Klin nkenvvlier Een ovverzicht van de klacchten als gevolg va an stankoverlast Epidemiolo ogie, afdeling g AGZ November 2012
Definitief rap pport; 15 noveember 2012
1
INLEIDING
1
2
HET ONDERZOEK 2.1 Opzet onderzoek
2 2
3
DE RESULTATEN 3.1 Achtergrondkenmerken van de respondenten 3.2 De gezondheid van 0 tot en met 11 jarigen 3.3 De gezondheid van bewoners van 12 jaar en ouder
3 3 3 4
3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4
4
Ervaren gezondheid en bestaande klachten De SaP vragenlijst: resultaten van het voorkomen van de symptomen De SaP vragenlijst: resultaten van opvattingen over de gezondheidsklachten De SaP vragenlijst: resultaten van de oorzaken voor de gezondheidsklachten
CONCLUSIES
4 5 8 12
13
BIJLAGE I: VRAGENLIJST GEZONDHEID KLINKENVLIER VOLWASSENE OF KIND VAN 12 JAAR EN OUDER
14
BIJLAGE II: VRAGENLIJST GEZONDHEID KLINKENVLIER KINDEREN T/M 11 JAAR
20
COLOFON Uitgave: GGD Drenthe Epidemiologie, afdeling AGZ Nynke van Zanden (auteur) Marjan Kuilman Willem Jan van der Veen
[email protected] Overname van gegevens is alleen toegestaan, mits voorzien van de volgende bronvermelding: GGD Drenthe. Klinkenvlier, een overzicht van de klachten als gevolg van stankoverlast. Assen, november 2012
Definitief rapport; 15 november 2012
1
INLEIDING
Dit onderzoek is opgezet naar aanleiding van klachten over geur‐ en stankoverlast van bewoners in de wijk Klinkenvlier. Als bron van de overlast wordt de biovergister aan het Alte Picardiekanaal in Coevorden genoemd. Op verzoek van de gemeente Coevorden heeft de GGD een vragenlijstonderzoek uitgezet onder alle bewoners van de wijk Klinkenvlier. Doel is om inzicht te krijgen in de omvang en de ernst van gezondheidsklachten van de bewoners in Klinkenvlier. Dit rapport beschrijft de resultaten die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen.
Definitief rapport; 15 november 2012 1
2
HET ONDERZOEK
In dit hoofdstuk wordt kort beschreven hoe het onderzoek is opgezet en hoe de resultaten tot stand zijn gekomen. 2.1 Opzet onderzoek Planning Begin juli is er een bijeenkomst geweest met de Buurt‐ en Belangenvereniging (BBV) Klinkenvlier, gemeente Coevorden en de GGD Drenthe. Daarin is het vragenlijstonderzoek aan de orde geweest en zijn er afspraken gemaakt over de planning van het onderzoek. Eind juli is de vragenlijst verstuurd naar alle bewoners van de wijk Klinkenvlier om te inventariseren welke klachten er zijn in de wijk. Begin september is een herinnering verzonden naar de mensen die tot dan toe geen vragenlijst hadden geretourneerd. De vragenlijsten De vragenlijst voor volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder is gebaseerd op de Symptoms and Perceptions (SaP)‐vragenlijst. Deze SaP‐vragenlijst is ontwikkeld om symptomen (gezondheidsklachten en dus geen ziektes of aandoeningen) en erbij horende percepties in kaart te brengen na rampen, crises en/of milieu‐incidenten. Het gaat om klachten en problemen die mensen ervaren en zelf rapporteren. De vragenlijst wordt gebruikt in situaties waar veel onrust bestaat over mogelijke gezondheidseffecten als gevolg van (milieu)factoren. De resultaten kunnen bijdragen aan het nemen van ondersteunende maatregelen voor de bewoners door zorgverleners en/of beleidsmakers op het gebied van gezondheid en welzijn. In overleg met medisch milieudeskundigen is de oorspronkelijke vragenlijst op de situatie in Klinkenvlier toegesneden. Voorafgaand aan de SaP‐vragenlijst zijn enkele vragen opgenomen die voortkomen uit de vragenlijst die is gebruikt bij de ATF‐brand in Drachten. Deze vragen zijn bedoeld om een beeld te krijgen van enkele kenmerken t.a.v. de gezondheid van de groep deelnemers aan dit onderzoek. Ook de vragenlijst voor kinderen jonger dan 12 jaar is gebaseerd op de ATF‐vragenlijst. Met de resultaten kan inzicht gekregen worden in de gezondheidsklachten van deze kinderen. Beide vragenlijsten zijn als bijlage aan dit rapport toegevoegd. Respons Voor de kinderen jonger dan 12 jaar is de vragenlijst aan de moeder gestuurd met de vraag deze voor de kinderen in te vullen. Er is voor 16 kinderen van 0 tot en met 11 jaar een vragenlijst verstuurd. Daarvan zijn voor 11 kinderen reacties teruggekomen, dat is een respons van 69%. Aan 136 bewoners van Klinkenvlier van 12 jaar en ouder is persoonlijk een vragenlijst gestuurd met het verzoek om deze in te vullen en naar de GGD terug te sturen. 98 personen hebben hier gehoor aan gegeven. Vijf mensen hebben doorgegeven niet aan het onderzoek deel te willen nemen. De bruto respons komt daarmee op 72%, de netto respons is 68%. Dat is een goed resultaat. Het is echter bekend dat niet‐responders meestal mensen zijn die weinig (gezondheids)klachten hebben. De vragen zijn inventariserend van karakter en specifiek voor de situatie in Klinkenvlier; de uitkomsten kunnen daarom niet worden getoetst aan de uitkomsten van ander onderzoek of registraties.
Definitief rapport; 15 november 2012 2
3
DE RESULTATEN
In de eerste paragraaf worden enkele achtergrondkenmerken van de respondenten beschreven. Paragraaf twee bevat de uitkomsten van de vragen voor de kinderen jonger dan 12 jaar. Paragraaf drie geeft vervolgens inzicht in de resultaten van de respondenten van 12 jaar en ouder. 3.1 Achtergrondkenmerken van de respondenten Van de respondenten is 48% vrouw en 52% man. Dat komt overeen met de opbouw van de wijk Klinkenvlier volgens CBS‐gegevens uit 2011. De meeste respondenten zitten in de leeftijdscategorie 26 tot en met 64 jaar, namelijk 65%; 27% is 65 jaar of ouder en 8% is 25 jaar of jonger. Deze leeftijdsopbouw verschilt met de bevolkingsgegevens van het CBS. Daaruit komt naar voren dat 21% van de bewoners van Klinkenvlier jonger is dan 25 jaar. 65% is tussen de 25 en 65 jaar en 14% is 65 jaar of ouder (bron CBS buurtgegevens, 2011). 3.2 De gezondheid van 0 tot en met 11 jarigen Voor drie kinderen is aangegeven dat er geen gezondheidsproblemen zijn die mogelijk het gevolg kunnen zijn van de stankoverlast van de biovergister aan het Alte Picardiekanaal. Van de overige acht kinderen hebben de ouders over zes kinderen de vragenlijst verder ingevuld. Omdat het aantal volledig ingevulde vragenlijsten zo klein is worden de resultaten niet in percentages gepresenteerd. De leeftijd van de kinderen varieert tussen de 1 en 8 jaar. Het gaat om vijf meisjes en een jongen. Voor alle kinderen wordt gerapporteerd dat ze overlast gehad hebben van de stank van de biovergister. Voor drie kinderen wordt aangegeven dat ze ook op een andere manier dan stank last hebben gehad; het is echter niet bekend wat dit inhoudt. Aan de ouders is gevraagd voor zes symptomen aan te geven of hun kind daar als gevolg van de overlast van de biovergister wel of niet last van heeft gehad. In de volgende tabel staat voor elk symptoom apart voor hoeveel van de zes kinderen dit is aangekruist. Tabel 1. Heeft uw kind als gevolg van de overlast van de biovergister last gehad van: SYMPTOOM Prikkelende of tranende ogen Keelpijn Hoesten Kortademigheid Benauwd gevoel Piepen op de borst Andere klachten
3 kinderen 2 kinderen 4 kinderen 2 kinderen 1 kind 1 kind 2 kinderen
De andere klachten die zijn genoemd betroffen misselijkheid en lusteloosheid. Van de zes kinderen is er één voor de klachten naar de huisarts geweest. Vier van de zes kinderen hebben middelen gebruikt tegen de klachten. Eén kind had voor de overlast van de biovergister al dergelijke gezondheidsproblemen, de andere vijf niet. De meeste ouders geven aan dat de klachten in 2011 zijn begonnen. Op één kind na heeft geen van de kinderen op het moment van het invullen van de vragenlijst nog gezondheidsproblemen die het gevolg kunnen zijn van de overlast van de biovergister. Voor de problemen van dit ene kind is de huisarts geraadpleegd. Definitief rapport; 15 november 2012 3
Op de vraag wat de invullende ouder over het algemeen van de gezondheid van zijn/haar kind vindt, wordt voor vijf kinderen geantwoord dat deze (heel) goed is. Eén ouder geeft aan dat de gezondheid van zijn/haar kind als ‘gaat wel’ wordt ervaren. Bij de opmerkingen geeft één ouder aan ernstige zorgen te hebben over de gezondheid op lange termijn van zijn/haar kinderen. 3.3 De gezondheid van bewoners van 12 jaar en ouder In deze paragraaf staan de resultaten van de bewoners die de vragenlijst voor 12 jaar en ouder hebben ingevuld. Eerst wordt een algemeen inzicht gegeven in de gezondheidssituatie van de respondenten. Daarna worden de resultaten van de SaP‐vragenlijst gepresenteerd. 3.3.1 Ervaren gezondheid en bestaande klachten Om een indruk te krijgen van de ervaren gezondheid en een eventuele verandering daarin is aan de bewoners gevraagd hoe zij hun gezondheid op het moment van het invullen van de vragenlijst ervaren en hoe dit een jaar geleden was. Uit figuur 1 wordt duidelijk dat het percentage Klinkenvlierse bewoners dat de gezondheid als minder goed ervaart is gestegen vergeleken met een jaar daarvoor. 60
50
40 ervaren gezondheid een jaar geleden
30
ervaren gezondheid nu 20
10
0 zeer goed
goed
gaat wel
(zeer) slecht
Figuur 1. Hoe is/was over het algemeen uw gezondheid nu/een jaar geleden? (N=93) Bij 9% van de bewoners is ooit astma en/of bronchitis/emfyseem door een arts vastgesteld. Van deze groep heeft één persoon een verandering opgemerkt in zijn/haar astma/bronchitis/emfyseem het afgelopen jaar. De anderen geven dit niet aan. In vraag 9 is gevraagd of men ooit in bepaalde situaties wel eens klachten heeft gekregen zoals hoesten, kortademigheid, piepen op de borst of een benauwd gevoel. Dit kon voor alle zes situaties apart beantwoord worden. In de tabel hieronder staan de resultaten weergegeven. In de tabel is te zien dat sigarettenrook bij 39% van de mensen geleid heeft tot ademhalings‐ en luchtwegklachten, gevolgd door geurtjes in huis (25%) en/of overgang van warme naar koude lucht (21%). Verder komt naar voren dat 45% van de bewoners van Klinkenvlier bij geen enkele van de zes genoemde situaties ooit luchtwegproblemen heeft gekregen.
Definitief rapport; 15 november 2012 4
Tabel 2. Heeft u ooit in de volgende situaties wel eens klachten gekregen zoals hoesten, kortademigheid, piepen op de borst, of een benauwd gevoel? SITUATIE Mistig weer (N=93) Van warme naar koude lucht (N=93) Inademen van sigarettenrook (N=93) Inademen van geurtjes in huis (N=93) Inademen van geurtjes op werk (N=93) Inademen van geurtjes bij hobby (N=93) In geen enkele situatie luchtwegklachten gehad (N=93)
19% 21% 39% 25% 15% 17% 45%
Ook is gevraagd of men ooit gemerkt heeft dat neus of ogen extra gevoelig reageren op prikkelende situaties en of er ooit allergie / overgevoeligheid is vastgesteld. Tabel 3 geeft de percentages weer. Tabel 3. Hebt u ooit gemerkt dat uw neus / ogen extra gevoelig reageren op prikkelende situaties en/of is er ooit allergie/overgevoeligheid bij u vastgesteld? LAST GEHAD van … Reactie neus op prikkelende situaties (N=93) Reactie ogen op prikkelende situaties (N=93) Ooit allergie / overgevoeligheid vastgesteld (N=93)
53% 55% 23%
Er zijn weinig mensen die roken in Klinkenvlier, namelijk 13%. Het percentage dat vroeger wel heeft gerookt is hoger, namelijk 41%. Van de mensen die roken, steekt een derde minder dan één sigaret per dag op. De rest rookt minstens één sigaret per dag. 3.3.2 De SaP vragenlijst: resultaten van het voorkomen van de symptomen Aan de bewoners van Klinkenvlier is voor dertien symptomen gevraagd of ze daar de maand voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst last van hebben gehad. Ook kon men via een open vraag zelf twee extra symptomen noemen die niet in de lijst voorkwamen. In tabel 4 staan de percentages van de mensen die benoemen dat ze last hebben gehad van bepaalde symptomen uitgesplitst naar de duur van de last. De klachten zijn gerangschikt van meest voorkomend naar minst voorkomend. Luchtwegproblemen komen het meest voor: 58% van de respondenten geeft aan dat ze last hebben van de neus, 49% meldt dat ze last hebben van hoesten en 42% heeft keelpijn aangekruist. Psychosomatische klachten zijn de daarop volgende belangrijke groep van klachten die de bewoners van Klinkenvlier rapporteren. 56% van de bewoners geeft aan dat ze in meer of mindere mate hoofdpijn hebben en 42% maakt melding van slaapproblemen. De groep ‘andere klachten’ bestaat grotendeels uit problemen die gerelateerd zijn aan de luchtwegen. Ook geven enkele bewoners aan dat ze een vieze metaal smaak in de mond hebben.
Definitief rapport; 15 november 2012 5
Tabel 4. Last gehad van de volgende symptomen in de afgelopen maand (N=93). SYMPTOMEN Klachten aan de neus Hoofdpijn Hoesten Irritatie aan het oog Slaapproblemen Keelpijn Misselijkheid Prikkelbaar/boosheid Problemen met ruiken of proeven Verlies van stem of heesheid Angstig/nerveus/gespannen gevoel Benauwd of kortademig in rust Piepende ademhaling Andere klachten: eerste klacht tweede klacht
regelmatig / erg vaak > 5 dagen 29% 21% 23% 23% 19% 18% 6% 11% 14% 9% 12% 9% 4% 20% 9%
soms 1 ‐4 dagen 28% 36% 26% 22% 24% 24% 21% 13% 10% 13% 10% 10% 3% 4% 1%
nee
42% 44% 51% 55% 58% 58% 73% 76% 77% 77% 78% 82% 92% 76% 89%
Om een beeld te krijgen van de ervaren ernst van de klachten is gevraagd naar de duur en of men al dan niet contact heeft gehad met een hulpverlener. In tabel 5 en 6 staan de resultaten van de mensen die hebben aangegeven last te hebben van de betreffende klacht. Degene de geen klachten hebben, zijn niet meegenomen in deze percentages. In tabel 5 staan de gegevens voor de duur van de klacht. Voor 13 van de 15 symptomen geeft meer dan de helft van de mensen te kennen dat ze langer dan een half jaar last hebben van deze klacht. Veruit de meeste mensen zijn niet met de klachten naar een hulpverlener geweest (tabel 6). En van degene die wel zijn gegaan vond het bezoek langer dan een maand geleden plaats. Uitzondering op deze resultaten is ‘piepende ademhaling’. Tabel 5. Duur van de volgende symptomen. SYMPTOMEN Klachten aan de neus (N=53) Hoofdpijn (N=52) Hoesten (N=45) Irritatie aan het oog (N=41) Slaapproblemen (N=39) Keelpijn (N=39) Misselijkheid (N=25) Prikkelbaar/boosheid (N=22) Problemen met ruiken of proeven (N=21) Verlies van stem of heesheid (N=21) Angstig/nerveus/gespannen gevoel (N=20) Benauwd of kortademig in rust (N=17) Piepende ademhaling (N=7) Andere klachten: eerste klacht (N=22) tweede klacht (N=10)
<1 maand 6% 6% 12% 7% ‐% 17% 24% 11% 11% 11% 22% 31% 17% 5% ‐%
1‐6 maanden 33% 22% 20% 20% 21% 26% 19% 6% 22% 32% 39% 25% 17% 29% 10%
> 6 maanden 60% 71% 68% 73% 79% 57% 58% 83% 67% 58% 39% 44% 67% 67% 90%
Definitief rapport; 15 november 2012 6
Tabel 6. Bezoek aan een hulpverlener voor de volgende symptomen. SYMPTOMEN
nee
Klachten aan de neus (N=53) Hoofdpijn (N=52) Hoesten (N=45) Irritatie aan het oog (N=41) Slaapproblemen (N=39) Keelpijn (N=39) Misselijkheid (N=25) Prikkelbaar/boosheid (N=22) Problemen met ruiken of proeven (N=21) Verlies van stem of heesheid (N=21) Angstig/nerveus/gespannen gevoel (N=20) Benauwd of kortademig in rust (N=17) Piepende ademhaling (N=7) Andere klachten: eerste klacht (N=22) tweede klacht (N=10)
74% 83% 81% 64% 73% 78% 96% 77% 88% 87% 69% 64% 50% 63% 63%
ja, 1‐4 weken geleden ‐ % 2% ‐ % 3% 3% 6% ‐ % 6% ‐ % ‐ % ‐ % 7% ‐ % 5% 13%
ja, 1‐12 maanden geleden 26% 15% 19% 33% 24% 16% 4% 18% 12% 13% 31% 29% 50% 32% 25%
Voor de zes meest voorkomende symptomen zijn in figuur 2 de duur en de ernst weergegeven. Daaruit wordt duidelijk dat bij de meeste mensen de problemen al van langere duur zijn en blijkt dat met name voor ‘irritatie aan het oog’ en ‘slaapproblemen’ een hulpverlener bezocht is. 80 70 60 50 % 40 30 20 10 0 klachten aan de neus
hoofdpijn
last afgelopen maand: ja
hoesten
irritatie aan het oog
duur: > 6 maand*
* Als percentage van het aantal mensen dat last heeft van die klacht.
Figuur 2.
slaap‐ problemen
keelpijn
contact hulpverlener: ja*
Van de zes meest voorkomende klachten: percentage mensen dat last heeft van deze klacht, hoe lang last van de klacht, contact gehad met een hulpverlener.
Definitief rapport; 15 november 2012 7
3.3.3 De SaP vragenlijst: resultaten van opvattingen over de gezondheidsklachten Als vervolg op de vragen over last van bepaalde symptomen konden de bewoners maximaal drie klachten aangeven waar ze de maand voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst het meest last van hebben gehad. Voor elk van deze klachten kon men een zevental vervolgvragen beantwoorden, waarbij met behulp van een score aangegeven kon worden in hoeverre het invloed heeft op hun leven. Door het berekenen van een gemiddelde score op basis van deze zeven vragen, ontstaat een beeld in hoeverre een klacht als bedreigend gezien wordt. 68 van de 93 respondenten hebben klachten opgeschreven. 44 personen hebben daarbij drie klachten ingevuld, 11 mensen hebben twee klachten genoteerd en 13 bewoners hadden één klacht waar ze het meest last van hadden. In totaal zijn er dus 167 klachten door 68 personen gemeld. Vanwege de verscheidenheid aan klachten zijn ze voor het presenteren van de resultaten gegroepeerd naar categorieën die gelijk zijn aan de orgaansystemen waar de SaP‐vragenlijst op gebaseerd is. Vervolgens is per categorie gekeken hoeveel mensen dit hebben gerapporteerd. Van deze groep respondenten staan de resultaten in de tabellen 7 tot en met 12 gepresenteerd. In tabel 7 is voor elke klachtcategorie te zien welk percentage van de 68 bewoners die een klacht gemeld hebben daar last van hadden de afgelopen maand. De meest voorkomende problemen zijn die aan de luchtwegen, zoals luchtwegklachten, hoesten en neusklachten, gevolgd door hoofdpijnklachten en irritatie aan de ogen. Tabel 7. Overzicht van de klachten/symptomen waar men de laatste maand het meeste last van had. SYMPTOMEN Geen klachten/symptomen aangegeven (N=93) Klachten/symptomen naar orgaansysteem Hoesten (N=68) Neusklachten (N=68) Luchtwegen (N=68) Hoofdpijn (N=68) Ogen (N=68) Slaapproblemen (N=68) Spijsvertering (N=68) Algemeen (N=68) Bewegingsapparaat (N=68) Psycho‐somatische klachten (N=68) Oren (N=68) Huid (N=68) Urologisch (N=68)
27% 40% 37% 34% 37% 32% 24% 10% 24% 6% 4% 2% 2% 2%
Voor de hierna volgende tabellen zijn de symptomen verder samengevoegd tot vier hoofdcategorieën, om de aantallen per groep voldoende groot te houden. Deze categorieën zijn luchtwegproblemen, klachten aan de ogen, psychosomatische klachten en overige klachten.
Definitief rapport; 15 november 2012 8
Luchtwegproblemen In tabel 8 staat voor de groep mensen met luchtwegproblemen (N=56, is 82%) voor elke vraag hoe groot de impact was voor de bewoners die deze klacht hadden aangegeven. Bijna de helft van de respondenten zegt dat de klacht (veel) invloed op hun leven heeft. Een kwart denkt zelfs dat de klacht hun hele leven zal duren. Van de bewoners geeft 79% aan dat ze zelf weinig tot niets aan de klacht kunnen doen. 20% krijgt op het moment van het invullen van de vragenlijst een behandeling voor de klacht. Van de bewoners die aan hebben gegeven dat ze geen behandeling volgen zou 46% wel of zelfs graag behandeld willen worden. Iets meer dan de helft van de mensen meldt dat ze (erg) bezorgd zijn over hun klacht. 37% heeft geantwoord dat ze weinig tot niets begrijpen van het waarom van de klachten die ze hebben. Ongeveer de helft van de bewoners laat weten dat de klacht (veel) invloed op hun gemoedstoestand heeft. Tabel 8. Opvattingen van bewoners die het meest last hebben van luchtwegproblemen (N=56). Hoeveel invloed heeft deze klacht op uw leven? Hoelang denkt u dat deze klacht zal duren? Kunt u zelf wat aan deze klacht doen? Krijgt u op dit moment een behandeling voor uw klacht? Ja: 20% Helpt deze de behandeling? (N=9) Nee: 80% Zou u een behandeling willen? (N=37) In hoeverre bent u bezorgd over deze klacht? In hoeverre begrijpt u waarom u deze klacht heeft? In hoeverre heeft uw klacht invloed op uw gemoedstoestand?
(helemaal) geen invloed
een beetje invloed
enige invloed
(zeer) veel invloed
12%
40%
28%
21%
(heel) erg kort
een beetje kort
matig kort
mijn hele leven
21%
34%
19%
26%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
4%
17%
19%
60%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
*
*
*
*
32%
22%
5%
41%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
19%
29%
21%
31%
(helemaal) niet
een beetje
enigszins
helemaal wel
29%
8%
33%
31%
(helemaal) geen invloed
een beetje invloed
enige invloed
(zeer) veel invloed
23%
29%
25%
23%
* vanwege het te klein aantal respondenten worden de percentages niet gepresenteerd.
Psychosomatische problemen Uit tabel 9 blijkt dat iets meer dan de helft van de respondenten met psychosomatische problemen (N=33, is 49%) aangeeft dat de klacht (veel) invloed heeft op hun leven. Slechts 11% denkt dat de klacht hun hele leven zal duren. 65% van de bewoners antwoordt dat ze zelf weinig tot niets aan de klacht kunnen doen. Van de bewoners met psychosomatische klachten krijgt 18% op het moment van het invullen van de vragenlijst hiervoor een behandeling. Van de bewoners die aan hebben gegeven dat ze geen behandeling volgen, zou 57% dit wel (graag) willen hebben. Van de Klinkenvlierse bewoners zegt 48% (erg) bezorgd te zijn over hun klacht en 42% dat ze weinig tot niets begrijpen waarom ze deze klachten hebben. Voor 52% van de bewoners heeft de klacht (veel) invloed op hun gemoedstoestand.
Definitief rapport; 15 november 2012 9
Tabel 9. Opvattingen van bewoners die het meest last hebben van psychosomatische problemen (N=33). Hoeveel invloed heeft deze klacht op uw leven? Hoelang denkt u dat deze klacht zal duren? Kunt u zelf wat aan deze klacht doen?
(helemaal) geen invloed
enige invloed
(zeer) veel invloed
16%
32%
23%
29%
(heel) erg kort
een beetje kort
matig kort
mijn hele leven
14%
46%
29%
11%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
48%
17%
28%
7%
Krijgt u op dit moment een behandeling voor uw klacht? Ja: 18% (helemaal) niet Helpt deze de behandeling? (N=5) * Nee: 82% Zou u een behandeling willen? (N=23) 17% (helemaal) niet In hoeverre bent u bezorgd over deze 26% klacht? (helemaal) niet In hoeverre begrijpt u waarom u deze 26% klacht heeft? In hoeverre heeft uw klacht invloed op uw gemoedstoestand?
een beetje invloed
een beetje
enige mate
(heel) veel
*
*
*
26%
9%
48%
een beetje
enige mate
(heel) veel
26%
19%
29%
een beetje
enigszins
helemaal wel
16%
26%
32%
(helemaal) geen invloed
een beetje invloed
enige invloed
(zeer) veel invloed
22%
28%
28%
24%
* vanwege het te klein aantal respondenten worden de percentages niet gepresenteerd.
Klachten aan de ogen Tabel 10 toont dat 70% van de respondenten met oogklachten (N=22, is 32%) aangeeft dat de klacht (veel) invloed heeft op hun leven. En een derde denkt dat ze hun hele leven last blijven houden van de klacht. 95% van de bewoners zegt dat ze zelf weinig aan de klacht kunnen doen. Van de bewoners met oogklachten is 35% op het moment van het invullen van de vragenlijst onder behandeling. Van de bewoners die aan hebben gegeven dat ze geen behandeling volgen zou 36% dit wel of zelfs graag willen hebben. Van de bewoners is 50% (erg) bezorgd over hun klacht en 30% antwoordt dat ze weinig tot niets begrijpen van het waarom van de klachten. 55% van de bewoners geeft te kennen dat de klacht (veel) invloed op hun gemoedstoestand heeft. Tabel 10. Opvattingen van bewoners die het meest last hebben van oogproblemen (N=22). Hoeveel invloed heeft deze klacht op uw leven? Hoelang denkt u dat deze klacht zal duren? Kunt u zelf wat aan deze klacht doen? Krijgt u op dit moment een behandeling voor uw klacht? Ja: 35% Helpt deze de behandeling? (N=6) Nee: 65% Zou u een behandeling willen? (N=11) In hoeverre bent u bezorgd over deze klacht? In hoeverre begrijpt u waarom u deze klacht heeft? In hoeverre heeft uw klacht invloed op uw gemoedstoestand?
(helemaal) geen invloed
een beetje invloed
enige invloed
(zeer) veel invloed
10%
20%
45%
25%
(heel) erg kort
een beetje kort
matig kort
mijn hele leven
16%
26%
26%
32%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
50%
15%
25%
10%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
*
*
*
*
36%
27%
9%
27%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
15%
35%
20%
30%
(helemaal) niet
een beetje
enigszins
helemaal wel
25%
5%
35%
35%
(helemaal) geen invloed
een beetje invloed
enige invloed
(zeer) veel invloed
30%
15%
30%
25%
* vanwege het te klein aantal respondenten worden de percentages niet gepresenteerd.
Definitief rapport; 15 november 2012 10
Overige klachten Van de personen die ‘overige klachten’ (N=16, is 24%) hebben aangegeven staan in tabel 11 de resultaten. Te zien is dat 73% van de respondenten aangeeft dat de klacht (veel) invloed op hun leven heeft. Zelfs 40% van de bewoners denkt dat ze hun hele leven last blijven houden van de klacht. 73% van de bewoners antwoordt dat ze zelf weinig aan de klacht kunnen doen. De helft krijgt op het moment van het invullen van de vragenlijst een behandeling voor de klacht de andere helft niet. Van de Klinkenvlierse bewoners zegt 60% (erg) bezorgd te zijn over hun klacht en 27% dat ze weinig tot niets begrijpen van het waarom van de klachten. Voor 60% van de bewoners heeft de klacht (veel) invloed op hun gemoedstoestand. Tabel 11. Opvattingen van bewoners die het meest last hebben van overige problemen (N=16). Hoeveel invloed heeft deze klacht op uw leven? Hoelang denkt u dat deze klacht zal duren? Kunt u zelf wat aan deze klacht doen? Krijgt u op dit moment een behandeling voor uw klacht? Ja: 50% Helpt deze de behandeling? (N=7) Nee: 50% Zou u een behandeling willen? (N=7) In hoeverre bent u bezorgd over deze klacht? In hoeverre begrijpt u waarom u deze klacht heeft? In hoeverre heeft uw klacht invloed op uw gemoedstoestand?
(helemaal) geen invloed
een beetje invloed
enige invloed
(zeer) veel invloed
7%
20%
40%
33%
(heel) erg kort
een beetje kort
matig kort
mijn hele leven
20%
20%
20%
40%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
53%
20%
20%
7%
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
*
*
*
*
*
*
*
*
(helemaal) niet
een beetje
enige mate
(heel) veel
20%
20%
27%
33%
(helemaal) niet
een beetje
enigszins
helemaal wel
20%
7%
33%
40%
(helemaal) geen invloed
een beetje invloed
enige invloed
(zeer) veel invloed
13%
27%
33%
27%
* vanwege het te klein aantal respondenten worden de percentages niet gepresenteerd.
Mate waarin klachten als bedreigend worden ervaren Om een beeld te krijgen van de mate waarin een klacht als bedreigend wordt gezien is de gemiddelde score over de 7 vragen berekend. In tabel 12 wordt per klachtencategorie weergegeven wat de gemiddelde score is. Tevens wordt de minimum en de maximum score genoemd om de spreiding in de antwoorden weer te geven. De gemiddelde score van de vier groepen laat zien dat men de klachten overwegend in enige mate als bedreigend ziet, echter niet als grote bedreiging. Dat dit per individu kan verschillen blijkt uit de grote verschillen tussen de minimum waarde en de maximum waarde. Tabel 12. Mate waarin klachten als bedreigend worden ervaren Luchtwegproblemen (N=56) Psychosomatische problemen (N=33) Klachten aan de ogen (N=22) Overige klachten (N=16)
gemiddelde score 5,6 5,2 5,8 6,1
minimum score 2,1 2,7 3,6 2,9
maximum score 9,6 9,3 8,1 9,3
Definitief rapport; 15 november 2012 11
3.3.4 De SaP vragenlijst: resultaten van de oorzaken voor de gezondheidsklachten Bij elke klacht waar de invullers van de enquête de maand voorafgaand aan de vragenlijst het meest last van hadden kon men tot slot maximaal drie redenen aangeven wat volgens eigen zeggen de oorzaak van de klachten is. Dat een bepaalde oorzaak door de bewoners wordt genoemd is een signaal, maar wil nog niet zeggen dat dit ook feitelijk de oorzaak van de symptomen is. Voor alle drie de klachten is geteld hoe vaak bewoners de biovergister aan het Alte Picardiekanaal expliciet als oorzaak noemden. Ook is geturfd hoe vaak men aangaf dat het aan luchtverontreiniging/stank of geur lag. Verder is het aantal keren geteld dat men ‘eigen gezondheidsproblemen’, zoals allergie of spierkrampen aangaf. Bij ‘andere redenen’ werden bijvoorbeeld druk op het werk of druk gezin genoemd. Tabel 13 geeft de resultaten weer voor de verschillende klachtcategorieën. Voor alle vier de groepen geldt dat het merendeel van de mensen met klachten aangeeft dat de biovergister de oorzaak van hun klachten is. Bijna een derde zegt dat de klacht wordt veroorzaakt door luchtverontreiniging, met uitzondering van de groep mensen met ‘overige klachten’; daar is het 56%. Het percentage bewoners dat de oorzaak (mede) aan eigen gezondheidsproblemen wijt en/of een andere redenen noemt als oorzaak voor hun klachten varieert per klachtcategorie. Het door een meerderheid van de bewoners benoemen van de biovergister aan het Alte Picardiekanaal als oorzaak is een signaal. Het wil echter niet zeggen dat 56% tot 64% van de klachten ook daadwerkelijk afkomstig is van de biovergister. Tabel 13. Oorzaak van de klachten naar eigen zeggen
Luchtwegproblemen (N=56) Psychosomatische problemen (N=33) Oogproblemen (N=22) Overige klachten (N=16)
biovergister aan het Alte Picardiekanaal 59% 64% 64% 56%
luchtverontreiniging stank/geur 29% 21% 32% 56%
eigen gezondheids‐ problemen 25% 11% 9% 37%
andere redenen 16% 27% 4% 25%
Definitief rapport; 15 november 2012 12
4
CONCLUSIES
De conclusies moeten worden beschouwd in de volgende context. Het is bekend dat mensen die niet deelnemen aan dergelijk onderzoek veelal degene zijn die weinig (gezondheids)klachten hebben. Ook is het niet mogelijk om de resultaten te vergelijken met andere onderzoeken. Reden hiervan is dat de vragen inventariserend van karakter zijn en specifiek voor de situatie in Klinkenvlier; de uitkomsten kunnen daarom niet worden getoetst aan de uitkomsten van ander onderzoek of registraties. De SaP‐vragenlijst is namelijk ontwikkeld om symptomen en erbij horende percepties in kaart te brengen na rampen, crises en/of milieu‐incidenten. Dit onderzoek is dan ook niet geschikt om een oorzakelijke relatie met de biovergister aan het Alte Picardiekanaal aan te tonen dan wel te weerleggen. Wel kunnen de resultaten bijdragen aan het nemen van ondersteunende maatregelen door de gemeente en zorgverleners op het gebied van gezondheid en welzijn van de bewoners. Op basis van de informatie uit dit rapport kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Uit de antwoorden op de vraag over de ervaren gezondheid nu en een jaar geleden kan opgemaakt worden dat het hele gebeuren rond de overlast van de biovergister aan het Alte Picardiekanaal de nodige impact op het gezondheidsgevoel van bewoners heeft. Het percentage bewoners dat zijn/haar gezondheid als (zeer) goed ervaart is nu lager dan een jaar geleden. Zowel uit de resultaten bij kinderen als die bij de bewoners van 12 jaar en ouder komt naar voren dat een groot deel van de klachten bestaat uit luchtwegproblemen en irritatie van de ogen. Deze klachten hebben gemeen dat ze voortkomen uit prikkeling van de slijmvliezen. Vanwege de duur van de problemen lijkt het op een chronisch probleem. Het merendeel van de bewoners heeft de nodige zorgen over de (gevolgen) van de gezondheidsklachten en de invloed daarvan op hun leven. De bewoners ervaren de klachten in enige mate als bedreigend, maar niet als een grote bedreiging. Ondanks alle zorgen zijn veruit de meeste mensen niet met de klachten naar een hulpverlener geweest. De biovergister aan het Alte Picardiekanaal wordt door de bewoners als voornaamste oorzaak van de stankoverlast gezien, gevolgd door luchtverontreiniging/stank/geur.
Definitief rapport; 15 november 2012 13
BIJLAGE I: VRAGENLIJST GEZONDHEID D KLINKENVL LIER
Vraag 1. W Wat is uw geb boortejaar?
VOLWASSENE OF KIND VAN 12 2 JAAR EN OU UDER
Vraag 2. W Wat is uw geslacht? Man Vrouw Vraag 3. W Wat is uw postcode?
Vraag 4. H Hoe is over het h algemeen uw gezond dheid nu? Is deze: Zeer goe ed Goed Gaat we el Slecht Zeer sleccht Vraag 5. H Hoe was ove er het algeme een uw gezo ondheid een jaar geleden? Toen wass deze: Zeer goe ed Goed Gaat we el Slecht Zeer sleccht Vraag 6. Nee Ja
H Heeft een arrts ooit bij u astma a vastge esteld?
Vraag 7. Nee Ja
H Heeft een arrts ooit bij u chronische c b ronchitis vas stgesteld of emfyseem e (“dde rek uit de longen”)?
Vraag 8. Nee Ja
H Heeft u het afgelopen a jaa ar een veran dering opgem merkt in uw astma, a broncchitis of emfy yseem?
H Heeft u ooit in i de volgend de situaties w wel eens klachten gekreg gen zoals hooesten, kortademigheid, p piepen op de e borst, of ee en benauwd gevoel? Bij mistig g weer a nee ja nee Als u van n warme naa ar koude luch ht gaat ja a nee Als u sig garettenrook inademt ja a nee Als u geurtjes in huiss inademt ja a nee Als u op het werk geurtjes inadem mt ja a nee Als u geurtjes inadem mt tijdens een hobby ja a
Vraag 9. a) b) c) d) e) f)
Vraag 10. H Hebt u ooit gemerkt g dat uw u neus extrra gevoelig re eageert op prikkelende p ssituaties? Nee Ja Vraag 11. H Hebt u ooit gemerkt g dat uw u ogen extrra gevoelig reageren op prikkelende p ssituaties? Nee Ja
14
Vraag 12. Is er bij u ooit allergie of overgevoeligheid vastgesteld? Nee Ja Vraag 13. Rookt u wel eens? Nee Ja Vraag 14. Heeft u vroeger wel gerookt? Nee Ja Vraag 15. Hoeveel sigaretten rookt u gemiddeld per dag? Aantal sigaretten: …………
Hieronder volgt een vragenlijst naar GEZONDHEIDSKLACHTEN EN UW OPVATTINGEN. U ziet een lijst met verschillende gezondheidsklachten. We vragen u om per gezondheidsklacht in de kolommen aan te kruisen: bij deel I: of u in de afgelopen maand last heeft gehad van deze klacht: zo nee ► kruist u dit dan aan en ga door naar de volgende klacht in de linkerkolom (dan kunt u deel II en deel III dus overslaan); zo ja ► kies het antwoord dat het beste overeenkomt met uw situatie, en ga daarna op dezelfde regel verder met: met deel II (hoe lang heeft u nu last van deze klacht?); en deel III (heeft u voor deze klacht in het afgelopen jaar een hulpverlener bezocht?)
15
I. Heeft u in de afgelopen maand last gehad van deze klacht?
Ja Soms/ Regelmatig/ Erg vaak/ < 1 maand 1-6 mnd Gedurende gedurende 5 gedurende 1 of enkele dagen of minstens 15 dag(en) vaker dagen
III. Zo ja: Heeft u voor deze klacht (afgelopen jaar) een hulpverlener bezocht? Nee Ja In de Tussen afgelopen 4 1-12 weken maanden geleden
Nee
Misselijkheid Irritatie aan het oog Hoofdpijn Problemen met ruiken of proeven Keelpijn Benauwd of kortademig in rust (zonder inspanning) Piepende ademhaling Hoesten Verlies van stem of heesheid Klachten aan de neus (bijv. vaak niezen, prikkend gevoel of regelmatig verstopte neus) Angstig/nerveus/gespannen gevoel Prikkelbaar/boosheid Slaapproblemen Andere klacht(en) die niet in de lijst staan: ............................................ ............................................
II. Zo ja: hoe lang heeft u nu last van deze klacht?
> 6 mnd
Uw opvattingen over uw gezondheidsklachten Van welke van de gezondheidsklachten in de vorige vraag had u de afgelopen maand het meeste last? Vul de 3 klachten in waar u het meest last van had hieronder in. Mocht u geen klachten (meer) hebben, dan kunt u deze vragen overslaan. A. klacht: ............................................................
B. klacht: ............................................................
C. klacht ............................................................
16
Omcirkel voor klacht A het getal dat uw mening het beste weergeeft: (daarna volgen – indien van toepassing - dezelfde vragen over klachten B en C): A1 - Hoeveel invloed heeft deze klacht op uw leven? 0 1 2 helemaal geen invloed
3
4
5
6
7
8
9 10 zeer veel invloed
5
6
7
8
9 10 mijn hele leven
5
6
7
8
9 10 ja, heel veel
A2 - Hoe lang denkt u dat deze klacht zal duren? 0 1 heel erg kort
2
3
4
A3 - Kunt u zelf wat aan deze klacht doen? 0 1 2 nee, helemaal niet
3
4
A4 - Krijgt of volgt u op dit moment een behandeling voor uw klacht? Ja
► Helpt de behandeling bij deze klacht?
0 1 helemaal niet Nee
2
3
4
5
6
7
8
9
10 heel veel
6
7
8
9 10 heel graag
6
7
8
9 10 heel erg bezorgd
6
7
8
9 10 begrijp ‘t helemaal
7
8
9 10 heel veel invloed
► Zou u een behandeling willen voor deze klacht?
0 1 helemaal niet
2
3
4
5
A5 - In hoeverre bent u bezorgd over deze klacht? 0 1 2 helemaal niet bezorgd
3
4
5
A6 - In hoeverre begrijpt u waarom u deze klacht heeft? 0 1 2 begrijp ’t helemaal niet
3
4
5
A7 - In hoeverre heeft uw klacht invloed op uw gemoedstoestand? (b.v. maakt het u boos, angstig, van streek, of somber?) 0 1 2 helemaal geen invloed
3
4
5
6
A8 - Oorzaken van mijn klacht (klacht A) Wat zijn volgens u de belangrijkste oorzaken van deze gezondheidsklacht? 1……………………………………….............................................................................…............….. 2…………………………………………........................................................................................…… 3……………………………………….............................................................................……...........…
17
Omcirkel voor klacht B het getal dat uw mening het beste weergeeft: B1 - Hoeveel invloed heeft deze klacht op uw leven? 0 1 2 helemaal geen invloed
3
4
5
6
7
8
9 10 zeer veel invloed
5
6
7
8
9 10 mijn hele leven
5
6
7
8
9 10 ja, heel veel
B2 - Hoe lang denkt u dat deze klacht zal duren? 0 1 heel erg kort
2
3
4
B3 - Kunt u zelf wat aan deze klacht doen? 0 1 2 nee, helemaal niet
3
4
B4 - Krijgt of volgt u op dit moment een behandeling voor uw klacht? Ja
► Helpt de behandeling bij deze klacht?
0 1 helemaal niet Nee
2
3
4
5
6
7
8
9
10 heel veel
6
7
8
9 10 heel graag
6
7
8
9 10 heel erg bezorgd
6
7
8
9 10 begrijp ‘t helemaal
7
8
9 10 heel veel invloed
► Zou u een behandeling willen voor deze klacht?
0 1 helemaal niet
2
3
4
5
B5 - In hoeverre bent u bezorgd over deze klacht? 0 1 2 helemaal niet bezorgd
3
4
5
B6 - In hoeverre begrijpt u waarom u deze klacht heeft? 0 1 2 begrijp ’t helemaal niet
3
4
5
B7 - In hoeverre heeft uw klacht invloed op uw gemoedstoestand? (b.v. maakt het u boos, angstig, van streek, of somber?) 0 1 2 helemaal geen invloed
3
4
5
6
B8 - Oorzaken van mijn klacht (klacht B) Wat zijn volgens u de belangrijkste oorzaken van deze gezondheidsklacht? 1……………………………………….............................................................................…............….. 2…………………………………………........................................................................................…… 3……………………………………….............................................................................……...........…
18
Omcirkel voor klacht C het getal dat uw mening het beste weergeeft: C1 - Hoeveel invloed heeft deze klacht op uw leven? 0 1 2 helemaal geen invloed
3
4
5
6
7
8
9 10 zeer veel invloed
5
6
7
8
9 10 mijn hele leven
5
6
7
8
9 10 ja, heel veel
C2 - Hoe lang denkt u dat deze klacht zal duren? 0 1 heel erg kort
2
3
4
C3 - Kunt u zelf wat aan deze klacht doen? 0 1 2 nee, helemaal niet
3
4
C4 - Krijgt of volgt u op dit moment een behandeling voor uw klacht? Ja
► Helpt de behandeling bij deze klacht?
0 1 helemaal niet Nee
2
3
4
5
6
7
8
9
10 heel veel
6
7
8
9 10 heel graag
6
7
8
9 10 heel erg bezorgd
6
7
8
9 10 begrijp ‘t helemaal
7
8
9 10 heel veel invloed
► Zou u een behandeling willen voor deze klacht?
0 1 helemaal niet
2
3
4
5
C5 - In hoeverre bent u bezorgd over deze klacht? 0 1 2 helemaal niet bezorgd
3
4
5
C6 - In hoeverre begrijpt u waarom u deze klacht heeft? 0 1 2 begrijp ’t helemaal niet
3
4
5
C7 - In hoeverre heeft uw klacht invloed op uw gemoedstoestand? (b.v. maakt het u boos, angstig, van streek, of somber?) 0 1 2 helemaal geen invloed
3
4
5
6
C8 - Oorzaken van mijn klacht (klacht C) Wat zijn volgens u de belangrijkste oorzaken van deze gezondheidsklacht? 1……………………………………….............................................................................…............….. 2…………………………………………........................................................................................…… 3……………………………………….............................................................................……...........…
Dit is het einde van de vragenlijst. Hartelijk dank voor het invullen! 19
T GEZONDHEIID KLINKENV VLIER BIJLAGE II: VRAGENLIJST
KIND DEREN T/M 11 1 JAAR
Vraag 1. Zijn er in n uw gezin of o huishouden n kinderen die d nu jonger zijn dan 12 jjaar? e vragenlijst niet n verder in n te vullen Nee U hoeft deze Ja Wat is de leefttijd en het ge eslacht van d deze kinderen? Vraag 2. W 1) kind 1 ..... jaar jo ongen e meisje 2) kind 2 ..... jaar jo ongen meisje e 3) kind 3 ..... jaar jo ongen meisje e 4) kind 4 ..... jaar jo ongen meisje e 5) kind 5 ..... jaar jo ongen meisje e ebben 1 of meer m van dez ze kinderen l ast gehad va an de stank van v de bioveergister of he ebben ze Vraag 3. He ge ezondheidsproblemen ge ekregen waa rvan u denktt dat ze miss schien het geevolg zijn van n de bio overgister? Nee U hoeft deze e vragenlijst niet n verder in n te vullen Ja W Wilt u dan ee en aparte vrragenlijst invvullen voor ieder kind da at last of gezzondheidspro oblemen h heeft gehad. Als u meer exemplaren van de vragenlijst nodig heeft mag u deze zelf ko opiëren of coontact opnem men met de he: (secretarriaat) 0592 - 306318 GGD Drenth
Per kind d jonger dan n 12 jaar d gaat u de onderstaande o e vragen bea antwoorden? ? Vraag 4. Ovver welk kind Kind nummer ..... van he et rijtje hierbo oven Vraag 5. W Wat is nu de le eeftijd van diit kind? ..… jaar Vraag 6. He eeft dit kind overlast o gehad van de biiovergister? Nee G Ga naar vraa ag 14 Ja, stankk Ja, overiig eeft uw kind als gevolg van v de overla ast van de bio overgister last gehad vann: Vraag 7. He g) Prikkelen nde of tranen nde ogen? ja a nee h) Keelpijn? ? ja a nee nee i) Hoesten n? ja a nee j) Kortadem migheid? ja a nee k) Een ben nauwd gevoe el? ja a nee l) Piepen o op de borst? ja a nee m) Andere kklachten, ja a namelijkk: ……………………………… ……………… ………………… ……………… ……………… ………………… …………… ………… ………… ……………………………… ……………… ………………… ……………… ……………… ………………… …………… ………… ……………………………… ……………… ………………… ……………… ……………… ………………… …………… est? Vraag 8. Is uw kind mett deze klachtten bij de hu isarts gewee Ga naar vraa ag 10 Nee G Ja
20
Vraag 9. Wat is de diagnose die de huisarts gesteld heeft? ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 10. Heeft uw kind middelen gebruikt tegen die klachten? Nee Ga naar vraag 12 Ja Vraag 11. Welke middelen heeft uw kind gebruikt? ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 12. Heeft uw kind voor de overlast van de biovergister al dergelijke gezondheidsproblemen gehad? Nee Ja Vraag 13. Wanneer zijn deze klachten begonnen? Jaar: ……… Maand: ……… Vraag 14. Heeft uw kind nu gezondheidsproblemen die volgens u het gevolg kunnen zijn van de overlast van de biovergister? Nee Ga naar vraag 19 Ja Vraag 15. Om welke gezondheidsproblemen gaat het? ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 16. Wanneer zijn deze problemen aan het licht gekomen? ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 17. Heeft u voor deze problemen uw huisarts geraadpleegd? Nee Ga naar vraag 19 Ja Vraag 18. Welke diagnose is er gesteld? ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… Vraag 19. Wat vindt u, over het algemeen genomen, van de gezondheid van uw kind? Heel goed Goed Gaat wel Niet zo best Slecht Vraag 20. Wat is uw postcode?
Vraag 21. Heeft u nog opmerkingen naar aanleiding van deze vragenlijst? ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………
21