11.2 Studieonderdelen en opdrachten stage In het onderstaande schema is het studieprogramma van de UPvA met inhoud en opdrachten in de stage weergeven. Er staat een korte omschrijving bij elk vak zodat mentor, (academische) opleider in school en student meer zicht krijgen op de kennis en vaardigheden die worden aangeboden op de UPvA. Er is geprobeerd om bij elk vak de opdrachten te vermelden die de studenten in hun stage moeten uitvoeren. Deze opdrachten geven de studenten inzicht welke kennis en vaardigheden zij nodig heb om een goede academische leerkracht te worden. De UPvA heeft geprobeerd om alle activiteiten zo volledig mogelijk te beschrijven. Het kan zijn dat de lijst nog niet volledig is. De student bestudeert daarom ook altijd de studiehandleiding van het desbetreffende vak. Naast deze opdrachten vanuit de opleiding voert de student ook andere activiteiten uit. De inspiratie en suggesties van deze activiteiten komen voort uit de ontwikkeling van de studenten, thematiek op de stageschool en gesprek met mentor. Daarnaast kunnen studenten meehelpen in de remediëring van individuele leerlingen, instructie aan groepjes, voorbereiding bij projecten, correctiewerk, pauzeactiviteiten. Kortom, alle taken die voorbereiden op de beroepspraktijk van de leerkracht primair onderwijs.
Jaar 1 Semester 1 Vak
Semester 2 Vak
Opdrachten
Inleiding Pedagogiek In dit vak wordt ingegaan op het belang van opvoeding voor de ontwikkeling van kinderen. De volgende thema’s komen naar voren: opvoedingsstijlen, diversiteit in opvoeding, gedragsgenetica. In elk college worden verschillende theorieën en wetenschappelijk onderzoek behandeld.
Onderwijskunde 1 Dit vak biedt studenten een kader om te reflecteren op centrale vragen en begrippen omtrent het onderwijs- leer- en ontwerpproces. De volgende thema’s staan centraal: relatie tussen micro-meso en macro, verschillen tussen leerlingen, motivatie, maatwerk, theorieën over leren, theorieën over en instructie en het ontwerpen van onderwijs.
Studenten doen een klein onderzoekje in de stageklas naar onderwijsontwerp. De student doet observaties, bekijkt methodes/ lesmateriaal en voert een gesprekje met de mentor. De bevindingen worden vervolgens gekoppeld aan theorieën over verschillen tussen leerlingen, motivatie, maatwerk, theorieën over leren, theorieën over en instructie en het ontwerpen van onderwijs.
Mens & Wereld 1: AK en GS De student leert om lessen(aardrijkskunde en geschiedenis) te ontwerpen en uitvoeren, gebaseerd op verantwoorde toepassing van didactische theorie. De volgende thema’s komen aan bod: omgevingsonderwijs, werkvormen, lesstarter, beelddidactiek, identiteit.
Mens & Wereld 2: Natuur en techniek De student verdiept zich in een aantal specifieke natuurwetenschappelijke en technische concepten en leert daarbij verschillende didactische werkvormen om dit vak op de basisschool aan te bieden, vooral op het gebied van OOL.
ULP A: Pedagogiek De student gaat in ULP A op zoek naar wat er leeft binnen de stageschool. De student analyseert het interview. Uit de analyse kiest de student een onderwerp die hij gebruikt voor een literatuuronderzoek. In deze ULP wordt steeds de koppeling gelegd tussen theorie en wat de student tegenkomt in de praktijk. ULP L1: Het geven van een goede les.
Opdrachten
- Interview Intern begeleider of (adjunct) directeur - het literatuuronderzoek terug koppelen aan de school.
ULP B: Mens & Wereld De volgende vraag staat in de klaspraktijk centraal: “hoe kan het leren rondom Mens en Wereld vakken bevorderd worden”? De studenten ontwikkelen een observatie instrument rondom Onderzoekend en Ontwerpend Leren (OOL). Studenten schrijven een onderzoeksverslag over OOL en de observaties van de eigen les.
- mentor observeren n.a.v. eigen observatie instrument - proefjes les geven in de stage klas en opnemen op video.
- uitvoeren van verschillende lessen en
ULP L2: Het creëren van een positief
- uitvoeren van een activiteit met betrekking
De student leert om aan de hand van het lesvoorbereidingsformulier een les/activiteit voor te bereiden. De volgende thema’s staan centraal: beginsituatie, lesdoel, leeractiviteiten, instructie, werkvormen, reflectie, competentiematrix.
activiteiten in de stage. - werkvormen oefenen in de stage. - feedback op LVF door mentor. - zichzelf filmen tijdens het uitvoeren van stage activiteiten (voor specifieke thema’s zie studiehandleiding).
klassenklimaat De student leert hoe hij een positief klassenklimaat kan creëren. De volgende thema’s staan centraal: communicatie, pijlers van positief klassenklimaat, orde, relatie, conflict
op het creëren van een positief klassenklimaat. - methode bekijken die de school gebruikt om een positief klassenklimaat te creëren. - mentor interviewen over positief klassenklimaat. - filmen m.b.t. positief klassenklimaat. - zichzelf filmen tijdens het uitvoeren van stage activiteiten (voor specifieke thema’s zie studiehandleiding).
Rekenen 1 In dit vak wordt de grondslagen en ideeën van de realistisch rekendidactiek behandeld, en leert de student hoe ze een rekenles kunnen ontwerpen, geven en aanpassen aan de behoefte van de leerlingen binnen het realistisch rekenen. De nadruk in dit vak ligt op het rekendomein: hele getallen.
- Voor Rekenen 1 wordt de student aangeraden een of meerdere rekenlessen te geven op stage. Dit is geen expliciete opdracht, maar de gegeven lessen worden tijdens de colleges besproken. Op die manier geven ze de student aan de de ene kant de mogelijkheid zich te verbeteren, en aan de andere kant praktijk ervaring om de in de colleges behandelde theorie aan op te hangen.
Taal 1: Jeugdliteratuur De student leert didactische principes van het gebruik van het kinderboek in het onderwijs. De student krijgt theorie over de aanvankelijke en gevorderde leesvaardigheid van kinderen. De geschiedenis en didactiek van het kinderboek staat centraal. Ze leren de kwaliteit van diverse genres kinderboeken beoordelen.
Een van de opdrachten die studenten in het kader van Taal 1 uitvoeren, heeft betrekking op de stageplek. In een groep van 3 à 4 studenten onderzoeken zij het ‘leesklimaat’ op de stageschool/scholen. Daartoe wordt de mentor bevraagd naar (oordelen over) de dekking van de kerndoelen voor lezen & fictie, de informatie in schoolgids en LVS, het jaarprogramma leesbevordering, de biblio/mediatheek, en de leesdidactiek.
AMLS: Algemene methode Leer en statistiek Er wordt in dit vak onder andere aandacht besteed aan de grondbeginselen van de methodenleer. Dit allen ter voorbereiding om zelfstandig onderzoek uit te voeren.
Stageweek In de stageweek lopen studenten vier dagen stage zodat zij meer zicht krijgen op het vakmanschap van de leerkracht. Studenten gaan in de stageweek tevens de principes
Psychologie Dit vak geeft een overzicht van de verschillende theorieën over de ontwikkeling van het kind van conceptie tot en met de adolescentie. De volgende thema’s staan onder andere centraal: evolutie, leertheorieen, gedragsgenetica, hechting, Piaget, Vygotsky. - aan de hand van een observatielijst kijken hoe burgerschap wordt vorm gegeven in de stageklas.
Kunstzinnige & Culturele oriëntatie Deze module bereidt de student door middel van theorie, eigen vaardigheid en didactische kennis voor op het lesgeven in de verschillende kunstvakgebieden in het
Drama:
van burgerschap observeren in hun eigen stageklas.
Eigen vaardigheid Rekenen, Taal en Mens & Wereld De eigen vaardigheid deze gebieden wordt getoetst.
basisonderwijs. Verder is de leerkracht als cultuurdrager een belangrijk thema tijdens de modules. KCO wordt groepsdoorbrekend aangeboden (jaar 1 t/m 3 zitten door elkaar). De student kiest per blok een module drama, beeldende vorming of muziek. De student zal daarom niet altijd voor alle deelgebieden opdrachten moeten uitvoeren.
Beeldende vorming:
Muziek:
Vakken
Semester 1
Jaar 2 Opdrachten
Cognitieve ontwikkeling en leerproblemen In deze cursus wordt een wetenschappelijke benadering geschetst van leerproblemen op school. Deze problemen worden benaderd vanuit het bredere domein van de cognitieve ontwikkeling. In de module wordt ingegaan op de ontwikkeling van algemenere vaardigheden als intelligentie, geheugen en leren, en op de ontwikkeling van specifieke schoolse vaardigheden zoals taal, lezen en rekenen. Onderwijs in onderzoekend en ontwerpend leren (OOL) In deze module leren de studenten leerlingen te activeren op twee verschillende manieren. Ten eerste via het ontwerpen van exhibits bij een wetenschappelijk concept voor een tentoonstelling. Ten tweede via het voeren van een filosofisch gesprek met leerlingen.
(voor alle studenten die dit vak volgen geldt dat zij oefenen met een cognitieve testbatterij. Dit staat los van de stage).
ULP C: onderwijsontwerp rekenen In deze module staan rijke rekenproblemen centraal. studenten leren om rijke rekenproblemen te ontwerpen en lessen te geven waarin leerlingen uitgedaagd worden om zelf met de oplossing te komen.
-analyse van de rekenmethode/leerlijn -ontwerp van rijke rekenproblemen -geven van de lessen -evalueren van de gegeven les
ULP L3: Visie op onderwijs (jonge kind)
- zichzelf filmen tijdens stage activiteiten
Vakken
Semester 2
Bewegingsonderwijs In deze module staat de ontwikkeling van motoriek en didactiek van bewegingsonderwijs centraal. Studenten leren hoe zij door rekening te houden met de wijze waarop kinderen zelf bewegingen leren, het motorisch leerproces kunnen beïnvloeden.
Communicatie In dit vak leren de studenten basale gespreksvaardigheden centraal zoals deze in een professioneel gesprek toegepast worden. Het gaat hier om de vaardigheden die in de eerste fase van een hulpverleningsgesprek van belang zijn, waarbij het doel de probleemverheldering is. Zowel de gespreksvoering met volwassenen als met kinderen komt aan bod. ULP D: Diversiteit Een van de speerpunten van de UPvA is lesgeven in de grote stad. Het begrip diversiteit is hier onlosmakelijk mee verbonden. In ULP D: Diversiteit wordt verder ingezoomd op het concept diversiteit en verzamelen studenten zelf data middels het afnemen van vragenlijsten in de bovenbouw van de basisschool. Diversiteit wordt breed opgevat en gaat onder andere over verschillen tussen leerlingen op het gebied van motivatie, leerkracht-leerling relatie, machtsafstand, achtergrond van leerlingen en leerkrachten, thuistaal en zelfbeeld. ULP L4: Diversiteit
Opdrachten
Studenten ontwerpen op basis van literatuur een lessenserie van drie lessen voor kleuters. Je geeft een van de drie lessen aan een kleuterklas en filmt deze. Als je niet bij de kleuters stage loopt, vraag je op de stage of je een les aan een kleuterklas mag geven.
-vragenlijst onderzoek in een bovenbouwklas bij leerlingen en leerkracht
- zichzelf filmen tijdens stage activiteiten
De student krijgt verschillende colleges over onderwijsvisies en didactiek (spel, speelwerktijd, klassenmanagement) aan het jonge kind. Op basis van de theorie kan hij een standpunt innemen over goed onderwijs aan het jonge kind en deze beargumenteren. Verder staat de reflectie op leerkrachtvaardigheden in de stage centraal.
(voor specifieke thema’s zie studiehandleiding). - in de schoolgids kijken welke onderwijsvisie de school heeft. - foto’s maken van de hoeken in de kleuterklas.
De student krijgt theoretische kennis over het begrip diversiteit en hoe de student een veilig klimaat kan creëren in de groep.
Wetenschappen en kunsten op school In dit onderdeel komen een aantal grotere thema’s binnen de didactiek van zaakvakonderwijs aan bod. Dit wordt specifiek toegespitst op de integratie van zaakvakonderwijs met andere vakgebieden, zoals taal en rekenen.
-uitzoeken welke methoden voor mens en wereld (ak, gs en n&t) er op de stageschool worden gebruikt en hier een methode analyse van maken
Toegepaste methodeleer en statistiek In TMLS staat de toetsende statistiek centraal. Door statistische toetsen kan een onderzoeker besluiten of onderzoeksresultaten een onderzoekshypothese ondersteunen of niet. Om het gebruik van deze toetsen in context te plaatsen wordt aandacht besteed aan onder andere kwalitatief onderzoek, metaanalyse en dataverwerkingsmethoden. Rekenen 2 In dit vak wordt aandacht besteed aan het domein meten en meetkunde binnen het rekenonderwijs op de basisschool, en aan de andere kant aan het gebruik van ICT op de basisschool. Op het gebied van meten en meetkunde behandelen we de didactiek en komen de leerlijn, leerdoelen en kerninzichten van dat domein uitgebreid aan de orde, net als modellen en contexten die bij dit domein een belangrijke rol spelen
Taal 2 In deze module wordt dieper ingegaan op de didactiek van bijvoorbeeld woordenschatonderwijs, technisch en begrijpend lezen en stelonderwijs. Centraal staat telkens de vraag welke vaardigheden kinderen op verschillende leeftijden moeten ontwikkelen om hun taalvaardigheid te ontwikkelen en te verbeteren. Tevens kijkt de student naar materialen waarmee hij de kerndoelen van Engels kan behalen. Onderwijskunde 2 De student krijgt inzicht in structuur, processen en resultaten van het Nederlandse en Europese onderwijsbeleid. Deze module richt zich op de actoren, processen en netwerken die ten grondslag liggen aan beleidsprocessen en keuzes daaromtrent. Daarbij gaat ook aandacht uit naar de rol van media en publieke opinie in
Deze module kent geen opdracht waarbij activiteiten verricht moeten worden in de stage klas of school. De studenten schrijven een betoog over een onderwijskundig onderwerp dat actueel is in beleidsdiscussies. Vanzelfsprekend kan discussie en praktijk in de stage school daarbij ter inspiratie dienen.
Taalverwerving De student leert in dit vak op welke wijze kinderen zich de moedertaal eigen maken. Daarnaast is in de grootstedelijke omgeving kennis van de wijze van tweedetaalverwerving onontbeerlijk. De student leert hoe hij via observatie verschillen in taalvaardigheid van kinderen kan vast stellen en adaptieve,
(voor specifieke thema’s zie studiehandleiding). - groep analyseren: rollen van leerlingen in het groepsproces, diversiteit in de groep. - activiteiten uitvoeren in de groep die zorgen voor een veilig pedagogische klimaat. - een les geven over een moeilijk onderwerp waarin de student de diversiteit binnen de groep bespreekbaar maakt.
- De studenten ontwerpt een zestal opgaven in het domein meten en meetkunde die vervolgens in de stageklas worden voorgelegd aan de leerlingen. Aan de hand van de antwoorden van leerlingen worden deze opgaven omgezet naar MC vragen geschikt voor een ICT toepassing. Bovendien wordt feedback op de verschillende antwoorden ontworpen en toegepast op de leerlingen.
agendavorming en probleemdefiniëring, en ook de internationale dimensie van het onderwijsbeleid krijgt aandacht.
ontwikkelingsgerichte activiteiten te bedenken om de taalontwikkeling waar nodig te stimuleren. Kunstzinnige & Culturele oriëntatie Deze module bereidt de student door middel van theorie, eigen vaardigheid en didactische kennis voor op het lesgeven in de verschillende kunstvakgebieden in het basisonderwijs. Verder is de leerkracht als cultuurdrager een belangrijk thema tijdens de modules. KCO wordt groepsdoorbrekend aangeboden (jaar 1 t/m 3 zitten door elkaar). De student kiest per blok een module drama, beeldende vorming of muziek. De student zal daarom niet altijd voor alle deelgebieden opdrachten moeten uitvoeren.
Drama:
Beeldende vorming:
Muziek:
Vakken
Semester 1
Cognitieve ontwikkeling en leerproblemen In deze cursus wordt een wetenschappelijke benadering geschetst van leerproblemen op school. Deze problemen worden benaderd vanuit het bredere domein van de cognitieve ontwikkeling. In de module wordt ingegaan op de ontwikkeling van algemenere vaardigheden als intelligentie, geheugen en leren, en op de ontwikkeling van specifieke schoolse vaardigheden zoals taal, lezen en rekenen.
Gezin en samenleving Er wordt door middel van literatuur en onderzoek gekeken welke vorm en inhoud van ouderschap in een multiculturele context van belang is voor de gezonde ontwikkeling van kinderen.
Aanvankelijke geletterdheid In deze module maakt de student kennis met de brede achtergrond en gedetailleerde uitwerking van het proces van aanvankelijke
Jaar 3
Semester 2
Opdrachten
Vakken
(voor alle studenten die dit vak volgen geldt dat zij oefenen met een cognitieve testbatterij. Dit staat los van de stage).
Schoolorganisatie In de module Schoolorganisatie wordt er aan de hand van enkele actuele organisatieen sturingsvraagstukken in het onderwijs verschillende dimensies en kwaliteitsaspecten van schoolorganisaties verkend. Studenten krijgen kennis over organisatiemodellen en leiderschap.
Maatwerk in rekenen/wiskunde In dit vak staat enerzijds het beter leren begrijpen van en inspelen op leerlingen centraal, anderzijds een kritische analyse van en reflectie op het eigen professioneel didactisch handelen. Behalve aan het uitbreiden van het diagnostisch repertoire zal er tijdens de practica gewerkt worden aan de didactiek en de leerlijn van het domein breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen. Onderwijskunde: onderwijsbeleid, theorie en contexten. Deze module biedt inzicht in 1) de onderwijs-pedagogische tradities en, 2) de
Opdrachten
Er vindt verdieping plaats aan de hand van een authentieke opdracht, waarbij studenten een organisatievraagstuk onderzoeken in een school (of de eigen stageschool) en een beleidsadvies voor de betrokkenen formuleren. Groepjes van circa 4 studenten voeren een casestudie uit in deze school rond een bepaalde thematiek (bv. Passend Onderwijs), waarbij ze een analyse maken van de schoolwebsite en beleidsdocumentatie, en interviews afnemen met de schoolleider leerlingbegeleider en docenten. Concreet: Studenten vragen schooldocumenten op Studenten nemen interviews af met verschillende betrokkenen - De student zoekt samen met de leerkracht, het LVS en de cito- en methodetoetsresultaten een leerling met een mild rekenprobleem, en voert vervolgens met deze leerling minimaal 4 gesprekken, waarvan de eerste strikt diagnostisch van aard zijn, en de latere als mogelijk remediërend. Hieruit volgt een diagnose en een advies voor de groepsleerkracht over eventuele verdere aanpak.
geletterdheid, technisch en begrijpend lezen. De koppeling met de voorschool is vanzelfsprekend. Aan de orde komen onderwerpen als: alfabetisme, taalactiviteiten en werkvormen die geletterdheid voorbereiden en bevorderen, leesstagnatie, differentiatie, leesvoorwaarden en lezen in groep 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling In dit vak wordt onder meer aandacht besteed aan de rol van sociaal-cognitieve en emotieprocessen binnen de individuele ontwikkeling, emotionele en gedragsproblemen, groepsprocessen in de klas, en interacties en relaties met leerkrachten en medeleerlingen. De student maakt kennis met instrumenten waarmee hij de sociaal-emotionele functioneren in kaart kan brengen en hoe hij als leerkracht tegemoet komen aan pedagogische behoeften van kinderen. Bewegingsonderwijs In deze module staat de ontwikkeling van motoriek en didactiek van bewegingsonderwijs centraal. Studenten leren hoe zij door rekening te houden met de wijze waarop kinderen zelf bewegingen leren, het motorisch leerproces kunnen beïnvloeden.
Gespreksvaardigheden in pedagogische perspectief
actoren, processen en netwerken die ten grondslag liggen aan beleidsprocessen en keuzes daaromtrent. Er zal aan de hand van een historische studie een eerste blik worden geworpen op vier onderwijspedagogische tradities en daarna worden een aantal actuele beleidsteksten over het curriculum besproken vanuit het gezichtspunt van deze onderwijspedagogische tradities. Betadidactiek In dit vak komen een aantal grotere thema’s binnen de didactiek van zaakvakonderwijs aan bod. Er is aandacht voor onderwijs aan speciale doelgroepen, zoals jonge kinderen en excellente leerlingen. Er wordt bekeken hoe zaakvakonderwijs geïmplementeerd kan worden en welke uitdagingen hierbij komen kijken. Dit wordt specifiek toegespitst op de integratie van zaakvakonderwijs met andere vakgebieden, zoals taal en rekenen. Studenten ontwerpen op basis van literatuur een lessenserie van drie lessen voor kleuters. Je geeft een van de drie lessen aan een kleuterklas en filmt deze. Als je niet bij de kleuters stage loopt, vraag je op de stage of je een les aan een kleuterklas mag geven.
-uitzoeken welke visie de school heeft op w&t gebied en welke materialen, schoolmethoden, etc. er op school worden gebruikt voor w&t
Stagnatie in taalontwikkeling In deze module wordt een koppeling gemaakt tussen theorie en praktijk op het gebied van stagnaties in ontwikkeling. Uitgangspunt is opbrengstgericht en handelingsgericht werken, waarbij het in kaart brengen van onderwijsbehoeften van leerlingen een cruciale rol speelt. In deze module wordt ingegaan op verschillende onderdelen van taalontwikkeling: mondelinge communicatie, woordenschat, lezen en schrijven en daarnaast wordt in gegaan op een aantal ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD en autisme Kunstzinnige & Culturele oriëntatie 3 Deze module bereidt de student door
Drama:
In deze module staat het aanleren van gespreksvaardigheden gericht op gesprekken met individuele kinderen en ouders. Het gaat hier met name om vaardigheden in de eerste fase van een gesprek waarbij het doel de probleemverheldering is. Je neemt kennis van belangrijke theoretische modellen van gespreksvoering en leert conflicten oplossen met behulp van eerder geleerde gesprekstechnieken.
middel van theorie, eigen vaardigheid en didactische kennis voor op het lesgeven in de verschillende kunstvakgebieden in het basisonderwijs. Verder is de leerkracht als cultuurdrager een belangrijk thema tijdens de modules. KCO wordt groepsdoorbrekend aangeboden (jaar 1 t/m 3 zitten door elkaar). De student kiest per blok een module drama, beeldende vorming of muziek. De student zal daarom niet altijd voor alle deelgebieden opdrachten moeten uitvoeren.
LKV 5 De student leert om zijn onderwijs over een langere periode af te stemmen op verschillen tussen leerlingen. De student doet dit door het bijstellen van het groepsplan van zijn klas. Verder staat de reflectie en intervisie op leerkrachtvaardigheden in de stage centraal.
- niet -en methodetoetsen van een vakgebied analyseren. - groepsplan (en groepsoverzicht) van één vakgebied meenemen naar de opleiding
ULP 13/14: het leerlingvolgsysteem Studenten gaan in ULP13/14 onderzoeken of een observatie in klasverband mogelijk een patroon in de school is. Het gaat hier om een aanleiding, bijvoorbeeld leerresultaten van een individu, die geanalyseerd worden in de context van de klas of schoolresultaten.
-kies in overleg met school een casusleerling (aanleiding) uit. -analyseer data uit het leerlingvolgsysteem passend bij de aanleiding en onderzoeksvraag. -koppel het advies terug aan school.
Keuzestage (ULP 18)\ De student kiest zelf een stageplek die passend is bij zijn of haar ontwikkeling. Het is van belang dat de competentie samenwerken met de omgeving verkend wordt. Het VVE veld, het voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, de praktijkschool, maar ook een stageplaats in het buitenland, een internationale school, vrije school, educatief project in binnen- of buitenland hoort tot de mogelijkheden. De organisaties zijn onderwijs gerelateerd. Kennisbasistoets rekenen en Nederlands Van hoofdrekenen tot handschrift en van topografie tot tekenen: een goede leraar basisonderwijs heeft – bijna – overal verstand van. Dat vraagt veel van Pabo’s en hun studenten. De kennisbasis zijn daarbij een stevige leidraad. Dit wordt in jaar 3 getoetst.
Beeldende vorming:
Muziek: