1 ste bach PSW
Filosofie inclusief lesnotities
Q B11
uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be
3,50 €
Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be
Les 1 en 2: Wat is filosofie? Krantenkoppen: “Terrorismeproces krijgt vervolg” Pleiten voor de vrijspraak van Belchasem, wat wij verwachten en vermoeden (12 jaar cel) wordt doorprikt. “Michel viert Oiljst Carnaval” Welk idee hebben we over de minister? Een waal, hij is niet van ons. Hij probeert dit beeld te doorprikken door op straat te verschijnen in het publiek, hij probeert de premier van België te zijn. “Tienduizenden mensen starten dagen zonder vlees” Waarom doen ze dit? Ecologische voetafdruk verminderen, de mythe dat jongeren niet geven om dit wordt doorprikt. “Turkije, meer dan een brug naar het Oosten” Het oosten was zeer belangrijk in de beginselen van de filosofie, vele filosofen woonden in Anatolië, hier zetten de wetenschap (niet alleen de filosofie) haar eerste stapjes. Ook onze taal (Indo-Europees) is hier ontstaan. Het idee van de landbouwcultuur is ontstaan in Anatolië, het idee van het rondtrekken om te overleven werd hier in die streek doorprikt.
Filmfragment: ‘het voordeel van twijfel’ Ayn Rand: belangrijke Amerikaanse filosofe Peter Singer, volgens hem kan je je leven zinvol maken door je leven te gebruiken om de wereld een betere plaats te maken. Dan kan het leven betekenisvol worden.
Filmfragment: ‘in godsnaam’ De gelovigen vinden antwoorden in hun godsdienst, god als alwetende (I), almachtige (Z) en algoede (U).
Filmfragment: interview ex-moslimstrijder Hij (Yehya) heeft een aanslag gepleegd op de ambassade van Israël in Nederland. In kwade ideologie zijn de mensen die je wilt aanvallen minder mens gemaakt zijn, de vijand wordt altijd ontmenselijkt. Hij zag het conflict zeer eenzijdig. Hij begon zijn zoektocht op het internet, niet echt in de moskee bij de imams.
Hoofdstuk 1: zin, in- en uitzicht: De filosofische vragen: Filosofen waren mensen die in de bloeiende handelssteden en havens van zowat het huidige Turkije en, later, in de grote Griekse metropolen een antwoord zochten op een reeks vragen die tot dan toe door mythologie en godsdienst behandeld waren of die om praktische redenen opzijgeschoven werden: Wat is de zin van het leven? Wat zijn de regels van het denken? Welke waarden of deugden zijn van belang?
1
We kunnen al deze vragen samenvatten in drie algemene vragen die we ook terug vinden in elk vraagstuk dat wordt gesteld in de maatschappij. Filosofie is zoeken naar een antwoord of wijsheid omtrent deze die grote vragen: 1. (I) naar een juist zicht op een rationele benadering (In-zicht) → Wat kunnen we weten? 2. (U) naar een juist uitzicht op de manier waarop we best handelen (Uit-zicht) → Wat kunnen we doen? 3. (Z) naar een juist zicht op een zinvolle manier van leven (Zin-zicht) → Wat kunnen we hopen?
Filosofie en mythologie: In de 6de eeuw, voor de filosofie echt ontstond zocht men al antwoorden op de levensvragen. Men probeerde de mythes te doorprikken. In de Griekse handelssteden ontstond er een kleine groep van burgers die een deel van de vrijgekomen tijd spendeerden aan onderzoek. Deze groep vertelden mythes door aan volgende generaties. Bart de Wever: Mythen worden immers gezien als narratieve manipulaties waarvan de machthebbende klasse zich bedient en die derhalve gedeconstrueerd moeten worden. Woordenboek: in een mythe wordt een onmogelijk antwoord gegeven op onbeantwoordbare vragen, praatje zonder grond, verhalende overlevering over universele thema’s als het begin van de tijd, ontstaan van de wereld…. Als juist aanvaarde maar ongefundeerde voorstelling omtrent een persoon, zaak of toedracht Liggen aan de basis van de Westerse filosofie (drijfveer): Ervaring Nieuwsgierigheid Materie Geest Empirisch Rationeel Inductief Deductief Empirisme Rationalisme Er blijft wel een kloof Hoe gaan we handelen? De mensen in Anatolië gingen nuttig en efficiënt handelen. Men geloofde niet meer in de mythes die ze moesten doen om te voorkomen dat de oogst mislukten (offeren etc). De filosofie ontstond dus vanuit de concrete rauwe ervaring, vanuit een sociaaleconomische politieke noodzaak. Wanneer we ons verstand gebruiken wordt alles ook beter. Thamasia = Verwondering Ancilla = Dienstmakers Krinein = De kritiek
Filosofie en godsdienst: De filosofische vragen worden ook binnen verschillende godsdiensten behandeld. In de filosofie is er geen plaats voor een boven- of buitenmenselijke openbaring, waarin bepaalde waarheden aan de gelovigen worden meegedeeld en door hen worden aanvaard. → Verwerpt geopenbaarde waarheden → Beperkt zich tot een kritisch-rationele benadering
2
Filosofie en ideologie: Ideologie is een Reeks opvattingen, een samenhangend mensbeeld Filo: niet altijd het geval Mythe: niet altijd het geval (verhaaltjes kloppen niet altijd) Godsdienst: niet altijd het geval (liefhebbende vs straffende god) Dat steun en zekerheid geeft, Al dan niet bewust wordt opgedrongen Godsdienst: cfr. Tillich: “Geloven is de moed om te aanvaarden dat je aanvaard wordt” Antwoorden geeft maar geen vragen stellen Godsdienst: niet altijd het geval (afhankelijk van de ambtsdragers zoals de paus) Verstard mensbeeld → Dit zijn geen kenmerken van de filosofie De stap naar de filosofie kan pijnlijk zijn, je wordt zeer kritisch. Meer en meer mensen stappen af van hun godsdienst (ontkerkelijkt).
Het ontstaan van filosofie vanuit een mensbeeld Om tot filosofie te komen vanuit een mensbeeld moet men door drie belangrijke fases gaan: Het geleefde, dit krijgen we mee van onze ouders en onze omgeving. Het is vrij onbewust en tegelijkertijd bepaalt het heel ons denken en handelen van vroeg tot laat. Het uitgesproken, er komt een moment wanneer het onbewuste mensbeeld wordt uitgesproken waarin we de overgang vieren van kindertijd naar volwassenheid. Ze kiezen nu zelf voor het mensbeeld waarin ze zijn opgegroeid. Het besproken, pas met deze fase is er sprake van een filosofische benadering. De eigen en ook nadere mensbeelden worden kritische bekeken. Het kan dat men het vroegere mensbeeld verwerpt.
Filosofie: descriptief of normatief Descriptieve (beschrijvende) filosofie beschrijft het bestaande: Het zijn (al wat is en bestaat) Ontologie Metafysica Normatieve filosofie tracht het juiste denken en handelen te bepalen. Hoe kunnen we juist kennen? Logica Kennisleer Hoe moeten we juist handelen? Moraalfilosofie (ethiek) Hoe kunnen we de juiste zin van het leven vinden? → De vragen staan op de voorgrond, je zoekt namelijk zicht te verwerven op hoe de dingen juist in elkaar zitten
Wat kan je met filosofie doen? Gevaarlijk? Doordenken betekent dat je het bestaande overschrijdt. → De bestaande werkelijkheid kritisch en rationeel in vraag stellen en zo in botsing komen machthebbers (godsdienst, politiek…). 3
Nutteloos? Verhindert op persoonlijk praktisch niveau onlogisch of onethisch te handelen. → Aan filosofie doen is dus een keuze Onvermijdelijk? Noodzakelijke bezigheid voor mensen die van nature nieuwsgierig zijn en willen weten hoe alles in elkaar zit. → Zonder filosofisch denken is de ontwikkeling van de menselijke vrijheid onmogelijk. Het is een van de belangrijkste middelen voor de ontplooiing van onze menselijke mogelijkheden. Drie redenen waarom filosofie noodzakelijk is (duurzame samenleving volgen Elkington): 1. ECONOMISCH (profit/ zeker van belang vanuit het perspectief inzicht) 2. SOCIAAL (people/ zeker van belang vanuit het perspectief uitzicht) 3. ECOLOGISCH (planet/ zeker van belang vanuit het perspectief zinzicht)
Les 3: Presocratici? Krantenkoppen: “Stiptheid treinen licht verbeterd” Stiptheid is niet iets stoffelijk, de trein, de infrastructuur is het materiele. “Nieuw tijdperk voor Griekenland” Een nieuwe besparing is een ordeningsprincipe, deze nieuwe afspraken kunnen gerealiseerd worden door nieuwe investeringen te doen. Geld is hier het materiele. “BDSM nog steeds een taboe in Vlaanderen” De seksualiteit heeft iets te maken met het lichaam en dus is iets stoffelijk. Achter een ordeningsprincipe zit altijd iets materieler achter, iets stoffelijker. Achter al die krantenkoppen zit zo’n ordeningsprincipe.
Filmfragment: ‘Dansercoer&Deltour’ Op welke manier herken je in het fragment enkele wezenlijke elementen die ook het ontstaan van de filosofie bepaalden? De durf heeft ertoe geleid dat men deze reis heeft ondernomen. Men gaat van de ene plaats naar de anderen, de overkant bereiken. Men moet vechten tegen de kou, zon, sneeuw etc. De dialectische spanning (tegenstelling tussen de normale levensomstandigheden en de barre omstandigheden op de noordpool) geeft een enorme durf die men heeft aangezet tot het ondernemen van deze reis. Door de vooruitgang komt men meer kennis te weten (over de Noordpool). Men wil een bepaald doel bereiken, men wil worden. Expeditie, het op zoek gaan naar de oerstoffen: water/ijs, wind/lucht, zon/vuur Waarom ga je op zoek naar die oerstoffen: nieuwsgierigheid en verwondering De confrontatie met de oerstoffen leidt tot specifieke ordenende principe: zoals bij Heraclitus leidt inzicht tot elementen van zingeving (zoals hier het overwinnen van angst en het dankbaar zijn voor het nu)
4
Filmfragment: ‘Tegenlicht’ Op welke manier zie je de tegenstelling tussen de reële en de financiële sfeer? Of de tegenstelling tussen de Zuid-Italiaanse en de Turkse pre-socratici? We kunnen vaststellen dat er een grote onenigheid is tussen de verschillende filosofen. Ze waren goed begonnen maar weken af van het kernidee. Het zal duren tot Kant tegen dat er een soort van overkoepelende theorie komt die deze sferen bijeenbrengt. Laat ons opnieuw de concrete mens voor handen nemen, de twee voeten op de aarde plaatsen. De mens is de maat van alle dingen (Protagoras).
Filmfragment: ‘Reyers Laat’ Leg uit hoe de filosoof en producten Daan Roosegaarde in ‘Reyers Laat’ uiteindelijk opnieuw op de oerstoffen van de presocratici beroep doet? Met welke elementen breidt hij het ordenend principe van Heraclitus uit? Alternatieve wegverlichting op basis van (water)verf en (zonne)energie; energiebesparende serres voor de tuinbouw… Noodzakelijke rationele verandering naar de toekomst toe, vult hij aan met het belang van het relationele (uitvindingen die mensen weer met elkaar i contact brengen: belangrijk ivm U op handelen) en het poëtische (belangrijk als insteek naar zingeving Z toe)
Hoofdstuk 2: Antieke filosofie, meer dan ooit zinvol De filosofie vóór Socrates, op zoek naar de oerstof en het ordenende principe: Klein-Azië is het schiereiland in het westen van Azië (Turkije). Daar woonden een klasse van handelaars en politici die wetenschap goed kon gebruiken voor de scheepvaart. Daarvoor moesten ze deze wel begrijpen en kunnen gebruiken (kennis, kosmologie, logica…) → Opzoek naar de oerstof en/of ordenend principe Thales van Milete Het zoeken naar wat uiteindelijk het essentiële is bij het oplossen van onze grote vragen. Vorige les zagen we dat de filosofie ontstond in klein Azië. Het waaide over naar de Grieken, een van de eerste Griekse filosofen was Thales. Hij ging zich vestigen in Griekenland als handelaar en hield zich als eerste bezig met deze problemen (zoeken oerstof). Voor de politici in die tijd was het belangrijk om te kijken wat er gebeurde rond het water. Tussen Griekenland en Turkije werd gescheiden door water, het was zeer belangrijk voor hen. Het is dus maar heel logisch dat men vragen omtrent handel, productie en scheepvaart, bij het zoeken naar filosofische wetenschappelijke antwoorden, allereerst de presocratische hypothese van het water uit de bus kwam. Hierdoor stond het filosofisch denken. Water als de oerstof. → Thales merkten op dat ijs, water en lucht uit dezelfde substantie bestaan, zo opperde hij dat uiteindelijk alles uit water bestond Een scharnier moment door het ontstaan van de Griekse filosofie, we zien ook de gelijkenis in China, India… We zien dat in het taoïsme water ook als behoevend goed wordt gezien. “het hoogste goed is als water. Water is goed ten behoeve van tienduizend dingen” In de Thao (de weg om te komen tot de antwoorden op de vragen die van het meeste belang zijn) Dat is dan ook wat we verstaan onder de scharniertijd: die periode in de geschiedenis, waarbij we zowel in china als in europa, men op antwoorden komt van de vragen en parallellen zien tussen deze antwoorden. Vandaar dat we ook wel soms voorbeelden van de oosterse filosofie gebruiken. = uitgangspunt van de gehele westerse en oosterse filosofie
5
Anaximenes Anaximenes (6de eeuw) ontwikkelt een hypothese over de lucht als reactie op de oerstof water. Hier zien we de filosofie werkelijk ontstaan, men gaat reageren op andere filosofe en zelf hypotheses ontwikkelen als tegen reactie. We worden nu vlug uitgenodigd om de achterliggende stoffen te gaan onderzoeken en dan blijken deze parallel te zijn met water en lucht. → Vuur is verfijnde lucht, water is vloeibare geworden lucht… → Deze hypotheses over het belang van water en lucht hebben groot belang omtrent de huidige milieuproblematiek. Heraclitus Dan krijgen we een nieuw tijdperk (6de-5de eeuw voor Christus). Heraclitus is een politieker. Hij zette het denken van de school van Milete verder vanuit de observatie dat het vuur, dat alle substanties verandert en waar het uiteindelijk op aankomt zijn de principes van het veranderen, het gebeuren. Hij stelde vast dat na het zoeken van oerstoffen ook het zoeken naar de ordeningsprincipe (logos) zeer belangrijk was. Alles verandert voortdurend en daar moeten we rekening mee houden zegt hij. Niet het ‘zijn’ maar het ‘worden’. “Alles vloeit” geeft het belang aan van het voortdurend wisselen, veranderen etc. Alles staat voortdurend in verhouding tot iets anders. Volgens Heraclitus betreft het telkens een conflict, waaruit dan nieuwe dingen ontstaat. Vooruitgang is slechts mogelijk door dit conflict van tegengestelden onder ogen te zien en daar alternatieve voor kunnen zoeken. Hier ligt het begin van het dialectisch denken. Heraclitus plaatst dus alles tegenover elkaar, om zo een dialectisch antwoord te vinden, een soort synthese (koud <-> warm). Hij komt zo dus tot de conclusie dat het kennisprincipe leidt tot wat wij zingeving noemen. Er wordt een link gelegd naar de vraag naar inzicht en de vraag naar zin-zicht. → Door dit inzicht en deze aanvaarding van de werkelijkheid kan de mens de rust en blijmoedigheid bereiken, die het hoogste geluk zal zijn Pythagoras Pythagoras stelde dat men alles kon terugbrengen naar getallen, niet naar water (of lucht). Alles (het reële) wordt vertaald naar cijfers en formules. Hij haalde zijn info bij de econoom, de handelaars. Pythagoras merkt op dat in dit wereldje getallen tot uitkomsten leiden. Parmenides Parmenides vestigde in Zuid-Italië en hij ging zich verzetten in Heraclitus. Een reactie erop! Hij zocht naar het blijvende, eeuwigdurende principe van alles, en dat voorde tot de absolute ontkenning van elke verandering. Hier ligt de wortel voor de nog steeds zeer actuele kwestie, het politieke onderscheidt van de conservatieve en de progressieve. Verandering is slecht een schijn en bedrog. Men vat het samen op het vlak van de kennis, het enige blijvende kan omschreven worden als de waarheid, de rest is slechts een opinie. Zeno van Elea Zeno trachtte die schijnbare verandering door een aantal logica beroemd geworden argumenten te ontmaskeren. Hij probeerden het rationeel uit te leggen. Op basis van een aporie (onoplosbaar probleem) kunnen we erop wijzen dat alles gewoon blijft, hij sluit zich dus aan bij de ideeën van Parmenides (voorbeeld; achilles en de schildpad. We kunnen ons niet altijd beroepen op onze zintuigelijke waarnemingen.
6
Schema van de twee soorten pre-socratici: Heraclitus (Turkije) Eeuwige verandering Natuurlijk wetenschappelijk Empirisch , inductief (zintuigen) Ervaring
Parmenides en Zeno (Zuid-Italië) Eeuwige stilstand Mathematisch Louter rationalistisch, deductief (hersenen) verwondering
We zien gaande weg dat die twee beginselen van zijn en worden verder worden uitgebreid. Die twee scholen (progressief en conservatief) zijn de basis van vandaag. De tegenstelling zit vanaf het begin in het denken rond de problemen waarmee we te doen hebben. Voorbeeld: financiële crisis Reële sfeer Financiele sfeer Nat wet Mathem Empirisch Rationalistisch Inductief Deductief Ervaring verwondering Protagoras Protagoras, de strijd tussen de twee grote stromingen (eeuwige veranderingen vs. Eeuwige stilstand) toonde dat mensen al snel in een totaal andere richting gaan. In de tweede helft van de 5de eeuw ontstond er een sceptische revolte die gedragen werd door de sofisten. ‘Een leraar, een rondreizende professor die de jeugd een privéopleiding geeft’ Protagoras was niet overtuigd door de tegenstelling van de twee grote Griekse scholen en vond dat men de concrete mens met zijn handelingen in het middelpunt van het denken moest zetten “De mens is de maatstaf van alle dingen, van de zijnden, dat ze er zijn, en van de niet-zijnden, dat ze er niet zijn” Hij bracht voor het eerst de mens naar voren in de filosofie. Hij baseert zich op de gewone mensen, die verschillen allemaal van mening. We kunnen niet zomaar een mening verkiezen, het komt overeen met het water dat vloeit. We zullen na verloop van tijd moeten zien welke aanpak het effectiefste zal zijn. Dit heeft ertoe geleid dat het sofisme in een negatief daglicht is gekomen. Een sofist, iemand die de waarheid relativeert en uiteindelijk de waarheid bewijst (een advocaat, een foefeladvocaat). Het kan leiden een immoreel cynisme. Ze spelen met de waarheid. Het is een vorm van retoriek, men past een verkeerde vorm van retoriek toe. Het tentoonspreiden van kunstige vormen zonder veel juiste inhoud.
Les 4: Socrates en Plato Krantenkoppen: “Goedemorgen berichtje van Panos aan de volgende lezer” De idee achter de handeling van het wensen is hier het berichtje dat u gaat schrijven. Men doet dit om iemand een prettig gevoel te geven, een of andere invulling van zingeving. “Opnieuw stakingsdreiging bij spoor” 7
De dreiging is hier de handeling, ze doen dit omdat ze niet tevreden zijn. “Allemaal samen: ‘Ja ik wil’” Het inzicht om met iemand te trouwen komt vanuit de liefde, het inzicht om je leven met iemand te willen en dit gaat over in de handeling van het trouwen. Het leidt tot geluk. “Vijf miljard mensen hebben amper sociale bescherming” Het beschermen van mensen ontbreekt, er ontbreekt rechtvaardigheid, door dit idee gaan de mensen in actie zetten, om de andere te beschermen.
Filmfragment: ‘Reyers Laat’ Welke kernmerken van een socratisch gesprek herkende je in de dialoog met dj Dimitri Vegas? Geen negatieve houding geen dictaten opleggen, het vermogen van de andere mens om zelf kennis te genereren. Kon je ook typische aspecten herkennen die je kan linken met Plato’s ideeën- kennis- en deugdenleer? Het sportpaleis als een grot met iedereen starend naar de schaduwen en echo’s, verwijzend naar ideeën en een meer ideale of ‘chille’ wereld; zowel thymos (de wilskracht om er te staan) als epythumia (uit de bol gaan) aanwezig. Alleen al het woord ‘Tomorowland’ verwijst naar een meer ideale wereld in een soort utopische zin, ook een deugd als matigheid nodig, genoeg sport, niet te veel drinken, gezond eten, diverse standen aanwezig kippenboer tot superrijke mensen.
Socrates en Plato: Socrates: Het nadenken over het menselijk handelen, wordt de ethiek genoemd en staat voorop in dit tijdperk. Socrates heeft deze concrete weg uitgetekend. Hij heeft zelfs niets geschreven maar zijn leerling Plato heeft dit alles genoteerd. Er is dus weinig geweten over zijn leven. Hij verzette zich wel tegen de scepsis van de sofisten. Filosofie voor Socrates is het kritisch onderzoeken van het menselijke denken en handelen en de vorming van de jeugd. Dit was de eerste omschrijving van de betekenis van filosofie. Hij wilde aantonen dat de meeste mensen niet zo logisch of consequent dachten en zeker niet handelden. Wij gaan kijken op welke manier Socrates dit kritisch onderzoek gaat uitvoeren. Hij gaat stellen dat we het niet louter gaan doen door het empirisch waarnemen en door op basis van het rationalisme te handelen. Hij gaat een totale andere weg op dan de twee Griekse scholen, de weg die hij ontdekt door een Socratisch gesprek te gaan voeren met de mensen die hij ontmoet op de Acropolis en de haven. De zes kenmerken van een “Socratisch gesprek” 1. Geen negatieve houding 2. Dialogeren 3. Wederzijdse interesse 4. Geen dictaten opleggen 5. Het vermogen van de andere mens om zelf kennis te genereren 6. Relativering van aanvankelijke opvattingen
8
Zo gaat hij de grote vragen van de filosofie stellen aan mensen, om tot een antwoord te komen. Er zijn diverse methoden om tot de waarheid te komen. Dialectiek, een manier om tot kennis te komen Retoriek, Protagoras Maieutiek, dat socratisch gesprek is de manier om via de maieutiek tot de kennis te komen. De waarheid die ergens in ons verborgen zit moet geboren worden. Zeer interessante methode om brug te maken tussen empirisme en rationalisme. In feite zijn beiden zeer belangrijk. De gave van Socrates was om uit die tegenstelling te komen en omwille van de mens tot de methode van de maieutiek komen. Hermeneutiek, waarheid bekomen dankzij ervaring Het moreel juiste kon worden gekend en aangeleerd en het juiste inzicht in het morele leidt altijd tot een juist inzicht wat het handelen betreft. Hij stelt dus dat het ware (inzicht) leidt tot het goede (uitzicht), maar ook het tot het schone (zinzicht). → Verkeerd handelen was dus een gevolg van verkeerd inzicht Wat is nu het juiste inzicht? Socrates heeft het belang uitgedrukt dat we onszelf moeten kennen. Wat is voor mij werkelijk belangrijk? In elk van ons leeft een goddelijk beginsel (het daimonion) “Het is een soort geweten dat we opnieuw moeten leren beluisteren en dat we gewoonlijk zoveel mogelijk door het vervullen van veel behoeften doen verstommen (overeen die behoeften kijken).” Als je daar overeen kijkt dan begrijp je dat je geluk naast de kwestie is van jou daimon. Dit is een goede harmonie tussen het ware en het goede in ons handelingen. We stoten hier op een parallel met de oosterse filosofie, het zen zijn. Dus komt het vooreerst aan op die valse behoeften te ontmaskeren en te verwerpen. → Wie het minste nodig heeft staat het dichtste bij de goddelijke waarheid in zichzelf In het confucianisme: inzicht: de reden waarom wij heel vaak verstoord worden in het trouw zijn aan onszelf, is omdat wij ons laten doen. Wij laten onze behoeften inpakken door bijvoorbeeld reclame, instituties, politiek (je moet studeren en een job hebben), het gerecht. Je behoeften worden gestroomlijnd. Dat is ook hetgeen wat Socrates gaat aangeven. Dat wij onze bron van kennis doen verstommen door te veel in te gaan op behoeften die eigenlijk in tegenspraak zijn met wat wij eigenlijk willen doen. Kant noemde Confucius (die hetzelfde zei als Kant) de Chinese Socrates. Dus de verwantschap tussen oosterse en westerse filosofie is zeer nauw. Ook Kant vond het belangrijk dat Socrates de brug tussen de twee scholen probeerde te maken -> Kant zal hier ook kracht uit halen. De manier waarop hij dit (brug slaan oost en west, tussen Italië en kleinAzië) deed was niet via de maieutiek, maar hij zal ook het empirisme en rationalisme te overbruggen. Op welke manier zien we later. Socrates toonde aan dat vele mensen belangrijke functies vervulden waarvoor ze weinig of niet competent waren. De staat moet geregeerd worden door filosofisch gevormde mensen die handelen vanuit hun daimon. Dit leidde natuurlijk tot haat van de autoriteiten. Hij kreeg een proces en werd veroordeelt tot het drinken van een gif dat zijn dood werd.
9
Plato Plato, de aristocratische leerling van een door het democratische Athene terechtgestelde leermeester, oefent nog steeds een grote invloed op ons uit. Plato ging duidelijk aangeven dat de werkelijkheid in het niet-reële ligt, Socrates beweert het omgekeerde. Denk aan het schilderij ‘De school van Athene’, Plato wijst naar boven) Hij is de eerste echt radicale idealist uit de geschiedenis van de Westerse filosofie. ‘Niets in de werkelijkheid is zo volmaakt als de idee die we er van hebben’ Niets kan beantwoorden aan de idee (het idee van de perfecte job, het perfecte huwelijk). Het werkelijke moet men dus zoeken in het niet-reële. De echte ‘werkelijkheid’ is dat ideaal, en wat wij de realiteit noemen, is slecht een zwakke afschaduwing van dat ideaal. De wereld van de ideeën is onveranderlijk en bovenzintuigelijk. Tijdens dit allesbehalve ideale leven zit de ziel gevangen in het lichaam, dat tot materiële en dus onvolmaakte wereld behoort. De zin van het leven vinden we wanneer we er in ons streven op gericht zijn de ontwikkeling van onze geestelijke vermogens te stimuleren en ons door het lichaam zo weinig mogelijke te laten binden. Het lichamelijke is de tegenstrever, het verhindert ons om het verstand te optimaliseren. Het lichamelijke wordt als pejoratief beschouwd. Hij beschouwde de ziel als het intellectuele (inzicht) en morele (uitzicht) zelf. De ziel werd gezien als een driespan: 1. De rede, de logos of de wagenmenner (intellect, het redenerende en kennende deel) 2. Onze wil, de thumos of het nobele paard (doorzettingsvermogen) 3. Onze lust, de epithumia of het weerspannige paard (drifleven) Kenmerk bij uitstek waar Plato op wees: dat in onze samenleving het rationele bij de vrouw zal ontdekt worden en zelfs als meerwaarde zal worden beschouwt. Onderscheid tussen arbeiders en bedienden: gebaseerd op visie van Plato op het lichaam, dat rationele denken voorop staat en meer geapprecieerd wordt. → Dit is de ideeënleer van Plato De kennisleer van Plato is een leer die ook ingaat op dat wat wij kennen, herinneringen zijn van toen wij nog in de ideeënwereld leven. We zien tijdelijke varianten van de werkelijkheid. Als we met dat verstand tot die kennis willen komen dan moeten wij discipline (thumos) hebben om aan de verleidingen (epithumia) te weerstaan. Je moet je wilskracht bovenhalen om die kennis effectief te gaan realiseren. Op die manier gaan wij via abstracte ideeën gaan wij onze kennis uitbreiden en gaan we zien dat de geest steeds de oorsprong is van nieuwe kennis. Dit gebeurt als wij ons kunnen losmaken en naar buiten geraken uit die grot en de zon zien als metafoor voor de geest die alles genereert. We krijgen dan de kans om ons verder te ontwikkelen van onze ideeën. 1. Leven in een grot 2. Tijdelijke varianten van blauwdrukken 3. Thymos discipline 4. Wereld der ideeën abstracties 5. De geest 6. Verschillende kennis over de werkelijkheid 7. Ziel snakt daarboven te vertoeven, de menselijke ziel is een stuk misvormd, het enige wat telt is het verder zoeken naar kennis, de arbeid is daarbij niet belangrijk dit is een last
10