Schoolkr@nt editie 1 2012/2013
Wij wensen iedereen prettige feestdagen en een gelukkig nieuwjaar!
Schoolkr@nt Redactioneel Het nieuwe schooljaar hebben wij twee maanden geleden alweer moeten inluiden. En bij een nieuw schooljaar hoort, niet minder dan logisch, een nieuwe schoolkrant. Vorig jaar hebben wij het zonder schoolkrant moeten doen, dus daarom trappen wij, ietwat later dan gepland, het nieuwe schooljaar af met een gloednieuwe, digitale schoolkrant. Wij gaan natuurlijk ook met onze tijd mee. Terwijl de een behaaglijk op de bank zit met een kop thee, genietend van de herfst en de in aantocht zijnde winter, buigt de ander zich over een ontvangen brief waarin hij geïnformeerd wordt over de militaire dienstplicht. Wij verdiepen ons in levensverlengingformules om het begrip YOLO nader te onderzoeken, gaan de school door om de brandende vragen van onze medestudenten te beantwoorden en willen jullie natuurlijk de nodige hoeveelheid lerarenuitspraken niet besparen. Met andere woorden: ga er even voor zitten, en veel plezier met deze nieuwe, allereerste schoolkrant van het jaar!
Colofon
Nicky van den Bosch
• Nicky van den Bosch (hoofdredactie) • Leon Rozing (eindredactie) • Francisca Snip • Fleur Bosch • Miró van der Worp • Michel Ivulic • Valentijn Albers • Linde Voorend • Eva Klaver
ed itie 1 – 2012/2013 – pag 2
Geachte heer Van der Worp hierbij informeer ik u dat u bent ingeschreven voor de militaire dienstplicht. Onlangs passeerde ik een van de vele mijlpalen in het leven, op mijn deurmat viel een persoonlijke brief van ons parlement. En niet een brief getekend door een onbenullig ambtenaartje, nee, een brief met de naam van een minister er groot onder gedrukt. In deze brief werd mij achteloos geïnformeerd dat ik was ingeschreven voor de militaire dienstplicht. Angstvisioenen braken mij uit. Er was niet veel verbeelding voor nodig om een van de volgende parlementen een blunder te zien maken. Bijvoorbeeld iemand die, heel enthousiast, het snel rijker en machtiger wordende Arabië zou beledigen. Koud zweet liep over mijn rug, alsof ze het zinkende schip zo snel mogelijk wilden verlaten. Op een gegeven moment zal de Arabische wereld natuurlijk genoeg krijgen van de geblondeerde hatelijke opmerkingen. Met hun tanks en al hun andere speelgoed zullen ze deze kant op komen rollen. Heel de wereld kijkt bevend toe, ‘Ach,’ zal de VN zeggen. ‘Nederland zou sowieso binnen een paar jaar in zee verdwijnen, jullie mogen het wel hebben.’ Ondertussen wijst het schuldige parlement op de brief die ze mij hebben gestuurd, terwijl hun vrouwen hysterisch de tickets naar London zoeken. Het meubilair is al op de boot. Nog even kijkt de minister-president op me neer: ‘Je zult het prima doen, knul.’ Vaderlijk geeft hij een paar klappen op mijn te grote soldatenhelm. Dit doet hem nog verder voor mijn ogen zakken. Hierna word zijn aandacht besteed aan het openen van een nieuw pak sigaren, tegen de stress van zo'n oorlog. Mijn helm wiebelt nog heen en weer wanneer het vliegtuig vertrekt. De grijze motregen maakt het bulderen van de commandant tot een onherkenbare klank en speekselfestijn. Toch is de bedoeling van het grote, te zware wapen in mijn handen duidelijk. In een zompige sloot zal ik worden gezet, ergens aan het front. Na drie dagen is de
regen overgegaan tot sneeuw, en de kou wordt koud genoeg om enige gedachten uit te bannen. Zelfs ‘ik heb de Arabieren nooit beledigd’ is een stukje logisch redeneren wat het leger er succesvol uit heeft weten te krijgen. En langzaam, wanneer de Arabieren zich tegenover ons hebben ingegraven, hun liederen rauw en zwaar in de donkere nachten, wanneer ik nog steeds in dezelfde sloot zit, de doden benijdend, en het ijs langzaam om me heen sluit... wanneer de bommen en geweerschoten de zang van engelen worden in mijn koortsdromen, wanneer.. ‘Wacht eens even! Wacht eens een moment,’ zou de stem van een oplettende lezer mijn dramatisch sterven ruw kunnen onderbreken. ‘Er is helemaal geen dienstplicht meer in Nederland, al.. al.. een hele tijd niet meer!’ Met recht verontwaardigd draai ik me om: ’Zou het teveel gevraagd zijn om zo'n pietluttig feitje pas na mijn sterven te vertellen? Maar goed,’ zou ik zuchten. ’Dat is de, een stuk minder interessante, tweede zin van de brief. De meeste mensen weten dat de dienstplicht een tijdje geleden is afgeschaft, maar dat is een verdraaide waarheid. De hele waarheid is een smerig spel van termen, er is namelijk geen actieve dienstplicht meer. Dit betekent dat wanneer het vrede is je niet hoeft te vechten, maar bij oorlog... Nou, dat heb ik hierboven vrij nauwkeurig beschreven. Het uiteindelijke verschil is dat je geen water hoeft te dragen voor Amerikaanse militairen in golfoorlogen. Het sterfscenario staat als een huis. Met alle liefde heb ik daarom een brief teruggestuurd, zonder postzegels en zonder mijn eigen adres. Een trucje dat ik op de harde manier heb geleerd met mijn verzonden cv. Bij het sorteren zien ze geen retouradres, dus word de boete met de brief naar het ministerie van defensie gestuurd, zodat het weinige geld dat Defensie nog heeft niet opgaat aan mijn dood, maar aan vredelievende postzegels! Miro van der Worp
Schoolkr@nt
Waar was kolderdag 2012? Kolderdag; beschouwd als de enige dag dat examenleerlingen ‘baas’ zijn van de school. Zij verzinnen een leuke stunt om na gemiddeld 5 jaar ploeteren leuk afscheid van de school te nemen. In de koldernacht wordt voor de laatste keer samen naar harte gefeest. Alleen was het vorig jaar afgelopen met de pret. Het feest ging niet door. En wat wij willen weten is: Waarom? Meneer Mijnheer vertelde hierover: ‘De leerlingen hadden al van alles geregeld op een dag die voor ons ‘out of the question’ was. Hierna zijn wij niet meer op een geschikte datum kunnen komen en kon het feest niet doorgaan. Op de vraag of het feest dit jaar wel door gaat, is eigenlijk een simpel antwoord te geven. ‘Kolderdag is een stunt die georganiseerd wordt dóór de leerlingen, zij moeten met plannen komen, zolang zij dit niet doen beginnen wij er ook niet over. Als zij wel een goede datum kunnen vinden zullen wij verder niet moeilijk doen.’ Begrijpelijk dat de schoolleiding zijn handen van de kolderdag af houdt, maar kunnen ze ons dan ook niet de datum laten kiezen? 4-vwo leerling Piet Hein Bakker zegt hierover: ’Van wie is kolderdag nou eigenlijk? De leerlingen of de schoolleiding? Het is toch juist belangrijk dat wíj kiezen wanneer de kolderdag er komt?’ Gelukkig hadden de leerlingen vorig jaar toch een leuke kolderdag gehad, want slapen op het dak van de school, bij wijze van protest, klinkt als een leuke stunt, toch? Over koldernacht valt verder weinig te zeggen. De schoolleiding wilt hier niks mee te maken hebben en het staat dan ook helemaal buiten de school. Fleur Bosch
ed itie 1 – 2012/2013 – pag 3
Herfst Het is alweer een tijdje herfst en soms zit ik er dan even helemaal doorheen. Ik zit mijn huiswerk te maken en krijg dan opeens een inzinking. Het lukt niet meer en het wil niet meer lukken. Dit is natuurlijk niet gebonden aan de herfst, maar dat druilerige weer versterkt de inzinkingen wel. Gelukkig heb ik laatst een manier gevonden om weer even op adem te komen. Het was zaterdag en ik zat mijn wiskundehuiswerk te maken. Van het ene op het andere moment snapte ik er niks meer van. De som die ik daarnet nog snapte was één groot raadsel geworden en ik snapte de werking van mijn rekenmachine ook niet meer. Toen ik naar buiten keek zag ik dat het net was gestopt met regenen. Ik besloot dat naar buiten gaan de beste oplossing was om mijn gedachten weer even op een rijtje te krijgen. Ik stopte mijn met wollige sokken bedekte voeten in mijn warme winterschoenen en wierp een droevige blik op mijn slippers die zielig in een hoekje van de schoenenkast stonden. Daar was het inmiddels veel te koud voor. Een wervelwind van blaadjes en koude lucht waaide het huis binnen
toen ik de voordeur opendeed. Ik deed de kraag van mijn jas nog een tikkeltje meer dicht. Mijn schoenen deden de blaadjesdeken knisperen toen ik het huis uitstapte en de deur op slot deed. Eenmaal het bospaadje tegenover ons huis ingeslagen rook ik de heerlijke herfstgeur van dennen en bos. Ik hoorde het gekraak van de blaadjes en het geruis van de kille wind door de bomen aan. Na een half uurtje door het bos gewandeld te hebben ben ik weer naar huis gegaan, helemaal opgefrist. Thuis ben ik met een warme beker chocolademelk en een speculaasje tegen de verwarming aan gaan zitten en na een kwartiertje nagenieten ben ik weer aan mijn huiswerk gegaan. Verbaasd keek ik naar de sommen waar ik eerder die middag helemaal niets van begreep en ook mijn rekenmachine werkte weer zoals hij altijd al gewerkt had. Fluitend heb ik mijn wiskundehuiswerk afgemaakt en de rest van de dag was ik het zonnetje in huis. Dan was die inzinking toch nog ergens goed voor. Eva Klaver
Schoolkr@nt Ten eerste moet je weten dat ik dit stukje schrijf op zondag 22 juli. Een week na het officiële begin van de vakantie dus. En nu is er iets vreemds aan de hand met mijn tijdsbesef. De afgelopen twee weken lijken namelijk, naar mijn beleving, even lang te hebben geduurd als het complete afgelopen schooljaar. Kun je het je voorstellen? De hele derde klas- inclusief alle schoolvakken, profielkeuzeformulieren en bergen huiswerk- gepropt in minder dan twee weken. Deze manier van tijd ervaren komt volgens mij doordat ik in de afgelopen twee weken nieuwe, nog niet eerder door mij ervaren dingen heb meegemaakt, ofwel avonturen heb beleefd. Dit geeft een heel vreemd en ontspannen gevoel waardoor ik na ben gaan denken over mijn leven, en dan vooral de lengte ervan. Ik wil graag een lang leven vol mooie ervaringen. En ik geloof dat ik een manier heb gevonden om dit te bewerkstelligen. Beleef wat avonturen en bereken hoeveel saaie dagen één zo'n avonturendag waard is. Ofwel: maak je persoonlijke levensverlengingsformule.
ed itie 1 – 2012/2013 – pag 4
Zoek op wat de gemiddelde sterfteleeftijd van jouw bevolkingsgroep is en bereken hoeveel dagen je nog te leven hebt. Bedenk hoe oud je zou willen worden. Maak gebruik van je levensverlengingformule om te berekenen hoeveel magische dagen vol avontuur je nodig hebt om voor je gevoel je ideale leeftijd te bereiken. Neem mij maar even als voorbeeld: In de afgelopen 14 dagen zijn er 9 dagen geweest waarop ik nieuwe ervaringen heb opgedaan. Deze 9 dagen bij elkaar voelen voor mij net zo lang als het hele afgelopen schooljaar, laten we het erop houden dat dat 200 dagen telde. Hieruit volgt een simpele rekensom. 200 : 9 = 22,22, afgerond 22. Dat betekent dat 1 dag vol nieuwe ervaringen, 22 geroutineerde, monotone schooldagen waard is. De gemiddelde Nederlandse vrouw wordt vandaag de dag 82,5 jaar oud. Laten we even zeggen dat dit gemiddelde over 75 jaar gestegen is naar 90 jaar (door medische ontwikkelingen en algemene stressvermin-
Lieve Joep Opeens hingen er door heel de school posters met de mededeling dat je was overleden. Heel de school was in rouw, je was inmiddels een echt kenmerk geworden van onze school. Altijd liep je op je gemakje door de school, helemaal vertrouwd met deze plek tussen alle leerlingen en leraren. Helaas kunnen we nu niet meer van je lieve koppie genieten en dat zullen we allemaal erg gaan missen! Overleden op 17 september 2012. Je hebt een mooie kattenleeftijd van 14 jaar bereikt en hebt een gelukkig leven gehad. Dag Joep. Redactie
dering) en dat ik deze gemiddelde vrouw ben. Ik ben nu 15 jaar oud, en heb dus nog 75 x 365 = 27375 dagen te leven. Dit voelt heel naar. Eigenlijk zou ik 100 willen worden. Maar ik ben een gemiddelde vrouw, dus ik moet nog 10 x 365 = 3650 dagen bij mijn totale leeftijd in weten te schikken. Gelukkig heb ik mijn magische avonturendagen. Ik heb 3650 : 22 = 165,9, afgerond 166 van dit soort dagen nodig om me op mijn sterfbed 100 jaar te voelen. Misschien klinkt dit allemaal wat ingewikkeld, maar ik wil je in ieder geval het volgende meegeven: Mensen die YOLO zeggen omdat ze van plan zijn een avontuur te gaan beleven, zijn niet altijd onverantwoordelijk en raar (behalve als ze alleen maar gaan comazuipen of iets dergelijks, dat is gewoon stom). Nee, deze mensen zijn hard bezig hun leven gevoelsmatig te verlengen. You only live once, dude! Francisca Snip
Schoolkr@nt
ed itie 1 – 2012/2013 – pag 5
Interview met mevrouw Klaver Een nieuw schooljaar, een nieuwe schoolkrant en natuurlijk heel wat nieuwe docenten. Toch ging de schoolkrant langs bij iemand die hier al een flinke tijd rondloopt, dit jaar maar liefst 30 jaar. Genoeg reden voor een interview. Wij spraken met mevrouw Klaver en vroegen haar onder andere naar haar carrière hier op school, haar studententijd en haar mening over de BSG.
Mevrouw, kunt u als eerst iets vertellen over wie u bent en wat u precies hier op school doet? Ik ben orthopedagoog hier op school. Dat betekent dat ik kinderen, en soms ook docenten, help die vastlopen. Het is moeilijk om helemaal zonder problemen van het eerste naar het laatste jaar op school te gaan, veel kinderen hebben daar problemen mee. Maar als de problemen de prestaties op school gaan beïnvloeden, kom ik ertussen en help ik daar waar ik kan.
En dit doet u al 30 jaar?
In de tijd dat ik les gaf, kwam ik op een of andere manier altijd in contact met kinderen die problemen hadden. Ik kwam altijd met ze in gesprek.
Nee, voordat ik dit deed was ik docente Duits. Dat heb ik een hele tijd gedaan, ik vond het ook heel leuk om te doen. Eerst gaf ik les op een school in Groningen, en in 1983 kwam ik hier.
Waarom bent u er dan mee gestopt? Ik vond het erg leuk om Duits te geven, maar na een tijd werd het vak steeds meer ‘uitgehold’, om het zo maar te zeggen. Er moest meer gedaan worden in minder uren, en dat vond ik gewoon geen prettig les geven. Toen ben ik naast mijn werk orthopedagogiek gaan studeren.
en ben ik gaan werken als orthopedagoog van de BSG, ik ben er dus niet tussenuit geweest, maar heb gewoon een overstap gemaakt.
Hoe was u vroeger zelf op school? Ik werkte altijd hard, en ik was niet echt iemand die altijd voorop liep. Eerder een beetje een meeloper. Altijd mee lachen enzo. Ik was ook wel een beetje een wiskundemeisje. En ik was ook huiverig van docenten, maar dat was natuurlijk allemaal anders in die tijd. De afstand tussen docent en leerling was toen veel groter dan dat hij nu is.
En uw studententijd? Oh, haha, nou die was op zijn minst boeiend. Ik heb zeven jaar Duits gestudeerd in Groningen, en Groningen is een hele leuke stad. Ik heb me uitermate vermaakt.
Dat klinkt veelbelovend!
Ja, precies.
Nouja, het waren natuurlijk de jaren 70. Ik heb veel geleefd naast mijn studie. Maar ik moet wel zeggen dat ik de eerste twee jaar erg eenzaam vond. Ik vind dat dat wel eens wordt verzwegen. Je wordt natuurlijk heel erg op jezelf teruggeworpen als je ineens op kamers zit, en dat vind ik persoonlijk de mindere kant van het studeren. Maar verder is het gewoon heel erg leuk.
Waarom?
Wat vindt u van de BSG?
In de tijd dat ik les gaf, kwam ik op een of andere manier altijd in contact met kinderen die problemen hadden. Ik kwam altijd met ze in gesprek. Daarna ging ik orthopedagogiek studeren in Leiden. Mijn ervaring in het lesgeven helpt natuurlijk ook mee in het orthopedagoog zijn op een middelbare school.
Ik werk hier met plezier. Ik vind het een goede school, mijn dochter heeft hier ook op school gezeten, dus dat zegt wel wat over het vertrouwen wat ik in deze school heb. Ik vind het soms wel een beetje druk, en niet iedere leerling kan daar tegen. Al die invloeden van buitenaf zijn niet voor iedere leerling prettig.
En daarna kwam u weer op de BSG terecht.
Ik denk dat ik zo wel genoeg informatie heb, bedankt mevrouw!
Toen ging u maar orthopedagogiek studeren?
Ik heb altijd op de BSG gewerkt, ik heb altijd lesgegeven, en ben dus niet weggeweest. Toen ik halverwege de studie orthopedagogiek was, en mijn bachelor had, ben ik gestopt met lesgeven
Graag gedaan. Nicky van den Bosch
Schoolkr@nt
Naam Tim Leeftijd 18 Woonplaats Heiloo Interesses Sport (fitness)
ed itie 1 – 2012/2013 – pag 6
Naam Darina Leeftijd 18 Woonplaats Castricum Interesses Beveiliging en paardrijden
Naam Koen Leeftijd 18 Woonplaats Tuitjenhorn Interesses Beveiliging
Naam Lars Leeftijd 18 Woonplaats Alkmaar Interesses Dansen
Stop! Security. Zoals iedereen wel weet is er sinds begin dit jaar bij ons op school meer blauw te zien in de gangen. De eerste reacties waren verward: Worden we gezien als criminelen? Zijn we nu al zo onhandelbaar dat er bewakers ingehuurd moeten worden? Wij van de schoolkrant waren ook benieuwd hoe het precies zat en gingen rond de tafel zitten met een aantal van de, want zo heten ze officieel: servicemedewerkers.
Hoi allemaal. Allereerst: wie zijn jullie eigenlijk? “Hallo, wij zijn een groep leerlingen van de opleiding Coördinator beveiliging / handhaver toezicht en veiligheid en wij lopen stage op de BSG.”
Zo. Dat is een mond vol. En waarom hebben jullie voor deze opleiding gekozen? Tim: “Ikzelf wil graag bij de marechaussee op een luchthaven werken, maar de opleiding die ik nu doe is vrij algemeen en een goede voorbereiding is voor de meeste beroepen in de beveiliging.” Darina: “Ik gebruik deze opleiding als opstap voor de politieopleiding.” Lars: “Ik deed eerst een dansopleiding, maar mede door de bezuinigingen heb je
als danser niet veel zekerheid dat je aan het werk kunt. In de beveiligingsbranche is juist veel werk. Ik wil animale beveiliging gaan doen, dan werk je met honden. En ik wil graag bij de douane.” Koen: “Ik wil hierna ook bij de politie.”
ken met regels die tegen onze persoonlijke mening in gaan. Maar hier op school zien we ook wel eens iets door de vingers hoor. Onze taak is trouwens niet alleen regeltjes hanteren, we zijn ook een aanspreekpunt voor leerlingen die bijvoorbeeld gepest worden.”
Wat vinden jullie van deze stage? Tim: “Het is wel oké. Mijn vorige stageplaats was heel slecht dus ik ben blij dat de huidige beter is.” Darina: “Ik vind het leuk. We hebben het hier wel druk maar het is ook leerzaam.” Koen: “Ik vind het eerlijk gezegd niet zo bijzonder om hier stage te lopen, maar dat komt ook doordat ik hiervoor al op vier scholen stage heb gelopen. Ik heb het dus wel gezien op middelbare scholen.”
Verplaats je eens in onze situatie. Wat zouden jullie van de regels vinden die jullie ons opleggen? “Waarschijnlijk hetzelfde als wat jullie ervan vinden. Het is namelijk zo dat wij de regels niet maken, wij handhaven ze alleen. Dit proberen we zo consequent mogelijk te doen, omdat we dat later in de echte wereld ook moeten doen. Het is begrijpelijk dat jullie als leerlingen sommige regels een beetje suf vinden. Wij krijgen ook wel eens te ma-
Met de vorige groep servicemedewerkers liep het allemaal niet zo soepeltjes, of soms misschien juist een beetje té soepeltjes... Aan welke regels moet jullie je zelf houden? “We proberen de gesprekken met leerlingen kort en zakelijk te houden. Als mensen toch persoonlijk contact met ons willen zoeken mag dit na de stageperiode. En we hebben een voorbeeldfunctie, dus we moeten ons zelf natuurlijk ook houden aan de regels die we uitdragen. Onze opleiding is overigens een niveau hoger dan die van de vorige groep. Wij worden opgeleid tot leidinggevenden.”
Bedankt voor het interview, tot wanneer houden jullie onze school veilig? “We lopen hier tot februari stage. We zullen ons best doen!” Fleur Bosch en Francisca Snip
Schoolkr@nt Vriendschap In dit stukje stellen we het begrip vriendschap scherp op de proef en kijken we wat echte vriendschap inhoudt. Verder gaan we op zoek naar de ideale vriendschap en bestaat die eigenlijk wel? We zoeken het allemaal uit! Vriendschap. Wat zeggen de professionals er eigenlijk over? Als we Wikipedia moeten geloven is vriendschap: de relatie of verhouding tussen twee of meerdere mensen waarbij het geslacht geen rol speelt. Maar ja, wat heb jij daar nou weer aan? Voor jou is het alleen belangrijk dat je goede vrienden hebt, maar wanneer heb je ‘goede vrienden’? Als je iemand kan vertrouwen? Als je lol met iemand hebt? Als je alles met hem/ haar kan delen? Zo kan je nog wel even doorgaan en voor iedereen is dat weer anders. Zo kan jouw ideale vriend sportief, grappig en knap zijn terwijl mijn ideale vriend lui, arrogant en ontzettend lelijk is. Het is maar wat jij leuk vindt en zo kom je ook op het punt van nieuwe vrienden maken. Hoe komt het dat het met de een meteen klikt terwijl je de ander niet kan uitstaan? Moet het juist een tegenpool van je zijn of moeten jullie gezamenlijke interesses hebben?
Ik ga de school in en stel de vraag: Wat vind jij het belangrijkst in een vriendschap en waarom? Nienke, Emy, Felicia en Imara uit T2A en H2F vinden het belangrijk dat je alles met elkaar kunt delen en niet over elkaar roddelt. ‘Je moet je vriendinnen in hun waarde laten’, zeggen ze. Verder vinden ze dat lol heel belangrijk is. Vriendschap is iets persoonlijks. Aristoteles zei: ‘ware vriendschap is de liefde voor de ander, omwille van de ander’.
Maar hoe zat dat vroeger bij de leraren? We stellen mw. IJpelaan een aantal vragen over de vriendschappen in haar middelbare schooltijd. Mw. IJpelaan ging naar het PCC Heiloo. ‘De eerste dag vond ik doodeng’, vertelt ze, ‘Ik durfde me nauwelijks te bewegen, zo bang was ik dat ik iets fout deed. Ik was een erg klein en verlegen meisje en keek erg op tegen anderen. Daarom vind ik het ook zo leuk om nu dit werk te mogen doen en de bruggers te mogen ondersteunen.’
Vond u het moeilijk om nieuwe vrienden te maken? ‘Nee dat gek genoeg niet, ik had vrij snel al een goede vriendin en die zie ik nog steeds. Ik was niet iemand die veel vrienden had, maar bij de vriendinnen die ik had voelde ik me heel goed.’
Wilt u nog iets meegeven aan alle bruggers en groep-achters? ‘Ja! De vrienden die je maakt op de middelbare school zijn meestal vrienden voor het leven. Dit komt doordat je verandert en je ontwikkelt eigen meningen. Je maakt dit samen door en dat schept eenband.’ Linde Voorend
ed itie 1 – 2012/2013 – pag 7
Uitspraken van docenten Dhr. Gooijer ‘Als ik aan de macht was, zou ik de eerste dag het bezit van caravans strafbaar stellen. De tweede dag zou ik ze allemaal verbieden.’ Dhr. Gooijer ‘Ik heb vanmiddag een afspraakje met een vrouw op een bankje. Wel mijn eigen vrouw hoor, dan eten we een broodje en fietsen we samen naar huis. Dat vindt ze leuk.’ Mw. Maas ‘Oh God, duffe truffels.’ Dhr. de Boer ‘Ongelofelijk! Ik sta echt met mijn oren te flapperen!’ Dhr. de Boer ‘Schudden, schudden! Shake baby, shake!’ Mw. de Reus ‘Deze stof is paars en basisch. Ik ben vandaag ook een beetje basisch, ik heb paarse kleren aan.’ Dhr. Gooijer ‘Ik kan niet tegen krasjes. Daar word ik nerveus van, en heel ongelukkig.’ Dhr. Gooijer ‘Oh ja? Rook het daar lekker? Dan rook het vast naar mij.’ Dhr. Gooijer ‘Misschien geef ik die klok wel aan Oudshoorn, voor in het kinderkamertje.’ LL: ‘Maar die klok loopt toch niet?’ Dhr. Gooijer: ‘Precies, dat kind kan toch nog niet klokkijken.’ Dhr. BAAS ‘Dit is een som over een blaastest. Maar wel zo een waar je wordt teruggestuurd naar het feestje als je niet genoeg gedronken hebt.’