.; dat de verkopende partij Synchroon B.V. een zakelijke relatie betreft van de Gemeente Heemstede.
Onderzoeksvraag B Per onderdeel van de onderzoeksvraag geef ik de norm en de beoordeling aan.
(1) Wetboek van Strafrecht In het Wetboek van Strafrecht kunnen in een casus als de onderhavige met name de artikelen 362 en 363 van belang zijn. Eenvoudig gezegd gaat het er bij die artikelen om dat de ambtenaar – in de onderhavige casus te lezen als ‘de wethouder’ – een gift, belofte of dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze is gedaan om deze in diens functie iets te laten doen of juist na te laten. In geval van artikel 363 wordt in strijd met de ambtsplicht gehandeld, in geval van artikel 362 juist niet. Van belang is voorts dat voor het ontstaan van strafbaarheid het door de omkoper beoogde handelen of nalaten ook daadwerkelijk is gevolgd. Voldoende is dat de ambtenaar (wethouder) op het moment dat deze de gift aanneemt , weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die gift is gedaan om deze te bewegen in de toekomst iets te doen of juist na te laten.
Beoordeling (1) De aankoopprijs is in een zakelijk onderhandelingsproces tot stand gekomen. Synchroon B.V. heeft een verlies aanvaard op een verder winstgevend project, dat met de verkoop van het pand Hageveld 44 kon worden afgerond. Diverse (markt)omstandigheden hebben de prijs gemaakt tot wat deze is, waarbij deze (markt)omstandigheden zodanig zijn dat de tot stand gekomen prijs weliswaar relatief laag maar niet onverklaarbaar is. Daardoor is mijns inziens niet bewijsbaar dat er in casu sprake zou kunnen zijn van een ‘gift, belofte of dienst’ van Synchroon B.V. aan wethouder Kuiper. Reeds daarom kan corruptie in casu niet worden bewezen.
14
Bovendien is niet komen vast te staan dat er sprake is van een wederdienst (iets doen of nalaten) door wethouder Kuiper, zodat ook om die reden corruptie niet kan worden aangetoond.
(2) Gedragscode De Gedragscode bestuurders betreft bijlage 3 van de ‘Nota Integriteit Heemstede. In relatie tot de onderhavige casus is met name artikel 2 – handelende over belangenverstrengeling en aanbesteding - van belang. Met name lid 2, waarin staat: ‘Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.’. Voorts lid 4: ‘Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen heeft of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.’ Tot slot lid 5: ‘Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.’. Aanvullend acht ik met name de volgende bepaling in de ‘Nota Integriteit Heemstede’ van belang: ‘Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders, de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.’
(3) Beginselen van behoorlijk bestuur In de onderhavige casus gaat het vooral om naleving van de integriteitsnorm. Deze heeft betrekking op de onkreukbaarheid van het bestuurshandelen. Concreter gesteld gaat het dan om zaken als: onafhankelijke oordeelsvorming; vermijden van de schijn van bevoordeling of belangenverstrengeling; geen geschenken, diensten of faciliteiten aanvaarden die de onafhankelijkheid van bestuurders kunnen schaden; geen privéwerkzaamheden of het aannemen van kortingen op privégoederen van relaties van de gemeente; geen nepotisme, familie- of vriendschapsbetrekkingen met aanbieders van diensten of zaken aan de provincie.
Beoordeling (2) en (3) De beoordeling ten aanzien van de Gedragscode voeg ik samen met de boordeling ten aanzien van de beginselen van behoorlijk bestuur. 15
Naar mijn mening is er evenmin bewijs van daadwerkelijke belangenverstrengeling (aangeleverd). In casu wel sprake is van de schijn van belangenverstrengeling (een zin die echter gelezen moet worden in samenhang met de nuance in de volgende alinea). De drie hiervoor genoemde feiten (lage prijs, betrokkenheid partijgenoot en transactie met een zakelijke relatie van de gemeente) – voor sommigen al een enkel feit, voor anderen vooral in onderlinge samenhang bezien – kunnen vragen oproepen die een antwoord en verantwoording vergen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de twee binnengekomen meldingen. Wethouder Kuiper heeft er blijk van gegeven die vragen te willen en te kunnen beantwoorden, gegeven haar recente verklaring tijdens een persconferentie, haar eigen verzoek tot het instellen van onderhavig onderzoek en de volledige medewerking daaraan.
Vervolgens gaat het erom te bezien of ‘de schijn tegen hebben’, ook maakt dat een bestuurder een transactie als degene die in het onderzoek centraal staat nimmer kan uitvoeren dan wel dat er afdoende waarborgen zijn te treffen. Naar mijn mening zijn in casu op dit punt afdoende waarborgen getroffen en is er dus geen sprake van een daadwerkelijke integriteitsinbreuk. Met name het feit dat de wethouder na de koop van het woonobject daarover openlijk, zij het informeel, gesproken heeft met de burgemeester en collega’s. De burgemeester heeft dat nadrukkelijk bevestigd en daarbij ook aangegeven dat zij op de hoogte was van de koopsom. Toentertijd zag noch heden ziet de burgemeester redenen om een dergelijke transactie te verbieden, juist ook omdat transparantie in plaats van geheimzinnigheid aan de kant van de wethouder is betracht. Reeds dat oordeel van de burgemeester disculpeert, althans wat betreft ondergetekende, de wethouder in casu afdoende. Bovendien voeg ik daaraan toe dat een dergelijke (onroerend goed)transactie in de openbare registers is ingeschreven en daarmee voor eenieder navolgbaar is. Het gevolg van die openbare kenbaarheid van dergelijke transacties is dat er, waar nodig, vragen – rechtstreeks aan een wethouder, via de gemeenteraad, de burgemeester of anderszins – over kunnen worden gesteld.
Breukelen, 11 maart 2015
Prof.dr.mr. Marcel Pheijffer RA
16