De Brem
PERCEEL : VERWARMING
Gebouw “De Brem” PERCEEL CENTRALE VERWARMING
LASTENBOEK
MEETSTAAT
januari 2012
CV.1/72
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.2/72
GEBOUW “DE BREM” PERCEEL - CENTRALE VERWARMING HOOFDSTUK II TECHNISCHE BEPALINGEN Beschrijving der Werken
Dit hoofdstuk omvat de afschaffingen, verduidelijkingen en toevoegsels betreffende de verplichtingen van het typebestek nr. 105 van 1990. HOOFDSTUK A : BEREKENINGEN VAN DE INSTALLATIE 1. Warmteverliezen 1.1.
Berekeningsmethode
Volgens NBN B62-003 1.2.
Basisbuitenvoorwaarden Voor verwarmingsinstallatie Antwerpen : -10°C
HOOFDSTUK B : OMGEVINGSVOORWAARDEN 2.
Temperatuur
2.1.
Winter De te behouden droge resulterende binnentemperaturen zijn deze welke in de betreffende lokalen vermeld zijn op de plannen.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
HOOFDSTUK C :
januari 2012
CV.3/72
VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET MATERIAAL EN REGELS VOOR DE GOEDE UITVOERING
Dit hoofdstuk omvat toevoegingen, wijzigingen en verduidelijkingen van het type bestek 105 van 1990. De nummering van dit document wordt voor de artikels van dit hoofdstuk C hernomen De bijkomende voorschriften zijn volgens logische volgorde, volgend op de nummering van het type-bestek genummerd. ART. C1 - Warmwatergeneratoren en branders ART.C1.Par.3. - Bouwkenmerken van de ketels ART. C1. Par. 3.5. - Gasketels met een gepulseerde aardgasbrander Voor de verwarming worden twee condenserende ketels geplaatst. De ketels dienen modulerend aangestuurd te worden. In combinatie met de hierna volgende beschrijving van ketel en brander gelden als maatgevende richtlijnen de eisen door VLAREM II gesteld inzake emissiewaarden voor thermische installaties met een milieuvergunning toegekend na 1/1/96. Tabel maximale emissiewaarden
Emissie
Grootte van de ketel brandstof Stof SO2 NOx CO Roetgetal
100 kW tot 2 MW vloeibaar gas 350 5 350 35 250 100 170 100 0-3 -
2 tot 50 MW vloeibaar gas 50 5 1700 35 150 100 175 100 0-3 -
Hieronder wordt begrepen dat de inschrijver een ketelgeheel aanbiedt dat voldoet aan de voorschriften, d.w.z.: •
hetzij ketel en brander zijn samen gekeurd en er wordt een verbintenis aangegaan dat de emissiewaarden gehaald worden met de voorgestelde combinatie;
•
hetzij ketel en brander zijn nog steeds samen gekeurd doch door rookgasrecuperatie worden de emissie normen gehaald en er wordt hiervoor een verbintenis aangegaan.
De inschrijver geeft bij zijn inschrijving duidelijk aan welke oplossing hij voorstelt (merk en type van brander en ketel combinatie en eventuele rookgas recuperatie), met inbegrip van eventuele voor- en nadelen van de voorgestelde oplossing. Bij zijn prijsvorming houdt hij in alle onderdelen rekening
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.4/72
met de voorgestelde oplossing (zelfs indien in navolgende beschrijvingen en de onderdelen – bv. Schoorstenen – niet is uitgegaan van de aangeboden oplossing). De opdrachtgever eist een strikte naleving van de vooropgestelde milieunormen en kent na toewijzing geen meerprijzen toe voor aan te brengen wijzigingen terzake. #1. – Gietaluminium ketel met premix brander & rookgascondensatie De ketel is een condenserende gasketel uitgerust met premix brander. De ketel is opgebouwd uit een aantal warmtewisselaars in gietaluminium. Ketelkeuring : De ketel is CE-gekeurd voor België in de categorie I2E+ volgens gasrichtlijn 90/396/EEG en volgens de rendementsrichtlijn 92/42/EEG. Constructiekenmerken : De ketel is opgebouwd uit een aantal warmtewisselaar in gietaluminium die door middel van conische nippels zijn samengebouwd. De warmtewisselaar is geschikt voor de terugwinning van voelbare en latente condensatiewarmte. Vinnen vergroten het rookgaszijdig verwarmingsoppervlak. Het condensvocht wordt opgevangen in de condenswaterbak en wordt afgevoerd buiten de ketel via een kunststofleiding met bijhorende sifon. De gemonteerde ketel is geschikt voor een bedrijfsdruk van 6 bar.
De minimaal toegelaten
retourwatertemperatuur is onbegrensd. Onderhoud, montage en demontage : De warmtewisselaar is gemonteerd in een ijzeren frame constructie. Uitwendige aansluitingen : De aansluitingen van de ketel aan gas en waterleidingen moeten overeenkomstig de betreffende voorschriften kunnen gebeuren (NBN 237), de schroefdraad voldoet aan de norm NBN 115, gasdraad met zelfdichtende draad. Voor gas is aansluiting met flens slechts toegelaten vanaf DN50 op voorwaarde dat de tegenflens wordt meegeleverd met de ketel. Alle aansluitingen bevinden zich bovenaan zodat er weinig plaats nodig is rondom de ketel. De ketel is voorzien van een hoge en lage retourtemperatuuraansluiting. Afdichtingmiddelen : De dichtingen van de afsluitorganen of van onderdelen met schroefdraad en die gedemonteerd moeten kunnen worden voor een normaal onderhoud, moeten gewaarborgd zijn door een mechanische dichting (vb. metaal op metaal of O-ringen) d.w.z. onder uitsluiting van elk product dat
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.5/72
de dichtheid van de schroefdraad verzekert. Deze dichtheid moet zelfs na demonteren en terug monteren verzekert blijven.
Dichtingmiddelen mogen daarentegen wel gebruikt worden voor
blijvende verbindingen. De dichtheid van de ketel zelf daarentegen mag slechts met mechanische middelen worden verwezenlijkt.
Samengebouwde delen die tijdens normaal onderhoud niet
gedemonteerd behoeven te worden, mogen echter met behulp van vb. kit of pasta’s worden afgedicht. Toevoer verbrandingslucht en afvoer verbrandingsgassen : De ketel kan zowel open, als gesloten worden uitgevoerd. Bij de open uitvoering zuigt de ventilator de verbrandingslucht langsheen zijn bemanteling aan.
Bij de gesloten uitvoering wordt een
luchttoevoer aansluiting met klemband meegeleverd om op het luchtkanaal aan te sluiten. In dit project wordt de ketel in gesloten uitvoering toegepast. Brander : De branders bevinden zich bovenin de gegoten warmtewisselaar en branden naar beneden toe. De branders zijn premix branders of voorgemengde branders, uitgerust met een gas/lucht verhoudingsregelaar. De benodigde verbrandingslucht wordt door de ventilator in een mengkamer geblazen. In deze mengkamer bevindt zich een spuitstuk welke het gas uitblaast in de luchtstroom. Dit homogeen mengsel komt in een verdeelkamer en wordt door een verdeelplaat geblazen. Deze van sleuven voorziene plaat dient voor het verdelen van het mengsel over de branders.
De
branders zijn voorzien van een dekje van metaalvezels, waarin het branderpatroon is gepost. Het mengsel wordt ontstoken en de verbranding vindt plaats. De verbrandingsgassen stromen naar beneden toe door de warmtewisselaar, de rookgasuittredetemperatuur ligt maximaal 5°C boven de retourwatertemperatuur. De toegepaste premix brander zorgt voor een zeer lage NOx uitstoot, een jaaremissie van maximaal 40 mg/Nm³ bij 3% O2. De brander garandeert ook een geluidsarme werking, zo bedraagt het geluidsniveau in het ketelhuis gemeten op 1m afstand rond de ketel maximaal 60 dB(A). De brander beschikt over een hoog/laag regeling van de belasting, continu variërend tussen 18 en 100%. Elektronische regeling en beveiliging : De ketel wordt voorzien van een gasregelblok met filter, twee beveiligingsafsluiters en gasdrukregelaar. De elektronische beveiliging geschied d.m.v. twee ionisatie elektroden. De ketel wordt uitgerust met een gaslekcontrole.
De regeling van de ketel gebeurt op basis van
watertemperatuur en is van het modulerend type, de ketel wordt uitgerust met een werkingsthermostaat en een maximathermostaat met instelling tot maximaal 110°C en een laagwaterstandbeveiliging.
De
verdere
externe
beveiligingen
zoals
gasdrukschakelaars,
ketelthermostaat, maximaal begrenzingthermostaat en bedrijfsurenteller enz. zullen bij de prijsofferte voorzien worden.
De ketel wordt geleverd inclusief bedieningspaneel.
Dit paneel is volledig
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.6/72
microprocessor gestuurd. Het bevat alle benodigde besturings- en meetinstrumenten om de ketel te regelen. Een interactief tekstdisplay is geïntegreerd in het frontpaneel van de ketel en laat toe de ketel op eenvoudige wijze te bedienen. Het waterzijdig rendement bedraagt minimaal : •
> 98% t.o.v. Hi in vol- en deellast bij een gemiddelde watertemperatuur van 70°C (80/60°C)
•
> 105% t.o.v. Hi in vol- en deellast bij een gemiddelde watertemperatuur van 35°C (40/30°C)
het ketelgebruiksrendement bedraagt : •
> 108% t.o.v. Hi bij een retourwatertemperatuur van 30°C
Nullastverlies maximaal : •
< 0,21% bij een gemiddelde watertemperatuur van 45°C
De ketel wordt voorzien van een staalplaatmantel die gemakkelijk voor onderhoud verwijderbaar is. Het in de beschrijving en opmeting der werken vermeld vermogen dient gerealiseerd te worden bij een regime 80/60°C.
De ketel dient echter geschikt
te zijn om met een glijdende
ketelwatertemperatuur te werken. Dit dient verplicht door de aannemer aangetoond te worden op het ogenblik dat de aannemer de ketel aan de opdrachtgever ter goedkeuring voorlegt. De weergegeven afmetingen van de ketel zijn enkel ten titel van inlichting. Onderhavige aannemer geeft een totale waarborg van minimum 10 (tien) jaar op de ketel o.a. op corrosie en op materiaal- en constructiefouten deze garantie wordt mede ondertekend door de ketelfabrikant. De ketel is te plaatsen op een ketelvoetstuk, maximale overlast op de vloer : 104 N/m², gelijkvormig te verdelen op de vloerplaat. ART. C3. Par. 1. Afvoer van de verbrandingsprodukten Art. C3. Par. 1. van het type-bestek nr. 105 wordt aangevuld met volgende voorschriften : ART. C3. Par. 1. - Aansluiting van de ketel aan de schoorsteen 1.
Algemeenheden De ketel wordt aangesloten aan een rookgasleiding die rechtstreeks door het dak gaat.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.7/72
De aansluiting is perfect en mag dampen noch condensatielekken vertonen. De aansluiting voorziet dat het condensatiewater, gevormd in de schoorsteen, terug naar de ketel vloeit. Het geheel wordt uitgevoerd in RVS volgens de richtlijnen van de fabrikant. Het dak wordt waterdicht aangewerkt.
De schoorsteen wordt afgewerkt met een
dakdoorvoer en stormkraag. ART. C5. Par. 1 - Expansiesysteem met variabele druk (vaste hoeveelheid lucht) ART. C5. Par. 1. van het typebestek nr. 105 wordt aangevuld met volgende voorschriften : 1.
Beschrijving van het systeem Het expansiesysteem bevat één of meerdere expansievaten. Inhoud : min. 25 % reserve op het uitzettingsvolume van de installaties die hydraulisch aan de stookplaats aangesloten worden. Het vat wordt voorzien van een kappenventiel.
5.
Schema Het expansiesysteem en zijn toebehoren dienen geplaatst te worden volgens de aanduidingen op het schema.
6.
Karakteristieken -
dienstdruk max. 3 bar (afblaasdruk veiligheidskleppen - 0,5 bar);
-
nuttige inhoud ter controle te bepalen door de aannemer (berekeningsnota's voor te leggen bij voorstelling der materialen);
-
voordruk 1,0 bar.
-
Type 400 liter.
ART. C6. Leidingen C.V.-installatie : ART. C6 § 1. Aard, kwaliteit en afmetingen van de leidingen Art. C6 § 1 van het type-bestek nr. 105 wordt vervangen door volgende voorschriften :
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.8/72
DE BUIZEN MET EEN DIAMETER KLEINER OF GELIJK AAN DN 40 worden verbonden door lassen, enkel schroefverbindingen voor de aansluitingen aan de toestellen. De buizen met een diameter die gelijk is aan of groter is dan DN 50 worden steeds verbonden door lassen. bovendien is de keuze van de buizen onderworpen aan de voorschriften van onderstaande tabel. Diameter
Verbindingen
DN 10, DN 15
gelast
A25-103
halfzware reeks
DN 20, DN 25
gelast
A25-103
halfzware reeks
DN 32, DN 40
gelast
A25-103
halfzware reeks
gelast
A25-104
normale reeks
gelast
A25-104
normale reeks
DN 50
Norm en reeks
Enkel buizen zonder lasnaad zijn toegelaten (gladde buizen). (*) STALEN BUIZEN VOOR COURANT GEBRUIK : NBN A25-103 : schroefbare buizen NBN A25-104 : buizen met gladde uiteinden, niet schroefbaar. In het algemeen, wanneer het type-bestek nr. 105, de normen of elk ander contractueel document verwijzen naar NBN 532, dan zijn de na te leven voorschriften : Verwijzing naar NBN 532
Na te leven voorschriften
532.01
NBN A25-103, zware reeks
532.02
NBN A25-103, half zware reeks
532.03
NBN A25-104, normale reeks
Nota -
het lassen van leidingen moet uitgevoerd worden door geschoolde lassers (attest is in te dienen vóór aanvang der werken).
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.9/72
-
alle aftakkingen moeten met een vloeiend T-stuk uitgevoerd worden
-
een staal van een vloeiend T-stuk is ter goedkeuring voor te leggen en dit vóór aanvang der werken.
-
voor het lassen dienen de leidingen onder een hoek van 45° afgeschuind te worden, zodanig dat een volledige doorlas mogelijk is.
ART. C6 § 3. Plaatsen van de leidingen Verwarming : Stalenleidingen : Art. C6 § 3 van het type-bestek wordt vervangen door volgende voorschriften : De leidingen worden in principe geplaatst onder een helling van ten minste 3 mm/m. Voor de verdeelleidingen in plint of plafond in de bewoonde lokalen is een helling van 1 mm/m aanvaardbaar. De te isoleren leidingen dienen op voldoende afstand van elkaar geplaatst te worden om de isolatiewerken op eenvoudige wijze te kunnen uitvoeren. Bij doorgang der leidingen in wanden, plafonds, vloeren, enz. moeten rond de leidingen hulzen geplaatst worden in kunststof, volledig opgevuld met rotswol en langs beide zijden opgespoten met een soepel blijvend materiaal, zodat alles waterdicht is.
Het product
verzekert eveneens de brandwerendheid tussen de verschillende compartimenten gedurende minstens 2 uur. De hulzen in vloeren moeten + 2 cm boven de afgewerkte vloer uitsteken. Nota Er mag niets bevestigd worden in de keldervloer of waterdicht behandelde buitenwanden. Ophanging van de leidingen in technische lokalen, verlaagde plafonds, enz. De leidingen worden opgehangen aan een draadstang met beugel, kogellid, klembus, afschermdop en kniegewricht. Inwendig is de beugel een voorgemonteerde rubberband voorzien. Het ophangsysteem moet in een profielijzer bevestigd worden, indien meer dan twee leidingen samenlopen.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.10/72
Bevestiging der horizontale en verticale leidingen tegen de wanden in bewoonde lokalen De leidingen worden bevestigd met geluiddempende muurbeugels. Inwendig in de beugel is een voorgemonteerde rubberband te voorzien. Muurbeugels en ophangingen Deze dienen in voldoende aantal voorzien te worden om een stevige uitvoering te bekomen. Max. tussenafstanden tot DN 40
:
alle 2 m;
vanaf DN 50 tot DN 100
:
alle 3 m;
vanaf DN 125
:
alle 4m.
Doorgangen voor leidingen Alle doorgangen voor leidingen in muren, vloer, plafonds, wanden, enz. zullen met een daartoe bestemd werktuig uitgevoerd worden. Het werktuig maakt doorgangen zonder kloppen (roterende beweging). NOTA : De aannemer zal de nodige voorzorgen nemen om alle beschadigingen tegen te gaan. De eventuele beschadigingen dienen in de oorspronkelijke staat hersteld te worden. De doorgangen dienen voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de ingenieur stabiliteit. Ontluchtingen -
Volgens de aanduidingen op de plannen en op elk ander hoog punt van de installatie wordt
een
automatische
luchtafscheider
geplaatst.
De
luchtafscheiders
beantwoorden aan de beschrijving volgens art. BA.6. -
Op de algemene vertrekleiding (tussen primaire pomp en ketel of verzamelaar is op het hoogste punt een automatische microbellenafscheider te voorzien met automatische ontluchting.
Beschermingsschilderingen
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.11/72
De leidingen dienen op de werf voorgeschilderd geleverd te worden. Deze schilderwerken worden uitgevoerd door een gespecialiseerde firma en dienen als volgt uitgevoerd te worden: a)
ontroesten en blank maken van de leidingen (zandstralen);
b)
ontvetten en aanbrengen van één laag roestwerende verf.
De prijs van deze werken is te voorzien in de prijs der leidingen. Na verwerking (samenstelling) op de werf : a)
ontroesten van de gelaste en of geschroefde delen + één laag roestwerende verf;
b)
reinigen van de leidingen en aanbrengen van een tweede laag roestwerende verf. Deze tweede laag is van een andere kleur dan de eerste laag.
Meerlagenleidingen : De verdeelleidingen vanuit de schacht naar de radiatoren in de appartementen zijn reeds geplaatst in een andere aanneming. De leidingen zijn van het type meerlagenbuis. Ter hoogte van de radiatoren werden de leidingen aangesloten op de reeds voorziene radiatormuurdoos. Na aansluiting van de radiator dient een kunststofafscherming over de aansluitingen geklikt zodat het geheel afgewerkt oogt. In de schachten worden de leidingen aangesloten op de te plaatsen collectoren (art. C6 § 4). ART. C6 § 4. Bijgevoegd artikel : collectoren Voor het aansluiten van de leidingen naar de radiatoren worden in de schacht per appartement twee collectoren voorzien. Materiaal : De collectoren zijn vervaardigd uit profielmessing, voorzien van de nodige aansluitingen en een ontluchtingsgat. Bevestiging :
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.12/72
De collectoren worden bevestigd in twee dubbele bevestigingsbeugels gemonteerd tegen de wand van de schacht en aangesloten op de verdeelleidingen. Gasleidingen : De ganse installatie dient uitgevoerd te worden volgens de aanduidingen op de plannen, de beschrijving van de installatie, de opmetingsstaat en de voorschriften van de plaatselijke gasmaatschappij, NBN D51-003. Alle nodige doorboringen, herstellingen en waterdichtingen zijn te voorzien in huidige aanneming. 1. Materialen Leidingen in de grond : De ondergrondse buizen worden uitgevoerd in polyethyleen (PE) en beantwoorden aan de voorschriften van norm NBN T42-106 en bijkomende technische specificaties en volgens de richtlijnen van de Netbeheerder. Zij zijn in PE met classificatie MRS 10 (PE 100). De wanddikte is genormaliseerd volgens de reeks SDR11. Alle leidingen zullen verbonden worden door lassen. Onder de rijweg worden echter geen verbindingen toegelaten ! De lassen zullen uitgevoerd worden door gespecialiseerde lassers gekwalificeerd volgens de KVBG 2000.21.02 procedure (attest in te dienen vóór aanvang van de werken). De diepte van de leiding bedraagt minimaal 0,80m onder het maaiveld. Leidingen in de lokalen, kelders, enz. De stalen buizen beantwoorden aan de voorschriften van norm NBN A25-103 (naadloze buizen, halfzware reeks). Alle leidingen zullen verbonden worden door lassen. De lassen zullen uitgevoerd worden door gespecialiseerde lassers (attest in te dienen vóór aanvang van de werken). Voor het lassen dienen de leidingen onder een hoek van 45° afgeschuind te worden. Kranen Zie art. C7.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.13/72
Dichtingsmiddelen (zie eveneens NBN D51-003) -
voor aansluitingen van toestellen met een diameter kleiner dan DN 50 De gasschroefdraad wordt gedicht ofwel met een afdichtingslint, ofwel met een erkende dichtingspasta aangevuld met een synthetische vezel, ofwel met een aangepast hars zoals "Loctite pipe sealant". De materialen dienen de beantwoorden aan de eisen van de KVBG.
-
voor aansluitingen groter dan DN50 De pakkingsplaat voor het dichten van flenzen dient te beantwoorden aan de voorschriften van KVBG. De dikte van de plaat is 2 mm en bij de montage worden beide vlakken met grafietvet bestreken.
Bescherming van zichtbaar opgestelde leidingen tegen corrosie De bovengronds geplaatste stalen leidingen worden tegen corrosie beschermd met een degelijke roestwerende verf, en daarna met twee afwerkingslagen in okerkleur. 2.
Montagevoorschriften
-
Bovengrondse plaatsing
Zie de Belgische norm NBN D51-003, artikels 3.3, 3.4 en 3.5. De leidingen moeten met een zeer lichte helling (bv.+ 0,1 %) aangelegd worden zodat eventuele condensaten naar een lager gelegen punt kunnen afvloeien.
Tegenhellingen
dienen vermeden te worden en indien aan deze eis niet kan voldaan worden, dient op ieder laag punt een aftapstop van 13 mm diameter aangebracht te worden. Het gebruik van gasleidingen als elektrische aardleiding is verboden; de afstand tussen gasen elektriciteitsleidingen moet minstens 20 cm bedragen. Muurdoorgangen moeten water- en gasdicht uitgevoerd worden. Hierbij wordt het gebruik van een mantelbuis aangeraden; deze moet dan afgedicht worden t.o.v. de gasleiding met een hittebestendig materiaal, Rf idem als de wand (min. Rf 1 uur). 3.
Beproeving en nazicht van de nieuwe binnenleiding
Zie Belgische norm NBN D51-003, artikel 3.6.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.14/72
Buiten de door deze norm opgelegde beproeving op dichtheid moet ook volgende dichtingsproef uitgevoerd worden : De leiding wordt met lucht op een druk van 100 mbar gebracht; na een tijdspanne van 10 minuten, verlopen na het aanpassen van de luchttemperatuur aan deze van de leiding, mag deze druk, afgelezen op een gevoelige manometer, niet meer dan 1 % dalen. Bij gelaste leidingen wordt bovendien nog een weerstandsproef uitgevoerd vóór de dichtingsproef. Bij de weerstandsproef mogen geen plugkranen op de leiding gemonteerd worden. 4.
Keuring
De aannemer laat de gasinstallatie keuren door een erkend keuringsorganisme tenzij hij voorkomt op de lijst van gehabiliteerde gasaannemers. ART. C7. Kraanwerk Art. C7 van het type-bestek nr. 105 wordt aangevuld met volgende voorschriften : Toepassingsgebieden volgens het werkingsregime De nominale druk (PN) bedraagt voor alle kraanwerk PN10, behalve indien anders voorgeschreven in onderhavig bijzonder bestek. 3.
Afsluitkranen Aanvaardbare kraantypes -
sferische plugkranen met volle doorgang t.e.m. DN40;
-
vlinderkraan vanaf DN 50 geschikt als eindafsluiter.
De kranen Ø DN10 t.e.m. DN40 worden aangesloten door middel van driedelige koppelingen. De kranen Ø DN50 en groter worden aangesloten door middel van flenzen. 3.1.
Plugkraan
3.1.1. Kraan met sferische plug
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.15/72
De draaikegel is vervaardigd uit gepolijst roestvrij staal met molybdeen. De kraan is van het type volle doorgang. Het huis is van het driedelige type en vervaardigd uit gietijzer. 3.2.
Vlinderkraan De binnenbekleding (elastische EPDM-zitting) dient vervangbaar te zijn. De vlinderkraan is van het type met dubbele flens en dient opgesteld te worden als eindafsluiter. De vlinder(klep) is vervaardigd uit roestvrij staal met molybdeen of gietijzer en het contactoppervlak is gepolijst. De as is van austenitisch roestvrij staal met molybdeen. De bedieningsstang is van het type met verlengde hals om het plaatsen van isolatie toe te laten. De kranen zijn altijd zo gemonteerd dat de leiding links of rechts van de afsluiter kan gedemonteerd worden zonder dat de installatie volledig moet afgelaten worden.
4.
Regelkraan welke zowel de regelfunctie als de afsluitfunctie vervult De aansluitpunten voor een differentieel manometer zijn voorzien op het lichaam van de regelafsluiter. De afsluiters zijn voorzien van een graduele aflezing. De regelafsluiters zijn van het type dat ze eveneens kunnen gebruikt worden als afsluiter zonder dat de ingestelde inregeling gewijzigd wordt. De diameters opgegeven in de meetstaat stemmen overeen met de diameter der leiding waarin ze geplaatst zijn en zijn niet noodzakelijk de kraandiameter. In functie van de goede regelwaarde met het overeenstemmende debiet zal de aannemer de diameters aanpassen.
5.
Meng- en verdeelkranen De kranen zijn voorzien van een graduele aflezing. De kranen op de collector moeten op gelijk welke tussenstand geblokkeerd kunnen worden. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van een stand "stop" op de afwijkingsschakelaar van de kraan. Een bijkomend stroomloos open/gesloten contact is te voorzien op elke servomotor.
6.
Afsluitkranen en thermostatische kranen voor radiatoren
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.16/72
De thermostatische regeling gebeurt door uitzetting van een vloeistof of gas. Wasvulling is niet toegelaten. De thermostatische kranen zijn voorzien van een systeem voor max. begrenzing, begrenzing tussen twee waarden, en de mogelijkheid de kraan op een afgestelde waarde vast in te stellen. Een filter is niet verplicht. De thermostatische kranen worden afgesteld volgens de gevraagde lokaaltemperaturen. Indien de goede werking van de thermostatische kraan met ingebouwd voelerelement niet kan gewaarborgd worden moet de aannemer voelers op afstand plaatsen, met instelknop op het kraanlichaam (kranen geplaatst in hoeken van een lokaal, enz.). De thermostatische kraan dient te beantwoorden aan NBN D12-100 en 215-1. Het thermostatisch element mag pas geplaatst worden, enkele dagen vóór de voorlopige oplevering of ingebruikname.
Vóór deze periode is een regelbare beschermknop te
voorzien. Het binnenwerk van de kraan kan met een opzetstuk vervangen worden zonder het water van de installatie te laten. In de gangen worden de radiatorkranen, ná instelling en vergrendeling, voorzien van een antidiefstal en -vandalisme bescherming. 7.
Afsluitbare en regelbare nippels op statische verwarmingslichamen Deze nippels zijn te voorzien op alle statische verwarmingslichamen. De nippels laten toe : -
de nauwkeurige en progressieve regeling van de KV- waarden;
-
de instelling is vergrendelbaar;
-
de instelling is uitwendig afleesbaar.
NOTA Indien de thermostatische kranen voorzien zijn van een regelbare debietregeling mogen de nippels van het type alles of niets zijn. 8.
Aftapkranen Vervaardigd uit brons, staal of messing.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.17/72
Deze zijn te plaatsen op alle lage punten. De aftapkranen zijn van het bol of plugtype. Een aftapuiteinde met stop is op de aftapkranen te voorzien. De aftapkraan is bedienbaar door een bijgeleverde afneembare sleutel of hendel. Voor de aftapkranen op de radiatoren dient een evenwaardig type ter goedkeuring aan de opdrachtgever voorgelegd te worden. Verchroomde ontluchters voor radiatoren De ontluchters mogen niet bediend worden met een schroevendraaier of dergelijke, maar door een sleutel (vierkant). De ontluchters blijven oriënteerbaar na montage. Alle ontluchters zijn van hetzelfde type. De prijs van de aftapkranen en ontluchters dient in de prijs van de toestellen vervat te zijn. 9.
Kappenventiel Een kappenventiel wordt gemonteerd in de expansieleiding. Dankzij het kappenventiel kan men, zonder de installatie te moeten ledigen, het expansievat leeglaten en de voordruk controleren. Het vat kan eveneens, indien nodig, vervangen worden. Het is vervaardigd uit messing en heeft 2 aansluitingen 3/4" of 1" Bi en een aflaat/ontluchtkraantje. D.m.v. een plastiek kapje, draad en loodje kan de instelling (open stand) van het ventiel verzegeld worden. De maximum werkdruk en temperatuur bedragen respectievelijk 10 bar en 130°C.
10.
Manometerkraantjes Elke manometer is voorzien van een driewegkraantje met meetflens, vervaardigd uit brons of messing. De prijs van de aftapkranen en ontluchters dient in de prijs van de toestellen vervat te zijn.
11.
Kraanwerk voor gas
11.1
Automatische gasafsluiter Materiaal: - Snelsluitend (minder dan 1 sec.) - Openingstijd afhankelijke van de diameter (maximaal 25 sec.)
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.18/72
- spanningsloos zijn de afsluiters gesloten. - Maximum werkdruk 250 mbar - Beschermklasse IP 54 - Standaard is een zeef ingebouwd - Spanning 220 V 50 Hz - Afsluiterhuis in gietijzer met flenzen PN 16 - Maximum omgevingstemperatuur : -10 °C tot +60 °C Plaatsing: In de kruipruimte. Werking: Wordt gekoppeld aan de branddetectiecentrale. Van zodra een waarschuwing wordt gegeven dient de gastoevoer naar het gebouw afgesloten te worden. De kraan opent zich terug nadat het alarm weg is. 11.2
Afsluitkraan voor gas Materiaal: - Maximale werkdruk (gas): min. 1 bar - Minimale en maximale temperatuur: -10 °C tot + 60 °C - Robuust afsluiterhuis met flenzen PN 16 vanaf DN 65 Gekeurde gaskraan. Lichaam : messing volgens STS 63.06.42 en EN 29000 en ISO 9000. Handvat : aluminium. Deze kranen zijn van het type bolkraan met constante en gestroomlijnde doorlaat. Ze zijn vervaardigd uit vernikkeld messing en voorzien van een messing bol. Deze afsluiter is voorzien van de nodige hulpstukken om gemakkelijk gekoppeld te worden op het gasleidingennet. Uitvoering: Op het lichaam van de kraan is de vloeirichting aangeduid (om te weten of de kraan open of gesloten is). De kraan is vrij van alle vethoudende smeermiddelen. De kranen zullen altijd minimaal dezelfde leidingdoorgang bezitten als de leiding die ze bedienen.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.19/72
De afsluiters moeten steeds gekozen worden in functie van de maximum gasdrukken welke op de afsluiters inwerken. De proefdruk van de afsluiters moet steeds gelijk of groter zijn dan twee maal de maximum werkdruk. De afsluiters worden steeds gemonteerd met lasverbindingen. Toepassing: Zie grondplans, schema’s en details bij de gasleidingen. Meetwijze: Per stuk (st) Per diameter: In de eenheidsprijs zijn begrepen : het plaatsen van het kraanwerk in het leidingennet met inbegrip van alle nodige toebehoren. Kraanwerk opgenomen in de beschrijving van de toestellen is ook inbegrepen in de prijs van deze toestellen. ART. C8. Pompen en circulatoren 4.
Bijzondere eisen voor circulatoraggregaten Motor Draaistroomkortsluitankermotor 1 x 230 V + aarding. Max. toegelaten toerental 3000 tr/min.; Max. bedrijfstemperatuur 130°C; Bedrijfs-/nominale druk 6 bar/PN; Beveiliging IP 43. 1. Toerental geregelde circulator voor verwarming Te voorzien zijn circulatoren met natte watergekoelde motor, uitgerust met een automatische traploze toerentalregeling op basis van een constante drukval in de installatie, om zodoende het debiet aan te passen aan de last van de installatie.
Enkel indien de
motorkarakteristieken te zwaar zijn is het toegelaten om een toerentalregeling op basis van 5 trappen toe te passen. Snelheidsvariatie in beide gevallen minimaal tussen 40 en 100 %. Circulatoren met aansluitingen tot diameter DN 32 voorzien van schroefdraad koppeling en vanaf diameter DN40 met flensaansluiting. Circulatoren met schroefdraad aansluitingen worden voor en na voorzien van een driedelige koppeling. Pomplichaam uit brons of gietijzer met een metalen of glasvezelversterkte kunststof waaier en bronzen of koolstof glijlagers.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.20/72
Inbegrepen regeling bestaande uit : -
Regelaar voorzien voor aansluiting op een monofazig net, voor schakelkast inbouw en bedieningspaneel apart in de kast te monteren.
-
Regelmodule voor constante verschildruk met numerieke uitlezing van de ingestelde- en ogenblikkelijke drukken, regelaar met PI-werking, kiezer voor de aanpassing van het drukbereik aan de verschildrukopnemer en twee potentiometers voor de uitlezing van de ingestelde drukken in dag- en nachtregime.
Voor alle circulatoren dient geselecteerd op de middelste curve (bij meertrapsuitvoering) of het middelste bereik (bij traploze uitvoering), zodat zowel naar boven als naar onder toe een voldoende groot regelbereik aanwezig is. Primaire pomp verwarming :
17,24 m³/h bij 5m
NOTA Bediening - controle zie art. 22.
ART. C10 - Verwarmings- en koelingslichamen ART. C10 § 1. Vermogen van de verwarmingslichamen Art. C10 § 1 van het type-bestek nr 105 wordt aangevuld met volgende voorschriften : 1. Radiatoren De plans duiden het warmtevermogen aan van elke radiator, hetwelk bepaald wordt volgens de norm EN 442, tabel regime 75/65/20°C. Dit vermogen is datgene wat volgt uit de warmteverliesberekeningen, d.w.z. het door de radiator te leveren verbeterd vermogen in de werkelijke plaatsingsomstandigheden, verhoogd zoals aangeduid in de tabel C10.1.-1. 1.2. Binnen de dertig dagen te rekenen vanaf de goedkeuring van zijn inschrijving, moet de aannemer aan de opdrachtgever een volledige tabel leveren van de radiatoren welke hij voorstelt, tenzij deze tabel bij zijn inschrijving gevoegd werd.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.21/72
Aangaande de keuze van de te plaatsen radiator leeft de aannemer de volgende voorschriften na : 1.
Onder elk venster wordt de meest geschikte radiator geplaatst, d.w.z. de hoogste en de minst dikke, zonder evenwel de breedte van het venster te overschrijden, rekening houdend met de borstweringhoogte, de breedte van het venster en de helling die moet gegeven worden aan de aansluitleidingen.
2.
De minimum hoogte onder de radiator bedraagt 10 cm; de minimum hoogte tussen het hoogste deel van de radiator en het ondervlak van de vensterbank bedraagt 5 cm. In grensgevallen mogen die afmetingen gewijzigd worden met de schriftelijke toestemming van de ontwerper.
3.
De tegen de muur geplaatste radiatoren zijn zo plat mogelijk, binnen de grensmaten opgelegd door de opdrachtgever.
ART. C.10 § 2. Radiatoren 1.
Algemene verplichtingen Beproeving Na plaatsing en aansluiting met het leidingnet worden de radiatoren per kring of sectie opnieuw beproefd onder een waterdruk van 6 bar. De werken en leveringen nodig voor het uitvoeren van de proeven zijn een last van de aanneming. Werkingsregime 70/50°C. Plaatsing, aansluiting Achter de radiatoren, gemonteerd tegen een buitengevel, wordt een warmteweerkaatsende aluminiumfolie aangebracht. Zie artikel 41.03. De radiatoren worden aangesloten met behulp van een haakse radiator-aansluitcombinatie met universeelverdeler voor tweepijpsystemen met afsluitkegel en fixatie; 100% doorlaat, op
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.22/72
reeds voorziene muuraansluitingen h.o.h. 35 mm, en een zijdelings gelegen verchroomde stijgbuis en thermostatische radiatorkraan. De afsluiter en verdeler is vervaardigd uit een onder druk gegoten aluminiumlegering of uit warm geperst messing. Het oppervlak is vernikkeld. De retourafsluiters hebben een ingebouwde afsluiting, waardoor een radiator kan worden gedemonteerd zonder dat de installatie behoeft te worden afgetapt. De opstelling der thermostatische kranen ten opzichte van de verwarmingslichamen moet bovendien uitgevoerd worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Op de aanvoerleiding - en dit zo dicht mogelijk bij de radiatorkraan - is een beugel voorzien. In geval de terugvoerleiding langs de plint is geplaatst, wordt ze eveneens bevestigd met een grijpbeugel, zo dicht mogelijk bij het afsluitbaar koppelstuk. DE NODIGE COORDINATIE VOOR HET PLAATSEN VAN EVENTUELE PLINTEN IS VOOR ENIGE UITVOERING TE BESPREKEN MET HET BESTUUR. Indien de muur of wand op dewelke de radiator moet bevestigd worden het plaatsen van consoles niet toelaat, moeten voeten of speciale gehelen toegepast worden. De radiatoren worden zodanig opgesteld, dat hun achtervlak minstens 3 cm van de afgewerkte wand blijft. 2.
Stalen radiatoren De algemene voorschriften zijn vermeld in art. C40
3.1. Afwerking der radiatoren 3.1.2. Afwerking "schildering inbegrepen" Dit is de standaardafwerking voor de stalen radiatoren. 3.1.2.2. De radiatoren worden geschilderd in de standaardafwerklaag en -kleur van de fabriek. In voorkomend geval bezorgt de aannemer een overzicht van mogelijke standaardkleuren. Radiatorlijst Regime 75/65/20°C Flats, bijlokalen & gangen Zie bijgevoegde lijst.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.23/72
ART. C21. Automatische regeling 1. Beschrijving van het materiaal 1.0. Algemeen De regeling is DDC digitaal, communicatief, met automatiseringsfuncties bestemd voor verwarmingsinstallaties. De regelaars worden op een DIN-rail of een ander houdertype met schroeven gemonteerd. Voor de aansluiting van hulp- en bedieningstoestellen, de voedingsspanning en de KONNEX(EIB)-bus zijn de regelaars uitgerust met veerklemmen zonder schroef voor een betere aansluiting. De klemmenstroken en de regelaar kunnen van elkaar gescheiden worden om de montage of de vervanging in het bedieningspaneel te vergemakkelijken. De aansluitingen zijn van het snelle type, met veer, zonder stelschroef. Op de hoofdregelaar kunnen bijkomende modules aangesloten worden, wat extra functies met zich meebrengt.
De elektrische verbinding hiertussen zal rechtstreeks gebeuren met eenvoudige
mechanische pennen. De regelaars communiceren, indien nodig, via KONNEX(EIB)-bus, waardoor ze ingezet kunnen worden in gedecentraliseerde installaties met een gecentraliseerde bediening. Deze integratie mag in geen geval de autonomie van de verschillende modules beperken, zodat de goede werking van het geheel bij het wegvallen van de centrale eenheid niet in het gedrang komt. Hier kan een keuze gemaakt worden tussen twee digitale bedientoestellen: ofwel op de hoofdregelaar, ofwel apart van de regelaar met een kabel van maximaal 2 m lengte. Deze zullen uitgerust zijn met een klein toetsenbord met vier knoppen. Dankzij de gebruikersvriendelijkheid, de eenvoudige programmering, uitlezing en aanpassing kan ook personeel dat niet gespecialiseerd is in informatica of digitale regeltechniek de toestellen bedienen. Daarvoor zal het gebruik van het toetsenbord eenvoudig zijn : draaien om het menu te kiezen en indrukken om te selecteren, een escape-toets om terug te gaan. De dialoog met de installatie gebeurt via vlot verstaanbare en soms grafisch voorgestelde menu’s, waarbij de gebruiker de voertaal gemakkelijk kan aanpassen. Hiervoor heeft de gebruiker via het menu de keuze tussen vier talen (Frans, Nederlands, Engels, Duits).
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.24/72
Een hiërarchisch beveiligingssysteem met ten minste drie niveaus voorkomt misbruik door onbevoegd personeel. De leverancier levert een homogeen product, met uitzondering van specifieke projecteisen. Bij voltooiing van de werken zal een bijgewerkt document aan de opdrachtgever overhandigd worden. Dit dossier zal het volgende bevatten: *
de technische documentatie van de geïnstalleerde toestellen
*
de elektrische aansluitschema’s van de regeling
*
de basisinstellingen
Hiervoor laat een informaticatool, in geval van gebruik van voorgeprogrammeerde installaties, een materiaalkeuze toe met documentatie, principeschema’s, verklaring van de werking en schema’s van de elektrische bekabeling, dat bij het as built-dossier gevoegd kan worden. Deze documenten zullen eveneens beschikbaar zijn bij het opstellen van het voorstel om zo de taken van de aannemers te vergemakkelijken die het regelmateriaal in werking moeten stellen. Door toevoeging van een modem, een interface en een PC met aangepaste software laten de gebruikte toestellen eventueel een beheer of het rapporteren van alarmen op afstand toe. De inbedrijfstelling van dit materiaal zal ofwel direct op het toestel zelf mogelijk zijn, ofwel met behulp van een interface en een computer, waarbij deze laatste een inbedrijfstellingsverslag kan opstellen. 1.1. Regelaars De regelaars zijn CE-conform en hebben 24 V AC voeding. De regelaars zijn speciaal ontworpen voor het beheer van verwarmings-, ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties. De universele regelaars kunnen naar keuze geparametreerd worden als P, PI, PD of PID regelaar. (Universele) klimaatbehandelingsregelaars De klimaatbehandelingsregelaars beschikken over 5 voorgeprogrammeerde en werkingsklare installatietypes.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.25/72
Afhankelijk van het model zal het aantal ingangen / uitgangen variëren van 6 Inputs en 4 Outputs tot 8 Inputs en 10 Outputs, extra uitbreidingsmodules niet inbegrepen. Er kunnen maximum 3 uitbreidingsmodules gebruikt worden. Verwarmingsregelaars De
verwarmingsregelaars
beschikken
over
28
voorgeprogrammeerde
en
werkingsklare
installatietypes. Er kunnen maximum 4 uitbreidingsmodules gebruikt worden.
Regelaars voor nabehandelingstoestellen De regelaars voor nabehandelingstoestellen, zoals ventilo-convectoren, koelplafonds en andere, beschikken over een zeer ruime keuze aan functies die zijn aangepast aan de te bedienen toestellen en die gekozen kunnen worden in een geautomatiseerde en gedocumenteerde bibliotheek. Voor alle regelaars en in functie van de beschikbaarheden van de ingangen/uitgangen, kunnen echter bijkomende functies vrij geprogrammeerd worden met behulp van een PC die is uitgerust met een configuratietool. Bijkomende modules Er kunnen bijkomende modules toegevoegd worden om de mogelijkheden van de regelaar nog uit te breiden. De bijkomende ventilatiemodules kunnen de volgende zijn: Module 4 ingangen/4 relaisuitgangen Module 4 ingangen/2 relaisuitgangen/2 0-10Vdc-uitgangen Module voor beheer van dubbelpompen (2 gehelen per module) met automatische uitwisseling volgens defect of regelbare tijd. De bijkomende verwarmingsmodules kunnen de volgende zijn: Module voor beheer sanitair warm water Module bijkomende verwarmingskring Module voor beheer ketels Module voor beheer van dubbelpompen (2 gehelen per module) met automatische uitwisseling volgens defect of regelbare tijd. Module 4 ingangen/4 relaisuitgangen Module 4 ingangen/2 relaisuitgangen/2 0-10Vdc-uitgangen
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.26/72
Ingangssignalen: Verschillende temperatuur-, relatieve vochtigheid- en/of drukvoelers kunnen aangesloten worden op elk type regelaar en volgens hun functie gedefinieerd worden. De actievevoeleringangen zijn multifunctioneel, een actievevoeler kan m.a.w. op meerdere ingangen en zelfs meerdere regelaars aangesloten worden. Die ingangssignalen moeten de volgende voelertypes kunnen herkennen: Ni 1000, 2 X Ni 1000, T1, PT1000, DC 0…10V DC. De eenheid van die ingangen kan als volgt gedefinieerd worden: °C, %, g/kg, kJ/kg, W/m², m/s, bar, mbar, Pa, ppm, Universeel 000.0, Universeel 0000, Digitaal. Verschuiving (of compensatie) van het instelpunt: Het instelpunt kan in functie van een tweede meting verschoven worden. De kromming van de verschuiving wordt bepaald door het begin- en eindpunt van de verschuiving en door de amplitudes, wat een zomer/winter-compensatie via een buitentemperatuurvoeler mogelijk maakt. Uitgangen: De regelaars beschikken over een variabel aantal uitgangen, in functie van het model. Deze uitgangen zijn van het proportionele type met 0-10V DC signaal, 3-punts modulerend en alles of niets met potentiaalvrij contact. Energieloze zone: In de energieloze zone (dode zone) vindt verwarming, noch koeling plaats. Deze volgens het gewenste comfort regelbare zone is afhankelijk van het instelpunt. Het week- en het jaarprogramma: De gecombineerde regelaars beschikken over een weekprogramma dat toelaat 6 omschakelingen te schrijven voor elke dag van de week. Voor elke omschakeling worden een uur en een bedrijfsstatus geselecteerd.
De programmatie van een “Speciale dag” zal kunnen worden uitgevoerd om
eventueel van het weekprogramma af te wijken zonder dit te moeten veranderen. Het jaarprogramma of de speciale dag zal geactiveerd kunnen worden vanaf een digitale ingang. Elke regelaar moet als master zijn eigen programma’s kunnen gebruiken of via de communicatiebus de programma’s van een andere regelaar kunnen gebruiken. Vorstbeveiliging: De regelaars bevatten een logische en een modulerende vorstbeveiligingsfunctie. Ze beschermen de verwarmingsbatterij tegen vorst en vergemakkelijken het opstarten van de installatie bij zeer lage temperaturen. In geval van vorst wordt het alarm doorgestuurd via het netwerk en wordt het op het digitale scherm gesignaleerd.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.27/72
Alarmen: De regelaars beschikken over configureerbare alarmingangen in functie van de beschikbaarheden van de ingangen. Van zodra deze ingangscontacten schakelen, brengt de regelaar via het netwerk een algemeen alarmsignaal over dat op het digitale scherm verschijnt. Die alarmen zullen als “Dringend alarm” geconfigureerd worden met stilzetting van de installatie of als “Niet Dringend alarm” voor een signalisatie. Bediening op afstand van de installaties: Met bediening op afstand wordt het afneembare digitale scherm dat op de regelaar geplaatst wordt of het brede scherm op afstand (op bovengedeelte van het paneel bijvoorbeeld) bedoeld. Met de afstandsbedieningen is het mogelijk de regelaars gemakkelijk te bedienen. Hun functies: - Gemeten waarden weergeven - De installatie in/uitschakelen - Informatie aflezen over de status van de installatie en de alarmen - De regelaars configureren Elke afstandbediening maakt de volgende functies mogelijk: •
instelling van de instelpunten en parameters
•
correctie van het uur en de datum
•
manuele bewerking van de tijdprogramma’s
•
weergave van reële en instelwaarden, tijdparameters en status van de schakelrelais
•
opvragen en erkennen van de alarmen
De bediening gebeurt via interactieve communicatie met behulp van de display en het toetsenbord. Bij deze communicatie wordt de operator geholpen via menu’s. De gebruikte taal is eenvoudig te begrijpen. De taal voor de terminal kan worden geselecteerd (Fr, Nl, Eng; De). Het toetsenbord heeft een klein aantal duidelijk omschreven toetsen.
De functie draaien en
indrukken om een menu of een parameter te selecteren of te veranderen moet aanwezig zijn om het gebruik hiervan te vereenvoudigen. Een rode led signaleert de aanwezigheid van eventuele alarmen. Communicatiebus: De communicatie tussen de verschillende regelaars gebeurt door een communicatiebus van het type Konnex, EIB-compatibel.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.28/72
Deze communicatie maakt een volledige communicatie mogelijk tussen de regelaars voor luchtbehandeling, verwarming en nabehandelingstoestellen zonder gebruik te maken van om het even welke interface. Deze bus maakt eveneens een integratie mogelijk binnen een domotica-installatie van het EIB-type (elektriciteit, comfort...). . De buskabel is van het type met 2 geleiders zonder afscherming, getwist paar : specifieke kabel voor de EIB-bus. Ten slotte kan de installatie ingebouwd worden in een Technisch-Gebouwbeheersysteem, via de juiste interface. Op aanvraag moet een precieze omschrijving van die kabel en van de mogelijke topologieën geleverd kunnen worden. 1.2. Hulptoestellen: Tot de hulptoestellen rekenen we de onderdelen die horen bij de regelmodules. Wat de ingangen betreft, zijn er de meetelementen (Al) (T, H%, dp, enz.) of elementen voor statuscontrole (Dl) (thermostaat, hygrostaat, thermisch, diverse contacten, vorstbeveiliging, enz.). Voor de uitgangen zijn er regeltoestellen (AO) (afsluiter, servomotor, omvormer) of de bedienelementen (DO) (Pomp, ventilator…). •
Buitentemperatuurvoeler:
Temperatuurvoeler geschikt voor het meten van de buitentemperatuur. Het element bestaat uit een halfgeleider van het type Ni1000 met positieve temperatuurcoëfficiënt, lineair binnen het meetbereik. De voeler dient met een dubbele bedrading aangesloten te worden. Deze aansluitdraden zijn onderling verwisselbaar. •
Dompelvoeler
Temperatuurvoeler geschikt voor het meten van de temperatuur van water. Het element bestaat uit een halfgeleider van het type Ni1000 met positieve temperatuurcoëfficiënt, lineair binnen het meetbereik. De voeler dient met een dubbele bedrading aangesloten te worden. Deze aansluitdraden zijn onderling verwisselbaar. De behuizing bestaat uit : een synthetische behuizing;
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.29/72
een houder voor het voelerelement; een aan de vloeistof aangepaste huls. bevestigingsstuk met stalen beugel (diameter leidingen 26...75 mm) 1.3. Klokken: De bedrijfstijd van de toestellen wordt bestuurd door de ingebouwde interne jaarklok van de betrokken regelaars. De bedrijfsmodus van een regelaar kan via de communicatiebus naar andere regelaars overgebracht worden om de bezettingstijden te synchroniseren. 2. Werking van de installatie 2.1. Algemeen De regelinstallatie bevat de elementen die noodzakelijk zijn voor de besturing van de volgende HVAC-toestellen : - verwarmingsketel - kring radiatoren flats - (kring radiatoren dienstencentrum) - (kring sww-productie flats) - (kring sww-productie DC) Werking : Opmerking : De regelapparatuur dient te beantwoorden aan de algemene beschrijving. Tevens
dienen
een
dialoog-interface
en
een
modem
voorzien
te
worden
voor
afstandsbediening over het telefoonnet. De bedieningssoftware voor de PC is reeds bestaand bij de technische dienst van het Zorgbedrijf OCMW-Antwerpen in de Ballaertstraat. Warmteproductie: De vertrekwatertemperatuur van de primaire kring wordt geregeld in functie van de hoogste vraag, afkomstig van de secundaire kringen. Op de uitgang van de ketel wordt hiertoe een dompelvoeler geplaatst. brander wordt modulerend geregeld door een signaal 0-10V. De ketel is uitgerust met de nodige beveiligingsapparatuur.
Het vermogen van de
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.30/72
De volgende storingen worden aan het regelsysteem gemeld : - storing ketel - thermische storing - te lage waterdruk – hiertoe wordt een drukschakelaar op de hydraulische kring geplaatst. Kring radiatoren flats : De vertrekwatertemperatuur van de kring wordt geregeld in functie van de buitentemperatuur door modulerend bevel van de gemotoriseerde driewegkraan. Een schakelklokprogramma beveelt de regimes dag en verlaagd. De circulator van de kring wordt op optimale wijze gestuurd. Storing circulator wordt aan het regelsysteem gemeld. ART. C22 ELEKTRISCHE UITRUSTING ART. C22 § 1. Motoren De éénfasige motoren zijn inductiemotoren met kooianker, voorzien van een automatische aanzetinrichting of van een permanent aangesloten condensator -
De opgelegde motorrendementen zijn niet van toepassing op motoren van circulatoren
ART. C22 § 3. Bescherming, bediening en signalisatie van elektrische toestellen Art. C22 par. 3 van het type-bestek nr. 105 wordt vervangen door volgende tekst : 1. Motoren Punt 1.0. wordt vervangen door volgende tekst : 1.0.
Deze paragraaf heeft betrekking op alle motoren, uitgezonderd de servomotoren, evenals, indien het bijzonder bestek dit uitdrukkelijk toelaat, de éénfasige motoren.
1.2.
Bediening Elke motor heeft zijn eigen voedingskring met de beveiligings- en bedieningsapparaten.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.31/72
De handbediening geschiedt op het voorpaneel van het elektrisch bord, door een meerpolige omschakelaar, voor iedere motor afzonderlijk. Deze schakelaar bezit drie standen : stop / auto / bestendig. De standen hebben volgende functies : - stop :
in deze stand is de motor altijd spanningsloos (oranje lamp);
- auto :
in deze stand wordt de werking van de motor bepaald door een automatische regeling (groene lamp);
bestendig :
in deze stand werkt de motor bestendig, onafhankelijk van de bevelen van de automatische regeling. Veiligheidsschakelaar hebben voorrang. Elke motor dient afzonderlijk bediend te kunnen worden.
De apparatuur voor automatische regeling, de atmosferische gasbranders, de elektronische toestellen en de monofasige motoren, worden op alle voedingsfazen beschermd door kleine automatische schakelaars. Deze beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN C 61-141.
De nominale
spanning zal opgegeven worden bij aanvang van de werken; de nominale stroom en het uitschakelvermogen worden bepaald aan de hand van de karakteristieken van de te beveiligen installatie. De éénpolige schakelaars zijn niet toegelaten. De programma-uurwerken en de programmeerbare elektronische toestellen worden aangesloten VOOR de algemene lastschakelaar van het elektrisch bord, zodanig dat zij bij het uitschakelen van deze schakelaar toch onder spanning blijven. Voor het aan- en uitschakelen van de hogervermelde apparatuur worden handbediende lastschakelaars, die alle voedingsfazen kunnen onderbreken, voorzien : -
De toestellen die aangesloten zijn vóór de algemene lastschakelaar van het bord, wordt er een schakelaar voorzien die al deze toestellen gezamenlijk bedient; de schakelaar heeft twee standen aan/uit en is geplaatst in het bord. Een aanduidingsplaat "steeds onder spanning" is te voorzien.
-
De toestellen die aangesloten zijn voor of na de algemene lastschakelaar van het bord, doch die buiten dit bord geplaatst zijn en gevoed worden met een spanning hoger dan 36 V, wordt er een schakelaar (twee standen) voorzien voor elk toestel of groep toestellen die gezamenlijk functioneren
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
Indien
uitdrukkelijk
toegelaten
door
de
werfdirectie
januari 2012
moeten
CV.32/72
deze
handbediende
lastschakelaars niet voorzien worden.
ART. C22 § 4. Elektrische borden Art. C22 § 4 van het type-bestek nr. 105 wordt vervangen en/of aangevuld als volgt : De borden zijn vervaardigd uit metaal en voorzien van een frontpaneel waarop de getuigenlampen en de schakelaars aangebracht zijn. Conform de norm NBN C 4-002, worden op de faserails de alfanumerieke tekens L1, L2 en L3 aangebracht en N op de nulleiderrail. Bij het merken van deze staven moeten de kleuren zo gekozen worden dat een duidelijk onderscheidt mogelijk is. Het merken geschiedt met emailverf of met thermokrimpende kous. De merktekens beslaan de ganse breedte van de rail en hebben een lengte van ten minste 20 mm, ze worden aangebracht op een onderlinge afstand van maximum 0,5 m, en ten minste op begin en einde van de rail. De thermokrimpende kous is op onverliesbare wijze aangebracht, ze weerstaat zonder te smelten aan 100°C en voldoet aan de voorschriften van de normen NBN C 32-123, C 32-131 en C 68-111 voor wat betreft de vlamverspreiding. Het elektrisch bord is verder voorzien van : -
hoofddifferentieelschakelaar 300 mA
-
bordverlichting met FL-lamp;
-
stopcontact 230 V
-
reserveplaats minimaal 75 % op elk hoofdonderdeel.
ART. C22 § 5. Elektrische leidingen Art. C22 § 5 van het type-bestek nr. 105 wordt aangevuld met volgende voorschriften : 1.
Aard der leidingen
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.33/72
Alle voedingsleidingen der motoren dienen uitgevoerd te worden met VVB-F2 kabel, behalve deze van de sturingskringen voor de automatische regulatie. 2.
Sturingskringen voor de automatische regulatie Deze leidingen worden geplaatst en aangesloten overeenkomstig de voorschriften van de constructeur der regelapparatuur. De leidingen zijn van het type afgeschermde of gefaradiseerde kabel uit één stuk, zonder tussenverbindingen. In het elektrisch bord worden hiertoe speciale, afzonderlijke kabelgoten voorzien.
3.
Monteren der leidingen Alle elektrische leidingen worden in opbouw geplaatst volgens de richtlijnen van de werfdirectie Alle leidingen, geplaatst in een gegalvaniseerde stalen kabelgoot, worden in gescheiden compartimenten geplaatst volgens hun spanning (voedings- lage spanning). Bij aftakkingen naar toestellen worden de elektrische leidingen onder versterkte Tth-buizen geplaatst.
4.
Elektrische aansluitingen aan de borden De elektrische voeding is ter beschikking gesteld in het hoofdbord op het gelijkvloers. Alle andere voedingen naar borden, toestellen, enz. maken deel uit van huidige aanneming. Idem voor de communicatiekabel naar de verdeler telefonie. Verdeelspanning De spanning is 3 x 400 V, driefazig + nulgeleider 50 Hz wisselstroom.
5.
Keuring elektrische installaties De elektrische installatie dient gekeurd door een erkend keuringsorganisme. De prijs voor de uitvoering van deze keuring is mee inbegrepen in de prijs van de aanleg.
ART. C22 § 6 Aarding In geval van tegenspraak tussen de verschillende van toepassingen zijnde documenten (A.R.A.B., T.B. 400., T.B. 105., Technisch Reglement, A.R.E.I. ...) heeft het Algemeen
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
Technisch Reglement voorrang op de Elektrische Installaties.
CV.34/72
Het plaatsen van een
aardingsklem is te voorzien in huidige aanneming. Equipotentiale verbindingen De aannemer verbindt zijn installatie aan een in de huidige aanneming te voorziene aardingsklem en zal deze verbinden aan de bestaande aarding. In de badkamer wordt de radiator verbonden met de aarding van het stopcontact.
ART. C23. Meet- en controltoestellen ART. C23 § 2. Bijgevoegd artikel : kostenregistratiesysteem Om een later te plaatsen kostenregistratiesysteem te kunnen plaatsen wordt in eerste instantie een inbouwset geplaatst. Deze inbouwset laat de latere montage toe van de regelen verwarmingskostenverdeelafsluiter. ART. C23 § 3. Bijgevoegd artikel : gasdrukmeter Om een snelle controle uit te voeren van de gasdruk wordt een gasdrukmeter met drukknopkraan geplaatst op de gascollector in de stookplaats. Handbediende afsluiter tussen de meetlijn en manometer DIN 3537-1. In de normale toestand is de drukknopkraan gesloten. De meter is dus permanent drukloos. De drukknop wordt bediend om de manometer te laten reageren en de werkdruk weer te geven. De manometer heeft een bereik van 0 tot 40 mbar. ART. C38. Akoestische voorzieningen De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op het feit dat de installatie volledig geruisloos werkt. Ten dien einde dient hij alle nodige maatregelen te treffen zoals onder meer : -
geluidsarme toestellen kiezen;
-
het plaatsen van geluids- en trillingsdempers, enz.;
-
het voorzien van speciaal aangepaste geluiddempende aansluitstukken.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.35/72
Alle nodige schikkingen om dit te bekomen moeten begrepen zijn in de eenheidsprijzen van de verschillende componenten van de installaties. 1.
Te treffen voorzieningen
De aannemer dient de nodige voorzorgen te nemen om te verhinderen dat geluid en trillingen van machines, kanalen en leidingen zich in het gebouw voortplanten. Hiertoe moet, indien nodig voor de opgelegde akoestische eisen, een aantal maatregelen getroffen worden, zoals het plaatsen van : -
geluidsdempers;
-
trillingsisolatoren en zwevende sokkels;
-
akoestische roosters;
-
akoestische isolatie van kanalen en toestellen;
-
hulzen rond leidingen bij doorgang door wanden en vloeren + geluidsdicht af te werken.
Zij moeten in de prijs begrepen zijn, zelfs al zijn deze voorzieningen niet altijd overal aangegeven op de plans en in de opmetingsstaat. De eigenschappen van alle akoestische voorzieningen moeten aan de werfdirectie ter goedkeuring voorgelegd worden en zij moeten vergezeld zijn van de nodige plans, berekeningen en installatievoorschriften. 1.1
Trillingsdempers
Teneinde aan de akoestische eisen te voldoen, kunnen trillingsdempers noodzakelijk zijn. Naargelang het toestel of de toepassing zullen dit verschillende types zijn. 1.2
Pompen
Trillingsgeïsoleerde opstelling. 1.3
Ketel
Trillingsgeïsoleerde opstelling.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
1.4
januari 2012
CV.36/72
Leidingen
Alle leidingen dienen trillingsgeïsoleerd te worden. 1.5
Luchtroosters
Blaas- en afzuigroosters zijn te selecteren in functie van de opgelegde akoestische eisen in het betrokken lokaal (geluidgegevens voorleggen). 1.6
Geluidsdempers
Installatie van geluidsdempers met akoestische weerstand in verhouding tot geluidspeil en frequentie der ventilatoren, volledig berekend om de gestelde akoestische voorwaarden te behouden. De juiste eigenschappen van de geluidsdempers en het geluidspectrum der ventilatoren zijn aan de opdrachtgever ter informatie voor te leggen. Alle geluidsdempers worden uitgevoerd in onbrandbaar materiaal.
De eis voor
onbrandbaarheid is tevens geldig voor eventueel aan te wenden akoestische bekledingen. 1.7
Controle en metingen
De installatie van alle trillingsdempers en zwevende sokkels zal gebeuren overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant. Vooraleer de installatie in werking te stellen, zal de installateur ervoor zorgen dat alle afval rond en onder de trillingsvrij opgestelde toestellen verwijderd is zodat de toestellen vrij op hun trillingsdempers kunnen bewegen. Geen enkele vaste verbinding mag gemaakt worden tussen trillingsvrij opgestelde toestellen en delen van het gebouw waardoor de geluid- en trillingsisolatie, in dit hoofdstuk geschreven, zou geschaad worden. Elektrische leidingen of andere verbindingen dienen in lus gelegd te worden zodat vrije beweging mogelijk blijft. ART. C39. Bijkomende werken In deze aanneming dienen volgende werken voorzien te worden :
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
1.
januari 2012
CV.37/72
Afbraakwerken Volgende oude installatieonderdelen zijn op een deskundige manier te verwijderen en te verwerken volgens alle bestaande reglementeringen : -
Bestaande oude elektrische accumulatoren appartement per appartement na de instelling van het appartement.
2.
Doorboringen van muren, plafonds, vloeren en in het algemeen alle bijkomende werken om de verwezenlijking van de installaties toe te laten : overeenkomstig de algemene voorwaarden. De aannemer dient de plannen stabiliteit te raadplegen in dit verband.
3.
De constructie van voetstukken voor stookketels, pompen, expansievaten enz. met inbegrip van trillingsdempers, trillingsvrije platen en andere akoestische voorzieningen (zie art. Akoestiek).
4.
Verzamelleidingen voor aflaat, overloop, enz. der toestellen in de machineruimte, gevoerd naar de voorzien afvoeren.
5.
Aanduidingsplaten voor elektrische borden en toestellen zoals pompen, circulatoren, kranen, e.d. Karakteristieken van de toestellen De naamplaatjes welke de karakteristieken der toestellen vermelden ( zoals circulatoren, ketels, groepen, enz.) dienen uitgevoerd te worden in metaalplaat. De bevestigingen gebeuren door vijzen, lassen of met klinknagels. Vermeldingen zijn er onuitwisbaar in aangebracht. Aanduidingsplaten De kenmerkende aanduidingsplaten, eigen aan de betreffende installatie, zijn uitgevoerd in gegraveerde zwarte letters op witte ondergrond. Ze worden bevestigd door middel van vijzen. De aanduidingsplaten vermelden, overeenkomstig de gegevens van de plannen en het bestek, de benamingen met volgnummers, o.a. : circulatoren, pompen, kringen, elektrische borden, binnen en buitenvoelers, thermostaten en andere toestellen der automatische regulatie, enz. Voor de uitvoering dienen de tekst met de modellen der verschillende uitvoeringen der aanduidingsplaten ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de opdrachtgever.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
6.
januari 2012
CV.38/72
Leveren van gewapende plastiek darm in de technische ruimte met een lengte van 10 m, met inbegrip van de nodige toebehoren om de verbindeing met de ledigingskranen toe te laten.
7.
Gedurende de uitvoerings- en waarborperiode dient de aannemer alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen opdat de installaties, behorend tot deze aanneming, geen schade lijden ten gevolge van temperaturen onder het vriespunt.
ART. C40. - Schilderingen Art. C40. van het type-bestek nr. 105 wordt aangevuld met volgende voorschriften : A.
Plaatstalen paneelradiatoren
De stalen radiatoren worden tot en met de eindlaag, geschilderd overeenkomstig de eisen van art. C10 par. 2 van onderhavig bestek. De prijs van deze schilderingen is te voorzien en begrepen in de post radiatoren. B.
Zichtbare leidingen, esthetische radiatoren en andere zichtbare metalen delen in bewoonde lokalen, zoals hulzen, steunen, bevestigingen, elektrische leidingen met andere woorden alle metalen delen van de installatie
De schildering gebeurt overeenkomstig de voorschriften van index 07 van het type-bestek nr. 104. De RAL-kleur en tint zal bepaald worden door de werfdirectie. Voor de leidingen is dezelfde afwerklaag te voorzien als deze der radiatoren. Aantal afwerklagen twee. Zichtbare metalen delen, kraanwerk, enz. in de technische lokalen. Deze uitrustingen dienen geschilderd te worden in de volgende kleuren (twee lagen) : - voeding
: rood
- terugloop
: blauw
- ophanging, steunen, enz.
: zwart
C.
GASLEIDINGEN
Alle gasleidingen dienen geschilderd te worden in het okergeel (RAL-kleur volgens geldende normen).
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.39/72
ART. C41 - Isolatie 41.01. Isolatie van leidingen voor CV- of SWW-installaties De tekst van Art. C41 - Isolatie van het type-bestek nr 105 is als volgt aangepast : De isolatie toegepast op verwarmingsleidingen is van het type "Mineralewol" λ ≤ 0,040 W/m.K.. 2.3.
Dikte en afwerking van de isolatie
(-)
Dikte der schalen per leiding voor CV-installatie : In de technische lokalen, kelders, enz. 30 mm
DN 10
t.e.m. DN 15
40 mm
DN 20
t.e.m. DN 32
50 mm
DN 40
t.e.m. DN 65
60 mm
DN 80
t.e.m. DN 125
80 mm
DN 150 en groter.
In het verlaagd plafond van lokalen 30 mm voor alle diameters De afwerking gebeurt als volgt : -
PVC bekleding over de volledige lengte van de binnenleiding. Bekleding is te verlijmen.
-
Aluminium bekleding over de volledige lengte van de buitenleiding. Bekleding te bevestigen met popnagels.
Merken van de geïsoleerde leidingen In de stookplaats, verlaagde plafonds, kokers, kelders, enz. dient de mediumaanduidingen uitgevoerd te worden met de genormaliseerde driekleurbanden volgens NBN 69. Bijkomend worden de kleurbanden zodanig geplaatst dat de leesrichting van de kleurcode overeenstemt met de stroomrichting van de vloeistof die er door stroomt.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.40/72
Bij elke muurdoorgang dient de hierboven beschreven uitvoering eveneens toegepast te worden. 41.02. Isolatie van appendages, vaten, warmtewisselaars, enz… Algemeen De isolatie moet het bedienen van kraanwerk en andere toestellen toelaten. De isolatie dient de werking van microbellenafscheiders en vuilafscheiders niet te verhinderen. Toepassing : Alle kraanwerk op CV–leidingen met een diameter groter dan of gelijk aan DN 40. Vuilafscheiders en microbellenontluchters Alle vaten en warmtewisselaars Alle pompen Isolatiematrassen : Iedere afzonderlijke isolatiematras is een uiterst duurzaam maatwerkproduct van hoge kwaliteit. De isolatiematras is een thermische isolatie, vervaardigd van glasweefsel, eventueel in combinatie met synthetisch weefsel, gevuld met rotswol isolatiemateriaal en voorzien van duurzame r.v.s. bevestigingshaken. De r.v.s. bevestigingshaken worden met elkaar verbonden door middel van r.v.s draad. Om de isolatievulling niet te laten verschuiven, worden de isolatiematrassen genopt. Hierdoor ontstaat de zo kenmerkende matrasstructuur. Glas- en synthetische weefsels : De keus van de te gebruiken weefsels is afhankelijk van de volgende punten : Temperatuur van het te isoleren object (van 0 °C to t 1.000 °C) Medium waardoor het object verwarmd wordt (uitlaatgassen, stoom, thermische olie, etc.) Externe omstandigheden ten plaatse van het object (vocht, vuil, vet, stof, zuren, etc.) Locatie van het project (binnen of buiten) Er is een groot aanbod van glas- en synthetische weefsels, welke voor allerlei toepassingen gebruikt worden. De keuze voor een weefsel wordt bepaald aan de hand van de eigenschappen van het weefsel, het gewicht per m², wijze waarop het weefsel geweven is (dikte van het garen en het aantal garens) en de afwerking. Glasweefsel kan worden afgewerkt met een coating, zoals Siliconen, PU (polyurethaan), PTFE (teflon), etc. Daarnaast zijn er ook glasweefsels waarop een aluminiumfolie wordt geplakt (cacheren) en weefsel dat door een bad wordt gehaald met een finish met als doel de temperatuursbestendigheid van het glasweefsel te verhogen en rafelen te vermeiden. Bij de
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.41/72
synthetische weefsels wordt vaak gebruik gemaakt van een neutraal basis weefsel, dit om de specifieke eigenschappen te behouden. 41.03. Warmtereflecterende folie Warmteweerkaatsende aluminiumfolie te plaatsen achter de radiatoren gemonteerd tegen een buitenwand. De aluminiumfolie is aangebracht op een PE-schuimlaag en wordt met behulp van een rondom aangebrachte dubbele kleefband tegen de achterliggende wand gekleefd.
De
warmtereflecterende aluminiumlaag wordt naar de radiator gericht. De folie is een tiental cm kleiner dan de radiator en valt hierdoor uit het zicht.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.42/72
HOOFDSTUK D : BIJGEVOEGDE ARTIKELS BA.1. Stookplaats Dakstookplaats Algemeen : De warmteproductie is ondergebracht in een containerketelhuis. Er worden twee aardgasgestookte verwarmingsketels voorzien, namelijk twee condenserende Low NOX verwarmingsketels. Naast de verwarmingsketels worden de ketellaadpompen, expansiesysteem,
toebehoren
én
de
collector
in
het
containerketelhuis voorzien. Dit wordt als één geheel geleverd.
Opbouw container : Buiten afmetingen (exclusief hijsogen) : L X B x H = 4050 x 2750 x 3100/3500 mm Transportgewicht circa 4.000 kg Stalen onder- en bovenframe : Het frame zal worden samengesteld uit een gestraald/ gemenied warmgewalst unp-profiel (160 x 65 mm). Dit profiel vormt het randprofiel en loopt rondom rond. Vloer : Op het onderframe zal een vloer worden aangebracht van watervastverlijmde multiplexplaat dikte 18 mm voorzien van verstevigingprofielen afgewerkt aan de bovenzijde met aluminium tranenplaat. Wanden / dak : De warmtecentrale is opgebouwd uit 60 minuten brandwerende sandwichpanelen met aan weerszijden een geprofileerd sendzimir verzinkte plaat ( 0,63mm) voorzien van een polyester coating (kleur te bepalen bij uitvoering). Het dak wordt afgewerkt met een PVC dakbedekking, voorzien van de nodige afwatering voorzien van een gecentraliseerde inwendige regenpijp. Toegangsdeur :
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.43/72
Het containerketelhuis wordt voorzien van een toegangsdeur. Afmeting ca. 900 x 2.100 mm, voorzien van deurdranger c.q. anti –paniekslot. Uitsparingen : De container zal worden voorzien van de noodzakelijke uitsparingen voor het doorvoeren van leidingen, elektra, … Beluchting : In het containerketelhuis wordt ten behoeve van de onderverluchting roosters voorzien met telkens voldoende nuttige doorlaat. Deze luchttoevoerroosters worden diagonaal in twee tegenoverliggende wanden aangebracht. Deze roosters zijn voorzien van anti-regenlamellen en een anti-ongedierte gaas. Aan de binnenzijde wordt per rooster een instelbare wind breekplaat aangebracht. De bovenverluchting van het containerketelhuis is voorzien in een ventilatierand rondom de dakterminals. Verlichting : TL -armaturen spatwaterdicht, incl. wandcontactdoos met aan/uit-schakelaar bedraad tot in een aansluitdoos. De stookplaats omvat de verwarmingsketel, de collector met kringen, het expansiesysteem, het automatisch vulsysteem en de automatische regeling. BA.2. Individuele energiekostenverdeling Behoort niet tot dit dossier. BA.3. Waterfilters op centrale verwarmingsinstallatie De waterfilters zijn vervaardigd uit messing of brons tot en met Ø 40 uitvoering draadaansluiting. Vanaf Ø DN 50 zijn de waterfilters vervaardigd uit gietijzer met flensaansluiting. De filter is uitgerust met een inox zeef, maaswijdte 0,5 mm. BA.4. Terugslagkleppen : op de C.V.-installatie : De terugslagkleppen dienen van het geluidloze type te zijn, zodat de contactgeluiden bij het sluiten van de klep niet op de installatie worden overgebracht.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.44/72
Volgende uitvoeringen zijn toegelaten : -
klep type met schijf en geluiddempende band (zitting);
-
klep met ingebouwde balg.
op de sanitairwater-installatie : De installatie dient zó uitgevoerd dat het water van het openbare distributienet wordt beschermd tegen terugvloeiing van aard om het water te verontreinigen of de meter te beschadigen. Hiertoe dienen terugslagkleppen toegepast. Deze dienen o.m. voorzien : - voeding van verwarmingsinstallaties; - enz... De
terugslagkleppen
dienen
te
beantwoorden
aan
de
reglementen
van
de
distributiemaatschappij (A.W.W.). BA.5. Automatische luchtafscheider Te plaatsen op elk hoog punt van de installatie. ·
snelontluchter, uitvoering Top, versie Universal, messing, verwarmingsystemen;
·
leakfree-veiligheidspakket, veilige, droge afvoer van uitgescheiden gassen, stabiele vlottergeleiding in een stromingskalme kamer, tegen vuil beschermd precisie ontluchtingsventiel met lekbeveiliging;
·
verticale inbouw, binnenschroefdraad minimaal ½”;
BA.6. Automatische microbellenafscheider De automatische microbellenafscheider is geplaatst op de vertrekleiding van de cv-kring in de stookplaats. Het binnenste bestaat uit een combinatie van meerdere helicoïdale afscheiders in een cirkelvormig patroon, waarbij het drukverlies bij een bepaald debiet altijd constant blijft. De afscheider voldoet aan het helistill kenmerk. Heli- wijst op de tangentiële dynamiek bij het afscheiden veroorzaakt door de helicoïdale afscheider die zich in een vertikaal naar onder gericht huis bevindt. Still staat voor de nodige stabilisering bij de gedefinieerde hechting van de vaste of gasvormige bestanddelen. De afscheider is uitgerust met een automatische ontluchter met een ingebouwde kraan. Deze heeft 3 standen : normale werkingspositie voor ontluchting, service positie voor het vervangen van het bovenste gedeelte, skim positie voor het handmatig verwijderen van grote hoeveelheden lucht en zwevende vuildeeltjes via de zijdelingse spuiaansluiting tijdens de ingebruikname.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.45/72
Onderaan is de afscheider voorzien van een plaatsbesparende laterale spuikraan, zodat het slib rechtstreeks zijwaarts kan afgetapt worden. BA.7. Automatische drukafhankelijke navulling Navulling, zonder pomp, met besturing. Wordt geplaatst parallel op de manuele vulleiding in de stookplaats. Algemene beschrijving Drukafhankelijke navulling voor gesloten verwarmingsystemen, bestaande uit een microprocessorbesturing en een hydraulisch systeem. Beide zijn op een bodemplaat met geïntegreerde wandbevestiging gemonteerd en kunnen zo op het elektrisch net worden aangesloten. De aansluiting op het systeem gebeurt bij voorkeur in de hoofdstroom, dichtbij de expansieleiding. Aan de eisen voor verwarmingsinstallaties conform EN 12828 wordt voldaan. De kwaliteit voldoet aan de hoogste eisen. Productie en kwaliteitsmanagement worden conform ISO 9001:2000 gecertificeerd en bewaakt. Functie Navulling : De navulling waarborgt op een veilige manier de watertoevoer in de expansievaten met vaste voordruk en wordt aanbevolen als controle-inrichting drukbehoud conform EN 12828-4.7.4. Ze benut de eigen druk van het drink- of bedrijfswaterleidingnet. De installatiedruk wordt door druksensoren geregistreerd. Bij overschrijding van de minimumdruk gaat er een magneetventiel open en wordt er automatisch nagevuld. De schakelhysteresis bedraagt 0,2 bar. De navulling met fillsafe-veiligheidsnorm garandeert : Geen enkel risico op hygiënisch vlak bij aansluiting op het drinkwaterleidingsnet dankzij het scheidingsreservoir AB conform EN 1717 met vergunning conform de richtlijnen van SVGW. Deze scheiding is conform DVGW, SVGW, KIWA en CSTB. Gecontroleerde navulling door controle van de navulhoeveelheid, -tijd en -frequentie door middel van een contactwaterteller. Stop van de navulling bij overschrijding van de navulhoeveelheid die door de microprocessorbesturing is berekend of bij het waarnemen van lekkages. De navulling bestaat uit : -
microprocessorbesturing;
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
-
kogelkranen voor de afsluiting van in- en uitgang,
-
systeemscheider BA conform EN 1717 met geïntegreerde vuilfilter en testkranen,
-
contactwaterteller,
-
drukmeetomvormer,
-
magneetventiel.
CV.46/72
Microprocessorbesturing De microprocessorbesturing garandeert een intelligente, veilige installatiewerking met controle van alle processen. De besturingsfuncties zijn zelfoptimaliserend. Het besturingsconcept is multifunctioneel ontworpen, d.w.z. voor drukbehoud, navulling en ontgassing. De specifieke instelling gebeurt in de fabriek. Met software-updates is een verzekerde goede werking in de toekomst gegarandeerd. De goede bediening en aflezing van de besturingseenheid is gegarandeerd door de mogelijkheid de helling van het bedieningspaneel aan te passen. Een encoder met scroll- en selectiefunctie zorgt voor een eenvoudige, snelle en gebruiksvriendelijke navigatie. Via de menu's "Ingebruikname", "Check", "Parameters", "Info" kunt u de besturing op een logische en doeltreffende manier bedienen. De gebruikshandleiding is praktisch helemaal geïntegreerd. Een toetsenblokkering beschermt de installatie tegen gebruik door onbevoegden. De voor de installatie specifieke invoerwaarden zijn tot een minimum beperkt. De bedrijfsschakelpunten worden automatisch berekend. De belangrijkste werkingsmodi zijn "auto" en "standby". Het meertalige, verlichte display met 8 regels geeft alle nodige informatie weer voor de speciale apparaatfuncties. Dit kunnen zijn : -
Grafische weergave van druk en niveau;
-
Bedrijfsomstandigheden van drukbehoud, navulling en ontgassing;
-
Meldingen bij afwijking van ingestelde of berekende maximum- en minimumparameters, zoals druk, inhoud, navulling;
-
Weergave van de meldingen met oorzaak-oplossing-beschrijving in het display;
-
Vrije, door de gebruiker gedefinieerde indeling van meldingen op de potentiaalvrije contacten;
-
Geheugenfunctie met opslag en weergave van de laatste 20 meldingen met datum- en tijdsindicatie. Een gegevensinterface RS 485 en 2 potentiaalvrije, klantspecifiek te parametreren melduitgangen waarborgen de aansluiting op de systeemregeltechniek. Als meldingen worden alle essentiële kenmerken met procesbeschrijving geregistreerd. Geselecteerde meldingen kunnen als verzamelalarm apart worden afgegeven. De uitbreiding naar 6
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.47/72
extra in- en 9 extra uitgangen is mogelijk. De schakeling van meerdere besturingseenheden via een extra interface RS 485 is eventueel mogelijk. Vermogensuitbreidingen of Master-Slave-werking zijn zo zonder problemen te realiseren. De elektrische aansluiting van 230 V gebeurt door middel van een speciale kabel voor de scheiding van het net. Vermogensonderdelen en elektronische onderdelen zijn om veiligheidsredenen strikt gescheiden en aansluitklaar gekableerd. De besturing voldoet aan laagspanningsrichtlijn 73/23/EWG en de richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit 89/386/EWG en is conform CE-gecertificeerd. Het beveiligingstype van de behuizing is IP 54. BA.8. Thermometers De thermometers te plaatsen zoals aangeduid op het principe schema zijn van het type met vloeistofkolom met een schaal van 0°…100°C. BA.9. BIJGEVOEGDE ARTIKELS 1.
DOOR DE AANNEMER TE LEVEREN DOCUMENTEN De aannemer overhandigt vóór elke uitvoering, de volgende documenten -
een gedetailleerde lijst van de radiatoren, hun afmetingen evenals hun calorisch vermogen berekend volgens EN442.
-
alle afbeeldingen, tekeningen, foto's of documentatie betreffende de pompen, circulatoren en in 't algemeen alle soorten toestellen die de inschrijver denkt te plaatsen (vóór plaatsing).
-
eensluitende uittreksels van catalogi die aangeven dat de vermogens waarvan sprake in de overeenkomstige documenten wel degelijk overeenstemmen met de machines in de handel.
De plannen, schema's en uitvoeringsdocumenten zijn ten laste van de aanneming.
Ze
worden opgesteld in coördinatie met de andere aannemingen : -
twee exemplaren van de plannen op schaal 1/50 van de installatie op deze plannen is het verloop van de leidingen evenals hun afmetingen, aangegeven.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
-
januari 2012
CV.48/72
de detailplannen op grote schaal 1/20 met aanduiding van de aangenomen opstelling in de technische onderstations, stookplaats, enz.
2.
de plannen en elektrische regelschema's.
DOCUMENTEN TE LEVEREN VOOR DE VOORLOPIGE OPLEVERING -
twee exemplaren van de volledige plannen "as-built".
-
de elektrische schema's genummerd volgens de klemmen, registers waarop ze betrekking hebben en waarvan dezelfde nummers in de installaties zijn terug te vinden.
-
een gedetailleerde beschrijving voor het onderhoud en de bediening van de ganse installatie.
-
een functioneel schema van de installatie.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.49/72
HOOFDSTUK E : PROEVEN OP DE INSTALLATIE 1.
Omvang der werkzaamheden Buiten de reeds vermelde testen en controles in onderhavig bestek en type-bestek dienen volgende werkzaamheden uitgevoerd te worden : a.
Inregelen van : a - de hydraulische circuits voor warmwaterdistributie, individueel inregelen debieten der radiatoren.
b.
Van alle persproeven dient een rapport te worden ingediend terwijl tijdens de beproevingen een door de opdrachtgever aan te wijzen deskundige aanwezig zal zijn. Indien de eerste beproevingen geen goed resultaat opleveren, dienen deze na het aanbrengen van verbeteringen opnieuw te worden uitgevoerd tot het gewenste resultaat is bereikt. Voor het uitvoeren der beproevingen bezorgt de aannemer alle hiertoe benodigde apparatuur. Alvorens de installaties in bedrijf worden genomen dienen deze eerst op voldoende wijze te worden doorgespoeld. De uitvoering van de uitrustingen mag worden aangevangen nadat de persbeproevingen zijn goedgekeurd.
2.
Omschrijving werkzaamheden te verrichten alvorens met inregelen mag worden begonnen a-
Vullen en ontluchten van alle watersystemen.
b-
Het controleren of de water- en luchttransportsystemen voldoende schoon zijn. Bij ontoelaatbare vervuiling dienen de systemen door te spoelen, respectievelijk schoon te blazen.
c-
Het inbedrijfstellen en houden van de gehele installatie, gedurende de normale werkuren.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.50/72
d-
Schoonmaken van alle filters.
e-
Verwijderen van eventuele tijdelijke filters en monteren van de filters, overeenkomstig bestekspecificaties.
f-
Aanbrengen
van
afsluitbare
meetpunten
voor
drukverschilmeting
in
alle
wateraanvoer- en retourleidingen. g-
Het in open stand zetten van alle daarvoor in aanmerking komende afsluiters en dergelijke.
h-
Opstarten, inregelen, proefdraaien.
i-
Het uitvoeren van de eventuele, tijdens het meten en inregelen noodzakelijk gebleken, wijzigingen aan de installaties.
3.
Faciliteiten ten behoeve van de inregelwerkzaamheden Tijdens de inregelperiode zal de aannemer de noodzakelijke metingen en instellingen uitvoeren. Hij zal hiertoe voorafgaandelijk de toelating vragen aan de opdrachtgever om de toegang te bekomen tot de diverse ruimten.
4.
Waterzijdig inregelen De inregelwerkzaamheden bestaan per systeem uit de hierna te noemen onderdelen. a-
Controleren van de draairichting van de pompen.
b-
Bepalen van opgenomen vermogen en stroomsterkte van alle pompen bij volle belasting.
c-
Doen instellen van de pompcapaciteit op de ontwerpwaarde.
d-
Meten en instellen op de ontwerpwaarden van de waterhoeveelheden over de kringen, ...
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.51/72
Voor het berekenen van de waterhoeveelheden over afsluiters, e.d. dienen de gegevens van de betreffende fabrikant te worden geraadpleegd en gehanteerd. De inregeling van de debieten gebeurd volgens de beschrijving zoals vermeld in het handboek voor een doeltreffende regeling van het binnenklimaat "Total Balancing" 2de uitgave, uitgegeven bij "Tour & Andersson". 5.
Rapportage Waterzijdig De rapportage dient te geschieden op lijsten, waarop per systeem overzichtelijk de gegevens en gemeten waarden dienen te worden vermeld. Ter verwijzing dienen op de tekeningen de omlopen, batterijen, handregelafsluiters, e.d. te worden genummerd.
De Brem
III.
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.52/72
BESCHRIJVING DER WERKEN
Onderhavige aanbesteding heeft betrekking op de werken centrale verwarming. 1.
Basisgrondslag Verwarming De lokalen worden statisch verwarmd door middel van radiatoren. De warmteproductie zal verzekerd worden door gasgestookte ketels op aardgas. De ketels zijn uitgerust met een premix brander.
2.
Algemene technische omschrijving 2.1.
Verwarming
De ketels van het type "condenserend" uitgerust met aangeblazen brander worden opgesteld in de stookplaats.
De stookplaats is voorzien op het dak van het gebouw
(containerstookplaats). Volgende verwarmingskringen zijn voorzien : -
kring radiatoren flats & D.C.;
-
kring sww flats (in afwachting);
-
kring sww dienstencentrum (in afwachting);
De radiatorkring wordt geregeld in functie van de buitentemperatuur. 3.
Grenzen van de aanneming 1)
Gas
Onderhavige aanneming vangt aan stroomafwaarts van de gasteller, geplaatst door de maatschappij en strekt zich uit tot : - de aansluiting van de gasketels; 2)
Elektrische voeding
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.53/72
De voedingskabel zal door huidige aanneming tot in het elektrisch bord “algemene delen” gebracht worden. De aansluiting op het elektrisch bord maakt deel uit van huidige aanneming. 3)
Koudwatervoedingen
Vanaf de watervoeding, in de kruipruimte, zijn volgende werken uit te voeren : -
watervoeding DN 20 voor het vullen van de CV-installatie;
De Brem
IV.
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.54/72
ALGEMENE BEPALINGEN
1. Algemene organisatie der werken. Voor alle bijkomende inlichtingen moet men zich wenden tot de centrale technische dienst Zorgbedrijf O.C.M.W. Antwerpen: Dhr. Bob Hanzen: projectingenieur. 03-338 52 07 Dhr. G. Floes : studiebureel technieken 03-338 52 06 Ballaerstraat 35, 2018 Antwerpen. Fax: 03-338 52 00 De stabiliteitsberekeningen is ten laste van de aannemer! Deze laatste brengt de opdrachtgever op de hoogte wie verantwoordelijk is voor de stabiliteitstudie en dit bij aanvang van de werken. De aannemer zal er voor zorgen dat het door hem gebruikte personeel slechts op die plaatsen komt waar de werken moeten worden uitgevoerd. De bevelen gegeven door het Bestuur der Werken dienen strikt te worden opgevolgd. Iedere werkman die deze voorschriften overtreedt, zal onmiddellijk van de werkplaatsen worden weggestuurd. De inschrijver is verplicht voor het opmaken van zijn bieding de toestand grondig te onderzoeken en kan zich later niet beroepen op onvoldoende kennis van de bestaande toestand. De aannemer dient er rekening mee te houden dat het opdrachtgevend bestuur gelijktijdig andere werken laat uitvoeren op de werf. Hij mag zich hiertegen niet verzetten en geen klachten indienen, noch een vergoeding eisen wegens doorgang of bezetting van de werf door andere aannemers, in zoverre het opdrachtgevend bestuur toelaat en beveelt. De inschrijver zal er tevens over waken de andere werken niet te hinderen. Daarom zal hij aan het opdrachtgevend bestuur de noodzakelijkheid signaleren van de door andere aannemers uit te voeren werken, om hem toe te laten zonder onderbreking zijn activiteiten voort te zetten. Bij gebrek zal hij verantwoordelijk worden gesteld voor de vertraging voortvloeiend uit zijn nalatigheid. Teneinde de regelmatige uitvoering van de werken te verzekeren, dient de aannemer op de werf aanwezig te zijn op de werfvergaderingen, met de nevenaannemers, telkens het Opdrachtgevend Bestuur dit nodig mocht achten. Het aanbestedingsdossier (bijzonder bestek, opmetingstaat, plans) dient steeds op de werf ter beschikking te zijn van het Bestuur. 2. Algemene maatregelen voor de werf. 2.1. Herstellingswerken Alle beschadigingen aan gebouwen en hun uitrusting, wegen, afsluitingen, poorten en dergelijke moeten op de eerste aanzegging degelijk en in hun oorspronkelijke staat hersteld of vernieuwd worden, ter algehele voldoening van het werkbestuur. 2.2. Kap- en boorwerk.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.55/72
Alle nodige gaten, doorgangen, sleuven, enz... te verwezenlijken in het gewapend beton, metselwerk of eender welk ander materiaal, nodig voor de goede uitvoering van de in dit bestek beschreven werken, dienen mechanisch geboord (diamantboor) of gezaagd. Het is ten strengste verboden gaten, doorgangen, sleuven, enz... te kappen of te hakken. 2.3. Veiligheidcoördinatie Het bestuur stelt een veiligheidscoördinator "ontwerp en verwezenlijking" aan. Het onderhavige bestek wordt dus aangevuld met de bepalingen en voorschriften van het dossier opgesteld door de veiligheidscoördinator. Deze voorschriften dienen door de aannemer strikt nageleefd en dienen beschouwd als horende bij deze opdracht. Ook alle instructies welke tijdens de uitvoering der werken worden opgelegd door de veiligheidscoördinator dienen door de aannemer strikt opgevolgd. De aannemer zal voor het opvolgen van de bijgevoegde bepalingen in de samenvattende meetstaat een post (totaal prijs) opgeven. Het opdrachtgevend bestuur zal geen bijkomende vergoedingen betalen aan de aannemer om de opgelegde veiligheidsvoorzieningen aan te brengen en / of instructies na te leven. 3. Planning De aannemer zal een gedetailleerde planning van de werken opmaken en ter goedkeuring aan de leidende ambtenaar voorleggen; dit vooraleer de werken aan te vatten. 4. Timing der werken De totale uitvoeringstermijn wordt vastgesteld op 60 werkbare dagen. OPKUIS Omvat: Alvorens de aannemer de voorlopige aanvaarding van het werk (of een deel ervan) aanvraagt dient de volledige werf, met inbegrip van de toegangswegen e.d., (of een deel ervan) opgekuist door een gespecialiseerde firma. WERFINRICHTING OMVANG De aannemer dient alle nodige voorzieningen voor de arbeiders te treffen ten einde zijn werf in orde te brengen volgens het ARAB.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.56/72
BESCHRIVING DER WERKEN 1. Warmtegeneratoren en branders 001
Aardgas-condensatieketel, werking met glijdende ketelwatertemperatuur zonder onderste begrenzing. Min. nuttig warmtevermogen bij regime 80/60°C : 200 kW. Gemeten per stuk.
002
Uitrusting van een gasbrander inbegrepen in de ketel. Pro memorie
003
Aanluiting van een condensatie-afvoerleiding in kunststof vanaf de ketel tot aan de afvoerleiding. Totale prijs.
004
Verbinding van de installatie met stadswater in geval van expansie met variabele druk Dit werk omvat : - twee algemene afsluitkranen DN 15; - een spuikraan, normaal open; - een terugslagklep type CA DN 15; - een manometer met controlekraantje. Totale prijs.
2. Brandstofvoeding 005
Toebehoren voor gasstookplaats Dit werk omvat : - een hoofdafsluiter aan de ingang v.d. stookplaats DN 65; - gasfilters voor gasstraten, diameter volgens keteltype. Totale prijs.
3. Afvoer van verbrandingsproducten 006
Rookgaskanalen, in RVS tot buiten de invloedssfeer van het dak, geschikt voor het aansluiten van een condenserende gasketel. Totale prijs.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.57/72
5. Expansiesysteem 007
Expansiesysteem met variabele druk, volgens art. C5 par. 1 van het type-bestek nr 105, inbegrepen : - expansieleiding; - manometer met controlekraantje; - automatische ontluchter; - afsluitkraan verzegeld; - aflaatkraan; buffervat 400 l; voordruk 0,5 bar Gemeten per stuk.
008
Veiligheidskleppen op installatie verwarming, met inbegrip van: - veiligheidsleiding; - trechter in kunststof; - kunststofleiding tot op afvoer. Totale prijs.
6. Leidingen Dit werk omvat : 6.1. Verwarming 009
Leidingen voor verwarming, met inbegrip van plaatsings- en vasthechtingsmiddelen, hulzen, enz. DN 100. Gemeten per meter.
010
Idem DN 65. Gemeten per meter.
011
Idem DN 50. Gemeten per meter.
012
Idem DN 40. Gemeten per meter.
013
Idem DN 32. Gemeten per meter.
De Brem
014
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.58/72
Idem DN 25. Gemeten per meter.
015
Idem DN 20. Gemeten per meter.
016
Idem DN 15. Gemeten per meter.
017
Verzamelaar in de stookplaats voor de voeding en terugloop van drie kringen, inbegrepen de draagconstructie. Inbegrepen in de prijs van de stookplaats.
018
Luchtflessen diameter DN 50 op elk hoog punt in de installatie (schachten, enz.) lengte + 20 cm met inbegrip van kraantje. Totale prijs. 6.2. Brandstofvoeding
019
Aansluiting aan gasteller regie. Totale prijs.
020
Gasleiding PE 110 in de grond. Gemeten per meter.
021
Gasleiding staal DN 80 in de kruipruimte. Gemeten per meter.
022
Gasleiding staal DN 32 in de kruipruimte. Gemeten per meter.
023
Gasleiding DN 65 voeding ketel stookplaats. Gemeten per meter. 6.3. Voeding van de installatie met stadswater
024
Leidingen in staal voor de voeding verwarmingsinstallatie met stadswater, met inbegrip van de plaatsings- en bevestigingsmiddelen, hulzen, speciale stukken en verbindingen.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.59/72
Benaderende lengte : 10 m. Totale prijs. 7. Kraanwerk Dit werk omvat : 7.1. Verwarming 025
Afsluitkraan DN50, voor de aansluiting van de ketels in de stookplaats. Gemeten per stuk.
026
Gemotoriseerde afsluitkraan DN50, voor de aansluiting van de ketel in de stookplaats, gekoppeld op de ketelpomp Gemeten per stuk.
027
Afsluitkraan DN100, voor de kring radiatoren flats in de stookplaats. Gemeten per stuk.
028
Afsluitkraan DN65, voor de kring radiatoren. Gemeten per stuk.
029
Afsluitkraan DN32, voor de kring radiatoren. Gemeten per stuk.
030
Afsluitkraan DN25, voor de kring radiatoren. Gemeten per stuk.
031
Afsluitkraan DN15, voor de kring radiatoren. Gemeten per stuk.
032
Afsluitkraan DN50 met beschermflens, voor de kring radiatoren DC (in afwachting). Gemeten per stuk.
033
Afsluitkraan DN32 met eindstop, voor de kring sww flats (in afwachting). Gemeten per stuk.
034
Afsluitkraan DN32 met eindstop, voor de kring sww DC (in afwachting). Gemeten per stuk.
De Brem
035
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.60/72
Regelkranen op radiatorkring, DN32, met inbegrip van aansluitpunten voor differentieel manometer. Gemeten per stuk.
036
Regelkranen op radiatorkring, DN25, met inbegrip van aansluitpunten voor differentieel manometer. Gemeten per stuk.
037
Regelkranen op radiatorkring, DN15, met inbegrip van aansluitpunten voor differentieel manometer. Gemeten per stuk.
038
Thermostatische kranen DN15 voor radiatoren. Gemeten per stuk.
039
Onderblok voor aansluiting radiatoren. Gemeten per stuk.
040
Aansluitingstukken onderblokken verwarmingslichamen DN15. Gemeten per radiator.
041
Kunststof afwerkingstukken muuraansluiting verwarmingslichamen. Gemeten per radiator.
042
Ledigingskranen op verwarmingsinstallatie DN 15 voor alle lage punten, de kringen en alle toestellen, met hulpstukken voor de verbinding met een rubberdarm toe te laten en veiligheidsdop. Totale prijs.
043
Kappenventiel. Gemeten per stuk.
044
Manometerkraantjes. Begrepen in de plaatsing van de manometers. 7.2. Gasinstallatie
De Brem
045
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.61/72
Leveren en plaatsen automatische gasafsluiter gekoppeld aan de brandcentrale van het gebouw DN 80. Gemeten per stuk. Totale prijs.
046
Leveren en plaatsen gaskraan met sferische plug DN 65 inbegrepen koppelingen, enz. Gemeten per stuk. Totale prijs.
047
Gaskraan DN 50 begrepen in gasstraat van de ketel.
8. Pompen en circulatoren Dit werk omvat : 048
Centrifugale motorcirculatorgroep met constante opvoerhoogte, debiet 17,24 m³/h, kring radiatoren. Gemeten per stuk.
049
Centrifugale motorcirculatorgroep met temperatuurcompensatie, debiet 8,62 m³/h, kring ketel. Inbegrepen in de prijs van de stookplaats.
10. Verwarmingslichamen 10.2 Radiatoren 050
Radiatoren van het type plaatstalen paneelradiatoren voor warmwater 70/50°C en met inbegrip van de schilderwerken volgens Art. C10 par. 2, de speciale ophangsystemen, beugels, luchtspuiers,... Vermogen volgens EN 442 : min 373.205 W regime 75°/65°/20°C verdeeld over 206 stuks. Totale prijs.
21. Automatische regeling Dit werk omvat : Leveren, plaatsen, aansluiten en inbedrijfstellen van :
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
Warmteproductie 051
Weersafhankelijke microprocessorregelaar voor de ketel. Totaal prijs
052
Temperatuur dompelvoeler -30...+130°C (vernikkeld) (ketel) Gemeten per stuk
053
Drukschakelaar 0,5 – 7 bar/ diff. 0,25 – 0,9 bar voor de ketelkring Gemeten per stuk Kring radiatoren
054
Weersafhankelijke microprocessorregelaar. Totaal prijs
055
Temperatuur buitenvoeler –30…+50°C Gemeten per stuk
056
Temperatuur dompelvoeler -30...+130°C (vernikkeld) Gemeten per stuk
057
Driewegafsluiter brons DN 32 Gemeten per stuk
058
Servomotor voor afsluiter 230V / 3-punts Gemeten per stuk Algemeen
059
Communicatie interface Totale prijs
060
Modem PSTN Totale prijs
22. Elektrische uitrusting Dit werk omvat : 061
Elektrisch bord EB1:
CV.62/72
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.63/72
- geplaatst in de stookplaats; - voor de bediening van de verwarmingsinstallatie; Totale prijs. 062
Elektrische
installatie
voor
de
automatische
regeling
en
het
systeem
voor
ruimtetemperatuurregeling. Totale prijs 063
Elektrische aansluiting van EB1 vanaf het ALSB. Totale prijs.
064
Drie exemplaren van de schema's van het elektrisch gedeelte en van de automatische regeling, alsmede van de constructieplannen van de borden. Totale prijs. 22.2 Aarding
065
Het aanbrengen van equipotentiale verbindingen op alle metalen delen van de installatie. Totale prijs.
066
Het equipotentiaal verbindingen van de radiator in de badkamer. Gemeten per stuk
23. Meet- en controletoestellen 067
Inbouwset verwarmingskostenverdeelafsluiter in retourleiding. Gemeten per stuk
068
Gasdrukmeter in de stookplaats. Gemeten per stuk.
38. Akoestische voorzieningen 069
Alle nodige schikkingen om dit te bekomen moeten begrepen zijn in de eenheidsprijzen van de verschillende componenten van de installaties.
39. Bijkomende werken
De Brem
070
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.64/72
Afbraakwerken Totale prijs.
071
Doorboringen van muren, plafonds, vloeren, dak en in het algemeen alle bijkomende werken om de verwezenlijking van de installatie toe te laten, zoals de doorgangen voeding verwarmingslichamen, doorgangen in de vloer en dragend metselwerk voor leidingen, enz. (inbegrepen het binnenbrengen van het materiaal) Wegbrengen van het puin. Totale prijs.
072
Verzamelleiding afvoer Totale prijs.
073
Leveren van een gewapende kunststofdarm met een lengte van 10 m, met in begrip van de nodige toebehoren om de verbinding met de ledigingkraan toe te laten. Gemeten per stuk.
40. Schildering 074
Schildering van de radiatoren voorzien in de eenheidsprijs van de toestellen.
075
Schilderen van de verwarmingsleidingen, van de niet geïsoleerde zichtbare watervoedingsleidingen, de gasleidingen en van de metalen niet gegalvaniseerde gedeelten van de installatie, zoals : mantels, kraanlichamen, steunen, enz. overeenkomstig met de voorwaarden van het bestek. Met inbegrip van het ledigen van de installaties, het vullen van de installaties om de afwerking van het gebouw toe te laten. Totale prijs.
41. Isolatie 41.1. Thermische isolatie verwarmingsleidingen 076
Minerale wol isolatie dikte 30 mm voor stalen leidingen DN 10/15 Totaal prijs
077
Minerale wol isolatie dikte 40 mm voor stalen leidingen DN 20/32 Totaal prijs
078
Minerale wol isolatie dikte 50 mm voor stalen leidingen DN 40/65 Totaal prijs
De Brem
079
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.65/72
Minerale wol isolatie dikte 60 mm voor stalen leidingen DN 80/125 Totaal prijs
080
Minerale wol isolatie dikte 80 mm voor stalen leidingen DN 150/… Totaal prijs 42.2. PVC bekleding
081
Leidingen in stookplaats, schachten en kruipruimte. Totaal prijs 42.3. Aluminium bekleding
082
Leidingen buiten. Totaal prijs 42.4. Isolatie appendages in de stookplaats
083
Kranen, afsluiters, terugslagkleppen, filters, luchtafscheider,…. Totaal prijs 42.5. Merken van de leidingen
084
Merken van alle leidingen zoals beschreven. Totaal prijs 42.6. Aluminiumfolie achter radiatoren
085
Aluminiumfolie op buitenwanden gekleefd. Gemeten per m²
Hoofdstuk D : Bijgevoegde artikels BA.1 Stookplaats 086
Leveren en plaatsen préfab stookplaats inclusief de plaatsing van de draagstructuur op het dak, inbegrepen op te maken studie studiebureau stabiliteit. Totaal prijs BA.2 Individuele energiekostenverdeling
087
Behoort niet tot dit dossier BA.3 Waterfilters op centrale verwarmingsinstallatie
088
Plaatsen van een waterfilter met inox zeef, maaswijdte 0,5 mm.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.66/72
Totaal prijs BA.4 Terugslagkleppen A. Op CV-installatie 089
Plaatsen van terugslagkleppen op de ketelkringen. Gemeten per stuk. B. Op sanitaire-installatie
090
Plaatsen van terugslagkleppen op de sanitaire installatie conform AWW. Inbegrepen in de prijs van de vulset. BA. 5 Automatische luchtafscheider
091
Leveren en plaatsen van een automatische luchtafscheider min 1/2” zoals beschreven op de hoogste punten. Gemeten per stuk. BA. 6 Automatische microbellenafscheider
092
Leveren en plaatsen van een automatische microbellenafscheider DN 100 zoals beschreven in de vertrekleiding op de radiatorkring in de stookplaats. Gemeten per stuk. BA. 7 Automatische drukafhankelijke navulling
093
Leveren en plaatsen van een automatische drukafhankelijke navulling. Gemeten per stuk. BA.8 Thermometers
094
Leveren en plaatsen thermometers met vloeistofkolom zoals aangeduid op de plannen. Gemeten per stuk. Totale prijs. BA.9 Documenten
095
Door de aannemer te leveren documenten. - gedetailleerde radiatorlijst; - technische documentatie van de gebruikte materialen - as-builtplannen - onderhoudschema’s - functioneel schema van de installatie - ketelattesten Totale prijs.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.67/72
Hoofdstuk E - Proeven 096
Dichtheidsproeven op de hydraulische installaties, hetzij in één keer na de voltooiing van de werken, hetzij in gedeeltes gedurende de uitvoering voor de elementen die, na voltooiing niet meer bereikbaar zullen zijn. Met inbegrip van vullen en ledigen. Totale prijs.
097
Laatste vulling van de installaties alsmede circulatieproeven. Totale prijs.
098
Waterzijdig inregelen. Totale prijs.
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.68/72
Radiatorlijst Locatie ste
de
de
Temperatuur
Aard
Type
Vermogen (W)
de
1 /2 /3 /4 verdieping (n = 1 t/m 4) App. n01 woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2159
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1819
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2159
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1819
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2159
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1306
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2159
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1306
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2159
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1306
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2159
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1306
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2159
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1819
badkamer
24°
paneel
22/700/400
-
App. n02
-
App. n03
-
App. n04
-
App. n05
-
App. n06
-
App. n07
-
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.69/72
App. n08 woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2649
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1519
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2649
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1519
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2649
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1519
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
2649
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1519
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3524
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1519
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3524
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1519
badkamer
24°
paneel
22/700/400
20°
paneel
22/900/xxxx
1876
20°
paneel
22/900/xxxx
3615
-
App. n09
-
App. n10
-
App. n11
-
App. n12
-
App. n13
-
Polyvalente ruimte (naast lift) lokaal Liftenhall lokaal
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.70/72
5de verdieping App. 501 woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3187
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2337
badkamer
24°
paneel
22/700/600
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3187
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2337
badkamer
24°
paneel
22/700/600
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3187
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1819
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3187
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1819
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3187
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1819
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3187
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
1819
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3187
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2337
badkamer
24°
paneel
22/700/400
22°
paneel
22/400/xxxx
-
App. 502
-
App. 503
-
App. 504
-
App. 505
-
App. 506
-
App. 507
-
App. 508 woonkamer
3920
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
januari 2012
CV.71/72
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2101
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3920
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2101
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3920
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2101
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
22/400/xxxx
3920
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2101
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
33/400/xxxx
4795
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2101
badkamer
24°
paneel
22/700/400
woonkamer
22°
paneel
33/400/xxxx
4795
slaapkamer
20°
paneel
22/400/xxxx
2101
badkamer
24°
paneel
22/700/400
20°
paneel
33/900/xxxx
3655
lokaal
20°
paneel
22/900/xxxx
3074
lokaal
20°
paneel
22/900/xxxx
3074
-
App. 509
-
App. 510
-
App. 511
-
App. 512
-
App. 513
-
Polyvalente ruimte (naast lift) lokaal Liftenhall
De Brem
PERCEEL : VERWARMING
S.F. De Brem Verwarming Materiaallijst Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Omschrijving Verwarmingsketel Gasleiding ondergronds Afvoer verbrandingsproducten Expansiesysteem Afsluiters verwarming Regelkranen voor verwarming Gemotoriseerde 2-wegkranen/3wegkranen Thermometers Radiatoren Radiatoraansluiting Radiatorkraan / regelkraan Microbellenafscheider Automatische ontluchters Circulatoren Automatische regeling Elektrisch bord stookplaats Isolatie Isolatieafwerking Containerstookplaats
Merk
januari 2012
CV.72/72