1ste bach PSW
Filosofie
Q B11
uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be
3.50 EUR
Samenvatting Filosofie “Zin en inzicht: een filosofisch uitzicht voor iedereen” Wat is filosofie? Zoeken naar antwoord omtrent 3 grote topics 1. Juiste rationele benadering = INZICHT 2. Juiste manier van handelen = UITZICHT 3. Juist zicht op een zinvolle manier van leven = ZINZICHT
De filosofische vragen Filosofen = vrienden van de Sofia of wijsheid Î waren mensen die in bloeiende handelssteden en havens van zowat het huidige Turkije, en later in de grote Griekse metropolen een antwoord zochten op een reeks vragen die tot dan toe door mythologie en godsdienst behandeld waren of die om praktische redenen opzijgeschoven werden -
Waar komt de wereld vandaan en waaruit bestaat het heelal? Bestaat er een absolute waarheid en hoe kunnen we die kennen? Wat zijn de regels van het denken? Wat noemen we goed en kwaad en waarom? Hoe bereiken we de beste vorm van menselijk samenleven? Wat is de zin van het leven?
Filosofie = 1. Wijsbegeerte: leer en wetenschap van de begrippen in hun hoogste algemeenheid opgevat, wil zowel alomvattende wetenschap als levensleer zijn 2. Een filosofie is geen filosofie als het niet voorschrijft wat de mensen moeten doen FILMFRAGMENT: Terzake “Zizek” (filosoof) Ö Ideologie leeft meer dan ooit Ö Prioriteiten veranderen Î wel geld voor onderzoek maar geen geld voor hulp Î weg kapitalisme Ö Occupy- beweging= opening van ruimte om anders te leven Ö Kapitalisme moet heruitgevonden worden Ö Alleen een vernieuwde visie kan Europa redden Ö Problemen veranderen Î inzicht Ö Nieuwe handelingspatronen zullen nodig zijn Î ethiek juist of verkeerd Ö Zoeken naar zin in het leven Ö Als we inzicht krijgen gaat de samenleving ook zin krijgen om wat zin heeft Î oplossingen
Filosofie en mythologie Filosofische vragen Î inleiden nieuwe takken wetenschap 1
Ö Pas mogelijk en zinvol nadat de mensen op een zekere niveau van materiële beschaving waren geraakt en dus niet hun hele actieve leven aan het produceren van voedsel en de bescherming tegen de natuur moesten besteden Mythe = een als correct aanvaard doch niet-gefundeerde voorstelling van zaken of een verhalende overlevering over universele thema’s als het begin van de tijd/ leven na de dood of een mythe zijn praatjes zonder grond/ ongefundeerde voorstellingen van zaken Ö Er komt een punt in het sociale en historische groeiproces waarop deze mooie verhalen niet meer volstaan en de nieuwsgierigheid is gewekt Nieuwsgierigheid= verwondering= Thau- masia Ö Nieuwsgierigheid gekoppeld aan groeiende ervaring (experimenten, reizen, contacten met andere culturen) , die de drijfveer blijft van alle wetenschappelijke en filosofisch denken Ö Voorbeeld verwondering: een positief testresultaat FILMFRAGMENT: Epicuros (3e eeuw voor Christus) Op welke manier wordt hier de zinvraag behandeld en wat zijn 3 manieren om deze zinvraag te bekijken? Ö Ö Ö Ö Ö Ö Ö Ö
Epicurist = genotzoeker Geheim van geluk in filosofie zoeken We zoeken geluk op de verkeerde plekken, iedereen kan geluk vinden volgens Epicuros Hij kan ons tonen hoe we gelukkig moeten zijn Mensen denken vaak dat geld alles oplost maar dit is niet zo Geluk is iets veranderlijks Î gelukzalig leven is belangrijk Genoegen is het belangrijkste, maar hij leefde niet luxueus Î levensdoel “We weten niet wat ons gelukkig maakt” Î wat we willen is niet altijd wat we nodig hebben Î men is aangetrokken tot materiële goederen Ö Winkelen = een drang Î men winkelt te veel, want we verstaan niet wat we willen of nodig hebben Ö Ingrediënten van geluk zijn goedkoop - Vrienden Î hij kocht een huis waar hij met al zijn vrienden kon wonen Î aparte opvatting van geluk: vrienden moeten er altijd zijn, maakt niet uit WAT je eet maar met WIE je eet Î ZINZICHT - Vrijheid Î stad verlaten. “We moeten ons bevrijden uit nijverheid en politiek” Î in materiële zin hoeft men niks te bewijzen. Zelfredzaamheid op financieel vlak! UITZICHT - Angsten verminderen door reflectie op het leven Î veel geld maakt niet gelukkig Î INZICHT Ö Epicuros gaf adverteren de schuld van het niet gelukkig zijn
Filosofie en godsdienst Vragen naar inzicht worden door zowel godsdienst als filosofie behandeld Ö Alleen methode is anders 2
Ö Filosofie: geen plaats voor een boven- of buitenmenselijke openbaring, waarin bepaalde waarheden aan de gelovige worden meegedeeld en door hen worden aanvaard Ö De filosofie verwerpt deze geopenbaarde waarheden niet noodzakelijk, maar beperkt zich tot een kritisch -rationele benadering van dezelfde problemen Ö Bepaalde periodes gaat men wel tegen godsdienst in Ö Maar ; filosofie en godsdienst zijn geen vijanden Î alleen voor godsdienstige fundamentalisten en filosofische dogmatische Ö Godsdienst spreekt zich soms uit over punten waar filosofie geen antwoord op kan geven of de vraag openhoudt FILMFRAGMENT: “Kloosterzuster uit Brecht” Annemie Struyf, In Godsnaam (slotklooster)) Wat valt op? Ö Zuster antwoord op de vraag: “Wat zijn de gelukkigste momenten?” Î als je God echt in je voelt Ö Iedereen kan dit voelen Î uiterst zelden Ö Het is de moeite waard Ö Wat geeft dus zin? Î God ontmoet hebben Ö Waar wil men naartoe? Î er wordt een antwoord gegeven op de vraag of er een eeuwigheid of Î openbaring Î daar vindt men de antwoorden Nieuwsgierigheid Geest Deductief Rationeel Rationalisme
Ervaring Materie Inductief Empirisch empirisme
Spanning filosofie en godsdienst Ö Als men allebei gaat beweren het alleenrecht te hebben op de antwoorden op de levensvragen Î fundamentalisme Ö Men duld dan geen andere mening meer
Filosofie en ideologie Ideologie = een samenhangend mensbeeld dat steun en zekerheid geeft Ù filo; niet altijd, al dan niet bewust werd opgedrongen Ù filo: niet; geeft steun en zekerheid Ù filo: niet altijd; en antwoorden geeft maar geen vragen laat stellen Ù filo: nieuwe vragen leiden tot nieuwe kennis Ö Gewoonlijk: verstard mensbeeld dat gecontroleerd wordt door autoritaire en absolute gezagsinstanties die geen uitspraak dulden en de anderen als ketters of dissidenten vervolgen Ö Helpt traditionele zuilen in stand houden Î elk contact met andersdenkenden wordt verhinderd Ö Groot verschil met filosofie FILMFRAGMENT: Ter Zake: Rik Torfs over CD&V 3
Welke kenmerken en hoe? Ö Te weinig openlijk naar Christelijke wortels verwezen Ö Cd&v lost alles op Î samenhangend mensbeeld Ö Wat is de rechtvaardiging of solidariteit? Waarden in de samenleving Î geeft steun en zekerheid Ö Cd&v is een grote partij, men moet die partij liefhebben Î al dan niet bewust opgedrongen Ö Christendemocraten heeft geen betekenis meer? Men wil er niet over debatteren Î antwoorden geven maar geen vragen stellen
Belang van filosofische tradities voor iedereen Verschillende benaderingsvormen Ö Ö Ö
Ö
Weltanschauung:uitgaan van het mens en maatschappijbeeld waarin we opgegroeid zijn en dat we als vanzelfsprekend hebben beschouwd Christelijke, niet-kerkelijke, joodse of islamitische mensbeeld Geeft bijna een volledig en bevredigende verklaring van ons menselijk bestaan Om vanuit dit mensbeeld tot filosofie te komen Î 3 fasen 1. Het geleefde of geëxisteerde (existentie of bestaan) : mensbeelden krijgen we van onze ouders en omgeving mee. Dit geleefde mensbeeld is vrij onbewust en tegelijkertijd bepaald het heel ons denken en handelen van vroeg tot laat 2. Het gesproken: er komt een moment waarop dit geleefde mensbeeld uitgesproken wordt, waarin we overgang vieren van kindertijd naar jonge volwassenheid. Het wordt openlijk door het vormsel te vieren. Heel veel mensen groeien nooit boven deze tweede fase uit, ze blijven binnen het overgeërfde mensbeeld en ook politiek binnen hun traditionele zuil 3. Besproken: er is sprake van filosofische benadering bijvoorbeeld door lessen filosofie. Andere maar ook het eigen mensbeeld wordt kritisch bekeken en het kan gebeuren dat men het vroegere mensbeeld verwerpt of er deze keer bewust en overtuigd opnieuw voor kiest. Vereist dus een dieper inzicht in onszelf en onze omgeving. Ingaan tegen oppervlakkigheid
Kinein = kritische houding FILMFRAGMENT: Mr. Verhofstadt Ö Ö Ö Ö Ö
Balans opmaken van alle dingen die je goed of slecht deed Is niet gelovig Î zin geven aan zijn eigen bestaan Geloof kan mensen helpen Vragen Î hoe verklaar je het leven? Hopen dat we nooit alles vinden Î saai zonder raadsels
Filosofie: descriptief of normatief Verantwoordelijkheid opnemen, maar in welke mate? Descriptieve of beschrijvende = beschrijft het bestaande 4
Ö Ontologie of zijnsleer: onder meer het onderscheid tussen het zijn van een steen, een plant, een dier of een mens en het onderscheid tussen zijn en worden Ö Metafysica: de vraag naar de oorsprong van de zijn- den en naar een oerprincipe of God Ö Wijsgerige antropologie: wat is de mens? Ö Cultuurfilosofie: de wisselwerking tussen mens, tijd en omgeving Ö Sociale filosofie: de relatie tussen mens en samenleving Normatieve = bepalen van het juist denken en handelen Ö Ö Ö Ö
Logica: de theorie van het juiste redeneren Kennisleer of epistemologie: wat is de waarde van ons kennen? Moraalfilosofie of ethiek: hoe moeten we juist handelen? Hoe kunnen we de juiste zin van het leven vinden?
Immanuel Kant Ö Wat kan ik kennen? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Basis om te overleven Î geluk Í lijkt verloren te gaan Persoonlijk -
Econ: profit/ INZICHT Sociaal: people/ UITZICHT Ecologisch: planet/ ZINZICHT
Wat kan je met filosofie doen? Je vraagt je af waarom dingen zo zijn zoals ze zijn in plaats van ze gewoon als zodanig/ kritiekloos te aanvaarden Î alles kritisch rationeel bekijken Filosoferen is op persoonlijk praktisch niveau op het eerste zicht vrij nutteloos Î je moet ervoor open staan Filosoferen is een onvermijdelijke noodzakelijke bezigheid voor mensen die van nature nieuwsgierig zijn en willen weten hoe alles in elkaar zit Ö Zonder filosofisch denken is de ontwikkeling van menselijke vrijheid onmogelijk Ö Noodzakelijk om op een rationele manier antwoord te krijgen op de vragen
5
Van Thales tot Thomas De filosofie voor Socrates; op zoek naar de oerstof en het ordenende principe Hoe abstracter, hoe filosofischer Ö Om de werkelijkheid te kunnen gebruiken, moesten ze die eerst leren kennen, of het nu ging om de omgeving, de seizoenen, de invloed van de maan en de sterren of de verhoudingen tussen mensen Ö Kennisleer of logica, aardrijkskunde of landbouwkunde, kosmologie, ethiek of antropologie
Thales van Milete Ö Ö Ö Ö Ö
Wetenschapper die zich met voorgaande problemen bezighield Interesseerde zich al gauw voor de wiskunde en voor raadsels zoals de magnetische kracht Hypothese dat alles uiteindelijk uit water bestaat Vraag naar de oerstof Î dialoog tussen twee of meer denkers Reactie op stelling van een vorige filosoof
Anaximenes Ö Ö Ö Ö
Verwierp hypothese van water als oerstof Beschouwde lucht als een veel aannemelijkere oerstof Vuur is verfijnde lucht, water is ontstaan uit de lucht Hypothesen omtrent oerstof hebben grote gevolgen gehad voor het denken van nu
Heraclitus Ö Ö Ö Ö
Woonde in Ephesus in Klein-Azië Zette denken van de school van Milete verder Vuur, dat alle substanties verandert, geeft de sleutel tot het geheim van het heelal Het was niet meer zo belangrijk om te weten wat de oerstof was, maar wil in te zien dat het ging om het principe van de voortdurende VERANDERING van alles: de materiële wereld, de mensen, de instellingen. Ö In plaats van het ZIJN staat WORDEN voorop Ö Ordenende principe = logos of het woord Î eeuwige verstand dat zich doorheen alle tegenstellingen ontwikkelde Alles is voortdurend in verandering, maar het staat in verhouding tot iets anders Vb: geen liefde zonder haat Vooruitgang is alleen mogelijk door een conflict van tegengestelden Ö Begin dialectisch denken Ö Wijsheid van logos die voor een verborgen harmonie zorgde Inzicht leidt tot zinzicht!
6
Parmenides Ö Van Elea Ö Zocht eerder naar het blijvende, eeuwigdurende principe van alles, en dat voerde tot de absolute ontkenning van elke verandering Ö Conservatief versus progressief Ö Verandering is slechts schijn en bedrog Ö Alleen inzicht in het eeuwig blijvende zijnde is waarheid, de rest is slechts een opinie
Zeno Ö Van Elea Ö Trachtte de schijnbare verandering te ontmaskeren Ö Bijvoorbeeld; Achilles en de schildpad Theoretisch kan een tijdspanne of afstand oneindig verdeeld worden Ö Geen argument tegen eindigheid Toonde aan hoe logisch denken tot conclusies kan komen die tegen de alledaagse observaties ingaan en slechts met moeite kan worden weerlegd.
Protagoras Strijd tussen 2 grote stromingen Ö Ö
Eeuwige verandering Ù eeuwige stilstand Empirisch Ù rationalistisch Filosofie kon mensen in totaal andere richtingen doen denken Allebei de stromingen waren ervan overtuigd de absolute waarheid te beschikken
Sofisten = oorspronkelijk een leraar, een rondreizende professor die de jeugd een privé opleiding gaf, voornamelijk de rijke mannen Protagoras = filosoof die voor zijn overtuigingen vervolgd werd en op de vlucht uit Athene gestorven is. Ö Ö Ö Ö
“ over de goden weet ik evenmin dat ze bestaan of niet bestaan” Men moest de concrete mens en zijn handelingen centraal stellen in het denken Een stap in de richting van het ethisch uitzicht (Socrates) “ de mens is de maatstaf van alle dingen, van de zijnden, dat ze er zijn, en van de nietzijnden, dat ze er niet zijn” Ö Beide voeten op de grond Ö Illusie = relativisme = absolute, overal geldende waarheid Observatie kan verschillen van mens tot mens, en van moment tot moment Ö Als mens maatstaf is Î waar is dan de absolute waarheid? Ö Kan leiden tot immoreel cynisme
7
Slechte naam sofisten Ö Handige redenaars die er alleen op uit waren een discussie te winnen en dus een techniek beheersten die nuttig was voor advocaten en politici
Socrates en Plato: ethiek en utopie Socrates Grootste filosoof voor de oudheid Ö Weinig zekerheid over zijn leven en kennen zijn theorieën niet uit eigen geschriften Ö Voor al teksten van Xenofoon en Plato Hij Ö Verplaatste de filosofische discussie van de natuurfilosofie naar de ETHIEK Ö “Wat is het goede leven?” Ö Verzette zich tegen de scepsis van de sofisten Î gingen te ver in hun relativisme ! Filosoferen = een kritisch onderzoek van het menselijke denken en handelen en de vorming van de jeugd Speciale techniek Ö Ö Ö Ö Ö Ö Ö
Gesprekken met specifieke mensen in de agora of marktplaats Aantonen dat mensen niet zo logisch of consequent dachten en zeker niet handelden “De Staat” Î typeert Sacrates’ denken Kern = AFDALEN Daalt af van het centrum van Athene tot het commerciële hart van de havenstad Piraeus Alleen via wederzijdse interesse kom je tot inzicht Vertrouwen dat de mens in de mogelijkheid is zelf tot ware kennis te komen wanneer hij ingaat op kritische vragen Î eigen standpunten relativeren
Socratische ironie Ö Met de socratische methode haalde hij zich al gauw de haat van de autoriteiten op de hals, die hij publiek in hun hemd zette door zijn scherpe en onbarmhartige vragen Ö Hij toonde aan dat veel mensen belangrijke functies vervulden waarvoor ze ni competent waren Ö Leidde tot proces Î beschuldigd van goddeloosheid corruptie van de jeugd Hijzelf noemde zijn methode een geestelijke bevallingstechniek of MAIEUTEK Ö Is erop gericht de waarheid, die ergens in elk van ons verborgen zit, geboren te laten worden Ö Vroedvrouw als metafoor voor filosoof Het moreel juiste of het zedelijke, kon worden gekend en aangeleerd (Ù tegen de sofisten) en da het juiste inzicht in het morele altijd leidde tot een juist uitzicht wat het morele handelen betreft.
8
Ö Ware inzicht Î goede uitzicht Î schone zinzicht Ö In het goede handelen volgens het ware denken wordt de mens een schone mens Schone = harmonie tussen het ware en het goede Verkeerd handelen was gevolg van verkeerd inzicht Ö Ö Ö Ö
Wat is inzicht? Brengt het ware nut en geluk van de mensen tot stand Je moet jezelf kennen Zodra je weet wie je bent, weet je ook meteen wat je moet doen om juist en moreel te leven
In elk van ons leeft een goddelijk beginsel = DAIMONION of DAIMON Ö Soort van geweten dat we opnieuw moeten leren beluisteren en dat we door het vervullen van behoeften doen verstommen Ö Bijvoorbeeld: rijkdom, macht en aanzien Merkwaardige parallel met de oosterse filosofie, zenmeditatie, behoeften als hebben, kunnen en gelden een halt toeroepen. Ö Valse behoeften ontmaskeren en verwerpen Wie het minst nodig heeft staat het dichtst bij de goddelijke waarheid in zichzelf Ö Alleen zij die eerlijk zijn met zichzelf en hun valse behoefte hebben leren beheersen, hebben het recht invloed op andere uit te oefenen Ö Bijvoorbeeld: politici, denkers en leraars De staat of POLIS Ö Moet geregeerd worden door filosofisch gevormde mensen Ö Niet door onderontwikkelde machthebbers Socrates Ö Voor de ene een grote moralist Ö Voor de andere een gevaarlijke agitator en subversief Heeft grote nadruk gelegd op de waarheid van elk individu = DAIMONON; eerlijkheid en op het samengaan van moraal en politiek Problemen bevallingstechniek Ö Waarheid kan zich ook via onderzoeken ontwikkelen Ö Waarheid zit niet zomaar in elk van ons Zolang de nadruk ligt op het morele, geldt de methode van Socrates zeker nog
9
Plato Bijvoorbeeld: platonische liefde Ö Eerste idealist Ideeënleer Ö Niets in de materiële werkelijkheid is zo volmaakt als de idee die we ervan hebben Ö Bijvoorbeeld: op zoek naar ideale levenspartner Ö Wetend dat we het ideale nooit zullen vinden Echte werkelijkheid is het ideaal, en wat we realiteit noemen is slechts een zwakke afschaduwing van dat ideaal Ö Allegorie van de grot Ö Feit dat we via begrippen tot de wereld van de ideeën kunnen opstijgen, bewijst de onsterfelijkheid van de ziel Phaedrus Ö Ziel is het intellectuele inzicht en morele uitzicht zelf Ö Ziel als een driespan - Rede Î logos of de wagenmenner, zorgt voor evenwicht tussen 2 aspecten van ons handelen - Wil Î thumos of het nobele paard - Lust Î epithumia of het weerspannige paard Ö Ziel zit gevangen in het lichaam Î behoort tot de materiële onvolmaakte wereld Zin van het leven vinden we wanneer we er in ons streven op gericht zijn de ontwikkeling van onze geestelijke vermogens te stimuleren en ons door het lichaam zo weinig mogelijk te laten binden Ö Dualistische scheiding tussen ziel en lichaam, goede en slechte Ö Gevolgen: verschil sociale status bediende en arbeiders, minderwaardige positie van de vrouw Plato’s kennisleer berust op deze ideeënleer Ö Kunnen alleen maar kennen omdat we ons de wereld van ideeën uit onze ziel kunnen herinneren Ö Kennis is herinnering Ö Hoogste idee = de idee van het schoon-goede = kalosogathos = verwezenlijkt in God, het absolute schone en goede Ö Vergt veel discipline of thumos om verleidingen epithumos te weerstaan Plato’s deugendenleer (Politea) Ö Deugd bestaat erin orde en harmonie van de ziel te bereiken voor de mensen die in de stof gevangen zitten Ö Door wijsheid, dapperheid, matigheid en vooral rechtvaardigheid 10
Ö Deugd = positieve eigenschap waarover iemand beschikt, als uitzicht op wat het juiste handelen inhoud Ö 3 deugden voorop in het Christelijke denken Î geloof, hoop en liefde Ö Richtsnoer voor het politieke handelen Î verwezenlijken UTOPISCHE staat Ö Plicht van de staat om mensen tot de deugd op te voeden Ö Door de natuurlijke ongelijkheden zijn er verschillende deugden voor verschillende standen - Boeren en arbeiders: bescheidenheid, gehoorzaamheid en matigheid - Soldaten en ambtenaren: dapperheid en moed - Heersers: praktische wijsheid Ö Staat moet door filosofen worden geleid Ö Zijn poging op Sicilië is mislukt Ö Utopieën = zijn modellen van de ideale maatschappij, die vandaag onder meer in bepaalde politieke manifesten voortgezet worden Samenvattend: Ö Ö Ö Ö Ö
Minderwaardigheid van de materiële werkelijkheid Tegenover de wereld van de geest, cultuur en vrije tijd Een ideale maatschappij is heel hiërarchisch en totalitair, ondemocratisch Bestaande machtsverhoudingen verdedigen Absolutisme
Aristoteles Ö Ö Ö Ö Ö Ö
Studeerde onder Plato Opvoeder Alexander De Grote Stichtte Peripatetische school Privéleraar Î nuchtere, ongelooflijk onderlegde pedagoog Grondslag voor filosofie als wetenschap Opvoeder van Europa
De logica van Aristoteles Ö Studie van de logica of het juiste denken Ö Wat is een oordeel, een conclusie, definitie, een bewijs? Ö Stond dichter bij natuurwetenschappelijke experimentele methode van de presocratici Syllogisme = een logische redenering bestaande uit 2 permissen, de zogenaamde majorterm of hoofdterm en de hierin ondergeschikte minorterm, waaruit een conclusie afgeleid wordt
De leer van de categorieën Categorieën = verschillende opzichten waarin men het kan hebben over iets bestaande (tijd,ruimte, kwaliteit en kwantiteit en substantie) Ö Overgang naar metafysica Ö Wat er na de fysica komt, vragen na de studie van de natuur Ö Onderscheid stof of materie en de vorm of de geest! Waaruit de werkelijkheid bestaat 11
Ö Basis voor onderscheid materialisme en idealisme Hierarchie Ö Ö Ö Ö Ö
Bovenaan staat God Rest is mengvorm van stof en vorm Bijvoorbeeld: mens Zelfs in de zuivere stof zit de potentie of mogelijkheid om iets te worden Bijvoorbeeld: grondstoffen
Indeling van de filosofie Volgens Aristoteles Ö Theoretische vakken: metafysica, mathematica, fysica, psychologie Ö Praktische vakken: ethica, politiek, economie Ö Poëtische vakken: techniek, esthetica, poëtica
Mensvisie Ö Ö Ö Ö Ö
Mens is een gemeenschapsdier (politiek beest) Door lichaam (voeding, voortplanting) Met de planten- en dierenwereld verbonden Door VERSTAND pas echt menselijk Zo vinden we de belangrijkste deugden en de bron van zin en geluk
Economie en ethiek Handelsactiviteiten en economie in dienst staan van het goede leven Ö Ö Ö Ö Ö Ö
Inbeddingrelatie ethiek en economie Goed leven bestaat erin op de juiste manieren ontwikkelen van iemands natuurlijke talenten Rechtvaardigheid en matigheid garanderen juiste gebruik van materiële goederen Voorkomen dat men zich eindeloos wil verrijken Economie dreigt altijd CHREMATISTIEK te worden Î opdringen van ethische verruiming Bijvoorbeeld: koning Midas die alles in goud wil veranderen
In ethiek Î leer van gulden middenweg uitwerken Ö Extremen vermijden en in alles realistisch zijn Ö Bijvoorbeeld: geen ideale staat nastreven maar met bestaande middelen zo goed mogelijk proberen te regeren Ö Verkoos monarchie boven tirannie, aristocratie boven oligarchie en democratie boven de heerschappij van het gepeupel Ö Hij neemt geen stelling; alleen zijn vrees voor extremisme van links of rechts Ö In elk van de staatsvormen Î jeugd lichamelijk en geestelijk streng aanpakken om hen zo op te leiden tot waardige en gematigde staatsburgers
12
Het realisme van Aristoteles Hij was ook beperkt tot de wetenschap van zijn tijd en kon zich nooit helemaal loslaten van de ideeënleer van Plato of het politiek en sociaal milieu waarin hij leefde Ö Leidde tot de in vraagstelling van de religieuze almacht van de Roomse Kerk Ö Nadruk werd meer gelegd op rationele dan op irrationele denken Gevaarlijke kant realisme Ö Bemoeilijkt het ongewone en creatieve Ö Soms zijn extreme vormen van denken en handelen nodig om een stagnatie te doorbreken Ö Met Aristoteles zijn ‘gezonde verstand’ Î zou westerse beschaving saaie boel worden
Hellenisme en Rome: stoïcijnen en neoplatonici Griekse cultuur van klassieke periodes Î vrije stadstaten of POLIS Ö Vrij slaat vooral op autonomie + democratie (15% van de bevolking – vrouwen die niets te zeggen hadden = 7,5%) Situatie verandert door Alexander De Grote Ö Culturele gevolgen: Griekse cultuur kwam in aanraking met Babylonische wereld = Perzische leer van Zoroaster + boeddhisme van Indië Ö Vergelijken met uitdaging van onze huidige multiculturele samenleving Ö Ondanks gevoel van superioriteit konden Grieken niet beletten dat bepaalde ideeën, godsdiensten en stijlvormen binnendrongen Ö RESULTAAT= hellenisme = verrijkte multiculturele Griekse beschaving in Europa, Azië en Afrika sedert Alexander De Grote (houdt 6 tot 7 eeuwen stand) Ö Christendom wordt verspreid Î eerst als een sekte 313: Christendom werd officiële staatsgodsdienst Î door waarden als gelijkheid en naastenliefde 2 grote filosofische stromingen tijdens het hellenisme -
Stoïcisme (teruggaan op Socrates) Neoplatonisme
Stoïcisme Bijvoorbeeld: een stoïcijnse gelatenheid Ö Stoa poikilè = een zuilengang in Athene waar Zeno van Citium zijn studenten verzamelde Ö Ontdekt door geschriften van latere filosofen als Seneca uit Rome Zeno Ö Beïnvloed door Socrates Ö Waarheid en deugde waren belangrijker dan welstand, gezondheid of zelfs het leven
13