Besprekingsverslag plenaire sessie1 1.Opening De voorzitter, de heer André Zents, opent de vergadering om 9.00 uur en heet de aanwezigen hartelijk welkom. Als bestuurders van de regiogemeenten zijn aanwezig: wethouder Blokhuis uit Apeldoorn, wethouder Engberink uit Olst-Wijhe, wethouder Van Norel uit Epe en wethouder Vrijhoef uit Voorst. Mevrouw Natasja Smit (gemeente Deventer) en de heer André Zents (gemeente Apeldoorn) zijn de accountmanagers voor de zorgaanbieders in de regio, vanaf 1 juli 2015 ondersteunt door de heer Peter Liebrechts (gemeente Epe). 2.Plenaire informatie De voorzitter licht het doel van de bijeenkomst toe. Na het plenaire, informatieve deel gaan de aanwezigen uiteen in drie groepen. De deelsessies gaan over de onderwerpen: 1. Beschut werk en dagbesteding, onder leiding van Natasja Smit; 2. Samenwerking, onder leiding van Peter Liebrechts; 3. Rapportages over cliënttevredenheid en kwaliteit van zorg, onder leiding van André Zents. Website Vanuit de aanbieders is gevraagd om één website, waarop alle informatie is gebundeld. Deze website is vandaag online gegaan: www.zorgaanbiedersinfo.nl. De website is bedoeld voor alle aanbieders uit de acht deelnemende gemeenten die de raamovereenkomst getekend hebben. Aanbieders kunnen zich via de website aanmelden voor attenderingsmails, zodat ze automatisch worden geïnformeerd als er voor hen belangrijke nieuwe informatie is toegevoegd. In de komende tijd wordt de website verder uitgebouwd. Reacties en aanvullingen vanuit aanbieders zijn welkom. Vraag De naam van de website verwijst niet naar de gebruiker of het gebied. De titel lijkt landelijk. Mevrouw Smit wijst op het logo, waarbij de bruine stippen de geografische locatie van de Veluwse gemeenten en de blauwe stippen die van de Sallandse gemeenten verbeelden. Er wordt gezocht naar een passende naam. Facturen De voorzitter benadrukt de noodzaak om facturen tijdig in te dienen en om het te melden wanneer dit niet mogelijk is. Per 1 september moeten de aanbieders bij zijn met hun facturering. De meeste gemeenten kunnen de facturen nog niet automatisch verwerken, maar indienen kan via VeCoZo. Voor verdere informatie over factureren kunnen aanbieders informatie vinden op de website onder de betreffende gemeente. VeCoZo Eind dit jaar zouden de gemeenten klaar moeten zijn voor het werken met iWmo en VeCoZo. Op dit moment zijn er nog steeds problemen met het aanleveren met VeCoZo en er leven veel vragen bij aanbieders. De geautomatiseerde verwerking van de facturen wil de gemeente graag zo spoedig mogelijk geregeld zien. Aanbieders die via VeCoZo hun facturen indienen, wordt gevraagd om ter controle de verzamelfactuur apart in te sturen naar de gemeente. Dit staat ook op de website vermeld. Geen bijdrage voor extra kosten mogelijk Het is niet mogelijk om aparte kosten in rekening te brengen tijdens dagbesteding, bijvoorbeeld voor materialen of maaltijden. Dit is uitgesloten in de maatwerkovereenkomst. De reden hiervoor is de eigen bijdrage. De gemeente mag niet op een andere wijze kosten in rekening brengen bij de cliënt. Kosten wooncomponenten tijdens onderbreking
Bij een onderbreking van het verblijf van een cliënt, bijvoorbeeld door vakantie of een ziekenhuisopname, kan de financiering gedurende vier weken doorlopen met een eenmaal mogelijke verlenging van twee weken. Onderbreking van het verblijf moet worden gemeld. Herindicatie e De voorzitter vraagt de aanbieders om te anticiperen op de 18 verjaardag van cliënten, om tijdige overgang van Jeugd naar Wmo te organiseren. De gemeenten willen de herindicatie tijdig afgeven, om continuïteit van de zorg te waarborgen. Het helpt daarbij dat de aanbieders een oogje in het zeil houden. Mutaties in bouwstenen De gemeente vraagt aanbieders om mutaties in bouwstenen zo snel mogelijk door te geven via de op de website vermelde wijkmailadressen. Privacy De voorzitter vraagt nadrukkelijk om aandacht voor het op een verantwoorde manier versturen van gegevens van cliënten in de periode dat VeCoZo niet volledig operationeel is. VeCoZo werkt met beveiligde portalen. Het Burgerservicenummer en andere privacygevoelige gegevens mogen niet via open e-mailberichten worden verzonden. Een mogelijke werkwijze is via Zorgmail. Spoedzorg Spoedzorg hoort maar zelden thuis onder de Wmo (zie circulaire van de VNG) en valt meestal onder de ZVW of de WLZ. Alleen logeeropvang valt onder de Wmo, vrijwel alle andere zaken vallen onder andere wetgeving. De bouwsteen spoedzorg uit de maatwerkvoorziening zal om deze reden maar sporadisch toegepast kunnen worden. Nieuw onderzoek budget Beschermd wonen Beschermd wonen is de taak van 43 centrumgemeenten in Nederland. In deze regio zijn dat de gemeenten Deventer en Apeldoorn. Landelijk wordt intensief gesproken over de toereikendheid van het historische budget. Afgesproken is dat hierop aanvullend onderzoek plaatsvindt door bureau HHM. In het kader van dit onderzoek kan een beroep gedaan worden op de aanbieders voor het aanleveren van verdiepende informatie. De voorzitter vraagt hierbij om medewerking van de aanbieders. Vragen Gemeenten vragen vaak te veel informatie van aanbieders en regelmatig staat het ontbreken van dit soort gegevens een beschikking in de weg. Daar heeft de cliënt last van. Aanbieders vragen de gemeenten om met eenzelfde toetsing te werken. Dit punt betreft vooral de financiering, niet de inzet van zorg. De voorzitter noemt dit een terecht punt en vraagt om specifieke casussen te melden. Wethouder Blokhuis merkt op dat dit punt landelijk speelt. Via de VNG wordt eraan gewerkt om dit probleem voor de zomer op te lossen. Dit is een gemeenschappelijk belang voor cliënten, aanbieders en gemeenten.
Aanbieders moeten informatie aanleveren voor veel partijen, die vaak net andere wensen hebben. Soms is er sprake van verschillende codes voor een product. De aanbieders vragen om harmonisatie.
De voorzitter geeft aan dat dit een vaak gehoorde oproep is. Het is niet altijd te voorkomen. Er wordt aan gewerkt om in de acht gemeenten in de regio de processen te vereenvoudigen. Het zou niet mogelijk moeten zijn dat er verschillende codes voor hetzelfde product worden gebruikt. Als dit het geval is, vraagt de voorzitter om dit te melden.
Een aanbieder neemt sinds februari 2015 deel aan de raamovereenkomst. Daarna heeft ze niets meer gehoord en ze vraagt hoe ze aan cliënten komt en hoe facturering en andere processen werken. Ze vraagt om nieuwe aanbieders beter te informeren.
De voorzitter zegt dat met alle bekende aanbieders is gecommuniceerd. Op de website is de informatie terug te vinden. Lukt dat niet, dan kan de aanbieder contact opnemen. De cliënt kiest voor
2
een aanbieder en de consulenten hebben een lijst met alle aanbieders en een overzicht van de specialismen. Vraag Zorgboeren hebben zich verenigd onder de titel Boer en Zorg. Vanuit de zorgboerderijen is er regelmatig contact met gemeenten en dan blijkt men de naam van de individuele boer niet te kennen. De voorzitter meldt dat er inmiddels een lijst is opgesteld van alle deelnemende organisaties. Dit probleem is daarmee ondervangen.
Gevraagd wordt wie de gegevens voor de eigen bijdrage aanlevert.
Dit wordt door de aanbieders gedaan, met uitzondering van de bouwstenen voor beschermd wonen. In dat geval levert de gemeente de gegevens aan. De precieze informatie wordt op de website geplaatst. 3. Rondvraag en sluiting Er zijn geen punten voor de rondvraag. De voorzitter meldt dat in oktober een vervolgbijeenkomst plaatsvindt. Hij bedankt de aanwezigen en sluit de vergadering om 10.35 uur.
3
Besprekingsverslag plenaire sessie 2. 1. Opening en mededelingen De voorzitter, mevrouw Natasja Smit, opent de vergadering om 11.15 uur en heet de aanwezigen hartelijk welkom. Als bestuurders van de regiogemeenten zijn aanwezig: wethouder Blokhuis uit Apeldoorn, wethouder Van Norel uit Epe en wethouder Pierik uit Heerde. Mevrouw Natasja Smit (gemeente Deventer) en de heer André Zents (gemeente Apeldoorn) zijn de accountmanagers voor de zorgaanbieders in de regio, vanaf 1 juli 2015 ondersteund door de heer Peter Liebrechts (gemeente Epe). 2. Plenaire deel De voorzitter licht het doel van de bijeenkomst toe. Na het plenaire, informatieve deel gaan de aanwezigen uiteen in drie groepen. De deelsessies gaan over de onderwerpen: 1. Beschut werk en dagbesteding, onder leiding van Natasja Smit; 2. Samenwerking, onder leiding van Peter Liebrechts; 3. Rapportages over cliënttevredenheid en kwaliteit van zorg, onder leiding van André Zents. Website Vanuit de aanbieders is gevraagd om één website, waarop alle informatie is gebundeld. Deze website is vandaag online gegaan: www.zorgaanbiedersinfo.nl. De website is bedoeld voor alle aanbieders uit de acht deelnemende gemeenten die de raamovereenkomst getekend hebben. Aanbieders kunnen zich via de website aanmelden voor attenderingsmails, zodat ze automatisch worden geïnformeerd als er voor hen belangrijke nieuwe informatie is toegevoegd. In de komende tijd wordt de website verder uitgebouwd. Reacties en aanvullingen vanuit aanbieders zijn welkom. Vragen Kunnen via de website subsidies worden aangevraagd? Dit is nu nog niet mogelijk. Wel zijn er via de website links te vinden naar belangrijke informatie over dit en andere onderwerpen, bijvoorbeeld een link naar Negometrix.
Staan de gegevens van alle deelnemende zorgaanbieders erop? Dit is een wens vanuit de zaal. Als daarbij enige informatie van de aanbieders staat vermeld, is het gemakkelijker om cliënten door te verwijzen.
Een lijst met de namen van de aanbieders wordt toegevoegd. De website is bedoeld om te komen tot goede samenwerking. De toegang tot zorg verloopt niet via de website, maar wordt lokaal uitgewerkt. Via de toegang wordt aangegeven waar een cliënt naartoe gaat. Facturen De voorzitter benadrukt de noodzaak om facturen tijdig in te dienen en om het te melden als dit niet mogelijk is. Per 1 september moeten de aanbieders bij zijn met hun facturering. De meeste gemeenten kunnen de facturen nog niet automatisch verwerken, maar indienen kan via VeCoZo. Voor verdere informatie over factureren kunnen aanbieders informatie vinden op de website onder de betreffende gemeente. VeCoZo Eind dit jaar zouden de gemeenten klaar moeten zijn voor het werken met iWmo en VeCoZo. Op dit moment zijn er nog steeds problemen met het aanleveren met VeCoZo en er leven veel vragen bij aanbieders. De geautomatiseerde verwerking van de facturen wil de gemeente graag zo spoedig mogelijk geregeld zien. Aanbieders die via VeCoZo hun facturen indienen, wordt gevraagd om ter controle de verzamelfactuur apart in te sturen naar de gemeente. Dit staat ook op de website vermeld. Geen bijdrage voor extra kosten mogelijk
4
Het is niet mogelijk om aparte kosten in rekening te brengen tijdens dagbesteding, bijvoorbeeld voor materialen of maaltijden. Dit is uitgesloten in de maatwerkovereenkomst. De reden hiervoor is de eigen bijdrage. De gemeente mag niet op een andere wijze kosten in rekening brengen bij de cliënt. Kosten wooncomponenten tijdens onderbreking Bij een onderbreking van het verblijf van een cliënt, bijvoorbeeld door vakantie of een ziekenhuisopname, kan de financiering gedurende vier weken doorlopen met een eenmaal mogelijke verlenging van twee weken. Onderbreking van het verblijf moet worden gemeld. Herindicatie e De voorzitter vraagt de aanbieders om te anticiperen op de 18 verjaardag van cliënten, om tijdige overgang van Jeugd naar Wmo te organiseren. De gemeenten willen de herindicatie tijdig afgeven, om continuïteit van de zorg te waarborgen. Het helpt daarbij dat de aanbieders een oogje in het zeil houden. Mutaties in bouwstenen De gemeente vraagt aanbieders om mutaties in bouwstenen zo snel mogelijk door te geven via de op de website vermelde wijkmailadressen. Privacy De voorzitter vraagt nadrukkelijk om aandacht voor het op een verantwoorde manier versturen van gegevens van cliënten in de periode dat VeCoZo niet volledig operationeel is. VeCoZo werkt met beveiligde portalen. Het Burgerservicenummer en andere privacygevoelige gegevens mogen niet via open e-mailberichten worden verzonden. Een mogelijke werkwijze is via Zorgmail. Vraag Voor het schenden van privacy gelden hoge boetes. Men vraagt of er een bewerkingsovereenkomst is. Wethouder Blokhuis geeft aan dat dit een landelijk probleem is. Via de VNG wordt gezocht naar een oplossing. In deze regio neemt de gemeente Epe de eerste stap om het onderwerp te agenderen. Spoedzorg Spoedzorg hoort maar zelden thuis onder de Wmo (zie circulaire van de VNG) en valt meestal onder de ZVW of de WLZ. Alleen logeeropvang valt onder de Wmo, vrijwel alle andere zaken vallen onder andere wetgeving. De bouwsteen spoedzorg uit de maatwerkvoorziening zal om deze reden maar sporadisch toegepast kunnen worden. Nieuw onderzoek budget Beschermd wonen Beschermd wonen is de taak van 43 centrumgemeenten in Nederland. In deze regio zijn dat de gemeenten Deventer en Apeldoorn. Landelijk wordt intensief gesproken over de toereikendheid van het historische budget. Afgesproken is dat hierop aanvullend onderzoek plaatsvindt door bureau HHM. In het kader van dit onderzoek kan een beroep gedaan worden op de aanbieders voor het aanleveren van verdiepende informatie. De voorzitter vraagt hierbij om medewerking van de aanbieders. Vragen Bij begeleiding complex krijgt een cliënt bouwstenen en worden de punten genoemd waarin hij moet worden ondersteund. Het vergt veel werk om de ondersteuningspunten uit te werken in een plan, maar dit is niet te declareren. Alleen direct contact met de cliënt is te declareren. Een goed plan, dat wordt gedeeld met bijvoorbeeld de huisarts, zou samen met de cliënt opgesteld moeten worden. Er is een bouwsteen integraal ondersteuningsplan. Deze moet speciaal worden toegewezen en daar zit diagnostiek niet in. De toegang moet zorgen voor een gespreksverslag en een ondersteuningsplan. De aanbieder moet het uitvoeringsplan maken. Dit is overeengekomen in de raamovereenkomst. Voor het geschetste probleem is op dit moment geen oplossing. De aanbieder behoort een plan aangereikt te krijgen in de vorm van een vraagstelling en geformuleerde doelen.
5
3. Rondvraag en sluiting De voorzitter meldt dat in oktober een vervolgbijeenkomst plaatsvindt. Hij bedankt de aanwezigen en sluit de vergadering om 13.05 uur.
6
Workshop klanttevredenheid Sessie 1. De heer Zents licht het doel van de deelsessie toe. De klanttevredenheid voor de Wmo moet worden onderzocht en de gemeenten zijn op zoek naar een goede, werkbare manier om de aanbieders hierbij te betrekken. Informatie is nodig over hoe de cliënt de zorg ervaart en hoe hij denkt over het aanbod, de vorm, de bejegening door de aanbieder en de effectiviteit van de zorg. Bespreking Welke informatie heeft de gemeente, de inkopende partij nodig? Ook aanbieders hebben de verplichting tot onderzoek naar klanttevredenheid. Als de gemeente hiernaar onderzoek doet, ontvangen de aanbieders graag een terugkoppeling van de resultaten. Aanbieders zijn gebaat bij een rapportcijfer van de cliënt en ze willen informatie over welke verbeteringen mogelijk zijn. Het risico bij klanttevredenheidsonderzoek is de relatie met zelfredzaamheid en participatie. Als van cliënten meer wordt gevraagd, haalt dat de tevredenheid onderuit. Cliënten moeten meer doen en krijgen dus minder hulp. De informatie moet zich niet beperken tot tevredenheid. De vorderingen die de cliënt maakt, zijn relevant. Bij het meten van vorderingen schuilt het gevaar dat niet bij iedere cliënt vooruitgang te boeken is. Soms is de zorg zelfs bedoeld om achteruitgang te vertragen. Ook zijn er cliënten die altijd de problematiek bij een ander neerleggen. Dit geeft een vertekend beeld, dat bij kleine aanbieders sterk kan doortrekken. In het zorgplan dat aanbieders opstellen, worden doelen opgenomen. Aanbieders willen altijd meten hoe tevreden de cliënten zijn. Om te komen tot goede, relevante informatie, moet het onderzoek breed worden opgezet en moet goede monitoring plaatsvinden. De gegevens moeten eenvoudig aan te leveren zijn. Uit een groter onderzoek waaraan veel cliënten en aanbieders deelnemen, is aan de hand van statistische analyse meer informatie te halen. Een goed onderzoek vergt een kwaliteitssysteem en beoordeling door een onafhankelijk extern bureau. Genoemd wordt in dit verband de organisatie MEE. De aanbieders vragen om eenduidigheid. Vooral aanbieders die in meerdere regio’s werkzaam zijn, benadrukken de noodzaak tot een eenduidig systeem in de regio, zoveel mogelijk aansluitend bij landelijke informatie. Er wordt gewezen op bestaande onderzoeken en vormen die al zijn ontwikkeld, zoals door CQI, VGN en bij GGZ Nederland. Gevraagd wordt naar de verhouding met het pgb. De voorzitter geeft aan dat de gemeente in een andere verhouding staat tot de pgb-houder dan tot de aanbieders. Een pgb-houder moet in staat zijn om de eigen regie te voeren. De gemeente moet er in het keukentafelgesprek achter komen of er wordt geleverd wat nodig is en of de constructie klopt. In dit geval is er geen sprake van een overeenkomst met een zorgaanbieder. De voorzitter wil graag toe naar één systeem voor de regio, dat moet werken voor aanbieders en gemeenten. In de raamovereenkomst zitten aanknopingspunten, maar deze moeten verder worden aangescherpt in de volgende ronde. De toezichtverplichting van de centrumgemeente en de overige gemeenten wordt in de komende tijd voorlopig neergelegd bij de GGD. In het bestuurlijk overleg volgt een presentatie over hoe de gemeenten deze opdracht willen inzetten.
7
Hij vraagt welke aanbieders willen meewerken aan de ontwikkeling van een klanttevredenheidsonderzoek. De volgende mensen melden zich aan: Trijn de Vries van Philadelphia Marja van der Linden van Nusantara Mark Bakker van Boer en Zorg Judith Kolk van Trajectum
8
Workshop klanttevredenheid Sessie 2 In de raamovereenkomst staat aangeven dat de cliënttevredenheid en cliëntervaringen geëvalueerd worden; Cliënt <->aanbieder Aanbieder <->opdrachtgever Hier moet nog vorm aan worden gegeven, we horen graag ervaringen en suggesties. We willen graag naar een methodiek om dit te kunnen meten voor de regio. Graag uit deze groep 2 aanmeldingen om hier verder over mee te denken. Wat is een goede werkmanier met een kleinere administratieve last? Inhoud en vorm; Zorggroep Apeldoorn en omstreken: Maken gebruik van een app. Hebben een kleine meting opgezet en zijn cliënten gaan bevragen op onderdelen in de Dagbesteding. Ze laten uitvoeren door mensen die niet direct betrokken zijn bij de dagbehandeling. Resultaten heb je snel en worden teruggekoppeld aan cliënt. Het is geen CTO maar wel een snel en direct systeem. 1x per kwartaal bij verschillende dagbehandelingen wordt er gemeten. Het is ook mogelijk om mantelzorgers het te laten invullen via een link. Actie: Danny Huizer mailt de link aan André Zents van hun tool. Siza: Werken met methode: ‘Dit vind ik ervan’. valide onderzoek en betrouwbaarheid zijn belangrijk. In dialoog onderzoeken op individueel niveau met hulp van een landelijke waaier van instrumenten die ingebed is in je werkwijze. Betekenisvol gesprek met ervaringen die er toe doen geen lege scores. ‘Tellen en vertellen’,‘inhoud en score’ met aanknopingspunten voor vervolg in samenwerking. Begeleiders worden getraind in het voeren van de dialoog op een open manier. Goede ervaringen mee. Gebruik maken van betrokken mensen of objectieve bevragers?
Dit zou je ook kunnen neerleggen bij de mensen die het keukentafelgesprek gevoerd hebben. Het kan elkaar ook bijten wanneer je door iemand die gezorgd heeft laat doen, omdat de cliënt misschien vind dat de begeleider te streng is geweest, maar dat de groei van de cliënt wel heeft plaatsgevonden. De evaluatie zou nog wel wat verdiept kunnen worden. En het is voor mensen lastiger te zeggen als ze het niet zo goed gevonden hebben als de begeleider de evaluatie zelf afneemt Werken met pictogrammen zou voor sommige cliënten als te kinderachtig bevonden worden. Dit is niet de ervaring van Zorggroep Apeldoorn e.o. Eenvoudig houden van onderzoek met pictogrammen en heldere eenvoudige vragen Wel rekening houden met verschil tussen verstandelijk beperkten en mensen zonder verstandelijke beperking. Mensen zonder een verstandelijke beperking willen niet geassocieerd worden met mensen die wel een verstandelijke beperking hebben Vorm moet aansluiten bij cliënt, uitkomsten moeten vergelijkbaar zijn/ te vergelijken zijn. Vraag die je jezelf moet stellen is: ‘Hoe sluit je nu het beste aan bij de vaardigheden en beleving van de cliënten?’
Hoe lang is een onderzoek? Zorggroep Apeldoorn e.o.: Tussen de 5 en 30 vragen. Siza: varieert per cliënt 1x per jaar Bij kortdurend traject op moment van het afsluiten van de zorg. Bij langer traject 1x per half jaar Meten van de voortgang van de zorg? Moet je in context zien van doelgroep (dementie gaat sowieso achteruit) Onderzoeken wat de vraag is; klantervaring vs. vordering cliënt/verminderde achteruitgang Zelfredzaamheidmatrix Meting moet geen doel op zich worden
9
Jarenlange begeleiding (ambulante begeleiding) wordt jaarlijks gemeten maar vind beperkte groei plaats. Zelfredzaamheidmatrix is hierbij niet zo nuttig.
Hoe maak je dit dan wel inzichtelijk? Soms kun je meten in uren, waar je begint met veel uur en dat afbouwt. In verpleging kan dit weer anders zijn, worden de uren juist meer. Stuk preventie is ook belangrijk, maar meetbaar maken van preventie is erg lastig. Raad en wethouders worden een beetje doof voor de mooi weer verhalen Niet tellen, maar vertellen dat kan raad en college wel inzicht verschaffen. Context en verhaal er omheen zijn wel belangrijk. Het verhaal van de cliënten en begeleiders aan de raad en B&W kan het bij de politiek meer verduidelijken. Cliënten voelen zich ook gezien hierdoor. Er zijn ook zorgmijders die zorgwekkend zijn maar die lastig in beeld zijn te krijgen. Zij zoeken niet altijd de gemeente op, wel de zorgorganisaties. Gemeente geeft dan aan dat ze niet in beeld zijn omdat ze dan niet opendoen of telefoon opnemen. Stichting Ontmoeting heeft een cliënt waar dit nu bij speelt. Andre nodigt uit om bij hem langs te komen en hier een oplossing voor te zoeken. Wie wil meedenken over hoe we dit nu verder op kunnen pakken? Juliette Vaal – Siza Danny Huizer –Zorggroep Apeldoorn en omstreken Paul Ellenbroek of Karin van Ophem – PJG Gerhard Kwakkel van ISUPPORT
10
Workshop Samenwerking Sessie 1 Niet werken in organisaties, maar werken in taken. We hebben de 3 sectoren nu tegelijk uitgenodigd om de schotten weg te halen en samenwerking te bewerkstelligen. Zijn er al voorbeelden van samenwerking tussen organisaties? Netwerk Dementie is al een samenwerkingsvorm en een mooi voorbeeld van samenwerking tussen verschillende organisaties Gemeente Apeldoorn heeft ontmoetingsplekken aangewezen in de stad en bij subsidieverstrekking wordt samenwerking met andere partijen als voorwaarde gesteld. Coöperatie Boer en Zorg; verschillende zorgboerderijen die nu onder een paraplu opereren. In eerste instantie was er nog een concurrentiegevoel naar elkaar toe, maar dat kantelt nu steeds meer naar accepteren van de samenwerking en acceptatie van ‘de naam’ en de voordelen ervan inzien; leren van elkaar, elkaar gunnen van klanten (wat past het beste bij de klant). Er is nu meer vertrouwen, elke 3-4 weken vindt er een bijeenkomst plaats en er worden bezoeken aan verschillende zorgboerderijen georganiseerd zodat ze bij elkaar in de keuken kunnen kijken. Als zorgorganisatie moet je als ondernemer en als hulpverlener denken
Bij NAH merkt men dat er nog veel op de eigen eilandjes gewerkt wordt, zij proberen wel contacten te leggen, maar dit loopt nog niet als gewenst. Interact Contour zoekt ook de samenwerking en hebben een locatie waar alles bij elkaar komt. Dagbesteding wordt met verschillende partijen aangeboden aan verschillende doelgroepen. Samenwerken is niet teveel praten, maar gewoon doen! Vertrouwen in elkaar hebben is hierbij belangrijk. Interact verwachtte in het begin bij de samenwerking tegen meer problemen aan te lopen dan uiteindelijk gebeurd is. Bartimeus: Voor kleinere instellingen is het ondoenlijk om alle kleine gemeentes aan te doen met als doel de instelling te profileren. Consulenten moeten herkennen dat het specialisme van Bartimeus nodig is, dat wordt niet altijd herkend.
Instellingen moeten veel meer hun best doen om zich te laten zien en duidelijk maken wat ze wel en wat ze niet doen; profileren op bepaalde punten.
GGNet: alles op een locatie samenbrengen werkt is de ervaring. De goede zorg: Er mag meer dan je denkt. En het opheffen van kleine locaties en centreren heeft een voordeel voor de samenwerking. Daarnaast is het ook niet meer houdbaar financieel gezien om alle kleinere locaties geopend te houden. In samenwerking wordt je ook weer sneller gevonden.
Welke rol zien zorgaanbieders voor de gemeente? Zorgaanbieders zien een rol voor de gemeente bij samenwerking op fysieke plekken. Er is behoefte aan een definitie van ‘Eigen kracht’, hoe ziet de gemeente dit? Een belemmering is dat WMO consulenten niet goed weten wat de organisaties te bieden hebben, als gemeente zou je kunnen faciliteren dat er tijd is voor consulenten om te bekijken wat voor organisaties er zijn en wat ze doen. De Etalage in Zwolle is een mooi voorbeeld. Wat vraagt samenwerking van organisaties? Je openstellen als organisatie voor samenwerking is kwetsbaar, maar wordt zeer gewaardeerd. Het levert nieuwe contacten op en laat je andere werkwijzen zien. Laat je kwaliteit zien, deel dat met elkaar en denk vanuit de klant. Doorstroom naar een andere instelling waar de cliënt op een gegeven moment beter op zijn of haar plek is betekend ook dat er weer meer ruimte voor nieuwe instroom komt De cliënt zo kort mogelijk en zo goed mogelijk begeleiden en door laten stromen naar een andere aanbieder waar nodig/mogelijk moet de instelling zijn.
11
Hoe ontstaat deze houding? Vanaf het begin af aan afstemmen met de cliënt. Niet denken in geld en behoud, maar denken vanuit de cliënt die verder geholpen moet worden. Dit is een nieuwe manier van denken. Bekijken hoe je met beperkte middelen en budget de goede resultaten kunt behalen is nog wel een uitdaging. Binnen de sectoren lijkt men elkaar al wel een beetje te vinden maar hoe is dat buiten de eigen sector, vindt daar ook samenwerking plaats? Interact Contour werkt ook al samen met praktijkonderwijs en voor veel cliënten werkt dit positief. Er wordt gekeken of er nog meer samenwerkingen nodig zijn. Men moet elkaar wel kennen om de samenwerking te kunnen vinden. Het onroerend goed is nog wel een belemmering. Mogelijkheid is een stukje overcapaciteit in te zetten voor andere groepen. Hoe kom je met elkaar in verbinding? Een goede toets voor samenwerking is of men elkaars mobiele nummer heeft Netwerken; netwerkversterking, denken vanuit de cliënt. Spreken we wel dezelfde taal in omgang met cliënten of een vergelijkbare taal? Interact Contour geeft aan dat hun ervaring is dat het wel echt met vallen en opstaan gebeurd, maar door gewoon te gaan samenwerken, groeit het er vanzelf wel in. Als je samenwerkt bekijk dan wel goed wat er werkt en wat niet en naar wat er echt nodig is. De overdracht van een cliënt van zorgorganisatie naar de samenleving gaat nog niet altijd goed. Er zijn wel voorbeelden waarbij het wel lukt een cliënt door te laten stromen naar de arbeidsmarkt. In probleemgezinnen lopen soms wel 5, 6 of 7 verschillende organisaties rond om hulp te bieden. Hier zijn wel afspraken over, maar de gemeente moet die afspraken hanteren en handhaven. Zorgorganisaties moeten elkaar ook aanspreken op gedrag Privacy Als werker heeft iedereen een privacyplicht. Vraag is wel; wie is de gemeente en wat doet de gemeente met de informatie die verstrekt wordt/benodigd is. Aantekeningen op de flip-over sessie 1 groep Samenwerking tussen de aanbieders Ontmoetingsplekken Kennis delen / kwaliteit laten zien Zeg/delen ook waar je niet goed in bent Client staat centraal Ontroerend goed: inzetten andere doelgroepen DOEN – Netwerken Klantgericht werken Zelfde taal leren spreken – Inktvlek Doorgaande lijn financieren (Gem.) Elkaar aanspreken ( successen delen) VB: netwerk dementie, boer & zorg Belemmeringen/ suggesties WMO consulenten kennis ophalen/delen Etalages met aanbod / expertise Privacy mag niet belemmeren
12
Workshop samenwerking Sessie 2 De voorzitter, Peter Liebrechts, wil vooral input vanuit de aanbieders ontvangen over hoe zij aan kijken tegen goede samenwerking met de gemeenten en onderling en welke mogelijkheden en obstakels aanbieders zien. Er zijn goede ontwikkelingen. Door de vaste tarieven is er geen concurrentie meer mogelijk op prijs. Wethouder Blokhuis wijst erop dat in het verleden in verschillende sectoren werd gewerkt. Nu zitten aanbieders van V&V, VNG, GGz en beschermd wonen bij elkaar. Vooral in het cliëntenbelang is samenwerking belangrijk. Bespreking Een goed voorbeeld van samenwerking is ontstaan in de Noord-Veluwe als gevolg van een lokaal initiatief. Profila Zorg en EBC werken samen met 25 christelijke zorgaanbieders die elkaar spreken, voorbereiden op samenwerking, elkaar versterken en elkaar vinden in visie en passie. Een tweede voorbeeld is de LVB-kennistafel, over licht verstandelijk beperkten. Aan deze tafel neemt een aantal aanbieders deel en ingewikkelde vragen worden hier voorgelegd onder onafhankelijk voorzitterschap van de GGD. De aanbieders bundelen kennis en verzorgen nu ook gezamenlijke begeleiding vanuit twee organisaties met twee medewerkers. Dit betreft begeleiding en/of diagnostiek. Aan de tafel nemen geen managers deel, maar alleen inhoudelijke mensen. De organisatie die de beschikking krijgt verrekent dit onderling met de collega-organisatie. In het begin bleek het vooral voor grotere organisaties lastig om casuïstiek op tafel te leggen. De GGD bewaakt dat niet van verschillende zijden aan cliënten wordt getrokken. Alle ketenpartners willen graag aan het werk, en dit leidt tot de positieve prikkel dat partners werken aan onderscheidend aanbod. Afspraken worden op inhoud gemaakt, tot nu toe met maximaal twee organisaties. De voorzitter wijst erop dat keuzevrijheid voor de inwoners een belangrijk aandachtspunt is. Een derde voorbeeld van samenwerking is het werken met arrangementen voor resultaatfinanciering door T-zorg in Rotterdam. Hier is aanbieders gevraagd om elkaar op te zoeken en de hele keten te leveren. Door aanbieders wordt een pakket aangeboden. Ook uit Amsterdam is een voorbeeld bekend met resultaatfinanciering, met als doel zelfredzaamheid. Veel initiatieven zijn bedoeld om het netwerk van de cliënt te activeren, in samenwerking met vrijwilligersorganisaties. Een resultaat kan bijvoorbeeld zijn een schone en leefbare woning. Daarbij wordt niet gesproken over uren, maar over het resultaat en de activiteiten die daarbij horen. Dit werkt en het leidt tot een besparing als niet toch door medewerkers wordt gesproken over het beperken van uren. Om deze reden is een dergelijk initiatief in Enschede niet goed verlopen. Het voortraject moet goed doorlopen worden en alle medewerkers moeten dezelfde taal spreken. Stichting Ontmoeting verzorgt time-outzorg in Hummelo. Soms kan de organisatie geen cliënt plaatsen, terwijl cliënt, andere aanbieder en zijzelf dat belangrijk vinden, omdat er geen geld beschikbaar is. In dat geval is niet het resultaat, maar toch het geld bepalend. Dit is een belemmering. De voorzitter wil deze casus apart doorspreken. Een psychiatrisch verpleegkundige benadrukt om te kijken vanuit de cliënt en de hulpvraag. Tussen grote instellingen, de kinderbescherming en huisartsen moet meer samenwerking komen. Vooral huisartsen zijn niet gewend om lijntjes te hebben, vooral in de wijk. Sociale wijkteams worden vooral door grote instellingen samengesteld. Ze verwacht niet dat een cliënt zit te wachten op een ontmoetingsplek met hulpverleners. Er wordt veel opgezet, maar het is de vraag of de cliënt dit wil. De vertegenwoordiger van EBC wijst erop dat organisaties goed contact moeten onderhouden met wijkteams. Afschalen en overdragen als dat kan, is in het belang van de cliënt. Maar de lijn moet open blijven, want als de situatie weer instabiel is, kan dan snel weer worden bijgeschakeld. Door goede samenwerking tussen nulde, eerste en tweede lijn blijft de zorg betaalbaar.
13
Wethouder Blokhuis vraag of de organisaties productiegroei als doel hebben. Het oude denken kan wringen met de samenwerkingsgedachte. T-zorg wil als bedrijf groeien en een grote speler worden. Daartoe is het belangrijk om meer cliënten te hebben. Andere aanwezigen wijzen erop dat groei altijd gekoppeld moet zijn aan kwaliteit. Het aantal cliënten is bijzaak en het doel is dat de cliënt gaat groeien. De voorzitter vraagt naar het spanningsveld tussen specialisten en generalisten. Willen aanbieders liever verder specialiseren of verbreden? Stichting Ontmoeting ziet graag meer kennis in wijkteams, en als een gat wordt gesignaleerd, kan een organisatie worden ingeschakeld, in het belang van de cliënt. Werken in de wijken is mooi, maar de specialismen moeten ook blijven staan. Wat mooi was, mag blijven bestaan. Men ervaart nu dat een gat ontstaat. Andere organisaties zijn juist op zoek naar een platform om kennis van de organisatie te delen en kennis aan de voorkant te leggen. Niet om dit weg te geven, maar om het breder te maken, bijvoorbeeld in de vorm van webinars. T-zorg wijst op het nut van de website. Deze kan veel toegevoegde waarde bieden voor de organisaties om voor elkaar zichtbaar te zijn. Dat maakt het gemakkelijker voor aanbieders om te kunnen netwerken, in het belang van de cliënt. Wethouder Blokhuis wil graag dat het samenwerken in wijken en buurten vorm krijgt. Hij hoopt dat professionals elkaar daar kennen en hun 06-nummers delen. Het is een goede ontwikkeling dat via de gemeente veel meer naar cliënten wordt gekeken.
14
Workshop sessie 1 & 2: dagbesteding - beschut werken Wat is volgens de zorgaanbieders arbeidsmatige dagbesteding? - Ten behoeve van de maatschappij een bijdrage leveren. Product of dienst moet verkoopbaar zijn en aan eisen voldoen. Het zijn marktwaardige producten. - Als cliënten producten of diensten in elkaar zetten / leveren moet er goed gekeken worden naar het proces (assembleren). Het moet gaan om werkzaamheden die er toe doen. - Werknemersvaardigheden ontwikkelen ( op tijd komen, afspraken nakomen, snipperdagen). - Er moet een goed product of dienst in de markt gezet worden, essentie is om een bijdrage te leveren. - Cliënten zijn echt aan het werk. Het ‘echt’ werken wordt mee bedoeld: gestructureerd werken en op tijd komen. - Meer doelen en ontwikkeling als in reguliere dagbesteding. Vragen en opmerkingen Zorgaanbieders geven aan dat dagbesteding ten opzichte van arbeidsmatige dagbesteding wat vrijblijvender is. Zorgaanbieders lopen er tegenaan om ondernemers (werkgevers) in de regio te leren kennen. Zorgaanbieders vragen zich af uit welke pot de cliënten betaald worden die aan het werk gaan. Moeten ze loon krijgen, hun uitkering behouden of loonwaarde betalen. Zorgaanbieders vragen zich af wat er gebeurd met schoolverlaters. Vallen schoolverlaters met beperking goed in het traject. Doelen: Er moet gedacht worden in mogelijkheden. Door groepen te combineren kunnen ze elkaar stimuleren en leren ze van elkaar (eigen ontwikkeling). Groeien in zelfredzaamheid. Richten op ontwikkeling door een basis van rust en veiligheid te creëren voor cliënten. In deze basis kunnen cliënten een groei doormaken. aanbieders bundelen in één regio, één contactpersoon. Een werkgever kan ook een gemeente zijn. Als cliënten worden ondergebracht bij een werkgever hebben ze vaak begeleiding nog, wie gaat dit betalen? Bijvoorbeeld een trainer? Mensen met afstand tot arbeidsmarkt, meer tot de arbeidsmarkt trekken. Mensen ontwikkelen. Veranderende dagbesteding. Nieuwe vorm creëren voor arbeidsmatige dagbesteding. Regionaal oppakken en samenwerken met aanbieders bijvoorbeeld door: pilot opzetten en ervaringen delen met elkaar. WMO, participatie en jeugd samenvoegen. Algemene voorzieningen, informatie uitwisseling. Mensen op een hoger plan brengen, stijgen op participatie ladder. Meer marktwaarde, cliënten helpen om zich in de arbeidsmarkt verder te ontwikkelen. Groei cliënten, marktwaarde, uitstroom = arbeidsmatige dagbesteding. Mensen tot bloei laten komen door werk te verrichten en selecteren op eigen behoefte. Acties volgende bijeenkomst: Gemeente zichtbaar maken wat ze doen. Inzicht in initiatieven. Beleidsmedewerkers aanwezig. Werk & inkomen bij elkaar komen. Veel kennis delen, in kaart brengen wat er al is, kansen zien.
15
Uitwerking flip-overvellen sessie 1 & 2: Dagbesteding – beschut werken Wat is arbeidsmatige dagbesteding? - Bijdrage aan de samenleving; naast doel sociale dagbesteding, door bezighouden/ ontmoeten/ regieondersteuning, ook doel in vorm van zingeving door bijdrage te leveren aan de samenleving -
Marktwaardige producten maken; verkoopbaar, verkopen (in winkel), inverdienen door verkopen. Activiteiten/producten die aangeboden worden moeten een marktwaarde hebben.
-
Werken in een productielijn die producten voor de markt maakt
-
Aanleren van werknemersvaardigheden op de dagbesteding; op tijd komen, werktijden, dagstructuur, afspraken nakomen, snipperdagen, enz.
-
Terugverdienmodel; commerciële instelling gebruiken capaciteit vanuit klanten dagbesteding voor (deels) terugverdienen van de kosten die gemaakt worden.
-
Werken met een arbeidsmatig uitvoeringsplan/programma voor de klant (tijdsduur tot wel 2 jaar)
-
Werken, ontmoeten (socialisatie), leren, bewegen combineren in 1 plan. Leren moet onderdeel zijn van arbeid; b.v. LOI cursus begeleiden onder dagbesteding.
-
Arbeidsmatig dagbesteding is ook uitstroom bieden
-
Outsourcen van klanten (of groepen klanten) om te werken in een “echte” werkomgeving (bijvoorbeeld in kwekerij, of bij bierbrouwerij, gemeente of restaurant)
-
Ondersteunen van b.v. dagbesteding voor dementerende ouderen door klanten met een beperking (werkervaringsplek?)
-
Dagbesteding die stijging in de participatieladder bevordert.
Waar moet nog in gefaciliteerd worden? Zet schoolverlaters met een beperking tijdig weg in een traject (nu vaak te laat of niet goed)
Pas de regelgeving (regels uitkering, werkgeversregelgeving) aan zodat er mogelijkheden zijn om de klant te belonen zonder korting op uitkering of belastingtechnische beperkingen.
Arbeidsmatige dagbesteding betekent ontschotting bij de gemeente tussen Wmo/werk en jeugd. Meer samenwerking en afstemming.
Creëer regionale afstemming tussen zorgaanbieders onderling en tussen gemeente onderling: -
Geef inzicht in de initiatieven die er al zijn bij zorgaanbieders op hert gebied van arbeidsmatige dagbesteding (etalage maken)
-
Geef mogelijkheden om initiatieven uit te wisselen
-
Geef (financiële) mogelijkheden op nieuwe initiatieven op te zetten
-
Geef een marsroute aan voor zorgaanbieders (wat zijn de stappen die een zorgaanbieder moet nemen om arbeidsmatige dagbesteding te kunnen leveren)
16
17