Lesboek
Lesboek
Diploma Veilig Internet Lesboek
© copyright
Het Diploma Veilig Internet en het intellectueel eigendom Het lesmateriaal van het Diploma Veilig Internet kan gratis worden gedownload vanaf de website: www.diplomaveiliginternet.nl. Dit betekent echter niet dat het materiaal helemaal rechtenvrij is geworden. Het lesmateriaal wordt vrijgegeven door middel van een zogenaamde Creative Commons licentie. Er zijn verschillende licenties die de gebruiker verschillende rechten geven. Voor het Diploma Veilig Internet is gekozen voor de licentie: NaamsvermeldingNietCommercieel-GeenAfgeleideWerken. Dit betekent dat de gebruiker het werk onbeperkt mag kopiëren, verspreiden, tonen en op- en uitvoeren. Maar de gebruiker mag het werk niet voor commerciële doeleinden gebruiken en de gebruiker mag het werk ook niet bewerken. De voorwaarden staan hieronder vermeld. De volledige tekst van de licentie is te vinden op www.creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/2.5/nl/legalcode.
Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 2.5 Nederland De gebruiker mag: • het werk kopiëren, verspreiden, tonen en op- en uitvoeren • Onder de volgende voorwaarden: Naamsvermelding. De gebruiker dient bij het werk de door de maker of de licentiegever aangegeven naam te vermelden. Niet-commercieel. De gebruiker mag het werk niet voor commerciële doeleinden gebruiken. Geen Afgeleide werken. De gebruiker mag het werk niet bewerken.
• Bij hergebruik of verspreiding dient de gebruiker de licentievoorwaarden van dit werk kenbaar te maken aan derden. • De gebruiker mag uitsluitend afstand doen van een of meerdere van deze voorwaarden met voorafgaande toestemming van de rechthebbende. Het voorgaande laat de wettelijke beperkingen op de intellectuele eigendomsrechten onverlet. Dit is de vereenvoudigde (human-readable) versie van de volledige licentie.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Dit zijn wij
1
2
3
5
Sem Nienke Erik Shanti
5 5 6 6
Ik surf veilig
7
1.1. Ik surf veilig 1.2. Wat is internet? 1.3. Wie heeft toegang tot internet? 1.4. Leuke websites 1.5. Mail 1.6. Eigen e-mailadres 1.7. Spam 1.8. Hoax 1.9. Virussen 1.10. Wat doe je tegen al die ongewenste e-mail? 1.11. Wat doe je met al die ongewenste e-mail?
7 7 8 8 9 9 10 11 12 12 13
Is alles waar?
15
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8.
15 16 17 17 18 19 20 21
Is alles waar? Pas op! Pop –up GRATIS Stuur door Foto- en videobewerking Echt of niet? Detective
Speurneuzen
24
3.1. Zoek en gij zult vinden 3.2. Zoekmachines 3.3. Zoekwoorden 3.4. Controle, is alles waar? 3.5. Gokje wagen 3.6. Startpagina’s 3.7. Wikipedia / Wikikids 3.8. Afbeeldingen zoeken 3.9. Filmpjes zoeken 3.10. Copy Cat 3.11. Dubbele betekenis 3.12. Niet voor kinderen
24 24 25 26 26 28 28 29 30 30 31 31
Je bent nu hier: Lesboek - bladzijde 3
Diploma Veilig Internet - Lesboek
4
5
6
Wie ben jij?
35
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8.
35 36 37 38 38 39 40 42
Wie ben jij? Nickname Wie ben jij online? Profielsites Foto’s Webcam en mobieltjes Bewaak je privacy Wachtwoord
Digitaal pesten
46
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8.
46 46 47 48 49 50 51 51
Digitaal pesten Is digitaal pesten anders dan gewoon pesten? Kraken om te pesten Is een account van je gekraakt? Foto Ga toch weg Geef maar op Los het niet alleen op
Internet Respect
54
6.1. Internet Respect 6.2. Als ik de baas was 6.3. Heel belangrijk Eindtoets
54 54 55 56
Moeilijke woordenlijst
57
Colofon
60
Je bent nu hier: Lesboek - bladzijde 4
Inleiding
Dit zijn wij Sem Hoi, ik ben Sem. Ik zit op voetbal en ben fan van Oranje. Het liefst speel ik buiten. Meestal ben ik aan het voetballen met vrienden. Op internet speel ik het liefst voetbalgames. MSN heb ik niet. Ik heb wel een eigen profiel website. Daar staat natuurlijk heel veel op over voetbal en daar ben ik vrienden met heel veel andere jongens die van voetbal houden. Ik weet nog niet zo heel veel van internet. Vooral het zoeken naar informatie vind ik lastig. Als ik een website zoek, kan ik nooit de goeie vinden. Gelukkig willen Nienke, Erik en Shanti me dan wel helpen. CU (betekent ‘ik zie je’ volgens Erik)
Nienke Hi, ik heet Nienke. Mijn bijnaam is teigetje. Ik zit heel veel op MSN en op m’n profielsite. Dan chat ik met vriendinnen uit m’n klas. Ik heb ook een paar mensen op MSN die ik ken van vakantie. Ik zit op streetdance. Op internet kun je veel vinden over streetdance. De dansschool waar ik les heb heeft een eigen website. Je kunt ook veel informatie vinden over de dansen en over wedstrijden. Oja, ik heb een eigen mobieltje. Ik moet het beltegoed wel zelf betalen, dat is dan wel weer een beetje jammer. Nu heb ik wel genoeg verteld. Grtz (betekent groetjes) Nienke
Je bent nu hier: Lesboek - bladzijde 5
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Erik Heay, ik ben Erik. Nickname Wizzy. Ik weet alles van internet. Echt waar. M’n moeder werkt bij een computerbedrijf en heeft me alles geleerd. Ik kan zelfs m’n eigen computer bouwen. Soms ga ik met vrienden buiten spelen, maar meestal ben ik bezig met de computer. Of met een robot die ik kan programmeren. Op internet speel ik het liefst spelletjes met vrienden. Als ik uit school kom ga ik gelijk op de computer. Dan spreek ik af met anderen op MSN of we gaan met zijn allen online een game spelen. Wizzy Erik
Shanti Shanti is de naam. MissShnt eigenlijk. Zo heet ik op internet. Ik surf niet zo heel veel op internet. Ik vind het een beetje eng. Je weet nooit wat of wie je tegenkomt. Het liefst zit ik samen met vriendinnen te internetten. Dat is veel leuker dan in je eentje. Weet je wat leuk is op internet? Fanclubs. Van elke band of popster is wel een fanclub of een profielsite gemaakt. Je kunt dan leuke foto’s downloaden of nieuwe muziek luisteren. Als je goed zoekt kun je zelfs fimpjes van concerten bekijken. Bye MissShnt
Je bent nu hier: Lesboek - bladzijde 6
Ik surf veilig
1
Ik surf veilig
1.1. Ik surf veilig Deze lessen gaan over veilig internetten. Wat is veilig internetten? Hoe zorg je ervoor dat je kunt surfen zonder vervelende dingen mee te maken of te veel over jezelf te vertellen? Dat leer je allemaal in deze lessen.
1.2. Wat is internet? Internet is een grote bibliotheek. In de bibliotheek staan allemaal boeken met bladzijden en op internet staan allemaal websites met webpagina’s. De websites staan op grote computers. Zo’n speciale computer wordt een server (spreek uit: surver) genoemd. De servers staan over de hele wereld, net zoals er overal bibliotheken zijn. Alle servers zijn met elkaar verbonden door grote kabels en satellieten. Elke website is een boek op internet. Je kunt door het boek bladeren met een browser (spreek uit: brouwser). Bijvoorbeeld Internet Explorer of Firefox.
Moeilijke woorden kun je terugvinden op bladzijde 57
Er zijn nog veel meer verschillende browsers. Bijvoorbeeld Google Chrome, Firefox of Netscape.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 1 - bladzijde 7
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Alles wat je op internet zet kan door anderen gelezen en gekopieerd worden.
Alles wat je op internet zet, is jaren later nog steeds terug te vinden.
1.3. Wie heeft toegang tot internet? Iedereen die de beschikking heeft over een computer met internetaansluiting kan surfen op internet. Jij kunt dat op school en grote kans dat je thuis ook kunt internetten. Iedereen die kan surfen op internet, kan ook naar alle websites surfen op internet. Net zoals je de bibliotheek in kunt lopen en alle boeken kunt gaan lezen als je wilt. Dat betekent dus ook dat alles wat jij op internet zet, gelezen kan worden door anderen. Zelfs door anderen die je helemaal niet kent. Of door anderen waarvan je niet wilt dat ze het kunnen lezen. Wat je ook doet op internet, denk goed na! Hier komen we op terug in hoofdstuk 4.
1.4. Leuke websites Veel kinderen hebben favoriete websites of bezigheden op internet. De één chat met vriendinnen op MSN, de ander werkt elke dag even zijn profielwebsite bij. Weer een ander speelt het liefste games. Internet is niet alleen handig om met anderen te kunnen kletsen of spelletjes te spelen. Internet is ook een grote bron van informatie. Over elk onderwerp is wel informatie te vinden. Hoe je de juiste informatie kunt zoeken leer je in hoofdstuk 3.
Profielwebsites zijn bijvoorbeeld hyves.nl, cu2.nl, kindertent.nl
Wat doe jij het liefste op internet? Wat vind je het minst leuk op internet? Wat doe je als je iets tegenkomt wat je niet leuk vindt?
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 1 - bladzijde 8
Ik surf veilig
1.5. Mail Weet je wat het woord e-mail betekent? E-mail is voluit geschreven Electronic Mail, in het Nederlands is dat elektronische brief. E-mail verstuur je via internet. Je hebt een e-mail account nodig om te kunnen mailen. Dit kan via gratis providers zoals gmail.com, live.nl of hotmail.com.
1.6. Eigen e-mailadres Veel kinderen hebben een eigen e-mailadres.Wel zo handig om te kunnen mailen, msn-en en accounts aan te maken. Om gebruik te kunnen maken van Live Messenger (MSN), moet je een Windows Live ID aanmaken. Dit kun je doen via www.passport.net. Heb je al een e-mailadres? Dan kun je dat gebruiken voor het account.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 1 - bladzijde 9
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Onthoud wel altijd goed de wachtwoorden die bij de accounts horen. Hoe je een goed wachtwoord kunt bedenken en hoe je het kunt onthouden leer je in hoofdstuk 4. Als je een eigen e-mailadres hebt, aan wie geef je dit adres dan wel of juist niet door? Wil je dat iedereen je kan benaderen via dit e-mailadres? Of hou je je mail alleen voor vrienden, bekenden en familie? Je e-mailadres is privé. Het is van jou en van niemand anders. Je wilt vast niet dat anderen je wachtwoord kraken of dat je ongewenste mail ontvangt. Bijvoorbeeld spam (reclame) of een hoax (doorstuurmailtjes / kettingbrieven / nepwaarschuwingen) of mailtjes van mensen die je niet kent.
Maak opdracht 1 in het werkschrift
1.7. Spam Erik krijgt vaak e-mail met reclame. Er staat bijvoorbeeld in dat hij een verzekering kan afsluiten of dat hij pillen kan bestellen. Deze mails worden spam genoemd. Spam = ongewenste reclame e-mail. Hoe komt Erik aan de spam? Er zijn speciale robots op internet die het internet afzoeken naar e-mailadressen. Als zijn e-mailadres dus ergens op een site staat (bijvoorbeeld ook in een gastenboek of bericht) dan kan die robot het adres vinden en opslaan. Erik kan zijn e-mailadres hebben doorgegeven via een chatbox, zodat anderen het konden lezen. Wat ook kan is, dat hij zich eens bij een website heeft moeten aanmelden met een e-mailadres en het bedrijf zijn e-mailadres heeft opgeslagen en doorverkocht. Er zijn bedrijven die e-mailadressen verzamelen en doorverkopen aan andere bedrijven die graag reclame versturen.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 1 - bladzijde 10
Ik surf veilig
Geef je e-mailadres niet door op internet! Moet je toch een e-mailadres opgeven, vraag dan aan je ouders of je een tweede e-mailadres mag aanmaken. Dan geef je het tweede e-mailadres door op internet. Dat e-mailadres kun je verwijderen als je er te veel spam op ontvangt. Dan maak je gewoon een nieuw adres aan.
Gebruik een tweede e-mailadres als ‘spamadres’
1.8. Hoax Een hoax is een nepbericht of nepwaarschuwing. Het worden kettingbrieven op internet genoemd. Sem ontving een bericht waarin stond dat een jongetje met een ernstige ziekte geholpen kon worden door het bericht aan zoveel mogelijk mensen door te sturen. Het jongetje zou voor ieder doorgestuurd bericht 5 eurocent ontvangen. Niet waar dus! Het is helemaal niet bij te houden hoe vaak het bericht verstuurd wordt. Het jongetje bleek ook helemaal niet echt te zijn, maar verzonnen. Shanti ontving een mailtje met daarin een aanbod om gratis een aantal tijdschriften uit te proberen. In het bericht stond dat ze zich moest opgeven door naar een website te gaan en daar haar gegevens in te vullen. Er stond ook in dat ze het bericht aan zoveel mogelijk mensen moest doorsturen. Het bericht bleek nep te zijn. De website bleek een nep-website te zijn. Iedereen die daar een e-mailadres achterlaat, kan rekenen op heel veel spam-mail. De adressen werden op deze manier verzameld en doorverkocht.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 1 - bladzijde 11
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Heel belangrijk! Een goede virusscanner! Nog belangrijker! Laat de virusscanner dagelijks updates ophalen. Dan is je computer elke dag beschermd tegen de allernieuwste virussen.
1.9. Virussen Een virus is een klein programmaatje dat je computer kan vernielen of jouw computer misbruikt om bijvoorbeeld spam te versturen. Je computer kan ineens heel traag worden door een virus. Of het virus zoekt allerlei informatie (bestanden) op je computer op om die te gaan versturen naar anderen. Hoe komt Nienkes computer aan een virus? Een virus kan op allerlei manieren op de computer terecht komen. Bijvoorbeeld door een bijlage van een e-mail te openen. In de bijlage zit het virus. Maar wat nog veel vaker voorkomt, is een virus van internet downloaden. Bijvoorbeeld een game, een mp3, een filmpje of foto die je downloadt, waar een virus in zit. Vertrouw je een bestand niet of doet je computer raar. Laat de virusscanner dan eens je hele computer scannen op virussen. Wie weet vindt hij wel iets. Het programma kan de virussen verwijderen.
Maak opdracht 2 in het werkschrift
1.10. Wat doe je tegen al die ongewenste e-mail? Je kunt het niet voorkomen dat je ongewenste e-mail krijgt. Iedereen ontvangt ongewenste e-mail. De één wat meer dan de ander. Je kunt er wel wat aan doen om zo min mogelijk ongewenste mail te ontvangen. Wat kun je zelf doen om ongewenste e-mail te voorkomen?
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 1 - bladzijde 12
Ik surf veilig
1.11. Wat doe je met al die ongewenste e-mail? Al die ongewenste e-mails zijn vervelend. Sommige mensen krijgen zoveel ongewenste e-mail, dat ze de echte mails bijna over het hoofd zien. Als je zorgt dat je je e-mailadres niet overal achterlaat heb je al minder kans op spamberichten. Dat scheelt al. Maar dan heb je nog wel kans op hoaxes en kettingbrieven. Stuur de hoaxes niet door. Ook al staat er in het bericht dat je het door moet sturen. Niet doen, het is echt allemaal nep. Ongewenste mail kun je het beste gewoon verwijderen! Niet op reageren, want dan weet de afzender dat het e-mailadres werkt en zal hij je nog meer spam toesturen.
Vraag altijd je ouders of je een (nieuw) e-mailadres mag aanmaken op internet.
Maak opdracht 3 en 4 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 1 - bladzijde 13
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Weetjes Als je genoeg hebt van al die onzin e-mail, dan kun je een spamfilter installeren. Zo’n filter houdt al heel veel van die berichten tegen. Mail je via webmail? Veel providers bieden een spamfilter aan. Soms kun je het filter zelf instellen of heb je de mogelijkheid om spam te rapporteren (door te geven) aan de provider. Er worden heel veel nepberichten verstuurd. Veel mensen sturen de berichten door, omdat ze denken dat het echt is. Niet doen! Ze zijn in 99,9% van de gevallen onzin. Wil je zeker weten of een bericht nep is? Kijk dan op www.nepwaarschuwing.nl. Laad je je mediaspeler wel eens op via de computer van iemand anders? Of download je muziek, foto’s of filmpjes van een andere computer op jouw mediaspeler? Wist je dat je op die manier een virus van een ander kunt overnemen. Als je dan je mediaspeler weer in je eigen pc stopt, dan kan het virus ook op jouw pc zijn werk gaan doen. En daar zit je vast niet op te wachten. Scan daarom ook je mediaspeler regelmatig op virussen.
Cyberkids Samira, 12 jaar: ‘Op internet zit ik heel veel op m’n profielsite en natuurlijk MSN. Ik chat op internet altijd met vriendinnen of met familie. Altijd gezellig!’ Esmee, 11 jaar: ‘Wat ik het stomste op internet vind? Al die sexplaatjes die je tegenkomt. Kunnen ze die niet weghalen?’ Yannick, 9 jaar: ‘Het leukste op internet vind ik de voetbalspelletjes. Ik speel heel vaak met vriendjes samen. Alleen de reclames op die sites zijn wel heel erg irri.’ Melanie, 9 jaar: ‘Ik doe nog niet zo veel op internet. Ik heb wel een eigen e-mailadres en een eigen profielsite, maar daar doe ik niet veel mee. Ik vind turnen nog veel leuker dan stil te moeten zitten achter de computer.’ Fabiën, 11 jaar: ‘Ik heb pas een ander e-mailadres genomen. Ik kreeg zoveel onzinmailtjes over pillen en geld lenen enzo. Daar heb ik geen zin meer in. Dan maar een ander e-mailadres.’
Meer weten? www.nepwaarschuwing.nl www.digibewust.nl www.steffie.nl
hier vind je de meeste hoaxes informatie over veilig internetten uitleg hoe internet en e-mail werkt
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 1 - bladzijde 14
Is alles waar?
2
Is alles waar?
2.1. Is alles waar? Op internet kun je over elk onderwerp wel iets vinden. Maar is alles ook echt waar? Soms weet je niet zeker of iets waar is. Iedereen kan een eigen website bouwen. Dat betekent dat iedereen van alles op internet kan zetten. Heb jij misschien een eigen webpagina of profiel online? Of heb je misschien een eigen website gemaakt met de Websitemaker van Kennisnet? Dan weet je dat je alles op zo’n pagina kunt zetten.
Of denk maar eens aan allerlei reclames op internet. Daar wordt van alles in beloofd, maar zit er misschien een addertje onder het gras
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 15
Diploma Veilig Internet - Lesboek
2.2. Pas op! Een reclame banner is een kleine advertentie op een webpagina. Vaak zijn het blokjes met tekst en afbeeldingen. De ene banner beweegt, de andere niet. De makers van de banners willen graag dat je er op klikt. Daar krijgen zij geld voor of ze willen geld verdienen, doordat je iets koopt via hun website. De meeste kinderen vinden die reclame irritant.
2.3. Pop –up Een pop-up is een apart venster dat opent als je op een webpagina komt. In de pop-up kan reclame staan of er staat dat je iets leuks kunt winnen. In de pop-ups kunnen ook anderen dingen staan. Bijvoorbeeld foto’s van blote mensen en verwijzingen naar sex-websites. Dat is niet voor kinderen bedoeld. Je kunt er niets aan doen als je per ongeluk zo’n pop-up tegenkomt.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 16
Is alles waar?
Maak opdracht 5 in het werkschrift
2.4. GRATIS Vaak staat in de reclame banner of pop-up dat je iets GRATIS kunt krijgen. Maar meestal kun je er van uit gaan dat je dan ook echt iets zult moeten betalen. Bijvoorbeeld de GRATIS ringtones! Ja, één ringtone is gratis, maar de andere 3 die je elke week gesms’t krijgt niet. Een ander soort reclame is een reclame waarbij je iets gratis kunt krijgen als je minimaal 5 e-mailadressen van vriend(inn)en doorgeeft. Wat denk je dat het bedrijf doet met die 5 e-mailadressen? Juist, spam versturen!
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 17
Diploma Veilig Internet - Lesboek
2.5.
Stuur door
In het vorige hoofdstuk heb je ze al voorbij zien komen. De doorstuurmailtjes, de nepberichten, de nepwaarschuwingen. Kortom, mailtjes waarin staat dat je ze naar zoveel mogelijk mensen moet doorsturen, maar waarvan de inhoud onzin is. Soms gaat het om een waarschuwing dat er een nieuw virus is ontdekt. Of om een inzamelingsactie voor iemand die heel ziek is. Niet alleen via de e-mail gaan deze berichten rond. Ook op profielsites, zoals hyves, worden veel van dit soort berichten doorgestuurd. Geloof die berichten nooit zomaar. Ga altijd kijken of het niet om een nepbericht gaat. Hoe kun je een nepbericht herkennen?
Maak opdracht 6 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 18
Is alles waar?
2.6. Foto- en videobewerking Iedereen kan foto’s of filmpjes op internet plaatsen. Dat is niet zo moeilijk. Maar of de foto’s en filmpjes echt zijn, dat weet je nooit helemaal zeker. Veel foto’s die in de krant of in bladen staan zijn bewerkt. Het bewerken van foto’s en filmpjes kan tegenwoordig zo professioneel gedaan worden dat je niet meer ziet dat het bewerkt is. Het nadeel is dat veel mensen gaan denken dat het wel echt is. Die mensen denken dan dat de foto of het filmpje weergeeft hoe zij zich moeten kleden of gedragen. Maar dat lukt niet, want het is ten slotte bewerkt, het is niet echt! Het bewerken van foto’s en filmpjes wordt ook nog voor andere minder leuke dingen gebruikt. Er worden steeds vaker foto’s van kinderen bewerkt en doorgestuurd om die kinderen te pesten. En welke gevolgen dat kan hebben, lees je in hoofdstuk 5.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 19
Diploma Veilig Internet - Lesboek
2.7. Echt of niet? Jammer dat veel niet echt blijkt te zijn op internet. Mensen doen zich vaak ook anders voor op internet dan hoe ze in het gewone leven zijn. Iemand kan zichzelf heel leuk presenteren, mooie foto’s van zichzelf online zetten, maar weet je wel zeker of de persoon op de foto ook de persoon is waarmee je dan zit te chatten? Is die leuke jongen van 14 op een gamesite, wel echt een jongen van 14 jaar? Of dat leuke meisje, van wie er een heel mooie foto op haar profiel staat, is dat wel haar eigen foto of heeft ze een foto van een fotomodel van internet geplukt en op haar profiel gezet? Je weet het niet als je de persoon niet in het gewone leven kent. Iemand uit je klas ken je of iemand die je hebt ontmoet tijdens een vakantie. Die personen heb je in het echt gezien. Personen die je alleen van internet kent niet. Die kunnen zich dus anders voordoen dan ze eigenlijk zijn. In hoofdstuk 4 komen we terug op dit onderwerp.
Maak opdracht 8 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 20
Is alles waar?
2.8. Detective Wil je weten of iets echt waar is of niet? Speel eens detective op internet. Hoe kun je er achter komen of iets GRATIS is? Hoe kom je er achter of er een addertje onder het gras zit? Hoe kun je er achter komen of het bericht in een doorstuurmailtje echt is? Wat zijn de kenmerken van een nep- / doorstuurmailtje? Hoe kun je zien of een foto of filmpje bewerkt is of niet? Hoe kun je er achter komen of iemand wel zichzelf is online? Wat doe je wel/niet als iemand die je alleen van internet kent om je e-mailadres vraagt?
Maak opdracht 8 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 21
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Weetjes Pop-ups. Makers van websites zijn heel slim. Ze maken allerlei pop-ups en vensters. Maar er zijn ook mensen die iets verzinnen om al die pop-ups te blokkeren. Een dergelijk programma heet een pop-up killer. In de meeste browsers (zoals Internet Explorer en Firefox) zijn pop-up killers ingebouwd. Telefoonrekening. Hoge telefoonrekening? Of ineens je beltegoed van je mobiel op? Heb je misschien een telefoonnummer gebeld om een spelletje te kunnen spelen? Of misschien een zogenaamd gratis ringtone gedownload? Het overkomt heel veel mensen. Let daarom altijd op als iets gratis aangeboden wordt op internet. Zodra je moet bellen is het vaak toch niet gratis. Virus. Een virus kan op je computer actief zijn zonder dat je het weet. Je merkt dat je computer iets trager wordt, maar verder niet. Het kan zijn dat het virus ondertussen allerlei bestanden van jouw computer de hele wereld rondstuurt. Mediaspeler met virus. Een virus op je mediaspeler? Het kan. Erik merkte dat zijn mp3-speler het niet meer deed. Hij sloot de mp3-speler aan op de computer en heeft het antivirus programma de speler laten scannen. En jawel, een virus. Het zat in een liedje wat hij bij iemand anders van de computer had gedownload. Scan daarom regelmatig je media-speler!
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 22
Is alles waar?
Cyberkids Tessa, 11 jaar: ‘Ik had iemand leren kennen op een site. Hij zei dat hij 12 jaar was en in groep 8 zat. Ik vond hem heel aardig en heb met ‘m op MSN gezeten. Toen ging hij heel raar schrijven en stomme dingen vragen. Toen bleek dat hij al 16 was en met heel veel meisjes verkering wilde. Getver. Ik heb ‘m gelijk geblokkeerd en verwijderd.’ Max, 10 jaar: ‘Wij hebben thuis 1 spam e-mailadres gemaakt. Zo noemen wij het e-mailadres dat we doorgeven, als het nodig is, op internet. Dan komen alle spam en reclame mails op 1 adres binnen. Lekker makkelijk.’ Sanne, 12 jaar: ‘Met een groepje hebben we foto’s zitten bewerken. Een foto van jezelf bijvoorbeeld en dan jezelf op een berg plakken. Echt leuk om te doen. Maar volgens mij is het niet leuk als iemand anders er een heel vervelende foto van maakt.’
Meer weten? www.gebouw13.nl www.diplomaveiliginternet.nl www.digibewust.nl www.virusalert.nl www.nepwaarschuwing.nl Pop-up killers: www.mijnkindonline.nl/85/pop-up-killer.htm http://toolbar.google.com/intl/nl De browsers Netscape, Firefox en Internet Explorer 7.0 hebben een pop-up killer in het programma zitten.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 2 - bladzijde 23
Diploma Veilig Internet - Lesboek
3
Speurneuzen
3.1. Zoek en gij zult vinden van het woord Google is zelfs een werkwoord gemaakt. ‘Ik ga even googlen.’ Door de komst van internet ontstaan heel veel nieuwe werkwoorden.
Internet bestaat uit miljarden webpagina’s. Als je gaat zoeken naar webpagina’s over een onderwerp, zie je al snel door de bomen het bos niet meer. Kortom, waar begin je met zoeken en hoe kun je het beste zoeken. Daar zijn verschillende manieren voor bedacht. Niet alleen het zoeken is soms lastig, maar ook het uitvinden of de informatie op die website wel juist is. Als je een werkstuk of spreekbeurt gaat maken, dan moet de informatie daarin wel kloppen. Je zult de informatie op internet moeten controleren.
3.2. Zoekmachines Een zoekmachine is een soort robot. De robot kan heel snel internet doorzoeken. Je kunt een woord intypen in de zoekmachine. De zoekmachine vindt dan alle webpagina’s waar het woord in voor komt. Er zijn heel veel verschillende zoekmachines. Een heel bekende zoekmachine is Google. Er zijn nog veel meer zoekmachines. Bijvoorbeeld: Davindi.nl, Netwijs.nl, Ilse. nl, Yahoo.nl. Ze zoeken niet allemaal op dezelfde manier. Het kan zijn dat je bij Google 12.000 resultaten hebt en bij Ilse.nl 9.000.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 24
Speurneuzen
3.3. Zoekwoorden We gebruiken Google als voorbeeld. Je moet in de zoekmachine zoekwoorden intypen. Google gaat dan op zoek naar webpagina’s waar het zoekwoord in voor komt. De lijst van gevonden webpagina’s worden de zoekresultaten genoemd. Wil je alleen Als je meerdere woorden intypt, dan zoeken op Nederlandstalige zoekt Google naar alle webpagina’s webpagina’s? Klik in Google waar alle woorden of één van de dan op: Zoeken in pagina’s in het Nederlands. woorden in staat. Je kunt je voorstellen dat je dan helemaal veel zoekresultaten krijgt.
Voorbeeld Erik wil een werkstuk maken over haaien. Wanneer hij op het woord ‘haaien’ zoekt, krijgt hij enorm veel resultaten. Eigenlijk wil hij zijn werkstuk maken over de tijgerhaai. Hij zoekt opnieuw op het woord ‘tijgerhaai’. Dat scheelt al een heleboel. Hij bekijkt een aantal websites, maar kan niet vinden wat hij zoekt. Hij wil weten waar de tijgerhaai voorkomt en hoe groot de tijgerhaai kan worden.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 25
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Erik zoekt eerst op ‘leefgebied tijgerhaai’. Kijk nou. Nog maar 129 resultaten. En bij de bovenste website staat ‘leefgebied en voedsel’. Daar was hij dus precies naar op zoek!
Zoek je naar een bepaald onderwerp, dan gebruik je meerdere zoekwoorden.
3.4. Controle, is alles waar?
Vergeet niet om altijd in je werkstuk te vermelden wat de bron is van je informatie. De bron is een bepaalde website, een boek of iemand die je gesproken hebt over het onderwerp.
Erik heeft nu informatie gevonden voor zijn werkstuk. Zoals je weet kan iedereen informatie op internet zetten. Daarom is het goed om nog een website te zoeken over hetzelfde onderwerp. Erik kan dan de informatie vergelijken. Staat op de andere website dezelfde informatie? Dan kun je er van uit gaan dat het klopt.
3.5. Gokje wagen Je kunt ook zoeken door een gokje te wagen. Je typt dan een website adres in en hoopt dat die website bestaat. En ook nog eens de informatie heeft die je zoekt. Dan kun je wel eens voor rare verrassingen komen te staan. Shanti was op zoek naar informatie over olifanten. Ze typt www.olifant.nl in. Helaas, geen informatie over het dier de olifant. Maar een website van een sigarenfabriek. Dat zocht Shanti natuurlijk niet. De website die ze gevonden heeft is nog heel onschuldig.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 26
Speurneuzen
Er zijn ook websites die minder onschuldig zijn. Dit zijn vaak websites met games waar je voor moet betalen of seks en geweld. Je kunt er terecht komen door een typfout te maken. Door een letter uit een woord te vergeten of letters om te draaien kom je ineens op een heel andere website terecht. Daar was je niet naar op zoek. Het overkomt iedereen wel eens. Je hoeft je er niet voor te schamen. Je juf of meester of je ouders hoeven er niet boos om te worden. Je kunt het beste samen kijken wat je anders kunt doen om die websites niet tegen te komen.
Woorden kunnen een dubbele betekenis hebben. Het kan zijn dat je een woord opzoekt, maar op heel andere websites terecht komt dan je wilde.
Een website adres gokken is meestal niet verstandig. Je kunt beter zoeken via zoekmachines en startpagina’s.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 27
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Een link is een verwijzing naar een andere webpagina. Door op een link te klikken surf je naar de andere webpagina.
Een overzicht van alle subpagina’s van startpagina.nl kun je vinden op: www.startpagina.nl/ dochters
3.6. Startpagina’s Een pagina met links naar andere websites heet een startpagina. Op deze startpagina’s staan in rubrieken links naar andere websites. Een bekende startpagina is kinder.startpagina.nl. Hier vind je links naar kinderwebsites. Een dergelijk overzicht met links wordt ook wel een startportaal genoemd. Het is het portaal (toegangspoort) naar andere websites. Er zijn veel verschillende startportalen. Bijvoorbeeld: startpagina.nl, startkabel.nl, startpunt.nl. Die portalen hebben allemaal subpagina’s. (onderliggende pagina’s). Bijvoorbeeld: haaien.startpagina.nl of haaien.startkabel.nl
3.7. Wikipedia / Wikikids Wikipedia.nl is een grote encyclopedie op internet. Wikipedia is niet speciaal geschreven voor kinderen. Soms zijn de teksten dus best lastig om te lezen. Maar je kunt er wel heel veel informatie vinden. Wikikids.nl is een encyclopedie op internet voor kinderen. Het is gemaakt door en voor kinderen. Je kunt er zelf ook informatie aan toevoegen als je dat wilt. De informatie moet wel kloppen natuurlijk. Dus je moet heel goed aangeven wat de bronnen zijn van je informatie. In Wikikids.nl is niet over alle onderwerpen informatie te vinden.
Maak opdracht 9 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 28
Speurneuzen
3.8. Afbeeldingen zoeken Een werkstuk kan niet zonder afbeeldingen. Via zoekmachines kun je zoeken naar afbeeldingen. Dit kunnen foto’s zijn, maar ook tekeningen of andere plaatjes. Er zijn verschillende zoekmachines waarmee je kunt zoeken naar afbeeldingen. Bijvoorbeeld Google.nl, Ilse.nl, Yahoo.nl en Zoeken.nl.
Je mag niet zomaar afbeeldingen van een ander gebruiken. Vraag toestemming aan de eigenaar van de website of je de afbeelding mag gebruiken.
De zoekmachines vinden niet allemaal dezelfde afbeeldingen. Probeer een aantal zoekmachines uit. Dan weet je welke zoekmachine de meest geschikte afbeeldingen voor je vindt. Net als bij het zoeken naar informatie kan het voorkomen dat je afbeeldingen te zien krijgt waar je helemaal niet naar op zoek was. Dat kan natuurlijk van alles zijn. Het kunnen ook afbeeldingen zijn die niet geschikt zijn voor kinderen. Dit overkomt iedereen wel eens. Niet schrikken. Je juf/ meester of ouders hoeven er ook niet boos over te worden. Gewoon wegklikken of niet naar de website surfen.
Let op! Gebruik goede zoekwoorden. Bedenk of een woord misschien een dubbele betekenis heeft en je dus heel andere afbeeldingen te zien kan krijgen dan je wilde.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 29
Diploma Veilig Internet - Lesboek
3.9. Filmpjes zoeken Een spreekbeurt nog leuker maken? Dat kan bijvoorbeeld door filmpjes in een PowerPoint presentatie te zetten. Je kunt de filmpjes tijdens je spreekbeurt laten afspelen via de beamer op een scherm of muur of op het digitale schoolbord. Eigenlijk geldt hier hetzelfde als bij het zoeken naar informatie en afbeeldingen. Je kunt van alles tegenkomen. Bedenk daarom van te voren heel goed wat je gaat zoeken. De meeste filmpjes staan op youtube. com. Als je daar gaat zoeken krijg je een heleboel resultaten. Het kan soms wel even zoeken zijn voordat je het juiste filmpje gevonden hebt.
3.10. Copy Cat Iemand die teksten, foto’s of werkstukken van anderen klakkeloos kopieert noemen we een Copy Cat. Op internet kun je kant-en-klare werkstukken vinden. Dan lijkt het heel makkelijk om zo’n werkstuk in te leveren en net te doen alsof je het zelf hebt gemaakt. Helaas kleven er ook nadelen aan dit kopiëren. Een nadeel is dat je niet weet of de informatie die in het werkstuk staat wel juist is. Misschien download je wel een heel fout werkstuk. En wie krijgt er dan een dikke onvoldoende? Precies, jij dus! Ook je leerkracht kan op internet gaan zoeken. Even een zinnetje uit het werkstuk in Google intypen en binnen een paar minuten is het werkstuk gevonden.
Maak opdracht 10 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 30
Speurneuzen
3.11. Dubbele betekenis Ken jij woorden met een dubbele betekenis? Een bekende is het woord BANK. Je hebt een bank waar je op kunt zitten, maar ook een bank waar je je rekening hebt voor je spaargeld. Zo zijn er nog veel meer woorden met een dubbele betekenis. Het kan voorkomen dat je op zoek bent naar een afbeelding of informatie en ineens op heel andere websites terecht komt. Dat kan te maken hebben met de dubbele betekenis van een woord. Denk daarom goed na voordat je gaat zoeken. Gebruik bijvoorbeeld twee zoekwoorden die met het onderwerp te maken hebben. Bijvoorbeeld: tijgerhaai voedsel of olifant slagtanden.
3.12. Niet voor kinderen Je kent het vast wel. Je bent aan het surfen op internet en komt op een website terecht die niet geschikt is voor kinderen. Dit kunnen websites zijn met seks of geweld. Maar er zijn ook websites die discriminerend zijn of websites die oproepen om iets te doen wat je beter niet kunt doen. Er zijn bijvoorbeeld websites waarin meisjes elkaar aanmoedigen om niet meer te eten. Ze doen een wedstrijdje wie het magerste kan worden. Dat is echt niet gezond. Er zijn websites die vol staan met meningen van mensen. Het gaat er dan niet om wat waar is of wat niet waar is. Iedereen kan een andere mening hebben. Denk zelf eerst na voordat je zomaar klakkeloos de mening van die ander overneemt. Als je dat soort websites tegenkomt kun je het beste een volwassene vragen om mee te kijken. Vertel wanneer je op een ongeschikte website terecht komt. Vaak kun je er niets aan doen.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 31
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Hoe je kunt voorkomen dat je op ongeschikte websites terecht komt? Dat is best lastig. Je kunt een aantal dingen doen om de kans te verkleinen: • bedenk of een zoekwoord een dubbele betekenis heeft • gebruik minstens twee zoekwoorden om informatie te zoeken over een onderwerp • stel het zoekfilter van zoekmachines in • klik niet op een link die je niet vertrouwt • zoek via startpagina’s • klik niet op advertenties of banners • klik de ongewenste website weg
Maak opdracht 11 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 32
Speurneuzen
Weetjes De grootste, meest gebruikte zoekmachine is Google. Dit komt waarschijnlijk omdat Google heel eenvoudig is. Geen banners, geen reclames die staan te knipperen. De meeste mensen vinden het alleen maar vervelend als er te veel tekst op een zoekwebsite staat. Wist je dat je ook een eigen startpagina kunt maken? Dat is een pagina waarop je al jouw favoriete websites kunt zetten. Dan heb je ze altijd bij de hand en hoef je niet steeds te zoeken.Een eigen startpagina maken kan op bijvoorbeeld: www.yurls.net, www.mypip.nl, www.eigenstart.nl Als je een werkstuk moet maken, kun je op zo’n pagina alle links zetten die je nodig hebt. Wikikids is een Nederlandstalige internetencyclopedie voor kinderen op internet. Maar die bibliotheek moet wel gevuld worden. Dat doen kinderen zelf. Wil jij ook meedoen en informatie toevoegen in Wikikids? Surf dan naar www.wikikids.nl en klik op ‘Hulp bij meehelpen’.
Cyberkids Yorn, 10 jaar: ‘Moet je eens naar huisdieren gaan zoeken op internet. Dan krijg je heel veel stomme sites met blote mensen. Waarom doen die mensen op internet dat?’ Serena, 12 jaar:’Ik had een werkstuk van internet uitgeprint en zonder er naar te kijken ingeleverd. Er stonden heel veel fouten in. De meester zei dat het m’n eigen schuld was dat ik een onvoldoende heb gekregen.’ Leslie, 11 jaar: ‘Ik ging op internet zoeken hoeveel eieren een buizerd per keer legt. Op de ene site stond 3 en op een andere site stond 5. Wat moet ik nu geloven?’ Manouk, 12 jaar: ‘Op internet had ik gelezen dat de eerste Olympische spelen in het jaar 724 werden gehouden. Dus dat had ik opgeschreven voor mijn werkstuk. Dat was helemaal fout. Het stond gewoon fout op die website. Het moest 776 voor Christus zijn.’
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 33
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Meer weten? www.steffie.nl www.wikikids.nl www.8-12.info veilig.kennisnet.nl
hoe werkt internet bibliotheek door en voor kinderen startpagina voor kinderen startpagina van kennisnet over veilig internetten
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 3 - bladzijde 34
Wie ben jij?
4
Wie ben jij?
4.1. Wie ben jij? Deze les gaat over persoonlijke gegevens. Wat zijn persoonlijke gegevens eigenlijk? Persoonlijk betekent iets van jezelf. Persoonlijke gegevens betekent alle informatie die iets over jou zegt. Wat is het verschil tussen persoonlijk en privé. Iets wat privé is ga je niet aan iedereen vertellen. Privé is iets wat je voor jezelf houdt en met maar een aantal mensen deelt. Je vertelt aan iemand op straat niet wat jouw telefoonnummer is of om hoe laat je naar sporten gaat. Wat moet die vreemde persoon met die informatie? Wat je tegen een vreemde op straat niet zou vertellen, vertel je ook niet op internet. Maar veel kinderen (en ook volwassenen) vertellen heel erg veel over zichzelf op internet. Iedereen kan alles lezen op hun profiel of in een blog. Zou jij willen dat iedereen in de stad waar je woont, kan lezen wanneer je naar sport gaat, op wie je verliefd bent, aan wie je een hekel hebt, wanneer je op vakantie gaat en ga zo maar door. Er zijn kinderen die zelfs hun e-mailadres, telefoonnummer of adres op internet zetten. Kijk maar:
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 35
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Wat zijn eigenlijk persoonlijke gegevens? Wat is privacy?
Maak opdracht 12 in het werkschrift
4.2. Nickname Op internet hebben de meeste mensen een bijnaam. Dat wordt ook wel nickname genoemd. Mensen doen zich anders voor dan ze zijn. Je kunt de mensen niet zien. Iemand kan heel leuk zijn op een chatbox of in een spel. Maar misschien is die persoon wel een grote pestkop of in het echt verlegen. Dat weet je niet. Doe jij op internet wel eens of je iemand anders bent. Of doe je je anders voor dan je bent? Bijvoorbeeld door te zeggen dat je veel ouder bent? Of door een uitdagende of sexy nickname te gebruiken? Dat is best leuk. Maar ook gevaarlijk. Als je zegt dat je veel ouder bent, kunnen anderen denken dat je echt ouder bent. Je krijgt dan misschien vragen of opmerkingen waar je niet naar op zoek bent. Andersom kan dat natuurlijk ook. Iemand die veel ouder is endie zich voordoet als een veel jonger iemand. Er zijn mensen op internet die net doen alsof ze een modellenbureau hebben. Ze vragen je dan om foto’s van jezelf te mailen en zelfs om eens een afspraak te maken, omdat ze je als model willen hebben. Vaak is dat niet waar. Als je ooit zo’n soort bericht krijgt, laat het dan altijd aan je ouders zien en overleg wat je moet doen.
Maak opdracht 13 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 36
Wie ben jij?
4.3. Wie ben jij online? Weet je wat er over jou allemaal op internet staat? Je zult misschien verbaasd zijn wat er over jou te vinden is. Je naam kan staan op de website van de sportvereniging waar je sport, op de schoolwebsite, op profielwebsites. Of je foto staat op de schoolwebsite, je profielsite of op de site van iemand anders. Maar je naam of foto kan ook online staan omdat anderen het over jou hebben of gegevens van je online hebben gezet.
kijk eens op www. watchyourspace.nl
Wat vertel je over jezelf op internet? Vertel je iemand in een chatbox hoe je heet, hoe oud je bent en naar welke school je gaat? Nienke heeft dat wel eens gedaan. Ze heeft tegen iemand op internet gezegd hoe ze heette en naar welke school ze gaat. Meer had ze niet gezegd. Ze dacht dat het geen kwaad kon. Maar de slimmerik waarmee ze zat te kletsen had haar adres zo gevonden. Hij zocht op haar naam in Google. Zo kwam hij op het profiel van Nienke. Daarin stond haar woonplaats. Hij zocht in Google op woonplaats en naam van de school. Hij wist toen in welke buurt Nienke ongeveer woonde. Hij zocht daarna haar achternaam op in de telefoongids . En jawel, hij vond het adres van Nienke. Hij stuurde haar een kaartje dat hij helemaal verliefd was op Nienke en haar op zou komen halen om naar de stad te gaan. Nienke kreeg het spaansbenauwd. Ze wilde dat helemaal niet. Ze had er nooit bij stilgestaan dat iemand haar op die manier zou kunnen vinden. Ze heeft haar ouders verteld wat er gebeurd was. De jongen is nooit bij Nienke geweest. Maar wat zou Nienke moeten doen als hij wel voor de deur had gestaan? Of wat als de jongen een geheim afspraakje had willen maken? Wat vertel jij allemaal over jezelf online?
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 37
Diploma Veilig Internet - Lesboek
4.4. Profielsites Een profielsite is bijvoorbeeld hyves.nl of kindertent. nl. Een profielsite ziet er uit als een vriendenboekje. Je schrijft allerlei dingen over jezelf in het profiel en meestal kun je er ook foto’s en filmpjes bij zetten. Dat profiel kan door iedereen die internet heeft bekeken worden. Kinderen maken de profielen voor hun eigen vrienden en vriendinnen. Maar bedenk altijd dat alles wat op internet staat door iedereen gelezen kan worden. In een profiel kun je laten zien wie je bent, waar je van houdt en met wie je vrienden bent. Je kunt berichten sturen en chatten. Al doen de meeste kinderen dat toch liever op MSN. Het profiel van Erik kun je vinden op wizzyerik.hyves.nl en van Nienke op giecheltje001.hyves.nl.
4.5. Foto’s Veel kinderen zetten een foto van zichzelf op internet. Dat lijkt heel erg leuk. Die foto kan door iedereen bekeken worden. Zo kan het gebeuren dat jouw foto door iemand anders van internet gedownload wordt en bijvoorbeeld bewerkt met een speciaal programma. Als je een foto bewerkt, kun je iemand bijvoorbeeld heel lelijk maken. De ander kan de foto via e-mail of MSN doorsturen of op internet zetten. Zou jij willen dat iemand jouw foto gaat misbruiken? Vast niet.
Let op! Als je foto eenmaal op internet staat, krijg je hem er NOOIT meer van af. Al haal je de foto weg, de foto staat nu wel in internetarchieven. En anderen kunnen de foto al gekopieerd hebben en op andere plaatsen op internet gezet hebben. Geen foto op je profiel is natuurlijk saai! Je kunt wel rekening houden met het soort foto’s dat je online zet en hoe groot de foto’s zijn. Hoe groter de foto’s, hoe groter de kans dat iemand anders er verkeerde dingen mee kan doen.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 38
Wie ben jij?
• Zet klein formaat foto’s online • Zet geen close-up foto’s online (of heel klein formaat) • Zet geen foto’s in bikini of schaars gekleed online • Zet geen gekke foto’s online waarvan je niet wilt dat iedereen die over jaren nog kan vinden • Bedenk bij elke foto dat iedereen de foto kan downloaden en verspreiden • Bedenk bij elke foto dat de foto over jaren nog op internet staat
Tips
Maak opdracht 14 in het werkschrift
4.6. Webcam en mobieltjes Wist je dat je beelden van een webcam kunt opslaan? Dus als jij gek zit te doen voor de webcam, dan kan de ander waar je mee zit te cammen dat opslaan. En wie weet wordt het wel op internet gezet. Als je niet wilt dat de ander de beelden kan opslaan, zet de webcam dan uit. Nog slimmer: gebruik je de webcam niet, zet ‘m dan achterstevoren of doe het klepje voor de camera. Dan weet je zeker dat niemand je stiekem kan bekijken.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 39
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Kan dat dan, iemand stiekem bekijken? Ja, dat kan! Iemand kan een programmaatje op je pc laten installeren (bijvoorbeeld als je een bestand opent wat via MSN wordt gestuurd). Met dat programmaatje kan de ander op afstand je webcam aanzetten en je dus bekijken. Daar merk je zelf niets van. Mobieltjes kunnen ook al heel veel. Op veel mobieltjes zit een foto camera. Daarmee kun je heel leuke foto’s nemen van jezelf samen met je vriend(inn)en. Helaas zijn er kinderen die er ook ongevraagd foto’s mee nemen. Dan heb je het dus niet in de gaten dat er foto’s genomen zijn. Die foto’s kunnen ze dan wel gebruiken om je mee te pesten. Door de foto’s, maar ook filmpjes, te bewerken en op internet te zetten.
4.7. Bewaak je privacy Zorg voor je eigen privacy. Met andere woorden, zorg dat er niet te veel persoonlijke zaken, waar anderen niets mee te maken hebben, online staan. Door de combinatie van persoonlijke zaken zijn mensen te traceren en kom je ook heel veel te weten over iemand anders. Dat kan heel leuk zijn, zolang de informatie die gevonden wordt ook positief is. Bijvoorbeeld dat je een wedstrijd gewonnen hebt of je vrijwilligerswerk doet. Het is niet zo verstandig dat iedereen je mobiele nummer kan lezen, er achter komt waar je woont, gekke foto’s van je vindt of rare berichten over jou vindt online. Dan wordt het minder leuk.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 40
Wie ben jij?
Weet je dat bedrijven die personeel zoeken, ook de namen van de sollicitanten gaan googlen? Stel je voor dat je over een aantal jaren wilt gaan werken en solliciteert. Wil je dan dat zo’n bedrijf van alles over je te weten komt? Op basis wat het bedrijf online over je vindt nodigen ze je wel of niet uit. Zo’n bedrijf kan dan denken: ‘Nou, zo’n type hoeven we hier niet in het bedrijf. Die nodigen we niet uit voor een gesprek’.
• Gebruik een nickname online of alleen je voornaam. Gebruik nooit voor- en achternaam. • Laat nergens je volledige naam, e-mailadres, je woonadres en telefoonnummers achter. • Denk na wie je als vriend(in) toevoegt op je profiel of op MSN. Al je vrienden of contactpersonen kunnen alles in je profiel lezen. • Roddel niet over een ander. De persoon waar de roddel over gaat kan het ook lezen. • Bedenk goed wat je online zegt, éénmaal gezegd, kun je het niet meer terugdraaien • Denk aan je reputatie! Hoe wil jij overkomen als mensen jou googlen? • Gebruik de webcam alleen bij bekenden en doe geen gekke dingen voor de camera.
Tips
Maak opdracht 15 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 41
Diploma Veilig Internet - Lesboek
4.8. Wachtwoord Heb jij een eigen e-mailadres? Een MSN-account? Of een account op diverse websites? Dan heb je overal een wachtwoord nodig om in te loggen. Een wachtwoord is van jou alleen en voor niemand anders. Stel je voor dat iemand zomaar inbreekt in jouw account en gaat MSN-en onder jouw naam of je hyves gaat veranderen. Dat kan als je niet voorzichtig bent met je wachtwoord. Geef je wachtwoord nooit aan iemand anders. Ook niet aan je beste vriend of vriendin. Als je een keer ruzie hebt, zouden ze om te pesten kunnen inbreken in je mail, je msn of andere accounts. Of je wachtwoord doorgeven aan anderen.
Hoe zorg je er voor dat jouw wachtwoord niet gekraakt wordt? Wel doen: • Gebruik HOOFDLETTERS en kleine letters door elkaar • Gebruik cijfers tussen de letters • Gebruik leestekens - _ * ! ? • Bedenk een zin, neem van die zin van alle woorden de eerste letter. Alle eerste letters vormen samen je wachtwoord. (Bijvoorbeeld: Ik Verveel Me Nooit Op Internet => ivmnoi1* )
Tips
Geef je wachtwoord aan NIEMAND
Niet doen: • Je echte naam gebruiken • Je bijnaam gebruiken • Je geboortedatum of combinatie van je naam en geboortejaar gebruiken • Een naam die iets te maken heeft met je hobby’s • Naam van je huisdier of favoriete dier
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 42
Wie ben jij?
www.digibewust.nl/Wachtwoordencampagne Test hoe veilig jouw wachtwoord is!
Maak opdracht 16 en 17 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 43
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Weetjes Kijk uit welke nickname je gebruikt. Vooral meisjes vinden een sexy nickname leuk. Daarmee geven ze eigenlijk aan dat ze ouder zijn dan ze in het echt zijn. Een jongen kan denken dat ze door die sexy naam te gebruiken misschien ook wel wat meer wil dan alleen verkering. Help de volwassenen een beetje. Want volwassenen zetten ook heel veel over zichzelf op internet. Ze weten niet dat iedereen dat kan lezen. Het zou goed zijn als je hen daar eens op wijst. Wist je dat in 2008, 84% van de tieners een eigen profiel heeft op internet? Dat is best veel. Als je een klas hebt met 30 leerlingen, dan hebben 25 leerlingen een profiel op internet. Zie je informatie over jezelf of foto’s of video’s waar je op staat op internet staan? En heb je daar geen toestemming voor gegeven? Vertel het je ouders. Zij kunnen de beheerder van de website mailen en vragen om de informatie of foto’s te verwijderen. Mag iemand zomaar foto’s van jou online zetten? Nee, dat mag niet. Kijk maar eens op www.mijnprivacy.nl. • klik op ‘ik heb een vraag over’ • ‘mijn vraag heeft te maken met’ • internet • minderjarige kinderen op internet Lees de 2 artikelen eens door.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 44
Wie ben jij?
Cyberkids Gillian, 11 jaar; ‘Ik heb een profiel op een site. Een paar vakantievriendinnen hebben ook een profiel op die site gemaakt. Nu sturen we elkaar elke week wel berichtjes via het profiel of via de privé berichten. Hartstikke leuk om zo contact te houden.’ Jorinde, 12 jaar;’Ik had samen met een vriendin afgesproken met een jongen die we van een chatbox kenden. We chatten al heel lang met elkaar. Wel drie weken. Toen we in het park zaten te wachten kwam een man naar ons toe. Hij zei dat zijn zoon hem gestuurd had, omdat hij ziek was. We geloofden hem niet en zijn hard gaan rennen. Dat was zo eng. Dat doen we nooit meer.’ Murrat, 10 jaar;’In online games worden vaak e-mailadressen gevraagd. Sommige kinderen geven dan hun e-mailadres. Iedereen kan dat dan lezen. Dat is zo dom. Straks gaat één of andere engerd je mailen ofzo.’ Pieter, 12 jaar;’Ik heb op internet iemand ontmoet die me bijles wilde geven in rekenen. Ik ben niet zo goed in rekenen, maar ik wil wel goede cijfers halen. Hij vertelde dat hij op woensdagmiddag in het park bijles gaf. Ik kon dan naar ‘m toe komen. Toch vertrouwde ik het niet en heb het m’n ouders verteld. De politie heeft de man later opgepakt. Het bleek dat die man kinderen misbruikte. Getver. Ben ik blij dat ik m’n ouders gewaarschuwd heb.’
Meer weten? www.mijnprivacy.nl www.watchyourspace.nl www.chatinfo.nl www.gebouw13.nl
Alles over privacy online Wat staat er over jou op internet? tips waar je op moet letten als je gaat chatten online game waarin je mysterie moet oplossen
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 4 - bladzijde 45
Diploma Veilig Internet - Lesboek
5
Digitaal pesten
5.1. Digitaal pesten Digitaal pesten, internetpesten, cyberpesten, oline pesten, hoe je het ook noemt, het gaat over pesten. Via internet wordt helaas veel gepest. Wat is pesten eigenlijk? Wat vind jij pesten en wat vindt de ander pesten? Wat is het verschil tussen plagen en pesten? Jij kunt misschien iets grappig vinden, maar de ander vindt het misschien helemaal niet grappig. Niet iedereen denkt er hetzelfde over.
5.2. Is digitaal pesten anders dan gewoon pesten? Pesten is nooit leuk. Of het nu op het schoolplein gebeurt of via internet. Pesten via internet is toch een beetje anders. Stel je voor dat je op school gepest wordt. Je komt thuis, zet je computer aan en je krijgt ineens heel veel pestberichten via de e-mail of op je hyves. Denk je eindelijk thuis te zijn en niet meer gepest te worden. Gaat het pesten toch nog door. Om gek van te worden. Of je krijgt pestberichten van iemand die je niet kent. Of je denkt diegene niet te kennen. Uit de berichten blijkt dat de pester jou wel kent. Hij of zij weet waar je naar school gaat of wat je hobby’s zijn. Dat is pas eng! Want wie is dan diegene die je pest. De pester is eigenlijk heel laf. Want het is makkelijk om iemand via internet te pesten. De pester ziet de ander niet en kan zich verschuilen achter de computer. De pester zal niet direct aangesproken worden op zijn of haar gedrag. Want niemand die het gelijk ziet.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 5 - bladzijde 46
Digitaal pesten
En weet je, meestal durft de pester ineens wel te schelden en te pesten op internet. Maar durft de pester het slachtoffer in het echt niet eens aan te kijken. Iemand die digitaal pest is eigenlijk een enorme lafaard. Word je gepest? Dat kan op het schoolplein zijn, maar ook bijvoorbeeld via e-mail of MSN, ga dan altijd naar je ouders of juf/meester toe. Zij kunnen je helpen om het pesten aan te pakken. Los het niet in je eentje op! Samen sta je sterker.
Maak opdracht 18 en 19 in het werkschrift
5.3. Kraken om te pesten In hoofdstuk 4 heb je geleerd wat een goed wachtwoord is. En hoe belangrijk een goed wachtwoord is. Een wachtwoord is privé. Geef je wachtwoord nooit aan iemand anders. Ook niet aan je beste vriend(in). Als je een keer ruzie hebt kunnen ze het wachtwoord misbruiken of doorgeven aan anderen. Of ze geven het als grap door aan anderen. Zorg ook voor een moeilijk wachtwoord dat niet makkelijk te raden is door anderen. Dus niet de naam van je hond of je naam en geboortejaar achter elkaar. Dat is veel te makkelijk. Kraken van elkaars wachtwoord en inbreken in een account is ook pesten. Inbreken in iemands account kan zelfs diefstal zijn. Als iemand inbreekt in jouw account en spullen kapot maakt of meeneemt kun je aangifte doen bij de politie. Twee jongens in Friesland hadden bij heel veel Habbo-accounts ingebroken en credits en meubeltjes gestolen. De politie heeft de jongens opgepakt en ze hebben een taakstraf gekregen van de rechter.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 5 - bladzijde 47
Diploma Veilig Internet - Lesboek
5.4. Is een account van je gekraakt? • Waarschuw gelijk de beheerder van de website. Bijvoorbeeld van Habbo of van Hyves. • Maak een nieuw e-mailadres aan. Gebruik dan natuurlijk een heel goed wachtwoord, dat niemand kan raden. • Maak met het nieuwe e-mailadres een nieuw account aan op de site waarvan je wachtwoord is gekraakt. • Vertel via de e-mail, msn, je profiel of op school dat je account is gekraakt. Als de anderen dan vreemde berichten ontvangen, weten ze dat het niet van jou afkomt. • De kraker is meestal iemand die jou kent. Misschien iemand uit je klas, iemand uit jouw buurt, de sportclub, broer of zus. Denk erover na wie het zou kunnen zijn. Wie heb je wel eens je wachtwoord gegeven? Wie zou jou willen pesten? Heb je misschien met iemand ruzie gehad? • Vertel het je ouders, juf of meester. Ze kunnen je vast helpen. In ieder geval sta je er dan niet meer alleen voor.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 5 - bladzijde 48
Digitaal pesten
5.5. Foto Steeds vaker worden kinderen gepest met hun eigen foto. Kinderen zetten foto’s van zichzelf op internet. Bijvoorbeeld op hun profiel, in een fotoalbum, sturen ze door via msn. Maar ook scholen zetten foto’s van leerlingen op hun eigen website. En anderen kunnen een foto van je maken met hun mobieltje. Voor je het weet heeft iemand anders jouw foto. De ander kan er dan van alles mee doen. De foto bewerken, iets heel lelijks van maken. Het is niet leuk als iemand jouw foto bewerkt en het aan anderen laat zien. Voor je het weet staat op internet een hele lelijke of gemene foto van jou. Nienke heeft op een profielsite een foto van zichzelf gezet. Het is een leuke foto, waarop ze aan het dansen is. Nienke zou het nieuwe schooljaar naar een andere school gaan. Daar had ze kennis gemaakt en ook verteld dat ze een profiel op internet had. Een groepje kinderen vond Nienke niet leuk. Ze haalden de foto van Nienke van internet. De foto bewerkten ze door van Nienke een monster te maken. De nieuwe klasgenoten maakten een profiel op internet met als titel: Nienke is een monster! Nienke was heel verdrietig. Ze kende de kinderen niet eens. Andere kinderen van die school hadden heel kwetsende berichten op het profiel gezet. Dat Nienke stom is, dat ze geen monster op school willen en ga zo maar door. Kun je je voorstellen hoe het zou zijn als klasgenoten dat bij jou zouden doen? De ouders van Nienke hebben gelijk de nieuwe school opgebeld. De klasgenoten moesten het profiel verwijderen van internet en kregen straf. Hoe zou jij na de vakantie naar je nieuwe klas gaan als dit gebeurd zou zijn?
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 5 - bladzijde 49
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Denk goed na met wie je gaat webcammen en wat je doet! Doe niet iets wat je later liever niet op internet terug wilt zien.
Een foto op internet kan al heel snel door anderen gekopieerd en gedownload zijn. Het kan dus dat de foto nog jaren op internet te zien is. Je kunt de foto niet zomaar verwijderen. Je moet de eigenaar van de website vragen om de foto te verwijderen. Dat is niet altijd eenvoudig. Ook al is het volgens de wet verboden om ongevraagd foto’s van een ander te plaatsen. Denk goed na welke foto’s je van jezelf op internet zet! Bedenk bij elke foto of je het goed zou vinden als de foto op de voorpagina van de krant zou staan. Of door de hele school of wijk zou hangen. Digitale foto’s kunnen gemaakt worden met een digitale camera. Maar ook met mobieltjes of de webcam. Beelden van de webcam kan de ander namelijk ook opslaan.
5.6. Ga toch weg Internet is voor iedereen. Alle kinderwebsites, games, profielsites worden door iedereen bezocht. Door kinderen, door jongeren en door volwassenen. Op websites die bedoeld zijn voor kinderen kunnen ook volwassenen rondsurfen. Het is niet zo dat iedereen bij binnenkomst gecontroleerd wordt. Het kan zijn dat iemand, waarmee je op internet zit te kletsen of waarvan je berichten krijgt niet degene is, die hij of zij zegt te zijn. Er zijn mensen (dus ook kinderen) die het stoer vinden om op internet te schelden en vervelende berichten achter te laten. Soms plaatsen ze achter elkaar vervelende berichten. Op een chatbox worden zij vuilchatters genoemd. Het plaatsen van veel berichten achter elkaar wordt ‘flooden’ (een vloedgolf ) genoemd. Als iemand bewust ruzie zoekt op internet, bijvoorbeeld op een profiel of in een game, dan wordt dat ‘flamen’ (een vuurtje aansteken) genoemd. Als je merkt dat iemand zit te flooden of flamen kun je dat het beste negeren. En de beheerder van de website een seintje geven dat iemand zich vervelend gedraagt. De beheerder kan een waarschuwing geven of de andere persoon blokkeren.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 5 - bladzijde 50
Digitaal pesten
5.7. Geef maar op Stel je voor. Je bent heel ver gekomen in een online game. Je hebt heel veel punten verzameld en hebt allerlei bonusspullen weten te veroveren. Anderen zijn er jaloers op en willen jouw punten hebben. Ze gaan je bedreigen via internet of op het schoolplein. Natuurlijk met de bedoeling dat je bang wordt en je punten overdraagt aan hen. Helaas gebeuren dit soort bedreigingen echt. Foto’s of filmpjes gemaakt met de webcam kunnen gebruikt worden om iemand te bedreigen. De bedreiger kan zeggen dat hij of zij de beelden op internet zet als je iets niet wilt doen. Dat is heel erg vervelend. Zeker als je weet dat de ander iets over jou weet of iets van je heeft wat je niet aan de hele wereld bekend wil maken. Het wordt eentonig, maar het is echt waar: Los het niet alleen op! Waarschuw altijd een volwassene als je dit soort dingen meemaakt.
Maak opdracht 20 in het werkschrift
5.8. Los het niet alleen op Pesten los je niet in je eentje op. Dat is heel moeilijk. Je kunt het gevoel hebben dat je helemaal in je eentje bent. Dat is niet zo. Als je gepest wordt, praat er dan over met je ouders, je meester of juf. Zij kunnen je helpen om het pesten te stoppen. Dat geldt ook voor digitaal pesten. Het is heel moeilijk om het in je eentje te stoppen. Als je gepest wordt via internet weet je soms niet wie de dader is of je weet wel wie het is, maar weet niet wat je er aan moet doen. Samen met je ouders, je juf of meester, kun je een aantal dingen doen om het pesten aan te pakken.
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 5 - bladzijde 51
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Tips
• Negeer de pester. Reageer niet op berichten. • bewaar alle pestberichten. • Kun je een bericht niet opslaan, maar staat het wel op je scherm. Maak er dan een screenshot van. Dat is een afbeelding van je scherm. • Druk op de toets ‘prt scr’ of ‘print screen’ op het toetsenbord. Open een tekenprogramma of bijv. het programma Word. Via ‘plakken’ kun je nu de afbeelding in het tekenprogramma of in Word plakken. Sla het daarna op. • Hou de berichtengeschiedenis van MSN bij. Heb je de berichtengeschiedenis niet bijgehouden? Selecteer dan de tekst. Via ‘kopiëren’ en ‘plakken’ kun je het bericht alsnog in Word opslaan. • Blokkeer het e-mailadres van de pester. • Blokkeer de pester in je msn lijst. • Verwijder de pester van je hyves. • Maak een nieuw e-mailadres aan en geef dit alleen door aan familie en goede vrienden. • Waarschuw de beheerder van de website waar je gepest wordt. • Probeer er achter te komen wie de pester is. • Praat er over met je ouders, juf of meester. Laat hen de berichten zien die je ontvangen hebt. • Pas op wie je toelaat of toevoegt op MSN, je hyves, je habbo of andere websites.
Kun je er met niemand over praten? Dan is het goed om de kindertelefoon te bellen. Dan kun je er met hen over praten. Zij kunnen je ook advies geven. www.kindertelefoon.nl/chat
Maak opdracht 21 en 22 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 5 - bladzijde 52
Digitaal pesten
Weetjes In 2006 is er een enquête gehouden onder kinderen. 7% van de kinderen gaf aan gepest te worden via internet. Dat zijn in een klas van 30 leerlingen dus minstens 2 kinderen. Als je in de klas rond gaat vragen hoor je vast dat nog meer kinderen wel eens gepest zijn. Heel veel scholen hebben een pestprotocol. Dat zijn regels over hoe je op school omgaat met pestgedrag. Het pestprotocol kan uitgebreid worden met digitaal pesten.
Cyberkids Lesley, 12 jaar: ‘Iemand had mijn MSN gekraakt. Toen kreeg iedereen stomme berichten. En ze dachten dat ik het was. Ik had bijna ruzie met m’n vrienden.’ Corine, 10 jaar: ‘Ik heb wel eens gezien dat kinderen foto’s van klasgenoten gingen bewerken. Daar gingen ze teksten op zetten. Toen mailden ze die foto naar iedereen. Dat vond ik zo flauw.’ Anne, 12 jaar: ‘Ik had verkering met een jongen uit de klas. We zaten heel vaak op MSN. Natuurlijk ook met de webcam en microfoon. Ik ging ‘m dan van alles vertellen. Dat heeft hij opgenomen. Toen ik het uitmaakte heeft hij het filmpje aan al zijn vrienden laten zien en op internet gezet. Ik durfde niet meer naar school. Ik schaamde me vreselijk.’ Sam, 11 jaar: ‘Ik heb m’n profiel op hyves dicht gezet. Nu kunnen alleen m’n vrienden het zien en krabbels zetten. Ik had ook gelijk geen last meer van mensen die ik niet op m’n hyves wil hebben. En dan is hyves echt wel leuk.’
Meer weten? www.weetwatjetypt.nl www.i-respect.nl www.pestenislaf.nl www.stop-pesten.nl www.cyberpesten.nl www.stopdigitaalpesten.nl www.pestweb.nl www.kindertelefoon.nl
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 5 - bladzijde 53
Diploma Veilig Internet - Lesboek
6 Internet Respect 6.1. Internet Respect Internet is soms gevaarlijk of vervelend, maar internet is vooral leuk. En dat moet ook zo blijven. Het is net als fietsen. Als je op straat fietst kijk je goed uit. Vanaf het moment dat je kunt fietsen, leren je ouders je hoe je moet fietsen en waar je voor moet uitkijken. Later krijg je op school ook nog eens verkeersles. In deze lessen heb je geleerd waar je op moet letten als je internet. Eigenlijk kun je dus veilig op internet surfen. Je weet wat je moet doen als je iets tegenkomt waar je niet op zit te wachten. Je weet nu ook hoe je je gedraagt op internet. Wat kun je wel doen en wat kun je niet doen op internet. Dat heet nettiquette. Nettiquette zijn ongeschreven regels over hoe je je gedraagt op internet.
Maak opdracht 23 in het werkschrift
6.2. Als ik de baas was Ja, wat zou je dan doen? Hoe zou volgens jou internet eruit moeten zien? Er is niet één persoon de baas over internet. Er is dus niet één persoon die vertelt wat er wel of niet mag op internet. Mensen uit allerlei landen van de wereld proberen wel regels op te stellen, maar dat is nog niet zo eenvoudig. Als andere landen daar niet aan meedoen, schiet het niet op natuurlijk. Ten slotte is internet altijd beschikbaar. Je kunt niet zeggen dat één land geen websites op internet mag zetten. Dat is nu niet de vraag. De vraag is wat jij zou doen als je de baas van internet was.
Maak opdracht 24 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 6 - bladzijde 54
Internet Respect
6.3. Heel belangrijk Het belangrijkste is dat je anderen vertelt wat je meemaakt op internet. De leuke dingen op internet, maar ook de minder leuke dingen op internet. Ben je wel eens geschrokken van iets op internet of vind je dingen gewoon niet leuk? Vertel het aan je ouders, je juf of meester. Laat ze zien wat jij niet leuk vindt op internet. Of laat ze zien welke vervelende berichten je hebt gekregen. Los het niet in je eentje op. Praat erover met anderen. Je zult zien dat je niet de enige bent die vervelende dingen op internet meemaakt. Erover praten, verandert de vervelende sites en digitaal pesten niet. Maar je staat er in ieder geval niet meer alleen voor.
Maak opdracht 25 in het werkschrift
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 6 - bladzijde 55
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Eindtoets Zo, eindelijk alle lessen gemaakt. Als het goed is weet je nu hoe je internetten leuk kan houden.Of je het echt weet kun je pas zeggen als je de toets hebt gemaakt. De toets bestaat uit vragen over allerlei onderwerpen die met internet te maken hebben. Ben je goed voorbereid? De toets kun je vinden op www.diplomaveiliginternet.nl Heel veel succes!
Je bent nu hier: Lesboek hoofdstuk 6 - bladzijde 56
Moeilijke woordenlijst
Moeilijke woordenlijst A ADSL Anti-virus software B Banner Blokkeren Browser Bijlage
C Cammen Chatbox Chatten Cheats
D Dialer
Supersnelle internetverbinding Een programma dat virussen van je computer af kan halen.
Een reclameblokje op internet. Meestal zijn het bewegende plaatjes. Iets of iemand de toegang ontzeggen. Een programma waarmee je op internet kunt surfen. Via e-mail kun je bestanden meesturen met een bericht. Het bestand zit in de bijlage. Een bijlage herken je doordat er rechtsbovenin een paperclip staat.
Via een webcam videobeelden naar een ander sturen. Een webpagina op internet waar je kunt kletsen met anderen. Vaak zijn dit mensen die je niet kent. Kletsen via internet of via een Messenger. Hulpjes om in een spelletje zonder veel moeite tot een hogere score te kunnen komen.
Downloaden
Een programma dat geïnstalleerd wordt op je computer, waarmee je inbelt op een duur telefoonnummer. Pesten via internet, e-mail, chat of messenger. Een zwart vierkant schijfje waar je teksten en andere informatie op kunt zetten. Bestanden van internet op je eigen computer zetten.
E E-mail Ergonomisch
Engels: Electronic mail. Een brief via internet versturen. Een goede houding
Digitaal pesten Diskette
F Firewall
Een vuurmuur. Een bescherming voor je computer om te voorkomen dat vreemden in je computer kunnen inbreken.
H Je bent nu hier: Lesboek - bladzijde 57
Diploma Veilig Internet - Lesboek
Hoax Hyperlink
M Messenger
N Nettiquette Nickname P Privé gegevens Pop-up Pop-up killer Profielen website
S Spam Spamfilter
Spyware
U Updates
Een nepbericht dat verstuurd wordt via e-mail. Een verwijzing naar een andere webpagina. Als je met de muis op een link gaat staan verandert het pijltje in een handje. Dan kun je klikken.
Een programma waarmee je met anderen kunt kletsen. Je kunt alleen kletsen met mensen die je in je adreslijst van de Messenger hebt staan. Een hele bekende is bijvoorbeeld: MSN.
Ongeschreven regels over hoe je je moet gedragen op internet. Een bijnaam op internet
Informatie over jezelf, die je niet meteen aan een ander verteld. Een klein venster dat vanzelf opent als je naar een website surft. Meestal staat er reclame in de pop-up. Een programma dat de pop-up vensters blokkeert. een website waar je een eigen pagina kunt maken waar je iets over jezelf vertelt.
Ongewenste e-mail of e-mail waar je je nooit voor aangemeld hebt. Meestal zijn het e-mails met reclame erin. Een programma dat je op je computer moet installeren. Dit programma houdt spam tegen of zet de spam gelijk bij de Verwijderde items in je e-mail programma. Een klein bestandje dat ongemerkt op je computer wordt gezet. Hiermee kunnen anderen bijhouden wat je doet op internet.
Nieuwe gegevens van een programma, die je meestal via internet moet downloaden. Bijvoorbeeld updates voor de virusscanner. Dan is je computer beschermd tegen de nieuwste virussen.
Je bent nu hier: Lesboek - bladzijde 58
Moeilijke woordenlijst
V Virus Virusscanner W Webcam
Weblog Webpagina Webserver Website Webmail
Z Zoekmachine
Zoekwoorden
Een programma dat je computer kan besmetten en ervoor kan zorgen dat je computer kapot gaat. Een programma dat virussen van de computer kan halen.
Een kleine camera die je op de monitor van je computer kunt zetten. Als je het aanzet kun je de videobeelden of foto’s naar een ander laten sturen. Een dagboek op internet. In een weblog kun je verhalen schrijven. Anderen kunnen op de verhalen reageren.’ Eén pagina op internet. Net zoals één bladzijde uit een boek. Een grote computer waar heel veel websites op staan. Net zoals een bibliotheek waar heel veel boekenkasten staan. Eén boek op internet. Net zoals één boek in een boekenkast. E-mailen via een programma op internet. Bijvoorbeeld met hotmail.
Een pagina op internet, waar je websites kunt opzoeken door een zoekwoord in te typen en het programma te laten zoeken. Een woord dat je intypt in een zoekmachine. De zoekmachine gaat zoeken naar webpagina’s waar dat woord in voorkomt.
Je bent nu hier: Lesboek - bladzijde 59
Colofon Stichting Kennisnet
Stichting Technika 10 Nederland
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Vormgeving: GOfor Design Auteur lesboek: S. de Ruiter, Stichting Technika 10 Nederland Auteur werkschrift: S. de Ruiter, Stichting Technika 10 Nederland Auteurs docentenhandleiding: S. de Ruiter, Stichting Technika 10 Nederland Eindredactie: B. Bloem, Stichting Technika 10 Nederland Met dank aan: Ivo Wouters, Bureau C&I
De auteurs van het lesmateriaal hebben hun uiterste best gedaan om websites in dit lesmateriaal te vermelden die gedurende lange tijd beschikbaar zijn. Het team is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor externe websites die niet langer bestaan, evenals voor de inhoud van deze websites hoewel deze voor publicatie van dit boek zorgvuldig gescreend zijn.