3e JAARGANG Nr. 2
Mei
1970.
Verschijnt 4 keer per jaar
AOLD HOKSEBARGE REDAKTIE :
H. Kormelink J. Overbeeke J. Vredenberg ADMINISTRATIE : A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, Haaksbergen, Postrek. 950530
„Aold Hoksebarge" wordt toegezonden aan de leden van de „Historische Kring Haaksbergen". Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement f 8,— per jaar. De abonnementsprijs voor niet-leden bedraagt f 4,— per jaar. Publicatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, alleen toegestaan met bronvermelding.
Bestuur van de Historische Kring Haaksbergen D. Jordaan J. G. H. zn.. Huize ,,De Bleeck", Haaksbergen, Tel. 1248, Voorzitter J. Overbeeke, Fazantstraat 13, Haaksbergen, Tel. 1634, Secretaris A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, Haaksbergen, Postrek. 950530, Penningmeester B. E. Asbreuk, Erve „Meyerinkbroek", Haaksbergen, Tel. 05405-214 Mej. R. Brummelhuis, Dr. Ariënsstraat 8, Haaksbergen H. Kormelink, Flipsweg 11, Rietmolen, Tel. 05452-202 A. Molenveld, Benninkstraat 61, Haaksbergen J. B. A. Leusink, Nachtegaalstraat 13, Haaksbergen, Tel. 2023 J. F. Overbeek, Bevertstraat 14, Haaksbergen, Tel. 1564 J. Vredenberg, Geukerdijk 68, Haaksbergen, Tel. 2348
145 3e Jaargang Nr. 2 - mei 1970 Mededeling. Het lidmaatschap van onze vereniging bedraagt f 8,00 per jaar. U ontvangt dan tevens ons viermaal per jaar verschijnend tijdschrift "Aold Hoksebarge". U wordt verzocht uw bijdrage te storten op postrekening Nr.950530 t. n. v. A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, Haaksbergen. Zij, die alleen op "Aold Hoksebarge" geabonneerd zijn, betalen vier gulden per jaar, eveneens te storten op bovengenoemde postrekening. U kunt zich de incassokosten besparen door uiterlijk 15 juni 1970 te betalen. A. J. Temmink. De kerk op de Hofbraak. Ongeveer op de plaats, waar thans Mevr. Jarausch woont, de hoek Dr. Ariënsstraat - de Braak, werd in 1740 door de R. K. inwoners van Haaksbergen een schuur- of noodkerk gebouwd. In 1646 was met de benoeming van Ds.Lambertus a Rijswijck de oude kerk op de Markt officieel in het bezit gekomen van de Gereformeerde Gemeente. Zijn voorganger Pastoor Christoffer Broeckhuysen is hoogstwaarschijnlijk reeds omstreeks 1632 tot de "nieuwe leer" overgegaan. Hoe de situatie in kerkelijk opzicht in de periode 1632 tot 1646 is geweest, is moeilijk meer te reconstrueren. Het staat echter vrijwel vast, dat Christoffer Broeckhuysen in genoemde jaren hier als dominee heeft gefungeerd. Hierop duidt het feit, dat Ridderschap en Steden in 1645 besluiten, dat de oude pastoor van Haaksbergen de inkomsten van de pastorie mag behouden zolang hij leeft. Ook mag hij in de pastorie blijven wonen. Hij schijnt dus in alle opzichten aan de wensen van de "gereformeerde" overheid te hebben voldaan. Ook schijnt hij, op aandrang van de classis, zijn beddegenoot of concubine officieel getrouwd te hebben. In een acte van 18 februari 1640 is althans sprake van de Eerwaarde Heer Pastor Christoffer Broeckhuysen en zijn vrouw Fenna Warners. Uit een acte van 17 december 1653 blijkt, dat hij zes kinderen had. Op genoemde datum bevestigen zij als erfgenamen van hun "zalige olderen die Hoogedele Pastoir Christoffer Broeckhuysen ende Fenneken
146
Warners" de verkoop van twee stukken land aan hun "ohm ende moyken (oom en tante) Barthold Werners ende Stina Boumeisters". Voor Christoffer Broeckhuysens overgang naar het protestantisme pleit ook de overlevering, die verhaalt, dat hij 's morgens nog de mis gelezen had, maar dezelfde avond reeds voor de Hervormden preekte. De Rooms-Katholieken van Haaksbergen hadden dus geen kerk en geen pastoor meer en hielden toen geheime bijeenkomsten o. a. op het erve Hofstede, het Hagen (Scholtenhagen) en toen dit te riskant werd, trok men over de grens naar het Zwillbrock, de Winkelhorst bij Rekken en tenslotte naar het Nijkerke. In 1740 kregen zij toestemming om bij Haaksbergen een eenvoudig gebouw te stichten, dat als "kerkhuis" mocht worden gebruikt. Een schetstekening van dit gebouw berust in het Rijksarchief te Zwolle. Derk te Lintelo Bzn, hoewel zelf gereformeerd, werd bereid gevonden voor dit doel een stuk grond in erfpacht af te staan. Het pachtcontract werd gepasseerd voor de Richter van Haaksbergen en een copie ervan is te vinden op pag. 517 en 518 in deel 12 van de gerichtsprotocollen van Haaksbergen. Het contract luidt als volgt: "Op huiden dato is door Derk te Linteloo Bz verhuurt en in erf pacht gegeven de gehele lege (=lage) Brake (aan hem toebehorende) gelegen tegens de Verwalter Richter Jan ter Horst zijn hooven om daar een huis te zetten tot het houden van den roomschen catholijken dienst en verdere timmeragie daar bij dienstigh te setten en verders, zoo nodigh een hoff te maken met een besloten hegge, edogh alles dat geen praejudicie (=nadeel) aan de verdere landerijen van hem verhuurder geschiede, en wel aan de gesamentlijke gecommitteerden van de roomschgesinden des gerichts Haxbergen tegens een pachtsumma van zestig gulden per jaar te rekenen vanaf Jacobi deses jaars 1740. Haxbergen, den 18 July 1740". w. g. Merk van Jan Holthusen Jan te Linteloo qd attestor Wolter Pothoff Jan ten Hagen Garrit Lefrink Herman ter Hofstede Hendrik Oostendarp Derk te Linteloo Hendryk Waanders In hetzelfde jaar werd de kerk in gebruik genomen. Pastoor Theodorus Lansink schreef vol trots in de Lyste der gedoopte kinderen uit de Catholyke gemeente van Haxbergen: "Den 28 Augusti 1740 is gedoopt Jan Lansink zoon van Daniel Albert Lansink en Eva Lankheet. Gevader is geweest Theodorus Lansink. Gemoeder Margareta Wolffs weduwe wijlen Jan Lansink
147
en Elisabeth Ronneboom weduwe Lankheet en dat voor de eerste mael op de Hoff Braek in het nieuwe kerkhuis. Deus benedicat in Aeterna". In 1781 koopt Gerhardus Waanders namens de Roomsche Gemeente van Haxbergen van de erfgenamen wijlen Derk te Lintelo Bzn voor f 1500, — vrij geld het land daar het kerkhuis en woonhuis op staat in dit dorp "so sij in erfpagt" hebben. Tot 1810 hebben de Rooms-Katholieken hier gekerkt. In genoemd jaar kregen zij weer de beschikking over de grote kerk op de Markt. De oude pastorie bleef in het bezit van de Ned. Herv. Gemeente en zodoende bleef de pastoor op de Hofbraak wonen tot omstreeks 1888, toen de huidige R. K. pastorie tegenover de kerk werd gebouwd. Tijdens de verbouwing van de oude kerk op de Markt in 1888 heeft de noodkerk nogmaals dienst gedaan. Volgens dokter Scaf werd de "aolde pastorie" in 1894 in gebruik genomen als verenigingslokaal voor de R. K. Arbeidersvereniging. Omstreeks 1910 werden de gebouwen op de Hofbraak afgebroken. Een groot gedeelte van het vrijgekomen materiaal is gebruikt bij de bouw van het thans nog bestaande huis, zodat er nog een tast bare herinnering is aan het oude kerkhuis. J. Overbeeke. Ook in vroeger jaren was de belastingdruk hoog. In zijn "Geschiedenis van Enschede", een uitgave van 1895, vertelt Dr.A.Benthem Gzn, dat men in de 18e eeuw te Enschede kleine notitieboekjes had, 14 cm hoog en 10 cm breed, waarin de belasting ontvang er op de rechterbladzijden de verschuldigde belasting van een aangeslagene vermeldde en op de naastliggende linkerbladzijden de betaalde termijnen noteerde. De boekjes dienden dus tevens als kwitantie. Verscheidene boekjes zijn bewaard gebleven en geven een kleine indruk van de belastingdruk in de 18e eeuw. O. a. is een boekje bewaard van de marke Twekkelo, een boekje, dat loopt van 1719 tot 1761. Ontvanger der belastingen te Enschede was Joan Cost, die de ontvangen bedragen kwiteerde. Bij zijn afwezigheid tekende "Vrou Cost" voor ontvangst. Cost stamde uit een bekende Enschedese familie, die veel magistraten van de stad Enschede heeft voortgebracht. In 1646 was Joan Cost Burgemeester van Enschede, Olderman en Captein van het Schuttersgilde. Garret Cost was toen sersiant van hetzelfde schuttersgilde. In 1659 was Joan Cost Burgemeester en Richter. In
148
1694 trouwde zijn zoon Johannes, Richter te Endsch eide, met Barbara Nieland, een burgemeestersdochter uit Deventer. Op 11 mei 1679 trouwde Dr. Lambertus Cost, Secretaris van Stad en Gericht Enschede, met Anna Michorius, dochter van Johannes Michorius, Secretaris van Haaksbergen. Haar broer Engelbert Michorius, Kerkmeester en Secretaris van Haaksbergen, trouwde op dezelfde dag met Catharina Cost, zuster van Dr. Lambertus Cost en dochter van de "Heere Joan", Richter tot Enschede. De Weduwe Lambertus Cost woonde na het overlijden van haar man in het in 1652 door Dr. Johannes Michorius gebouwde of verbouwde pand "Koffiehuis de Zwaan", ook Hoedemaker genoemd, op "den Kerkhof" te Haaksbergen, welk huis in 1967 afgebroken is. Naar genoemde Weduwe Cost heette dit pand in de kring der familie Mi chorius "Tante Cost-huis". Terug naar het belastingboekje. Bladzijde 139 van het boekje Twekkelo vermeldt de aanslag voor Gerrit Wesselink. De verschuldigde bedragen zijn aangegeven in guldens, stuivers en penningen, l Gulden was 20 stuivers en l stuiver 16 penningen. Vermeld wordt: Gerrit Wesselink. Debet voor het jaar 1759. Verp. 2-18-0 Verh. O- 4 - 8 b. 3 - 2 - 8 p. 1 - 8 - 8 v. 2 - 4 - 0 gem. 20 - 0 gesl. 0-15-0 d. 0-15-0 rel. 1-14-0 accys 0-13-0 1ste \ jaar h. 1760 2 - 2 - 0 1000ste penn. 0-12-0 2de \ jaar h. 2- 2 - 0 20-10-8 Op bladzijde 138 worden de ontvangsten vermeld: 1760 Betalinge op 1759 15 8ber seven gld ses st. 7 - 6 - 0 opgelt - 3 - 4 29 9ber negen gld negen st. 9 - 9 - 0 1761 19 Juni drie gld. vijftien st. 8p. 3-15-8 20-10-8 w. g.
J. Cost.
149
Verklaring van de gebruikte afkortingen: verp. = Verpondinge, sinds 1597 een grondbelasting, die zo genoemd werd, omdat daarbij van elk mud "gesaay" een Heerenpond & 15 stuivers betaald moest worden. Een mud land is zoveel land als met l mud rogge gezaaid moest worden en ca. 1/3 hectare. Deze grondbelasting werd later steeds: verh. = Verhoget. In 1759 bedroeg de belasting per mud land f 3,60. b. = Beestengeld, komt reeds in 1580 voor. p. = Paardengeld, in 1605 ingevoerd, v. - Vuurstedengeld, ingevoerd in 1599. gem. = Belasting op het gemaal, gesl. = Belasting op het geslacht, d. = Dienstbodengeld, ingevoerd in 1696. rel. = Reliqua, een belasting op schapen, varkens en bijen, ook het "middel van het kleine vee" geheten, accys = Belasting op bier, wordt ook vaak biersijs genoemd, h. = Hoofdgeld, dat door ieder mannelijk persoon boven 14 jaar een jaar vooruit betaald moest worden. Komt reeds voor in 1653. *) 1000e penn = een soort vermogensbelasting "over de Rijcken ende Vermogenden". In onze ogen is een belastingaanslag van ruim f 20, — misschien niet hoog, maar in feite was deze zeer hoog als men hem verge lijkt met enkele prijzen uit die jaren. Een koe kostte toen 7,50 a 9 gulden, een pond rundvlees 5 cent, een pond varkensvlees 2 cent, een pond boter 13 cent, een fles wijn 18 cent, een woning f200,— a f 1000,—. Bovendien waren er nog meer belastingen: sinds 1605 schapen en varkensgeld, sinds 1612 een ymenbelasting op bijen, sinds 1635 de vijftigste penning bij erfenis en verkoop, sinds 1662 een accijns op wijn, azijn, tabak en zeep, sinds 1662 een "impost opte turff", sinds 1792 een zoutbelasting *) en sinds 1794 een koffie- en theegeld. *) Ook toen had de overheid veel, heel veel geld nodig om een tachtigjarige oorlog, om bisschoppelijke oorlogen te kunnen voeren en om mee te kunnen doen aan de Franse revolutie. W. E. ten Asbroek. *) *)Noot van de redactie: In Haaksbergen komt de zoutbelasting reeds voor in 1693. Het hoofdgeld dateert van 1621 en moest worden betaald door alle personen boven de 16 jaar. Het koffie- en theegeld werd ingesteld in 1701.
150 De taal van Haaksbergen. Een merkwaardig verschijnsel in de Nedersaksische dialecten is het gebruik van het werkwoord doen dat heel vaak gebezigd wordt in gevallen, waar het Nederlands en ook het Hoogduits heel andere zinsconstructies aanwenden. Alleen in het Engels kennen we ook het veelvuldig gebruik van het werkwoord t o do, maar dan speciaal in vragende en in ontkennende zinnen. Bijv. How do you do? of I don't know (eigenlijk I do not know; ik weet het niet). Maar in onze spraoke is het gebruik van doon welhaast schering en inslag, niet alleen in vragende en ontkennende betekenis, maar ook in allerlei andere gevallen. In het reeds eerder aangehaalde werk "Taal en Volk van Twente" van Dr. H. L. Bezoen wordt "doen" heel typerend een "manusje van alles" genoemd, dat ook vaak gebruikt wordt, als men niet zo gauw een betere omschrijving bij de hand heeft. Vooral in de kinderwereld wordt het veelvuldig aangewend, soms in vernederlandste versie, wat een heel typisch effect geeft. Een kind komt bij de juffrouw of bij de meester zijn beklag doen met: "Jantje heeft mij houwen gedaan" of "Hij doet mij altijd plagen". Bij hevige gemoedsbeweging komt de eigen taal boven en dan wordt het: "Jantje hef miej houwen doan" of: "Hee dut miej staörig plao-gen". Verder: "De jongs deun voetballen en de maekes deun kreenkspöllen". "Wim dot geerne lopen, mer Henk dot leever fietsen". Hier zien we weer, dat wat in 't Haaksbergs goed is, in 't Nederlands niet toelaatbaar is. We laten het gaarne aan de leerkrachten over, om op hun eigen manier deze "afwijkingen" in het Nederlands te corrigeren. Maar ook in de wereld der volwassenen wordt "doon" vaak gebruikt in zinnen, die in 't Nederlands heel anders zouden worden geformeerd. Een aantal voorbeelden mogen als toelichting dienen: Hee deu miej de haand Hij gaf mij de hand Doot miej luk in de vleske Geef mij een fles drank mee Hee dot met dokter G. Dokter G. is zijn huisarts Zien vaar deu kloompen en Zijn vader was klompenmaker zien eum dee messeln en zijn oom was metselaar Oonzen radio dot et neet Onze radio is defect Wat doot de eier? Wat kosten de eieren? Dee keender doot zik 2 jaor Die kinderen verschillen 2 jaar (in leeftijd) Dat is gen doon Dat is geen werk, dat hoort zo niet
151
't Is mie j één doon -
Het maakt mij niet uit, het kan mij niet schelen Köj' 't der met doon? Is het voldoende,kun je er mee toe? Een vaar ken dood doon Een varken slachten 'ne Henne de kop ofdoon Een kip slachten Hee is slim gedaon(niet 'edaon) Hij is erg op de penning Iets oet mekaar doon Iets uitleggen, uiteenzetten Hee deu der met hen Hij laat de zaak maar op zijn beloop Hee dot der niks op oet Hij trekt er zich niets van aan Dat kalf wil 't neet doon Dat kalf groeit niet genoeg Kan hee et nog al doon? Kan hij zich (financieel) goed redden? Alleman betaalt nao zien doonIedereen draagt bij naar vermogen Hee is naar gedaon op 't waark Hij is een werkezel Doot miej der nog een in ! Geef mij nog een borrel, schenk nog eens in Na deze geconsumeerd te hebben, hopen we in een volgende bijdrage verder te gaan met het "doorlichten" van onze spraok e. Wie doot zo verdan.! J. Vredenburg. De Vereniging Concordia (1849-1857). In het archief van de Hervormde Gemeente alhier bevindt zich het notulenboek van een vereniging, die later de naam Concordia zou krijgen. De eerste vergadering, die genotuleerd is, werd op 8 februari 1849 gehouden. Hierbij waren aanwezig: H.Verbeek (burgemeester),W. van den Ham (predikant), H. Jordaan (fabrikant), B. J. Morsinkhof (logementhouder), J. D. Jordaan (notaris), H. ter Horst (kandidaatnotaris), D. J. Kerkhoven (schoolmeester), F.Kramme (schoolmeester), D. Scholten, H.J.Smits (koopman), H.A.Baarslag (ontvanger der belastingen), H. J. Franssen (schoolmeester Meijerinkhoek), W. J. H. Caron en F. W. Laupman. Als nieuwe leden werden voorgesteld en geballoteerd: J. F. W. Schuiten (fabrikant), J. W, Greve (molenaar), H. Wessels (deurwaarder) en W. H. Jordaan (fabrikant). In een reeds op 24 januari gehouden bijeenkomst was, om een reglement voor de vereniging op te stellen, een commissie benoemd, be-
152
staande uit de heren J. D. Jordaan, H. J. Smits, H. J. Franssen en F. W. Laupman. Op 8 februari wordt het door hen voorgestelde reglement aangenomen. De doelstelling van de vereniging wordt niet duidelijk omschreven, maar laat zich wel raden. Interessant is dan artikel 16: Er zullen jaarlijks zes gewone vergaderingen worden gehouden en wel in de maanden januari, februari, maart, oktober, november en december, telkens op de donderdag voor, op, of na volle maan. Men bedenke hierbij, dat Haaksbergen in die dagen practisch nog geen straatverlichting had ! De vergaderingen zullen zo veel mogelijk door onderhoudende en nuttige voorlezingen worden opgeluisterd. Behalve godsdienstige en politieke aangelegenheden is de stoffe en wijze van behandeling volkomen ter keuze van de spreker. Het was dus een typische gezelligheidsver-eniging, die men niet betrokken wenste te zien bij de godsdienstgeschillen van die dagen en evenmin bij de politiek. 1848 was in heel Europa een revolutiejaar! Volgens artikel 17 zullen de voorlezingen ten zeven uren des avonds eenen aanvang nemen en zullen dames en vreemdelingen, mits door eender leden binnengel eid wordende, daarbij den vrijen toegang hebben. Na de voorlezingen zullen door de leden bijdragen in proza of poëzie mogen worden geleverd. Leden moeten schriftelijk worden voorgesteld en vervolgens worden geballoteerd. Zij dienen minimaal 18 jaar oud te zijn. De contributie wordt vastgesteld op één gulden per jaar. Zij, die buiten de kom van het dorp wonen, kunnen honorair lid worden en betalen de helft van de contributie. Het bestuur bestaat uit een president, een vice-president, een secretaris-penningmeester en een gewoon lid. Bij de taken van de bestuursleden staat uitdrukkelijk vermeld, dat zij zorg te dragen hebben voor een goede verlichting en verwarming van het lokaal. Ook hebben zij toezicht te houden op de hoedanigheid der dranken, de hiervoor bepaalde prijzen en de goede bediening. Artikel 19 luidt, dat op de vergaderingen alleen wijn, punsch, bier of koffie gebruikt mag worden en dat gedurende de voorlezingen en bijdragen niet gerookt mag worden. In deze eerste vergadering werd tot bestuur gekozen: J. D. Jordaan als president, H. J. Smits als vice-president, F. W. Laupman als secretaris-penningmeester en W. van den Ham als gewoon lid. Nadat inmiddels ook nog waren toegetreden A. E. D. Inckel (arts), D. Jordaan (fabrikant), J. A. A. van den Bergh en H.Reijmerink, werd het reglement door alle leden - nu 24 in getal - getekend. Na afdoening van de huishoudelijke zaken werd de vergadering voortgezet met een voorlezing. Hierbij waren een groot aantal dames aanwezig. Als spreker trad H. J. Franssen op, die de waarde van het hui-
153
selijk geluk schetste en de middelen daartoe aangaf. Om tien uur 's avonds werd de vergadering gesloten. In de volgende vergaderingen van dat voorjaar werden F. Stuve en H. J. Morsinkhof als lid aangenomen. Er werden voordrachten gehouden door dokter Inckel over het onderwerp: De menselijke hartstochten en derzelver gevolgen, dat eindigde met het citeren van enige dichtregelen daarop betrekkelijk; door kandidaat-notaris ter Horst over een spreuk van de dichter Cats: De vogelaar fluit wondermooi tot dat de vink is in de kooi; en door de voorzitter, notaris J. D. Jordaan, over het thema: De deur moet in het midden blijven, betogende het nuttige van de middenweg en eindigende met aan te wijzen het gevaarlijke der uitersten. In de eerste vergadering van het winterseizoen 1849-1850, op 19 september, wordt unaniem besloten een katheder te laten maken en de spreker voortaan te trakteren op een halve fles wijn. Ook treden enkele nieuwe leden toe, o„ a. een zekere S. Hulleman uit Eibergen. Het eerste verenigingsjaar wordt afgesloten met een nadelig saldo van f 5, 87. De voordrachten behandelen gedeeltelijk soortgelijke thema's als in het vorige seizoen, maar ook worden bijdragen geleverd over Het leven van den vaderlands chen Zeeheld M, A. de Ruiter en over Den landbouw, Merkwaardig zal het verhaal geweest zijn, dat kandidaat-notaris ter Horst hield over De mode! Trouwens, dit thema werd vaker ter tafel gebracht. Ook de thema's als Het geld, of Het nuttige der verschillende standen van de maatschappij (nog wel door predikant van den Ham), of Het nut van goede kruiwagens, doen wonderlij k aan in deze tijd. Het volgende winterseizoen, 1850-1851, verliep ook weer genoeglijk. Naast een onderwerp als Elk meent dat zijn wil een volk is, een thema over De ware grootheid. Op 19 december 1850 worden enkele wijzigingen in het bestuur aangebracht. H. J. Franssen wordt vice-president en dokter Inckel gewoon bestuurslid. Tot honorair lid van de vereniging - hij woonde immers buiten de kom - wordt geballoteerd J. W. Koning uit Langelo. Dat een avond wel eens niet volgens programma verliep, blijkt uit de notulen van 20 maart 1851, toen éénder sprekers, dokter Inckel, bij een zieke werd ontboden, maar toch later nog kon spreken over De Vrouw. Burgemeester Verbeek droeg een stukje voor in het Drents! Op 16 augustus 1851 ontstond in Haaksbergen een grote brand, waardoor in de Oostenstraat behalve de Hervormde kerk vele huizen afbrandden. Naar aanleiding hiervan hield secretaris Franssen op 22 januari 1852 een betoog over Bemoediging vervaardigd ten voordele van bij de brand ongelukkig geworden personen.
154
Op 28 oktober 1852 worden verschillende voorstellen gedaan met betrekking tot het batig saldo van de vereniging: f 18£2 en een halve cent, Burgemeester Verbeek stelt voor tot daarstelling van een herhalings-school gedurende de winter. Notaris wenst het te besteden aan de aanschaffing van boekwerken en het lid H. J. Smits oppert het idee er een maaltijd van te houden. Met een grote meerderheid van stemmen wordt zowel het eerste als het tweede voorstel verworpen. Het derde, van Smits, wordt met eenzelfde meerderheid aangenomen. Er wordt een commissie benoemd, waarin naast de voorsteller zitting krijgen dokter Inckel en J. W. F. Schuiten (wie zijn schilderij heeft gezien, herkent in hem de smulpaap). Dit driemanschap moet de maaltijd regelen, maar dan wel hierover eerst rapport uitbrengen. In de volgende vergadering wordt hun missive door de president voorgelezen en het voorstel van Schuiten met slechts één tegenstem aangenomen. De maaltijd zal worden gehouden op woensdag 8 december 1852. Op dezelfde bijeenkomst houdt schoolmeester Kramme een lezing over De kleding der vrouwen. Haaksbergen is dus wel een textiel centrum! Op 27 januari wordt het voorstel aangenomen de vereniging voortaan Concordia te noemen. Interessant zou het geweest zijn de inhoud van de lezing van burgemeester Verbeek te weten: De uithangborden in het dorp Haaksbergen. Langzamerhand ziet men nu steeds meer gedichten naar voren komen: Jeremiade van Rembrandt van Rhijn, Eenen aanspraak aan het ziekbed eener moeder en Ontmoeting met een tijger. Inmiddels is kandidaat-notaris ter Horst secretaris geworden en burgemeester Verbeek bestuurslid. Naast een lezing over De registers van de burgerlijke stand wordt men vergast op Spreekwoorden afkomstig van het rundvee (sic!) en De vier tijdperken van den mannelijken leeftijd. Dit laatste onderwerp nog wel door een vrijgezel. Dezelfde spreker houdt ook een lezing over Afscheid aan mijn ouden hoed. Langzamerhand loopt het aantal bezoekers terug: in het voorjaar van 1856 amper 7 leden. Hoe kan het ook anders door een avond met dit soort onderwerpen te vullen. Op 11 september 1856 blijkt, dat logementhouder Morsinkhof (nu dokter Grooters op de Markt) niet meer met de prijzen uitkan. De wijn (inclusief de suiker!) moet voortaan één gulden de fles gaan kosten. Tot dan toe was het 80 cent geweest. Om de prijsstijging echter geleidelijk aan door te voeren, zal op de drie eerstvolgende vergaderingen maar 90 cent de fles worden berekend. Men bespeurt hier het protest van de leden. In de vergadering van 13 november 1856 stelt een der leden voor een
155
Leesgezelschap op te richten. Nadat op 20 november de heren Fortuijn en Franssen gevraagd is een concept-reglement op te stellen, vindt op 4 december 1856 de definitieve oprichting plaats. Om de daaruit voortvloeiende kostenstijging te dekken wordt de contributie, die tot dan toe f l, — heeft bedragen, verhoogd tot f l, 75. Niet-leden van Concordia kunnen ook deelnemen aan dit Leesgezelschap. Voor hen bedraagt de contributie f l, 25. Het reglement vermeldt, dat alleen zedekundige werken en goede romans zullen worden aangeschaft. De leden verplichten zich: geen boeken uit te lenen aan niet-leden, overtreding wordt beboet met 50 cent. de boeken om de veertien dagen zelf door te zenden, verzuim wordt beboet met 5 cent. het rooster, volgens welke de doorzending geschiedt, in te vullen, nalatigheid wordt bestraft met 2f cent. zoekgeraakte of "bemorste" boeken te vergoeden. kleine beschadigingen aan de boeken met 2^ cent te vergoeden. Het reglement bepaalt verder, dat na de circulatie de boeken bij opbod zullen worden verkocht. Nog dezelfde avond gaat men in op een voordelige aanbieding van de Evangelische Bibliotheek. Voor het Leesgezelschap worden door de vereniging 18 boeken aangeschaft voor de somma van f 17, 05. De uitgever geeft hierop nog een korting van 35%. Enkele titels zijn: G. Wyne: De landjonker in Londen of eene les voor vader Veit Frans: Onschuld en misdaad (twee delen) Mare de St. Hilaire: De Guerillas W. H. Bavink: Menselijke hartstocht Karl Gros ze: Karel Jan Bernadotte Koning van Zweden Mrs. Ellis: Eer en aanzien of maatschappelijke onderscheiding (omvat vier delen) De eerste lezers waren: Rooster 1: A. E. D. Inckel, J. F. W. Schuiten, Mej. E. M. S.Rattinck, D, Jordaan, H„ Honhof, F. J. Jordaan, W. H. Jordaan, J. W. Greve. Rooster 2: D. Scholten, H. Jordaan, H.J.Smits, B. J. Morsinkhof, G. H. J. Baarslag, F.H. Kramme, D. J. ten Hoopen, C.Fortuijn. Rooster 3: H. A.Baarslag, J.W.Smits, J. D. Jordaan, H. J. Franssen, H. Kieftenbeld, H. J. Morsinkhof, W. P. C. Greve, G.Wulfsen, J. Frankenhuis. Ook werd reeds spoedig het eerste tijdschrift aangeschaft: het Stuivers magazijn, prijs f2,60 per jaar.
156
Het is vermeldenswaardig, dat dit Leesgezelschap heden te dage nog bestaat, al heet het nu Leesgezelschap "Vooruitgang". Het is één der oudste verenigingen van Haaksbergen: 114 jaar! De circulatie van boeken is afgeschaft. Zij bepaalt zich thans uitsluitend tot een portefeuille met tijdschriften. De laatst genotuleerde vergadering van Concordia vond plaats op 10 december 1857. Bij de toen gehouden bestuursverkiezing werden president J. D. Jordaan en secretaris C. Fortuijn herbenoemd. H. J. Franssen droeg voor het gedicht Het huisgezin van Bethanië en het lid Kramme declameerde van Tollens De gevels der huizen. Kramme besloot de avond met een boertig stukje, Genever, matigheid en spaarbank. Terwijl het Leesgezelschap zich door de jaren heen weet te handhaven, verdwijnt de vereniging Concordia in de mist. Verschillende boeken uit de beginperiode van het Leesgezelschap, evenals het Stuivers magazijn, zijn bewaard gebleven en bevinden zich in mijn bezit. Hoewel in deze tijd grotendeels onleesbaar, vormen zij een herinnering aan het culturele leven van het Haaksbergen van ruim 120 jaar geleden. Op 29 november 1866, 's avonds om half negen, ten huize van logementhouder Morsinkhof, komen een tiental heren, die gedeeltelijk ook al lid waren geweest van de voormalige vereniging Concordia, bij elkaar met het doel een vereniging tot het houden van voorlezingen of voordrachten in proza of poëzie in het leven te roepen teneinde door middel daarvan de geest te versieren, het verstand te beschaven, het hart te veredelen en, door gezellige en nuttige omgang onderling, de vriendschap te bevorderen. De vereniging kreeg de naam Taal- en Letterkundige Vereniging met als zinspreuk Oefening en Ontspanning. Later kreeg zij, naar het wapen van Haaksbergen, de naam Rederijkerskamer de Vijfhoek. Het notulenboek, dat loopt van 1866 tot 1916, toen de vereniging werd ontbonden, bevindt zich in mijn bezit. Haar laatste secretaris, de heer J. G. H. Jordaan, nam in de oorlogsjaren 1940-1945 het initiatief tot een heroprichting. Na de oorlog kon dit officieel geschieden. Het werd de Kunstkring Haaksbergen, die op dit ogenblik een bloeiend bestaan kent. Aan de Rederijkerskamer de Vijfhoek hoop ik later nog eens een artikel te wijden. Van 1849 tot heden, ruim 120 jaar lang, bijna ononderbroken, een cultureel leven in Haaksbergen, dat in de Vereniging Concordia een eerste voedingsbodem vond ! D. Jordaan JGHzn.
157 Dieverij in vroegere dagen. In de Gerichtsprotocollen van Haaksbergen vond ik twee interessante actes over inbraken, gepleegd in 1706. Waarom deze getuigenverklaringen eerst geruime tijd later in een speciale zitting van het gericht zijn vastgelegd is mij niet duidelijk, vermoedelijk waren de daders toen gepakt en had men voor de berechting deze verklaringen nodig. De betreffende actes luiden in grote trekken als volgt: "Nootgericht geholden Anno 1707 den 14 meert. Rigter der Heerlijkheyd Haxbergen: Joan Diderich v. Limborch. Coirnoten: Anthony van den Berghe en Lambert Potholt. Erschenen Hendric Aefftinck ter instantie van het Hooge Adelijke Landdrosten Gerichte der Graafschap Zutphen, sijnde Aefftinck, voors-zegd, woonagtigh Bourschap Langelo, out in de veertigh jaren, welcke verclaerde, dat hem omtrent Suntjan midsomer 1706 des snaghts bij middel van huysbraeke ontstolen sij alle sijn gemaekte linnen en anderhalve stukke breed doek en nae sijn vermoeden twintigh of dartigh gulden an geld, weet hetselve so net niet te specificieren, addit dat hij gevonden hebbe een ijseren beytel daer die kiste meede los is gebroken en dat een gat door de wand hebben gesneeden en als o in de kamer ingebroken. Item erschenen Gerryt ten Caete, uyt Munsterland ge-boortigh, aen Aefftinck voor knecht dienende, out in de veertigh jaeren, welcke verclaerde, dat ten huyse van sijnen Heerschap Hendric Aefftinck sij ingebroken en dat van sijnen boer 2 kisten sijn losgebroken. Van hem sij eene kiste uyt de kaemer gedraegen, waaruyt sij gestolen alle sijn gemaekte linnen en klederen en omtrent drie gulden, alsmede twee hoeden, seggende dat er gevonden sijn een mes en e enen beytel. Erschenen als boven Lijse Hibben, woonende tegenwoordigh met Har-mens Weimer Meijerinck in Boculo, out in de veertigh jaeren, vercla-rende, dat omtrent Jacobi 1706 ten huyse van haren huyswaart voorschreven diverije bij maniere van huysbraek sij gepleeght, dat de dief of dijven onder het gronthold (onderste, bij de oude vakwerkbouw, op de grond rustende houten balk) bennen heene gegraven en alsoo in de kaemer ingebrooken en aldaer getuiginne afgestoolen, ruym twintigh gulden, vijf stukjes smal doek en acht elle breed doek, een blauwen rock en een groenen rock en een swarte schorte, item alle haar ge maekte linnen en twee bedde buiren (bedovertrekken), een bunte en een slighte (effen) sonder veeren, alsmede een eyntjen pellen (weefsel) van drie a vier ellen sijnde alle geweest in een kiste met een korf jen in de kiste staande" Volgens onze huidige begrippen was de buit schraal. In die tijd vertegenwoordigde het gestolene echter een kapitaaltje.
158
Een koe b. v. kostte toen acht a tien gulden. De bestolenen zullen er dus echt wel slapeloze nachten van hebben gehad. J. Overbeeke. Haaksbergen en Ariëns.
I.
Woensdag 23 oktober 1894 werden te Haaksbergen 39 katholieke arbeiders, werkzaam bij de Firma D. Jordaan en Zonen ontslagen. Het motief van de Firma zou zijn geweest: geen werk genoeg, uitbreidingsplannen, overcompleet aan mensen. Maar wat was er eigenlijk aan de hand geweest? Het gistte al geruime tijd in Twente zoals ook elders in Europa. In ons land predikte Ds. Ferd. Domela Nieuwenhuis, die van predikant materialistisch marxist geworden was, de felle klassenstrijd als enig middel om het kapitalisme te vernietigen en via de macht - in handen van het proletariaat - de heilstaat van gelijkheid en van broederschap te stichten. De vrijheid - la liberté, het eerste geschenk van de Franse Revolutie - was door de snelle industrialisatie al spoedig uitgelopen op vrijheid van de geldmacht en had de handarbeiders - door de revolutie wel van horigheid en verworden gildenreglementering bevrijd - nu door de industrie werkloos gemaakt en door de wet van vraag en aanbod tot zeer langdurige, zeer slecht betaalde arbeid, ja tot een hongerbestaan gebracht. De grote massa der gezeten burgerij - zakenmensen, predikanten en priesters - zag dit feitelijk niet in. Dit was een noodwendigheid van het leven. Zij deden daarom wel aan particuliere of gemeenschappelijke liefdadigheid, maar bleven zelf conservatief: Er moest geen onrust komen, dat kwam niet te pas. In 1885 kwam Domela Nieuwenhuis het revolutionaire socialisme prediken in Enschede en kreeg onder de ontevreden arbeiders vrij veel aanhang. Er werd toen in Enschede net als in Hengelo een afdeling van de Sociaal Democratische Bond opgericht, de voorloopster van de vereniging "Vooruit", welke later, in 1895, tot de "Eendracht" werd. In 1884 bestond in Enschede reeds een textielarbeiders-vereniging op christelijke grondslag: "Patrimonium". Van haar werkzaamheden is weinig bekend. In 1889 werd in Enschede opgericht de eerste R. K„ arbeidersvereniging met het doel om door overleg, zo enigszins mogelijk, verbetering te krijgen in hun ondraaglijk, onrechtvaardig lot. Men verwierp de strijd als principieel alleen zaligmakend middel, maar behield zich, als laatste middel, het recht tot staking voor, wanneer men meende daardoor dan inderdaad de beoogde doelstellingen te zullen bereiken.
159
In februari 1890 ontstond een staking bij de Firma ter Kuile en Morsman, omdat een arbeider onrechtvaardig zou zijn ontslagen. De fabriek liep leeg, waarop de stakers ook ontslagen werden. Daar de andere fabrieken weigerden ontslagen arbeiders van ter Kul Ie en Morsman in dienst te nemen, liepen ook die fabrieken leeg en was de algemene staking een verschrikkelijk feit. Zoals wij verderop zullen zien, werd deze door de arbeiders verloren. Wij keren eerst terug naar Haaksbergen. Daar was 14 januari 1891 al een textielarbeidersvereniging opgericht, die zich aansloot bij de R. K. Fabrieksarbeidersbond. Hoe deze was ontstaan zullen wij ook verderop zien. De eerste bestuursleden van deze Haaksbergse vereniging waren J. H„ Glandrup, Gr. Molenkamp en J. ter Bekke. Het voorbeeld van de katoenbewerkers vond navolging bij ambachtslieden en arbeiders van andere aard en zo werd evenals dat op andere plaatsen reeds het geval was, ook hier besloten een R. K. Arbeidersvereniging op te richten; een stands organisatie, die de vakorganisaties overkoepelde. Zij kreeg de naam "St. Severus", die later werd veranderd in "St. Joseph". De eerste bestuursleden waren A. J. ten Hagen, A. KI eins man, J. ter Bekke, G. J. Wielens, R. Vaanhold en G. Molenkamp. Deze oprichting vond plaats l april 1894 en 22 april d. o. v. werd een Ambachtskring opgericht voor metselaars, timmerlieden, schoenmakers, koperslagers e. d. Het eerste bestuur bestond uit de volgende personen: H. Somhorst, J. ten Hagen en H. Leurink. Door medewerking van pastoor Engbers werd de vroegere pastorie -dez.g. "aolde pastorie", gelegen ongeveer op de hoek Dr. Ariënsstraat - De Braak - ingericht als verenigingslokaal. (wordt vervolgd) J. M. Scaf. Nieuws uit de vereniging. Op 3 maart hadden we de heer Gast uit Almelo te gast, die voor een talrijk publiek een drietal films vertoonde, één over de Twentse Roggebouw, één over volksgebruiken rond Pasen en Pinksteren in de omgeving van Oldenzaal, en na de pauze een zeer mooie film over kloosters en kerken in Karinthië. Onze jaarvergadering op 13 april was ook goed bezocht. De gewone punten, waaronder de aankondiging van een contributieverhoging in 1971, gingen vlot onder de hamer door. Daarna was het woord aan de heer Hagens uit Almelo, die een cau-
160
serie hield over Twentse watermolens, verlucht met fraaie dia's. Jammer, dat het gesproken woord niet geheel tot zijn recht kwam. J. Vredenberg. Boekbespreking. "Losser vroeger en nu". Tekst en samenstelling W. Dijkhof; uitgave: uitgeverij Witkam/Drukkerij Twentsche Courant. Dit alleraardigst fotoboekje bevat oude opnamen met daarnaast afbeeldingen van de huidige situaties, niet alleen van Losser,maar ook van onder de gemeente behorende kerkdorpen Beuningen, Glane, de Lutte en Overdinkel. De heer W. Dijkhof, redacteur van de Nieuwe Dinkellander, schreef ook de tekst over de historie van Losser. Een kostelijk overzicht van snel veranderde toestanden, zoals die zich overal voltrekken. Het is het bezitten ten volle waard voor allen, die belangstelling hebben voor ons gewest "Twente". ''Vuur over Twente", flitsen van oorlog en bevrijding. Een documentaire over vijf jaren oorlog in Twente, Salland en de Gelderse Achterhoek, geschreven door de journalist-schrijver Adriaan Buter. Uitgave: Drukkerij Twentsche Courant. Naast alles wat er over de tweede wereldoorlog en de bevrijding reeds is gepubliceerd is dit boekje over de oorlogsgebeurtenissen in deze streken een interessante aanvulling. Temeer, daar Adriaan Buter de persoonlijke belevenissen mee laat spreken en deze zodanig beschrijft dat 1940-1945 weer gaat leven voor hem of haar, die de oorlog bewust heeft meegemaakt. Voor de latere generatie laat deze uitgave de sfeer en de spanning proeven van de moeilijke jaren van onderdrukking en vernedering. Met vele foto's en reproducties van originele documenten, een uniek boekwerkje. De eerste druk was binnen de kortst mogelijke tijd reeds uitverkocht; een tweede druk is in voorbereiding. Prijs: f 4, 90. U kunt bestellen door storting op postrekening 836699 t. n. v. Twentsche Courant te Hengelo. A. J. Temmink.
Vorm een eigen bibliotheekje met boeken over Uw streek en in de streektaal. Hieronder vindt U een keus van Twents-Achterhoekse boeken, die verschenen zijn of gaan verschijnen. Bedenk echter steeds : er worden slechts een beperkt aantal exemplaren gedrukt, terwijl een herdruk meestal is uitgesloten. Stad en land van Twente, het belangrijkste boek over de geschiedenis van Twente door L. A. Stroink. In 800 blz. groot formaat met 700 afbeeldingen zijn 1200 onderwerpen behandeld. Prijs f 65,95, eventueel te betalen in 4 termijnen van f 17, —. Twente 1940-1945, de geschiedenis van ons gewest tijdens de 2e wereldoorlog, in 275 blz. met 130 historische foto's, vastgelegd door G. J. Kokhuis. Prijs f 22,50. Singraven, geschiedenis van een havezate door W. H. Dingeldein, 144 blz. met 44 foto's. Prijs f 9,75. Schaduw van Twickel, het mooiste fotoboek van Twente door H. Haverkate. Prijs f 12,50. Oet et laand van aleer, de schoonheid van het oude twentse land, zo treffend beschreven door Cato Elderink. Prijs f 6,25. Bloemen oet ne Dieselkaomp, beschouwingen over de twentse taal, gevolgd door een bundel fraaie gedichten door J. Legtenberg. Prijs f 4,50. Krönnenzommer, gedichten van Johanna van Buren. Prijs f 3,75. Naowille, een keuzebundel uit de nagelaten gedichten van Johanna van Buren. Prijs 4,90. Mans Kapbaarg,
'n
grootsten
leugenbuul
in
't Tukkerlaand,
het kostelijk verhaal
van G. B. Vloedbeld, welhaast klassiek in onze streektaal. Prijs f 5,95. Oet mien jongensjaoren, 12 verhalen van Hendrik Eitink, spelend in de stad en op het platteland. Prijs f 5,95. Vuurdood in Twente, de tragische geschiedenis van de Joffers van Beckum door D. Poort. Prijs f 5,95. Georg de Thouars, Twents dichter en pamflettist, geboren als markies, gestorven als landloper. Bij intekening f 8,90, na verschijnen in maart f 10,50. Klootscheeterswedstried, twents verhaal met historische inlichtingen over deze aloude veldsport door G. B. Vloedbeld. Prijs f 3,95. Uit Kroniek en Volksmond van de Achterhoek, 400 blz., groot formaat met historische en folkloristische studies door Hendrik Odink. Prijs f 27,50. Is Bijna uitverkocht. Van dezelfde auteur is in voorbereiding : Land en Volk van de Achterhoek, in 40 hoofdstukken zijn hier nieuwe artikelen gebundeld van historische of folkloristische aard. Voorlopige prijs bij intekening f 23,50, na verschijnen f 27,50.
De Twentse Boekhandel W. G. Witkam De Klomp 22 — Telefoon 05420-12773 — ENSCHEDE