[DIA MET TITEL+COVER HIER]
Bijeenkomst 1 Beter schrijven in alle vakken
Programma • Aanleiding • Schrijven in fasen • • • •
Oriëntatiefase Opdrachtfase Schrijffase Revisiefase en publicatiefase (bijeenkomst 2)
• Voorwerk voor bijeenkomst 2
3
Aanleiding • Onderzoek (OCW) 2012 naar schrijfvaardigheid in havo en hbo • Inspectierapport ‘Focus op schrijven’ (2012) • Referentieniveaus taal en rekenen
4
Noodzaak • Schrijfvaardigheid van hbo-studenten laat te wensen over. • Betere aansluiting havo-hbo
5
Referentieniveaus
6
Voorbeeld 3F
7
Voorbeeld 3F
8
Schrijven? • Wat doe jij aan schrijfvaardigheid binnen je eigen vak?
9
Werken aan schrijfvaardigheid • • • •
10
Bewust Belang Betrokken Bekwaam
Bewust Problemen in het hbo (en havo?) • • • • •
Slecht lopende zinnen Gebrek aan samenhang in teksten Onvermogen complexe zaken te structureren Onvoldoende feedback op schrijfproducten Te weinig systematische aandacht voor schrijfproces • Gebrekkige beheersing spelling/grammatica
11
Belang Waarom werken aan schrijfvaardigheid? • Veel complexe schrijftaken in het hbo • Schrijfvaardigheid vaak essentieel in beroepscontext • Schrijven is ondersteunend aan het leren
12
Betrokken • Bij schrijfonderwijs in het vak Nederlands ontbreekt vaak de context van andere vakken! • Voel je je verantwoordelijk voor de verbetering van de schrijfvaardigheid van leerlingen?
13
Bekwaam • Hoe bekwaam voel je je om bij te dragen aan de verbetering van de schrijfvaardigheid van de leerlingen? • Schrijven in fasen biedt ondersteuning!
14
Schrijven in fasen 1. Oriëntatiefase 2. Opdrachtfase 3. Schrijffase 4. Revisiefase 5. Publicatiefase
15
Didactisch model of inspiratie voor een goede les?
Oriëntatiefase • Aandacht voor het onderwerp • Voorkennis en achtergrondkennis • activeren én uitbreiden
• Gedachten en ideeën ordenen
16
Oriëntatiefase
17
Het resultaat? Een mindmap
mindmap
18
Mindmap • Ter voorbereiding op en ter ondersteuning van de schrijffase • Ordening van kennis en ideeën
19
Opdracht A • Kies een thema (actueel of uit een lesboek). • Bedenk in duo’s manieren van oriënteren op dit thema ter voorbereiding op een schrijfopdracht.
20
Opdrachtfase • Geef een duidelijke schrijfopdracht. • • • • • • • • 21
Waar schrijf ik over? Voor wie schrijf ik? Met welk doel? Wat voor soort tekst? Hoeveel tijd staat ervoor? Waar wordt het gepubliceerd? Aan welke eisen moet de tekst voldoen? Hoe en door wie wordt hij beoordeeld?
Schrijfopdracht • Geef functionele, betekenisvolle opdrachten. • Voor een echt publiek • Over een actueel onderwerp • Gekoppeld aan je eigen vak
22
Opdracht B • Vergelijk in duo’s drie schrijfopdrachten
23
Maak een schrijfplan
24
Onderwerp
Economische crisis
Hoofdgedachte
De economische crisis is de schuld van de banken.
Doel
overtuigen
Publiek
lezers van de krant
Alinea 1
Wat is de economische crisis?
Alinea 2
Waarom zijn de banken de oorzaak?
Alinea 3
Wat moet er gebeuren om uit de crisis te komen?
Alinea 4
Verwachting voor de toekomst www.scholieren.com
Schrijffase • Geef instructie over belangrijke onderdelen (focuspunten). • Geef goede en slechte voorbeelden. • Schrijfcoaching werkt! • Schrijfkaders • Inspiratiemoment
25
Gebruik mentorteksten • Laat leerlingen voorbeeldteksten analyseren en imiteren. • Doel: • Inzicht in kenmerken, stijlen en tekststructuren • Nieuwe inzichten toepassen in eigen tekst
• Stel leerlingen de vraag: ‘Wat maakt deze tekst goed/minder goed?’ 26
Voorbeeld van een schrijfkader Het beschrijven van verschillen • Hoewel … en … allebei … zijn, zijn er ook een heleboel verschillen tussen hen. • De … is …, terwijl de … • Ze zijn ook anders, omdat … • Een ander punt waarop ze verschillen is … • Ten slotte …
27
Nut van schrijfkaders Leerlingen leren… • verbanden te leggen en te beschrijven; • welke signaalwoorden bij welke verbanden horen; • vakinhoudelijke kennis te ordenen; • goede formuleringen.
28
Opdracht C • Stel: leerlingen moeten een verslag maken voor (een onderdeel van) jouw vak. • Welk schrijfkader kies je? • Op welke manier zou je hem evt. nog aanpassen en waarom?
29
Afsluiting • Wat neem je mee uit deze bijeenkomst? • Wat ga je morgen meteen toepassen?
30
Opdracht voor bijeenkomst 2 • Maak een schrijfopdracht gekoppeld aan een hoofdstuk dat je binnenkort behandelt. • Zorg voor: • • • • 31
een een een een
aansprekend onderwerp; goede oriëntatie; heldere, volledige instructie; schrijfkader.
Bijeenkomst 2 Beter schrijven in alle vakken
Programma • Terugblik bijeenkomst 1 • Schrijfopdrachten bespreken • Schrijven in fasen • Oriëntatiefase, opdrachtfase, schrijffase (bijeenkomst 1) • Revisiefase • Publicatiefase
• Taalbeleid: afspraken maken • Afsluiting en evaluatie 33
Bijeenkomst 1 • Ben je je bewust van het probleem rond schrijfvaardigheid? • Waarom is schrijfvaardigheid belangrijk? • Waarom worden alle docenten hierbij betrokken? • Voel je je al meer bekwaam? 34
Opdracht D • Bespreek in duo’s de gemaakte schrijfopdrachten aan de hand van het beoordelingsmodel.
35
Revisiefase • Tekstbespreking • Kritisch herlezen • Herschrijven
• Géén spelling en grammatica 36
Tekstbespreking • Bespreek klassikaal waar leerlingen op moeten letten in deze fase. • Geef gericht commentaar als lezer. • Geef een duidelijk beoordelingsmodel. • Gebruik een rubric! • Laat leerlingen hun eigen of elkaars tekst proeflezen (met rubrics). 37
Feedback van de docent als lezer “Het is niet goed opgebouwd.” vs. “Ik heb de tekst gelezen, maar het is me nog niet duidelijk wat jij ervan vindt.” “In dit gedeelte werd ik overspoeld met informatie.” 38
Rubrics • Diagnostisch instrument • Voortgang volgen • Resultaten beoordelen
• Criteria: niet allemaal altijd gebruiken!
• En vergeet niet om creativiteit te belonen! 39
Rubrics (structuur)
Bekijk de voorbeeldrubric in het materiaal.
40
Rubrics
www.stripgenerator.com
41
Opdracht E • Bekijk de twee voorbeeldteksten. • Kies twee criteria uit de voorbeeldrubric. • Beoordeel deze schrijfproducten a.d.h.v. de rubric voor betogen. Komen jullie beoordelingen overeen? Hoe werkt het nakijken met rubrics? Zou je deze rubric op deze manier gebruiken voor jouw vak? 42
Rubrics als volgsysteem • Hoe kun je met behulp van rubrics de voortgang van leerlingen volgen?
43
Publicatiefase • Aandacht voor taalverzorging (en layout) in alle vakken • Waarom belangrijk?
44
Voorbeeld taalverzorging telt mee • Een maximaal aantal taal- en spelfouten • Is taal correct? Dan pas nakijken op inhoud. • Taal nakijken leerling reviseert totaalcijfer 45
Voorbeeld schoolbreed correctiemodel • Nakijken op taal- en spelfouten m.b.v. een schoolbreed correctiemodel • Fouten met een code aangeven, maar niet verbeteren Bijvoorbeeld: • Onjuiste interpunctie = i • Spelfout = s 46
Opdracht F • Bekijk de voorbeeldtekst. • Bespreek of je deze tekst met het bijgevoegde correctiemodel zou kunnen beoordelen.
47
Taalbeleid • Schoolbreed aandacht voor taal in alle vakken • Uniforme aanpak van schrijfonderwijs • Ook afspraken per team/sectie/bouw (differentiatie mogelijk)
48
Schoolbrede afspraken Bijvoorbeeld: • Rubrics bij schrijftaken • Correctiemodel • Taalportfolio • Weging taalverzorging in beoordeling
49
Opdracht G • Doe een voorstel voor afspraken over: • • • •
50
rubrics bij schrijftaken; correctiemodel; taalportfolio; weging taalverzorging in beoordeling.
Concrete afspraken WIE
•…
WAT
•…
WANNEER
•…
51
Afsluiting en evaluatie • Wat neem je mee van deze training? • Ben je ‘Bewust, Belang, Betrokken, Bekwaam’? • Wat heb je nodig om hiermee aan de slag te gaan?
52
[AFSLUITENDE DIA MET COVER HIER]
53