2015|#6
Het (eigen)belang van verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) is iets waar bedrijven graag over uitweiden. Vaak gaat het over goede doelen die ze steunen. Maar dat is niet genoeg, vinden deskundigen. Mvo moet in de héle bedrijfsvoering terug te vinden zijn. Van het inzetten van elektrische leaseauto’s tot het opzetten van hulpprojecten in Afrika en het creëren van goede werkomstandigheden in je fabrieken in het buitenland. Geneesmiddelenfabrikanten staan niet bekend als erg mvo-proof. Uitzonderingen daargelaten. Hoogleraar Oncologie Koos van der Hoeven roept hen in Nefarma& op om met andere partijen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en te zorgen dat nieuwe kankergeneesmiddelen betaalbaar blijven. Deskundigen zien daarnaast kansen om mvo-proof te worden door te kiezen voor shared value, een specifieke mvo-vorm waarbij het bedrijf ‘goed doet’ en er tegelijkertijd zelf van profiteert. Geneesmiddelenfabrikanten beschikken volgens hoogleraar EstherMirjam Sent over de onmisbare eigenschappen om écht iets te veranderen in de wereld: innovatiekracht, bereidheid om risico’s te nemen en schaalgrootte. Daardoor kunnen ze een steeds belangrijkere rol spelen bij ontwikkelingshulp. We moeten een vliegwieleffect bereiken, zegt Claudia Rijcken van Novartis over de motivatie van haar bedrijf om mee te doen aan shared value-projecten in Afrika. “Niet stoppen als het geld op is, maar inzetten op continuïteit. Zodat de ontwikkeling van die gebieden of landen een niet te stuiten proces wordt. Daar hebben die mensen baat bij en eerlijk is eerlijk: wij ook.”
Shared value Prijsverlaging Duurzaamheid
2|3
4|5
6|7
@Nefarma Nefarma @Nefarma 1 sept Nefarma enthousiast over plan LUMC om Nederlandse infrastructuur #personalised medicines uit te rollen in Europa. nefarma.nl › nieuwsarchief Nefarma @Nefarma 28 aug Komst #biosimilars is prima, zolang ze niet zonder medische redenen aan bestaande patiënten worden gegeven. nefarma.nl › nieuwsarchief
Win-win
Dure geneesmiddelen
Een sterk staaltje mvo
Maatschappelijk verantwoorde investeringen die ook de eigen omzet vergroten: niets mis mee. Drie insiders over shared value.
Hoogleraar Medische oncologie Koos van der Hoeven: ‘Geneesmiddelenfabrikanten, neem je verantwoordelijkheid en verlaag de kosten.’
J & J, moederbedrijf van Janssen, zette in Amerika een campagne op om het tekort aan verpleegkundigen op te lossen.
IN MEMORIAM
UIT DE FEITENZA AL VAN HET FARMAHUIS
Nellie Kraaijeveld Een onuitputtelijk enthousiasme, groot doorzettingsvermogen, veel creativiteit en een perfect gevoel voor mensen. Dat typeerde Nellie Kraaijeveld, senior beleidsmedewerker medisch-wetenschappelijke zaken bij Nefarma. Op 3 september jl. overleed zij op 55-jarige leeftijd. Veel te jong. De ziekte die zich begin dit jaar openbaarde, bleek ongeneeslijk. Velen hebben met grote bewondering gekeken naar de manier waarop ze invulling gaf aan de laatste maanden van haar leven. Ook toen nog wist ze de mensen om zich heen te inspireren. Nellie wist mensen met elkaar te verbinden om zo het geneesmiddelenonderzoek in Nederland verder te verbeteren. Dat is gelukt. Er kwamen samenwerkingsverbanden tot stand die velen vooraf voor onmogelijk hielden. Daarbij was het patiëntenbelang
september 2015
Nefarma @Nefarma 25 aug Crucell (Janssen) zet grote stap richting universeel #griepvaccin. Interessant verhaal, lees! nefarma.nl › nieuwsarchief
TREND: STEEDS MEER BIOLOGISCHE GENEESMIDDELEN Aantallen biologische geneesmiddelen in Diabetes gerelateerde ontwikkeling naar aandoeningen aandoening.
Kanker Auto-imuun ziekten
Bloedziekten
Spijsverteringsaandoeningen
28
26 Oogaandoeningen Genetische aandoeningen
71
43
25
30
338
58
Muscoloskelate aandoeningen
34
Infectieziekten
176
Neurologische aandoeningen
39
38
58
Respiratoire aandoeningen Huidaandoeningen
30
altijd het uitgangspunt. Door haar inspanningen is de bijdrage van geneesmiddelenfabrikanten aan de gezondheidszorg in Nederland verbeterd. Met tevredenheid keek ze daarop terug. En terecht. Maar wat had iedereen graag gewild dat haar terugblikken pas over vele jaren had plaatsgevonden. |
Hart- en vaatziekten
13
Transplantaties Andere ziekten
Bron: PhRMA, 2013
Bezoek voor meer feiten en cijfers www.farmahuis.nl |
Pagina 1
ACHTERGROND
Geneesmiddelenfabrikanten kunnen écht iets veranderen Hoe krijg je bedrijven zover dat ze een rol spelen in het verbeteren van de leefomstandigheden van inwoners van arme landen? Als de maatschappelijk verantwoorde investeringen óók de eigen omzet vergroten. ‘Daar is niets mis mee.’ Drie insiders over de voordelen van shared value.
Een arts geeft gezondheidsvoorlichting aan families. Geneesmiddelenfabrikanten dragen vaak hun steentje bij aan dit soort campagnes, in de hoop de toegankelijkheid van de zorg te vergroten.
“Hoe zorg je ervoor dat mensen in arme provincies in India de geneesmiddelen kunnen krijgen die ze nodig hebben? Door de pakketjes met pillen toe te spitsen op hun budget. De mensen daar worden per dag betaald, ze hebben nauwelijks financiële reserves. Kleine hoeveelheden geneesmiddelen kunnen ze soms wel betalen. En dus hebben we dat geprobeerd in het project ‘Gezonde gezinnen’ dat sinds 2006 loopt.” Het project waar Claudia Rijcken, Head Market Access and Public Affairs bij Novartis Pharma, over praat, is een typisch voorbeeld van shared value. De gebruikers van geneesmiddelen in onderontwikkelde gebieden in landen als India en China – maar ook in Zuid-Amerika en Afrika
‘ Mensen daar worden per dag betaald; kleine pakketjes pillen kunnen ze soms wél betalen’ Pagina 2
lopen dit soort projecten – worden er letterlijk beter van, en Novartis ook. De afzetmarkt groeit immers. Win-win-dus. “En daar is niets mis mee”, zegt Wim Leereveld, CEO van de Acces to Medicine Index, waarin wordt bijgehouden wat geneesmiddelenfabrikanten doen om de toegang tot geneesmiddelen in ontwikkelingslanden te vergroten. “Deze bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid. Ze komen veel in die landen en zien allerlei situaties waarbij ze soms kunnen helpen. En natuurlijk combineren ze dat met hun eigen business. Daar zijn het nu eenmaal ondernemingen voor.”
Leeg potje Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo), duurzaam ondernemen, corporate social responsibility (csr): het zijn inmiddels gangbare termen. Shared value is aanzienlijk minder bekend bij het grote publiek. Wat is het nieuwe aan shared value? “Het zit weliswaar in dezelfde hoek, maar het is zeker geen oude wijn in nieuwe zakken”, stelt Esther-Mirjam Sent, hoogleraar Economie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en prominent lid van het Sustainable Finance Lab van Herman Wijffels. Sent stelt dat er één groot verschil is tussen mvo en csr aan de ene kant en shared value
aan de andere kant. “Voor mvo hebben de meeste bedrijven een potje. Dat potje raakt op een bepaald moment leeg. En als het bedrijf in zwaar weer verkeert, kan dat potje ook ergens anders aan besteed worden. Daarom is en blijft mvo vaak letterlijk een sluitpost op de begroting, terwijl shared value meer deel uitmaakt van de missie en visie. Het speelt in op datgene wat een bedrijf een onderneming maakt: investeren, risico nemen, omzet verhogen en ja, winst maken.” Bedrijven zijn in toenemende mate nodig om grote maatschappelijke veranderingen op het mondiale toneel te bewerkstelligen, denkt Sent. “De overheid kan natuurlijk financiële prikkels inzetten om partijen te bewegen duurzaam te opereren. Maar dat werkt vaak maar in beperkte mate en stuit op het bezwaar van fiscaal instrumentalisme. Bedrijven moeten zelf in actie komen. Hoe? Door een win-winsituatie te creëren. Dan immers zijn ze bereid te investeren.”
Competitie De innovatieve kracht, de bereidheid om risico’s te nemen, maar ook de schaalgrootte van de multinationals: het is allemaal onmisbaar om écht iets te veranderen in de wereld, denkt Sent. “Niet voor niets praten overheden, ngo’s
en bedrijven op de allerhoogste niveaus met elkaar op bijvoorbeeld het World Economic Forum in Davos. Dáár worden beslissingen genomen. Beslissingen die verder mikken dan de korte termijn, die meer ambiëren dan de aandeelhouders tevreden stellen.” Wim Leereveld denkt dat het slim is om de competitieve instelling van bedrijven te prikkelen. “Wat alle ondernemers gemeen hebben, is dat ze van elkaar de kunst afkijken. Ze willen elkaar de baas zijn, niet achterblijven in elk geval. Wanneer we die motivatie aanspreken, zijn bedrijven een krachtige factor om een duurzame verandering te bereiken.” De Acces to Medicine Index waaraan Leereveld leiding geeft, is hier een voorbeeld van. “Maar vergis je niet”, zegt Leereveld, “de index is weliswaar een stok achter de deur, maar het is allemaal begonnen met de vraag: wat kan ik doen om de beschikbaarheid van goede zorg te verbeteren en dat tegelijkertijd aan mijn baas te verkopen? Wij geven bedrijven iets terug met de index: ze weten waar ze staan.”
Perpetuum mobile Overheden hebben het moeilijk: ze bezuinigen op ontwikkelingshulp en ngo’s krijgen minder geld. En dus groeit de rol van de private sector, weet Leereveld. “Bedrijven staan met hun
Jaargang 8, #6
voeten middenin de maatschappij. Ze kunnen het zich ook niet veroorloven om geïsoleerd te zijn. Neem Paul Polman, CEO van Unilever. Die reist de hele wereld over om met overheden, ngo’s, wetenschappers en andere topondernemers over deze zaken te praten. Dát is de toekomst. En dat geldt ook voor de geneesmiddelenbranche. Deze bedrijven zullen altijd verdacht blijven, want ze verdienen geld aan de gezondheid van mensen, maar ze zetten zich tegenwoordig wel steeds meer in om hun kennis en netwerk te benutten. Om een blijvende verandering te bewerkstelligen. Daar zijn echt slagen gemaakt.” Een blijvende verandering, dat is inderdaad de crux, aldus Claudia Rijcken. “We moeten een vliegwieleffect bereiken. Het mooie van shared value is dat je mensen in arme gebieden niet aan hun lot overlaat omdat het geld op een gegeven moment op is. Nee, we proberen een perpetuum mobile te ontwikkelen. Dat de ontwikkeling van die gebieden of landen in gang gezet wordt en op een bepaald moment een niet te stuiten proces wordt. Daar hebben die mensen baat bij, maar eerlijk is eerlijk: wij ook.”
Schoenmaker Behalve de pakketten-op-maat in India noemt Rijcken nog legio voorbeelden van projecten waarbij Novartis de gezondheidszorg in onderontwikkelde gebieden verbetert én waarbij
het mes aan twee kanten snijdt. “Enhancing sight heet ons project waarbij we de oogheelkunde van Afrikaanse artsen verbeteren. In Zambia hebben we zogenoemde Health Shops geopend waar mensen leren hoe ze ziektes kunnen voorkomen en welke geneesmiddelen kunnen helpen.”
Wim Leereveld
In feite gaat het niet zozeer om gezondheidszorg alleen, maar om het algemene welvaartsniveau, stelt Rijcken. “Schoenmaker blijf bij je leest, is ons devies. Dus zetten wij ons in om
‘ Prikkel de competitieve instelling van bedrijven – ze willen niet achterblijven’ de toegang tot geneesmiddelen of de kennis van artsen te verbeteren. Maar bijvoorbeeld Microsoft, Apple of Nokia doen hetzelfde met goedkope telefoons of pc’s. Zij zorgen voor de verspreiding en toegankelijkheid van meer en betere communicatiemiddelen, wat goed is voor de ontsluiting van die regio’s, maar ook voor deze bedrijven zelf.” Rijcken zou zich zelfs kunnen voorstellen dat verschillende type ondernemingen ooit de handen ineen slaan, in een soort van co-creating shared value. “Iemand die diep in een oerwoud woont en met een goedkoop mobieltje foto’s kan maken van een aandoening en via diagnose op afstand te weten kan komen of hij een dokter moet bezoeken, is enorm geholpen. Dat soort plannen bedenken, dat maakt deze wereld zo spannend.” |
MINISERIE
GASTCOLUMN
Tako Rietveld Kindercorrespondent en ambassadeur Missing Chapter Foundation
Kinderpraat Supertrots staat ze in kranten, tijdschriften en is ze te zien in programma’s over de hele wereld. De 10-jarige Mikaila Ulmer uit de Verenigde Staten bedacht een zelfgemaakte limonade en wil met de opbrengst de bijen redden. Haar drankje staat inmiddels in tientallen supermarkten en de omzet van haar bedrijf overstijgt een miljoen. Kinderen hebben vaak de meest briljante ideeën. Ze zijn creatiever, spontaner en ongeremder dan volwassenen. Waar ondernemers veelal zitten vastgeroest in manieren, structuren en patronen, komen kinderen met frisse ideeën, nieuwe inzichten en baanbrekende plannen. Kinderen lachen trouwens ook vaker. Maar dat terzijde.
‘Kinderen hebben een kijk op de wereld waar volwassenen veel van kunnen leren’
Blijven werken met een chronische aandoening Bij AbbVie zitten Hanneke Verhelst en haar collega’s niet altijd op gewone bureaustoelen, maar soms ook op skippyballen, voor een goede zithouding en om fysieke klachten te voorkomen. Tegelijkertijd spant AbbVie zich via het project Fit for Work in om ook werknemers met een chronische aandoening van andere bedrijven aan het werk te houden. Op feestjes gaat het al gauw over werk, zegt Hanneke (32), Government Affairs and Strategic Health Initiatives Manager bij AbbVie. “Maar wist je dat een op de drie werkenden chronisch ziek is? Voor hen gaat werken soms met hindernissen gepaard. Met Fit for Work proberen we mensen aan het werk te houden.” Ze vervolgt: “Van mensen die door ziekte langere tijd thuis hebben gezeten, hoor ik: op de bank voel je je zieker. Dat kan ik me wel voorstellen. Werken is een nuttige en sociale bezigheid en biedt afleiding. Wie aan het werk kan blijven ondanks zijn chronische aandoening, wint daar veel mee.”
In de behandelkamer Met zijn charmante Italiaanse tongval legt directeur Michele Manto uit: “Veel mensen met een chronische ziekte geven aan dat werkbehoud een knelpunt is. Dat is op
september 2015
te lossen door, naast een optimale behandeling, oog te hebben voor hun maatschappelijke rol in werk en gezin.” Fit for Work ontwikkelt praktische oplossingen voor werkgevers en werknemers, denkt mee over ondersteunend overheidsbeleid en spoort zorgverleners aan om stil te staan bij het belang van arbeidsparticipatie voor de patiënt. “Werk komt in de behandelkamer niet vanzelfsprekend ter sprake, maar is heel belangrijk voor iemands welbevinden.
‘ Werk is heel belangrijk voor iemands welbevinden’
Met onder meer trainingen en een eenvoudige vragenlijst helpen wij artsen en verpleegkundigen hieraan aandacht te besteden.” Onder leiding van partner Centrum Werk Gezondheid biedt Fit for Work een toolbox aan met informatie en checklists om ook de drempel tussen werkgevers en werknemers te slechten. Hanneke: “Het scheelt veel ongemak en frustratie als een werkgever begrijpt dat een medewerker met de ziekte van Crohn wat vaker naar het toilet moet. En het goed afstemmen van een functie op iemands mogelijkheden voorkomt verzuim en vergroot het werkplezier.” Kamerleden krijgen in november het Fit for Work-manifest ‘Werken met een chronische aandoening’ aangeboden. “Kijken naar de mogelijkheden achter beperkingen maakt een wereld van verschil!” |
Woorden als duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen kennen kinderen niet. Elke ondernemer die aan een groep 8 kan uitleggen wat die woorden betekenen, weet pas echt waar hij mee bezig is. Luister eens naar kinderen, is mijn advies. Als verslaggever voor het Jeugdjournaal sprak ik in de loop van de jaren vele honderden kinderen en telkens weer wisten ze me te verbazen. Kinderen hebben een andere kijk op de wereld waar volwassenen veel van kunnen leren. Als Kindercorrespondent laat ik nu zien dat het verhaal van kinderen verschil maakt, ertoe doet. Afgelopen maand was ik op bezoek bij Asmaa van 10 uit Syrië. Ze is gevlucht naar Libanon en moet elke dag werken op de velden. De ene dag plukt ze tomaten, de volgende dag sjouwt ze met watermeloenen. ‘Ik ben zo bang dat ik er een laat vallen. Een vriendin werd laatst zo hard geslagen dat ze een week niet kon werken.’ Als we allemaal wat meer naar kinderen luisteren, worden we vanzelf duurzamer, milieuvriendelijker en verantwoorder. Probeer het zelf! |
Pagina 3
INTERVIEW
Advies Werkgroep Dure kankergeneesmiddelen
Prijs omlaag, budget omhoog Kankeronderzoek heeft wel iets van sterrenkijken. Net als van het heelal hebben we pas een heel klein stukje in kaart gebracht en valt er nog heel veel te ontdekken. Tegelijkertijd wordt er hard gewerkt aan nieuwe behandelmethoden, gebaseerd op wat we al wél weten, namelijk dat kanker ontstaat door DNA-schade, dat iedereen een uniek profiel heeft en dus eigenlijk een uniek geneesmiddel nodig heeft. Dat is winst voor de patiënt, maar de hoge kosten vormen een serieus obstakel. De werkgroep Dure kankergeneesmiddelen boog zich over de vraag hoe de nieuwe generatie medicijnen in de toekomst betaalbaar kan blijven. ‘Geneesmiddelenfabrikanten moeten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en de kosten verlagen’, stelt voorzitter Koos van der Hoeven.
Koos van der Hoeven
Wie is Prijsvechter
Koos van der Hoeven (62) is sinds 1 augustus 2015 hoogleraar Medische oncologie in het Radboudumc in Nijmegen. Voor die tijd bekleedde hij dezelfde functie bij het Leids Universitair Medisch Centrum. Hij was voorzitter van het signaleringsrapport ‘Toegankelijkheid van dure kankergeneesmiddelen – nu en in de toekomst’ van KWF Kankerbestrijding dat vorig jaar juni verscheen. Hij was ook voorzitter van de Werkgroep Dure kankergeneesmiddelen, die werd ingesteld om de situatie nader in kaart te brengen. In deze werkgroep waren alle partijen in de zorg vertegenwoordigd. De werkgroep kwam in juli 2015 met een unaniem advies aan minister Schippers.
Pagina 4
Jaargang 8, #6
Het interview met Koos van der Hoeven loopt vertraging op. Bij aankomst in het LUMC meldt de secretaresse dat de oncoloog nog bezig is in het ziekenhuis. Later komt hij zelf langs om uit te leggen dat een van zijn patiënten dringend zijn aandacht nodig heeft en het gesprek dus nog even moet wachten. Om direct weer naar zijn patiënt terug te keren om wie de zorg uiteindelijk immers draait. Het is die eenvoudige logica die hem drijft. Een logica die ook is terug te vinden in het advies van de werkgroep die zich onder zijn leiding boog over de betaalbaarheid van nieuwe medicijnen. Dat advies kwam voort uit de waarschuwing van KWF Kankerbestrijding vorig jaar, dat de toegankelijkheid tot een substantieel aantal nieuwe behandelmethoden op de tocht staat door de hoge kosten – veelal nieuwe biotechnologische medicijnen waar veel patiënten baat bij kunnen hebben. Minister Schippers was niet overtuigd. Daarom ging de Werkgroep Dure kankergeneesmiddelen begin dit jaar op zoek naar harde feiten. Dat resulteerde in juli in een advies aan de minister: als het budget niet wordt verhoogd, kunnen we in de nabije toekomst serieuze problemen verwachten. Wat is er aan de hand? “Geneesmiddelenfabrikanten komen met goede nieuwe middelen die wij in het ziekenhuis graag willen gebruiken. Het probleem is echter dat die nieuwe middelen een grote impact hebben op het budget van ziekenhuizen. Dat leidt tot ongelijkheid in de behandeling van patiënten. Een patiënt heeft recht op wat volgens de stand van de wetenschap en de praktijk het beste is. Als arts wil ik dus puur op medische gronden en in samenspraak met mijn patiënt beslissingen kunnen nemen over medicatie. Het gaat om het vinden van de juiste balans tussen effectiviteit, bijwerkingen en wat de patiënt zelf wil. Maar het lijkt erop dat sommige patiënten de juiste behandeling niet meer krijgen vanwege het hoge prijskaartje.”
hier nu het geval is. Als de prijsstelling van geneesmiddelen niet structureel verbetert, zullen de prijsonderhandelingen scherper gevoerd gaan worden door slimmer in te kopen. Bijvoorbeeld via pay for performance: de praktijk dat alleen betaald hoeft te worden als een geneesmiddel ook echt het gewenste resultaat oplevert.” Hoe kijkt u nu naar de farmaceutische sector? “De sector is een belangrijke partner in de zorg en we zijn heel blij met de nieuwe middelen die daar ontwikkeld worden. Bij de totstandkoming van dit advies was er sprake van een constructieve samenwerking. We hebben over en weer belangrijke informatie gedeeld, zoals de verwachte kosten van nieuwe medicijnen de komende jaren.”
geld kost en dat uit geregistreerde medicatie ook het niet slagen van andere middelen betaald moeten worden. Maar we hebben sterk de indruk dat de prijs die geneesmiddelenmakers nu vragen voor een middel, niet in verhouding staat tot de kosten. Er wordt vaak gepraat over value based pricing: het idee dat extra levensjaren geld waard zijn. Dat klopt. Maar wij vinden wel dat er een relatie moet zijn met de werkelijke kosten. Aan een geperforeerde blinde darm ga je dood. Als je daar value based pricing op los zou laten, zou een operatie misschien wel een miljoen euro
mogen kosten. Toch kost een operatie dat niet, omdat we dat met z’n allen niet acceptabel vinden. Wij doen dan ook een beroep op de sector om reële prijzen te hanteren. Prijzen die ook maatschappelijk verantwoord zijn.” Wat is dan reëel? “De werkgroep heeft een enquête uitgezet bij kankercentra in twintig Europese landen naar de inkoopprijs van de top tien van kankermedicijnen. Dat kan explosief materiaal opleveren. We verwachten dat daaruit zal komen dat de prijs heel wat lager kan dan
Wat moet dat ons uiteindelijk brengen? “Op grond van de verzamelde gegevens adviseren we onder meer om voor 2016 extra geld uit te trekken voor dure medicatie, een register in te stellen om het voorschrijven van dure medicijnen wetenschappelijk te onderbouwen en iemand aan te stellen die de regie kan pakken in dit ingewikkelde dossier en alle partijen op een lijn kan brengen. We hopen dat dit advies ertoe zal leiden dat we niet meer de discussie over een prijsplafond hoeven te voeren, zoals eerder bij Pompe en Fabry. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle partners om te zorgen dat patiënten altijd de beste behandeling blijven krijgen.” |
MINISERIE
‘Zes behandelingen van 3.000 gulden, dat vonden we toen een enorm bedrag’ Geeft u eens een voorbeeld. “Dan denk ik aan een nieuw middel tegen uitgezaaide, niet operabele borstkanker dat de overleving met meer dan een jaar verlengt. Een zeer waardevol middel dus. Toch hebben vijftien ziekenhuizen het in 2014, bijna zeker om financiële redenen, niet gebruikt. Dat is zorgelijk. Het moet niet zo zijn dat een patiënt het juiste middel niet kan krijgen omdat zijn ziekenhuis daar geen budget voor heeft. Patiënten moeten erop kunnen rekenen dat ze in elk ziekenhuis de best mogelijke zorg krijgen. Of het ziekenhuis moet duidelijk aangeven dat ze een bepaalde categorie patiënten in het geheel niet behandelt. Dat schept ook duidelijkheid.” Uw werkgroep pleitte voor maatregelen die patiënten ook in de toekomst de voor hen juiste medicatie garanderen. De belangrijkste maatregel: prijsverlaging. “Toen de discussie over dure medicijnen begon, hadden we het onder meer over een borstkankermiddel dat wordt gewonnen uit de taxusboom. Dat ging over 3.000 gulden per behandeling: zes kuren, eens per drie weken. Dat vonden we toen een enorm bedrag. Nu hebben we middelen als een huidkankermedicijn dat zo’n 20.000 euro per toediening kost en waarvan een patiënt vier doses moet hebben. Dat zijn heel andere bedragen dan twintig jaar geleden en dat is echt niet alleen een kwestie van inflatie. We hebben er begrip voor dat de ontwikkeling van medicijnen veel
september 2015
Expertise delen in Uganda De foto’s op haar Facebook-pagina zijn jaloersmakend. ‘Uganda is een waanzinnig mooi land’, zegt Jenny de Gelder (31). In 2012 verbleef ze drie maanden in de hoofdstad Kampala voor het Global Health Fellows-programma van Pfizer. Ze werkte er bij het Infectious Diseases Instititute (IDI), waar naast patiëntenzorg veel klinisch onderzoek wordt gedaan naar de preventie en behandeling van ziekten als aids, tuberculose en malaria. Pfizer zond sinds 2003 meer dan driehonderd medewerkers uit naar zo’n veertig (ontwikkelings)landen om internationale hulporganisaties met hun expertise bij te staan. Jenny de Gelder, destijds Clinical Operations Lead bij Pfizer, kwam na een spannende sollicitatieprocedure in aanmerking voor een plek bij het IDI in Uganda. “Klinisch onderzoek verloopt daar heel anders dan in Nederland. Wij werken volgens eenduidige protocollen en standaardprocedures, maar Ugandese artsen moeten voor elk onderzoek zelf het wiel uitvinden – van het documenteren en archiveren van patiënteninformatie tot
de kwaliteitscontrole. Tijdens mijn verblijf heb ik standaardprocedures en templates ontwikkeld die door alle IDI-onderzoekers te gebruiken zijn.”
Waardevolle inzichten Jenny bracht haar expertise in en nam een koffer vol waardevolle inzichten mee naar huis. “De reis heeft mijn bewustzijn vergroot. Ik stel nu vaker de W-vraag. Wat zijn we aan het doen? Waarom doen we dat op deze manier? En waarom doen we het überhaupt? Ik ben kritischer, maar ook flexibeler. In Uganda zijn andere middelen voor handen en hebben we een ander
filingsysteem opgezet dan ik in Nederland gewend ben. Prima, als het maar efficiënt is. Want daar draait het om bij klinisch onderzoek.” Het IDI en Jenny zelf hebben geprofiteerd van het Global Health Fellows-programma. Maar what’s in it voor Pfizer? Jenny: “Door actief op zoek te gaan naar internationale samenwerking draagt Pfizer bij aan een gezondere wereld. Het vergroten van de toegankelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid van de gezondheidszorg in landen waar dit het hardst nodig is, is een gedeelde verantwoordelijkheid waar Pfizer met mensen en kennis aan bijdraagt.” |
Pagina 5
ACHTERGROND
Verantwoord ondernemen is meer dan vrijwilligerswerk Bedrijven hanteren graag de term maatschappelijk verantwoord ondernemen. ‘Maar presenteer jezelf niet meteen bij het instellen van flexibele werktijden als verantwoorde onderneming.’ Mvo gaat ook verder dan het steunen van een goed doel. ‘Het moet in de bedrijfsgenen zitten’, zeggen ze bij geneesmiddelenfabrikant Janssen.
Johnson & Johnson, moederbedrijf van Janssen, zette in Amerika een grootschalige campagne op om het verpleegkundigentekort op te lossen. Met succes.
Simpel gezegd komt maatschappelijk verantwoord ondernemen neer op het voeren van een duurzame bedrijfsvoering. Dat wil zeggen dat bij elke beslissing die moet worden genomen, eerst de maatschappelijke en economische effecten worden afgewogen tegen bijvoorbeeld de belangen van de aandeelhouders van het bedrijf en de belangen van de gebruikers van het product. Mvo gaat niet alleen over het verduurzamen van de bestaande bedrijfsactiviteiten; het is een constant proces. Veel bedrijven richten zich ook op nieuwe markten en businessmodellen, met een focus op winst voor mens, maatschappij en milieu.
Niet te makkelijk Maatschappelijk verantwoord ondernemen klinkt als iets ingewikkelds en tijdrovends. Toch is dat het niet, zegt Marjolein van Gendt, kennismanager bij MVO Nederland, de kennis- en netwerkorganisatie die bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties ondersteunt en stimuleert bij het invullen van hun maatschappelijke rol. “Bedrijven doen vaak al meer dan ze denken”, stelt zij. “Ze gaan bijvoorbeeld bewust om met hun werknemers, met hun energieverbruik of serveren duurzame maaltijden in de kantine. Allemaal elementen van maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
Pagina 6
Tegelijkertijd moeten bedrijven zich niet meteen presenteren als maatschappelijk verantwoorde onderneming op het moment dat zij flexibele werktijden voor hun werknemers instellen, zegt Van Gendt. “Maar MVO Nederland juicht natuurlijk elke stap toe.”
De juiste balans Mvo speelt volgens Van Gendt idealiter een rol in álle bedrijfsprocessen, van inkoop tot marketing en van productie tot personeelsbeleid. “Op al die gebieden bestaan maatschappelijke vraagstukken.”
MVO-Nederland: ‘ Zeker als genees middelenfabrikant moet je kunnen aantonen dat je hele bedrijfsvoering maatschappelijk verantwoord is’
Voor het ene bedrijf is het makkelijker om mvo in te voeren dan voor het andere. “Er zijn bedrijven met een sociale doelstelling. Die vinden hun bestaansrecht in het ‘nuttig doen voor de wereld’. Voor puur commerciële bedrijven is het zoeken naar de juiste balans in elk aspect van de productieketen en met de betrokken personen, bedrijven en organisaties.” Geneesmiddelenfabrikanten staan over het algemeen (nog) niet bekend als erg mvoproof. Maar Johnson & Johnson – moederbedrijf van Janssen – staat wereldwijd in de top tien van meest mvo- georiënteerde organisaties. In Amerika zette het bedrijf bijvoorbeeld een grote, succesvolle campagne op om het schrijnende tekort aan verpleegkundigen op te lossen. Dichterbij huis is er het voorbeeld van de psychosesimulator die Janssen laat rondreizen om mensen te laten ervaren hoe het is om een psychose te hebben. “De belangrijkste bijdrage van Janssen aan de samenleving is natuurlijk dat we ons bezighouden met het maken van nieuwe medicijnen”, stelt Eliane Lauwers, die zich als Associate Director Corporate Affairs bij Janssen onder meer bezighoudt met de sociale verantwoordelijkheid van het bedrijf. “Tegelijkertijd zijn wij ons ervan bewust dat wij ook op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu een maatschappelijk
verantwoordelijkheid dragen. Daar willen wij wat mee. Bij de productontwikkeling en in de productieomgeving streven we naar een zo’n duurzaam mogelijk aanpak.”
Laat het zien Dat een geneesmiddelenfabrikant medicijnen ontwikkelt om mensen beter te maken of om hun kwaliteit van leven te verbeteren, maakt het bedrijf nog geen maatschappelijk verantwoorde onderneming, oordeelt Van Gendt. “Een ontwikkelaar van geneesmiddelen moet echt kijken naar zijn bedrijfsprocessen op alle gebieden. Hoe zit het met de inkoop, de logistiek, de communicatie en met de werkomstandigheden in het land waar de grondstoffen vandaan komen? ” Van Gendt stelt dat er verhalen de ronde doen over geneesmiddelenfabrikanten die aan disease mongering doen om producten in de markt te zetten; dat ze van een milde aandoening een serieuze ziekte maken en er vervolgens veel aandacht voor proberen te krijgen. “Als geneesmiddelenfabrikant moet je daarom misschien wel meer dan een ander kunnen aantonen dat jouw bedrijfsvoering in de hele keten maatschappelijk verantwoord is. Dat kun je doen door transparant te zijn. Laat zien waar je mee bezig bent!” Precies dat streeft Janssen na. “Maatschappelijk verantwoord bezig zijn, zit in onze
Jaargang 8, #6
artsen en verpleegkundigen. We willen kwaliteit leveren en de prijzen van onze producten betaalbaar houden. We zijn bijvoorbeeld ook transparant over alle resultaten van onze klinische onderzoeken.”
Levens redden Janssen voelt zich eveneens verantwoordelijk voor de medewerkers en de samenleving. “Dat komt er in het kort op neer dat mensen die bij ons werken alle kansen en ruimte krijgen en dat we in de samenleving heel bewust bijdragen aan welzijnsprojecten.”
genen”, vertelt Lauwers. “Onze oprichter dr. Paul Janssen was bijzonder sociaal betrokken, en Johnson & Johnson, waarbij hij zich begin jaren zestig aansloot, had toen al een credo waaraan nu nog alle bedrijven van Johnson & Johnson wereldwijd zich houden. In het credo stellen we ons zelf verantwoordelijk voor alles wat wij doen, tegenover onze patiënten,
Janssen: ‘ We hebben een anti-diarree medicijn via een frisdrankproducent gedistribueerd om het bij de mensen te krijgen’
Lauwers vertelt hoe Janssen altijd een focus heeft gehad op het bestrijden van onder meer hiv en tuberculose in derdewereldlanden. “Een bedrijf met een puur commerciële blik kijkt alleen hoe er geld kan worden verdiend. Bij Janssen hebben wij bewust geïnvesteerd in de ontwikkeling van medicijnen waarvan we wisten dat we er mogelijk niet aan zouden verdienen, maar waarvan we óók wisten dat we er levens mee zouden redden. Een mooi voorbeeld is ook dat van een anti-diarreemedicijn dat wij via een frisdrankproducent hebben gedistribueerd, simpelweg omdat dat dé manier was om de medicijnen bij de mensen te krijgen.” In 2014 steunde Johnson & Johnson wereldwijd voor 1,1 miljard dollar goede doelen in bijna zestig landen. Naast donaties aan projecten worden ook gratis medicijnen en gezondheidsproducten gedoneerd aan hulporganisaties in rampgebieden. Het Nederlandse onderdeel Janssen draagt hier ook aan bij. “Omdat we vinden dat we dat moeten doen voor mens, maatschappij en milieu en voor onszelf. Tegelijkertijd biedt het ons mogelijkheden om bijvoorbeeld nieuw onderzoek te doen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen levert de wereld iets op, maar ook je bedrijf: een goed gevoel én een goede reputatie.” |
Strijd tegen parasietwormen bij kinderen Children without Worms (CWW) is een van de voorbeelden van maatschappelijk verantwoord ondernemen door Johnson & Johnson. Het project is een wereldwijd gezondheidsprogramma samen met GSK, een non-profitorganisatie en de Task Force for Global Health. Met het project wordt geprobeerd infectie door parasietwormen bij kinderen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika te bestrijden en al zieke kinderen te behandelen. De parasitaire infectie is een van de grootste oorzaken van het overlijden van schoolgaande kinderen in deze gebieden. Dankzij de samenwerking worden gratis ontwormingprogramma’s aangeboden aan kinderen in gemeenschappen zonder schoon water en sanitaire voorzieningen. Zo wordt een belangrijk fundament gelegd voor een betere gezondheid én voor een toekomst met mogelijkheden. |
NIEUWS MINISERIE
Schone lucht voor iedereen De open haard brandt nog maar zelden en hij is meer gaan fietsen. ‘Ik voel me niet alleen sneller bezwaard, maar wil ook absoluut zelf bijdragen. Schone lucht is van levensbelang’, zegt Remco Hofman (54) van Chiesi Pharmaceuticals. “Ik hoor zo veel ernstige verhalen van de onderzoekers, hoogleraren en artsen met wie ik om de tafel zit, dat mijn hele mindset is veranderd”, zegt Remco Hofman, Manager Corporate Affairs bij Chiesi, fabrikant van geneesmiddelen voor voornamelijk luchtwegaandoeningen. In 2010 gooide Remco een balletje op voor een project rondom schone lucht. “Hoe minder luchtvervuiling, hoe minder nieuwe gevallen van longaandoeningen en hoe minder klachten voor patiënten met een longaandoening. Bovendien werkt longmedicatie aantoonbaar beter als de lucht schoon is.” Dat balletje is gaan rollen en niet meer gestopt.
Niet best gesteld Elk jaar verkort fijnstof het leven van 18.000 Nederlanders met tien jaar. Wereldwijd leidt fijnstof jaarlijks tot 2,1 miljoen voortijdige sterfgevallen. “Wij zien het als onze morele
september 2015
plicht om hier werk van te maken.” In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het niet best gesteld met de Nederlandse luchtkwaliteit, weet Remco. “In de grote steden, maar ook in gebieden met bijvoorbeeld intensieve veehouderij worden de Europese normen – die al tweeënhalf keer hoger liggen dan de Wereldgezondheidsorganisatie acceptabel acht – niet gehaald vanwege de hoge fijnstofconcentraties. De hele kleine deeltjes kunnen in je longen en zelfs in je bloed terechtkomen.”
‘ De kleinste fijnstof deeltjes kunnen zelfs in je bloed terechtkomen’
Urgentie Het initiatief ‘Schone lucht voor iedereen’ is inmiddels uitgegroeid tot een onafhankelijke stichting en expertiseplatform. Overheid, bedrijfsleven, ngo’s, wetenschappers, artsen en patiëntenverenigingen – alle relevante partijen dus – worden bijeengebracht om samen naar oplossingen te zoeken. “We doen er alles aan om schone lucht hoger op de politieke en bestuurlijke agenda te krijgen. Ook sporen we vervuilers aan hun uitstoot terug te dringen en stimuleren we innovatie ter verbetering van de luchtkwaliteit. Door het aangaan van publiek-private samenwerking creëren we maatschappelijk draagvlak met uiteindelijk een betere situatie voor de patiënt. Mensen overal ter wereld zouden in schone(re) lucht moeten kunnen opgroeien, leven, werken en functioneren.” www.schoneluchtvooriedereen.nl |
Geneesmiddelenfabrikanten kunnen leren van jonge medewerkers Jonge medewerkers van farmabedrijven kunnen hun oudere collega’s helpen bij de moderniseringsslag van de sector. Dat is een van de conclusies van een bijeenkomst van Jong Nefarma, waaraan jonge professionals van tientallen geneesmiddelenbedrijven in Nederland deelnamen. Ze wisselden ideeën uit, maakten kennis met de ander en inspireerden elkaar. Verrassend was de grote openheid waarmee iedereen zijn of haar mening naar voren durfde te brengen. Tegelijkertijd was er de bereidheid het nodige te leren. Nefarma-voorzitter Hans Sijbesma toonde zich opgetogen over de middag. “Ik vind het fantastisch om al die jonge mensen bij deze bijeenkomst te hebben. Hun vragen houden ons scherp. Het is goed om te weten welke ideeën bij hen leven en hoe we die in onze programma’s kunnen inbouwen. Hier zitten meer dan honderd ambassadeurs die het verhaal van onze sector op hun eigen manier naar buiten kunnen brengen.” |
Pagina 7
OPINIE
Sluis van Schippers kan innovatie vertragen Voor de zomervakantie kondigde minister Schippers een nieuw beleidsinstrument aan, de zogeheten ‘sluis’. Een nieuw geneesmiddel komt niet altijd automatisch direct beschikbaar voor patiënten. Nefarma is bezorgd dat de sluis innovatie en daarmee verbetering van de patiëntenzorg vertraagt. Het nieuwe instrument van de minister wordt het eerst toegepast bij een nieuw medicijn tegen kanker. Zij vreest dat de kosten van het gebruik te hoog oplopen. Tot nu toe werden nieuwe geneesmiddelen voor ziekenhuispatiënten automatisch in de basisverzekering opgenomen op het moment dat ze op de markt verschenen. In jargon: er was sprake van een open instroom. Daardoor hadden patiënten in ziekenhuizen snel toegang tot de nieuwste middelen. Met de sluis is dat automatisme niet meer aan de orde, ook niet als Zorginstituut Nederland vindt dat het nieuwe middel
• Nieuw beleidsinstrument • Middel niet direct in basispakket • Kans op vertragingen
‘ Het ministerie wil eerst met de fabrikant onder handelen over de prijs’
PAUL WOUTERS
Hoofd communicatie Nefarma
Let op: langsvliegende cijfers!
kosteneffectief is. Het ministerie van VWS wil eerst met de fabrikant onderhandelen over de prijs. Pas als een akkoord is bereikt, mogen de zorgverzekeraars het gebruik vergoeden. Nefarma vindt de nieuwe werkwijze in strijd met de opzet van ons zorgverzekeringssysteem, dat het onderhandelen juist wil overlaten aan de veldpartijen. Zwaarwegender is echter het bezwaar dat het in de praktijk langer kan gaan duren voordat een arts het middel zal voorschrijven. |
UITGELICHT
Verbouwing van het Farmahuis Het Farmahuis is de afgelopen maanden flink verbouwd. De Infopoli is uitgebreid met informatie over allerlei ziekteverschijnselen, zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen. Verder heeft ‘We worden steeds beter’ – over de strijd tegen allerlei ziekten – een eigen plek gekregen in het huis. En binnenkort komt er in het huis een nieuwe versie van ‘Ik van Binnen’, een lesproject over het menselijk lichaam voor basisschoolleerlingen. Het Farmahuis is tegenwoordig ook goed bereikbaar via de mobiele telefoon.
Nieuwsgierig geworden? Neem een kijkje op www.farmahuis.nl
OPINIE
• Regelgeving complex en ondoorzichtig • Veel onnodige administratieve overlap • Een jaar tijdwinst is mogelijk
Komst nieuwe geneesmiddelen kan sneller Nieuwe geneesmiddelen kunnen veel sneller op de markt komen als Europese en Nederlandse regelgeving en procedures worden versimpeld. Er kan wel een jaar tijdwinst worden geboekt. Nefarma is blij met dit advies van het adviescollege toetsing regeldruk (Actal) aan het Ministerie van Volksgezondheid.
Elke maand die een patiënt een nieuw geneesmiddel eerder kan krijgen, is belangrijke tijdwinst, stelt Nefarma dat door het adviescollege bij het advies is betrokken. Volgens Actal is zowel de Europese als de nationale regelgeving ’uiterst complex en ondoorzichtig’. De onderzoekers stellen dat veel doublures bij vergunningaanvragen, meldingen, formulieren en beoordelingen kunnen worden geschrapt. In de fase van het preklinisch onderzoek zit bijvoorbeeld onnodige, administratieve overlap voor bedrijven die een dierproef willen houden. Voor de vergunningaanvraag bij de Centrale Commissie Dierproeven moeten zij namelijk dezelfde informatie indienen als voor toestemming van de Dierexperiment Commissie. En in de registratiefase van een geneesmiddel moet de ondernemer zowel een Europees als een nationaal formulier invullen waarin om vrijwel dezelfde informatie wordt gevraagd. Bij elkaar zou door het schrappen van doublures circa een jaar aan tijdwinst geboekt kunnen worden.
Pagina 8
‘ Snellere markt introductie goed voor patiënt en innovatie’
De langere procedures maken Nederland volgens de onderzoekers minder aantrekkelijk voor het doen van (pre-)klinisch onderzoek. Als een medicijn sneller de markt op kan, hebben patiënten sneller toegang tot innovatieve middelen en kunnen de bedrijven sneller aan een middel gaan verdienen. Dat laatste is weer een prikkel tot innovatie. Een kortere marktintroductietijd is volgens Nefarma een win-winsituatie voor patiënten en bedrijven. |
Aan de Britse staatsman Benjamin Disraeli wordt de uitspraak toegeschreven: ‘Er zijn drie soorten leugens: leugens, grove leugens en statistieken’. Des te gevaarlijker is het, dat in de media cijfers en statistieken meer dan ooit de kern van verhalen vormen. Het lijkt wel een uitdaging om het nieuws samen te vatten in een enkel getal. Dat is niet zonder gevaar. Een verkeerd getal kan een heel eigen leven gaan leiden. Voor de zomer was er veel publiciteit over de groeiende kosten van kankermedicatie. Verschillende media berichtten dat die kosten in drie jaar tijd met 80 procent waren gestegen, tot 675 miljoen in 2014. 80 procent! Zo’n getal spreekt tot de verbeelding. Zeker in de context van de zorg over toekomstige betaalbaarheid. Als de kosten in drie jaar al zo veel stijgen, hoe moet het dan verder?
‘ 9 procent is ook niet niks, maar wel van een andere orde’ Wie zich even verdiept in de cijfers, komt erachter dat de uitgaven zijn gestegen van 670 naar 730 miljoen. Dat is 9 procent. Ook niet niks, maar wel van een andere orde. Hoe komt die 80 procent dan in de wereld? Hebben journalisten die uit hun duim gezogen? Nee hoor. Die staat in een tabelletje. Maar wel in een overzicht over de stijging van uitgaven aan kankermedicatie door ziekenhuizen. Een belangrijk verschil! Bovendien is die toename toe te schrijven aan een administratieve maatregel: een verandering van de wijze van financiering (in jargon: de overheveling) en dus niet aan een stijging van de kosten. De uitgaven aan kankergeneesmiddelen werden – kostenexplosie genoemd – nieuws van de dag. Vanwege die 80 procent. Die eigenlijk 9 procent is. Het woord van Disraeli, leugens, is niet aan de orde. Maar voorzichtigheid wel. Let op voor langsvliegende cijfers. Vanaf de volgende editie leest u op deze plaats weer, net als afgelopen jaren, een column van de directeur van Nefarma. |
Nefarma& is een uitgave van Nefarma, de branchevereniging van bedrijven die innovatieve geneesmiddelen ontwikkelen. Het blad verschijnt acht keer per jaar en is bestemd voor relaties van de sector. Nefarma& ontvangen? Mail de makers:
[email protected] Redactie: Jolanda van den Braak, Suzanne Docter, Sander Peters, Petra Pronk, Sandra Put, Paul Wouters Eindredactie: Jolanda van den Braak Redactiesecretariaat: Debby Slagtand Fotografie: Bart Versteeg en Lineair Vormgeving: Everybody can design, Rotterdam Drukwerk: Koninklijke BDU
Jaargang 8, #6, september 2015