9] het adaptieve brein in beweging
menselijke hersenen bevatten zo'n 86.000.000.000 (86 miljard) neuronen, en 10x meer glia-cellen 1 elke neuron kan met 10.000 andere verbonden zijn, via totaal 1.000.000.000.000.000 (1 biljard) synapsen het brein werkt electro-chemisch, niet als stroom-circuit maar met geladen deeltjes er zijn tussen de 50 en 500 soorten neuronen, en zo'n 20 neuro-transmitters 2 de werking van het menselijk brein heeft enkele kenmerken die typerend zij voor 'hogere' zoogdieren: een relatief grote mate van intelligentie en (zelf)-bewustzijn menselijke intelligentie is niet voorgeprogrammeerd (evolutionair), maar associatief en creatief: patroon-herkenning herkennen van gelijkenissen, herhalingen, etc. contextuele sensitiviteit context-afhankelijke betekenis-verschillen ontwaren categorisering fenomenen koppelen aan concepten, dingen kunnen 'thuisbrengen' hiervoor moeten vele hersen-gebieden en functies met elkaar samenwerken menselijk bewustzijn lijkt een resultaat van een cumulatief effect van 'rudimentaire vormen' van bewustzijn sentience = voelend, sensaties ervarend awareness = (omgevings)bewust, perceptie, cognitie consciousness = zelf-bewust (reflexief / bewust bewust) het bewustzijn werkt domein-generalistisch / holistisch: het integreert verschillende vormen van kennis ons brein bestaat dus niet alleen uit onafhankelijke gespecialiseerde functies: er vindt integratie plaats het bewustzijn lijkt hier een centrale rol in te spelen... maar wat is bewustzijn? is bewustzijn louter subjectief? en kan het dan wel gemeten worden? in de 20e eeuw is een methode ontwikkeld waarmee men meent dat te kunnen: elektro-encefalografie (EEG) deze technologie ontketende een revolutie in de cognitieve wetenschappen (psychologie, neurologie) 3 behalve elektro-encefalografie (EEG) zijn er vele andere hersen-scan technologieen ontwikkeld: structural magnetic resonance imaging (sMRI), functional magnetic resonance imaging (fMRI), positron emission tomography (PET), X-ray computed tomography (CT/CAT), diffusion tensor imaging (DTI), single photon emission computed tomography (SPECT), transcranial magnetic stimulation (TMS), magneto-electro-encephalography (MEG), en diffuse optical tomography (DOT) op basis van de hieruit voortkomende kennis zijn diverse theorieen over het bewustzijn geopperd: Crick & Koch Rodolfo Llinas Edelman Freeman Damasio Varela Dennett Baars Dehaene & Changeux
synchronized neural oscillations around 40 Hz non-specific thalamic oscillations neural darwinism / reentrant loops non-linear dynamics somatic markers enaction multiple drafts / fame in the brain global workspace subliminal, preconscious, conscious 85
bewustzijn & hersengolven al eind 19e eeuw ontdekte men ritmische oscillatie in de electrische activiteit van het brein: hersen-golven in 1988 bleek uit EEG's dat bij sensorische waarneming verschillende hersen-gebieden synchroon oscilleren wave gamma beta SMR alpha theta delta geen
frequentie 27 - 60 Hz 16 - 27 Hz 12 – 16 Hz 8 - 12 Hz 4 - 8 Hz 1 - 4 Hz 0 Hz
bewustzijns-toestand concentratie, denken, taal, leren, informatie-verwerking wakker, gedurende dagelijkse bezigheden fysieke rust en senso-motorisch bewustzijn wakker maar relaxed, geen stress, mentale rust, meditatie doezelen, dag-dromen (autorijden of douchen), dromen, R.E.M. diepe droomloze slaap, of geanestheseerd, volledig onbewust hersendood
Francis Crick & Christof Koch (1990) leggen een verband tusen oscillatie @40Hz en het 'binding' probleem zij onderzochten de eenheid van bewustzijn: waar / hoe hersen-processen ‘samenkomen’ in een ervaring electro-chemische activiteit in het brein veroorzaakt patronen van hersen-golven de neuronen zijn nooit inactief, ze 'vuren' altijd, maar zijn actiever als er ‘aanspraak’ op wordt gemaakt als een bepaald hersengebied geactiveerd wordt 'vuren' clusters neuronen synchroon @ 40 Hz deze oscillatie in betrokken netwerken geeft een zekere coherentie aan de informatie bewustzijn zou dan een emergent fenomeen van @ 40Hz oscillerende neurale netwerken kunnen zijn 4 ook Rodolfo Llinás (1991) ziet een verband tussen bewustzijn (incl. dromen) en 40Hz oscillatie in de cortex zijn thalamo-corticale dialoog hypothese in een notendop: synchronisatie van neuronale activiteit @ 40Hz integreert gedistribueerde netwerken in temporele assemblages een 40Hz-wave breidt zich vanuit de thalamus uit over het brein, en zorgt voor een coherente 40Hz resonantie relevante neurale circuits worden geactiveerd (de thalamus = als een schakel-station tussen hersen-delen) op die manier wordt het brein alert gemaakt / geattendeerd op de urgentie van binnenkomende informatie als al deze neurale clusters samen oscilleren (synchroon vuren) worden gevoel, geheugen, ratio etc. geactiveerd verschillende functies in verschillende delen van het brein worden op deze manier verenigd in een 'assemblee' aldus ontstaat een coherent, georkestreerd bewustzijn van een perceptie (van een object, gebeurtenis, etc) op die manier kunnen relevante aspecten van de perceptie / informatie geselecteerd worden gamma-golven (40Hz) maken bewuste aandacht mogelijk, en dient om informatie te filteren en te combineren ook tijdens dromen worden 40Hz-golven gemeten bewustzijn is gradueel: tussen verschillende dieren, en op verschillende momenten (slaap, waken) 5 evolutie suggereert dat bewustzijn geen epifenomeen is, maar functioneel: het overrulet de automatische piloot bewuste dieren kunnen hun aandacht ergens op richten, en mensen kunnen hun attentie vrijwillig verschuiven een functie van bewustzijn is een 'systeem interrupt': de aandacht verschuift naar het onverwachte / acute wat niet strookt met onze cognities is ‘bijzonder’, en vereist onze aandacht, en soms de bijstelling van cognities Susan Greenfield: als we het bewustzijn willen begrijpen moeten we het 'brein in actie' bestuderen als we neuronen bestuderen zoomen we te veel in, ook qua tijd (< milli-seconden), en zien we geen bewustzijn als we hersengebieden bestuderen hebben we teveel in beeld, ook qua tijd (seconden), en zien we geen actie de relevante hersenactiviteit vindt plaats er tussenin: in neuronal assemblies (Donald O. Hebb, 1949) dit zijn variabele, tijdelijke (± 18 milli-seconden), middel-grote groepen neuronen (vanaf 10.000.000 cellen) 86
bewustzijn komt voort uit de neurale assemblages die zich kortstondig in ons brein vormen vergelijkbaar met de kringen / golven in het water die veroorzaakt worden door een gegooide steen hoe worden die kringen veroorzaakt?
de kracht waarmee de steen gegooid wordt = de sensorische sensatie hoe harder de steen gegooid wordt, hoe meer impact (bijv. een wekker of naderend object)
maar ook de grootte van de steen = structuren in het brein / cognities afhankelijk van hoe belangrijk de binnenkomende informatie ‘bevonden wordt’ door het brein neuronale connectiviteit: de connecties in het brein vormen de basis voor betekenis / cognities
er ontstaan bij sensaties diverse 'chemische fonteinen': serotonine, dopamine, etc. zijn neuro-transmitters maar er zijn ook neuro-modulatoren die neuronen 'wakker maken' en 'klaarstomen' (predispose) voor actie acetylcholine (ACh) is een neuro-modulator die invloed uitoefent op de informatie-verwerking in diverse regio's neuro-modulatoren spelen een belangrijke rol bij opwinding, motivatie en aandacht (attentie / waakzamheid)
om adequaat te reageren op sensorische stimuli moet de aandacht daarop worden gevestigd deze aandacht / attentie (mindfulness) is een anticiperende houding t.a.v. verwachte onvoorspelbaarheid neuro-modulatoren bevorderen action potentials, door cel-netwerken te recruteren / mobiliseren op die manier worden neurale assemblages (de tijdelijke netwerken van neuronen) gegenereerd hoe groter de neurale assemblages, des te bewuster de brain-state, hoe minder dominant de emotie emoties laten ons snel en resoluut handelen, maar op basis van aangeleerde automatismen het bewustzijn werkt in feite als een 'systeem interrupt', iets dat voorrang eist boven de automatische piloot ook bij leer-processen en neuro-plasticiteit spelen neuro-modulatoren als acetylcholine een rol al in 1949 werkt Donald O. Hebb zijn theorie over en cell assemblies uit (Organization of Behavior, 1949) ‘Hebbiaanse’ theorie biedt een verklaring voor hoe neuronen connecties aangaan en herinneringen vormen engram = geheugenbeeld: de indruk die in het geheugen achterblijft na een waarneming of psychische ervaring "twee neuronen of neurale nerwerken die herhaaldelijk tegelijkertijd actief zijn raken 'geassocieerd', zodat activiteit in de ene tevens activiteit in de andere faciliteert" "als een neuron herhaaldelijk een ander aanzet tot 'vuren', dan ontwikkelt de eerste cel synaptische knoppen (of vergroot deze, als reeds aanwezig) in contact met het cel-lichaam van de tweede" "als een axon van neuron A een nabij gelegen neuron B herhaaldelijk beinvloedt en aanzet tot 'vuren', ontstaat er een metabolisch groei-proces die de efficientie van A om B te stimuleren vergroot" samengevat door Siegrid Löwel: "neurons that fire together, wire together" zo ontstaan structuren van inter-gerelateerde neuronen die samen een stukje geheugen vormen geheugen is dus niets anders dan de ingesleten samenwerking tussen neuronen bij bewust-wording zo bezien is het brein als een landschap waar zich stroompjes, beekjes, en uiteindelijk rivieren vormen hoe ouder het landschap, des te meer uitgesleten de patronen, en hoe dieper de beddingen
neuro-plasticiteit het idee dat verschillende hersengebieden afzonderlijke functies hebben is dus enigzins betrekkelijk net als dat genen op het DNA zelden 1 op 1 corresponderen met biologische eigenschappen, bestaan mentale functies uit ontelbaar veel processen in diverse hersen-gebiedenen daarbij komt dat delen van de hersenen andere taken kunnen aanleren: het brein is plastisch 87
deze neuro-plasticiteit maakt hetero-functionaliteit mogelijk, wat het brein enorm adaptief maakt i.p.v. een machine of computer is het brein tot op grote hoogte een zelf-organiserend systeem een orgaan gespecialiseerd in aanpassing op een veranderende omgeving betere metaforen zijn daarom kameleon, eco-systeem, of markt het brein ontwikkelt zich voortdurend: bij de geboorte kan het vrijwel niets, moet alles nog gevormd worden ontwikkeling begint al in de baarmoeder, toch zijn de perceptuele vaardigheden van een zuigeling rudimentair er is nog geen sprake van motoriek, gerichte waarneming, cognitief vermogen, laat staan een ‘zelf ’ geluid, beeld, gevoel, geur, motoriek, alles moet nog integreren / differentiëren, waar maanden overheen gaan een baby doet er maanden over om zijn armen te leren kennen al de zijne, en deze zich 'toe te eigenen' het duurt maanden voordat een kind naar iets kan reiken, het kan pakken in in zijn/haar mond stoppen pas na een jaar kan het een beetje lopen, en gaat het een grotere omgeving verkennen als het begint taal te leren wordt er enorm veel opnieuw gerangschikt: oude ‘herinneringen’ gaan verloren in de jaren erna slaat het betekenissen van duizenden objecten, acties en hun relaties in de wereld op die relaties kunnen op miljoenen manieren in het geheugen en in andere structuren worden opgebouwd en deze informatie kan te allen tijde en zeer snel weer paraat worden gemaakt (hoe is nog de vraag) het kind kan simultaan bewegingen in een complexe volgorde, op complexe manieren controleren ook groeit het bewustzijn van het ‘zelf ’ (wensen, gedachten, gedrag, competenties, etc) op zekere leeftijd lijkt er 'iemand thuis', een ‘heer des huizes’ M/V die leiding geeft aan het reilen en zeilen vanuit de fysiologie van het zenuwstelsel vormt het brein vaak dezelfde structuren en hersengebieden zodoende zijn de diverse hersengebieden bij verschillende individuen op dezelfe plaats gelokaliseerd toch is er maar beperkt sprake van ‘voorbestemde’ afzonderlijke hersengebieden met ‘vaste’ functies het brein is plastisch, flexibel, adaptief, past zich aan aan de omgeving, en leert er zijn weg in vinden onze individuele vaardigheden en capaciteiten worden grotendeels bepaald door onze omgeving anders gezegd: onze omgeving construeert / boetseert ons plastische brein (neurale plasticiteit) in verschillende culturen zien we dan ook anders ontwikkelde breinen in Brazilië kunnen jongens aanzienlijk beter voetballen (soccer) dan in de V.S. de jongere generatie wereldwijd kan aanzienlijk sneller sms-en en appen dan 40+ers in Mongolië leer je paard rijden op je 4e, en de Bajau kunnen op hun 8e vijf minuten onder water blijven de omgeving bepaalt in welke mate de hersenen worden uitgedaagd, en waarin ze worden uitgedaagd persoonlijke ontwikkeling resulteert in een repertoire aan specifieke vaardigheden en capaciteiten elk persoon heeft een individuele geschiedenis, geen twee mensen zijn hetzelfde er zijn twee belangrijke fasen in de plastische ontwikkeling van de hersenen: 1] de kritieke periode, waarin het brein zich organiseert tot de fundamentele info-verwerkende machinerie baby's maken 24.000.000 nieuwe synaptische connecties per minuut aan: deze zijn nog flexibel d.w.z: deze zijn eerst nog niet gemyeliniseerd, waardoor signaal-verwerking via de axon langzaam gaat daarom kunnen peuters geen bal vangen, en zijn ze traag in hun denken (gemyeliniseerd gaat dat 20x sneller) niet het leren op zich speelt in deze eerste differentiatie een rol: blootstelling aan prikkels is voldoende de hersenen zijn als het ware ‘overgeleverd’ aan de omgeving waarin ze zich ontwikkelen door blootstelling aan de omgeving worden kenmerken van de omgeving belangrijk / betekenisvol het brein ontwikkeld gespecialiseerde processoren voor specifieke signalen; taal bijv. een baby besteedt geen gerichte aandacht aan wat het ziet of hoort (die concentratie is er nog niet) het brein laat als het ware als een spons de structuren van de omgeving ‘op zich inwerken’ 88
na verloop van tijd onderscheidt het verschillende vormen van 'signaal' en 'ruis' de input hoeft daarbij niet zinvol te zijn: de hersenen maken het zinvol door 'informatie' te selecteren informatie is datgene wat opvalt, wat afwijkt van de 'ruis': dus het herhalende, of juist het bijzondere een pasgeboren baby kan alle taal-klanken onderscheiden die in om het even welke taal voorkomen van de 6e maand tot het 1e jaar worden de klanken van de moedertaal het meest gehoord en geregistreerd al voordat kinderen taal leren begrijpen, leren ze al de prosodie ervan (fonologie, ritme, klemtoon, intonatie) intussen neemt de gevoeligheid voor klanken die niet in de omgevings-taal voorkomen steeds meer af (een bekend voorbeeld is het onderscheid tussen R en L bij Japanse kinderen, of het onderscheid dat wij niet horen tussen de vele Chinese a-klanken en Indiase s-klanken) aanleg van het gezichtsvermogen maakt dat de waarneming van 'irrelevante' gegevens afneemt en verdwijnt dit ten gunste van de waarneming van die zaken die in de relatie tot de omgeving wel van belang zijn men ging er tot 2003 vanuit dat gezichts-herkenning 'hard-wired' is, omdat babies dat al zo snel kunnen in 1999 toonde Terri Lewis aan dat zuigelingen focussen op plaatjes met gezichten rechtop, i.p.v. op de kop dit liet volgens haar zien dat pas-geborenen al gezichten zien, wat dus wel genetische aanleg moest zijn Darwin's The expression of the emotions in man and animals (1872) bood daarvoor een verklaring: het vermogen tot herkennen van gezichten en gezichts-uitdrukkingen is evolutionair adaptief en dus erfelijk maar in 2003 bouwde Javier Movellan (UCSD) 6 een robot-baby gebouwd met een simpel algoritme:
let op visuele en auditieve informatie die afwijkt van het normale / gemiddelde focus op die afwijkingen / eigenaardigheden en verbind ze met elkaar
het gezoem van een airco wordt dus genegeerd, maar op een onbekende stem wordt gefocust studenten moesten deze robot verzorgen als een baby: wiegen, zingen, oog-contact maken, etc de hoop was dat deze robot na enkele weken of maanden gezichten zou herkennen het koste de robot slechts 6 minuten (!) om gezichten te herkennen, en daarop te focussen Movellan opperde dat babies dan misschien ook niet 'hard-wired' zijn voor gezichtsherkenning moeder-gezichten gaan samen met positieve associaties: slaapliedjes, melk, wiegen, aanraking, etc. babies zouden door signaal van ruis te scheiden dus zelf deze informatie kunnen vergaren de robot had qua reken-capaciteit een equivalent van ongeveer 1 miljoen neuronen; een baby 10 miljard problemen op latere leeftijd zijn soms terug te voeren op een omgeving met veel 'ruis' in de eerste levens-jaren vroeger leidde een schisis (hazenlip) vaak tot mentale achterstand door achterstand in taalvermogen door vloeistof in het midden-oor en de buis van Eustachius hoort het kind slecht (als onder water) daardoor kan het baby-brein nauwelijk signaal van ruis onderscheiden, ook wat betreft taal het brein specialiseert zich dan in die eerste, belangrijke fase, in een vervormde moedertaal maar ook de hersenen zelf kunnen 'lawaai' / ruis produceren en binnenkomende informatie vervormen deze vervormde informatie vertaalt zich in neurale structuren, en heeft dus lange-termijn gevolgen structuur en regelmaat zorgen voor een omgeving met een optimale signaal-ruis verhouding vandaar ook het pedagogische belang van een consequente en consistente opvoeding 2] vanaf het 1e levensjaar verfijnt het brein de machinerie onder controle van de aandacht / attentie het brein heeft dan strategieën ontwikkeld die de betekenis van de input naar de hersenen bepalen (oftewel: leer-functies die beoordelen of een doel wordt bereikt of dat gedrag wordt beloond) aandacht / bewustzijn is essentieel voor leren en geheugen, en is een van de eerste dingen die een kind leert leren waar je op moeten letten, en wanneer, bepaalt hoe goed je informatie ontwaart en in je opneemt 89
door de nauwe synergie tussen aandacht en leren, reflecteert de aandachts-focus de modellen in ons geheugen op basis van deze modellen creëren we verwachtingen, die weer een basis vormen voor nieuwsgierigheid zowel chaos als verveling worden door een kind vermeden: het speelt met de discrepantie tussen oud en nieuw als we iets nieuws leren vergt dat inspanning: we moeten onze aandacht erbij houden complex leren / mimesis (≠ conditionering) is eerst bewust, en pas later (door myelinisatie) automatisch 7 door neuro-plasticiteit vormen zich dan verbingen die de informatie / handelingen vastleggen deze structuren zijn dus in de hersenen terug te vinden, en vormen een soort ‘kaart’ van connecties neuronale connectiviteit: de connecties in je hersenen vormen de basis voor betekenis / cognities ervaringen vormen / veranderen het brein, en daarmee is alle ervaring een vorm van (aan)leren bij het aanleren van een simpele vaardigheid zijn al snel 20 corticale (=hersen)-gebieden betrokken het gaat dan om honderden-miljoenen neuronen en miljarden synaptische verbindingen deze verbindingen raken na herhaaldelijk 'gebruik' gemyeliniseerd: witte stof is gemyeliniseerd hersenweefsel myelinisatie begint na de geboorte en is pas in de late adolescentie (18-25 jaar) 'voltooid' (rijping van het brein) tussen ons 7e en 10e levensjaar myeliniseren de connecties tussen de linker en rechter hemisfeer 8 adolescentie begint met de hormonale en fysieke veranderingen tijdens de puberteit de prefrontale cortex (veel groter in mensen dan in andere soorten) verandert enorm tijdens de adolescentie het is betrokken bij complexe cognitieve functies: beslissen, plannen, zelfbeheersing en zelfbewustzijn het volume grijze massa neemt toe tijdens de kinderjaren en bereikt een piek in de vroege adolescentie tijdens de adolescentie is er juist een afname van het volume van grijze massa in de prefrontale cortex (PFC) dit wordt toegeschreven aan het 'snoeien' van synapsen, d.w.z. het elimineren van ongebruikte verbindingen synaptische pruning = het proces waarbij eerder gevormde synaptische verbindingen teloor gaan het 'wegsnoeien' van eerder aangelegde synaptische verbindingen is het gevolg van het niet-activeren ervan hier geldt de darwinistische ‘regel’: ‘use it or lose it’ pruning is het tegengestelde van synapto-genese synapto-genese zorgt voor de aanleg van een maximaal aantal mogelijke verbindingen synaptische pruning zorgt dat de mogelijkheden die niet gebruikt worden fysiologisch worden weggesnoeid bij de geboorte heeft elke neuron zo’n 2.500 synapsen, een kind van 3 heeft zo'n 15.000 synapsen per neuron bij de volwassenheid is zowat de helft daarvan weer 'weggesnoeid' pruning draagt bij tot het vermogen om het belangrijke van het irrelevante te onderscheiden pruning van sommige micro-vaardigheden komt de accuratesse van de andere vaardigheden ten goede deze micro-vaardigheden worden ondergeschikt gemaakt aan het vermogen tot gericht waarnemen en handelen vgl. het snoeien van bomen: wat we niet willen, snoeien we eraf zodat er meer voeding naar de rest gaat actieve synapsen kunnen zo worden versterkt, en de inactieve verbindingen verdwijnen (= synaptische pruning) tussen ons 10e en 18e levensjaar verdwijnen er zo een boel connecties, en worden andere versterkt in deze periode wordt zo de prefrontale cortex 'gereorganiseerd', en wordt het autonome ‘zelf ’ gevormd tussen ons 12e en 25e of 30e levensjaar myeliniseren de connecties in de prefrontale cortex dit gebied stelt ons in staat reflexief te denken, het grote plaatje te zien, consequenties te overzien, morele afwegingen te maken, verantwoording te nemen, te focussen en te concentreren, etc. de mediale prefrontale cortex (mPFC) is actiever bij adolescenten dan bij volwassenen als het gaat om: denken aan of over anderen, sociale of morele beslissingen nemen, kwesties als loyaliteit of vijandschap adolescenten en volwassenen nemen op een andere manier sociale / morele beslissingen de mediale prefrontale cortex is tot begin volwassenheid dus nog sterk in ontwikkeling 90
daardoor zijn pubers ego-centrisch, kunnen slecht lange termijn denken, nemen gemakkelijk risico's, etc. een belangrijke drijfveer is om onafhankelijk te worden van je ouders en je vrienden te imponeren het limbisch systeem is betrokken bij zaken als het verwerken van emoties en beloning, en ook bij een gevoel van voldoening wanneer je leuke dingen doet (de kick bij het nemen van risico's) deze gebieden in het limbisch systeem zijn bij adolescenten zeer beloning-gevoelig bij risicovol gedrag en tegelijkertijd is de prefrontale cortex dus nog erg in ontwikkeling bij adolescenten risico's nemen, impulsiviteit en zelfgerichtheid is dus neurologisch gezien 'normaal' puber-gedrag het brein is metaforisch te vergelijken met een landschap waar zich stroompjes, beekjes en rivieren vormen hoe ouder het landschap, hoe dieper en meer uitgesleten de beddingen, hoe karakteristieker in een jong en vlak landschap kan het water nog alle kanten op gaan, en is toeval een belangrijke factor als kind zijn er nog relatief weinig ingesleten connecties en is de gevoeligheid voor ervaringen enorm groot als volwassene komt er nog maar weinig als verrassing: er zijn gebaande paden waar we niet van afwijken de vorming van het ‘zelf ’, opgevat als onze persoonlijke identiteit, is dus de personalisatie van het brein de ontwikkeling van de hersenen stopt niet na ons 25e / 30e, maar de plasticiteit neemt wel af
constructivisme wij creëren dus niet de fysieke werkelijkheid, maar we construeren wel onze wereld, en daarmee ons brein ons bewustzijn geeft actief betekenis aan, en ordent de werkelijkheid waarmee het inter-acteert zo schept de mens systemen / modellen om zijn omgeving te begrijpen als betekenisvolle wereld "intelligentie organiseert de wereld door zichzelf te organiseren" (Jean Piaget: La construction du réel chez l'enfant, 1937) Jean Piaget (1896-1980) onderscheidt 4 fasen van cognitieve ontwikkeling: 0-2 3-6 7- 11 12 +
sensorisch-motorisch pre-operationeel concreet-operationeel formeel-operationeel
sensorische prikkels, leert door beweging en reflex fantasie, spelen, ego-logisch, geen tijdsbesef talig denken en oordelen, nieuwe informatie wordt aan concepten toegevoegd nadenken over gedachten, symbolisch, hypothetisch en logisch denken
Lev Vygotski (1896-1934) formuleerde het idee van 'zone van de naaste ontwikkeling': "de afstand tussen het feitelijke ontwikkelings-niveau zoals vastgesteld d.m.v. probleem-oplossen door het kind zonder hulp uitgevoerd, en het potentiële ontwikkelings-niveau zoals vastgesteld door probleem-oplossen onder volwassen begeleiding of begeleiding door gevorderde leeftijdsgenoten." onderwijs moet kinderen voorzien van ervaringen die zich in hun ZNO bevinden niet te gemakkelijk, maar ook niet te hoog gegrepen: uitdagend genoeg met kans van slagen / succes hierdoor wordt het individueel leervermogen gestimuleerd (hetgeen essentieel is in de moderne maatschappij) neuro-plasticiteit maakt dat we leren, en ons kunnen aanpassen aan een complexe en veranderende omgeving hersen-structuren passen zich voortdurend aan: elke dag verandert 70% van de connecties in ons brein dieren met een eenvoudig gedrags-repertoire in een stabiele habitat hebben dat niet nodig: natuurlijke selectie heeft gezorgd voor de genetisch geevolueerde adaptatie van het organisme maar mensen kunnen zich, door hun creatieve en adaptieve brein, ook aanpassen aan andere habitats vandaar dat ze zich sinds 100.000 tot 50.000 jaar geleden over de aarde hebben kunnen verspreiden 91
ervarings-afhankelijke plasticiteit (hierboven behandeld): het brein als adaptief zelf-organiserend systeem
ervarings-verwachte plasticiteit (zie Vygotski’s ZNO hierboven): we leren op basis van verworvenheden
contra-laterale plasticiteit kan zich voordoen na hemisferectomie (verwijdering van een hersen-helft) bij kinderen die ernstige epilepsie hebben in de linker hersen-helft, kan deze (voor hun 5e) verwijderd worden het taal-vermogen, dat voor een belangrijk deel hier huist, kan overgenomen worden door de rechter helft dat gaat dan meestal wel ten koste van vermogens die in de rechter helft genesteld zijn violiniste Martha Curtis moest haar rechter hersen-helft (waar muziek normaal geworteld is) missen, maar haar linker hersen-helft had haar handicap al ondervangen, wat haar carriere gered heeft Jody Miller moest door epilepsie haar rechter hersen-helft missen, maar liep alweer 10 dagen na de operatie
cross-modale plasticiteit is aanpassing van een hersengebied aan een andere functie een deel van de hersenen bekwaamt zich dan in andere taken dan waarvoor de frenologie ze ‘bedoeld’ had blinden hebben vaak een betere tast-zin, beter gehoor, en beter verbaal geheugen blinden leren in een jaar tijd braille (tast) door hun visuele cortex te 'herprogrammeren' tot tactiele regio de visuele cortex (waarmee we normaal gesproken zien) kan dus tactiele informatie leren verwerken (voelen) Melchner, Pallas en Mriganka Sur hebben een studie gedaan naar neuro-plasticiteit bij fretten zij hebben visuele informatie (om)geleid (re-wired) naar de auditieve cortex resultaat: na enkele weken verwerkte de auditieve cortex van de fretten visuele informatie
Vilayanur Ramachandran (1951) heeft onderzoek gedaan naar fantoom-ledematen en asomatognosia (een stoornis waarbij patienten eigenaarschap over ledematen ontkennen) mensen met geamputeerde ledematen kunnen jaren na de amputatie nog last hebben van hun arm of been maar ook mensen die nooit bepaalde ledematen hebben gehad (aangeboren) kunnen er last van hebben een fantoom-ledemaat is doorgaans het 'corticale restant' van een geamputeerd ledemaat een deel van de patiënten met fantoom-ledematen zegt het ledemaat te kunnen bewegen een ander deel zegt dat het ledemaat is verlamd, of is verkrampt, en chronisch pijn doet toen het ledemaat er nog was gaven de hersenen opdracht: "beweeg", maar de visuele feedback bleef uit dit beeld, deze associatie (Hebbian learning) raakt in de hersenen ingebed (aangeleerde verlamming) Ramachandran's therapie is de spiegel-doos, waarin de patient zijn fantoom-arm en zijn andere arm plaatst als de patient in de spiegel kijkt ziet hij zijn (fantoom)-arm weer, en hij kan die (schijnbaar) ook bewegen! door de beweging van de aanwezige hand verdwijnt de kramp in de fantoom-hand de spiegeldoos is ook gebruikt bij revalidatie na beroertes; sommige verlammingen blijken aangeleerd
synesthesie, sensorische substitutie & augmented reality bij de geboorte zijn er geen vast-omlijnde hersengebieden: alle delen zijn met alle andere verbonden in de loop van maanden / jaren ontstaat door synapto-genese de modulaire structuur van het brein doordat zich structuren vormen neemt op andere plaatsen het aantal verbindingen af (synaptic pruning) synaptische pruning (snoeien) heeft een erfelijke (genetische) component genetische mutatie kan leiden tot een verstoring van synaptische pruning, en daarmee tot synesthesie synesthesie is de vermenging van zintuiglijke informatie waardoor kleuren geproefd of geluiden gezien worden synesthesie (Francis Galton, 19e eeuw) komt 8x vaker voor bij artiesten, dichters, schrijvers, musici, etc. kleuren en cijfers worden in de hersenen naast elkaar opgeslagen in de gyrus fusiformis de verbindingen naar kleuren en cijfers kruisen elkaar daar, hetgeen kan leiden tot synesthesie: cijfer-kleur synesthesie (als je een cijfer ziet, zie je ook een kleur), geluid-kleur synesthesie, etc. 92
synesthesie is de basis voor het denken in metaforen, en dus ook voor taal en creatieve verbeelding een beeldend voorbeeld: Kiki & Buba, twee figuren die vrij standaard met beide namen geassocieerd worden deze primitieve vorm van abstractie vindt plaats in de gyrus fusiformis; bij mensen 8x groter dan bij apen in de gyrus angularis komen gehoor, gezichtsvermogen en tastzin bij elkaar ook dit gebied heeft zich bij mensen sterk ontwikkeld en is de basis van abstractie, metaforen en creativiteit bij spiegel-aanraking-synesthesie voelt de persoon de fysieke gewaarwording van anderen (bijv. pijn) de onderliggende neurologie van dit fenomeen wordt ingezet bij sensorische substitutie doven, blinden en mensen met evenwichts-stoornis kunnen geholpen zijn met electronische hulpmiddelen door elektroden in het netvlies of de visuele cortex te implanteren kunnen visuele percepten opgewekt worden maar ook kan beeld of geluid omgezet worden naar alternatieve stimuli voor een ander, nog werkend zintuig Paul Bach-y-Rita (1934-2006) was een pionier op het gebied van sensorische substitutie hij ontwikkelde electro-tactiele en vibro-tactiele stimulatoren voor o.a. de tong en de rug na een paar weken gebruik van de Brainport © kunnen mensen met een evenwichts-stoornis weer functioneren The vOICe is een technologie voor blinden die camera-beelden omzet in geluid: www.seeingwithsound.com na een paar weken gebruik heeft de auditieve cortex zich bekwaamd in de verwerking van visuele informatie door toepassing van sensorische electronica en robotica is het begrip van het 'zelf ' sterk veranderd het beeld van het 'cartesiaans theater' heeft plaatsgemaakt voor dat van een ego-tunnel (Thomas Metzinger) ons 'zelf ’ is de identificatie van ons bewustzijn met de bepaalde constanten in onze gewaarwording wij identificeren ons met de gedachten, emoties en ledematen die deel uitmaken van ons leven daar kunnen ook prothesen onder vallen, en in zekere zin gebruiksvoorwerpen als bijv. een smart-phone 'slimme' electronica draagt bij aan het toevoegen van informatie aan zintuiglijke informatie deze ‘toegevoegde werkelijkheid’ (augmented reality) maakt steeds meer deel uit van onze werkelijkheid augmented reality combineert reëel en virtueel, functioneert 3-dimensionaal, en is real-time interactief
emoties & het ‘zelf ’ al sinds de oudheid wordt de rede/ratio gezien als datgene wat de mens onderscheidt van het dier het gevoel werd geassocieerd met het lichaam (en de vrouw/natuur), de ratio met de geest (en de man/cultuur) vanaf Plato, via het christendom en Descartes heeft dit dualisme een rol gespeeld in het moderne denken de neo-darwinistische kijk op de neurologie heeft aan dit dualisme een evolutionaire wending gegeven Paul D. MacLean (1913-2007) formuleerde een theorie over de evolutionaire gelaagdheid van het brein zijn boek The triune brain in evolution (1990) inspireerde Piet Vroon tot Tranen van de krokodil (1993) reptielen-brein = hersenstam (500-miljoen jaar oud): instincten, reflexen en basale fysieke functies zoogdieren-brein = limbisch systeem (200-miljoen jaar oud): emoties, conditionering 9 hersenschors = neo-cortex (60-miljoen jaar oud): cognitie, bewustzijn, vrijwillige motoriek Joseph E. LeDoux (The emotional brain, 1996) deed in de jaren '70 onderzoek naar split-brain patienten (hierbij zijn de twee hersen-helften operatief gescheiden, resulterend in twee ‘gescheiden breinen’) volgens LeDoux is het triune brein een verouderd idee, waarin de mens zichzelf identificeert met de neo-cortex ondanks dat er veel is afgedongen op de simpliciteit van het model, wordt er nog veel gebruik van gemaakt in werkelijkheid maken de hersenstam en het limbisch systeem evenzeer deel uit van wie/wat we zijn 93
het limbisch systeem (m.n. de amygdala) speelt een essentiele rol in onze emoties en herinneringen onze waarneming wordt emotioneel gekleurd, en met die (positieve of negatieve) waardering onthouden onze herinneringen dus zijn geen representaties van hoe het was, maar hoe wij iets ervaren hebben binnenkomende stimuli leggen 2 wegen af: de 'low road' en de 'high road' de snelle 'low road' gaat via de thalamus en de amygdala, de langzamere 'high road' gaat via de cortex d.w.z. dat onze emoties van meet af aan bepalen wat en hoe we waarnemen en waarderen de low road de thalamus is het ‘schakel-station’ in de hersenen, de amygdala is betrokken bij opslag in het geheugen de amygdala geeft gebeurtenissen en herinneringen een emotionele lading, een leer-waarde bij het herinneren of opnieuw ervaren zorgt hij voor de emotionele respons die gekoppeld is aan de herinnering de amygdala is betrokken bij het aanleren van de relatie tussen ervaring en emotie (mate van beloning) ook wanneer de relatie indirect is: als anderen aangeven dat iets leuk of beangstigend is 10 bij gevaar zendt de thalamus direct een signaal uit naar de amygdala, zodat er meteen actie ondernomen wordt de amygdala activeert bij gevaar het fight/flight-systeem (dat het lichaam prepareert om te vechten / vluchten) vrijkomende adrenaline zorgt voor een verhoogde hartslag, hogere bloeddruk en snellere ademhaling de high road de thalamus activeert ook de prefontale cortex, waarmee we morele en rationele afwegingen maken de prefontale cortex kan signalen vanuit de amygdala in een ander licht plaatsten, en zo afremmen deze 'high road' is langzamer en wordt daarom ook wel de langzame of indirecte route genoemd bij stress-stoornissen hebben onschuldige prikkels een te sterke emotionele lading gekregen hierdoor over-reageert men in niet-extreme situaties alsof de situatie acuut of zelfs levensbedreigend is de low road (korte / directe route) is aangeleerd voor specifieke triggers: woede, walging, angst, etc deze natuurlijke of geconditioneerde emoties worden geactiveerd zonder dat dit eerst via de cortex verloopt de high road (langere / indirecte route) wordt beinvloed door het 'cognitieve, sociale, culturele brein' hier spelen normen, waarden, overtuigingen en opvoeding een rol maar beide bepalen de uitkomst van ons handelen we nemen de werkelijkheid dus niet neutraal waar: we creëren onze wereld als door een emotionele bril onze wereld is niet gebaseerd op kennis (opgevat als objectieve representatie van feiten), maar op cognities cognities zijn (inter-)subjectieve gedrags-disposities, gebaseerd op overtuigingen, geworteld in emotie cognities kunnen ontstaan door persoonlijke ervaring, of via anderen (sociaal-cultureel) overgedragen worden een kind kan door de bittere smaak van andijvie leren dat het 'vies' is, maar ook door te kopieren van anderen een voorbeeld van hoe onze waarneming gekleurd wordt door cognities is racial profiling 11 onderzoek in de V.S. wijst uit dat bij aanhoudingen van blanken er minder 'noodweer' plaats vindt zwarten worden vaker neergeschoten omdat de agent 'zag' dat de arrestant een wapen greep bij blanken wordt daarentegen vaker 'waargenomen' dat ze een i-pod of i-phone in hun hand hebben de waarneming wordt dus deels ingevuld door reeds bestaande cognities (vooroordelen) en emoties en deze cognities (‘zwarten zijn gevaarlijk’) triggeren belichaamde (embodied) cognities: zelf-verdediging de James-Lange-theorie: William James (1842-1910) & Carl Lange (1834-1900)
gebeurtenissen of prikkels uit de omgeving geven aanleiding tot bepaalde lichamelijke reacties (spierspanning, droge mond, transpiratie, verhoogde hartslag) 94
emoties of gevoelens zijn het gevolg van de gewaarwording of beleving van deze lichamelijk reacties ‘wij zijn bedroefd omdat wij huilen’, ‘wij zijn blij omdat we lachen’, etc.
Antonio Damasio: De vergissing van Descartes; gevoel, verstand en het menselijk brein (1994) Ik voel dus ik ben; hoe gevoel en lichaam ons bewustzijn vormen (1999) 12 Damasio portretteert Descartes (net als ik vaak doe) op de bekende karikaturale manier: 'het cogito denkt' daarmee doet hij geen recht aan Descartes' revolutionaire maar genuanceerde 'neurologie' (zie p. 9-11) wat is bewustzijn? wat we verliezen als we in een diepe droomloze slaap vallen (of verdoofd worden) en wat we herwinnen als we bijkomen uit slaap (of anesthesie): 1] de vloed van mentale beelden / stream of consciousness (die we ook ervaren als we dromen) 2] het 'zelf ': identiteit en gevoel van bestaan (we zijn 'eigenaar' van ons denken, voelen, handelen, etc) hoe ontstaat dat referentie-punt, de stabiliteit voor het behoud van de continuïteit van het 'zelf ' ? de stream of consciousness wordt gegenereerd door sensorische prikkels, en verandert dus voortdurend voor een referentie-punt (het zelf / ik / ego) moet je iets stabiels hebben, dat niet veel verandert we hebben één lichaam, met een goed onderhouden stabiel intern milieu (chemische huishouding) dat is vrij constant, want als dat te veel afwijkt van vitale waarden leidt dat tot ziekte of de dood dat ingebouwde systeem zorgt voor een zekere continuïteit; een eindeloze gelijkheid van dag tot dag
in de hersenstam zitten modules die ons interne milieu monitoren, representeren en regelen deze representaties van het lichaam vormen de basis voor het 'zelf ', in de vorm van gevoelens het brein gebruikt deze informatie over ons interne milieu (gevoel) als referentie voor alle andere processen gevoel speelt dus een belangrijke rol bij onze zelf-waarneming (proprioceptie / kinestesie) er bestaat een nauwe band tussen de representatie / regeling van ons lichaam in het brein, en het lichaam zelf
de hersenschors (cortex) herbergt voornamelijk cognitieve taken: denken, plannen, probleem oplossen, spraak, beweging, orientatie, herkenning, perceptie, geheugen
het limbische systeem (zoogdier-brein) regelt reuk, emotie, gedrag, motivatie en lange-termijn geheugen de hersenstam is de behuizing van alle vitale (levens-regulerende) processen van het lichaam
de verwerking van emotionele prikkels roept gelijktijdig autonoom-fysiologische reacties op aangestuurd door het limbische systeem, waaronder de amygdala en hypothalamus in de orbitofrontalis vertaalt zich dat naar bewuste gevoelens als angst, woede, blijheid, etc de hypothalamus (onderdeel van het limbisch systeem) controleert het autonome zenuwstelsel en het endocriene systeem speelt een cruciale rol bij de organisatie van gedragingen die zorgen voor de overleving is betrokken bij emoties, voortplanting, het autonome zenuwstelsel en hormoonhuishouding reguleert bloeddruk, hartslag, honger, dorst, slaap-waakritme, seksuele opwinding, lichaams-temperatuur, homeostase, vecht- of vlucht-reactie beschadigingen aan de cortex leiden (soms) tot een veranderd bewustzijn, maar zelden tot eliminatie ervan beschadiging aan de hersenstam daarentegen heeft desastreuse gevolgen: 13 95
beschadiging aan het achterste deel van de hersenstam leidt tot coma of vegetatieve staat: bewustzijn verdwijnt
bij coma is lijkt de patient in een permanente diepe slaap
in de vegetatieve staat is er sprake van een waak-slaap-ritme, maar niet van bewustzijn je verliest de basis van het zelf, en hebt geen toegang meer tot enig gevoel van je eigen bestaan er kunnen nog wel beelden worden gevormd in de hersenschors, maar je weet niet dat ze er zijn
beschadiging aan het voorste deel leidt tot het locked-in syndroom
bij het locked-in syndroom is er sprake van bewustzijn, maar is de persoon geheel verlamd meestal is hij alleen nog in staat de ogen verticaal te bewegen, en met de oogleden te knipperen volledige verlamming, maar met behoud van bewustzijn: gevangen in je eigen lichaam zie Jean-Dominique Bauby: The diving bell and the butterfly (verfilmd door Julian Schnabel)
veel neurologen benadrukken de centrale rol die de prefrontale cortex bij (zelf)-bewustzijn speelt maar dit betreft maar een aantal aspecten van het bewustzijn: de typisch menselijke de hersenstam is fundamenteler, omdat daar het proto-zelf huist; iets dat we bij alle zoogdieren vinden het proto-zelf is niet voorbehouden aan mens of primaten, maar is fundamenteel bij veel dieren er is geen bewustzijn zonder interactie tussen hersenschors (cortex), hersenstam en het lichaam bewustzijn is niet iets dat voorbehouden is aan de neo-cortex, alleen de rijkdom ervan wel andere (zoog)dier-soorten hebben ook een vorm van bewustzijn, zij het in mindere mate persoonlijkheid is een ander verhaal: dat is het auto-biografische ‘zelf ’ van alleen 'hogere' zoogdieren het auto-biografische ‘zelf ’ is gebouwd op basis van herinneringen (verleden) en plannen (toekomst) het is het subjectief beleefde verleden en de geanticipeerde toekomst geintegreerd in een continuum de evolutie van dit ‘zelf ’ leidde tot uitgebreid geheugen, redeneren, verbeelding, creativiteit en taal de culturele wereld die hierdoor ontstond is niet te reduceren tot biologie / genetica de prefrontale cortex speelt een belangrijke rol in alle functies van het zelf-model (onze persoonlijkheid) het is hier dat we praktische, sociale en morele afwegingen maken en beslissingen nemen maar ook dit is geen puur rationele aangelegenheid: ons gevoel speelt ook daarbij een grote rol we hebben ervaring nodig om emoties/herinnering op te bouwen, om daarmee te kunnen beslissen dit is een vaardigheid die we pas na de puberteit, door oefening in de sociale praktijk, onder de knie krijgen dit praktisch oordeelsvermogen werd door Aristoteles phronesis (praktische wijsheid) genoemd dit vermogen houdt nauw verband met de (vrije) wil, deliberatie, plannen en autonoom handelen zonder phronesis (zelf-beheersing, deliberatie, focus, vrije wil) geen organisatie- en handelings-vermogen volgens Damasio hebben de cognitieve wetenschappen de rol van het lichamelijke en emoties onderbelicht het mentale is teveel opgevat als representatie van de zintuiglijk waargenomen werkelijkheid kern-begrip uit zijn theorie is somatic marker = een fysiologische reactie op sensorische prikkels sommige fysiologische reacties zijn evolutionair diep ingesleten, en hebben dus een erfelijke component: kippenvel, zweten, schaam-rood, klamme handen, misselijkheid, rillen, brok in de keel, verstijven, etc. maar ook minder heftige gebeurtenissen hebben een emotionele component in de ervaring deze emotie drukt een stempel op hoe de ervaring wordt herinnerd (weggeschreven in het geheugen) die emotionele component van cognities speelt een essentiele rol bij het nemen van praktische beslissingen m.n. de cortex orbitofrontalis (een gebied in de prefrontale cortex) zou daarbij een cruciale rol spelen patiënten met laesies in dit gebied vertonen emotioneel vlak gedrag, en kunnen ook geen beslissingen nemen 96
Elliot: 'een hedendaagse Phineas Gage' een ‘patient’ van Damasio onderging een operatie om de tumor op zijn frontale cortex te laten verwijderen zijn intellect, geheugen, motoriek en spraak bleven ongedeerd, maar hij kon niet meer plannen / beslissen alles dat hij ondernam liep in het honderd; hij kon niet meer adequaat functioneren als handelende actor vooral als het om persoonlijke en sociale kwesties ging bleef hij twijfelen en kon hij geen knopen doorhakken na meer specifieke testen bleek Elliot geen emoties meer (bewust) te kunnen voelen Damasio's conclusie: gevoel en ratio staan niet op gespannen voet, ratio is onmogelijk zonder gevoel “the cold-bloodedness of Elliot’s reasoning prevented him from assigning different values to different options, and made his decision-making landscape hopelessly flat” m.a.w: als een computer-programma raakte hij in een loop: "enerzijds ... , maar anderzijds ..." delinquenten hebben veel vaker dan gemiddeld afwijkingen in de frontale cortex dit is van invloed op de mate waarin zij beschikken over een (vrije) wil, oftewel hun opties overzien juridisch wordt hier tot op zekere hoogte rekening mee gehouden: bijv. 'verminderd toerekeningsvatbaar' John Hinckley, de pleger van de mislukte aanslag op Reagan (1981), werd ontoerekeningsvatbaar verklaard vanwege publieke verontwaardiging hierover werd de wet aangescherpt (insanity defense reform act, 1984)
97
1
glia-cellen verstevigen de hersenen, maken myeline aan, ruimen dode cellen en neuro-transmitters op, houden de bloed-brein barrière in stand, en geven voedings-stoffen aan de neuronen
2
er is veel onderzoek gedaan naar de werking van neuronen m.b.v. de enorme axon van de inktvis
3
Richard Caton (1875), Adolf Beck (1890), Vladimir Pravdich-Neminsky (1912), Napoleon Cybulski & Jelenska-Macieszyna (1914), Hans Berger (1924), Fisher & Lowenback (1934), Gibbs, Davis, Lennox & Jasper (1935), Aserinsky & Kleitman (1953)
4
Francis Crick: The astonishing hypothesis: the scientific search for the soul; 1995 - in zijn 'processing postulate' stelt Crick dat verwerking aangestuurd wordt door de thalamus (p. 249) - bewustzijn en korte-termijn-geheugen hebben de activiteit van terugkoppelende circuits nodig - bewustzijn vereist activiteit van diverse corticale gebieden, alsook van de thalamus
5
bis-monitoring (bispectral-index-monitoring) bevestigt dat de mate van bewustzijn is te meten ook met voltage-sensitieve (potentiometrische) kleurstoffen kan neuraal 'vuren' zichtbaar worden gemaakt zowel enkelvoudige neuronen als hele netwerken kunnen zo bekeken worden
6
zie: http://www.apa.org/monitor/mar07/moveover.aspx Movellan's bedrijf Emotient (2012) is begin 2016 opgekocht door Apple
7
- fluid intelligence = executief: cognitief potentieel inductief & deductief redeneren, zonder kennis (frontale kwab) - cristallized intelligence = resultaat van ervaring en kennis (cultuur-specifiek): temporale & partiale gebieden
8
myeline vormt een isoleerlaag om de uitloper (axon) van een zenuwcel (neuron) en versneld hun actie-potentiaal myeline wordt aangemaakt door oligodendrocyten (cellen rond de neuronen); bij MS lijdt het zenuwstelsel onder de-myelinisatie
9
het limbisch systeem bevat o.a. de amygdala, hippocampus, insula en thalamus
10
- het 'sociale brein' regelt emotionele sociale reacties; ze zijn automatisch en instinctief - het 'sociale brein' leest ook het gedrag van anderen; acties, gebaren, gezichtsuitdrukkingen (als team-sporters iemand uit hun eigen team geblesseerd zien raken volgt een empathische reactie, voor leden van het andere team is er leed-vermaak)
11
Wheeler & Fiske: Controlling racial prejudice: social-cognitive goals affect amygdala and stereotype activation, 2005
12
Descartes' error; emotion, reason, and the human brain (1994) The feeling of what happens; body and emotion in the making of consciousness (1999)
13
zie: Ik voel dus ik ben; hoe gevoel en lichaam ons bewustzijn vormen (p. 236-244) N.B: bij iemand die hersendood is wordt geen hersenactiviteit meer gemeten
98