Studentenbrochure
OLV Ziekenhuis Orthopedie-Traumatologie C1 Moorselbaan 164 053/72 42 33
Hier komt titel van persbericht
Pagina 1/16
Inhoudsopgave 1 2
Inleiding ..................................................................................................................... 3 Ruimtelijke ordening .................................................................................................... 4 2.1 Schematisch grondplan.......................................................................................... 4 2.2 Organigram .......................................................................................................... 4 2.2.1 Medische staf ................................................................................................. 4 2.2.2 Verpleegkundige/zorgkundige staf/onderhoudspersoneel ................................... 5 2.3 Patiëntenpopulatie ................................................................................................ 6 2.3.1 Herkomst ....................................................................................................... 6 2.3.2 Meest voorkomende ingrepen/pathologieën ...................................................... 6 2.4 (Revalidatie) verloop geplande knie- en heupoperaties ............................................. 8 2.4.1 Stappenplan................................................................................................... 8 2.4.1.1 Dag van de operatie ................................................................................. 8 2.4.1.2 Dag 1 na de operatie................................................................................ 8 2.4.1.3 Dag 2 na de operatie................................................................................ 8 2.4.1.4 Fase 3 van de revalidatie .......................................................................... 8 2.4.1.5 Revalidatie thuis en/of revalidatiecentra ..................................................... 9 3 Dagindeling ............................................................................................................... 10 4 Te verwachten competenties van studenten ................................................................ 12 4.1 Verwachtingen van een 1stejaarsstudent .............................................................. 12 4.1.1 Aangeleerde technieken ............................................................................... 12 4.1.2 Theoretische kennis ...................................................................................... 12 4.1.3 Algemene attitude ........................................................................................ 12 4.2 Verwachtingen van een 2de jaars studente............................................................. 13 4.2.1 Aangeleerde technieken ............................................................................... 13 4.2.2 Theoretische kennis ...................................................................................... 13 4.2.3 Algemene attitude ........................................................................................ 13 4.3 Verwachtingen van een 3de jaars studente............................................................. 14 4.3.1 Aangeleerde technieken ............................................................................... 14 4.3.2 Theoretische kennis ...................................................................................... 14 4.3.3 Algemene attitude ........................................................................................ 14 5 Tot slot ..................................................................................................................... 16
Pagina 2/16
1 Inleiding Het team van de dienst C1 heet jullie van harte welkom. Wij hopen dat iedere student zich snel thuis zal voelen en dat jullie er een aangename stageperiode met veel leerrijke momenten zullen doormaken. Het team C1 zal in ieder geval actief meewerken om de studenten optimale leerkansen te bieden. Omdat elke begin en nieuwe situatie moeilijk kunnen zijn, is goede wil en inzet van beide partijen (team + studenten) noodzakelijk. Hoe dan ook, durf problemen ter sprake brengen en vraag hulp bij onduidelijkheden. Indien jullie nuttige tips in verband met jullie opvang en begeleiding op de dienst zouden hebben, geef ze dan aan ons door. Succes!! Het hele team van de dienst C1.
Pagina 3/16
2 Ruimtelijke ordening 2.1 Schematisch grondplan De dienst C1 is gelokaliseerd in blok C, op het eerste verdiep.
Figuur 1 Grondplan OLV (Bron: www.olvz.be)
2.2 Organigram 2.2.1 Medische staf Onze afdeling bestaat uit twee specialisaties. Wanneer patiënten, ouder dan 75 jaar en een fractuur hebben, via spoed op de afdeling terechtkomen, worden deze gerekend tot de specialisatie orthogeriatrie. Dit wil zeggen dat de orthopedisten alles opvolgen i.v.m. de operatie, terwijl geriaters zich bekommeren om de interne problemen. Orthopedie
Geriatrie
Dr. Bart Van De Meulebroucke (DH)
Dr. Patty Souffriau (DH)
Dr. Jan Rumbaut
Dr. Isabelle De Poot
Dr. Wim Jorissen
Dr. Gielke Monsieur
Dr. Stefan Vanden Eynde
Dr. Denise Coens
Dr. Tom Peeters
Dr. Ria Fabri
Dr. Jan Vermeire
Pagina 4/16
2.2.2 Verpleegkundige/zorgkundige staf/onderhoudspersoneel Hoofdverpleegkundige
Annie De Sutter
Stagementoren
Karine Clauwaert, Fenya Van Heghe, Els Vanderveken
Verpleegkundigen
Inge De Schrijver, Linda Van Den Abeele, Anneliese Van Swalm, Aileen Vander Mijnsbrugge, Reinhilde Jolie, Ann Debruyn, Heidi Timmermans, Nadine Bombeeck, Johan Sanders, Anja Van Accoleyen, Inez Van Damme, Grazielle Van Den Hel, Marleen Van Holsbeeck, Emile Van Huylebroeck, Ozlem Eken, Christel Van Nieuwenhove, Annemieke Wauters
Zorgkundigen
Sabine De Wever, Annick Van De Velde
Onderhoudspersoneel
Chantal Van Den Steen, Ann Geens
Logistieke medewerker Patricia Bovijn
Pagina 5/16
2.3 Patiëntenpopulatie 2.3.1 Herkomst
Via spoed: dit omvatten vooral fracturen (bv. schouder of heup) welke veroorzaakt worden als gevolg van een val, een spontane breuk of een verkeersongeval. Doorverwezen patiënten van andere diensten; Transferts vanuit andere ziekenhuizen; Geplande opnames: deze komen de dag van of de dag voor de operatie binnen om eventuele onderzoeken nog te plannen. Een tweetal weken voor de operatie worden deze patiënten per briefwisseling uitgenodigd op een zorgnamiddag waarbij info wordt gegeven omtrent het gehele gebeuren van de operatie. Hier kunnen de patiënten reeds kennis maken met de chirurg, verpleegkundige, anesthesist, fysiotherapeut, sociale assistente en ergotherapeut.
2.3.2 Meest voorkomende ingrepen/pathologieën
THP: Totale heupprothese (gecementeerd of cementloos)
Figuur 2 RX THP (bron: informatiebrochure THP)
TKP: Totale knieprothese
Figuur 3 RX TKP face + profiel (bron: informatiebrochure TKP)
DHS: Dynamische heupschroeven HKP: Heupkopprothese FE: Fixateur externa Plaatsen zimmernagel, gammanagel Plaatsen of verwijderen osteosynthesemateriaal Revisies van TKP of THP
Pagina 6/16
PFF (Proximale femurfractuur) Schouderpathologie (rotatorcuf herstel, bankart herstel,…) Arthroscopie schouder, knie,… Erysipelas Indeukings#, pubistak# Postoperatieve wondinfecties Rugoperaties bv. PLIFF Hand – en voetchirurgie
Pagina 7/16
2.4 (Revalidatie) verloop geplande knie- en heupoperaties1 Vanaf de 1ste dag na de operatie wordt met de revalidatie gestart. Om de doorbloeding in het lichaam te stimuleren worden er zo vlug mogelijk oefeningen gedaan, samen met de kinesitherapeut, maar er wordt ook aan de patiënt gevraagd om zoveel mogelijk zelf te bewegen. Reeds de 1ste dag wordt de patiënt opgezet door de ergotherapeut. Belangrijk is om de patiënt steeds voldoende ijs aan te bieden. Dit helpt om zwellingen, bloedingen en pijn te voorkomen en/of te beperken.
2.4.1 Stappenplan 2.4.1.1 Dag van de operatie Op de dag van de operatie is er geen therapie. Er wordt wel aan de patiënten gevraagd om zoveel mogelijk van de getoonde oefeningen uit te voeren, deze werden getoond in de infosessie. Bij een THP en/of HKP is het belangrijk dat er steeds een abductiekussen tussen de benen ligt. Bij het draaien van de patiënt is het noodzakelijk dit kussen te gebruiken om luxatie van de heupprothese te voorkomen 2.4.1.2 Dag 1 na de operatie De eerste dag komt de kinesitherapeut en ergotherapeut bij de patiënt op de kamer, waarbij ze worden begeleid bij het opstaan uit bed. De steunname verschilt bij de heupprothese: indien ze gecementeerd is, mag er een volledige steun genomen worden. Indien de heup ongecementeerd is, mag er maar gedeeltelijk gesteund worden (= plantair contact) en moet de patiënt gedurende zes weken krukken gebruiken. 2.4.1.3 Dag 2 na de operatie Wanneer het infuus en de drains verwijderd zijn, gebeurt de revalidatie grotendeels in de oefenzaal. Dit is meestal vanaf dag 2 postoperatief. De patiënt wordt hiervoor opgehaald door de dienst “intern vervoer” van het ziekenhuis. Aan de patiënten wordt gevraagd om in gewone, gemakkelijke kledij te komen, ook vast schoeisel is belangrijk. De aandacht wordt voornamelijk gevestigd op: • Correct leren stappen met krukken; • De mobiliteit van het heupgewricht; • Het herstellen van spierkracht; • Stabiliteit en evenwichtsoefeningen (proprioceptie); • Functionele oefeningen. 2.4.1.4 Fase 3 van de revalidatie Indien de patiënt veilig en correct kan stappen, wordt hen steeds aangeraden een wandeling op de gang te maken. De aandacht wordt voornamelijk gevestigd op: • Correct stappen met krukken; • Trap op en af stappen; • De mobiliteit van het heupgewricht optimaliseren; • Het herstellen van spierkracht; • Stabiliteit en evenwichtsoefeningen (proprioceptie); 1
Bron ‘revalidatie geplande knie- en heupoperaties’: informatiebrochures THP en TKP
Pagina 8/16
• Functionele oefeningen (voorbereiding op thuissituatie). 2.4.1.5 Revalidatie thuis en/of revalidatiecentra Thuis wordt de revalidatie uiteraard verder gezet. Dit kan zowel onder begeleiding van een zelfstandige kinesitherapeut als door het revalidatieteam van het ziekenhuis. Dit geldt eveneens voor de revalidatiecentra, waarbij de patiënt nog extra begeleiding krijgt om zo snel mogelijk terug mobiel te zijn. (bv ouderen die alleenstaand zijn en nog thuis wonen, tijdelijke ontlasting voor kinderen en/of echtgen(o)ot(e),….). Hier zal optimaal gewerkt worden naar: • Het vergroten van de mobiliteit; • Het terugwinnen van voldoende spierkracht (niet overbelasten); • Het afbouwen van hulpmiddelen (krukken, wandelstok); • Het marcheren optimaliseren; • het bevorderen van de proprioceptie.
Figuur 4
Pagina 9/16
3 Dagindeling Alle vermelde uren van de dagindeling zijn richtinggevend en dienen niet tot op de minuut geïnterpreteerd te worden. 7u
Patiëntenoverdracht van de nachtdienst naar de dagdienst. De hoofdverpleegkundige schrijft in de werkverdelingsagenda welke student met welke verpleegkundige werkt.
7u15
Controle van de glycemies bij patiënten met een dagcurve door de verpleegkundige. Op woensdag dient er een controle te gebeuren van de glucometer. Dit gebeurt met een vingerprik en bloedafname (door collega/labo) bij eenzelfde patiënt. Toedienen van de ochtendmedicatie door de verpleegkundigen (zowel IV, SC als per orale medicatie).
8u
Opdienen van het ontbijt. Aandachtspunten: Niet – mobiele patiënten rechtop in bed zetten met nachttafel voor hen (tip: leg de patiënt eerst hoger in bed en verstel daarna in hoogte, dit is veel comfortabeler voor de patiënt); Plaats de nachttafel op een goede hoogte; Kunstgebit aan patiënten geven (evt eerst spoelen of poetsen) + bekertje leegmaken; Eetgedrag van de patiënt observeren (zo nodig eten voorbereiden); Na het opdienen worden patiënten die niet zelfstandig kunnen eten, geholpen; Let op patiënten die nuchter zijn voor een onderzoek of operatie; Bij patiënten die weinig eten, wordt de hoeveelheid genoteerd op een voedingsblad.
8u15
Afdienen van het ontbijt.
8u30
Ondertussen zijn de verpleegkundigen reeds druk bezig met de ochtendverzorging. Deze omvat de hygiënische zorgen, wondzorg, bedopschik, controle parameters, patiënt pre-operatief voorbereiden,… Aandachtspunten: Patiënten met een geplande knie – of heupoperatie worden dag 1 na de operatie door de ergotherapeut in de zetel gezet; vervolgens mogen ze in het verloop van de dag ook door andere zorgverstrekkers uit bed/zetel geholpen worden; Vanaf dag 2 worden -in normale omstandigheden- de redon, het infuus en eventueel de blaassonde verwijderd. Nazorg is een belangrijk onderdeel van de ochtendzorg: haren kammen, gebit poetsen, hoorapparaat, bril en uurwerk aangeven,… Voor het verlaten van de kamer dient het belletje en drinken binnen handbereik te zijn. Laat de kamer steeds ordelijk achter: geen incontinentiemateriaal in de vuilbak werpen, alle gebruikt materiaal opruimen.
Pagina 10/16
Rapporteer hierna aan de verantwoordelijke verpleegkundige. Alles wordt ingegeven in het KWS (klinisch werkstation). Na de verzorging worden de verzorgings- en linnenkarren opgeruimd en aangevuld, linnenzakken worden leeggemaakt,… De spoelruimte wordt eveneens nagekeken en indien nodig opgeruimd. 12u
Prikken van dagcurves Toedienen van medicatie door verpleegkundigen Opdienen van het middagmaal (verder idem ochtendverzorging)
12u30
Afdienen van middagmaal + koffie aanbieden
14u
Overdracht door de hoofdverpleegkundige naar de avondploeg Rond dit uur komen geplande opnames binnen: deze worden opgevangen en ingeschreven. Een anamnesegesprek bij de patiënt zorgt er meteen voor dat je een overzicht krijgt van de medische voorgeschiedenis.
14u15
Namiddagverzorging: controle van parameters, patiënten comfortabel installeren, ijs geven, medicatie toedienen,…
16u
Dagcurves worden opnieuw geprikt door de avondwachten. Elke avond worden de resultaten voorgelegd aan de verantwoordelijke endocrinoloog. Deze arts zal de diabetesmedicatie regelen en indien nodig aanpassen.
16u45
Opdienen van avondmaal + afdienen.
18u
Avondverzorging: patiënten worden nogmaals begeleid naar toilet(stoel), worden comfortabel geïnstalleerd in bed en toedienen van medicatie.
21u45
Overdracht van de avonddienst naar de nachtdienst.
22u
Eerste nachtronde: controle parameters geopereerde patiënten, vervangen van incontinentiemateriaal, patiënt comfortabel installeren, ijs geven,…
02u
Tweede nachtronde: idem.
05u
Laatste nachtronde: idem.
07u
Overdracht door de nachtdienst naar vroegdienst.
Pagina 11/16
4 Te verwachten competenties van studenten Belangrijke aandachtspunten: In het
belang van de student: vraag zelf om technieken en/of handelingen in te oefenen vraag onmiddellijk uitleg indien je iets niet begrijpt vraag zoveel mogelijk je functioneringsverslag aan te vullen
4.1 Verwachtingen van een 1stejaarsstudent De studentverpleegkundige is bekwaam om verpleegkundige activiteiten uit te voeren en beheerst deze ook gedeeltelijk. Nochtans heeft hij duidelijke richtlijnen en toezicht nodig om deze toe te passen binnen een situationele context.
4.1.1 Aangeleerde technieken
Zijn gekend qua theoretische kennis (bedopschik, toedienen bedbad, toedienen SC inspuiting, oplossen van IV medicatie, opnemen van parameters,…); Worden vlot en handig uitgevoerd of er is een positieve evolutie merkbaar in het verloop van de stageperiode; Kunnen aangepast worden aan de noden van de patiënt. Hier is het eveneens belangrijk om een positieve evolutie te zien; Zet de les “ergonomie” om in praktijk. Een beginnergewoonte is meestal een ‘gewoonte’ die ‘blijft’.
4.1.2 Theoretische kennis • • •
Hetgeen in theorie gezien is, is gekend. Wanneer dit niet zo is, wordt er verwacht dat je zelf de nodige zaken zult ondernemen om dit alsnog op punt te stellen (bv. raadplegen cursussen, handboeken, navragen docent,…); Verruim je algemene kennis door een gezonde nieuwsgierigheid te ontwikkelen: durf vragen te stellen, opzoekingswerk kan veel verheldering brengen; Het is interessant je parate kennis bij te schaven op het moment zelf: werk niet zomaar volgens een bepaalde gewoonte, maar stel jezelf de vraag hoe of waarom je een bepaalde handeling en/of techniek uitvoert.
4.1.3 Algemene attitude • • • • • • • •
Aangename, rustige houding tegenover patiënten en diens familie. Hou altijd rekening met de autonomie van deze; Vlotte planning en/of aanpassing van een verzorging; Informeren van de patiënt is een essentieel aspect bij het uitvoeren van de zorg; Tonen van interesse omtrent het gebeuren op de afdeling, waarbij een positieve evolutie merkbaar is gedurende de stageperiode; Respecteer het beroepsgeheim ten aller tijden; Aandacht voor de privacy van de patiënt; Economisch werken; Flexibiliteit en respect voor dokters, hoofdverpleegkundige, medestudenten,
Pagina 12/16
•
verpleegkundigen, zorgkundigen en onderhoudspersoneel. Dit zowel wat het uurrooster betreft als de omgang met elkaar; Nakomen van gemaakte afspraken, spontaan melden van gemaakte fouten.
4.2 Verwachtingen van een 2de jaars studente De studentverpleegkundige is bekwaam om verpleegkundige activiteiten uit te voeren en beheerst deze ook gedeeltelijk. Nochtans heeft hij duidelijke richtlijnen en toezicht nodig om deze toe te passen binnen een situationele context. Hier zullen meer opdrachten toevertrouwd worden met het oog op zelfstandig werken, inzicht verruimen,… Hier wordt al stilletjes aan gewerkt naar het 3de jaar.
4.2.1 Aangeleerde technieken •
• • •
Zijn gekend qua theoretische kennis (bedopschik, toedienen bedbad, toedienen SC inspuiting, oplossen van IV medicatie, opnemen van parameters,….). Uiteraard zijn hier al meerdere technieken gekend naargelang de module/semester waarin de student zich bevindt (alles wat IV therapie aangaat, plaatsen van verblijfsonde , éénmalige sondage, toedienen van IM inspuiting, complexere wondzorg,…); Worden vlot en handig uitgevoerd of er is een positieve evolutie merkbaar in het verloop van de stageperiode; Kunnen aangepast worden aan de noden van de patiënt. Hier is er al een duidelijk verschil merkbaar door de opgedane praktijkkennis uit het 1ste jaar; Hier wordt “ergonomie” omgezet in de praktijk, het hoort bij het uitvoeren van technieken en/of handelingen.
4.2.2 Theoretische kennis •
• •
Hetgeen in theorie gezien is, is gekend. Wanneer dit niet zo is, wordt er verwacht dat je zelf de nodige zaken zult ondernemen om dit alsnog op punt te stellen (bv. raadplegen cursussen, handboeken, navragen docent,…). Hier is er een duidelijk verschil merkbaar t.o.v. het 1ste jaar. Verruim je algemene kennis door een gezonde nieuwsgierigheid te ontwikkelen: durf vragen te stellen, opzoekingswerk kan veel verheldering brengen,… Het is interessant je parate kennis bij te schaven op het moment zelf: werk niet zomaar volgens een bepaalde gewoonte, maar stel jezelf de vraag hoe of waarom je een bepaalde handeling en/of techniek uitvoert.
4.2.3 Algemene attitude • • • • • • • •
Aangename, rustige houding tegenover patiënten en diens familie. Hou altijd rekening met de autonomie van deze; Vlotte planning en/of aanpassing van een verzorging; Informeren van de patiënt is een essentieel aspect bij het uitvoeren van de zorg; Tonen van interesse omtrent het gebeuren op de afdeling, waarbij een positieve evolutie merkbaar is gedurende de stageperiode; Respecteer het beroepsgeheim ten aller tijden; Aandacht voor de privacy van de patiënt; Economisch werken; Flexibiliteit en respect voor dokters, hoofdverpleegkundige, medestudenten,
Pagina 13/16
•
verpleegkundigen, zorgkundigen en onderhoudspersoneel. Dit zowel wat het uurrooster betreft als de omgang met elkaar nakomen van gemaakte afspraken, spontaan melden van gemaakte fouten
4.3 Verwachtingen van een 3de jaars studente De studentverpleegkundige is bekwaam om verpleegkundige activiteiten uit te voeren en beheerst deze ook. Nochtans heeft hij richtlijnen en toezicht nodig om deze toe te passen binnen een situationele context. Hier zullen meer opdrachten toevertrouwd worden met het oog op het bijna afstuderen. Kortelings staan ook “jullie”op de werkvloer als verpleegkundige. De lat ligt hier dus een stuk hoger, alhoewel je nog steeds student mag en kan zijn.
4.3.1 Aangeleerde technieken • • • •
Zijn gekend qua theoretische kennis. Hier zijn bijna alle technieken gekend al naargelang de module/semester waarin de student zich bevindt; Worden vlot en handig uitgevoerd of er wordt tenminste initiatief genomen door de student om alle technieken onder controle te krijgen; Kunnen aangepast worden aan de noden van de patiënt; Hier wordt “ergonomie” omgezet in de praktijk, het hoort bij het uitvoeren van technieken en/of handelingen.
4.3.2 Theoretische kennis • • • • • •
Hetgeen in theorie gezien is, is gekend of kan vlot opgezocht worden. Pathologie wordt hier gelinkt aan de praktijk; Er wordt verwacht dat je inzicht verworven hebt wat betreft de orthopedische patiënt, en dat we dit duidelijk kunnen opmerken in je manier van werken op de afdeling; Verruim je algemene kennis door een gezonde nieuwsgierigheid te ontwikkelen: durf vragen te stellen, opzoekingswerk kan veel verheldering brengen; Het is interessant je parate kennis bij te schaven op het moment zelf: werk niet zomaar volgens een bepaalde gewoonte, maar stel jezelf de vraag hoe of waarom je een bepaalde handeling en/of techniek uitvoert; Optimaliseer je algemene kennis door een gezonde interesse naar medicatie, administratieve aspecten op de werkvloer; In samenspraak met arts of hoofdverpleegkundige wordt er ook de gelegenheid gegeven om een operatie bij te wonen.
4.3.3 Algemene attitude • • • • • • • •
Aangename, rustige houding tegenover patiënten en diens familie. Hou altijd rekening met de autonomie van deze; Vlotte planning en/of aanpassing van een verzorging; Informeren van de patiënt is een essentieel aspect bij het uitvoeren van de zorg; Tonen van interesse omtrent het gebeuren op de afdeling, waarbij een positieve evolutie merkbaar is in de stageperiode; Respecteer het beroepsgeheim ten aller tijden; Aandacht voor de privacy van de patiënt; Economisch werken; Flexibiliteit en respect voor dokters, hoofdverpleegkundige, verpleegkundigen,
Pagina 14/16
•
zorgkundigen, medestudenten en onderhoudspersoneel. Dit zowel wat het uurrooster betreft als de omgang met elkaar; Nakomen van gemaakte afspraken, spontaan melden van gemaakte fouten.
Pagina 15/16
5 Tot slot De hoofdverpleegkundige, stagementoren en alle andere zorgverstrekkers van de dienst C1 hopen dat de studentenbrochure een positieve bijdrage kan betekenen voor jullie. Wij allen, hebben het beste voor met studenten en vinden het bijgevolg belangrijk dat jullie slagen in jullie opzet om “verpleegkundige” te worden. Uiteraard zullen we met ons allen ons steentje bijdragen, al moet het grootste gedeelte vanuit jullie zelf komen. Daarom, toon ons jullie enthousiasme, de gepaste motivatie, de attitude die we van een toekomstige verpleegkundige verwachten en ALLES komt goed. Geloof vooral in jezelf!!! Tot binnenkort!
Figuur 5
Pagina 16/16