OPLEIDING BOA
Presentatie rechts- en wetskennis SPV- lesmap juni 2013/ 4e druk lesboek
1
Staat Grondgebied Volk Overheidsgezag
2
Staatsvorm NL STAATSVORM NL = gedecentraliseerde eenheidsstaat Rijk Provincie Gemeente de decentrale overheidsorganen hebben een eigen (beperkte) wetgevende bevoegdheid NL treedt internationaal als een eenheid op
3
wetgevende macht: Regering en Staten-Generaal Provinciale Staten (verordening) Gemeenteraad (verordening) trias politica = scheiding der machten
uitvoerende macht
= (bestuur):
Regering Gedeputeerde Staten College B&W rechterlijke macht
4
Organen centrale overheid 2e + 1e KAMER DER STATEN-GENERAAL 2e Kamer = 150 leden / 1e Kamer = 75 leden Gekozen
(NL 18+)
volksvertegenwoordiging (parlementen)
Vaststellen van wetten samen met de regering Controle op de regering
REGERING = koning & ministers KABINET = ministers & staatssecretarissen
5
Regeringsvorm NL REGERINGSVORM NL constitutionele monarchie + erfopvolging + parlementair stelsel
De regering: Is het hoogste bestuursorgaan Wordt gevormd door koning & ministers Legt verantwoording af aan het parlement
(2e K en 1e K)
De koning is onschendbaar en de minister is verantwoordelijk! 6
Wetgeving in de gedecentraliseerde eenheidsstaat 1. WET IN FORMELE ZIN Hoogste wetgeving na de Grondwet Vastgesteld door regering en Staten-Generaal gezamenlijk Herkenbaar aan het woord WET………..
2. WET IN MATERIELE ZIN Vloeit voort uit een wet en mag er niet van afwijken!! Regering - AMvB = minister en koning (Kon. Besluit) - Ministeriële regeling = minister lagere overheid - Gemeentelijke verordening - Provinciale verordening - Keur
= gemeenteraad = Provinciale Staten = waterschap 7
Hiërarchie in wetgeving Grondwet Wet in formele zin (R+SG)
Prov. verord. Prov. Staten
AMvB KB (minister + koning)
Minist. regeling Gem. verord.
(minister)
Gemeenteraad
Waters. verord. Waterschap
8
De wet – in formele zin Bindende overheidsregel gemaakt door: de regering en Staten-Generaal gezamenlijk Wetsontwerp
2e K
1e K
minister
Koning + minister
amendement ministerraad Raad van State
ja/nee JA/NEE
(advies)
Of een initiatiefwetsvoorstel uit de 2e Kamer 9
De provincie Provinciale Staten (PS) – Hoogste en wetgevende macht – Volksvertegenwoordiging, elke 4 jaar gekozen NL 18+ – PS kiest de leden 1e Kamer
Gedeputeerde Staten (GS) – Dagelijks bestuur = uitvoeren besluiten – Gedeputeerden benoemd door PS – Gedeputeerde is niet tevens lid van PS
Commissaris van de Koning (CdK) – Benoemd door de koning (KB = K+ minister) 6 jaar – Hoogste gezagsdrager = lid en voorzitter GS + voorzitter PS
10
De gemeente Gemeenteraad – Hoogste en wetgevende macht – Volksvertegenwoordiging, elke 4 jaar gekozen door ingezetenen
College B&W – Dagelijks bestuur = uitvoeren besluiten – Wethouders benoemd door de gemeenteraad – Wethouder is niet tevens lid van de gemeenteraad
Burgemeester – Benoemd door de koning (KB = K+ minister) 6 jaar – Lid en voorzitter college B&W en voorzitter gemeenteraad 11
Waarborgen deugdelijke rechtspraak (Grondwet + Wet RO) De WET wijst de gerechten aan en regelt samenstelling en bevoegdheden (Wet RO/WvSv) Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de WET hem toekent Rechter is onafhankelijk (van de regering / 3∆ politica) – salaris bij WET en aanstelling voor het leven Terechtzitting
(in principe)
openbaar*
Uitspraak is altijd openbaar* Vonnis dient gemotiveerd te worden* * Op straffe van nietigheid
12
Magistratuur in beeld
13
Magistratuur 1. Zittende magistratuur (= rechtsprekend) Rechtbank Hof en Hoge Raad
rechter raadsheer
2. Staande magistratuur = leden OM (= niet rechtsprekend) Rechtbank officier van justitie Gerechtshof advocaat-generaal …………………………………………………………………………………………………… Hoge Raad
geen lid OM: Procureur-generaal bij de Hoge Raad
De PG-HR (plv. PG-HR en AG-HR) is onafhankelijk van het OM. Voor het leven aangesteld en salaris bij wet. Geen aanklager, maar adviseur HR op cassatie en herzieningsverzoeken. -------------------------------------------------------------------------------------------------
De hulpofficier van justitie behoort NIET tot de magistratuur. HulpOvJ = door de min. van J/V aangewezen ambtenaar politie. 14
Competentie
(welke rechter is bevoegd)
Absolute competentie (Wet RO) Regelt de aanwijzing van het soort gerecht dat een bepaald soort strafbaar feit (overtreding/misdrijf) behandelt
Relatieve competentie (WvSv) Regelt de aanwijzing van de plaats van het gerecht dat het feit behandelt (welke van de 11RB of 4GH)
15
Absolute competentie Rechtbank (11) OVERTREDINGEN
KANTONRECHTER (1)
MISDRIJVEN < 1 jaar + eenvoudig bewijs
- politierechter (1)
overige misdrijven
- meervoudige kamer (3)
Jeugdigen 12-18 jaar (m+o)
- kinderrechter (1/3)
Gerechtshof (4)
- Alle beroepszaken + - Teruggewezen zaken HR
Hoge Raad (1)
- Cassatie - Herziening Eerste aanleg: minister e.d./ 16 strafbaar feit in relatie tot de functie
De gerechten Rechtbank (11) – – –
Strafzaken in eerste aanleg (misdrijven en overtredingen/ jeugdigen apart) Enkelvoudige en meervoudige kamers OvJ dagvaardt en vertegenwoordiger van het OM op zitting
Gerechtshof (4) – – –
Hoger beroep 2e behandeling van de strafzaak (feiten + procedure) Door de HR teruggewezen en verwezen zaken in cassatie/herziening AG vertegenwoordiger van het OM op zitting
Hoge Raad (1) –
Cassatie alleen op procedure
–
Herziening nieuwe behandeling strafzaak na nieuwe feiten
–
Ambtsmisdrijven en overtredingen hoge ambtsdragers in eerste aanleg PG, plv. PG en AG’s bij de HR behoren niet tot het OM
17
Rechters en raadsheren Op de rechtbank: rechters Op het gerechtshof en Hoge Raad: raadsheren
Spreken recht: – over zaken die door het OM worden aangedragen – zijn onafhankelijk van de regering en tevens onpartijdig
Voor het leven aangesteld + rechtspositie bij WET geregeld Passen de wet toe + hun uitspraken vormen de jurisprudentie
18
De rechter-commissaris = RC De RC is een (onafhankelijke) onderzoeksrechter Geen lid van het OM (bij gerechtshof: raadsheer-commissaris) In het opsporingsonderzoek - toezichthoudende en toetsende rol: – Rechtmatige toepassing bevoegdheden – Voortgang en volledigheid onderzoek – Evenwichtige bewijsverzameling (belastend EN ontlastend)
Verdergaande bevoegdheden dan de OvJ zoals: – In bewaring stellen – Doorzoeken woning ter inbeslagneming – Psychiatrisch onderzoek verdachte
In het onderzoek betrokken door: – vordering OvJ – verzoek van verdachte/raadsman – eigen (RC) initiatief/ambtshalve (vanaf bewaring of enig onderzoek RC) 19
Organisatie Openbaar Ministerie minister van Veiligheid & Justitie COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL (5) HET HOOFD VAN HET OM aanwijzingen 11 rechtbanken hoofdofficier O.v.J O.v.J O.v.J
4 gerechtshoven
landelijk hoofdadvocaat-generaal
*Hoge Raad PG-HR AG’s- HR =
AG AG AG
onafhankelijk buiten het OM
- hoofdofficier Landelijk parket - hoofdofficier Functioneel parket
20
Taak Openbaar Ministerie (OM) Opsporen – alleen i.v.m. (redelijk vermoeden van) een strafbaar feit – steeds strafvorderlijke beslissingen als doel – onder gezag van de OvJ
Vervolgen – Het OM betrekt een rechter in het strafproces RC in het opsporingsonderzoek op vordering OvJ dagvaarding uitbrengen door OvJ
Doen uitvoeren strafvonnis – incasseren boete – uitvoeren taakstraf – uitzitten gevangenisstraf
21
Taken officier van justitie 1. Gezag over het opsporingsonderzoek 2. Beslist (z.s.m.) over vervolgen of seponeren 3. Draagt de zaak voor bij de rechter
Seponeren op grond van: A)
(kan tot aan begin van de terechtzitting)
Haalbaarheid Geen strafbaar feit of onvoldoende (wettig verkregen) bewijs Onhaalbare zaak vervolgen heeft geen strafvorderlijk doel
B)
Opportuniteit Wel haalbare zaak, maar geen algemeen belang
Het OM heeft niet de plicht te vervolgen Beklag tegen sepotbeslissing: bij gerechtshof = art. 12
procedure 22
Procedure in strafzaken 1. Voorbereidend onderzoek (i.v.m. strafbaar feit /verdenkingscriteria)
=
Opsporingsonderzoek (onder gezag van de officier van justitie) Binnen dit onderzoek heeft de RC een controlerende/toetsende taak De RC doet eventueel aanvullend onderzoek (RC heeft verdergaande bevoegdheden)
2. Onderzoek ter terechtzitting & beslissing v/d rechter (vonnis) 3. Eventueel aanwenden rechtsmiddelen (OM/verdachte) Hoger beroep
(gerechtshof / geheel wordt opnieuw behandeld)
Cassatie
(Hoge Raad/ alleen op procedure; geen inhoud)
4. Tenuitvoerlegging (executie) van de onherroepelijke uitspraak ----------------------------------------------------------------------------Herziening (HR) bij een NOVUM, in beginsel alleen in voordeel van de veroordeelde of 23 bij bepaalde ernstige feiten ook in nadeel (na vrijspraak) van de verdachte
Onderzoek ter terechtzitting Belangrijkste onderdeel van de strafprocedure Ten laste gelegde feit dient hier wettig + overtuigend bewezen te worden (wettige bewijsmiddelen) UITSPRAAK: Schuldig
(wettig en overtuigend bewezen)
Vrijspraak
(onvoldoende wettig bewijs/de rechter is niet overtuigd)
Ontslag van rechtsvervolging
(wel wettig en overtuigend bewezen) A. het feit is geen strafbaar feit volgens een wettelijke delictsomschrijving B. er is sprake van noodweer/overmacht waardoor de daad niet wederrechtelijk is, en dus niet strafbaar is C. de dader is niet strafbaar omdat hij geen schuld heeft aan het feit, omdat hij ontoerekeningsvatbaar is of er is sprake van noodweerexces.
24
Wie zijn opsporingsambtenaar? ALLE PERSONEN MET DE OPSPORING VAN HET STRAFBARE FEIT BELAST
141 WvSv Algemeen opsporingsambtenaar
142 WvSv Buitengewoon opsporingsambtenaar
Taak: opsporingsonderzoek 25
Algemeen opsporingsambtenaar 141
Officieren van justitie Ambtenaren van politie – Executieve ambtenaren van politie/ politietaak – Vrijwillige ambtenaren van politie/ politietaak – Politieambtenaren van de rijksrecherche/politietaak
Officieren + onderofficieren + verder aangewezenen Kmar Opsporingsambtenaren van de BOD’n
Alle feiten m.u.v. enkele feiten zoals uit de Douanewet In heel NL bevoegd, wel grondgebied van tewerkstelling
26
Buitengewoon opsporingsambtenaar art.142 W.v.Sv. TITEL: a. Individueel door de min. van Justitie of PG een akte van opsporingsbevoegdheid verleend
b. Categoriaal aangewezen door de min. van Justitie
c. In bijzondere wet of verordening (APV) aangewezen
27
akte van opsporingsbevoegdheid akte van beëdiging 1. Voor welke wetten /feiten hij bevoegd is Domein (1- 6) + functie gerelateerd
2. Grondgebied waar hij bevoegd is heel NL = beperkt tot gebied tewerkstelling / tenzij samenwerkingsconvenant
3. OF hij de politiebevoegdheden* uit mag oefenen Politiewet art. 7, lid 1 = geweldsbevoegdheid Politiewet art. 7, lid 3 = veiligheidsfouillering
* In principe niet, zo ja dan verleend door minister + op akte van beëdiging * Zo ja dan ook op de akte de eventuele geweldmiddelen vuurwapen)
(wapenstok, pepperspray, boeien en Jaarlijks getoetst zijn RTGB = voorwaarde!!
4. Geldigheidsdatum, toezichthouder en direct toezichthouder 28
Besluit BOA Artikel 142 WvSv = basisartikel BOA Lid 4: “Bij AMvB nadere regels omtrent……”
Deze AMvB = Besluit BOA, daarin: Verlening akte/ beëindiging bevoegdheid Beëdiging Hoofdstuk 5 = instructie aan de BOA Toezicht op de BOA 29
Besluit BOA / verlenen van de bevoegdheid Artikel 2 Besluit BOA = voorwaarden ! Noodzaakcriterium opsporingsbevoegdheid/ politiebevoegdheden
Titel van opsporingsbevoegdheid (= rechtsgrond) 142 WvSv: a. verleende akte van opsporingsbevoegdheid b. categoriale aanwijzing c. aanwijzing in een bijzondere wet of verordening
Bekwaamheid
(een door de minister goedgekeurd examen)
Betrouwbaarheid
(screening door minister)
Beëdiging
(akte van beëdiging) 30
Uit de Instructie aan de BOA (H5 BBO) Hij beperkt de opsporingshandelingen waartoe hij bevoegd is (akte) tot zijn functie (beschrijving) in verband waarmee hij beëdigd is. Hij onthoudt zich van elk optreden waartoe hij niet bevoegd is. Op uniform of bedrijfskleding draagt hij duidelijk zichtbaar het insigne (model minister). Dit is n.v.t. voor de BOA bij de politie/Kmar en Belastingdienst/douane. Hij draagt een legitimatiebewijs (model door de minister vastgesteld). Hij legitimeert zich desgevraagd aanstonds. In het PV vermeldt hij standplaats en nummer akte van beëdiging. Hij is verplicht de aanwijzingen van de (direct) toezichthouder op te volgen die zijn gegeven met het oog op een goede samenwerking met de politie. Hij verstrekt de (direct) toezichthouder de gewenste inlichtingen en stelt hen op de hoogte van wijziging van standplaats, functie of werkgever. Artikel 10 PW 2012: verplichte samenwerking met de politie.
31
Toezicht op de boa (minister = belast met/verantwoordelijk voor toezicht op de BOA) Toezichthouder BOA met lokaal werkgebied hoofdofficier van dat arrondissement
Toezichthouder BOA die zijn werk landelijk verricht hoofdofficier functioneel parket of het landelijk parket
Direct toezichthouder korpschef van de politie NL e.v.t. mandaat aan politiechef van de regionale of landelijke eenheid
Klacht over optreden/bevoegdheden BOA Werkgever stuurt een kopie van klacht over toepassing van bevoegdheden aan de toezichthouder en direct toezichthouder. Zij geven een niet bindend oordeel dat wordt meegenomen in het besluit over de klacht 32
Ambtenaren van politie Ambtenaren voor de uitvoering van de politietaak Vrijwillige ambtenaren voor de uitvoering van de politietaak Ambtenaren rijksrecherche voor de uitvoering van de politietaak Onderzoeken binnen de politie of openbaar bestuur NIET bij het politiekorps, maar onder verantwoordelijkheid College PG
Bevoegd in heel NL (141 SV), wel grondgebied van tewerkstelling
Ambtenaren van politie voor andere (technische, administratieve en andere) taken dan de politietaak (vaak ook BOA/ niet per se) – Admin./ techn. Ambtenaren t.b.v. de politietaak – Admin./ techn. Vrijwillige Ambtenaren t.b.v. de politietaak – Admin./ techn. Ambtenaren rijksrecherche t.b.v. de politietaak 33
De politietaak, Art. 3 PW 2012 De taak van de politie: Ondergeschikt aan het bevoegd gezag Volgens de rechtsregels Daadwerkelijk handhaven rechtsorde - Openbare orde - Strafrechtelijke handhaving rechtsorde (opsporing)
Verlenen van hulp
34
Bevoegd gezag over de politie Openbare orde en hulpverlening Burgemeester VZ-veiligheidsregio (25X)
= burgem. centrumgemeente (toezicht CdK)
Minister BIZA en Koninkrijksrelaties
(in zeer uitzonderlijke gevallen)
Strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde Officier van justitie College van procureurs-generaal = hoofd OM Minister van Veiligheid en Justitie 35
Organisatie van de politie 1 landelijk korps politie met: – 10 regionale eenheden – 1 landelijke eenheid met operationele /politie taken – 1 landelijke dienst met ondersteunende taken (PDC)
10 X Regionale eenheid – – – – –
Gebieden zijn gelijk aan werkgebieden rechtbanken muv Oost (2) Gebied beslaat 1 of meer veiligheidsregio’s Onderverdeeld in territoriale eenheden = districten Districten zijn onderverdeeld in basisteams Basisteam bevat 1 wijkagent per 5.000 inw.
De rijksrecherche – Behoort niet tot het korps (wel ambtenaren van politie) = onder beheer College PG (OM) – Onderzoek binnen de politie of openbaar bestuur 36
Leiding en beheer Minister V&J is verantwoordelijk voor de politie De korpschef heeft de algehele leiding en beheer Een politiechef heeft de leiding over een: – landelijke eenheid – regionale eenheid
Regioburgemeester is de aangewezen BM van gemeente met het hoogste aantal inwoners binnen de regionale eenheid (10)
37
Afstemming en toezicht op de politie Landelijk overleg: taakuitvoering en beheer – Minister V&J + korpschef – 10 regioburgemeesters – Voorzitter College PG
Regionaal overleg: beleid, taakuitvoering en sterkteverdeling – Regioburgemeester + burgemeesters uit de regio – Hoofdofficier van justitie – politiechef regionale eenheid
Driehoeksoverleg/lokaal overleg over: taakuitvoering en lokale prioriteiten – Plaatselijke burgemeester – Officier van justitie – Districtschef en/of de politiechef
38
Strafrecht
Formeel SR
Materieel SR Strafbare feiten + straf + algemene bepalingen Art. 1 WvSr.:’feiten strafbaar gesteld in wettelijke strafbepaling’
Wetboek van Strafrecht 1.Algemene Bepalingen 91 “Tenzij de Wet anders bepaalt” 2. Misdrijven 3. Overtredingen
Lagere wetgeving • AMvB • APV • Keur
Strafvordering Strafproces/bevoegdheden Art. 1 WvSv.:’strafvordering alleen bij WET’
Bijzondere wetten • • • •
Opiumwet WVW WWM WED
Wetboek van Strafvordering Wet op de rechterlijke organisatie Algemene wet op het binnentreden 39
De verdachte Centrale figuur in het strafproces – Strafprocedure / bevoegdheden op hem afgestemd
Grondvoorwaarde* voor veel bevoegdheden geen verdachte = geen bevoegdheid Geen VE = onrechtmatig optreden / verkregen bewijs Geen veroordeling of strafmatiging
Rechten van de verdachte – Cautie – Raadsman – Inzage processtukken * In beslag nemen + plaatsen betreden ook bij ‘niet-verdachte’ 40
Wie is de verdachte? Degene tegen wie u: – een redelijk vermoeden van schuld hebt – gebaseerd op feiten OF omstandigheden – een strafbaar feit = specifiek strafbaar feit
Daarna degene tegen wie de vervolging is gericht Rechter in de zaak betrokken door het OM - RC - Dagvaarding
41
3 factoren schuldvermoeden Concrete factor -
Feiten OF omstandigheden - Geen vage aanwijzigen, geruchten of intuïtie
Objectieve factor - Redelijk vermoeden, ook in de ogen van anderen
Specifieke factor - Min of meer gespecificeerd strafbaar feit
42
Het verhoor Verhoor is volgens de Hoge Raad: – Een vraag van de opsporingsambtenaar – Aan de verdachte – Omtrent zijn betrokkenheid bij het strafbare feit De verdachte is niet verplicht te antwoorden Het verhoor zodanig dat de verklaring in vrijheid is afgelegd Daarom de CAUTIE voor elk verhoor & in het proces-verbaal opnemen Bekentenis zoveel mogelijk in “eigen woorden” van de verdachte NIET TOEGESTAAN: bedreiging, geweld, bedrog en beloftes Identiteitsvraag is geen verhoor Spontaan afgelegde verklaring is ook geen verhoor en vormt rechtmatig bewijs 43
Consultatierecht aangehouden verdachte Iedere aangehouden verdachte heeft recht op een consult met een raadsman voordat hij wordt verhoord Dit recht is ontstaan in de jurisprudentie (‘Salduz-arrest’) – Het OM heeft op basis daarvan een aanwijzing gemaakt
Verplicht om: – Deze verdachte te wijzen op dit recht vóór het 1e verhoor – Deze verdachte te wijzen op de mogelijkheid afstand te doen – Gedane afstand van dit recht in een PV vast te leggen
44
De aangehouden minderjarige verdachte Deze verdachte <18 jaar op de pleegdatum
Naast consultatierecht vóór het eerste verhoor Ook recht op bijstand tijdens álle verhoren/verhoorbijstand Ook dit recht op verhoorbijstand meedelen vóór het 1e verhoor
Verhoorbijstand door raadsman of ouder/vertrouwenspersoon
45
Afstand doen Bij zeer ernstige (‘A’) zaken: – Consult verplicht (in deze gevallen is afzien van dit recht niet mogelijk)
Overige (‘B’) VH zaken (merendeel): – Piketadvocaat (binnen 2 uur een consult van 30 minuten) – Geen raadsman dan na 2,5 uur begin verhoor – Verdachte kan afzien van dit consultatierecht
Niet VH (‘C’) zaken: – – – –
2 pogingen om telefonisch contact te krijgen Voor eventueel consult 2 uur wachten Is wel op eigen kosten. Verdachte kan afstand doen
Minderjarige <18 op pleegdatum: – Kan in beginsel geen afstand doen van het consultatierecht zonder dat hij eerst de raadsman daarover gesproken heeft 46 – Kan dan ook afstand doen van de verhoorbijstand
Vrij verkeer tussen de raadsman en de verdachte die zijn vrijheid is ontnomen De raadsman (bevoegd advocaat) heeft – Vrije toegang tot deze verdachte – Recht om deze verdachte alleen te spreken en brieven te wisselen
Drie beperkingen aan dit vrije verkeer – Onder het vereiste toezicht – Binnen het huishoudelijk reglement – Het onderzoek mag niet worden opgehouden. Bij 18+ geen recht, wel gegund om bij politieverhoor aanwezig te zijn Wel bevoegd (recht) bij verhoor IVS en verlengde IVS aanwezig te zijn < 18 = recht op verhoorbijstand + ouders zelfde rechten als RM m.b.t. vrije toegang 47
Inbreuk op het recht van vrij verkeer Bij een ernstig vermoeden van misbruik RM Op bevel van de OvJ – – – –
Bevel (max. 6 dagen geldig + e.v.t. telkens opnieuw) Bevel in afschrift naar raadsman en verdachte Bevel ter beoordeling naar de rechtbank De rechtbank wijst een raadsman-vervanger toe
Indien ouders/voogd van de minderjarige zijn positie misbruikt kan de OvJ een inbreuk maken op dit vrij verkeer
48
Kennisneming & inzage processtukken RM+VE Processtuk = ieder stuk (incl. audio/video) dat voor de beslissing van de rechter redelijkerwijs van belang kan zijn Na het voorbereidend onderzoek recht op alle stukken – Inzage + afschrift voor raadsman en verdachte
Tijdens het voorbereidend onderzoek: – In beginsel recht op de processtukken – Bepaalde stukken kunnen tijdelijk worden onthouden In belang van het onderzoek Verplicht schriftelijk te melden dat de processtukken niet volledig zijn Bezwaar (VE/RM) hiertegen bij de RC (voorbereidend onderzoek = opsporingsonderzoek)
Altijd recht op: – Proces-verbaal van eigen verhoor – Proces-verbaal van verhoor Waar VE of RM bij had mogen zijn – Geciteerd proces-verbaal
49
Samenstelling processtukken OvJ is verantwoordelijk voor samenstelling processtukken – Verdachte kan verzoeken daar stukken aan toe te voegen – E.v.t. klacht hierover bij de RC
Stukken uit de processtukken laten door de OvJ – Stuk geen processtuk = dus geen bewijsstuk = geen recht op kennisneming – OvJ heeft hiervoor een machtiging van de RC nodig – Beslissing RC + motivatie wel naar de rechtbank – OvJ moet deze stukken wel bewaren
Dit kan alleen omdat: – Een getuige ernstig overlast zal ondervinden of in zijn ambtsuitoefening/beroep wordt belemmerd – Een zwaarwegend opsporingsbelang wordt geschaad – Het belang van de staatsveiligheid wordt geschaad 50
Kennisneming en afschrift voor VE & RM Recht op kennisneming is in principe ook recht op afschrift, tenzij.. Wel kennisneming, maar geen afschrift i.v.m.: – – – *
de bescherming van de persoonlijke levenssfeer de opsporing en vervolging van (andere) strafbare feiten op zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend Niet vanwege het onderzoeksbelang!
Kennisneming en afschrift door: – OM/ parket OvJ = tijdens het opsporingsonderzoek – Griffie gerecht = na afloop voorbereidend onderzoek (na het uitbrengen van de dagvaarding)
Niet door de opsporingsambtenaar! 51
Opsporing & toezicht Toezichtsbevoegdheden Door de (bij wet of besluit) aangewezen toezichthouder Geen verdenking noodzakelijk Betrokkene moet meewerken aan controle/toezicht In de Awb & bijzondere wet Niet toe te passen met enkel een strafvorderlijk doel (misbruik)
Opsporingsbevoegdheden Opsporingsambtenaar (burger zeer beperkt) Doel moet zijn: het nemen van strafvorderlijke beslissingen IVM SF
* in beginsel betekent dit een redelijk vermoeden van een strafbaar feit * bepaalde bevoegdheden kennen een ander verdenkingscriterium – Mag geen ander doel hebben dan een strafvorderlijk doel
Verdachte hoeft in het algemeen niet mee te werken Te vinden in WvSv & bijzondere wet (“alleen bij WET”)
52
Eisen aan uitoefenen bevoegdheden Wetmatig
Artikel waarop het optreden berust
Rechtmatig Beginselen procesorde: - Proportionaliteit
(evenredigheid middel & doel)
- Subsidiariteit
(minst ingrijpende middel)
- Fair-play
- Verbod misbruik bevoegdheden (detournement de pouvoir)
53
Onrechtmatig optreden Mogelijke gevolgen onwetmatig of onrechtmatig optreden Onrechtmatig verkregen bewijs: – – – –
OM niet ontvankelijk Bewijsuitsluiting en mogelijk vrijspraak Strafmatiging Geen gevolg
Onrechtmatige overheidsdaad (schade vergoeden) Strafbaar feit gepleegd door de ambtenaar De rechter weegt het vormverzuim af tegen het belang 54
Medewerking en vrijwilligheid De verdachte Hoeft niet mee te werken / moet wel gedogen Bij tegenwerken de bevoegdheid effectueren Tegenwerken = soms strafbaar
(belemmeren/verzet)
Vrijwilligheid Moet blijken (wie zwijgt stemt niet toe) Bewust en in vrijheid van een recht afzien Mag wel wijzen op de gevolgen (fair play)
55
Herhaalde en voortgezette toepassing Herhaalde toepassing van een zelfde bevoegdheid in één zaak: – Wordt in de wet niet uitgesloten of verboden – Alleen bij gewijzigde omstandigheden / nieuw bewijs
Voortgezette toepassing – Tijdens een rechtmatig ingestelde bevoegdheid
(toezicht of
opsporing)
– Toevallig en ongezocht bewijs aangetroffen m.b.t. andere zaak – Is dan rechtmatig aangetroffen (‘Geweerarrest’)
56
Jeugdige personen 0 tot 12 jaar – Kunnen wel strafbare feiten plegen – Kunnen niet worden vervolgd = geen schuld & straf – Wel opsporingsonderzoek + bevoegdheden t/m 6 uur ophouden voor onderzoek – NIET: 6 uur ID, IVS of maatregelen ID 55c WvSv (vinger/foto)
12-18 jaar = jeugdstrafrecht – – – –
Maximumstraf 1 (12/16) tot 2 (16/18) jaar 16 en 17 jaar eventueel naar >18 Plaatsing jeugdinrichting (maatregel) Ouders hebben dezelfde rechten als de raadsman
57
De Algemene wet op het binnentreden Artikel 12 Grondwet = het huisrecht In Art. 12 Gw en de Awob alleen formaliteiten m.b.t woning Andere plaatsen kunnen zonder formaliteiten betreden worden Bevoegdheid om de woning te betreden = niet in de Awob. Bevoegdheid = in het WvSv of bijzondere wet
Bevoegdheid betreden woning: Art. 55 WvSv alle plaatsen betreden ter aanhouding Art. 96 WvSv alle plaatsen betreden ter inbeslagname 58
De woning Een van de buitenwereld afgesloten plaats Waar iemand zijn privé huiselijk leven leidt of pleegt te leiden – Bewoner gebruikt of pleegt deze plaats te gebruiken als woning
Ook alle ter beschikking en ten gebruike van de bewoner staande besloten ruimten die binnenshuis een doorgang hebben met de woning, zonder dat daarvoor andermans gebied hoeft te worden betreden
Voorbeelden: (Illegaal) betrokken woning Tent, hotelkamer of hut Garage of winkel etc. die binnenshuis doorgang heeft met de woning Kamerbewoning 59
Voorwaarden Awob bij betreden woning In principe altijd: Legitimeren
(bij groep 1 x = leider)
Mededeling doel Toestemming vragen
Indien geen toestemming: Machtiging binnentreden woning gebruiken Machtiging zo mogelijk tonen Verslag binnentreden = PV
(bewoner, OvJ, (HOvJ) ) binnen 4 dagen
Geen toestemming of machtiging nodig bij: ernstig en onmiddellijk gevaar voor personen of goederen 60
Eisen toestemming Toestemming: – – – –
(bewust, bevoegd en vrijwillig)
Duidelijk vragen Daarna duidelijk ja, anders is het nee Kan blijken uit woorden of daden Uitdrukkelijk of stilzwijgend
1 bewoner (gezinslid) tegen
= geen toestemming
De bewoner mag zich bedenken
= einde toestemming
Kinderen vallen onder het gezag van de ouders Binnentreden = betreden = zoekend rondkijken (meer niet!) 61
Binnentreden zonder legitimatie en mededeling doel (wel met schriftelijke machtiging) Geen legitimatie en mededeling doel: Bij gevaar (AT) Als dit feitelijk onmogelijk is (niet thuis) Als dit strafvordering schaadt (tactische zet/VH feit)
Ter beoordeling van de opsporingsambtenaar Verplicht alsnog te doen zodra praktisch mogelijk
62
Beperking binnentreden Binnentreden in de nacht (00.00-06.00) OF Bij afwezigheid bewoner
ALLEEN INDIEN - dit dringend noodzakelijk is - de machtiging dit uitdrukkelijk bepaalt 63
Schriftelijke machtiging binnentreden woning Bevoegd om af te geven: – Advocaat-generaal bij het gerechtshof – Officier van justitie – Hulpofficier van justitie Ten hoogste geldig t/m de 3e dag na die waarop zij is afgegeven Machtiging voor één woning en max. drie andere Vergezelling (alleen indien noodzakelijk) ook op de machtiging De burgemeester is bevoegd voor NIET strafvorderlijke doeleinden Rechters (RC), leden van het OM, de burgemeester en de gerechtsdeurwaarder zijn bevoegd om zonder machtiging in een woning binnen te treden, mits bij wet geregeld 64
Betreden van de beschermde plaatsen De Awob noemt in artikel 12: Vergaderruimten SG, PS en GR
(gekozen volksvertegenwoordiging)
Ruimten godsdienstoefening/bezinningssamenkomst Ruimten waarin terechtzittingen worden gehouden
Bescherming alleen gedurende de bedoelde activiteit BUITEN HETERDAAD MAG HIER NIET WORDEN OPGETREDEN KRACHTENS WETTELIJK VOORSCHRIFT (op heterdaad dus wel!) Buiten heterdaad daar niet aanhouden of in beslag nemen, ook als spreekt het WvSv over “alle plaatsen”. Deze bijzondere bepaling (art.12) gaat vóór op de algemene bepaling uit het WvSv. Burgers mogen hier NIET aanhouden, ook niet op heterdaad.
65
Onbevoegd binnentreden De ambtenaar: – – – –
Met overschrijding van zijn bevoegdheid Zonder inachtneming van de bij wet bepaalde vormen (Awob) In de woning (of besloten lokaal) Diens ondanks binnentreedt.
Gevolgen: – – – –
Ambtenaar is strafbaar Onrechtmatig optreden Bewijs hieruit is onrechtmatig, mogelijk vrijspraak als gevolg Overheid civiel aansprakelijk
Belang en verzuim wordt afgewogen door de rechter 66
Staande houden (WvSv 52 en 27a) Staande houden
De verdachte dwingen te blijven staan / kort ter plaatse op de houden
Doel
Identiteit van verdachte vaststellen door te vragen naar zijn ID gegevens
Wie is bevoegd
De opsporingsambtenaar
Wanneer
Op en buiten heterdaad
De verdachte
Is niet verplicht ID op te geven. Onjuiste ID-gegevens opgeven is wel strafbaar. Inzage vorderen van een ID-bewijs is een andere bevoegdheid.
67
Staande houden Staande houden = een dwangmiddel Bevel OF vordering bestaat niet Verdachte hoeft niet mee te werken Weglopen is dus niet strafbaar Vastpakken, moet de verdachte gedogen Getuige mag niet worden staande gehouden
Staande houden mag niet worden gebruikt om te kijken OF iemand verdachte is 68
Verdachte geeft geen ID op… en dan ……? 1. Vorderen inzage ID-bewijs (Art. 8 Politiewet 2012) Taak
= strafrechtelijke handhaving
Aanleiding
= verdachte strafbaar feit
2. Onderzoek kleding en zaken die hij met zich voert ter vaststelling ID (BOA + PW art. 7, lid 1 en 3 op akte) 3. Aanhouden voor het gepleegde feit
(heterdaad of VH)
4. Aanhouden op heterdaad voor niet voldoen inzage ID/toonplicht 447 WvSr 69
Wet op de identificatieplicht Artikel 2 WID: Verplichting om vanaf 14 jaar op 1e vordering een voorgeschreven ID-bewijs ter inzage aan te bieden aan de bevoegde ambtenaar
Voorgeschreven ID-bewijzen WID: – – – –
Nationaal paspoort Nederlandse ID-kaart Rijbewijs (Eu/EER+foto+registratie&wonen NL) Vreemdelingendocument
– Verblijfsdocument – W-document 70
Bevoegd tot deze inzagevordering ID-bewijs Artikel 8 Politiewet 2012 – Elke (141+142) is bevoegd om deze inzagevordering te doen – Onder de voorwaarde dat dit: redelijkerwijs noodzakelijk is + in het kader van zijn taak – Personen van 14 jaar en ouder moeten hieraan voldoen politieambtenaar = politietaak elke BOA in het kader van zijn taak
Redelijkerwijs noodzakelijk = een specifieke aanleiding niet per se aan de verdachte (personen) controle ID van de staande gehouden verdachte = prima aanleiding Artikel 5:16 a Algemene wet bestuursrecht geeft deze bevoegdheid (onder voorwaarde van evenredigheid) aan: – de toezichthouder
71
De vordering & niet voldoen Kortom: iedere opsporingsambtenaar is bevoegd tot het vorderen van inzage van een ID-bewijs ALS er een specifieke aanleiding is binnen zijn (politie/BOA) taak. Personen van 14 jaar en ouder moeten hieraan voldoen.
Niet voldoen: Het (opzettelijk) niet voldoen aan de inzageverplichting/ toonplicht is een strafbaar feit conform artikel 447e WvSr Art 184 WvSr = n.v.t.
In het proces-verbaal – Taakelement (openbare orde/strafr.HH/hulpverl.) – Specifieke aanleiding Concrete activiteit/feiten, omstandigheden die ten grondslag liggen
72
Aanhouden De verdachte zijn vrijheid ontnemen teneinde hem te geleiden voor de organen van politie (hulpofficier) of justitie (officier) Op heterdaad : een ieder is bevoegd – een ieder = ook de burger – een ieder = niet per se degene die het zelf ontdekte
Op heterdaad ontdekt strafbaar feit: Terwijl het strafbaar feit gaande is Terstond nadat het begaan is Niet langer dan kort na ontdekking Jurisprudentie: bij onafgebroken zoeken tot wel 30 uur
73
Na de aanhouding op heterdaad Burgers – onverwijld overdragen opsporingsambtenaar
Overige opsporingsambtenaren – Ten spoedigste voorgeleiden (Hulp)OvJ – Op hun bevel naar plaats van verhoor
(Hulp)OvJ – Geleiden naar een plaats van verhoor 74
De voorgeleiding door de (hulp)OvJ Doelen van de voorgeleiding: Toetsen van de aanhouding – Wetmatig – Rechtmatig – doelmatig
Bepalen of verdachte voor onderzoek wordt opgehouden
Rechtmatigheidtoets is in het belang van de verdachte 75
Aanhouden buiten heterdaad 1. De bevoegdheid van de OvJ Getrapte/afgeleide bevoegdheid:
OvJ
HulpOvJ
opsporingsambtenaar
“Indien de komst niet kan worden afgewacht…………..” (onverwijld voorgeleiden + de HulpOvJ onverwijld kennis aan de OvJ)
+ De (Hulp)OvJ kan een aanhouding ook bevelen
2. Alleen bij misdrijven waarop VH mogelijk is: VH 67, lid 1: bij 4 jaar of meer + verduistering, mishandeling, ….…..(aantal met name genoemde) VH 67, lid 2: misdrijf + gevangenisstraf en geen bekend adres in NL 76
Ophouden voor onderzoek Na de voorgeleiding (Hulp)OvJ Is een bevoegdheid van de (Hulp)OvJ Doelen: Bewijs/waarheidsvinding Identiteit verdachte (Hulp)OvJ kan tot een volgende stap komen
Termijn: Maximaal 6 uur Begint bij het bevel daartoe 00.00- 09.00 telt niet mee Verhoor opsp.ambt., onder verantw. (Hulp)OvJ
77
Ophouden ter vaststelling identiteit Is een bevoegdheid van de (Hulp)OvJ – Nieuwe termijn/nieuw (schriftelijk) bevel – Maximaal 6 uur – 00.00-09.00 telt niet mee
Doel – Alleen t.b.v. vaststelling ID (geen verhoor meer!)
Niet bij iedere verdachte – Alleen bij een verdachte: van wie de identiteit niet is vastgesteld en verdacht van een feit waarop geen VH mogelijk is 78
Inverzekeringstelling Is een bevoegdheid van de (Hulp)OvJ 3 x 24 uur Voorwaarden: – VH feit – Onderzoeksbelang ID verdachte is ook een onderzoeksbelang, naast waarheidsvinding of uitreiken dagvaarding
Kan bij dringende noodzakelijkheid door de OvJ worden verlengd met 3 x 24 uur 79
Voorlopige hechtenis (VH) Bevel bewaring – RC – Ten hoogste 14 dagen Bevelen gevangenneming/gevangenhouding – Rechtbank – Ten hoogste 90 dagen
80
IVS of ophouden ID of heenzenden Na ophouden voor onderzoek (6 uur)
Feit met VH
OF
heenzenden (6-uurszaak)
Feit zonder VH + geen ID verdachte
+ Onderzoeksbelang IVS 3X24 uur = (H)OvJ)
Ophouden ID * Doel = alleen ID/ geen verhoor
(Verlenging IVS 3X24)= (OvJ)
* Bevoegd = (Hulp)OvJ * Bevel van opmaken
Bewaring (= VH) 14 dagen = (RC)
* Termijn = max. 6 uur
Gevangennemen/-houden (=VH) 90 dagen = (rechtbank)
81
Onderzoeken identiteit verdachte 1. Iedere aangehouden verdachte: Vragen naar identiteitsgegevens + onderzoek identiteitsbewijs De 141 en 142 bevoegd en verplicht
2. Aangehouden of verhoorde verdachte van een VH feit (67, 1): Foto’s en vingerafdrukken De 141 en 142 (adm./tech. politie) bevoegd en verplicht
3. Iedere andere aangehouden of verhoorde verdachte = (geen VH feit 67, 1) + twijfel over zijn ID: Foto’s en vingerafdrukken Alleen op het bevel van de (hulp)officier
82
Verwerking vingerafdrukken Al deze vingerafdrukken worden bewaard en vergeleken met: – Alle vingerafdrukken die eerder van verdachten zijn genomen – Vingerafdrukken die genomen zijn van vreemdelingen, als verdachte vermoedelijk vreemdeling is Deze foto’s en vingerafdrukken (die genomen zijn t.b.v. vaststellen ID verdachte) worden ook gebruikt voor: – Voorkomen, opsporen, vervolgen en berechten van strafbare feiten en ID-vaststelling van een lijk
83
Strafrechtsketennummer SKN Uniek nummer voor iedere verdachte van wie de ID is vastgesteld Toegekend door de minister van Veiligheid en Justitie Op zichzelf een betekenisloos nummer Hulpmiddel ter voorkoming van persoonsverwisselingen bij de verwerking van inhoudelijke gegevens Ieder SKN wordt 1 x toegekend en behoort bij 1 persoon en in beginsel alleen nadat de ID werd vastgesteld – De anonieme verdachte krijgt uiteindelijk ook een SKN, gekoppeld aan vingerafdruk en foto
84
Onderzoek kleding & (aan/in) lichaam (Opsporingsfouillering) Doel = waarheidsvinding – Inbeslagneming van sporen/bewijs – In (overig) belang van het onderzoek (lichaam)
Voorwaarden – Aangehouden verdachte – Tegen wie ernstige bezwaren bestaan Ernstige bezwaren: = Meer dan een redelijk vermoeden van schuld = Grote mate van waarschijnlijkheid
85
Opsporingsfouillering = waarheidsvinding / ter IBSN Onderzoek aan de kleding: – – – – –
Elke (overige) opsporingsambtenaar Gaat zover als voor het onderzoek nodig is Geen bagage Op elke plaats Niet per se van gelijk geslacht
Burgers zijn hiertoe niet bevoegd!
86
Onderzoek kleding & lichaam (opsporingsfouillering: waarheid/IBS) Onderzoek aan het lichaam – De (Hulp)Officier van Justitie (kan bepalen dat…..) – Aan het lichaam en aan de holten van het bovenlichaam
Onderzoek in het lichaam – De officier van justitie bepaalt, uitgevoerd door een arts In – – –
het lichaam: in lichaamsholten bovenlichaam kijken naar/ aan/in de lichaamsholten onderlichaam röntgen en echo
Niet: indien om geneeskundige redenen ongewenst Aan en in het lichaam op besloten plaats en zo mogelijk door hetzelfde geslacht 87
Fouillering vaststelling ID Doel = vaststellen ID (alleen indien noodzakelijk = twijfel juistheid) Voorwaarden: – Staande gehouden of aangehouden verdachte – Noodzaak = eerst vragen ID en medewerking/inzage vorderen + twijfel juistheid opgegeven/verstrekte ID-gegevens
Wat: – Kleding en zaken bij of met zich gevoerd (jasje, tasje, dashboardkastje)
Wie: – De 141 en de aangewezen categorie ambtenaren = de 142 met deze bevoegdheid op de akte (gekoppeld aan art. 7 lid 1 + 3 Pw)
Niet in het openbaar tenzij noodzakelijk (PV van opmaken) 88
Schema fouillering Doel
Waarheid/ inbeslagneming
Vaststelling ID
Waarheidsvinding
ID vaststellen
Inbeslagneming bewijs Bij de verdachte
Aangehouden
Staande gehouden
+
OF
Ernstige bezwaren
Aangehouden
Wanneer
Na aanhouding
Noodzaak/ twijfel ID
Wie bevoegd
Opsp.A.
= kleding
141 + 142
HulpOvJ
= aan het lichaam
OvJ+arts = in het lichaam
met PW 7,lid1 en 3 op akte
Kleding en zaken bij of met zich gevoerd 89
Eigendom/bezit/houderschap BW Eigendom = meest omvattende recht op een zaak – De eigenaar heeft zijn zaak niet altijd in bezit
De bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn totdat het tegendeel is aangetoond De houder houdt een goed voor een ander – Is de bezitter die het eigendomsrecht van de ander erkent
Bij het in beslag nemen niet van belang wie de eigenaar is van de zaak Bij beëindigen van beslag/teruggeven aan: de beslagene (bezitter ten tijde van het beslag) degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt Eigenaar zijn is geen voorwaarde!
90
Inbeslagneming (IBSN) Art 134 WvSv.: – Het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve van strafvordering
IBSN - Jurisprudentie HR.: – vrije beschikking over het voorwerp bij de ander opgeheven + voorwerp onder de macht van de ambtenaar – IBSN = een daad, de mededeling is onvoldoende – Veiligstellen voor onderzoek = inbeslagneming 91
Vatbaar (94 WvSv) Vatbaar zijn zaken die: De waarheid aan het licht kunnen brengen
(sporen/bewijs)
of Het wederrechtelijk voordeel kunnen aantonen
(aard en omvang)
of Waarvan de rechter de verbeurdverklaring kan bevelen (bijkomende straf op vordering van de OvJ)
of Waarvan de rechter de onttrekking aan het verkeer kan bevelen (maatregel op vordering OvJ) Inbeslagneming bleek onjuist
= rechtmatig
Inbeslagneming terwijl je wist dat … = onrechtmatig 92
Bevoegdheid IBSN voor een ieder (95 WvSv) Wie is bevoegd: Hij die de verdachte aanhoudt of staande houdt Burger op heterdaad na aanhouding Opsporingsambtenaar na staande- of aanhouding Vrijwillige afgifte = altijd bevoegd
Welke voorwerpen: De vatbare voorwerpen die de verdachte met zich voert
(on) zichtbaar)
Voor onzichtbare voorwerpen in de kleding: -
vrijwillig uitnemen
-
fouilleren (kleding) door de opsporingsambtenaar (eerst aanhouden) 93
Bevoegdheid IBSN opsporingsambtenaar (96 Sv) De opsporingsambtenaar is bevoegd om vatbare zaken in beslag te nemen Om dit mogelijk te maken is hij bevoegd om alle plaatsen te betreden – Op heterdaad voor alle feiten – Buiten heterdaad feit met VH
(art 67, lid 1 Sv)
Alle plaatsen = ook de woning (toestemming of machtiging) Betreden = zoekend rondkijken en niet doorzoeken
Hij is bevoegd de zaak te bevriezen in afwachting RC of OvJ Deze maatregelen ter “bescherming” van de vatbare voorwerpen kunnen de vrijheid van personen beperken. 94
Uitlevering voorwerpen bevelen ter inbeslagneming Uitsluitend bij misdrijven met VH Het bevel: – – – –
Gericht aan de vermoedelijke houder Mondeling (in PV) of schriftelijk Bij weigering = bevriezen en later doorzoeken De houder pleegt bij weigering het misdrijf art. 184 WvSr.
Dit bevel mag niet aan de verdachte worden geven Aan dit bevel hoeven niet te voldoen: – Verschoningsgerechtigden (familie) en geheimhouders – Een persoon die door deze uitlevering zelf verdachte wordt De verdachte mag wel verzocht worden om uit te leveren
95
Afhandeling inbeslaggenomen voorwerpen Na het in beslag nemen: Zoveel mogelijk een bewijs van ontvangst Altijd een KvI opmaken t.b.v. de afhandeling voorwerp
Afhandeling voorwerpen (geen strafvorderlijk belang meer) Teruggave aan degene bij wie in beslag genomen is –
Voormalige bezitter (beslagene) wordt vermoed rechthebbende te zijn van een goed totdat het tegendeel is aangetoond
Afstandsverklaring = schriftelijk t.o.v. (B)OA of RC Na afstand kan de HulpOvJ of OM een andere beslissing nemen – Naar de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon – Bewaren door een aangewezen bewaarder 96
Dwangmiddelen m.b.t. plaatsen 1. Ter aanhouding Betreden van plaatsen ter aanhouding Doorzoeken van plaatsen ter aanhouding
2. Ter inbeslagneming Betreden van plaatsen ter inbeslagneming Doorzoeken van plaatsen ter inbeslagneming
Betreden = zoekend rondkijken Doorzoeken = gericht en stelselmatig zoeken 97
Betreden plaatsen ter aanhouding
Heterdaad
Opsporingsambtenaar
Burger
Alle plaatsen
Bij misdrijven
• Ook de woning
Alle plaatsen
• Ook de “drie Awob”
• Niet de woning • Niet de “drie 12 Awob”
Buiten heterdaad
Alle plaatsen
(VH feit)
• Niet de “drie art.12 Awob”
• Ook de woning
GEEN BEVOEGDHEID
98
Doorzoeken plaatsen ter aanhouding De opsporingsambtenaar is bevoegd om elke plaats te doorzoeken ter aanhouding – met machtiging van de OvJ.
Bij vluchtgevaar of gevaar voor derden – zelf doorzoeken en OvJ achteraf in kennis stellen. Bij de woning wel een schriftelijke binnentreedmachtiging Doorzoekmachtiging woning vervangt binnentreedmachtiging
99
Betreden plaatsen ter inbeslagneming De opsporingsambtenaar is bevoegd om alle plaatsen te betreden ter inbeslagneming van vatbare voorwerpen Op heterdaad voor alle feiten + Buiten heterdaad, VH-feit
(art 67 lid 1 WvSv)
Hij is bevoegd de zaak te bevriezen in afwachting RC of OvJ indien de plaats doorzocht moet worden Bevriezen = maatregelen om wegmaking of beschadiging van in beslag te nemen voorwerpen te voorkomen 100
Doorzoeken plaatsen ter inbeslagneming HR.: doorzoeken is gericht en stelselmatig zoeken naar voor inbeslagname vatbare voorwerpen
Soort plaats
Bevoegd
Vervoermiddel
de opsporingsambtenaar zelf
Overige plaats
officier van justitie
Woning en kantoor geheimhouder
rechter-commissaris
Bij dringende noodzakelijkheid: RC
OvJ+ machtiging RC
HulpOvJ + machtiging RC
OvJ
HulpOvJ+ machtiging OvJ 101
Doorzoeken vervoermiddelen Zelfstandige bevoegdheid van de opsporingsambtenaar Op heterdaad voor alle feiten Buiten heterdaad voor VH feiten
Tevens bevoegd tot: Vorderen dat bestuurder het vervoermiddel tot stilstand brengt Vervoermiddel (door de bestuurder laten) overbrengen Zich de toegang verschaffen
Pas op het woongedeelte = woning (voorwaarden Awob) 102
Strafrecht Materieel SR Strafbare feiten + straf + algemene bepalingen Art. 1 WvSr: ‘feiten strafbaar gesteld bij wettelijke strafbepaling’
Wetboek van Strafrecht 1.Algemene Bepalingen 91“Tenzij de Wet anders bepaalt” 2. Misdrijven 3. Overtredingen
Lagere wetgeving • AMvB • A.P.V. • Keur
Formeel SR Strafvordering Strafproces/bevoegdheden Art. 1 WvSv:’strafvordering alleen bij WET’
Bijzondere wetten • • • •
Opiumwet WVW WWM WED
Wetboek van Strafvordering Wet op de rechterlijke organisatie Algemene wet op het binnentreden 103
Legaliteitsbeginsel = artikel 1 WvSr Gedraging moet eerst strafbaar gesteld zijn in een wettelijke strafbepaling voordat iemand voor deze gedraging gestraft kan worden Wettelijke strafbepaling
(in wettelijk voorschrift)
= Niet alleen in de Wet OOK in: AMvB, ministeriële regeling of verordening (APV)
Geen terugwerkende kracht Verandering wetgeving = meest gunstige bepaling voor de verdachte toegepast
104
Territorialiteitsbeginsel = artikel 2 WvSr De NL strafwet is van toepassing op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt
-
Vlagbeginsel
(art. 3 WvSr uitbreiding territorialiteit)
Ook van toepassing op een ieder die zich buiten Nederland aan boord bevindt van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig
105
Slotbepaling: artikel 91 WvSr Is het laatste artikel van het boek Algemene bepalingen van het Wetboek van Strafrecht Voorbeelden algemene bepalingen: – – – –
Legaliteit en territorialiteit Poging misdrijf is strafbaar (poging overtreding niet strafbaar) Medeplichtigheid misdrijf is strafbaar (aan een overtreding niet) Strafuitsluitingsgronden
Slotbepaling zegt: de algemene bepalingen zijn van toepassing op alle strafbare feiten, tenzij een andere WET anders bepaalt.
106
Opbouw wettelijke strafbepaling Norm – Is de delictsomschrijving = de verboden gedraging – Bestaat uit 1 of meerdere bestanddelen
Alle bestanddelen uit de norm moeten voltooid zijn om de verdachte als dader of medeplichtige te straffen
Kwalificatie = de naam van het artikel Sanctie = de maximale straf die op feit staat 107
Voorwaarden voor de strafbaarheid 1. Alle bestanddelen dienen voltooid te zijn om de verdachte als dader (pleger, medepleger, doen pleger of uitlokker) of medeplichtige te kunnen straffen + het feit is strafbaar gesteld in een wettelijke strafbepaling 2. Geen straf zonder wederrechtelijkheid (= element) Noodweer, overmacht (noodtoestand), wettelijk voorschrift, bevoegd ambtelijk bevel (rechtvaardigingsgronden)
3. Geen straf zonder schuld (verwijtbaarheid = element) Ontoerekeningsvatbaar/noodweerexces/ overmacht/onbevoegd bevel/AVAS Wederrechtelijk
(zonder rechtvaardigingsgrond)
In strijd met het recht/zonder daartoe gerechtigd te zijn/zonder redelijk doel
108
Aangifte en klacht Feiten zijn in principe ambtshalve vervolgbaar – Het OM vervolgt op eigen initiatief/wil benadeelde niet van belang – Het OM heeft geen plicht tot vervolgen
Enkele misdrijven alleen op klacht vervolgbaar – OM mag alleen vervolgen als benadeelde hierom verzoekt – Ook hier bestaat voor het OM geen plicht tot vervolgen
Absolute klachtdelicten: – Belediging – Belaging (ook wel stalking genoemd)
Relatieve klachtdelicten =
bepaalde ambtshalve vervolgbare feiten, begaan binnen de familierelatie = daardoor klachtdelict – Diefstal, verduistering, vernieling etc. 109
Klacht (delicten) Klacht is aangifte + het verzoek tot vervolging De wil van de benadeelde is voor het OM van doorslaggevend belang om de verdachte te mogen vervolgen Geen klacht = geen vervolging Kan binnen 8 dagen na indienen worden ingetrokken door de indiener
Bepaalde vermogensmisdrijven binnen het huwelijk gepleegd, zijn uitgesloten van vervolging 110
Opnemen aangifte Alleen bij een bevoegde opsporingsambtenaar Deze is verplicht om de aangifte op te nemen Ieder die kennis draagt van een strafbaar feit kan daarvan aangifte doen – of een gemachtigde
Geen leeftijdsgrens of ander criterium Redelijk vermoeden is voldoende Kan alleen van een strafbaar feit Intrekken kan niet (ambtshalve vervolgbaar) 111
Opnemen aangifte Wijze van aangifte: – Mondeling of schriftelijk – Mondelinge aangifte wordt op schrift gesteld – Voorlezen – Door aangever en ambtenaar ondertekenen – Op verzoek een kopie voor aangever
112
Opnemen klacht Klacht alleen door klachtgerechtigde die kennis heeft van – Benadeelde (of <16 de ouders/voogd)
OvJ en HulpOvJ zijn bevoegd voor ontvangst – Opsporingsambtenaar kan de klacht opnemen
Intrekken kan binnen 8 dagen na dag van indienen
Net als bij de aangifte: Verplicht op te nemen Op schrift te stellen en voor te lezen Ondertekenen door: indiener, ambtenaar + de HOvJ (ontvangst)
113
Aangifte en klacht Valse aangifte of klacht doen van een strafbaar feit is strafbaar gesteld – Moet wel om een strafbaar feit gaan – Vergissen is daarbij niet strafbaar
Aangifte of klacht doen van een verjaard feit is zinloos omdat vervolging niet mogelijk is – Misdrijven verjaren afhankelijk van de ernst ervan – Overtredingen verjaren na 3 jaren
114
Schuld in ruime zin OPZET De daad en bedoeld verboden gevolg
- Willens en wetens / de daad + dit gevolg SCHULD
- Met het oogmerk
In ruime zin
SCHULD
IN ENGE ZIN
Onbedoeld verboden gevolg - Grove nalatigheid - Aanmerkelijk onachtzaam 115
Schuld en opzet zijn vormen van schuld Geen algemene bepalingen uit het WvSr Ontstaan uit jurisprudentie Komt als bestanddeel vaak voor in het artikel
Indien schuld of opzet (of synoniem) als bestanddeel in het artikel staat, dan moet het OM deze vorm van schuld ook bewijzen Bij overtredingen wordt schuld aangenomen tot het tegendeel blijkt. Geringe schuld is voldoende en hoeft verder niet bewezen te worden 116
Poging - Taalkundig:
mislukt streven, proberen zonder te slagen
- Strafrechtelijk: niet voltooid misdrijf + begin uitvoering WvSr: Alleen een poging tot een misdrijf is strafbaar (tenzij een WET anders bepaalt)
De poging is pas strafbaar bij een begin van de uitvoering = uitvoeringshandeling De dader die zich uit vrije wil terugtrekt terwijl het feit niet voltooid wordt = niet strafbaar voor poging Strafmaximum hoofdstraffen met 1/3 verminderd 117
Voorbereiding Voorbereiding staat los van de poging! Voorbereiding kan ook strafbaar zijn: – Misdrijf > 8 jaar gevangenisstraf – Bepaalde voorbereidingshandelingen
Strafmaximum hoofdstraffen met ½ verminderd
118
Deelneming aan strafbare feiten Twee mogelijkheden om gestraft te worden: - Pleger 1.DADER
- Medepleger - Doen pleger - Uitlokker
2.MEDEPLICHTIGE
Op verzoek van de dader opzettelijk behulpzaam tijdens of voorafgaand aan het misdrijf Geen uitvoering (strafmax. - 1/3) 119
Deelneming Pleger – Voert alle bestanddelen zelfstandig uit – Meerdere plegers naast elkaar is mogelijk
Medeplegers – Minimaal 2 daders – In nauwe en bewuste samenwerking mede uitvoeren – Ieder verricht uitvoeringshandelingen
120
Deelneming Doen pleger
(zelf geen uitvoering, een ander laten plegen)
– Altijd sprake van 2 daders – Intellectuele dader doen pleger = strafbaar – Materiële dader pleger = niet strafbaar
De materiële dader (= pleger): – Werd door de doen pleger aangezet (of misleid) – Heeft zelf zonder enige schuld gehandeld – Kan zich beroepen op een strafuitsluitingsgrond , m.n. overmacht
121
Deelneming Uitlokker
(zelf geen uitvoering, een ander uitlokken te plegen)
– Ook hier zijn er minimaal 2 daders uitlokker = strafbaar – Intellectuele dader – Materiële dader pleger = strafbaar
Wel + één van de 9 uitlokkingsmiddelen: giften / beloften gelegenheid / middelen /inlichtingen, misbruik gezag / misleiding / geweld /bedreiging
122
Deelneming
Medeplichtige – In principe alleen strafbaar bij een misdrijf (tenzij een formele wet anders bepaalt) – Opzettelijk behulpzaam bij het misdrijf – Opzettelijk gelegenheid,middelen of inlichtingen verschaffen tot het misdrijf – Niet achteraf maar bij of tot – Initiatief ligt bij de dader Ondersteunings- of voorbereidingshandelingen – Maximum hoofdstraffen minus 1/3 De medeplichtige is opzettelijk behulpzaam bij of tot een misdrijf op verzoek van de dader en pleegt zelf geen uitvoeringshandelingen
123
Strafbaarheid van rechtspersonen Privaatrechtelijke
(NV, BV, vereniging en stichting)
Publiekrechtelijke
(staat, provincie, gemeente en waterschap)
Strafbare feiten kunnen worden begaan door: A. natuurlijke personen B. EN DOOR RECHTSPERSONEN Niet alle feiten zijn praktisch mogelijk – ‘Binnen de sfeer van de onderneming’
Idem niet alle straffen
(voornamelijk vermogensstraffen) 124
Strafuitsluitingsgronden Algemene strafuitsluitingsgronden: in WvSr Alleen aan de orde als de rechter eerst heeft vastgesteld dat de verdachte de dader of medeplichtige is aan het ten laste gelegde feit Indien er volgens de rechter sprake is van een strafuitsluitingsgrond is de uitspraak ‘ontslag van rechtsvervolging’ Strafuitsluiting (géén straf) omdat: Verdachte geen schuld heeft aan het gepleegde feit of Verdachte het feit niet in strijd met het recht pleegde = rechtvaardigingsgrond voor het feit
125
Ontoerekeningsvatbaar Gebrekkige ontwikkeling geestvermogens Ontoerekeningsvatbaar
of Ziekelijke stoornis geestvermogens
Geen schuld aan het feit = geen straf (wel maatregel)
Niet inbegrepen = wel schuld Alcohol en drugs Verminderde toerekeningsvatbaarheid (omstandigheid) 126
Overmacht Elke kracht, dwang of drang waaraan men redelijkerwijs geen weerstand kan bieden.
Overmacht : Kracht
= de mens als instrument/ theoretisch
geen schuld
Dwang
= gedwongen door een andere persoon
geen schuld
Drang
= noodtoestand (drang der omstandigheden)
rechtvaardigingsgrond 127
Noodweer Altijd 2 partijen – Aanvaller – Verdediger
Verdediging mag, tegen een – Ogenblikkelijke aanval = – Wederrechtelijke aanval =
aanval nog bezig aanval in strijd met het recht
Verdediging moet geboden + noodzakelijk zijn = geen andere keuze en proportioneel + minst ingrijpende middel
128
Noodweer Verdedigd mag worden:
Eigen of andermans: lijf eerbaarheid goed
De verdediging rechtvaardigt het gepleegde strafbare feit 129
Noodweerexces Bijzonder vorm van noodweer / (valt onder) noodweer
Noodweerexces 3 voorwaarden: – Noodweersituatie – Overschrijding door hevige gemoedsbeweging – Onmiddellijk gevolg van de aanranding
Verdediging te sterk of geweld gebruikt na einde aanval Door de hevige gemoedsbeweging = geen schuld aan het feit
130
Wettelijk voorschrift Twee geschreven wettelijke regels komen met elkaar in botsing
Strafbaar feit
Bevoegdheid = rechtvaardigingsgrond
Wettelijk voorschrift – Wetboek van Strafvordering – RVV – Ambtsinstructie 131
Ambtelijk bevel Strafbaar feit
Uitvoering ambtelijk bevel
Bevoegd gegeven = rechtvaardigingsgrond = pleger straffeloos
Onbevoegd gegeven bevel, voorwaarden voor straffeloosheid = zonder schuld te hebben gehandeld: – Aan een ondergeschikte
– Te goeder trouw als bevoegd – Binnen de kring van ondergeschiktheid gelegen 132
Eendaadse samenloop Indien één gedraging onder meer dan één strafbepaling valt, dan past de rechter toe:
2 x een algemene strafbepaling= die met de hoogste straf
1 x een algemene strafbepaling en 1 x een bijzondere strafbepaling = de bijzondere strafbepaling
133
Artikel 44 WvSr ambtelijke hoedanigheid
Commuun delict
art.44
+1/3 strafmax m.u.v. de geldboete
Hij die………
+
- macht
=
* Diefstal
- gelegenheid
* Verduistering
- middel
* Mishandeling
- of bijzondere ambtsplicht
Etc. 134
Omkoping Wat is verboden: Gift, belofte of dienst (aanbieden / accepteren) Vermoedende dat deze gedaan werd om de ambtenaar in zijn bediening: - iets te laten doen of laten
(vooraf)
of
- nadat hij iets heeft gedaan of gelaten
(achteraf)
In strijd met zijn plicht
=
strafbaar
Niet in strijd met zijn plicht
=
strafbaar 135
Omkoping De ambtenaar = “Passieve” omkoping De burger = “Actieve” omkoping
(362 en 363)
(177 en 177a)
Bewust een ambtenaar omkopen Aanbieden = actieve omkoping Ingaan op het aanbod = passieve omkoping Een ambtenaar die vraagt = passieve omkoping Een belofte moet wel voldoende concreet zijn 136
Meineed Opzettelijk een valse verklaring onder ede afleggen Onder ede in gevallen bij wet bepaald! Een proces-verbaal op ambtseed opgemaakt Getuige voor de rechter Kan mondeling en schriftelijk Vergissen is niet strafbaar In een strafzaak en in het nadeel van de verdachte levert een zwaardere straf op Verdachte staat NOOIT onder ede! 137
Valsheid in geschrift Valselijk opmaken of vervalsen – Geschrift (cijfers & letters) – Het geschrift kan iets bewijzen – Met het oogmerk het als echt te (laten) gebruiken
Gebruik maken van het valse geschrift als echt Opzettelijk afleveren of voorhanden hebben, wetende of redelijkerwijs vermoedende dat … Het maken is op zich niet strafbaar. Het gaat om het oogmerk het als echt en onvervalst te (doen) gebruiken 138
Huisvredebreuk Beschermde ruimten artikel 138 WvSr: – Woning – Besloten lokaal – (Besloten) Erf
Voorwaarden: – Bij een ander + in gebruik
139
Huisvredebreuk Artikel 138 beschermt de bewoner tegen: 1. Binnendringen
2. Niet langer dulden van iemand Binnendringen is strafbaar Met binnendringen – – – – –
(strafbaar)
wordt gelijk gesteld:
Braak of inklimmen Valse sleutel, order of kostuum In de nacht aangetroffen, anders dan bij vergissing/zonder kennis rechthebbende binnengekomen Tegen de uitdrukkelijke wil aangetroffen (ontzegging) HR: Binnengetreden, maar met een duidelijk wederrechtelijk doel 140
Niet langer dulden/ wederrechtelijk vertoeven 1. Overdag een persoon die onuitgenodigd door de deur een woning binnenloopt.
Is binnen zonder toestemming = wederrechtelijk vertoeven 1 x vorderen en vertrekken, anders strafbaar
2. Een uitgenodigd persoon in woning of in een besloten lokaal (café, winkel, bedrijf). Op zichzelf rechtmatig vertoeven Na 1 x vorderen onrechtmatig vertoeven Na 2e vordering strafbaar
141
Ambtelijke huisvredebreuk Bestanddelen bijna gelijk aan huisvredebreuk Alleen gepleegd door de ambtenaar
De ambtenaar = “diens ondanks” binnengetreden = zonder toestemming met overschrijding van zijn bevoegdheden OF zonder dat hij de bij wet bepaalde vormen in acht neemt (Awob) Dat wil zeggen dat er in 1e instantie wel sprake was van een uitgeoefende bevoegdheid 142
Ambtsdwang opzetmisdrijf Gedraging: Met geweld of andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of andere feitelijkheid de ambtenaar dwingen tot: het nalaten van een rechtmatige ambtverrichting of het volvoeren van een ambtsverrichting
Tegen wie: De ambtenaar die lijdelijk is. Wel of niet aan het werk. Is nog niet bezig met een ambtsverrichting (bevoegdheid) Beschermt de handeling van de ambtenaar
143
Wederspannigheid/verzet opzetmisdrijf Gedraging: Met geweld of bedreiging met geweld zich verzetten tegen de ambtenaar (in persoon) Tegen wie: De ambtenaar werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening Burgers die hem krachtens wettelijke verplichting of op zijn verzoek bijstaan Werkzaam = bezig met een bevoegdheid Beschermt de handelende ambtenaar, verzet tegen hem in persoon NIET STRAFBAAR : - lijdelijk verzet - verzet tegen onrechtmatig optredende ambtenaar
144
Ambtelijk bevel/belemmeren opzetmisdrijf Gedraging: Opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering krachtens wettelijk voorschrift gedaan
alsmede Een ondernomen handeling ter uitvoering van een wettelijk voorschrift: (een ondernomen bevoegdheid) Opzettelijk: beletten, belemmeren of verijdelen.
Tegen wie: de ambtenaar met enig toezicht belast, opsporingsambtenaar of RC handeling ter uitvoering van een wettelijk voorschrift = bevoegdheid = moet ondernomen en nog gaande zijn 145
Opschudding veroorzaken opzetmisdrijf Gedraging: Opschudding veroorzaken en Zich niet verwijderen, na het door bevoegd gezag gegeven bevel Uit jurisprudentie blijkt: terstond
Waar & tegen wie: Ter terechtzitting Ter plaatse waar een ambtenaar in het openbaar, in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening werkzaam is Bevoegd gezag = de Vz-rechtbank en de opsporingsambtenaar Werkzaam = bezig met een bevoegdheid 146
Eenvoudige belediging = klachtmisdrijf Beledigen staat niet in de wet. Bedoeld wordt het opzettelijk aanranden van iemands eer of goede naam (schelden)
Strafbare gedraging in het openbaar: – Mondeling, geschrift of afbeelding Beledigde hoeft niet aanwezig te zijn
Strafbare gedraging in zijn tegenwoordigheid: – Mondeling, aangeboden geschrift of afbeelding, feitelijkheden Beledigde is aanwezig, al dan niet met anderen
Roddel, 1-op-1 zonder de beledigde is niet verboden
147
Belediging van een ambtenaar Gedraging Bewust de ambtenaar beledigen
Beschermt alleen de ambtenaar: gedurende=
(tijdens zijn werk)
ter zake
=
of (achteraf en in relatie tot…)
de rechtmatige uitoefening van zijn bediening Ambtshalve vervolgbaar Indien bevoegd zelf PV Bij twijfel opzet op ambtenaar ook een klacht 266 148
Schema bevoegdheden I Bevoegdheid
Wie bevoegd
Voorwaarden
Staande houden
Iedere 141 en 142
Verdachte
Kort ter plaatse houden om te vragen naar ID
(Iedere (B)OA)
Op heterdaad Buiten heterdaad
Aanhouden op heterdaad
Een ieder
Heterdaad
Vrijheidsontneming ter voorgeleiding
Aanhouden buiten heterdaad
Verdachte
Alle strafb.feiten OvJ (getrapt)
Feit met VH
Spoed: HOvJ
- >4jaar
Spoed: (B)OA
- met name genoemde misdrijven
149
Schema bevoegdheden II Bevoegdheid
Betreden van plaatsen ter aanhouding Doorzoeken van plaatsen ter aanhouding
Wie bevoegd
(B)OA Burger alleen bij misdrijf (B)OA, in beginsel met machtiging OvJ vooraf
Voorwaarden
Alle plaatsen Alle plaatsen m.u.v. de woning en “12 Awob”
Alle plaatsen
Buiten heterdaad: Alleen bij een feit met VH + de getrapte bevoegdheid Burger niet bevoegd aan te houden In de bijzondere plaatsen art. 12 Awob wordt niet opgetreden
150
Schema bevoegdheden III Bevoegdheid Inbeslagneming (95 Sv)
Wie bevoegd Een ieder die aanhoudt De (B)OA die staande houdt
Inbeslagneming (96 Sv)
(B)OA Buiten heterdaad niet in de bijzondere plaatsen “12 Awob”
Voorwaarden Aangehouden of staande gehouden verdachte Vatbare voorwerpen, door verdachte met zich gevoerd Heterdaad/VH feit Alle vatbare voorwerpen Alle plaatsen betreden en zonodig bevriezen
151
Schema bevoegdheden IV Bevoegdheid Doorzoeken plaatsen ter inbeslagneming
Wie bevoegd (B)OA OvJ, spoed HOvJ met machtiging OvJ RC,spoed OvJ of HOvJ met machtiging RC
Uitlevering voorwerpen ter inbeslagneming
(B)OA
Voorwaarden Vervoermiddelen Overige plaatsen
Woning
Alleen bij VH feit Niet aan verdachte Versch.gerechtigde hoeft niet te voldoen 152
Schema bevoegdheden V Bevoegdheid
Wie bevoegd
Onderzoek kleding en lichaam ter inbeslagneming
(B)OA
HOvJ
aan lichaam
fouilleren waarheidsvinding
OvJ
in lichaam
Onderzoek kleding en zaken met zich gevoerd ter identiteit
142 Sv
Fouilleren ID
kleding
+ arts
142 Sv (BOA) +aangewezen categorie (akte)
Voorwaarden Aangehouden verdachte + ernstige bezwaren Geen bagage Aan/in lichaam op besloten plaats Staande of aangehouden verdachte Noodzaak (geen ID) Jasje,tasje,dashb.k. 153 B.v.k niet openbaar
Schema bevoegdheden VI Bevoegdheid Ophouden voor onderzoek
Wie bevoegd
Voorwaarden
OvJ
Na voorgeleiden
HOvJ
6 uur maximaal
(horen en ander onderzoek zoals ID)
Vanaf bevel 00.00-09.00 niet
Ophouden ID
OvJ
Feit zonder VH
(alleen ID)
HOvJ
Geen ID 6 uur maximaal 00.00-09.00 niet Bevel opmaken 154
Schema bevoegdheden VII Bevoegdheid IVS
Wie bevoegd
Voorwaarden
OvJ
VH feit
HOvJ
Maximaal 3 dagen Onderzoeksbelang
Maatregelen ID
De 141/142 voor de VH-feiten
Vanaf ophouden onderzoek
HOvJ voor de overige feiten bij twijfel ID
Foto en vingers
155
Schema bevoegdheden VIII Bevoegdheid
Wie bevoegd
Vorderen inzage ID
Elke 141 en 142 op grond van artikel 8 Pw 2012
- paspoort - ID-kaart
Plicht aanbieden ter inzage volgens art.2 WID Niet voldoen aan deze plicht = strafbaar volgens art. 447e Wetb. v. Strafrecht
Binnen de taak
• politie = Art. 3 Pw - opsporing
- rijbewijs - vreemdelingendocument
Voorwaarden
- openbare orde - hulpverlening Tzh Awb op grond van 5:16a • BOA = zijn taak
(Op personen waarop zijn toezicht zich richt en indien evenredig)
Aanleiding - verdachte - getuige/slachtoffer - andere aanleiding/ betrokkenheid
156
Bevoegdheden van de hulpofficier Aanhouden + bevel aanhouden buiten heterdaad, als het optreden van de OvJ niet kan worden afgewacht (getrapt)
Voorgeleiden + de verdachte naar plaats verhoor geleiden Bevel ophouden onderzoek (max.6) + bevel ophouden I.D. (max.6) Maatregelen ID (foto + vingers) bij geen VH feit + twijfel ID Inverzekeringstelling (3 x 24 uur) Bepalen dat verdachte aan lichaam of kleding wordt onderzocht Schriftelijke machtiging binnentreden woning Doorzoeken ter inbeslagneming met machtiging OvJ/RC (woning) Ontvangen van een klacht
157