Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte Antwerpen, Gent, Brussel 28 / 30 november en 5 december 2011
Inhoud
1 – Inleiding
3
2 – Nettowerkkapitaal in een ondernemingsomgeving
5
2.1 – Berekening van de behoefte aan nettowerkkapitaal
5
2.2 – Wijzigingen aan de behoefte aan nettowerkkapitaal
7
2.2.1 – Stijging van de schulden
7
2.2.2 – Stijging van de vorderingen
8
2.2.3 – Stijging van de verkopen
9
2.3 – Invloed verschil tussen kaskosten en kasopbrengsten op werkkapitaal
10
2.4 – Conclusies
10
3 – Nettowerkkapitaal bij lokale en provinciale besturen
11
3.1 – Nettowerkkapitaal bij steden/gemeenten
11
3.2 – Nettowerkkapitaal bij OCMW’s
12
3.3 – Nettowerkkapitaal bij provincies
14
3.4 – Behoefte aan nettowerkkapitaal
15
3.4.1 – Behoefte vanuit financiële overwegingen
15
3.4.2 – Behoefte vanuit budgetteringsoverwegingen
16
4 – Leen- en investeringsvermogen
17
5 – BBC- Financieel evenwicht
20
6 – BBC - Schema M2 “Staat van het financiële evenwicht”
21
7 – Empirische vaststellingen
22
7.1 – Nettowerkkapitaal
23
7.2 – Thesaurie en vastrentende effecten
25
7.3 – Leningen en leasingschulden
26
7.4 – Verhoudingen thesaurie t.o.v. leningen
28
7.5 – Finapsis
29
7.6 – Investeringsinspanning
31
8 – Structureel evenwicht voor de niet-piloten?
32
9 – Vragen
33
10 – Contactgegevens
34
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 2
1 – Inleiding
Deze studiedag is bedoeld voor alle gemeentebesturen, OCMW’s en provinciebesturen, ongeacht vanaf welk jaar ze de BBC-reglementering zullen toepassen. Het is immers raadzaam nu reeds te onderzoeken wat de nieuwe financiële evenwichten voor uw bestuur zullen betekenen. U zult kennismaken met het “Resultaat op kasbasis” als toestandsevenwicht en “Autofinancieringsmarge” als structureel evenwicht zoals bepaald in artikel 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010:
Art.14. De staat van het financiële evenwicht bevat per financieel boekjaar minstens: 1° 2°
de raming van het resultaat op kasbasis; de raming van de autofinancieringsmarge.
Het meerjarenplan en de aanpassingen ervan zijn financieel in evenwicht als de volgende voorwaarden vervuld zijn: 1°
het resultaat op kasbasis is per financieel boekjaar groter dan of gelijk aan nul;
2°
de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar waarop de financiële nota van het meerjarenplan betrekking heeft, is groter dan of gelijk aan nul;
3°
voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn is de som van de autofinancieringsmarge voor de hele duur van de financiële nota groter dan of gelijk aan nul.
Het financiële evenwicht van het meerjarenplan kan alleen worden aangetoond als de jaarrekening van het financiële boekjaar voorafgaand aan de zesjaarlijkse periode waarvoor de raad is verkozen, door de raad is vastgesteld en verwerkt is in het meerjarenplan. De minister kan een afwijking daarvan toestaan.
We vertrekken vanuit het begrip “nettowerkkapitaal”. Eerst maakt u kennis met dit begrip vanuit een (sterk vereenvoudigde) ondernemingsomgeving. Verder onderzoek leert welke elementen van invloed zijn op dit kapitaal en hoe deze invloed zich manifesteert. Daarna gaan we na welke betekenis dit begrip heeft in lokale en provinciale besturen. Hoe BBC dit begrip definieert, komt hier aan bod. Kort wordt ingegaan op “optimaal” nettowerkkapitaal. Opname van vreemde middelen (leningsgelden) heeft een positieve invloed op het nettowerkkapitaal. Het aantrekken van deze middelen moet echter een noodzakelijke begrenzing kennen. BBC houdt rekening met deze begrenzing. Via een tabel “Bronnen en bestedingen” maken we de overstap naar BBC. Met name “Schema M2: Staat van het financiële evenwicht” komt grondig aan bod. Een aantal empirische vaststellingen illustreren het geheel.
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 3
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 4
2 – Nettowerkkapitaal in een ondernemingsomgeving
2.1 – Berekening van de behoefte aan nettowerkkapitaal GEGEVENS: Aankopen per dag = verkopen per dag = 1.000 Aantal dagen voorraad = 25 Aantal dagen klantenkrediet = 35 Aantal dagen leverancierskrediet = 45 (BTW wordt buiten beschouwing gelaten)
ONDERZOEK: Dag 1:
Voorraden Klanten Financiële rekeningen Werkkapitaal Leveranciers Nettowerkkapitaal
1.000 0 0 1.000 1.000 0
Dag 26:
Voorraden Klanten Financiële rekeningen Werkkapitaal Leveranciers Nettowerkkapitaal
25.000 1.000 0 26.000 26.000 0
Dag 46:
Voorraden Klanten Financiële rekeningen Werkkapitaal Leveranciers Nettowerkkapitaal
25.000 21.000 -1.000 45.000 45.000 0
Dag 61:
Voorraden Klanten Financiële rekeningen Werkkapitaal Leveranciers Nettowerkkapitaal
25.000 35.000 -15.000 45.000 45.000 0
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 5
CONCLUSIE:
BEHOEFTE AAN NETTOWERKKAPITAAL = 15.000
Na inbreng van 15.000 in de cyclus is de toestand van dag 61 en de volgende dagen: Voorraden Klanten Financiële rekeningen Werkkapitaal Leveranciers Nettowerkkapitaal
25.000 35.000 0 60.000 45.000 15.000
TOESTAND:
NETTOWERKKAPITAAL = BEHOEFTE AAN NETTOWERKKAPITAAL
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 6
2.2 – Wijzigingen aan de behoefte aan nettowerkkapitaal 2.2.1 – Stijging van de schulden
VRAAGSTELLING: Hoe evolueren de samenstellende elementen van het nettowerkkapitaal als alle andere voorwaarden gelijk blijven (inclusief het nettowerkkapitaal van 15.000), maar het leverancierskrediet stijgt tot 50 dagen? Voorraden Klanten Financiële rekeningen Werkkapitaal Leveranciers Nettowerkkapitaal
25.000 35.000 5.000 65.000 50.000 15.000
VASTSTELLING: Voorraden Klanten Leveranciers Behoefte NWK Financiële rekeningen
25.000 35.000 60.000 50.000 10.000 15.000 5.000
TOESTAND:
NETTOWERKKAPITAAL > BEHOEFTE AAN NETTOWERKKAPITAAL
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 7
2.2.2 – Stijging van de vorderingen
VRAAGSTELLING: Hoe evolueren, uitgaande van de vorige toestand, de samenstellende elementen van het nettowerkkapitaal als alle andere voorwaarden gelijk blijven (inclusief het nettowerkkapitaal van 15.000), maar het klantenkrediet stijgt tot 45 dagen? Voorraden Klanten Financiële rekeningen Werkkapitaal Leveranciers Nettowerkkapitaal
25.000 45.000 -5.000 65.000 50.000 15.000
VASTSTELLING: Voorraden Klanten Leveranciers Behoefte NWK Financiële rekeningen
25.000 45.000 70.000 50.000 20.000 15.000 -5.000
TOESTAND:
NETTOWERKKAPITAAL < BEHOEFTE AAN NETTOWERKKAPITAAL
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 8
2.2.3 – Stijging van de verkopen
VRAAGSTELLING: Uitgaande van de oorspronkelijke voorwaarden, is de behoefte aan nettowerkkapitaal ingevulde met een nettowerkkapitaal van 15.000. Wat is de toestand op dag 61, wanneer de verkoop een onverwacht succes is en de omzet zou verdubbelen, gegeven dat alle andere voorwaarden gelijk blijven (inclusief het nettowerkkapitaal van 15.000)? Voorraden Klanten Financiële rekeningen Leveranciers Nettowerkkapitaal
50.000 70.000 -15.000 105.000 90.000 15.000
VASTSTELLING: Voorraden Klanten Leveranciers Behoefte NWK Financiële rekeningen
50.000 70.000 120.000 90.000 30.000 15.000 -15.000
TOESTAND:
NETTOWERKKAPITAAL < BEHOEFTE AAN NETTOWERKKAPITAAL
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 9
2.3 – Invloed verschil tussen kaskosten en kasopbrengsten op werkkapitaal
VRAAGSTELLING: Wat is de toestand op dag 161, uitgaande van de oorspronkelijke situatie van dag 61 (na inbreng van het nettowerkkapitaal van 15.000), wanneer vanaf dag 62 tot en met dag 161 de verkoop per dag 1.100 bedraagt? Voorraden Klanten Financiële rekeningen Werkkapitaal Leveranciers NWK
25.000 38.500 6.500 70.000 45.000 25.000
BESPREKING:
De voorwaarden betreffende de voorraden en de leveranciers blijven ongewijzigd. Bijgevolg is het saldo van de voorraden en de leveranciers ongewijzigd gebleven.
Na 35 dagen te rekenen vanaf dag 62 is het uitstaand saldo van de klanten aangegroeid tot 38.500 (35 x 1.100). Hierdoor is de behoefte aan nettowerkkapitaal gestegen met 3.500.
In de 100 dagen die verlopen zijn vanaf dag 62 tot en met dag 161 is de cashflow (per saldo) 10.000 (100 dagen x100).
Van deze cashflow (10.000) is 3.500 opgegaan in de cyclus ter financiering van de gestegen behoefte aan nettowerkkapitaal.
De financiële rekeningen kennen een toename van 6.500. Dit is het verschil tussen de cashflow van de periode en de gestegen behoefte aan nettowerkkapitaal (10.000 – 3.500).
De aangroei van het nettowerkkapitaal is gelijk aan 10.000 en dus gelijk aan de cashflow van de periode.
2.4 – Conclusies
NETTOWERKKAPITAAL – BEHOEFTE AAN NETTOWERKKAPITAAL = FINANCIELE REKENINGEN
WIJZIGING IN NETTOWERKKAPITAAL = INKOMENDE – UITGAANDE KASSTROMEN
KASSTROMEN <> GELDSTROMEN
BEHOEFTE NETTOWERKKAPITAAL = VOORRADEN + VORDERINGEN – SCHULDEN
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 10
3 – Nettowerkkapitaal bij lokale en provinciale besturen
3.1 – Nettowerkkapitaal bij steden/gemeenten
Benadering met methodiek controle overeenstemming budgettaire en algemene boekhouding
BOEKHOUDKUNDIG RESULTAAT - VORDERINGEN + RESERVES, VOORZIENINGEN EN SCHULDEN TE VERANTWOORDEN VERMOGEN -FINANCIELE REKENINGEN VERSCHIL
2.400.000,00 -3.000.000,00 6.200.000,00 5.600.000,00 -5.600.000,00 0,00
Anders voorgesteld:
VORDERINGEN FINANCIELE REKENINGEN SCHULDEN NETTOWERKKAPITAAL BESTEMD VIA RESERVES EN VOORZIENINGEN ONBESTEMD NETTOWERKKAPITAAL
3.000.000,00 5.600.000,00 8.600.000,00 -4.200.000,00 4.400.000,00 -2.000.000,00 2.400.000,00
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 11
3.2 – Nettowerkkapitaal bij OCMW’s
De hieronder vermelde berekening van het nettowerkkapitaal voor OCMW’s betreft het budgettair nettowerkkapitaal. Voor deze berekening dienen de waardeverminderingen op geldbeleggingen buiten beschouwing te worden gelaten. Het budgettair nettowerkkapitaal bij OCMW’s kan als volgt worden berekend:
VORDERINGEN Code NOB 400 404 406 407 4101 411 412 413 414 4150 4151 4152/9 417 418
Omschrijving Werkingsvorderingen Te innen opbrengsten Vooruitbetalingen Dubieuze debiteuren Vorderingen wegens subsidies ovv lening (vervallen) Vorderingen wegens subsidies ovv kapitaal Terug te betalen belastingen en voorheffingen Te ontvangen werkingssubsidies Te innen opbrengsten Te ontvangen gemeentelijke bijdrage in het werkkapitaal Te ontvangen gemeentelijke bijdrage in investeringen Diverse vorderingen andere dan gemeentelijke bijdrage Dubieuze vorderingen Borgtochten betaald in contanten TOTAAL
Eindsaldo NOB 120.000,00
50.000,00
170.000,00
SCHULDEN Code NOB 430 431 433 438 439 440 441 444 449 452 453 454 455 459 460 488 489 499
Eindsaldo NOB
Omschrijving Kredietinstellingen - leningen op rekening met vaste termijn Kredietinstellingen Kredietinstellingen - schulden in rekening-courant Vervallen kapitaalsaflossingen en intrestedelgingen Overige leningen Leveranciers Werkingsschulden voor cliënten Te ontvangen facturen Overige werkingsschulden Te betalen belastingen en taksen Ingehouden voorheffingen Sociale zekerheid Te betalen nettobezoldigingen Andere sociale schulden Ontvangen voorschotten Borgtochten ontvangen in contanten Andere diverse schulden Wachtrekeningen TOTAAL
200.000,00 20.000,00
50.000,00
270.000,00
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 12
LIQUIDE MIDDELEN EN BELEGGINGEN Code NOB 51 52 53 54 55 57 58
Eindsaldo NOB
Omschrijving Aandelen Vastrentende effecten Termijndeposito's Te incasseren vervallen waarden Kredietinstellingen Kassen Interne overboekingen
1.000.000,00
TOTAAL
VORDERINGEN LIQUIDE MIDDELEN EN GELDBELEGGINGEN SCHULDEN NETTOWERKKAPITAAL
1.000.000,00
170.000,00 1.000.000,00 1.170.000,00 -270.000,00 900.000,00
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 13
3.3 – Nettowerkkapitaal bij provincies De methodiek van de gemeenten is mutatis mutantis van toepassing voor de provincies.
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 14
3.4 – Behoefte aan nettowerkkapitaal
CASUS:
RECURRENTE KASSTROMEN ONTVANGSTEN/INKOMENDE KASSTROMEN UITGAVEN/UITGAANDE KASSTROMEN
Werkelijk 75.000,00 75.000,00
INNINGEN BINNEN HET JAAR BETALINGEN BINNEN HET JAAR
Raming 75.000,00 100.000,00
70% 80%
3.4.1 – Behoefte vanuit financiële overwegingen
BEREKENING INNINGEN VORDERINGEN (BEGIN) ONTVANGSTEN/KASOPBRENGSTEN VORDERINGEN (EINDE) INNINGEN
JAAR 1
JAAR 2 22.500,00 75.000,00 22.500,00 75.000,00
JAAR 3 22.500,00 75.000,00 22.500,00 75.000,00
JAAR 4 22.500,00 75.000,00 22.500,00 75.000,00
JAAR 5 22.500,00 75.000,00 22.500,00 75.000,00
BEREKENING BETALINGEN SCHULDEN (BEGIN) UITGAVEN/KASKOSTEN SCHULDEN (EINDE) BETALINGEN
JAAR 1 0,00 75.000,00 15.000,00 60.000,00
JAAR 2 15.000,00 75.000,00 15.000,00 75.000,00
JAAR 3 15.000,00 75.000,00 15.000,00 75.000,00
JAAR 4 15.000,00 75.000,00 15.000,00 75.000,00
JAAR 5 15.000,00 75.000,00 15.000,00 75.000,00
BEHOEFTE AAN NETTOWERKKAPITAAL VORDERINGEN (EINDE) SCHULDEN (EINDE) BEHOEFTE
JAAR 1 22.500,00 15.000,00 7.500,00
JAAR 2 22.500,00 15.000,00 7.500,00
JAAR 3 22.500,00 15.000,00 7.500,00
JAAR 4 22.500,00 15.000,00 7.500,00
JAAR 5 22.500,00 15.000,00 7.500,00
VERLOOP FINANCIELE REKENINGEN BEGINSALDO INNINGEN BETALINGEN FINANCIELE REKENINGEN
JAAR 1 7.500,00 52.500,00 -60.000,00 0,00
JAAR 2 0,00 75.000,00 -75.000,00 0,00
JAAR 3 0,00 75.000,00 -75.000,00 0,00
JAAR 4 0,00 75.000,00 -75.000,00 0,00
JAAR 5 0,00 75.000,00 -75.000,00 0,00
NETTOWERKKAPITAAL VORDERINGEN FINANCIELE REKENINGEN SCHULDEN NETTOWERKKAPITAAL
JAAR 1 22.500,00 0,00 -15.000,00 7.500,00
JAAR 2 22.500,00 0,00 -15.000,00 7.500,00
JAAR 3 22.500,00 0,00 -15.000,00 7.500,00
JAAR 4 22.500,00 0,00 -15.000,00 7.500,00
JAAR 5 22.500,00 0,00 -15.000,00 7.500,00
0,00 75.000,00 22.500,00 52.500,00
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 15
3.4.2 – Behoefte vanuit budgetteringsoverwegingen
FINANCIEEL PLAN ONTVANGSTEN UITGAVEN RESULTAAT VAN HET JAAR BEHOEFTE NETTOWERKKAPITAAL GECUMULEERD RESULTAAT
JAAR 1 75.000,00 100.000,00 -25.000,00 125.000,00 100.000,00
JAAR 2 75.000,00 100.000,00 -25.000,00
JAAR 3 75.000,00 100.000,00 -25.000,00
JAAR 4 75.000,00 100.000,00 -25.000,00
JAAR 5 75.000,00 100.000,00 -25.000,00
75.000,00
50.000,00
25.000,00
0,00
Toestand van de financiële rekeningen:
NETTOWERKKAPITAAL VORDERINGEN SCHULDEN FINANCIELE REKENINGEN
125.000,00 -22.500,00 15.000,00 117.500,00
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 16
4 – Leen- en investeringsvermogen
BEREKENEN VAN EEN NWK-NEUTRAAL LEEN- EN INVESTERINGSVERMOGEN STAP 1 Omschrijving Ontvangsten (Kasopbrengsten) Uitgaven (Kaskosten) Primair saldo STAP 2 Omschrijving Intresten Aflossingen PLU STAP 3 Omschrijving Primair saldo (STAP 1) Intresten (STAP 2) Financieel draagvlak STAP 4 AUTOFINANCIERINGSMARGE Financieel draagvlak (STAP 3) PLU (STAP 2) Autofinancieringsmarge
In kaart brengen van kaskosten en - opbrengsten (exploitatie) Jaar 1
Jaar 2
12.000,00 8.653,13 3.346,87
12.360,00 8.878,24 3.481,76
Jaar 3 12.730,80 9.111,64 3.619,16
Jaar 4 13.112,72 9.353,63 3.759,09
Jaar 5 13.506,11 9.626,23 3.879,88
Jaar 6 13.911,29 9.909,07 4.002,22
In kaart brengen van periodieke leningsuitgaven (netto) op bestaande leningen Jaar 1
Jaar 2
653,13 1.997,70 2.650,83
Jaar 3
558,24 2.092,59 2.650,83
458,84 2.191,99 2.650,83
Jaar 4 354,72 1.839,25 2.193,97
Jaar 5 267,36 1.926,61 2.193,97
Jaar 6 175,84 297,77 473,62
Bepaling van het financieel draagvlak Jaar 1
Jaar 2
3.346,87 653,13 4.000,00
3.481,76 558,24 4.040,00
Jaar 3 3.619,16 458,84 4.078,00
Jaar 4 3.759,09 354,72 4.113,81
Jaar 5 3.879,88 267,36 4.147,24
Jaar 6 4.002,22 175,84 4.178,07
Berekening van de autofinancieringsmarge/finapsis Jaar 1
Jaar 2
4.000,00 2.650,83 1.349,17
4.040,00 2.650,83 1.389,17
Jaar 3 4.078,00 2.650,83 1.427,17
Jaar 4 4.113,81 2.193,97 1.919,84
Jaar 5 4.147,24 2.193,97 1.953,26
Jaar 6 4.178,07 473,62 3.704,45
Bemerking: De autofinancieringsmarge kan ook b ekomen worden door het b edrag van de aflossingen in mindering te b rengen van het primair exploitatieresultaat. FINAPSIS (F) PLU (STAP 2) Financieel draagvlak (STAP 3) Finapsis STAP 5 Finapsis in Jaar 6 Rentevoet (toek.) leningen Aantal termijnen lening Aantal maanden 1ste jaar STAP 6 Financieel draagvlak (Jaar 6) Finapsis in Jaar 6 Maximum PLU PLU op bestaande leningen PLU-ruimte
Jaar 1
Jaar 2
2.650,83 4.000,00 66,27%
2.650,83 4.040,00 65,61%
Jaar 3 2.650,83 4.078,00 65,00%
Jaar 4 2.193,97 4.113,81 53,33%
Jaar 5 2.193,97 4.147,24 52,90%
Jaar 6 473,62 4.178,07 11,34%
Vaststelling van de voorwaarden om leenvermogen te berekenen 75% 3,75% 20 6 Berekening van de PLU-ruimte in Jaar 6 4.178,07 75,00% 3.133,55 473,62 2.659,93
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 17
STAP 7 Jaarlijks leenvermogen Verloop PLU (incl. nieuw) Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Totaal nieuwe PLU Totaal bestaande PLU Algemeen totaal PLU STAP 8 Omschrijving
Bepaling van het jaarlijks leenvermogen 7.026,44 Jaar 1 131,75 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 131,75 2.650,83 2.782,57
Jaar 2 505,64 131,75 0,00 0,00 0,00 0,00 637,38 2.650,83 3.288,21
Jaar 3 505,64 505,64 131,75 0,00 0,00 0,00 1.143,02 2.650,83 3.793,85
Jaar 4 505,64 505,64 505,64 131,75 0,00 0,00 1.648,66 2.193,97 3.842,63
Jaar 5 505,64 505,64 505,64 505,64 131,75 0,00 2.154,29 2.193,97 4.348,27
Jaar 6 505,64 505,64 505,64 505,64 505,64 131,75 2.659,93 473,62 3.133,55
Berekening van autofinancieringsmarge, investeringsvermogen en finapsis Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
Financieel draagvlak Algemeen totaal PLU Autofinancieringsmarge
4.000,00 2.782,57 1.217,43
4.040,00 3.288,21 751,79
4.078,00 3.793,85 284,15
4.113,81 3.842,63 271,18
4.147,24 4.348,27 -201,03
4.178,07 3.133,55 1.044,52
Autofinancieringsmarge Jaarlijks leenvermogen Jaarlijks investeringsvermogen
1.217,43 7.026,44 8.243,87
751,79 7.026,44 7.778,23
284,15 7.026,44 7.310,59
271,18 7.026,44 7.297,62
-201,03 7.026,44 6.825,41
1.044,52 7.026,44 8.070,95
69,56%
81,39%
93,03%
93,41%
104,85%
75,00%
Finapsis
TABEL BRONNEN EN BESTEDINGEN - JAAR 1 Bronnen Aanvang jaar 1 Financiële rekeningen Vorderingen/Schulden
Bestedingen
Saldo
1.979,56 657,31 1.322,25
1.079,56 0,00 1.079,56
900,00 657,31 242,69
Verrichtingen boekjaar Exploitatiebudget (excl. intresten op leningen) Periodieke leningsuitgaven Investeringen Opname van leningen
19.026,44 12.000,00 0,00 0,00 7.026,44
19.026,44 8.000,00 2.782,57 8.243,87 0,00
0,00 4.000,00 -2.782,57 -8.243,87 7.026,44
Einde jaar 1 Vorderingen/Schulden Geldstromen
21.006,00 1.317,98 19.688,02
20.106,00 1.163,26 18.942,74
900,00 154,72 745,28
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 18
TOESTANDSEVENWICHT Totaal bronnen Totaal bestedingen Nettowerkkapitaal Normering
21.006,00 20.106,00 900,00 >=0
Jaarlijks
STRUCTUREEL EVENWICHT Absoluut Exploitatiebudget (excl. Intresten op leningen) Periodieke leningsuitgaven Autofinancieringsmarge Normering
>=0
4.000,00 (Financieel draagvlak) 2.782,57 (PLU) 1.217,43 Einde van een periode
Relatief Exploitatiebudget (excl. Intresten op leningen) Periodieke leningsuitgaven (PLU) PLU/Financieel draagvlak Normering
<=100%
4.000,00 (Financieel draagvlak) 2.782,57 (PLU) 69,56% Einde van een periode
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 19
5 – BBC- Financieel evenwicht
BESLUIT van de VLAAMSE REGERING VAN 25 JUNI 2010 MEERJARENPLAN Art.14. De staat van het financiële evenwicht bevat per financieel boekjaar minstens: 3° 4°
de raming van het resultaat op kasbasis; de raming van de autofinancieringsmarge.
Het meerjarenplan en de aanpassingen ervan zijn financieel in evenwicht als de volgende voorwaarden vervuld zijn: 4°
het resultaat op kasbasis is per financieel boekjaar groter dan of gelijk aan nul;
5°
de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar waarop de financiële nota van het meerjarenplan betrekking heeft, is groter dan of gelijk aan nul;
6°
voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn is de som van de autofinancieringsmarge voor de hele duur van de financiële nota groter dan of gelijk aan nul.
Het financiële evenwicht van het meerjarenplan kan alleen worden aangetoond als de jaarrekening van het financiële boekjaar voorafgaand aan de zesjaarlijkse periode waarvoor de raad is verkozen, door de raad is vastgesteld en verwerkt is in het meerjarenplan. De minister kan een afwijking daarvan toestaan.
VERSLAG aan de VLAAMSE REGERING BIJ HET BESLUIT van de VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE BELEIDS- EN BEHEERSCYCLUS Art.14. … Deze twee parameters zijn een indicator voor twee soorten van financieel evenwicht:
Enerzijds is er het toestandsevenwicht dat aangetoond wordt door de berekening van het resultaat op kasbasis. Deze parameter komt in grote lijnen overeen met het nettowerkkapitaal verminderd met de bestemde gelden. Het resultaat op kasbasis mag niet negatief zijn;
Anderzijds is er het structureel evenwicht dat aangetoond wordt door de autofinancieringsmarge. Deze parameter wordt berekend door het verschil te maken tussen de cashflow die het bestuur zelf kan genereren en de periodieke leningsuitgaven. Deze autofinancieringsmarge moet op het einde van de planningsperiode positief zijn. Opdat niet-recurrente verplichtingen geen vertekend beeld zouden geven, wordt de autofinancieringsmarge maar geëvalueerd op het laatste jaar van de financiële nota van het meerjarenplan.
Deze parameters zijn een waarborg voor de financiële gezondheid van de besturen op korte en lange termijn. Voor de OCMW’s komt hier nog een derde parameter bij, met name dat de optelsom van de autofinancieringsmarges van elk financieel boekjaar van de financiële nota van het meerjarenplan groter dan of gelijk moet zijn aan nul. Dit is om te vermijden dat de OCMW’s zouden verplicht worden om activa te verkopen om zo het financiële evenwicht in stand te houden. …
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 20
6 – BBC - Schema M2 “Staat van het financiële evenwicht” Resultaat op kasbasis
Jaar 1
I. Exploitatie (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten 1. Belastingen en boetes 2. Overige II. Investeringen (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven 1. Aflossing financiële schulden 2. Toegestane leningen 3. Toegestane investeringssubsidies 4. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van toegestane leningen en prefinancieringsleningen 3. Schenkingen, andere dan opgenomen onder deel I en II 4. Overige transacties
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
3.215 8.785 12.000 0 12.000
3.087 9.273 12.360 0 12.360
2.970 9.761 12.731 0 12.731
2.864 10.248 13.113 0 13.113
2.750 10.756 13.506 0 13.506
2.647 11.264 13.911 0 13.911
-8.244 8.244 0
-7.778 7.778 0
-7.311 7.311 0
-7.298 7.298 0
-6.825 6.825 0
-8.071 8.071 0
5.029 1.998 1.998
4.692 2.335 2.335
4.341 2.685 2.685
4.433 2.593 2.593
4.075 2.951 2.951
5.424 1.603 1.603
7.026 7.026
7.026 7.026
7.026 7.026
7.026 7.026
7.026 7.026
7.026 7.026
IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
0
0
0
0
0
0
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
900
900
900
900
900
900
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
900
900
900
900
900
900
0
0
0
0
0
0
900
900
900
900
900
900
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor de exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI - VII)
Autofinancieringsmarge
Jaar 1
I. Financieel draagvlak (A - B) A. Exploitatieontvangsten B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 1. Exploitatie-uitgaven 2. Nettokosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden Autofinancieringsmarge (I-II)
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
4.000 12.000 8.000 8.785 785
4.040 12.360 8.320 9.273 953
4.078 12.731 8.653 9.761 1.108
4.114 13.113 8.999 10.248 1.249
4.147 13.506 9.359 10.756 1.397
4.178 13.911 9.733 11.264 1.531
2.783 1.998 785
3.288 2.335 953
3.794 2.685 1.108
3.843 2.593 1.249
4.348 2.951 1.397
3.134 1.603 1.531
1.217
752
284
271
-201
1.045
Hypothesen Op welke manier zal een positiever resultaat van vorig boekjaar onze financiële evenwichten beïnvloeden? Wat indien we toch meer willen investeren en bijgevolg meer zullen lenen? Wat indien we “onnodig” gaan lenen? Hoe kunnen we onze autofinancieringsmarge positief beïnvloeden? Wat zal de invloed zijn indien we gebouwen zullen verkopen?
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 21
7 – Empirische vaststellingen
1
Sinds 1998 zijn de Vlaamse gemeenten verplicht om de cijfers van hun budget, budgetwijzigingen en rekeningen onder elektronische vorm over te maken aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Het Agentschap beschikt aldus over een zeer uitgebreide database met gegevens betreffende alle Vlaamse gemeenten over de jaren heen. Deze gegevens vormden de basis voor de tweejaarlijkse rapporten inzake de gemeentefinanciën. Het laatste rapport dateert van 2004 en heeft betrekking op de cijfers vanuit de jaarrekening 2002. Naar aanleiding van deze studiedag plaatsen we hieronder de gegevens vanuit de jaarrekeningen 2009, 2008 en 2007 tegenover de gegevens vanuit de jaarrekeningen 2002, 2001 en 2000. Wij beschouwen daarbij de evolutie op vlak van:
Nettowerkkapitaal
Thesaurie en vastrentende effecten
Leningen en leasingschulden
Verhouding thesaurie t.o.v. leningen
Finapsis
Investeringsinspanning
1
Besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 1998 tot regeling van de toezending van besluiten van de gemeenteraad betreffende de begrotingen en de rekeningen vaan de Vlaamse regering.
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 22
7.1 – Nettowerkkapitaal 2002 – 2001 – 2000: 1.
Absolute bedragen Statistische kengetallen Totaal Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2.
2000 1.815.432.915,66 5.894.262,71 1.734.062,54 3.160.458,04 6.348.094,61
2002 311,50 331,24 172,97 275,64 410,06
Evol. 108,79 109,60 116,22 113,27 102,49
2001 286,32 302,23 148,83 243,34 400,10
Evol. 93,69 98,62 91,74 94,02 98,66
2000 305,62 306,48 162,23 258,80 405,53
2002
2001 1,13 1,16 0,92 1,06 1,24
2000 1,11 1,22 0,93 1,07 1,23
1,02 1,00 0,88 1,05 1,20
2002 27,62% 26,01% 11,24% 18,87% 34,61%
2001 27,71% 33,07% 11,70% 19,44% 35,12%
2000 30,31% 30,88% 12,27% 22,67% 36,79%
2001 34,74% 45,55% 17,13% 26,31% 40,82%
2000 31,88% 30,09% 15,18% 24,80% 39,84%
2001
2000
Verhouding uitstaande schulden/werkkapitaal Statistische kengetallen Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
6.
Evol. 93,88 93,88 94,24 99,56 94,42
Verhouding uitstaande vorderingen/werkkapitaal Statistische kengetallen Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
5.
2001 1.704.354.632,36 5.533.618,94 1.634.224,46 3.146.667,47 5.994.084,15
Verhouding financiële rekeningen/nettowerkkapitaal Statistische kengetallen Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
4.
Evol. 109,16 110,60 115,95 115,76 114,68
Bedragen per inwoner Statistische kengetallen Totaal/aantal inwoners Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
3.
2002 1.860.502.690,83 6.120.074,64 1.894.917,82 3.642.613,11 6.873.825,24
2002 35,94% 30,81% 16,17% 26,12% 37,02%
Frequentietabel nettowerkkapitaal per inwoner Interval
2002 0 125 250 375 500 625 750 875 1000 1125 1250 1375 1500 1625 1750 1875 2000
6 33 95 82 37 20 12 5 2 4 2 3 2 0 0 0 1 304
13 50 95 67 34 25 10 3 3 2 2 1 1 0 0 0 2 308
7 47 91 74 44 19 12 5 2 4 1 1 0 0 1 0 0 308
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 23
2009 – 2008 – 2007:
1.
Absolute bedragen Statistische kengetallen Totaal Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2.
2007 3.526.482.206,00 11.449.617,55 3.570.705,75 6.512.796,00 11.299.719,50
2009 600,28 585,96 268,61 534,18 750,45
Evol. 112,76 106,19 85,51 104,66 105,79
2008 532,37 551,81 314,11 510,38 709,36
Evol. 92,35 98,72 98,45 99,89 100,34
2007 576,46 558,97 319,05 510,96 706,95
2009
2008 0,96 0,08 0,90 0,99 1,08
2007 1,07 1,17 0,96 1,04 1,16
0,97 1,03 0,91 1,03 1,11
2009 24,72% 21,59% 9,63% 16,66% 28,58%
2008 20,56% 18,72% 8,86% 14,37% 24,29%
2007 23,74% 19,79% 9,78% 15,47% 27,28%
2008 25,75% 23,69% 11,88% 19,66% 29,87%
2007 21,31% 19,62% 10,96% 17,23% 28,16%
2008
2007
Verhouding uitstaande schulden/werkkapitaal Statistische kengetallen Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
6.
Evol. 93,02 93,02 102,47 98,85 96,83
Verhouding uitstaande vorderingen/werkkapitaal Statistische kengetallen Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
5.
2008 3.280.273.413,00 10.650.238,35 3.658.753,75 6.437.801,00 10.942.025,25
Verhouding financiële rekeningen/nettowerkkapitaal Statistische kengetallen Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
4.
Evol. 113,62 119,44 101,46 112,42 108,72
Bedragen per inwoner Statistische kengetallen Totaal/aantal inwoners Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
3.
2009 3.727.083.683,00 12.720.422,13 3.712.247,00 7.237.522,00 11.896.542,00
2009 21,19% 20,87% 8,80% 15,33% 29,09%
Frequentietabel nettowerkkapitaal per inwoner Interval
2009 0 125 250 375 500 625 750 875 1000 1125 1250 1375 1500 1625 1750 1875 2000
8 13 36 36 34 44 45 36 15 4 6 5 4 0 1 2 1 290
7 20 31 41 52 45 42 29 12 8 8 2 5 0 1 0 1 304
3 15 36 45 49 55 42 19 15 5 8 9 1 1 0 3 0 306
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 24
7.2 – Thesaurie en vastrentende effecten 2002 – 2001 – 2000:
1.
Absolute bedragen Statistische kengetallen Totaal Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2.
Evol. 104,85 104,85 105,72 110,06 101,90
Th&Vre(RG01) 2.045.129.156,13 6.640.029,73 2.132.257,03 3.624.625,46 7.263.109,60
Th&Vre(02) 359,00 359,25 197,70 311,16 431,53
Evol. 104,49 104,78 105,09 106,65 99,84
Th&Vr(01) 343,57 342,87 188,13 291,76 432,22
Bedragen per inwoner Statistische kengetallen Totaal/aantal inwoners Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
3.
Th&Vre(RG02) 2.144.249.906,12 6.961.850,34 2.254.307,61 3.989.086,31 7.401.032,74
Gemiddeld rendement Statische kengetallen Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2002 2,09 1,44 2,00 2,40
2001 2,99 2,22 2,87 3,39
2009 – 2008 – 2007:
1.
Absolute bedragen Statistische kengetallen Totaal Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2.
Evol. 101,84 101,84 93,95 101,46 98,50
Th&Vre(RG08) 3.650.730.114,00 11.853.019,85 4.115.386,13 7.160.517,25 12.034.410,25
Th&Vre(09) 598,78 603,30 330,80 567,22 765,56
Evol. 101,06 99,97 89,87 103,05 100,68
Th&Vre(08) 592,50 603,46 368,11 550,42 760,40
Bedragen per inwoner Statistische kengetallen Totaal/aantal inwoners Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
3.
Th&Vre(RG09) 3.717.755.520,50 12.070.634,81 3.866.265,88 7.264.993,25 11.854.237,50
Gemiddeld rendement Statische kengetallen Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2009 1,64 1,10 1,52 2,00
2008 3,28 2,57 3,29 3,67
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 25
7.3 – Leningen en leasingschulden 2002 – 2001 – 2000:
1.
Gemiddelde uitstaande schuld Statistische kengetallen Totaal Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2.
Evol. 101,29 101,29 106,11 103,40 101,30
2001 7.190.679.063,41 23.346.360,60 7.896.780,45 12.635.367,17 21.865.085,72
Evol. 100,95 102,42 106,51 102,22 104,54
2001 1.208,00 994,96 717,58 949,40 1.166,69
Gemiddelde uitstaande schuld per inwoner Statistische kengetallen Totaal/aantal inwoners Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
3.
2002 7.283.308.035,52 23.647.104,01 8.378.979,86 13.064.600,05 22.149.512,99
2002 1.219,42 1.019,01 764,32 970,45 1.219,68
Gemiddelde intrestvoet 2002 Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
4.
5.
6.
2001 4,86 4,78 4,63 4,82 5,05
4,91 4,85 4,67 4,88 5,09
Periodieke leningsuitgaven (absolute bedragen) 2002 Totaal 923.799.601,21 Gemiddelde 2.999.349,35 Q1 961.516,47 Mediaan 1.640.346,72 Q3 2.903.761,78
Evol. 102,55 102,55 98,51 104,18 101,97
Periodieke leningsuitgaven (per inwoner) 2002 Totaal/aantal inwoners Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
Evol. 102,20 102,56 101,68 102,96 108,58
2001
Evol.
2001
154,67 129,44 97,45 124,53 159,99
2001 900.869.259,93 2.924.900,19 976.032,58 1.574.548,41 2.847.656,41
151,34 126,20 95,84 120,96 147,35
Resterende aflossingsduur 2002 Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
10,18 10,00 8,93 10,03 11,43
10,38 10,26 9,12 10,14 11,34
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 26
2009 – 2008 – 2007:
1.
Gemiddelde uitstaande schuld Statistische kengetallen Totaal Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2.
Evol. 93,90 93,90 88,73 91,10 92,62
2008 7.324.392.621,00 23.780.495,52 7.383.281,63 12.561.836,50 23.469.136,63
Evol. 93,19 92,62 86,40 92,14 95,85
2008 1.188,72 994,59 632,66 918,45 1.290,57
Gemiddelde uitstaande schuld per inwoner Statistische kengetallen Totaal/aantal inwoners Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
3.
2009 6.877.797.999,50 22.330.512,99 6.551.077,63 11.443.410,75 21.736.671,50
2009 1.107,74 921,20 546,64 846,22 1.237,07
Gemiddelde intrestvoet 2009 Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
4.
5.
6.
2008 4,28 3,92 3,88 4,17 4,40
4,73 4,69 4,37 4,65 4,94
Periodieke leningsuitgaven (absolute bedragen) 2009 Totaal 837.020.801,00 Gemiddelde 2.717.600,00 Q1 781.179,50 Mediaan 1.437.519,50 Q3 2.847.617,00
Evol. 89,30 89,30 78,56 86,19 90,59
Periodieke leningsuitgaven (per inwoner) 2009 Totaal/aantal inwoners Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
Evol. 88,62 85,56 77,32 84,74 91,69
2008
Evol.
2008
134,81 112,28 70,69 105,97 146,63
2008 937.273.293,00 3.043.095,11 994.394,00 1.667.849,00 3.143.323,75
152,12 131,23 91,43 125,05 159,92
Resterende aflossingsduur 2009 Gewogen gemiddelde Gemiddelde Q1 Mediaan Q3
10,34 9,49 7,93 9,71 11,36
9,98 9,36 8,09 9,34 10,77
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 27
7.4 – Verhoudingen thesaurie t.o.v. leningen 2002 – 2001 – 2000:
1.
Verhouding thesaurie/leningen & leasing
Gewogen gemiddelde Q1 Mediaan Q3 2.
2001 28,44% 19,66% 31,46% 50,51%
Optimalisatiepotentieel Totaal Gemiddelde per gemeente Q1 Mediaan Q3
3.
2002 29,44% 20,51% 32,37% 49,15%
2002 59.235.728,72 188.186,31 59.782,35 110.359,68 199.749,71
Evolutie 150,96 148,99 143,45 154,98 151,79
2001 39.240.530,05 126.305,66 41.675,58 71.208,58 131.595,54
2002 227.070.043,34 740.294,93 235.268,84 424.669,01 804.613,24
Evolutie 116,44 116,69 108,55 116,80 116,93
2001 195.016.627,31 634.424,61 216.735,39 363.576,43 688.134,52
Autofinancieringsgroeipotentieel Totaal Gemiddelde per gemeente Q1 Mediaan Q3
2009 – 2008 – 2007:
1.
Verhouding thesaurie/leningen & leasing
Gewogen gemiddelde Q1 Mediaan Q3 2.
2008 49,84% 34,84% 57,68% 97,50%
Optimalisatiepotentieel Totaal Gemiddelde per gemeente Q1 Mediaan Q3
3.
2009 54,05% 32,23% 62,77% 108,76%
2009 98.142.394,31 272.749,85 73.273,74 143.988,97 249.839,33
Evolutie 185,75 168,95 166,66 178,34 132,66
2008 52.834.481,72 161.436,09 43.965,60 80.740,38 188.334,99
2009 391.428.758,53 1.157.841,74 342.237,33 625.959,21 1.110.282,32
Evolutie 112,67 105,21 93,81 98,51 99,13
2008 347.419.769,09 1.100.519,85 364.808,93 635.403,38 1.120.032,14
Autofinancieringsgroeipotentieel Totaal Gemiddelde per gemeente Q1 Mediaan Q3
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 28
7.5 – Finapsis 2002 – 2001 – 2000: 1. Financieel draagvlak
Gemiddelde per gemeente Q1 Mediaan Q3
2002 3.921.881 1.408.505 2.513.525 4.044.732
Evolutie 112,16 112,83 118,11 115,11
2001 3.496.665 1.248.346 2.128.126 3.513.700
Evolutie 94,51 93,17 98,10 100,76
2000 3.699.876 1.339.868 2.169.387 3.487.322
2002 76,48% 55,65% 72,26% 88,85%
Evolutie 91,43 92,01 91,07 86,26
2001 83,65% 60,49% 79,35% 103,00%
Evolutie 114,20 128,81 113,93 110,20
2000 73,25% 46,96% 69,65% 93,47%
2. Finapsis Gewogen gemiddelde Q1 Mediaan Q3 3. Frequentietabel finapsis Klasse-indeling 0,00% 10,00% 20,00% 30,00% 40,00% 50,00% 60,00% 70,00% 80,00% 90,00% 100,00% 110,00% 120,00% 130,00% 140,00% 150,00% Meer
SAMENVATTING Tussen 0,00% en 100,00% Meer dan 100,00% Negatief
Freq.(2002) Freq.(2001) Freq.(2000) 2 2 2 4 1 1 5 1 2 8 8 13 21 12 37 16 21 29 32 30 37 55 49 34 51 34 38 39 31 32 24 29 23 17 31 17 16 19 12 6 8 9 5 6 1 1 7 7 6 19 14 308 308 308
255 51 2
216 90 2
246 60 2
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 29
2009 – 2008 – 2007:
1. Financieel draagvlak
Gemiddelde per gemeente Q1 Mediaan Q3
2009 5.286.481 1.919.823 3.191.933 5.285.598
Evolutie 115,05 95,80 108,29 112,71
2008 4.594.992 2.004.031 2.947.593 4.689.613
Evolutie 75,21 95,30 85,25 88,43
2007 6.109.378 2.102.760 3.457.453 5.303.252
2009 51,41% 30,64% 47,06% 62,77%
Evolutie 77,62 77,75 83,13 77,96
2008 66,23% 39,41% 56,62% 80,51%
Evolutie 128,35 107,59 102,33 112,41
2007 51,60% 36,63% 55,33% 71,62%
2. Finapsis Gewogen gemiddelde Q1 Mediaan Q3 3. Frequentietabel finapsis Klasse-indeling 0,00% 10,00% 20,00% 30,00% 40,00% 50,00% 60,00% 70,00% 80,00% 90,00% 100,00% 110,00% 120,00% 130,00% 140,00% 150,00% Meer
SAMENVATTING Tussen 0,00% en 100,00% Meer dan 100,00% Negatief
Freq.(2009) Freq.(2008) Freq.(2007) 1 2 1 24 8 6 16 10 10 33 25 29 52 34 49 40 52 40 51 33 38 33 34 49 24 31 37 17 26 20 5 24 11 4 11 6 3 1 5 0 3 2 1 3 1 1 2 0 3 9 4 308 308 308
295 12 1
277 29 2
289 18 1
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 30
7.6 – Investeringsinspanning
2002 – 2001 – 2000:
1.
Investeringsinspanning
Totaal Gemiddelde per gemeente Q1 Mediaan Q3 2.
2002 836.116.452 2.714.664 1.050.158 1.993.602 3.505.161
Evolutie 73 73 80 82 84
2001 1.140.305.211 3.702.290 1.308.160 2.419.930 4.155.604
Investeringscoëfficiënt
Gewogen gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2002 1,16 0,82 1,31 1,93
2001 1,61 1,04 1,59 2,28
2009 – 2008 – 2007:
1.
Investeringsinspanning
Totaal Gemiddelde per gemeente Q1 Mediaan Q3 2.
2009 346.602.677 1.125.333 925.348 2.317.929 4.202.362
Evolutie 31 31 85 99 98
2008 1.124.456.359 3.650.832 1.087.953 2.341.315 4.300.714
Investeringscoëfficiënt
Gewogen gemiddelde Q1 Mediaan Q3
2009 0,41 0,65 1,20 1,79
2008 1,31 0,74 1,22 2,02
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 31
8 – Structureel evenwicht voor de niet-piloten?
Voor de besturen die nog niet ingestapt zijn in BBC kan u op volgende wijze reeds het financieel draagvlak gaan berekenen:
Voor steden, gemeenten en provincies: Gewone ontvangsten van het dienstjaar – gewone uitgaven van het dienstjaar + periodieke leningsuitgaven (zonder resultaat van het vorige dienstjaar)
Voor OCMW’s: De cashflow uit de werking (verminderd met eventuele meerwaarden op de realisatie van de vaste activa) + de gemeentelijke bijdrage - de intresten
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 32
9 – Vragen
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 33
10 – Contactgegevens
Een Deloitte contactpersoon voor iedere aspect van de beleids- en financiële cyclus:
Luc Vanheule
Deloitte, Berkenlaan 8B, 1831 Diegem Tel: 02/800.20.95 e-mail:
[email protected]
Pol Kerremans
Deloitte, Berkenlaan 8B, 1831 Diegem Tel: 02/800.28.92 e-mail:
[email protected]
Stijn Vandeweyer
Deloitte, Berkenlaan 8C, 1831 Diegem Tel: 02/800.29.35 e-mail:
[email protected]
Financieel evenwicht Studiedag ABB-Deloitte 34