Inhoud 1.
Algemeen ........................................................................................................... 3 Inleiding ......................................................................................................... 5 Financiële positie .............................................................................................. 7 Ontwikkeling meerjarenbegroting na kadernota......................................................... 10 Gemeenteraad en college ................................................................................... 15 Kerngegevens .................................................................................................. 16 Leeswijzer...................................................................................................... 17 2. Programma’s ...................................................................................................... 19 Programma 1 Bestuur en Burger ....................................................................................... 21 Programma 2 Actief in Lansingerland................................................................................. 31 Programma 3 Opgroeien in Lansingerland ........................................................................... 40 Programma 4 Integrale veiligheid ..................................................................................... 47 Programma 5 Maatschappelijke Ondersteuning ..................................................................... 57 Programma 6 Werk en Inkomen........................................................................................ 66 Programma 7 Economie en Glastuinbouw ............................................................................ 74 Programma 8 Bereikbaarheid en Mobiliteit .......................................................................... 80 Programma 9 Grondzaken .............................................................................................. 87 Programma 10 Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu ................................................ 90 Programma 11 Beheer Openbare Ruimte............................................................................. 97 Overzicht algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien .......................................104 3. Paragrafen........................................................................................................107 3.1. Lokale Heffingen .............................................................................................109 3.2. Weerstandsvermogen........................................................................................115 3.3. Onderhoud Kapitaalgoederen ..............................................................................119 3.4. Financiering en treasury ....................................................................................125 3.5. Bedrijfsvoering ...............................................................................................129 3.6. Verbonden partijen ..........................................................................................135 3.7. Grondbeleid...................................................................................................145 3.8. Herindeling....................................................................................................146 4. Meerjarenbegroting 2009 – 2012 ..............................................................................147 4.1. Overzicht van Baten en Lasten ............................................................................148 4.2. Overzicht incidentele Baten en Lasten ...................................................................150 4.3. Gehanteerde uitgangspunten ..............................................................................151 Bijlagen......................................................................................................................153 1. RESERVES EN VOORZIENINGEN 2. INVESTERINGSPROGRAMMA 2009-2012 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6.
3. NIEUW BELEID KADERNOTA 2008 PER PROGRAMMA
1
2
1. Algemeen
3
4
1.1. Inleiding Lansingerland bestaat nu bijna twee jaar. We hebben veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van beleid. Deels ging het om het harmoniseren van bestaand beleid, deels om nieuw beleid. Aan de hand van het collegeprogramma ‘Samen bouwen aan Lansingerland’ hebben we prioriteit gegeven aan achttien uiteenlopende beleidsvelden, van dienstverlening en vermindering regeldruk tot het nieuwe gemeentehuis, sportnota, verkeer- en vervoer, greenport, WMO, enzovoorts. De prioriteiten hebben geleid tot concrete bestuursopdrachten over de volle breedte van het gemeentelijke werkveld. Het uitwerken van al deze bestuursopdrachten is een enorme klus geweest, die heeft geleid tot een stevige basis voor de kadernota 2008, als voorbereiding op de begroting van 2009. Gelijktijdig met het ontwikkelen en harmoniseren van al deze belangrijke beleidsvelden hebben we de dienstverlening voor burgers, bedrijven en instellingen weten te continueren. Ook de lopende projecten en de invoering van nieuwe wetgeving, met soms ingrijpende gevolgen, bijvoorbeeld op het gebied van zorg en ruimtelijke ordening, vroegen veel aandacht en inzet. Verder hebben we procedures geharmoniseerd en stappen gezet in de richting van het op orde krijgen van de financiën. Dit alles vond plaats in de dynamische omgeving waarin Lansingerland zich weet geplaatst, met een grote woningbouwopgave, een bijbehorende toename van de bevolking en diverse ontwikkelingen op het gebied van infrastructuur en bedrijventerreinen. Met het resultaat van de geschetste inspanningen zijn we niet ontevreden: De uitvoering van het collegeprogramma ligt over het algemeen op schema en Lansingerland staat beter op de kaart. Wij constateren daarbij dat deze inspanningen een enorme druk hebben gelegd op de organisatie. De krappe situatie op de arbeidsmarkt heeft hieraan extra bijgedragen, omdat wij door de fusie en de groei meer vacatures hebben dan een gemiddelde gemeente. In het collegeprogramma is aangegeven dat het jaar 2009 benut zal worden om verder te werken aan de topprioriteiten en uitvoering te geven aan het beleid dat in de afgelopen tijd aan u is voorgelegd. Deze begroting bevat in tegenstelling tot de begrotingen van de jaren 2007 en 2008 dan ook volop nieuw beleid. De integrale afweging van alle speerpunten en investeringen heeft uw gemeenteraad al gemaakt bij het vaststellen van de Kadernota 2008 en is nu in deze begroting verder uitgewerkt. De vier pijlers1 uit het collegeprogramma hebben hierdoor verdere invulling gekregen. De komende jaren worden grote investeringen gepleegd in onder andere het Annie M.G. Schmidtpark, de strategische ontwikkeling van onze greenport positie, onderwijs- en sportaccommodaties en het jeugdbeleid2. Op een aantal punten zal het ingezette beleid met het oog op de Kadernota 2009 nog verder worden uitgebouwd. De beoogde resultaten zijn veelomvattend. § Wij gaan verder met het uitwerken van de toekomstvisie § Het vervoer- en bereikbaarheidsplan is gereed en zal worden voorzien van een maatregelenpakket. § De meerjarige behoefte aan sportaccommodaties wordt geactualiseerd op basis van trends en inwonersprognose. § Het lopende project ‘harmonisatie subsidies’ zal worden afgerond. Daarbij wordt de doelstelling betrokken om te komen tot een grotere toepassing van het profijtbeginsel, vooral in de sportsector. § Het handhavingsbeleid wordt verder vorm gegeven zodat wij kunnen komen tot heldere beleidskeuzes en prioriteitstelling.
1
Parkstad in wording, Greenport Lansingerland, Ontspannen en actief Lansingerland, Stad van maatschappelijke samenhang
2
Bijlage 3 bij deze begroting bevat een volledig overzicht van alle bedragen die in de Kadernota 2008 voor nieuw beleid beschikbaar zijn gesteld.
5
§ § § § § § § § § §
Onderzocht zal worden hoe de gemeente (met name planologisch) kan ondersteunen bij het vergroten van het aanbod van kinderopvang. Op grond van het Nationaal Bestuursakkoord Water zullen de verschillende beschikbare waterplannen worden samengevoegd tot één waterplan. Er zal een vastgoedbeleid opgezet worden en het vastgoedbeheer zal verder worden gestructureerd. De beheerplannen kunstwerken en gebouwen dienen nog te worden afgerond. De oplevering van het nieuwe zwembad is voorzien in mei 2009. Dienstverlening blijft ook in 2009 een belangrijk onderwerp. In dit kader zal de toekomst van het aantal spillen en de openingstijden worden onderzocht. In twee wijken wordt het proces van wijkgericht werken geïntroduceerd door middel van pilots. Het vormgeven van een strategisch communicatiebeleid is een van de speerpunten van het college. Onderzocht zal worden hoe de samenwerking met de omliggende gemeenten kan worden geïntensiveerd. In de komende periode zullen in het kader van deregulering (verminderde regelgeving door de overheid) workshops met burgers en bedrijfsleven worden georganiseerd om knelpunten te bespreken. In dit verband zal in de nieuwe welstandsnota ingegaan worden op welstandsvrije zones. Ook wordt werk gemaakt van de afschaffing van de kapvergunning door het opstellen van een lijst met beschermde bomen.
De tijd is tevens aangebroken om extra tijd en energie te investeren in de bedrijfsvoering. Dit vereist tegelijk terughoudendheid wat betreft het ambitieniveau. We zullen de bestuurlijke ambities nadrukkelijk moeten bezien in samenhang met de spankracht van de organisatie. De capaciteit die we de laatste twee jaar hebben ingezet voor het ontwikkelen van beleid zullen we nu deels inzetten voor het verbeteren van de bedrijfsprocessen. Een goede bedrijfsvoering is immers van levensbelang voor het uitoefenen van het gemeentelijke beleid, de dienstverlening aan burgers en de realisatie van projecten. Planning & control Ook intern is de gemeente zich verder aan het ontwikkelen. Er wordt hard gewerkt aan het verbeteren van de planning & control. Daarbij betrekken we ook het financieel risicomanagement, waarbij het onder meer gaat om het benoemen van de risico’s en het ontwikkelen van instrumentarium om deze permanent te monitoren. Er is behoefte aan een verfijning van het instrumentarium om regie te voeren op wijzigingen in de woningbouw. Er is een sterke relatie met onder andere de begroting, scholenplanning, (sport)voorzieningen en organisatieomvang. Rechtmatigheid Vanzelfsprekend streeft de gemeente er naar om altijd rechtmatig te handelen, de gemeente ontvangt en besteedt immers publieke gelden. Wij streven naar een positief rechtmatigheidsoordeel van de accountant met ingang van de jaarrekening 2009 en zullen het systeem van administratieve organisatie en interne controle hierop verder toerusten. Personeel & Organisatie Gelet op de groei van de gemeente is het onvermijdelijk dat de structuur van de organisatie de komende tijd in beweging blijft. Daarbij willen wij niet breed gaan reorganiseren. We houden wel de vinger aan de pols en voeren zo nodig partiële wijzigingen door. We gaan verder met creatieve en innovatieve manieren om personeel te werven en te behouden. Huisvesting Het nieuwe gemeentehuis zal aanbesteed worden waarna de realisatiefase kan starten. Als alles volgens de planning verloopt, zullen we begin 2011 onze intrek kunnen nemen in het nieuwe gebouw.
6
ICT Op het gebied van informatievoorziening en ICT wordt de capaciteit volledig ingezet voor het optimaliseren van de dienstverlening en de grote hoeveelheid verplichte projecten. De nationale overheid heeft een aantal basisregistraties benoemd, die samen een stelsel van basisregistraties gaan vormen. Als gemeente zijn wij verplicht om de basisregistraties in te voeren. Voor de basisregistratie geldt het principe: eenmalige opslag, meervoudig gebruik (“een overheid die niet naar de bekende weg vraagt”). De basisregistraties vormen een belangrijk fundament voor de gegevenshuishouding en invoering ervan vraagt veel van de organisatie. De invloed op informatievoorziening en ICT is enorm.
1.2. Financiële positie Wij zijn er in geslaagd voor de jaren 2009-2012 een sluitende meerjarenbegroting op te stellen. Het begrotingssaldo is echter minimaal en de realiteit noopt ons tot voorzichtigheid, zeker waar het gaat om structurele lasten. ♦ Het voordelig begrotingssaldo loopt in 2012 terug tot bijna nihil en de kosten van de tijdelijke onderwijshuisvesting zijn in deze begroting gedekt door incidentele middelen3 maar na deze periode zullen de kosten van definitieve nieuwbouw zwaar op het begrotingssaldo gaan drukken. Gezien de toename van het investeringsniveau tot 40 miljoen euro in 20124, verwachten wij dat alleen al door het realiseren van de onderwijshuisvestings-agenda de lasten in 2013 met 2,3 miljoen euro zullen toenemen en met ingang van 2014 met 3,2 miljoen euro structureel. Deze inschatting is weliswaar een momentopname die afhankelijk is van de feitelijke realisering van de woningbouw en instroom van jongeren in onze gemeente. Toch beschouwen wij de dekking van dergelijke lastenstijgingen als het belangrijkste onderwerp voor de volgende kadernota. Wij sluiten niet uit dat daarbij een heroriëntatie op de investeringsplanning voor sport- en onderwijsaccommodaties noodzakelijk zal zijn omdat ook op andere terreinen sprake is van druk op de begroting. ♦ Uit het onlangs gepresenteerde beheerplan wegen blijkt dat wij met jaarlijks structureel sterk stijgende kapitaallasten geconfronteerd worden. ♦ Zoals bekend staan de grondexploitatiebegrotingen onder druk als gevolg van de ontwikkelingen op de woningbouwmarkt. ♦ De laatste tijd is een opwaartse druk zichtbaar op het renteniveau, een substantiële lasten component in onze begroting. ♦ Daarnaast zullen de budgetten voor de WMO en het subsidieplafond bij de volgende kadernota zeker onderwerp van discussie zijn. Wij zetten daarom in op het samenstellen van een lange termijn meerjarenbegroting om de financiële gevolgen van de verdergaande groei ná 2012 in beeld te brengen, zodat een adequate aanpak mogelijk is.
Algemene uitkering De uitkomsten van de septembercirculaire 2008 zijn in voorliggende begroting verwerkt. De algemene uitkering is hierdoor per saldo toegenomen. Deze stijging wordt mede veroorzaakt door beleidsintensiveringen op rijksniveau, onder andere in infrastructuur. Hierdoor stijgen de rijksuitgaven fors en is het accres in de algemene uitkering uit het gemeentefonds gegroeid. Dit is een gevolg van het principe ‘samen de trap op en samen de trap af’. Meer rijksuitgaven betekent een automatische groei van de algemene uitkering. In 2007 bleek achteraf echter sprake te zijn van onderuitputting op de rijksbegroting, waardoor weer terugbetaald moest worden.
3
Dekking vindt plaats vanuit de reserve Groei, die bestemd is voor het opvangen van financiële problemen die het gevolg zijn van de schoksgewijze groei van de gemeente.
4
In 2011 bedraagt de investeringsplanning 23 miljoen euro.
7
Totstandkoming van de begroting Een jaar geleden stond de voorbereiding van de begroting vooral in het teken van het harmoniseren van het financieel beleid. Nu dit grotendeels achter de rug is hebben wij ons de afgelopen periode kunnen richten op het verbeteren van de kwaliteit van de onderbouwingen. Zoals bij de jaarrekening 2007 al is geconstateerd5 hebben de twee achterliggende jaren van fusie als neveneffect gehad dat niet alle in gang gezette investeringen meteen op volle snelheid konden worden uitgevoerd. Wij zagen ons hierdoor geconfronteerd met een ‘boeggolf’ van nog uit te voeren investeringen en hebben nu het volledige investeringsprogramma aangepast aan de actuele situatie. Ook blijkt het niet realistisch te veronderstellen dat alle investeringsprojecten binnen het jaar waarin zij starten ook daadwerkelijk worden afgerond. Omdat de investeringen nu verder zijn uitgesmeerd in de tijd ontstaat in 2009 eenmalig ruim vier miljoen euro aan financiële ruimte. Gedurende de eerste helft van 2008 heeft de organisatie ervaring opgedaan met de begroting volgens de nieuwe opzet. Dit stelde de budgethouders de afgelopen zomer in staat hun werkbudgetten door te lichten. Indien nodig zijn budgetten aangepast naar een realistischer niveau en waar mogelijk zijn de budgetten verlaagd. Het volledig fijn slijpen van de werkbudgetten zal worden afgerond ná het opstellen van de jaarrekening 2008. Op dat moment kan bij het opstellen van de begroting 2010 een gedegen toets met de realisatiecijfers 2008 worden uitgevoerd. De kwaliteit van de (uitkomsten van de) begroting is hierdoor sterk toegenomen. Begrijpelijkerwijs heeft onze focus op degelijkheid van de financiële onderbouwingen geleid tot een aantal bijstellingen van het meerjarig beeld ten opzichte van de Kadernota. Een uitgebreide toelichting op deze aanpassingen is opgenomen in paragraaf 1.3.
Belangrijkste onzekerheden Stelpost beheerplannen Wij zijn ons ervan bewust dat de begroting nog onzekerheden en risico’s bevat. Omdat de actualisatie van alle beheerplannen op dit moment niet is afgerond hebben wij evenals vorig jaar gemeend hiervoor onzekerheidsruimte in de begroting te moeten opnemen. Op grond van de eerste uitkomsten van de beheerplannen stellen wij vast dat het totale bedrag van benodigde middelen waarschijnlijk groter zal zijn dan hiervoor nu beschikbaar is. Ook stellen wij vast dat op een aantal plaatsen sprake is van achterstallig onderhoud. Wij zijn dan ook van mening dat het noodzakelijk is naast de al aanwezige stelpost ‘Beheerplannen’ in de jaren 2009 en 2010 ook een voorziening voor achterstallig onderhoud in de begroting op te nemen. Bovenop de areaaluitbreiding (0,8 miljoen euro) komen de extra financiële middelen die wij beschikbaar stellen voor het beheer van de openbare ruimte in 2009 dan uit op 1,5 miljoen euro en in 2010 op 2,25 miljoen euro. Met ingang van 2011 is op dit moment rekening gehouden met een structureel hoger kostenniveau van 1,25 miljoen euro. Dit jaar zijn de beheerplannen voor Wegen, Speelvoorzieningen en Groen in raadscommissieverband besproken. In de eerste helft van 2009 volgen de overige beheerplannen, te weten voor Kunstwerken, Openbare verlichting, Water, Gebouwen en Belijning, bebording en straatmeubilair. Om een integrale afweging te kunnen maken zullen na het beschikbaar komen van het laatste beheerplan de totale consequenties worden afgewogen en input vormen voor de Kadernota 2010-2013. Rente De rentekosten vormen een substantieel onderdeel in onze begroting. Hoewel de risico’s gespreid zijn door leningen met verschillende looptijden hebben wij er geen directe invloed op. Wij achten het verantwoord op basis van de huidige leningenportefeuille en de langjarige renteontwikkeling uit te gaan van een rentelast van 4,5%.
5
8
Programmarekening 2007, paragraaf 1.3 Uitkomst programmarekening 2007 (pag 4)
Reserves en voorzieningen Wij hebben de uitkomsten van de onlangs aan uw gemeenteraad aangeboden nota ‘Toetsing reserves en voorzieningen 2008’ in deze begroting verwerkt. Door deze herschikking van de reserves kan in 2008 een bedrag van 0,6 miljoen euro vrijvallen ten gunste van de algemene reserve. Bovendien zijn wij erin geslaagd de voorgenomen onttrekking aan de algemene reserve voor aanvulling van het exploitatietekort over 20096 om te zetten in een eenmalige storting van 3,5 miljoen euro. Op grond van onze voorstellen komt de algemene reserve de komende vier jaren niet onder de door de gemeenteraad gewenste minimumomvang van 12 miljoen euro. Wij onderschrijven het belang van deze doelstelling, de algemene reserve vormt immers de buffer voor het opvangen van tegenvallers en risico’s waarvoor wij ons gesteld (zullen) zien. In dat licht willen wij benadrukken dat in 2009 sterk zal worden ingezet op het implementeren van een adequaat en volwaardig systeem van risicomanagement binnen de gemeentelijke organisatie. In tegenstelling tot de algemene reserve laten de overige (bestemmings)reserves voor de komende vier jaar een geleidelijke afname zien. Dit is het gevolg van de uit te voeren investeringskalender waarover de afgelopen periode in uw raad besluitvorming heeft plaatsgevonden. Een aantal van deze investeringen wordt immers gedekt uit specifiek daarvoor gevormde reserves.
Gemeentelijke belastingen Zoals in de Kadernota 2008 is besloten zijn de tarieven voor de onroerend zaakbelasting en andere heffingen met een vrije besteding met niet meer dan de prijsontwikkeling verhoogd. Voor 2009 komt dit neer op een stijging van 2,75%. De afvalstoffenheffing wordt met 3,3% verhoogd aan de hand van de prijsstijging die de gemeente met IRADO per 1 januari 2009 contractueel overeengekomen is.
Wet gemeentelijke watertaken Met ingang van 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken van kracht geworden. Met deze wet is de gemeente naast de zorg voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater ook verantwoordelijk geworden voor een adequaat beheer van zowel het regen- als het grondwater. In 2007 en 2008 vond heffing van het rioolrecht in Lansingerland nog plaats op basis van verschillende grondslagen die de drie voormalige gemeenten hiervoor hanteerden. Met de implementatie van de nieuwe wet vindt per 1 januari 2009 harmonisatie plaats door invoering van de zogenaamde ‘brede rioolheffing’. Hiertoe zal het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) voor de planperiode 2009 – 2013 in het vierde kwartaal van 2008 nog worden vastgesteld. Uitgangspunt is dat de kosten voor de rioleringsvoorzieningen 100% worden gedekt uit de rioolheffing. In het kostendekkingsplan voor het nog vast te stellen GRP is uitgegaan van een ingroei naar dit kostendekkende tarief gedurende 10 jaar. Dit betekent in de toekomst een jaarlijkse stijging van gemiddeld 6,23%, exclusief inflatiecorrectie. Voor deze ingroeiperiode is gekozen omdat hierdoor de lastenstijging voor de burgers geleidelijk verloopt en onzekerheden in de gemaakte prognoses en ontwikkelingen gemakkelijker kunnen worden bijgestuurd.
Grondexploitaties De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente Lansingerland is in belangrijke mate afhankelijk van de toekomstige resultaten op de grondexploitaties. Per 1 januari 2008 bedraagt de boekwaarde van deze exploitaties 255 miljoen euro. Dit illustreert het belang van een adequate beheersing van de risico’s. In oktober is de ‘Rapportage actualisatie grondexploitaties 2008’ in de gemeenteraad besproken, waarmee u actueel inzicht heeft in de omvang van de aanwezige risico’s en de daarvoor te treffen beheermaatregelen.
6
Zie Kadernota 2008, pagina 43. Het gaat om een bedrag van € 829.000.
9
In de Begroting 2008-2011 waren geen cijfers van de grondexploitaties opgenomen. De gegevens uit de rapportage ‘Actualisering Grondexploitaties 2008’ zijn nu verwerkt in de baten en lasten van programma 9 ‘Grondzaken’. Dit is vooral van belang in het kader van begrotingsrechtmatigheid, zodat de gemeenteraad met het vaststellen van de begroting voor het komend jaar ook de grondexploitatie-uitgaven autoriseert en erna op afwijkingen verantwoording zal worden afgelegd.
1.3. Ontwikkeling meerjarenbegroting na kadernota De gevolgde aanpak heeft cijfermatig zijn weerslag op de begroting gehad. Aan de hand van onderstaande tabel informeren wij u over de doorgevoerde bijstellingen in het meerjarig beeld ten opzichte van de Kadernota 2008. Tabel 1. Uitkomsten Meerjarenbegroting 2009-2012
Saldo Kadernota 2008 1. Ontwikkeling algemene uitkering 2. Bijstelling loon- en prijsindex 3. Vertaling groeicomponent 4. Verwerking mutaties VJN / Kadernota 5. Bijstelling diverse stelposten 6. Toerekening apparaatskosten 7. Actualisatie investeringsplanning 8. Doordecentralisatie voortgezet onderwijs 9. Diverse correcties 10. Mutaties reserves 11. Storting algemene reserve Saldo meerjarenbegroting 2009-2012
2009
2010
2011
+ = voordelig 2012
-829.000
374.000
251.000
12.000
2.237.000 -755.000 683.000 19.000 -1.920.000 71.000 4.197.000 -478.000 -61.000 375.000 -3.500.000
2.384.000 -901.000 -815.000 411.000 -2.470.000 287.000 936.000 -482.000 -30.000 378.000 -
2.823.000 -1.227.000 -3.019.000 -259.000 -503.000 520.000 1.436.000 -494.000 177.000 378.000 -
4.281.000 -1.492.000 -3.359.000 -301.000 97.000 468.000 338.000 -580.000 164.000 378.000 -
39.000
72.000
83.000
6.000
1. Ontwikkeling algemene uitkering De hoogte van de algemene uitkering is toegenomen als gevolg van de mei- en septembercirculaire 2008. Daarnaast houdt een deel van deze cijferreeks verband met het definitief inregelen van groeigerelateerde budgetten in de begroting. Het blijkt veel inzichtelijker de algemene uitkering volledig bruto te ramen, terwijl vorig jaar de areaalcomponent met de algemene uitkering gesaldeerd was. Wij verwijzen hiervoor ook naar de toelichting bij regel 3 in de tabel (vertaling groeicomponent), die een tegengestelde richting laat zien. 2. Bijstelling loon- en prijsindex De landelijke cao-onderhandelingen voor het gemeentelijk personeel zijn recent afgerond. Tot juni 2009 is er een akkoord over de salarisontwikkeling. Gelet op de uitkomsten van deze onderhandelingen wordt voor de begroting 2009 en verder uitgegaan van een loonkostenontwikkeling van 4,25%. In de meerjarenbegroting 2008 – 2011 werd uitgegaan van een loonkostenontwikkeling van 3%. Het bijstellen van de loonkostenontwikkeling met 1,25% en de verwerking van de uitkomsten van de cao-onderhandelingen voor de salarisbegroting 2009 levert een nadelig financieel effect op, dat uit de ontwikkeling van de algemene uitkering bekostigd kan worden. Tevens is het in de Kadernota 2008 vastgestelde uitgangspunt van 2,75% prijsontwikkeling voor de jaren 2009 t/m 2012 in de begroting verwerkt.
10
3. Vertaling groeicomponent De oplopende reeks van nadelige bedragen houdt verband met een gewijzigde verwerking van de groeicijfers. Zoals hiervoor al aangegeven is de areaalcomponent niet langer verrekend met de algemene uitkering, maar volledig aan de lastenkant van de begroting ingeboekt. Daarnaast loopt de stelpost voor groei van de toekomstige formatie verder op als gevolg van de loonkostenontwikkeling. Tevens is gecorrigeerd voor de lasten van gemeenschappelijke regelingen. In de vorige meerjarenbegroting waren deze bijdragen niet in alle gevallen aan het aantal inwoners gerelateerd, terwijl dit bij de Kadernota wel het uitgangspunt is geweest. In 2007 is de nota ‘omgaan met groei’ vastgesteld. Een gedetailleerde toelichting op de vertaling van deze beleidslijn naar de voorliggende begroting maakt onderdeel uit van paragraaf 4.3 Begrotingsuitgangspunten. De gehanteerde aantallen voor woningen en inwoners in deze meerjarenbegroting zijn gebaseerd op de woningbouwplanning d.d. 1 mei 2008. Ten opzichte van de gegevens die aan de Kadernota 2008 ten grondslag lagen is het groeitempo iets afgevlakt. 4. Verwerking mutaties Voorjaarsnota en Kadernota 2008 Deze regel betreft een optelsom van een aantal technische verschillen die zijn ontstaan bij het vertalen van de uitkomsten van de voorjaarsnota en kadernota 2008 naar de werkbudgetten van de afdelingen. De verhogingen van bedrijfsvoeringbudgetten, zoals automatisering, zijn in de voorjaarsnota ‘gewoon’ voor 100% op het begrotingssaldo gemuteerd. Na invoer in de werkbegroting wordt het bedrag aan apparaatskosten dat wordt doorbelast aan grondexploitaties en investeringskredieten echter ook verhoogd. Er ontstaat dus een voordeel omdat de gemeentelijke exploitatie niet volledig voor deze kostenstijgingen wordt belast. Het andere verschil is nadelig. In de begroting hebben wij de afschrijvingstermijnen volgens de nota Waarderen en Afschrijven gehanteerd. Voor kunstgras geldt een afschrijvingstermijn van 10 jaar en voor veldverlichting 20 jaar, terwijl voor deze investeringen in de Kadernota was gerekend met een afschrijvingstermijn van 40 jaar. Dit leidt nu tot hogere kapitaallasten. 5. Bijstelling diverse stelposten In de vorige meerjarenbegroting (planperiode 2008-2011) hebben wij diverse stelposten opgevoerd. De begroting kende immers onzekerheden, risico’s en onvolkomenheden waarvoor wij op dat moment een zo goed mogelijke inschatting hebben gemaakt. Bij de Kadernota 2008 zijn veel van deze bedragen ingevuld, bijvoorbeeld door de investeringsprogramma’s voor sport en onderwijs, waardoor veel stelposten konden worden afgeraamd.7 Bij het opstellen van de begroting hebben wij op basis van de laatste inzichten aanvullend enkele aanpassingen op deze stelposten doorgevoerd. Tabel 2 geeft een overzicht van deze aanpassingen. Tabel 2. Bijstelling diverse stelposten
Stelpost huisvesting VO vervalt Stelpost investeringen vervalt Stelpost prijsstijging gemeentehuis Dotatie voorziening achterstallig onderhoud Dotatie voorziening grondprijzen Totaal bijstelling stelposten
7
2009
2010
2011
+ = voordelig 2012
180.000 -
180.000 -
-1.000.000 -1.100.000
- 1.250.000 -1.400.000
180.000 66.000 -149.000 -600.000
180.000 66.000 -149.000 -
-1.920.000
-2.470.000
-503.000
97.000
Zie kadernota 2008, tabel 5.1 (pag.12)
11
Huisvesting voortgezet onderwijs Aanvullend op de stelpost investeringen hebben wij in de Kadernota 2007 specifiek voor de huisvesting van het voortgezet onderwijs een bedrag van 180.000 euro opgevoerd. Alle bouwplannen tot en met 2012 staan inmiddels in de investeringsplanning waardoor deze stelpost kan vervallen. Stelpost investeringen Na verwerking van de besluiten in de kadernota 2008 kan het restantbedrag van de stelpost investeringen ad 66.000 euro vrijvallen. Stelpost prijsstijging gemeentehuis Bij de kredietaanvraag voor de nieuwbouw van het gemeentehuis in november 2007 is, op basis van de stichtingskostenraming van adviesbureau ToornendPartners, uitgegaan van een prijsstijging van 2%. De prijsstijgingen in de bouw zijn het afgelopen jaar echter sterk toegenomen. Ook voor de komende periode tot aan de oplevering moet rekening gehouden worden met een hogere prijsstijging. Er is een prognose gemaakt door PRC op basis van de BDB-index8. Hieruit blijkt een stijging van in de markt gehanteerde prijzen met 4,7%. Voor het vervolgtraject zou dit betekenen dat aanvullend 2,3 miljoen euro gereserveerd moet worden. Als reservering hebben wij voor de bijbehorende financiële ruimte een stelpost opgenomen. Indien het aanbestedingsresultaat dit vereist kan deze stelpost bij raadsbesluit worden vrijgegeven. Voorziening achterstallig onderhoud Op grond van de eerste uitkomsten van de beheerplannen achten wij het noodzakelijk om in de jaren 2009 en 2010 een storting in de voorziening voor achterstallig onderhoud in de begroting op te nemen. Zie hiervoor ook paragraaf 1.2 Financiële positie, waarin meer uitgebreide informatie over de beheerplannen is opgenomen. Voorziening grondprijzen Bij grondtransacties staan de prijzen onder druk ten opzichte van de raming in de betreffende grondexploitaties. Dit heeft consequenties voor een aantal projecten met parkbestemming. Door middel van deze voorziening kunnen toekomstige tegenvallers worden opgevangen. 6. Toerekening apparaatskosten Zoals te doen gebruikelijk en ook in de regelgeving is voorgeschreven worden de interne uren die zijn besteed aan investeringen en grondexploitaties aan deze projecten doorbelast. In de begroting 2008 is het totale door te belasten bedrag constant gehouden. De toekomstige loon- en prijsindex over deze uren is nu verwerkt in de begroting. Wij zien ons voor de vraag gesteld in hoeverre het aantal interne uren dat wordt doorbelast in de toekomst hetzelfde niveau zal houden. Bij het opstellen van de lange termijn meerjarenbegroting streven wij voor deze post naar een rechtstreekse koppeling met de meerjaren investeringsagenda, zodat bij het teruglopen van het aantal projecten tijdig maatregelen kunnen worden genomen. 7. Actualisatie investeringsplanning Naast alle investeringen uit de meerjaren investeringsplanning hebben wij ook de lopende investeringskredieten onder de loep genomen. Dit heeft geresulteerd in een bijgestelde planning van de uit te voeren werkzaamheden. Een aanzienlijk deel van de lopende investeringen zal niet in kalenderjaar 2008 volledig worden afgerond. Voor kapitaallasten geldt als uitgangspunt dat wordt gestart met afschrijven in het jaar nadat de investering is afgerond. Het voordelig financieel effect van deze operatie is voor 2009 dan ook het grootst.
8
Branche-indexcijfer voor de bouw
12
8. Doordecentralisatie voortgezet onderwijs Het nadelige financiële effect betreft een technische correctie in de berekening van de doordecentralisatie voortgezet onderwijs. In de kadernota is uitgegaan van een onjuist aantal leerlingen voortgezet onderwijs waarvoor doordecentralisatie geldt. 9. Diverse correcties In het kader van ‘reëel ramen’ zijn indien nodig budgetten aangepast naar een realistischer niveau en waar mogelijk zijn de budgetten verlaagd. Tabel 3. Diverse correcties
Opbrengsten burgerzaken Exploitatiekosten gebouwen Opbrengst welzijnslocaties (Snip e.d.) Exploitatieovereenkomst zwembad Smitshoek Overige correcties Diverse correcties
2009
2010
2011
+ = voordelig 2012
215.000 - 106.000 74.000 - 125.000 -119.000
221.000 - 128.000 161.000 - 62.000 -210.000 -12.000
227.000 - 132.000 161.000 - 48.000 -31.000
233.000 - 140.000 161.000 - 41.000 -49.000
-61.000
-30.000
177.000
164.000
Opbrengsten burgerzaken De prijs van paspoorten, rijbewijzen en dergelijke bestaat uit een gemeentelijk legesdeel en een deel rijksleges. Het rijksdeel wordt door de gemeente weer afgedragen, maar was alleen als last in de raming meegenomen. Als baat is nu het deel van de rijksleges toegevoegd. Exploitatiekosten gebouwen Het hiervoor in de voorjaarsnota opgenomen bedrag9 is ontoereikend. Het betreft onontkoombare kosten voor energie, schoonmaak, vuilafvoer en belastingen van de gemeentelijke gebouwen. Opbrengst welzijnslocaties Per gemeentelijk gebouw is ook voor de opbrengstkant aansluiting gemaakt met de thans bekende lijst van huurders, waardoor de geraamde huuropbrengst naar boven kon worden bijgesteld. Exploitatieovereenkomst zwembad De exploitatiebijdrage voor het zwembad is aangepast aan de uitkomsten van de aanbesteding, waarvan binnen afzienbare tijd de gunning zal plaatsvinden. Smitshoek Al vanaf 1998 wordt met het RK kerkbestuur gesproken over de afbouw van ’t Akkertje en omstreken. Medio 2002 zijn er besluiten genomen over de realisering van kostendragers voor de voltooiing van het gebied rond de kerk aan de Smitshoek. Dekkingsmiddelen hiervoor zijn niet aangewezen. Aan deze besluitvorming moet uitvoering gegeven worden. 10. Mutaties reserves Bij verwerking van de uitkomsten van de nota ‘Toetsing reserves en voorzieningen 2008’ bleek een structureel voordeel te ontstaan van 378.000 euro in verband met de in de vorige begroting opgenomen storting in het fonds bovenwijks. Dit fonds wordt nu volledig vanuit de grondexploitaties gevoed.
9
Zie Kadernota 2008, tabel Voorjaarsnota (pag 33) / nr. 20
13
11. Storting algemene reserve Uw gemeenteraad heeft aangegeven hoge prioriteit te geven aan het bereiken van een vrij besteedbare algemene reserve van minimaal 12 miljoen euro. Door een eenmalige storting van 3,5 miljoen euro in 2009 wordt de gewenste minimumomvang bereikt.
14
1.4. Gemeenteraad en college Gemeenteraad Op 22 november 2006 hebben de inwoners van Lansingerland de 29 gemeenteraadsleden gekozen. De zetels zijn als volgt verdeeld: Partij Aantal zetels CDA 9 VVD 6 PvdA 5 Leefbaar 3B 4 CU 3 1 Partij tot behoud Huis de Haas Nieuw rechts vacant (1)
College van Burgemeester en wethouders Burgemeester : Ewald van Vliet Taken : • Strategische toekomstvisie • Integrale veiligheid en wettelijke taken • Bestuurlijke samenwerking • Dualisme en griffie Wethouder : Dick van Vliet Taken: • Economie en Glastuinbouw • Realisatie bedrijventerreinen, voor zover de beleidsaspecten en de realisatie van glastuinbouwbedrijven betreft • Externe betrekkingen, omgevingsontwikkeling (regionaal beleid en regionale ruimtelijke ontwikkelingen m.b.t. glastuinbouw en economische zaken) • Financiën • Grondbedrijf Wethouder : Jan den Uil Taken: • Vinex (wonen) • Volkshuisvesting • Milieu • Project Stadskantoor Wethouder : Werner ten Kate Taken: • Dienstverlening en burgerzaken • In- en externe communicatie (inclusief mediazaken) • Klachten en bezwaarschriften • Personeel en Organisatie • Opgroeien in Lansingerland (excl. Jeugd en jongeren, beleid en centra) • Werk en Inkomen • Integratiezaken • Project Stadskantoor • Informatie en facilitaire zaken
15
Wethouder : Naushad Boedhoe Taken: • Actief in Lansingerland • Opgroeien in Lansingerland, voor zover het jeugd en jongeren, beleid en centra, betreft • Maatschappelijke ondersteuning (zorg en voorzieningen) • Realisatie bedrijventerreinen (exclusief realisatie glastuinbouwbedrijfsterreinen) • Ruimtelijke Ordening Wethouder : Hans de Rijke Taken: • Bereikbaarheid en Mobiliteit • Beheer openbare ruimte • Waterbeheer Gemeentesecretaris: Ad Eijkenaar
1.5. Kerngegevens Profiel van de gemeente Kerngegevens Aantal inwoners Van 0 – 20 jaar Van 20- 65 jaar 65 jaar en ouder Aantal bijstandsgerechtigden Aantal woningen Oppervlakte land (hectare) Totale lasten (excl Grondexploitaties) Uitkering uit het gemeentefonds
16
1 januari 2009 51.926 14.985 31.324 5.617 320 20.332 5.426 € 115,6 miljoen € 40,2 miljoen
1.6. Leeswijzer Programma’s De programma’s hebben een vaste opzet. In het eerste deel van elk programma zijn de kern en ook de beleidsterreinen die onder het programma vallen beschreven. Daarna volgt een onderdeel waarin de context en de achtergronden worden beschreven. Het kan gaan om een historische schets om de ontwikkelingen in perspectief te zetten, om relevante maatschappelijke ontwikkelingen en/of ontwikkelingen binnen de gemeente of bij andere overheden. Vervolgens zijn de kaderstellende beleidsnota’s opgenomen. Deze vormen de grondslag voor het beleid en de uitvoering. Per beleidsterrein (programmaonderdeel) worden de vragen ‘Wat willen we bereiken?’ (de doelstellingen) en ‘Wat gaan we daarvoor doen?’ (de prestaties) aan de orde gesteld. Om inzicht te krijgen in de effecten en resultaten zijn daar waar mogelijk effect- of prestatie-indicatoren weergegeven. Wij streven er naar voor alle programma’s een beperkte set van representatieve indicatoren te ontwikkelen. In het deel ‘Wat gaat het kosten?’ worden de baten en lasten van het programma voor zowel begrotingsjaar 2009 als de drie daaropvolgende jaren weergegeven. Alle bedragen die voor nieuw beleid beschikbaar zijn gesteld worden afzonderlijk vermeld. De programma’s worden bekostigd uit de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente, zoals de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de gemeentelijke belastingen. Na de programma’s is daarom het ‘overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien’ opgenomen. Binnen een programma worden de gemeentelijke activiteiten in hun samenhang geclusterd in de vorm van afzonderlijke producten. De indeling naar producten is per programma aangegeven. Tussen de programmabegroting (het begrotingsdocument voor de raad) en de productbegroting (het begrotingsdocument voor het college) bestaat een directe samenhang. Een product is ondeelbaar en valt slechts onder één programma.
Paragrafen Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt dat een aantal verplichte paragrafen moet worden opgenomen in de programmabegroting. Zij geven, als een dwarsdoorsnede door de programma’s, inzicht in een aantal bedrijfsvoeringaspecten van de gemeente. De paragrafen zijn: ♦ Lokale heffingen ♦ Weerstandsvermogen ♦ Onderhoud kapitaalgoederen ♦ Financiering ♦ Bedrijfsvoering ♦ Verbonden partijen ♦ Grondbeleid Aanvullend hierop is een speciale paragraaf Herindeling opgenomen.
Meerjarenbegroting 2009-2012 In het onderdeel ‘Meerjarenbegroting’ is het totaaloverzicht van de financiële uitkomsten opgenomen en de uitgangspunten die daarbij zijn gehanteerd. Met het vaststellen van de begroting wordt het college van Burgemeester en Wethouders formeel geautoriseerd voor het uitvoeren van begrotingsjaar 2009, inclusief de voor 2009 geplande investeringen uit het Investeringsprogramma 2009-2012. De jaren 2010 tot en met 2012 uit de meerjarenbegroting geven inzicht in de financiële consequenties van het ingezette beleid maar zijn in beginsel nog indicatief en zullen de basis vormen voor de toekomstig op te stellen begrotingen. Als bijlagen treft u aan het overzicht van Reserves en Voorzieningen en het meerjarig investeringsplan.
17
18
2. Programma’s
19
20
Programma 1 Bestuur en Burger Bestuurlijke samenwerking (o.a. Stadsregio), Dualisme, Rekenkamer, Klachtenregeling, Bezwaarschriften, Terugdringen regelgeving en administratieve lasten, Serviceniveau dienstverlening, Communicatie en interactieve beleidsvorming
Omschrijving programma De gemeente Lansingerland werkt volgens het principe van de betrouwbare overheid. De woorden transparant, doelgericht, gezaghebbend, toekomstgericht en ambitieus staan hoog in het vaandel. Waar nodig treedt de gemeente op als ondernemer en uitvoerder. Waar mogelijk zorgt de gemeente voor ondersteuning, heeft ze de regiefunctie en werkt ze samen met andere partijen. De gemeente stimuleert burgerparticipatie en streeft naar een kwalitatief hoogwaardige, vraaggerichte dienstverlening. De communicatie met interne en externe doelgroepen speelt hierbij een belangrijke rol. Essentieel is dat alle communicatie van of uit naam van de gemeente goed aansluit bij de prioriteiten van het bestuur en de gewenste profilering. Het programma bevat de volgende beleidsterreinen: 1. Vraaggerichte dienstverlening/informatievoorziening 2. Terugdringen regel- en administratieve lastendruk 3. Communicatie/interactieve beleidsvorming 4. Organisatie 5. Bestuurlijke samenwerking
Context en achtergronden Wet- en regelgeving BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) Het wetsvoorstel BAG regelt de adressen- en de gebouwenregistratie. Het bevat een overzicht van de taken en bevoegdheden van de betrokken overheden. Verder staan er bepalingen in over het register van brondocumenten, de inhoud van de registratie en de landelijke voorziening. De gemeente moet de Basisregistratie Adressen en Gebouwen op 1 juli 2009 in gebruik nemen. Wet beroep bij niet tijdig beslissen en Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Bestuursorganen, zoals een gemeente of een provincie, besluiten soms traag. De volgende twee wetsvoorstellen moeten de burgers hiertegen beschermen: Wet beroep bij niet tijdig beslissen en Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Deze wetsvoorstellen treden waarschijnlijk uiterlijk 1 januari 2010 in werking. In de Awb (Algemene wet bestuursrecht) wordt hiervoor een speciale regeling opgenomen. Deze regeling stelt burgers in staat, zonder bezwaarschrift vooraf, snel een uitspraak van de rechter te krijgen. De regeling geldt als het betreffende bestuursorgaan niet binnen de wettelijke termijn beslist. De belanghebbende kan echter alleen naar de rechter stappen (in beroep gaan) als hij het bestuursorgaan waarom het gaat, vooraf heeft gemaand een beslissing te nemen. Hierop is één uitzondering: als dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd. De rechter behandelt het beroep in beginsel zonder zitting (toepassing van artikel 8:54 Awb). Hij doet binnen acht weken uitspraak en bepaalt dat het bestuursorgaan binnen twee weken alsnog een beslissing neemt. Neemt het bestuursorgaan binnen de opgelegde termijn geen beslissing, dan kan de belanghebbende de rechter verzoeken een dwangsom op te leggen. Dit kan via een eenvoudige procedure bij de voorzieningenrechter. Hiervoor is geen griffierecht verschuldigd.
21
Dienstverlening De gemeente Lansingerland streeft naar een excellente dienstverlening aan de inwoners. In het Collegeprogramma 2007 – 2010 ‘Samen bouwen aan Lansingerland’ staat hoe de organisatie inspeelt op de wensen van de burgers en belangrijke landelijke ontwikkelingen. Het plan van aanpak Dienstverlening beschrijft drie mijlpalen: Mijlpaal 1: De winkel en de etalage op orde. Hiervoor heeft de gemeente de publiekshal in Berkel verbouwd en het aantal balies uitgebreid. Verder is een aantal plekken gecreëerd, waar inwoners in alle rust kunnen overleggen met medewerkers van de gemeente. Mijlpaal 2: Eén loket voor alle producten en diensten. De gemeente heeft de eerste aanzet gegeven voor het Centrale Informatiecentrum voor de gemeente Lansingerland. Dit centrum zal eind 2008, begin 2009 haar definitieve vorm krijgen. Mijlpaal 3: De klant staat centraal: de gemeente Lansingerland werkt zoveel mogelijk klantgericht. De digitale dienstverlening is uitgebreid. Inwoners kunnen diverse producten via internet aanvragen en betalen. Dit aantal neemt in 2009 verder toe. Ook is het mogelijk verhuizingen binnen de gemeente elektronisch te regelen. Via de website zijn 52 formulieren te downloaden. Klachten Bij het streven naar een excellente dienstverlening hoort ook een goede en zorgvuldige afhandeling van klachten. Het doel is natuurlijk dat de gemeente zo min mogelijk klachten ontvangt. Maar van klachten kan de organisatie ook leren. Daarom wordt iedere klacht als een gratis advies beschouwt dat kan leiden tot verbetering van de dienstverlening. De gemeente Lansingerland ziet leren en verbeteren als een continu proces. De gemeente doet aan klachtenmanagement. Dat houdt in dat de organisatie regelmatig nagaat of bepaalde klachten vaker voorkomen en tot welke verbeteringen die kunnen leiden. Er is al een traject gestart gericht op het verbeteren van houding en gedrag van medewerkers. Dit traject gaat ook in 2009 door. Verder denkt de gemeente aan het treffen van organisatorische maatregelen. Het gaat hierbij om prioriteitstelling, taakverdeling en bezetting. Het beperken van het aantal termijnoverschrijdingen is eveneens een belangrijk aandachtspunt. Uiterlijk per 1 januari 2010 treedt de ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ in werking. De organisatie zal hiervoor op onderdelen de werkwijze van de klachtenprocedure moeten aanpassen. Tevens zal de gemeente de interne klachtenregeling moeten wijzigen. Extra scholing en training van klachtbehandelaars zijn wellicht nodig. Daarnaast leidt de uitvoering van de nieuwe wet tot verbetering van andere processen, in het bijzonder van het post- en registratiesysteem. Ook de dienstverlening aan de burger verbetert. Doelstelling is een informele snelle afhandeling van de klacht naar tevredenheid van de klager en binnen de wettelijke termijn. Bezwaarschriften Burgers en instellingen kunnen door het indienen van bezwaren de besluitvorming in de gemeente beïnvloeden. In 2007 zijn 200 bezwaarschriften tegen besluiten van het college ingediend. Een enkele keer betrof het besluiten van de raad. De gemeente wil in 2009 de ingediende bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn en volgens de vastgestelde procedures af handelen. Dit vergt structurele en organisatorische maatregelen, zoals aanpassing van het post- en registratiesysteem. Daarnaast is het van belang dat de betreffende vakafdelingen de procedures juist volgen. De kwaliteit van besluiten is een ander aandachtspunt. Motiveringen van gehonoreerde bezwaar en beroep worden gebruikt om de procedures en instructies voor de organisatie te verbeteren.
22
Bestuurlijke samenwerking De rijksoverheid delegeert meer en meer taken aan gemeenten. Er staan echter onvoldoende financiële middelen tegenover. De gemeente werkt samen met andere gemeenten om deze (nieuwe) taken op een kwalitatief verantwoorde wijze tegen redelijke kosten te kunnen uitvoeren. Lansingerland is daarbij een speler van formaat. Terugdringen regel- en administratieve lastendruk In 2008 heeft de gemeente verschillende ‘quick wins’ behaald op het gebied van deregulering. Diverse vergunningen zijn vereenvoudigd of zelfs afgeschaft. Lansingerland nam in 2008 deel aan werkgroepen en experimenten op het gebied van vermindering van regeldruk en verbetering van de dienstverlening. De Interbestuurlijke Taskforce Regeldruk Gemeenten had hiervoor pioniergemeenten gevraagd. In deze Taskforce werken rijksoverheid en VNG samen. De taak is om gemeenten te helpen versneld de administratieve lasten voor burgers en bedrijven te verminderen. Daarnaast heeft Lansingerland vouchers ontvangen van het Rijk. Hiermee kunnen gemeenten externe hulp in roepen om de gemeentelijke administratieve regeldruk in kaart te brengen en aan te pakken. De bureaus EIM en Zenc lichten de regeldruk in Lansingerland door. Burgers en bedrijfsleven worden betrokken bij het maken van een maatregelenplan om de lastendruk te verminderen. De werkgroep Deregulering in het Economisch Platform is daar een uitwerking van. Kaderstellende beleidsnota’s
• •
Klachtenregeling gemeente Lansingerland (2007) Strategisch communicatiebeleidsplan 2008 – 2010 (2008)
Programmaonderdeel: Vraaggerichte dienstverlening / informatievoorziening Wat willen we bereiken 1. Vormgeven één loket functie Het doel voor 2009 is: ‘Eén loket voor alle producten en diensten’. De gemeente streeft naar een zo hoog mogelijke uniforme eerste lijnsafhandeling aan balie, telefoon, e-mail en via de website. Wat gaan we daar voor doen? 1. Vormgeven één loket functie a. Uitbreiding eerstelijns afhandeling. Door het verbreden van de vakinhoudelijke kennis (door middel van opleidingen) kan de eerstelijns afhandeling aan de balie worden uitgebreid. Deze werkwijze ontlast de vakafdelingen. b. Beperking van de wachttijden. De gemeente maakt hiervoor gebruik van de informatie van het KlantVolgSysteem. De medewerkers worden ingezet op momenten dat er behoefte aan is. c. Digitalisering. De gemeente wil het aantal producten dat inwoners digitaal kunnen aanvragen en het aantal digitale transacties uitbreiden. Burgers kunnen zich identificeren via DigiD en betalen via Ideal. d. Werken op afspraak. Inwoners kunnen op afspraak een groot aantal producten aanvragen. Ze kunnen die afspraken telefonisch, mondeling en via internet maken. e. Oprichting gemeentelijke informatiecentrum. Het wooninfocentrum wordt omgevormd tot een gemeentelijk informatiecentrum. Inwoners kunnen hier met al hun vragen over gemeentelijke onderwerpen terecht. In de toekomst zullen de medewerkers ook informatie geven over de rijksoverheid, provincie, waterschappen etc. f. Beantwoording telefonische (aan)vragen door callcenter. De gemeente ontwikkelt tools of schaft ze aan waardoor het callcenter een groot scala aan vragen direct kan beantwoorden. Klanten worden zo minder doorverbonden en het ontlast afdelingen. Het streven is dat het callcenter op termijn 80% van alle telefonische (aan)vragen kan afhandelen.
23
g.
Invoering per 01-01-2010 van de GBA als basisregistratie. De gemeente is daarbij verplicht de authentieke gegevens te gebruiken. Als er een gerede twijfel bestaat aan de juistheid van de gegevens, moet dat teruggemeld worden. Burgers mogen zich er tegenover afnemers op beroepen dat ze de authentieke gegevens maar eenmaal hoeven te verstrekken. Gebruik van deze gegevens draagt in belangrijke mate bij aan het beleid voor een efficiënter en effectievere handhaving en fraudebestrijding. Het college heeft in de kadernota 2009 een bedrag opgenomen om de noodzakelijke koppelingen tussen de diverse bestanden tot stand te brengen. h. Verkiezingen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de regeling, die het gebruik van stemmachines mogelijk maakt, ingetrokken. De komende verkiezingen stemmen de burgers weer met het rode potlood. In juni 2009 zijn de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement. Daarom is er nu al gestart met de voorbereiding en de aanschaf van stemhokjes en stembussen. Bovendien neemt door de uitvoering van de Vinex-taken het aantal inwoners in de kernen Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs snel toe. Dat vraagt om uitbreiding van het aantal stemlokalen. i. Telefonische bereikbaarheid. Een onderzoeksbureau heeft de telefonische bereikbaarheid van de gemeente onderzocht. De aanbevelingen zullen worden geïmplementeerd. j. SPiLlen. De gemeente onderzoekt de toekomst van het aantal SPiLlen en de openingstijden.
Programmaonderdeel: Terugdringen regel- en administratieve lastendruk Wat willen we bereiken? 1.Terugdringen regeldruk en verlichten administratieve lasten Op een verantwoorde wijze terugdringen van de regeldruk en het verlichten van de administratieve lasten voor burgers, bedrijven en instellingen. Wat gaan we daar voor doen? 1.Terugdringen regeldruk en verlichten administratieve lasten a. Doorlichten administratieve lastendruk door EIM/Zenc. b. Opstellen maatregelenplan vermindering lastendruk met burgers (selectie) en bedrijven (via Economisch Platform). c. Implementeren maatregelenplan vermindering lastendruk. d. Deelnemen als pioniergemeente aan project ‘Minder regels, meer service’ van de Interbestuurlijke Taskforce Regeldruk Gemeenten en implementeren uitkomsten werkgroepen. e. Invoeren gedereguleerde modelverordeningen. f. Onderzoeken van de mogelijkheden om welstandsvrije zones in te voeren, in relatie met de nieuwe welstandsnota. Deze staat voor 2009 gepland. g. Vergroten betrokkenheid van burgers, ondernemers, instellingen, bestuurders en ambtenaren door een goede communicatie.
Programmaonderdeel: Communicatie/ interactieve beleidsvorming Wat willen we bereiken? 1.Gemeente als partner De gemeente Lansingerland wil graag partner zijn van inwoners, maatschappelijke organisaties, ondernemers en collega-bestuurders. Deze wens staat hoog op de prioriteitenlijst. Het communicatieproces is zo ingericht dat de gemeente als partner in dialoog is met de doelgroepen. De communicatie bevordert stelselmatig de relatie tussen gemeente en haar inwoners, ondernemers en hun organisaties.
24
Wat gaan we daar voor doen? 1.Gemeente als partner a. Lansingerland als speler van formaat. De communicatie van Lansingerland vindt, afhankelijk van het kernthema, op verschillende niveaus plaats. Per niveau is er een kernboodschap: • Individueel niveau (doelgroepen: burgers, ondernemers en organisaties als ‘klanten’) Kernboodschap: Lansingerland is een professionele dienstverlener. • Lokaal niveau (doelgroepen: burgers, ondernemers en organisaties als ‘wijkbewoners/ belanghebbenden’) Kernboodschap: Lansingerland is de plek waar het goed wonen is: waar je prettig opgroeit, waar ruimte is en waar mensen meedoen aan de samenleving, op school, in de vereniging of tijdens hun (vrijwilligers)werk. • Regionaal niveau (doelgroepen: bestuurders (provincie), ondernemers, maatschappelijke organisaties, instellingen) Kernboodschap: Lansingerland biedt de ruimte om te werken en te ontspannen in een bereikbare groene omgeving. • Nationaal niveau (doelgroepen: bestuurders, (Rijk), ondernemers, instellingen, koepelorganisaties.) Kernboodschap: Lansingerland staat in Nederland aan de top van de hoogwaardige glastuinbouw. • Internationaal niveau (doelgroepen: ondernemers, internationale bestuurders, relaties) Kernboodschap: Lansingerland werkt op het gebied van hoogwaardige glastuinbouw op topniveau samen mét anderen vóór anderen. b. Van statisch naar dynamisch communicatieproces. Doel is dit proces zo in te richten dat de gemeente bij de communicatie met haar doelgroepen van ‘eenzijdige zender’ van informatie doorgroeit naar een partij die zowel zendt als ontvangt. Verder wil de gemeente de communicatie met doelgroepen stimuleren en ondersteunen. c. Interactieve beleidsvorming. De gemeente wil organisatiebreed de interactieve beleidsvorming door voeren. Op deze manier kan de gemeente inwoners, bedrijven en hun organisaties bij de besluitvormingsprocessen betrekken. Hun inbreng en betrokkenheid bij het gemeentelijk beleid worden zo vergroot. Het college kan op deze manier de dialoog met de burger aangaan. Voordelen zijn: inhoudelijke verrijking van het beleid, meer kennis hoe verschillende partijen tegen een onderwerp aankijken, beter draagvlak, tijdwinst en betere relatie tussen burger en bestuur. De gemeente maakt bij interactieve beleidsvorming gebruik van de participatieladder. Per project moet worden bepaald op welke trede van de participatieladder een project in de (interactieve) discussie wordt gebracht. d. Uitwerken Strategisch Communicatiebeleidsplan 2008-2010. Het Strategisch Communicatiebeleidsplan is afgeleid van de beleidsdoelen. Het wordt als bestuurlijk en managementinstrument ingezet om die beleidsdoelen te helpen realiseren. Het communicatiebeleid geldt organisatiebreed (bestuur en organisatie) en vormt de basis voor de formele communicatie-uitingen van de medewerkers en bestuur. Communicatie draagt zo bij aan een eenduidig beeld over Lansingerland naar buiten toe. Uit dit strategisch communicatieplan vloeit een tactisch-operationeel communicatieplan voort.
Programmaonderdeel: Organisatie Wat willen we bereiken? 1. Creëren van een meer professionele, creatieve, goed toegeruste organisatie De gemeentelijke organisatie is goed toegerust voor alle taken en kan goed omgaan met de explosieve bevolkingsgroei in Lansingerland. De omgeving waarin de gemeente zich beweegt verandert voortdurend. In combinatie met groei zal deze omgeving periodiek van invloed zijn op structuur, personele bezetting en werkwijzen.
25
Wat gaan we daar voor doen? 1. Creëren van een meer professionele, creatieve, goed toegeruste organisatie a. Professionaliseren. • Versterken management. De kwaliteitsverbetering van het management blijft ook in 2009 een punt van aandacht. Het MD-traject wordt doorgezet. Daarnaast worden de laag van senioren intensief getraind en de functie-inhoud nader bekeken. • Opleidingsplannen. Voor alle afdelingen en het concern komen er opleidingsplannen op basis van functioneringsgesprekken en gerelateerd aan de afdelingplannen. b. Versterken organisatie. • Medewerker Tevredenheid Onderzoek (MTO). In 2008 is er een MTO gehouden. De resultaten zijn in een actieplan uitgewerkt. Dit actieplan wordt uitgevoerd. • Werving en selectie van personeel. De gemeente voert een actief beleid om Lansingerland op de kaart te zetten als een aantrekkelijke werkgever. Een project geeft hieraan een structurele impuls. c. Werken aan een procesgerichte organisatie. • Van uitvoering naar regie. De gemeente handhaaft de norm van zeven medewerkers per duizend inwoners. Deze relatief kleine omvang versterkt de wens om te komen tot een regievoerende organisatie. Dit heeft gevolgen voor de beleidsuitvoerende en de operationele functies. • Implementatie diverse processen. De invoering van de omgevingsvergunning, de Wro (Wet ruimtelijke ordening), de Wkpb (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen) en de ingebruikneming van de Digitale Klant Dossiers (DKD) leiden tot doorlichting en verbetering van de werkprocessen. • Uitlijnen procedures tussen afdelingen. Het is noodzakelijk dat er op een aantal plekken in de organisatie op raakvlakken duidelijkere procedures komen. De gemeente start een project om de knelpunten in beeld te brengen en op te lossen. d. Management control. • Concern en afdelingsplannen. In 2009 hebben alle afdelingen en het concern zelf een werkplan. Hierin staan de productie en de benodigde middelen (personeel en formatie). De aandacht richt zich vooral op die onderwerpen waarbij zich ontwikkelingen of wijzigingen ten opzichte van vorige jaren voordoen. • Sturingsinformatie. Aan de huidige managementrapportages over personeel, klachten factuur- en briefafhandeling worden andere onderwerpen toegevoegd. • Beheer en organisatie vastgoed. Het vastgoed wordt doorgelicht. Onderdeel hiervan is de administratieve organisatie, het structureren van de beheerorganisatie en het opzetten van een vastgoedbeleid.
Programmaonderdeel: Bestuurlijke samenwerking Wat willen we bereiken? 1.Vergroten van de externe oriëntatie De vertegenwoordigers van de gemeente nemen een herkenbare positie in (regio)besturen in. Wat gaan we daar voor doen? 1. Vergroten van de externe oriëntatie a. Bestuurlijk en ambtelijk inzet in DWO-verband en de Stadsregio Rotterdam. b. Zichtbaarheid positie in besturen.
26
Indicatoren E/P
Indicatoren
Nulmeting
Streefwaarden
Bron
+ jaar
E
Ranking website in de landelijke
2009
2010
2011
2012
2009
0-meting
+ 5%
+ 5%
+ 5%
3 (2007)
6
6
6
6
2008
gemeentemonitor: www.eoverheid.nl P
Aantal producten dat digitaal
65% (norm)
wordt aangeboden P
% brieven binnen 4 weken beantwoord
P
Aantal verminderde/
2008
vereenvoudigde regels E
% van klantenpanel dat tevreden is over de dienstverlening (Klanttevredenheid)
P
Aantal wijktafels/ wijkbeheerplannen/ inspraakbijeenkomsten
E
% inwoners dat tevreden is over
Te
betrokkenheid bij
ontwikkelen
beleidsvoorbereiding en uitvoering E = Effectindicator P = Prestatie-indicator
27
Wat gaat het kosten? Programma 1: Bestuur en Burger Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 6.196 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 6.196 Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten Saldo programma
(bedragen x € 1.000)
Begroting 2008
2011
6.209 97 6.306
6.890 67 6.957
7.488 17 7.505
7.907 18 7.925
657 657
892 892
916 916
941 941
967 967
5.380-
Specificatie nieuw beleid Kadernota Opleidingsbudget gemeenteraad Representatiebudget gemeenteraad Impuls naamsbekendheid gemeente / communicatie Europese Parlementsverkiezingen
5.414-
6.041-
6.563-
6.958-
2009 12 5 50 30 97
2010 12 5 50 67
2011 12 5 17
2012 13 5 18
Producten Producten
Nummer
Gemeenteraad en commissies
001.000
College van burgemeester en wethouders
001.100
Commissie bezwaar- en beroepschriften
001.200
Klachten- / Ombudscommissie
001.300
Bestuursondersteuning College van burgemeester en wethouders
002.000
Voorlichting en communicatie
002.100
Burgerzaken
003.000
Verkiezingen
003.100
Bestuurlijke samenwerking
005.000
Raadsgriffie
006.000
28
2012
6.037 6.037
938 938 5.258-
Begroting Meerjarenraming 2009 2010
Totaaloverzicht programma 1 Programma 1 Bestuur en Burger Programmaonderdelen
Doelstellingen (Bereiken ?)
Prestaties (Doen ?)
• Uitbreiding eerstelijns afhandeling Vraaggerichte Dienstverlening
Vormgeven één loket
• Beperking wachttijden
functie
• Digitalisering • Werken op afspraak • Oprichting gemeentelijk informatiecentrum
• Doorlichten van administratieve lastendruk Terugdringen regel-
Op een verantwoorde wijze
en administratieve
regeldruk terugdringen en
lastendruk
administratieve lasten verminderenOnderweutespe
• Opstellen en implementeren maatregelenplan • Invoeren modelverordeningen • Onderzoek naar welstandsvrije zones • Vergroten betrokkenheid burgers, ondernemers en instellingen
• Uitwerken strategisch Communicatieplan 2008 - 2010 met kernboodschappen op Communicatie
Gemeente als partner in de dialoog met doelgroepen
verschillende niveaus • Ombuigen van communicatieproces van strategisch naar dynamisch • Doorvoeren van interactieve beleidsvorming
• Professionaliseren d.m.v. opleidingen Creëren van een Organisatie
professionele, creatieve, goed toegeruste organisatie
• Versterken van organisatie (MTO en werving en selectie van personeel) • Werken aan een procesgerichte organisatie • Verbeteren management control
• Inzet in DWO-verband versterken en inzet Bestuurlijke samenwerking
Vergroten externe oriëntatie
Stadsregio Rotterdam voortzetten • Innemen van een zichtbare positie in besturen
29
30
Programma 2 Actief in Lansingerland Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur, Sociale cohesie, Vrijwilligers, Subsidies
Omschrijving programma De gemeente wil dat er in Lansingerland niemand aan de kant blijft. Actief meedoen op allerlei terreinen biedt vele voordelen: een zinvolle vrijetijdsbesteding, ontwikkeling en ontspanning, en sociale samenhang en leefbaarheid in de wijken. De gemeente stimuleert de belangstelling voor en deelname aan het sportieve, culturele en recreatieve aanbod in de kernen en wijken. De inwoners krijgen daarvoor optimale mogelijkheden. Dit programma bevat de volgende beleidsterreinen: 1. Sport 2. Kunst en Cultuur 3. Recreatie 4. Sociale cohesie 5. Vrijwilligers en subsidies
Context en achtergronden Subsidies spelen bij dit programma een belangrijke rol. In 2009 wordt een nieuw subsidiebeleid van kracht. De gemeente werkt de visie algemeen accommodatiebeleid verder uit. In 2009 wordt onderzocht hoe de gemeente in de toekomst met accommodaties kan omgaan. Het accommodatiebeleid - en het hieraan gerelateerde tarievenbeleid – heeft vaak een relatie met het subsidiebeleid. Daarom behandelt de gemeente deze beleidsvelden in samenhang. Eventuele consequenties van het te ontwikkelen accommodatiebeleid worden na 2009 van kracht. Vrijwilligers zijn belangrijk. Zonder vrijwilligers zouden veel verenigingen niet kunnen bestaan. En zonder de vrijwillige hulp van familie, vrienden en buren zouden veel mensen met een beperking niet thuis kunnen blijven wonen. Het steunpunt vrijwilligers wordt verder geprofessionaliseerd. De groei van het aantal inwoners zal leiden tot een toename van het aantal georganiseerde en ongeorganiseerde sporters. Deze maken in toenemende mate gebruik van de bestaande voorzieningen. Uitbreiding en – indien noodzakelijk - modernisering van de sportcomplexen zijn noodzakelijk. Hoe meer inwoners, hoe meer behoefte er is aan gebieden om te recreëren. De gemeente voorziet in een verdere uitbouw en vormgeving van deze gebieden. Lansingerland wil zich voor haar inwoners en ook voor de regio manifesteren als vrijetijdsstad. De ontwikkeling van recreatie wordt gezien als een belangrijke kans om dit te bereiken. Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • • •
Algemene Subsidieverordening (2008) Kadernotitie subsidiebeleid (2008) Kadernota Wmo (Wet Maatschappelijke ondersteuning) ( 2006). Nota visie Wmo Lansingerland (2007) Nota I: Invulling van en meedoen aan maatschappelijke ondersteuning (2007) Beleidsnota II: Wmo: vervolgbeleid en uitvoering (2008) Sportnota (2008) Nota sportaccommodaties (2008) Visie algemeen accommodatiebeleid (2008) Nota kunst en cultuur (2008) Nota erfgoedbeleid (2008/2009) Visie op samenhangende ontwikkeling van groen- en recreatiegebieden (2008)
31
Programmaonderdeel: Sport Wat willen we bereiken? 1.Het stimuleren van en adequate voorwaarden bieden voor een zo groot mogelijke sportdeelname De Sportnota bevat een visie op de ontwikkeling van sportaccommodaties, sportstimuleringsactiviteiten en een meerjarenbehoefte aan sportvoorzieningen. Verder besteedt de nota aandacht aan verenigingsondersteuning en het sportloket. Wat gaan we daar voor doen? 1.Het stimuleren van en adequate voorwaarden bieden voor een zo groot mogelijke sportdeelname a. Het bieden van kwalitatief en kwantitatief voldoende en betaalbare sportvoorzieningen. • Beheren en exploiteren van sportaccommodaties voor de buiten- en de binnensport. • Afbouwen van Sportpark Het Hoge Land (fase 2) in de kern Berkel en Rodenrijs. Dit betreft de ombouw van een bestaand voetbalveld, de aanleg van twee nieuwe voetbalvelden en de bouw van acht kleedkamers (vereniging bouwt zelf). • Aanleggen van een vierde hockeyveld op Sportpark Het Hoge Land. • Ombouwen van bijveld 1 voetbal naar een kunstgrasveld voetbal op Sportpark Merenveld te Bleiswijk. • Bouwen van een binnensportaccommodatie (sport-/turnhal) bij de vestigingen voor voortgezet onderwijs Parkzoom/Wilderszijde (oplevering eind 2009). • Bouwen van een nieuw zwembad (binnen- en buitenbadcomplex) in het Annie M.G. Schmidtpark (oplevering 2009). • Starten bouwvoorbereidingen voor een binnensportaccommodatie voor het basis- en voortgezet onderwijs in Westpolder/Bolwerk (oplevering 2010). • Starten voorbereidingen voor de bouw van binnensportaccommodaties in de directe nabijheid van te realiseren scholen voor voortgezet onderwijs (zie Masterplan huisvesting Voortgezet Onderwijs) • Harmoniseren van beheer en exploitatie voor de sportaccommodaties. b. Het ondersteunen en faciliteren van sportaanbieders. Dit gebeurt door bijvoorbeeld het verstrekken van subsidies, het geven van adviezen en het zijn van intermediair. • Ondersteunen van cursussen deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers. De gemeente zoekt ook aansluiting bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk Lansingerland. • Stimuleren van de jeugd in het voortgezet onderwijs om zich actief op te stellen in het sportverenigingsleven (project Jeugd Sport Kader). • Verstrekken van digitale informatie aan sportaanbieders en burgers (sportloket). c. Het bevorderen van sportstimuleringsactiviteiten. • Organiseren van sportstimuleringsactiviteiten als ‘Taskforce 50+’ en activiteiten voor de basisschooljeugd in het kader van de BOS–impuls (Buurt, Onderwijs en Sport). • Organiseren van activiteiten op basis van de uitkomsten van de verenigingsmonitor uit 2008. • Aandacht voor sportkampioenen (Sportgala). d. Het stimuleren van samenwerking tussen sport en andere sectoren. • Volgen en actief aansturen op samenhang tussen het sportbeleid en andere beleidsterreinen als gezondheid, speelruimte, jeugd, na- en tussenschoolse opvang, onderwijs, economische zaken en ruimtelijke ontwikkeling. • Geven – onder voorbehoud van de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen – van een kwaliteitsimpuls aan het bewegingsonderwijs. Hiervoor worden combinatiefunctionarissen ingezet (impuls brede scholen, sport en cultuur).
32
Programmaonderdeel: Kunst en Cultuur Wat willen we bereiken? 1. Informatievoorziening en faciliteiten Stimuleren en scheppen van passende voorwaarden voor een aantrekkelijk en divers aanbod van schriftelijke, audiovisuele en digitale materialen voor informatie, educatie, cultuur, ontmoeting en ontspanning. 2. Amateuristische kunstbeoefening Stimuleren en scheppen van passende voorwaarden voor een aantrekkelijk en divers aanbod van amateuristische kunstbeoefening. 3. Kunst in de openbare ruimte Stimuleren en scheppen van adequate voorwaarden voor een aantrekkelijk en divers aanbod van beeldende kunst en kunst in de openbare ruimte. 4. Erfgoed Behoud van cultureel erfgoed op het gebied van monumenten en archeologie. Wat gaan we daar voor doen? 1. Informatievoorziening en faciliteiten a. Beheren en exploiteren van (sociaal-)culturele accommodaties. b. Initiatief nemen voor een openluchttheater in het Annie M.G. Schmidtpark. 2. Amateuristische kunstbeoefening a. Verstrekken van subsidie aan diverse culturele instellingen. 3. Kunst in de openbare ruimte a. Ondersteunen en begeleiden bij de realisatie van kunst in de openbare ruimte. 4. Erfgoed a. Opstellen van een nota erfgoedbeleid (monumenten en archeologie).
Programmaonderdeel: Recreatie Wat willen we bereiken? 1.Uitbouwen van en vormgeven aan een recreatieve schil rondom Lansingerland De gemeente schenkt speciale aandacht aan het met elkaar verbinden en verknopen van onderdelen van de recreatieve schil. Het is belangrijk dat rood (bebouwing) en groen in de recreatieve schil met elkaar in balans blijven. Wat gaan we daar voor doen? 1.Uitbouwen van en vormgeven aan een recreatieve schil rondom Lansingerland a. De gemeenteraad heeft in 2008 de ‘Visie op samenhangende ontwikkeling van groen- en recreatiegebieden’ vastgesteld. De gemeente vult de recreatieve concentratiepunten die daarin benoemd zijn verder in. b. Benoemen van een vaste ambtelijke supervisor Groen en Recreatie. Deze stemt de ontwikkelingen van groen- en recreatiegebieden op elkaar af en stuurt ze. c. Formuleren van een visie op evenementen als voorloper op het evenementenbeleid. d. Verrichten van onderzoek naar de hippische sport. e. Verfraaien van de Anthuriumweg als belangrijke recreatieve oost-west verbinding. f. Laten opstellen van een beleidsnota groen met ook aandacht voor het groen in de wijk.
33
g. Deelnemen aan de aanleg van een fietsknooppuntennetwerk in de regio Rotterdam. h. Ontwikkelen van een visie op overnachten/kamperen. i. Onderzoeken van benodigde en gewenste voorzieningen langs recreatieve routes.
Programmaonderdeel: Sociale cohesie Wat willen we bereiken? 1.Leefbaarheid, veiligheid & sociale cohesie Vergroten van de leefbaarheid, veiligheid en sociale cohesie in de wijken en op bovenwijks niveau. De gemeente wil dit doen samen met burgers, bedrijven en instellingen. 2.Civil society Stimuleren en ontwikkelen van zaken die bijdragen aan een ‘civil society’. Het kan hierbij gaan om accommodaties, professionele organisaties en vrijwilligers. Wat gaan we daar voor doen? 1.Leefbaarheid, veiligheid & sociale cohesie a. Organiseren van bijeenkomsten op wijkniveau (wijktafels), zie programma 1. b. Stimuleren en ondersteunen van activiteiten om burgers meer bij hun directe woon- en leefomgeving te betrekken. 2.Civil society a. Stimuleren en ondersteunen van activiteiten gericht op sportbeoefening, en van sociaal-culturele activiteiten. b. Realiseren van ontmoetingscentra. c. Bevorderen van burgerschap (en integratie).
Programmaonderdeel: Vrijwilligers Wat willen we bereiken? 1.Stimuleren en ondersteunen van het vrijwilligerswerk Wat gaan we daar voor doen? 1.Stimuleren en ondersteunen van het vrijwilligerswerk a. Inhoudelijk professionaliseren van de ondersteuning van vrijwilligers. b. Organisatorisch professionaliseren van de ondersteuning van vrijwilligers. c. Ondersteunen van initiatieven voor een vrijwilligersfeest.
34
Programmaonderdeel: Subsidies Wat willen we bereiken? 1.Realiseren van beleidsdoelen en bereiken van maatschappelijke effecten op diverse programmaonderdelen Wat gaan we daar voor doen? 1.Realiseren van beleidsdoelen en bereiken van maatschappelijke effecten op diverse programmaonderdelen a. Subsidiëren van organisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, sport, jeugd, sociaal-culturele activiteiten en cultuur. Dit gebeurt op grond van het nieuwe subsidiebeleid dat met ingang van 2009 van kracht wordt.
Indicatoren E/P
P
Indicator
Oppervlakte recreatiegebied
Nulmeting + jaar
9% (2007)
Streefwaarden
Bron
2009
2010
2011
2012
11%
12%
13%
14%
E = Effectindicator P = Prestatie-indicator
35
Wat gaat het kosten ? Programma 2: Actief in Lansingerland Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 5.858 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 5.858
(bedragen x € 1.000)
Raming 2008
Raming Meerjarenraming 2009 2010
2011
2012
8.582 8.582
8.704 511 9.215
8.855 892 9.747
9.068 1.131 10.199
9.238 1.613 10.851
Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota totale baten
1.071 1.071
1.183 1.183
1.317 1.317
1.334 1.334
1.317 85 1.402
1.318 85 1.403
saldo programma
4.787-
7.399-
7.898-
8.413-
8.796-
9.448-
2009 20 50 50 41 340 10 -
2010 20 132 50 50 40 137 105 11 279 60 5 4
2011 20 130 50 50 38 137 202 11 271 59 69 5 4
2012 20 128 50 50 37 137 202 400 100 11 263 58 63 5 4
511
892
35501.046
35501.528
Specificatie nieuw beleid Kadernota Uitbreiding sporthal Wilderszijde / Parkzoom (exploitatie) Uitbreiding sporthal Wilderszijde / Parkzoom (kap.lasten) Sportstimuleringsprojecten / sportgala Stimulering bewegingsonderwijs Parkeerfaciliteiten sportparken Grondverwerving en kleedkamersubsidie (BHK) Grondverwerving en kleedkamersubsidie (BLW) Grondverwerving en kleedkamersubsidie 2011-2015 Investeringen sportaccommodaties 2011-2015 Extra onderhoud hekwerken sportparken (vandalisme) Twee kunstgrasvelden voetbal 2009 (BHK / BLW) 1 Hockeyveld 2009 (BER) 1 kunstgras / 1 wedstrijdveld voetbal 2010 (BER / BHK) Verlichting softbalveld (BHK) Verlichting voetbalvelden (BHK) Baten: Huuropbrengst sportaccommodaties --- uitbreiding Huuropbrengst sportaccommodaties --- bestaand
36
Producten Producten
Nummer
Openbaar bibliotheekwerk
510.000
Kunstzinnige vorming
511.000
Zwembad
530.000
Sporthallen en -lokalen
530.100
Bevordering sportdeelname
530.200
Sportvelden en terreinen
531.000
Kunstbeoefening & kunstbevordering
540.000
Polderhuis
540.200
De Driesprong
540.300
Evenementen/ volksfeesten
560.100
Recreatievoorzieningen
560.200
Mediazaken
580.100
De Vluchtheuvel
580.200
’t Schooltje
630.300
Sociaal-cultureel werk
630.500
Vrijwilligerswerk
630.600
Groene ster
630.700
Sociaal-cultureel centrum De Snip
630.800
37
Totaaloverzicht programma 2 Programma 2 Actief in Lansingerland Programmaonderdelen
Doelstellingen (Bereiken ?)
Prestaties (Doen ?) • Bieden van kwalitatief en kwantitatief
Stimuleren en voorwaarden bieden voor zo groot mogelijke Sport
sportdeelname (volgens de visie in de Sportnota)
voldoende betaalbare sportvoorzieningen • Ondersteunen en faciliteren van sportaanbieders • Bevorderen van sportstimuleringsactiviteiten • Stimuleren van samenwerking tussen sport en andere sectoren
Stimuleren van en passende voorwaarden scheppen voor een aantrekkelijk en divers aanbod
• Nemen van initiatieven voor het realiseren van
van schriftelijke, audiovisuele en
een openluchttheater in het Annie M.G.
digitale materialen op het
Schmidtpark
gebied van informatie, educatie, cultuur, ontmoeting en
• Beheren en exploiteren (sociaal-)culturele accommodaties
ontspanning
Stimuleren van en passende voorwaarden scheppen voor een aantrekkelijk en divers aanbod Kunst en cultuur
Verstrekken van subsidie aan diverse culturele instellingen
op het gebied van amateuristische kunstbeoefening
Stimuleren van en passende voorwaarden scheppen voor een aantrekkelijk en divers aanbod
Ondersteuning en begeleiding bij de realisatie van
op het gebied van op het gebied
kunst in de openbare ruimte
van beeldende kunst en kunst in de openbare ruimte
Behoud van cultureel erfgoed op het gebied van monumenten en archeologie
38
Opstellen van nota erfgoedbeleid (monumenten en archeologie)
Programma 2 Actief in Lansingerland (vervolg) Programmaonderdelen
Doelstellingen
Prestaties
(Bereiken ?)
(Doen ?)
• Invulling geven aan benoemde recreatieve concentratiepunten in de in 2008 vastgestelde "Visie op samenhangende ontwikkeling van groenen recreatiegebieden" • Benoemen van vaste ambtelijke supervisor Groen en Recreatie • Formuleren van een visie op evenementen als voorloper op evenementenbeleid Recreatie
Uitbouwen van en vormgeven
• Verrichten van onderzoek naar hippische sport
aan een recreatieve schil
• Verfraaien van de Anthuriumweg als belangrijke
rondom Lansingerland
recreatieve oost-west verbinding • Laten opstellen van een beleidsnota groen met aandacht voor ook het groen in de wijk • Deelnemen in de aanleg van een fietsknooppuntennetwerk in de regio Rotterdam • Ontwikkelen van visie op overnachten/ kamperen • Onderzoeken van benodigde en gewenste voorzieningen langs recreatieve routes
Vergroten leefbaarheid, veiligheid en sociale cohesie in wijken en op bovenwijks
• Organiseren van bijeenkomsten op wijkniveau • Stimuleren en faciliteren activiteiten van burgers
niveau Sociale cohesie Stimuleren en ontwikkelen van zaken die bijdragen aan ‘civil society’
• Stimuleren en faciliteren activiteiten gericht op sportbeoefening en sociaal-culturele activiteiten • Realiseren van ontmoetingscentra • Bevorderen van burgerschap en integratie
• Inhoudelijk professionaliseren van ondersteuning Vrijwilligers
Stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk
van vrijwilligers • Organisatorisch professionaliseren van ondersteuning van vrijwilligers • Faciliteren van initiatieven voor vrijwilligersfeest.
Realiseren van beleidsdoelen Subsidies
en bereiken van maatschappelijke effecten op diverse programmaonderdelen
Subsidiëren van organisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, sport, jeugd, sociaal-culturele activiteiten en cultuur op grond van het nieuwe subsidiebeleid dat met ingang van 2009 van kracht wordt.
39
Programma 3 Opgroeien in Lansingerland Onderwijs, Onderwijsachterstandenbeleid/Voor- en Vroegschoolse Educatie, Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk, Jeugd en jongeren / Hulpverlening
Omschrijving programma Jongeren moeten zich zo kunnen ontwikkelen dat ze later op een volwaardige manier aan de maatschappij kunnen deelnemen. Dit vraagt om een samenhangend geheel van basisvoorzieningen dat op stimulerende wijze wordt aangeboden. In situaties dat de gewenste ontwikkeling onder druk komt te staan zijn opvang en ondersteuningsmogelijkheden nodig. De gemeente vindt het van groot belang dat de jongeren betrokken zijn bij het kiezen en realiseren van voorzieningen. Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: 1. Onderwijs 2. Onderwijsachterstandenbeleid / Voor- en Vroegschoolse Educatie 3. Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 4. Integraal en preventief jeugdbeleid
Context en achtergronden De gemeente Lansingerland is een groeigemeente. Het is daarom zaak dat de bestaande voorzieningen kwantitatief mee groeien met de bevolkingsaanwas. Het dorpse karakter zal meer verstedelijken. Dit leidt tot een complexere samenleving. De vraag naar meer specialistische voorzieningen voor opgroeien en opvoeden zal toenemen. Volgens de Wet op de jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning (wmo) is de gemeente verantwoordelijk voor de niet-geïndiceerde zorg voor jeugdigen en/of het gezin. Zij moet die organiseren, aanbieden en er op heldere wijze informatie over verschaffen. In het algemeen treedt de gemeente op als netwerkregisseur en spoort instellingen aan samen te werken. De gemeente kan hierbij een ondersteunde rol vervullen en waar nodig zelf initiatieven ontwikkelen. Dit ligt anders voor de huisvesting van het onderwijs. De gemeente is op dat terrein verantwoordelijk voor de uitvoering. Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • • • • •
40
Kadernota Wmo (2006) Nota Visie Wmo (2007) Nota ‘Invulling van en meedoen aan maatschappelijke ondersteuning’ (2007) Convenant met Stadsregio lokaal jeugdbeleid-stadsregionale jeugdzorg (2006) Kadernotitie Integraal Jeugdbeleid 2008-2012 (2008) Nota Preventief Jeugdbeleid (2008) Rapport visie op vraag een aanbod voortgezet onderwijs in Lansingerland (2007) Kadernota visie Primair Onderwijs (2008) Masterplan huisvesting Primair Onderwijs en BSO (2008) Masterplan huisvesting Voortgezet Onderwijs (2008) Deelnota Voor- en Vroegschoolse Educatie 2008-2010 (2008) Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen gemeente Lansingerland (2008) Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs (2008) Verordening leerlingenvervoer (2007)
Relevante Rijkswetten • • • • • • • • •
Wet op het primair onderwijs Wet op de expertisecentra Wet op het voortgezet onderwijs Wet educatie en beroepsonderwijs Leerplichtwet Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Wet collectieve preventieve volksgezondheid (Wcpv) Wet op de jeugdzorg. Wet kinderopvang.
Programmaonderdeel: Onderwijs Wat willen we bereiken? 1.Zorgen voor een laagdrempelig bereik van onderwijsvoorzieningen binnen Lansingerland Dit geldt zowel voor het basisonderwijs als voor het voortgezet onderwijs en zo mogelijk ook voor het speciaal (beroepsgericht) onderwijs. De zorg voor een goede spreiding, geografisch en naar schooltype, is een belangrijks aandachtspunt bij de huisvesting van scholen. 2.Jaarlijks opstellen van een Lokale educatieve agenda Scholen, gemeente en andere betrokken instellingen werken de onderwerpen die op de agenda staan samen uit. 3.Zorg dragen voor een passend leerplichtbeleid 4.Bij elkaar brengen van onderwijs en bedrijfsleven Dit moet zodanig gebeuren dat bedrijven, en stagiaires en werkzoekenden na het behalen van een einddiploma, hiervan profijt hebben. Wat gaan we daar voor doen? 1.Zorgen voor een laagdrempelig bereik van onderwijsvoorzieningen binnen Lansingerland a. Extra investeren in (tijdelijke) huisvesting voor het primair onderwijs. In 2008 heeft de gemeente een masterplan opgesteld voor de huisvesting van het primair onderwijs. Gelet op de groei van de gemeente betekent dit het realiseren van extra scholen. In deze begroting wordt daarom rekening gehouden met extra investeringen in (tijdelijke) huisvesting. De gemeente zal rekening houden met de huisvestingsbehoefte van de voorschoolse- en buitenschoolse opvang. b. Uitvoeren Masterplan huisvesting Voortgezet Onderwijs. In 2007 is de visie op vraag en aanbod Voortgezet Onderwijs vastgesteld. Deze is verder uitgewerkt in het vastgestelde Masterplan huisvesting Voortgezet Onderwijs. De gemeente begint in 2009 met de uitvoer van dit masterplan en werkt de komende tijd aan de realisatie van een aantal VO-scholen. Een van de uitgangspunten van het visierapport is verbreding van het aanbod. De gemeente heeft in de kadernota en begroting daarom rekening gehouden met extra investeringen in vaste en tijdelijke huisvesting. c. Opstellen en uitvoeren Meerjaren Onderhoudsplan Scholen. De gemeente besteedt naast nieuwe ontwikkelingen ook aandacht aan de al aanwezige voorzieningen. Het bestaande niveau wordt optimaal in stand gehouden. Dit kan budgettaire consequenties hebben. d. Binnenhalen van een instelling voor Middelbaar Beroepsonderwijs (mbo). Het onderwijsaanbod van de nieuw te vestigen mbo-school moet aansluiten bij het aanbod van de vmbo-scholen in Lansingerland.
41
2.Jaarlijks opstellen van een Lokale educatieve agenda a. Uitvoeren Kadernota visie Primair Onderwijs. De programmapunten voor 2009 uit deze nota zijn opgenomen in de Lokale educatieve agenda. De betrokken partijen hebben die agenda gezamenlijk opgesteld. De gemeente werkt in 2009 samen met de onderwijspartners de ontwikkeling van de Brede school en Passend onderwijs (in relatie tot Centrum voor jeugd en gezin) verder uit. Ook wordt begonnen met de implementatie. De gemeente houdt hierbij rekening met de visie die de voormalige gemeente Bergschenhoek heeft opgesteld. Deze visie beschrijft de relatie tussen onderwijs en organisaties op het terrein van peuterspeelzaalwerk, bso en kinderopvang. In de tussenliggende periode dient de ‘Hoekse Visie’ als leidraad. 3.Zorg dragen voor een passend leerplichtbeleid a. Beginnen nieuw leerplichtbeleid. Eind 2008 start de gemeente met een nieuw leerplichtbeleid. Dit voorziet in het hanteren van een strakke hand bij schoolverzuim en schoolverlaten. Er wordt ook aandacht geschonken aan de achterliggende redenen van verzuim. b. School of werk. De gemeente streeft ernaar dat zoveel mogelijk leerlingen uitstromen met een startkwalificatie. Het principe is ‘school of werk’. De gemeente werkt daarbij intensief samen met de regionaal opererende instanties als het RMC en Jeugdloket Rotterdam. c. Uitwerken doorgaande leerlijn. De gemeente werkt de doorgaande leerlijn verder uit. Dit houdt in dat de gemeente de voorschoolse- en schoolse instellingen daar waar mogelijk ondersteunt bij de samenwerking onder één dak. Het streven is de verbindingen die er zijn tussen het peuterspeelzaalwerk, de kinderopvang en het onderwijs verder te versterken. d. Verder ontwikkelen bewegingsonderwijs. Het bewegingsonderwijs kan niet zonder een aantal faciliteiten. Om daar in te voorzien investeert de gemeente in een aantal binnensportaccommodaties in de directe nabijheid van de betreffende scholen. 4.Bij elkaar brengen van onderwijs en bedrijfsleven a. Inmiddels is op initiatief van VNO-NCW Oostland het Samenwerkingsverband Onderwijs en Bedrijfsleven (SOB Oostland) opgericht. Het doel is verbeteren van de afstemming tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. De hiervoor aan te stellen programmamanager gaat een brugfunctie vervullen tussen scholen en bedrijfsleven.
Programmaonderdeel: Onderwijsachterstandenbeleid / Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Wat willen we bereiken? 1.Vergroten ontwikkelingskansen De ontwikkelingskansen van minder kansrijke (doelgroep)kinderen vergroten zodat ze op de langere termijn een startkwalificatie kunnen behalen. 2.Peuterspeelzaakwerk Een voldoende en een goed gespreid aanbod van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk van goede kwaliteit om aan de vraag vanuit de bevolking te voldoen.
Wat gaan we daar voor doen? 1.Vergroten ontwikkelingskansen a. Bieden van meer mogelijkheden voor deelname aan VVE (voor- en vroegschoolse educatie) en er voor zorgen dat er meer kinderen naar toegeleid worden. Het consultatiebureau zal de indicatiestelling en toeleiding naar de peuterspeelzalen en het aanbod van Voor- en Vroegschoolse Educatie verzorgen. b. Realiseren van een doorlopende leerlijn. De gemeente voert structureel overleg met schoolbesturen. In dit overleg bespreken partijen hoe ze hun verantwoordelijkheden beter op
42
elkaar kunnen afstemmen. Dit moet leiden tot een doorgaande ontwikkelingsondersteunende lijn tussen voorschool en basisschool. c. Aanbieden van VVE programma’s op diverse voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen en kinderdagverblijven). De voorschoolse voorzieningen kunnen voor 2009 subsidie aanvragen voor het aanbieden van Voor- en Vroegschoolse Educatie. 2.Peuterspeelzaakwerk a. Ondersteunen/ laagdrempelig maken van vestigingsmogelijkheid. b. Toezien op de kwaliteit door jaarlijkse inspecties (toezicht en handhaving). c. Beschikbaar stellen van subsidies voor peuterspeelzaalwerk.
Programmaonderdeel: Kinderopvang Wat willen we bereiken? 1.Kinderopvang a. Voldoende kinderopvang dat voldoet aan de kwaliteitseisen in het kader van de Wet Kinderopvang, de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang en het Bouwbesluit 2003. Wat gaan we daar voor doen? 1.Kinderopvang a. De knelpunten in de kinderopvang en mogelijke oplossingen verder in kaart brengen (Nota gemeentelijke Taskforce Kinderopvang). b. Een interdisciplinaire aanpak van de knelpunten bij de vesting van kinderopvang; c. De gemeente stimuleert het ondernemersklimaat van kindercentra door; • het verstrekken van vestigingsinformatie aan derden; • bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen rekening te houden met de behoefte aan locaties voor kinderopvang; • brede scholen te gaan bouwen waarin ook kinderopvang gerealiseerd zal worden. d. Toezien op de kwaliteit van de kinderopvang door middel van inspecties door de GGD, Bouw- en Woningtoezicht en de Brandweer.
Programmaonderdeel: Integraal en preventief jeugdbeleid Wat willen we bereiken? 1.Preventief jeugdbeleid Het realiseren van de benodigde voorzieningen. Doel daarvan is ondersteuning van een ongestoorde ontwikkeling van jeugdigen en bestrijding van verstoringen in een vroeg stadium. De gemeente wil problemen bij jongeren zo vroeg mogelijk signaleren en verhelpen. De gemeenteraad moet het preventieve jeugdbeleid nog vaststellen. 2.Integraal jeugdbeleid Het ontwikkelen van een sluitende aanpak voor jongeren die buiten de boot dreigen te vallen. Hulpverlening aan het kind en het gezin gezien vanuit het belang van het kind (programma ‘Ieder kind wint’ van de Stadsregio). Jongeren betrekken bij het ontwikkelen van beleid en activiteiten. De gemeenteraad moet het integraal jeugdbeleid nog vaststellen. Wat gaan we daar voor doen? 1.Preventief jeugdbeleid a. Verdere invulling geven aan de afspraken uit het convenant met de stadsregio. Dit sluit aan bij de nota Preventief jeugdbeleid.
43
b. Starten met de implementatie van de vastgestelde nota Preventief jeugdbeleid (prestatieveld 2 Wmo). De gemeente zet de actiepuntenlijst 2008 om in resultaten: • Inkoop preventieve producten opgroeien en opvoeden, die zich richten op maatwerk voor de jeugd. Mogelijke producten zijn: inkoop sociale vaardigheidstrainingen bij Pedagogisch Instituut Oogpunt, project Plezier op school, project Gezonde School. Keuze van de producten hangt af van de uitkomsten van het onderzoek opvoedingsondersteuning dat voor Lansingerland is uitgevoerd. Verder vloeit de keuze voort uit de vastgestelde nota preventief jeugdbeleid. • Onderzoek naar de behoefte aan een definitief jongerencentrum voor jongeren in vooral Berkel en Rodenrijs. Er vindt ook een onderzoek plaats naar vraag en aanbod jeugd- en jongerenwerk. Beide onderzoeken geven een beter inzicht of het noodzakelijk is om het aantal uren uit te breiden. • Structurele invoeren en uitbreiden van het opvoedbureau. Voor dit bureau koopt de gemeente producten in op het terrein van opgroeien en opvoeden, zoals ‘Pak je kans’. Verder zet de gemeente pedagogische steun in het gezin in (bijvoorbeeld Homestart). • Opstellen van een nota Integraal speelruimtebeleid. In deze nota besteedt de gemeente onder meer aandacht aan de landelijke normen voor speelterreinen, aan speelterreinen voor oudere jeugd en aan jongerenontmoetingsplekken. • Plaatsen/ aanleggen in de drie kernen (oa. in het Annie M.G. Schmidtpark) van een JOP, een skate/funpark en trapveldjes. • Ondersteunen van een jaarlijks terugkerend jeugddebat. 2.Integraal jeugdbeleid a. Starten met de implementatie van de Kadernota Integraal Jeugdbeleid. De gemeente zet de ingezette actiepunten om in resultaten: • Structureel inkopen van schoolmaatschappelijk werk voor het basisonderwijs. De gemeente maakt afspraken met basisonderwijs over cofinanciering. • Onderzoek naar de vormgeving van een Centrum voor Jeugd en Gezin. Met het lokale veld vindt een visieverkenning plaats. • Aankopen van integrale producten gericht op maatwerk voor de jeugd zoals coaching door jongerenmentoraat en 1 op 1 project van het jeugd- en jongerenwerk.
Indicatoren E/P
Indicator
Nulmeting
Streefwaarden
Bron
+ jaar
P
% voldoendes op de diverse
2009
2010
2011
2012
Jaar 2007
80
90
90
90
Jaar 2007
65
70
70
70
inspectieonderdelen van de reportages Kinderopvang.
P
Aantal plaatsen peuterspeelzaal per 100 kinderen 2-3 jaar.
E = effectindicator P = Prestatie-indicator
44
Wat gaat het kosten? Programma 3: Opgroeien in Lansingerland Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 7.235 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 7.235 Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota totale baten Saldo programma
(bedragen x € 1.000)
Raming 2008
Raming Meerjarenraming 2009 2010
11.327 11.327
11.145 1.186 12.331
13.388 894 14.282
13.607 1.406 15.013
14.715 1.386 16.100
695 695
731 731
836 836
835 835
834 834
7.235-
10.632-
Specificatie nieuw beleid Kadernota Bouw derde school Westpolder Woonrijpmaken HAVO/VWO-scholen Parkzoom Grondkosten tweede VMBO-school (permanent) St. Laurenscollege - tijdelijke huisvesting Huur grond eerste VMBO-school (tijdelijk) Grondkosten eerste VMBO-school (permanent) Sportacc. bij eerste VMBO-school (tijdelijk) Grondkosten Melanchton (De Kring) Plaatsen JOP, trapveldjes en skatebanen Uitbreiding jongerenwerk / jongerencentrum (BER)
2011
2012
11.601-
13.447-
14.179-
15.266-
2009 345 185 40 616 1.186
2010 23 335 185 351 894
2011 67 23 127 325 185 340 127 212 1.406
2012 443 23 127 127 328 127 211 1.386
Producten Producten
Nummer
Openbaar basisonderwijs
420.000
Onderwijshuisvesting openbaar basisonderwijs
421.000
Bijzonder basisonderwijs
422.000
Onderwijshuisvesting bijzonder basisonderwijs
423.000
Huisvesting openbaar voortgezet onderwijs
441.000
Huisvesting bijzonder voortgezet onderwijs
443.000
Overige gemeenschappelijke uitgaven en inkomsten onderwijs
480.000
Speelvoorzieningen
580.300
Jeugd – en jongerenwerk
630.100
Jeugd- en jongerencentra
630.200
Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk
650.000
Peuterspeelzalen
650.100
Jeugdgezondheidszorg (logopedie)
715.000
45
Totaaloverzicht programma 3 Programma 3 Opgroeien in Lansingerland Programmaonderdelen
Doelstellingen (Bereiken ?)
Prestaties (Doen ?)
uitwerking masterplan huisvesting primair onderwijs ontwikkeling beleid brede school optimaal in stand houden van bestaande Onderwijs
Laagdrempelig bereik van onderwijsvoorzieningen
voorzieningenniveau (IHP) uitwerking masterplan huisvesting voortgezet onderwijs binnenhalen Middelbaar Beroeps Onderwijs samenwerking tussen scholen en bedrijfsleven
• verhogen van de mogelijkheid tot deelname aan Onderwijsachter-
Vergroten van
standenbeleid /
ontwikkelingskansen van minder
VVE
kansrijke kinderen
en toeleiding naar VVE • realisering van een doorlopende leerlijn • aanbieden VVE programma’s op diverse voorschoolse voorzieningen
Zorgen voor voldoende en goed Kinderopvang en
gespreid aanbod van
peuterspeelzaal-
kinderopvang en
werk
peuterspeelzaalwerk
faciliteren van vestigingsmogelijkheden toezien op kwaliteit (inspecties) subsidies voor peuterspeelzaalwerk
• implementatie kadernota integraal jeugdbeleid Realiseren van voorzieningen om Jeugd en jongeren
een ongestoorde ontwikkeling
/ Hulpverlening
van jeugdigen te faciliteren
• implementatie nota preventief Jeugdbeleid • inkoop producten op het terrein van opgroeien • en opvoeden • invulling geven aan afspraken stadsregio • actiepunten omzetten in resultaten
46
Programma 4 Integrale veiligheid Politie (incl. openbare orde), Brandweer, Ambulances, Horeca, Rampenplannen, APV
Omschrijving programma De zorg voor veiligheid is een kerntaak van de overheid. De gemeente streeft ernaar dat iedereen zich in de gemeente Lansingerland veilig voelt. Dit kan alleen door een integrale aanpak. Hierbij zijn altijd anderen nodig, ook de inwoners en de bedrijven zelf. Het veiligheidsvraagstuk beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. In Nederland zijn 25 veiligheidsregio’s ingericht. De verschillende besturen en diensten op het gebied van brandweerzorg, rampen- en crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) werken in zo’n regio samen. Lansingerland neemt deel in de Veiligheidsregio Rotterdam (VRR). Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: 1. Veilige woon- en leefomgeving 2. Bedrijvigheid en veiligheid 3. Jeugd en veiligheid 4. Fysieke veiligheid 5. Integriteit en veiligheid 6. Handhaving De eerste vijf beleidsterreinen sluiten aan bij het Kernbeleid Veiligheid van de VNG.
Context en achtergronden Veilige woon- en leefomgeving Het beleidsterrein veilige woon- en leefomgeving beslaat veiligheidsthema’s die direct met de kwaliteit van wonen en leven in buurten en wijken te maken hebben. Thema’s zijn bijvoorbeeld overlast van bewoners, verloedering, woninginbraak, fietsendiefstal, maar ook huiselijk geweld en overlast van drugsen alcoholgebruik. De gemeente zal in de kadernota Integraal veiligheidsbeleid de speerpunten van de verschillende beleidsterreinen, waaronder het beleidsterrein Veilige woon-en leefomgeving, benoemen. Deze speerpunten worden vervolgens uitgewerkt in de verschillende uitvoeringsprogramma’s. Uit de bestuuropdracht Wijkgericht werken volgen in de periode 2009-2012 uitvoeringsprogramma’s. Deze zijn gericht op het bevorderen van de sociale cohesie in wijken en buurten en op een gerichte aanpak van schoon, heel en veilig. Dit vergroot de leefbaarheid. De gemeente streeft met het plan van aanpak huiselijk geweld naar een afname van huiselijk geweld, een grotere aangiftebereidheid en snellere inzet van hulpverlening. De gemeente sluit hierbij aan bij de landelijke en regionale ontwikkelingen voor een sluitende aanpak van huiselijk geweld en de wet Tijdelijk Huisverbod. Deze wet wordt binnenkort van kracht. Bedrijven en veiligheid De thema’s voor het beleidsterrein Bedrijven en veiligheid hebben te maken met de sociale onveiligheid rond bedrijvigheid zoals winkelcentra en bedrijventerreinen. Maar er valt ook te denken aan de veiligheid rond uitgaan, toerisme en grootschalige evenementen. Maatregelen op dit veld hebben vaak een gemengd publiekprivaat karakter. Er lopen binnen Lansingerland verschillende trajecten Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) winkelcentra en bedrijventerreinen. In deze samenwerkingsverbanden kunnen de partijen (gemeente en derden) in een vroegtijdig stadium problemen en kansen bespreken en behandelen. De trajecten KVO worden in de
47
periode 2009-2012 voortgezet, verder uitgebreid en geïntensiveerd. Andere speerpunten in dit beleidsveld worden benoemd in de kadernota Integraal veiligheidsbeleid en uitgewerkt in de uitvoeringsprogramma’s. Jeugd en veiligheid Het beleidsterrein Jeugd en veiligheid bevat de veiligheidsproblemen die specifiek met jeugd te maken hebben. Het gaat daarbij zowel om 12-minners als om oudere jeugd. Thema’s zijn onder meer overlast, criminele jeugdgroepen en veilig in en om de school. In de kadernota Integraal veiligheidsbeleid zullen de speerpunten van het beleidsterrein Jeugd en veiligheid, nader worden benoemd. De speerpunten worden vervolgens uitgewerkt in de verschillende uitvoeringsprogramma’s. Fysieke veiligheid Bij fysieke veiligheid gaat het om het voorkomen van rampen en crises door risico’s van gevaarlijke stoffen, hevige regenval, brandgevaar, milieuaantastingen etc. zoveel mogelijk te beheersen. Het te voeren beleid richt zich op het voorkomen van rampen en crises. Dit gebeurt door goede planvorming, en training en opleiding van medewerkers in de crisisorganisatie. Verder richt het beleid zich op het realiseren en op orde houden van een veilige openbare ruimte, bijvoorbeeld advisering bij nieuwbouwprojecten als stations, zwembad en bedrijventerreinen. Integriteit en veiligheid Het beleidsterrein integriteit en veiligheid bundelt de bedreigingen rond radicalisering en terrorisme, georganiseerde criminaliteit en non-integer bestuurlijk handelen. Dit terrein is zo genoemd omdat deze bedreigingen de grondvesten van de maatschappij kunnen aantasten. Ze bedreigen de integriteit van onze samenleving. De gemeente Lansingerland heeft een contactpersoon radicalisering aangesteld. In de kadernota Integraal veiligheidsbeleid zullen de speerpunten van dit beleidsterrein worden benoemd en uitgewerkt in uitvoeringsprogramma’s. Handhaving Gemeenten moeten op grond van jurisprudentie in beginsel de regelgeving handhaven. Om dit goed vorm te kunnen geven stelt de gemeente een integraal handhavingsbeleid op. Hiervoor inventariseert de gemeente welke regelgeving er zoal is en welke keuzes hierin gemaakt kunnen worden. Verkeersveiligheid Bij verkeersveiligheid gaat het er om dat de verschillende weggebruikers zo veilig mogelijk met elkaar gebruik kunnen maken van de openbare weg. De gemeente probeert op haar grondgebied het aantal gevaarlijke punten te verminderen. De inbreng van bewoners en belangenverenigingen is hierbij van groot belang. Er wordt een Mobiliteitsplan voor de gemeente opgesteld inclusief verkeersveiligheidsmaatregelen. Kaderstellende beleidsnota’s • Regionaal beheersplan crisisbeheersing 2005-2008 (VRR, juni 2005) • DCMR werkplan (jaarlijks) • Crisisbeheersingsplan Lansingerland (2007) • Districtsjaarplan politie (jaarlijks) • Visie- en beleidsnota Wmo • Notitie aanpak Huiselijk geweld (2008) • Startnotitie Integraal veiligheidsbeleid (2008) • Notitie aanpak overlastgevende jeugd (2008)
48
Programmaonderdeel: Veilige woon- en leefomgeving / Jeugd en veiligheid Wat willen we bereiken? 1.Integraal veiligheidsbeleid Vormgeven, organiseren en regisseren van het integrale veiligheidsbeleid in de gemeente Lansingerland. 2.Vermindering criminaliteit Verminderen van de criminaliteit, onveiligheid, verloedering en overlast in de publieke ruimte, evenals het verhogen van het subjectieve veiligheidsgevoel. 3.Wijkgericht werken Toenemen van de sociale cohesie in wijken en buurten en het gericht aanpakken van schoon, heel en veilig (betrokkenheid van bewoners bij elkaar en bij de totstandkoming en uitvoering van gemeentelijk beleid). 4.Huiselijk geweld Verminderen van huiselijk geweld. Wat gaan we daar voor doen? 1.Integraal veiligheidsbeleid a. Ontwikkelen en vaststellen van de kadernota Integraal veiligheidsbeleid 2009-2012 volgens de Kernbeleidmethode van de VNG. 2.Vermindering criminaliteit a. Uitvoeren van de diverse programmaonderdelen van de vast te stellen Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2009-2012. 3.Wijkgericht werken a. Uitvoeren van de diverse programmaonderdelen voortvloeiend uit de bestuursopdracht wijkgericht werken. 4.Huiselijk geweld a. Uitvoeren van het plan van aanpak huiselijk geweld.
Programmaonderdeel: Bedrijvigheid en veiligheid Wat willen we bereiken? 1.Verhoging veiligheid Verhogen van de veiligheid en het veiligheidsgevoel in winkelgebieden en bedrijfsterreinen. Wat gaan we daar voor doen? 1.Verhogen veiligheid a. Voortzetten en intensiveren van de huidige trajecten Veilig Ondernemen.
Programmaonderdeel: Fysieke veiligheid Wat willen we bereiken? 1.Voorbereiding rampenbestrijding Realiseren van een adequate voorbereiding op rampenbestrijding en crises. 2.Crisisbeheersingsorganisatie Verbeteren en professionaliseren van het niveau van de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie.
49
3.Ontwikkelen risicobeeld Ontwikkelen van een juist risicobeeld waarop de gemeente de planvorming kan baseren. 4.Brandweerzorg Verdere ontwikkelen van de kwaliteit van de brandweerzorg en versterken van de dekkingsgraad. Wat gaan we daar voor doen? 1.Voorbereiding rampenbestrijding a. Nader uitwerken van deelplannen in draaiboeken voor de crisisbeheersing. 2.Crisisbeheersingsorganisatie a. Opstellen van een opleiding- training- en oefenplan voor de crisisbeheersing. b. Uitvoeren van onderdelen van het opleiding- en oefenplan crisisbeheersing. • Jaarlijks oefenen van de veiligheidsstaf en het gemeentelijk actiecentrum. • Organiseren van bereikbaarheids- en beschikbaarheidsoefeningen. • Organiseren van deelplanoefeningen. • Opleiden van medewerkers die een rol spelen bij de crisisbeheersing. • Piketregeling herzien/ uitbreiden (i.o.m. P&O). 3.Ontwikkelen risicobeeld a. Actualiseren van de risico-inventarisatie en -analyse. b. Uitvoeren van integrale controles bij bedrijven en instellingen. 4.Brandweerzorg a. Opstellen van een planning en controlecyclus voor de brandweer in samenwerking met de VRR (District Noord).
Programmaonderdeel: Integriteit en veiligheid Wat willen we bereiken? 1.Radicalisering Tegengaan van radicalisering. 2.Kadernota Integraal veiligheidsbeleid Nader bepalen speerpunten in Kadernota Integraal veiligheidbeleid. Wat gaan we daar voor doen? 1.Radicalisering a. Voorzetten inzet contactpersoon radicalisering. 2.Kadernota Integraal veiligheidsbeleid a. Opstellen uitvoeringsprogramma’s kadernota Integraal veiligheidsbeleid. Te denken valt aan aanpak Hennepteelt, BIBOB, preparatie op rampenbestrijding kwetsbare objecten.
50
Programmaonderdeel: Verkeersveiligheid Wat willen we bereiken? 1. Actief streven naar het halen van regionale doelstellingen 2. Verkeersveilige infrastructuur 3. Veilige deelname aan het verkeer 4. Veilig gedrag in het verkeer 5. Voorkomen agressief verkeersgedrag Wat gaan we daar voor doen? a. Deelnemen in samenwerkingsverbanden (o.a. Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid). b. Duurzaam veilig inrichten van verkeersinfrastructuur. c. Uitvoeren van educatie- en voorlichtingsprojecten, al dan niet meeliftend met regionale projecten, zoals BROEM-ritten, verkeersexamens en ‘Wij gaan weer naar school’ (zie ook programma’s 3 en 5). d. Uitvoeren van toezicht- en handhavingsprojecten door de politie, al dan niet meeliftend met regionale projecten. e. Opstellen Handhavingarrangement Verkeer met politie en Openbaar Ministerie, toegespitst op agressief verkeersgedrag.
Programmaonderdeel: Handhaving Wat willen we bereiken? 1.Handhaving van wet- en regelgeving De gemeente is wettelijk verplicht (art. 100c Woningwet) om een handhavingsbeleid op te stellen voor de uitvoering van en het toezicht op het bepaalde in de Woningwet. Er wordt gewerkt aan een integraal handhavingsbeleid. Dat wil zeggen dat de gemeente de handhaving op grond van andere wet- en regelgeving (zoals Wro en de APV) hierin meeneemt. Naar verwachting zal de beleidsnota eind 2008 gereed zijn. Op basis hiervan stelt de gemeente jaarlijks de handhavingsprogramma’s op. In deze programma’s staat hoe de handhavingscapaciteit zal worden ingezet. Het handhavingsprogramma voor 2009 zal begin 2009 worden aangeleverd. Wat gaan we daar voor doen? 1.Handhaving van wet- en regelgeving 1. Opstellen van een (integraal) handhavingsbeleid en een jaarlijks handhavingsprogramma.
51
Indicatoren E/P Indicator
Nulmeting
Streefwaarden
Bron
+ jaar 2009
2010
2011
2012
E
Percentage inwoners dat zich wel 20% (2007) eens onveilig voelt in de eigen 21% (2005) buurt
18%
18%
18%
18%
Veiligh.mon.
E
Woninginbraken
7
7
7
7
Veiligh.mon.
7 per 1000 woningen
Jaarverslag Politie 2007
(2007) 127 aangiften
127
127
127
127
279 incidenten 10%
10%
10%
10%
(2007) 168 aangiften (2005) E
Overlast groepen jongeren
Veiligh.mon. Jaarverslag
(2007) 12% (2005) 355 incidenten (2005) E
Vandalisme / vernielingen
627 aangiften 10% (2007)
10%
10%
10%
Veiligh. Mon. Jaarverslag
12% (2005) 492 aangiften (2005) P
Aantal volgens Keurmerk Veilig Wonen te bouwen woningen en wijken /aantal uitgegeven certificaten
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P
Behaalde resultaten KVO winkels en bedrijventerreinen
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P
Mate waarin vorm en inhoud is gegeven aan een vorm van wijkbeheer / wijkmanagement en de daarin bereikte resultaten
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P
Aantal op te stellen draaiboeken crisisbeheersing
4
8
actualiseren
actualiseren
Wet op de Veiligheidsregio’s
P
Herziening deelplannen crisisbeheersing
-
15
-
15
Wet op de Veiligheidsregio’s
P
Aantal te houden oefeningen voor de veiligheidsstaf
1
1
1
1
MOTORRR
P
Aantal oefeningen deelplannen
1
1
1
P
Aantal bereikbaarheids- en beschikbaarheidsoefeningen
1
1
1
P
3 (2008) Aantal medewerkers dat Basiscursus Crisisbeheersing heeft gevolgd.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
Certificering ARB Wet op de Veiligheidsregio’s
P
Aantal medewerkers dat specifieke opleiding crisisbeheersing heeft gevolgd
P.M
P.M
P.M
P.M
Wet op de Veiligheidsregio’s
P
% duurzaam veilig (EHK) ingerichte km gemeentelijke wegen
60%
70%
80%
80%
Jaarverslag Beheer en Onderhoud
E
Opstellen Handhavingsarrangement
1
1
1
1
E= Effectindicator P= Prestatie-indicator
52
n.v.t.
*) Veiligheidsmonitor = 2-jaarlijkse enquête onder inwoners; % = % respondenten dat aangeeft dit te ondervinden / zich hier aan te ergeren e.d. **) Jaarverslag = jaarverslag district Noord politie Rotterdam-Rijnmond (zijn de politiecijfers).
Toelichting: De cijfers/ indicatoren zijn grotendeels gebaseerd op de veiligheidsmonitor. Deze wordt tweejaarlijks uitgevoerd in de regio. Deze monitor is in 2008 voor de tweede keer uitgevoerd. Daarbij is terug gekeken naar 2007. Voor een deel zijn de cijfers gebaseerd op het jaarverslag van de politie over het voorgaande jaar. Bij een aantal prestatie-indicatoren is P.M. vermeld. Hierover zijn nog geen cijfers beschikbaar omdat de gemeente het daaraan ten grondslag liggende beleid nog (grotendeels) moet ontwikkelen.
Wat gaat het kosten ? Programma 4: Integrale veiligheid Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 2.734 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 2.734 Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten Saldo programma
173 173 2.561-
Specificatie nieuw beleid Kadernota Projecten Veiligheidsregio Rotterdam Wijkgericht werken / buurtbemiddeling
(bedragen x € 1.000)
Begroting 2008
Begroting Meerjarenraming 2009 2010
2011
2012
3.416 3.416
3.137 165 3.302
3.500 124 3.624
3.780 134 3.914
3.985 139 4.124
27 27
28 28
29 29
29 29
30 30
3.389-
3.274-
3.596-
3.885-
4.094-
2009 115 50 165
2010 124 124
2011 134 134
2012 139 139
Producten Producten
Nummer
Brandweerzorg Lansingerland
120.000
Openbare orde en veiligheid
140.000
53
Totaaloverzicht programma 4 Programma 4 Integrale Veiligheid Programmaonderdelen
Doelstellingen (Bereiken ?) Vormgeven, organiseren en regisseren van het integrale
Prestaties (Doen ?) Ontwikkelen en vaststellen van de Kadernota Integrale Veiligheid 2009-2012
veiligheidsbeleid
Vermindering van de criminaliteit, onveiligheid,
Veilige woon-en
verloedering en overlast in de
Uitvoeren programmaonderdelen
publieke ruimte, evenals het
Kadernota Integrale Veiligheidsbeleid
verhogen van het subjectieve
2009-2012
veiligheidsgevoel
leefomgeving Toenemen van sociale cohesie in wijken en buurten
Uitvoeren programmaonderdelen uit de bestuursopdracht Wijkgericht werken.
Verminderen van huiselijk
Uitvoeren van het plan van aanpak
geweld
huiselijk geweld
Verhoging van veiligheid en Bedrijvigheid en
veiligheidsgevoel in winkel-
Voortzetten en intensiveren van trajecten
veiligheid
gebieden en bedrijfsterreinen
Veilig Ondernemen
Realiseren van een adequate voorbereiding op
Uitwerken en actualiseren deelplannen en
rampenbestrijding en
draaiboeken crisisbeheersing
crises. • Opstellen van een Opleiding- Training- en Oefenplan Crisisbeheersing. Verbeteren en professionaliseren niveau gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie
• Uitvoeren van onderdelen van het Opleiding- en oefenplan Crisisbeheersing. (Bijv. jaarlijks oefenen van de GVS en het opleiden van medewerkers)
Fysieke veiligheid
• Actualiseren risico-inventarisatie en Ontwikkelen van een juist risicobeeld zodat planvorming daarop kan worden gebaseerd.
analyse • Uitvoeren integrale controles bij bedrijven en instellingen
Verdere ontwikkeling van de kwaliteit van de brandweerzorg
Opstellen planning & controlcyclus
en versterking van de
brandweer ism VRR.
dekkingsgraad.
54
Programma 4 Integrale veiligheid (vervolg) Programmaonderdelen Doelstellingen (Bereiken ?)
Integriteit en veiligheid
Tegengaan van radicalisering
Prestaties (Doen ?)
Nader te bepalen speerpunten in Kadernota Integraal veiligheidsbeleid
Actief streven naar halen regionale doelstellingen
Verkeersveilige
• Deelnemen in samenwerkingsverbanden
infrastructuur
• Duurzaam veilig inrichten van verkeersinfrastructuur
Verkeersveiligheid
Veilige deelname aan het verkeer
• Uitvoeren van educatie- en voorlichtingsprojecten • Uitvoeren van toezichts- en handhavingsprojecten door de politie
Veilig gedrag in het verkeer
• Opstellen handhavingsarrangement Verkeer
Voorkomen agressief verkeersgedrag
Handhaving
Handhaving van wet- en
Opstellen beleidsnota integraal
regelgeving
handhavingsbeleid en opstellen actieprogramma
55
56
Programma 5 Maatschappelijke Ondersteuning Wet maatschappelijke ondersteuning, Lokaal gezondheidsbeleid
Omschrijving programma De gemeente Lansingerland wil graag dat alle inwoners optimaal mee kunnen doen in de samenleving. Het beleid is er op gericht dat de inwoners eigen verantwoordelijkheid dragen en zich zelf kunnen redden. Daarbij bevordert de gemeente een gezonde leefstijl met mogelijkheden voor iedereen om zich persoonlijk en sociaal te ontwikkelen. Inwoners die zich door omstandigheden niet volledig zelf kunnen redden worden ondersteund en opgevangen. Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: 1. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2. Lokaal gezondheidsbeleid
Context en achtergronden Het maatschappelijke doel van de Wmo is: meedoen. Meedoen van alle burgers aan alle facetten van de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. Als dat niet kan, biedt de gemeente ondersteuning. Het eindperspectief van de Wmo is een samenhangend lokaal beleid voor maatschappelijke ondersteuning en de aanpalende terreinen, zoals gezondheidsbeleid. Voor mensen die langdurige, zware zorg nodig hebben is en blijft er de AWBZ. Het doel van lokaal gezondheidsbeleid is het bevorderen van een gezonde leefstijl onder de inwoners van Lansingerland. Thema’s daarbij zijn: gezond blijven, erger voorkomen en kwaliteit waarborgen. Deze sluiten aan op de speerpunten van het landelijk preventiebeleid (roken, schadelijk alcoholbeleid, overgewicht, diabetes en depressie). Het lokaal gezondheidsbeleid dient naadloos aan te sluiten op aanpalende beleidsterreinen, zoals de Wmo, sport en jeugd. Ontwikkelingen De gemeente staat de komende jaren voor de taak om een Centrum voor Jeugd en Gezin te ontwikkelen. Daarnaast zal de AWBZ afgeslankt worden. Hieronder valt dan alleen nog maar de onverzekerbare zorg voor met name chronisch zieken en gehandicapten. Dat betekent dat er meer taken worden overgeheveld naar de Wmo. Zo komt in 2009 de ondersteunende begeleiding uit de AWBZ naar de gemeente. Steeds meer wordt van de gemeente een regisserende rol gevraagd om de ketenzorg en het ketenaanbod te garanderen. De vraag van de klant is daarbij leidend. Zowel voor de Wmo als voor het lokaal gezondheidsbeleid geldt dat de beschikbare middelen voor 2009 beperkt zijn. Daarom heeft de gemeente besloten het nieuwe beleid stapsgewijs in te voeren. Daarvoor moesten keuzes gemaakt worden. Voor 2010 bekijkt de gemeente opnieuw welke onderdelen van het beleid ze kan uitvoeren. Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • •
Kadernota Wmo ( 2006) Nota visie Wmo Lansingerland (2007) Nota I: Invulling van en meedoen aan maatschappelijke ondersteuning (2007) Beleidsnota II: Wmo: vervolgbeleid en uitvoering (2008) Nota Armoedebeleid (2008) Nota Subsidiebeleid (2008) Accommodatienota (2008)
57
• • • •
Nota Integraal Jeugdbeleid en de deelnota Preventief Jeugdbeleid (2008) Sportnota (2008) Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 3B gemeenten (2003 – 2006) Nota Lokaal Gezondheidsbeleid (2008/2009)
Relevante Rijkswetten • • •
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv). Wordt in 2008 of 2009 vervangen door de Wet publieke gezondheid : Wpg Wet op de jeugdzorg
Relatie met andere programma’s Het programma maatschappelijke ondersteuning heeft veel raakvlakken met een aantal andere programma’s. Hieronder staat welke onderdelen uit de Wmo en het lokaal gezondheidsbeleid (lgb) een relatie hebben met andere programma’s. Relatie met het programma Bestuur en Burger (1) • Informatie en advies en cliëntondersteuning (prestatieveld 3 Wmo) Wegwijs in het aanbod van maatschappelijke ondersteuning, hulp bij het verhelderen van problemen en ondersteuning bij de vraag hoe problemen het beste opgelost kunnen worden. Dit kan zowel algemeen (bijvoorbeeld brochures, één loket) als individueel gericht zijn (bijvoorbeeld ouderenadviseur). • Bevorderen sociale samenhang (prestatieveld 2 Wmo) Zaken die bijdragen aan een civil society. Het kan gaan om accommodaties, professionele organisaties en vrijwilligers. Voorbeelden zijn activiteiten om burgers meer bij de wijk te betrekken (wijktafels), sport, een wijkcentrum en integratiebeleid (ouderen, jongeren, wijkcentra, sportgelegenheden). • Preventie (lgb: gezond blijven) Het geven van informatie en het stimuleren van activiteiten die een gezonde leefstijl bevorderen. Het kan gaan om folders, informatiebijeenkomsten of projecten voor doelgroepen. Relatie met het programma Actief in Lansingerland (2) • Het bevorderen sociale samenhang (zie ook programma 1) Een gevarieerd aanbod van bewegingsactiviteiten draagt bij aan ontmoetingsmogelijkheden. • Preventief Jeugdbeleid Het voorkomen van problemen bij de jeugd die risico loopt door een gevarieerd aanbod van sport- en andere activiteiten. • Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers Vooral algemene maatregelen om het werk van mantelzorgers en vrijwilligers makkelijker te maken en te bevorderen dat mensen mantelzorg bieden of vrijwilliger worden. Voorbeelden zijn het instellen van een steunpunt mantelzorg en een steunpunt voor vrijwilligers. In 2006 heeft de gemeente in het kader van de Wmo hiervoor nieuw beleid ontwikkeld dat ze de komende jaren uitvoert. • Preventie (lgb: gezond blijven) Het bevorderen van een gezonde leefstijl door het aanbieden van projecten of activiteiten op scholen of van senioren-fitprogramma’s.
58
Relatie met het programma Opgroeien in Lansingerland (3) • Preventief jeugdbeleid Voorkomen van problemen bij de jeugd die meer risico loopt. Bijvoorbeeld signaleren problemen, lichte hulp (gericht op jongeren met problemen en op ouders). Relatie met de programma’s Werk en Inkomen (6), Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Milieu (10) en Beheer Openbare Ruimte (11) • Bevorderen van deelname van en zelfstandigheid kwetsbare groepen Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem, en van mensen met een psychosociaal probleem (bijvoorbeeld ontmoetingscentra, woonomgeving, openbare ruimte, toegankelijk maken). • Voorzieningen voor kwetsbare groepen Het gaat hierbij om het aanbieden van individuele voorzieningen om het zelfstandig wonen mogelijk te maken, zoals rolstoelen, hulp bij het huishouden, woningaanpassingen, alarmering, klussen, vervoer. Relatie met het programma Integrale veiligheid (4) • Bieden van maatschappelijke opvang.10 Maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en huiselijk geweld (opvanghuis). De aanpak van huiselijk geweld valt zowel onder de maatschappelijke ondersteuning als onder sociale veiligheid. De preventie van huiselijk geweld, de opvang en ondersteuning van slachtoffers en de juridische procedure en verdere begeleiding van daders moeten in samenhang ontwikkeld worden. Dit vergt een integrale aanpak. De startnotitie aanpak huiselijk geweld is de eerste aanzet tot de ontwikkeling van beleid.
Programmaonderdeel: Wmo De gemeente kiest er voor om een paar dingen goed te doen, in plaats van veel dingen half. Dit betekent dat er keuzes gemaakt zijn. De visie en de uitgangssituatie in Lansingerland, en de wettelijke vereisten van de Wmo zijn hierin leidend. De uitgangspunten van onze visie op de Wmo en het daarbij behorende beleid zijn: •
• • • • • • • • •
Het beleid richt zich op alle inwoners van Lansingerland en op actief burgerschap: de gemeente wil alle inwoners stimuleren om mee te doen aan de samenleving. Tegelijk erkent de gemeente dat er grenzen zijn aan de maakbaarheid van de samenleving. Inclusief beleid: het beleid is er op gericht om alle burgers volwaardig onder dezelfde voorwaarden te laten deelnemen aan de samenleving. Eigen verantwoordelijkheid van de burger staat centraal met daarbij aandacht voor ondersteuning aan kwetsbare mensen. Algemene en preventieve voorzieningen gaan voor individuele verstrekkingen. Een vraaggestuurd verstrekkingenbeleid, met oog voor betaalbaarheid, doeltreffendheid en doelmatigheid. Klantgerichtheid, met goede informatie en advies en met zo min mogelijk bureaucratie. Creatieve oplossingen om met hetzelfde geld meer te doen. Het benutten van de mogelijkheden van het maatschappelijk middenveld. Een regierol voor de gemeente. Stabiliteit en versterken van de basisstructuur op de korte termijn.
10
Prestatievelden 7, 8,en 9 worden vooralsnog door de centrumgemeente Delft mede namens de gemeente Lansingerland uitgevoerd.
59
Prioriteit ligt in 2009 bij de volgende onderwerpen: betrekken van de afzijdige burger (met name ggz problematiek), versterken van de basis voor sociale samenhang (wijkgericht werken), vormgeven van de ondersteunende begeleiding en uitvoeren van het preventief jeugdbeleid. In de volgende fase (na 2009) richt de gemeente zich nadrukkelijk op het stimuleren van het actief burgerschap (zorgzame samenleving). Wat willen we bereiken? 1.
Dat de groep kwetsbaren in Lansingerland en mensen met een aantoonbaar risicoprofiel op het gebied van de geestelijke gezondheid zo klein mogelijk blijft, in beeld wordt gebracht en wordt doorgeleid naar de juiste zorg of dienstverlening.
2.
Een samenleving die gekenmerkt wordt door maatschappelijke betrokkenheid en een actieve inzet van burgers, vrijwilligers en maatschappelijke organisaties ofwel burgerparticipatie
3.
Een samenleving waarin de jeugd zich kan ontwikkelen tot zelfredzame en weerbare burgers die in alle opzichten kunnen deelnemen aan de samenleving
4.
Een samenhangend, integraal aanbod van wonen, zorg en welzijn creëren voor burgers die dit nodig hebben
5.
Een welzijnsstichting waar senioren van Lansingerland terecht kunnen voor informatie en advies, ondersteuning, ontmoeting en activiteiten
6.
Bieden van dienstverlening van goede kwaliteit met bijzondere aandacht voor de doorlooptijden van de procedures en de juistheid en integraliteit van de indicering en advisering
7.
Verder professionaliseren van het Wmo-loket
8.
Verder versterken van de basisstructuur voor kwetsbare groepen
Wat gaan we daar voor doen? Algemeen: a. Subsidies gericht inzetten om genoemde doelen te bereiken. b. Opbouwen sluitend netwerk. • Opbouwen van een sluitend netwerk in samenwerking met de aanbieders van geestelijke gezondheidszorg en het zoveel mogelijk opvullen van hiaten. Het doel is om bij complexe zorgvragers een goed afgestemd en gecoördineerd zorgaanbod te leveren. • Versterken Coördinatieteams Sluitende Aanpak Jeugd en Volwassenen. c. Het verder ontwikkelen van de Wmo-raad. • Consulteren van inwoners, doelgroepen, aanbieders en ervaringsdeskundigen. • Eind 2009 is de Wmo-raad geprofessionaliseerd. De raad kan dan zelfstandig opereren. De manier waarop ze de achterban consulteert ligt dan vast in een proces. d. Scheppen van voorwaarden voor jongeren (0-24 jaar ) zodat ze een zo normaal mogelijke ontwikkeling kunnen door maken. e. Medewerkers scholen om zo integraal mogelijk te werken. f. Bevorderen van het verder professionaliseren van de Stichting Welzijn Senioren Lansingerland. • Aanbieden in de drie kernen van een vergelijkbaar niveau van voorzieningen voor senioren. • Onderzoeken van de mogelijkheden voor een ontmoetingscentrum voor senioren in Berkel en Rodenrijs en vertalen naar een concreet voorstel. • Onderzoeken van de wenselijkheid van een brede welzijnsstichting. Onderzoeksresultaten vertalen naar acties. g. Waarborgen continuïteit en kwaliteit door de invoering van een structurele interne controle.
60
Verbeteren van de indicering door een goede (in- en externe) inhoudelijke voorlichting en door invoering van de beslisboom. h. Uitbreiden van het loketteam met deskundigen uit de geestelijke gezondheidszorg en het Algemeen Maatschappelijk Werk. • Frontoffice-medewerkers van het Wmo-loket verder opleiden en trainen voor een klantgericht en oplossingsgerichte werkwijze. i. Inzetten Wmo-subsidies op preventie, ondersteuning kwetsbare groepen, ondersteuning mantelzorg en wijkgerichte activiteiten. Het gaat hierbij om activiteiten die de sociale cohesie versterken met het accent op kwetsbare groepen en jeugd. Eenmalig afweging aan het begin van het jaar voor de verdeling over alle groepen •
Programmaonderdeel: Lokaal gezondheidsbeleid Gezondheid wordt in het algemeen beschouwd als een situatie van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden. Het beleid richt zich daarom op het bevorderen van een gezonde leefstijl via een preventief aanbod. De speerpunten in de landelijke preventienota zijn: roken, schadelijk alcoholgebruik, diabetes, overgewicht en depressie. De gemeente zet de komende jaren in op drie thema’s voor een lokaal gezondheidsbeleid: • gezond blijven gericht op het voorkomen van ziekten en aandoeningen. • erger voorkomen gericht op het voorkomen van verslechtering van de leefsituatie. • kwaliteit waarborgen, gericht op de ontwikkeling van een ketenaanbod van kwalitatief goede en toegankelijke zorg. Wat willen we bereiken? 1.Verbeteren van de gezondheid, het bevorderen van gelijke kansen op gezondheid en een gelijke toegang tot gezondheidszorg voor alle inwoners 2.Bieden van eerstelijns gezondheidszorg dichtbij huis Wat gaan we daar voor doen? Algemeen a. Creëren van een samenhangend aanbod van informatie en activiteiten op gezondheidsgebied door inkoop bij ketenpartners (bijv. GGD, GGZ en AMW) en door samenwerkingsafspraken met alle ketenpartners (eerstelijns- en tweedelijnszorg, scholen, verenigingen etc). 1.Thema Gezond blijven a. Inwoners op een actieve manier informeren over zaken die hun gezondheid kunnen bedreigen (bijvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomsten over depressie bij jongeren, een kinderwensspreekuur of een consultatiebureau voor ouderen). b. Opzetten en/of inkopen van activiteiten die een gezonde leefstijl bevorderen (bijvoorbeeld beweegweek, speelplekken, fietsroutes). 2.Thema Erger voorkomen a. Opzetten ketenaanpak (signalering/ consultatie/ doorverwijzing). b. Begeleiden en op maat aanbieden van zorginzet: zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig. Voorbeelden: rouwverwerking, begeleiding bij relatieproblematiek, eenzaamheid, sociale vaardigheidstraining. 3.Thema Kwaliteit waarborgen a. Sturen op capaciteit. b. Organiseren eerstelijns zorgaanbod zo dicht mogelijk bij huis. c. Ontwikkelen afsprakenkader voor zorgcoördinatie tussen zorgverleners/ begeleiders/ mantelzorgers onderling.
61
Indicatoren E/P
Indicator
Nulmeting
Streefwaarden
Bron
+ jaar 2009 P
2010
2011
2012
Percentage aanvragen Wmo hulp bij het huishouden binnen de gestelde
90%
100%
100%
100%
GWS
90%
100%
100%
100%
GWS
80%
100%
90%
100%
100%
100%
5%
2%
2%
2%
termijn. P
Percentage aanvragen Wmo hulpmiddelen binnen de gestelde termijn
P
Percentage aanvragen Wmo vervoersvoorzieningen binnen de
GWS
gestelde termijn P
Percentage aanvragen Wmo woonvoorzieningen binnen de
GWS
gestelde termijn. P
Percentage bezwaarschriften dat gegrond is
Cie B&B
E = Effectindicatoren P = Prestatie-indicatoren
Wat gaat het kosten ? Programma 5: Maatschappelijke Ondersteuning Realisatie Begroting 2007 2008 Lasten bestaand beleid 5.700 8.131 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 5.700 8.131
(bedragen x € 1.000)
Begroting Meerjarenraming 2009 2010
2011
2012
8.060 506 8.566
8.441 525 8.966
8.732 532 9.263
8.904 311 9.215
Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten
1.136 1.136
1.131 1.131
1.430 1.430
1.509 1.509
1.587 1.587
1.368 1.368
Saldo programma
4.564-
6.999-
7.135-
7.457-
7.676-
7.847-
62
Specificatie nieuw beleid Kadernota Advies- en steunpunt huiselijk geweld Extra budget WMO BDU Jeugd en gezin: Zorg op maat-projecten BDU Jeugd en gezin: Registratiesysteem BDU Jeugd en gezin: Vroegsignalering t.b.v. jeugdketen Opzetten centrum voor Jeugd- en gezin Uitbreiding schoolmaatschappelijkwerk Preventief jeugdbeleid (individuele / gezinscoaching) Preventief jeugdbeleid (opvoedbureau, projecten) Ontwikkeling lokaal gezondheidsbeleid GGD Gezondheidslijn / informatieverstrekking
2009 20 100 35 14 8 60 93 12 100 50 14 506
2010 20 100 35 14 8 60 97 12 100 50 29 525
2011 20 100 35 14 9 60 103 12 100 50 29 532
2012 20 100 12 100 50 29 311
Producten Producten
Nummer
Maatschappelijke dienstverlening
620.000
Coördinatie Maatschappelijke Ondersteuning
620.100
Ouderenbeleid*
630.000
Welzijnsvoorziening De Leeuwerik
630.003
Welzijnsvoorziening de Smitshoek
630.004
Wet maatschappelijke ondersteuning
652.000
Indicatieadviezen (= wmo)
652.200
Openbare gezondheidszorg
714.000
Jeugdgezondheidszorg (uniform)
715.000
Jeugdgezondheidszorg (maatwerk)
716.000
63
Totaaloverzicht programma 5 Programma Programmaonderdeel: Wmo Programmaonderdelen
Doelstellingen
Prestaties
(Bereiken ?)
(Doen ?)
Dat de groep kwetsbaren in Lansingerland en mensen met een aantoonbaar risicoprofiel op het gebeid van de geestelijke gezondheid zo klein mogelijk blijft, in beeld wordt gebracht en wordt doorgeleid naar de juiste zorg of dienstverlening
Een samenleving die gekenmerkt wordt door maatschappelijke betrokkenheid
Subsidies gericht inzetten om genoemde
en een actieve inzet van burgers,
doelen te bereiken
vrijwilligers en maatschappelijke
In samenwerking met de aanbieders van
organisaties ofwel burgerparticipatie
geestelijke gezondheidszorg een sluitend netwerk opbouwen
Een samenleving waarin de jeugd zich kan ontwikkelen tot zelfredzame en weerbare burgers die in alle opzichten kunnen deelnemen aan de samenleving
Het verder ontwikkelen van de Wmo raad Scheppen van voorwaarden voor jongeren (0-24 jaar ) om een zo normaal mogelijke ontwikkeling door te maken Medewerkers scholen om zo integraal
Een samenhangend, integraal aanbod
mogelijk te werken
van wonen, zorg en welzijn creëren voor
Waarborgen van continuïteit en
burgers die dit nodig hebben
kwaliteit door de invoering van een
Wmo
structurele interne controle Een welzijnsstichting waar senioren van
Uitbreiden van loketteam met
Lansingerland terecht kunnen voor
deskundigen uit de geestelijke
informatie en advies, ondersteuning,
gezondheidszorg en het Algemeen
ontmoeting en activiteiten
maatschappelijk werk Inzetten van Wmo subsidies op preventie, ondersteuning kwetsbare
Bieden van dienstverlening van goede
groepen, ondersteuning mantelzorg en
kwaliteit met bijzondere aandacht voor
wijkgerichte activiteiten die de sociale
de doorlooptijden van de procedures en
cohesie versterken met het accent op
de juistheid en integraliteit van de
kwetsbare groepen en jeugd
indicering en advisering
Professionaliseren van Wmo loket Versterken basisstructuur voor kwetsbare groepen
64
Programma Programmaonderdeel: Wmo (vervolg) Programmaonderdelen
Doelstellingen
Prestaties
(Bereiken ?)
(Doen ?)
Algemeen: Creëren van een samenhangend aanbod van informatie en activiteiten op gezondheidsgebied creëren door inkoop bij ketenpartners en door samenwerkingsafspraken met alle ketenpartners
Thema Gezond blijven • inwoners op een actieve manier infor-
lokaal
Verbeteren van gezondheid,
meren over zaken die hun gezondheid
bevorderen van gelijke kansen
kunnen bedreigen (bijvoorbeeld
op gezondheid en een gelijke
voorlichtingsbijeenkomsten over
toegang tot gezondheidszorg
depressie bij jongeren, een
voor alle inwoners
kinderwensspreekuur of een consultatiebureau voor ouderen)
gezondheids-
• activiteiten opzetten en / of inkopen die
beleid
een gezonde leefstijl bevorderen Bieden van eerstelijns gezondheidszorg dichtbij huis
Thema Erger voorkomen • ketenaanpak opzetten (signalering/ consultatie/ doorverwijzing) • begeleiding en zorginzet op maat aanbieden: zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig. Voorbeelden: rouwverwerking, begeleiding bij relatieproblematiek, eenzaamheid, sociale vaardigheidstraining
Thema Kwaliteit waarborgen • sturen op capaciteit • afsprakenkader ontwikkelen voor zorgcoördinatie tussen zorgverleners/ begeleiders/ mantelzorgers onderling. Organiseren eerstelijns zorgaanbod zo dicht mogelijk bij huis
65
Programma 6 Werk en Inkomen Wet werk en bijstand (inclusief regelingen IOAW/IOAZ en Bbz), Wet sociale werkvoorziening, Schuldhulpverlening, Armoede/ Minimabeleid en bijzondere bijstand (incl. Fonds tegemoetkoming minima en Langdurigheidstoeslag), Wet inburgering, Re-integratie en educatie
Omschrijving programma De gemeente hanteert het motto ‘Werk boven Inkomen’. Daarmee richt de gemeente zich op het wegnemen van knelpunten op de arbeidsmarkt, het (weer) vinden van werk bij werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid en het vervullen van vacatures. De gemeente doet dit in samenwerking met werkgevers-, werknemers en onderwijsorganisaties. Re-integratie vormt een van de pijlers van het streven om mensen weer deel te laten nemen aan het arbeidsproces. Voor de inwoners die niet, of nog niet, in staat zijn om in hun onderhoud te voorzien, biedt de gemeente een inkomensvoorziening. Inwoners met een inkomen op - of net boven - bijstandsniveau krijgen financiële ondersteuning. Hiermee wil de gemeente sociale uitsluiting en vereenzaming voorkomen. Participatie en integratie zijn alleen mogelijk als iedereen over een zelfde basisniveau kan beschikken. De Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving zijn hierbij noodzakelijk. Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: 1. Werkgelegenheid en re-integratie 2. Armoede- en minimabeleid 3. Integrale schuldhulpverlening 4. Inburgering 5. Volwasseneneducatie
Context en achtergronden Wet- en regelgeving Het stelsel van de Nederlandse sociale zekerheid verandert voortdurend. De nadruk komt steeds meer te liggen op eigen verantwoordelijkheid. Mensen moeten zelfstandig en onafhankelijk in de Nederlandse maatschappij functioneren. Participatie in de Nederlandse samenleving en in (betaald) werk zijn daarbij noodzakelijk. De gemeente Lansingerland heeft haar beleid hier op afgestemd. Belangrijke onderwerpen daarbij zijn het realiseren van inburgering en uitstroom uit de uitkering. Gemeenten hebben een belangrijke rol en een verantwoordelijkheid om armoede en sociale uitsluiting te voorkomen. Het formuleren van een armoede- en minimabeleid in samenhang met het totale beleid van de gemeente is hiervan het directe gevolg. De gemeente Lansingerland heeft in 2008 een bestandsanalyse gemaakt en een re-integratienota opgesteld. Deze analyse en nota vormen de basis voor het verdere beleid in 2009. De in de nota gehanteerde fase-indeling en gestelde doelen staan integraal in deze begroting. In 2008 heeft de gemeente de notitie Modernisering Wsw met bijbehorende verordeningen vastgesteld. Hierdoor kan de gemeente de reguliere arbeidsmarkt inzetten bij het zoeken naar beschermde werkplekken of vormen van begeleid werken. In het eerste kwartaal van 2009 stelt de gemeente een nieuw debiteurenbeleid vast. Het gemeentelijk armoede- en minimabeleid zullen ook in 2009 worden doorontwikkeld, afgestemd op landelijke ontwikkelingen.
66
Lokale ontwikkelingen •
Bavo Europoort, een zorgorganisatie voor mensen met een psychische beperking, ontwikkelt op de locatie ‘Rustenburg’ een vestiging met ruim 200 plaatsen. Deze plaatsen zijn bestemd voor neuroen ouderen psychiatrische patiënten, ex-verslaafden en mensen met een schizofrene aandoening. Het is nog niet duidelijk wat dit betekent voor het aantal Wwb-uitkeringen, het aantal Wmoaanvragen of het aantal woonurgenties. Daarom is er in deze begroting nog geen rekening mee gehouden.
•
Op 25 mei 2007 hebben het Rijk en de VNG een bestuursakkoord gesloten over de huisvesting van het aantal mensen die vallen onder de regeling ‘afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet’. Voor Lansingerland betekent dit dat de gemeente ruim 80 personen moeten huisvesten. Dit is inclusief de reguliere taakstelling tot eind 2009. Het overgrote deel van de doelgroep bestaat uit alleenstaanden. Huisvesting daarvan kan een behoorlijk beslag leggen op het budget bijzondere bijstand in verband met woninginrichtingen. Ook kan het invloed hebben op het aantal toe te kennen Wwb-uitkeringen.
•
Het Economisch Platform is een overlegstructuur van werkgevers, werknemers en (lokale) ketenpartners. Deze organisaties hebben vanuit hun organisatie en doelstelling direct inzicht en invloed op de arbeidsmarkt. Het streven is door een integrale benadering de samenwerking tussen arbeidsmarkt en de ontwikkeling van het beleid daarvoor te verbeteren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het bedrijfsleven te stimuleren om bijstandgerechtigden in dienst te nemen. De vacatures en geschikte kandidaten worden via het Economisch Platform bij elkaar gebracht.
•
De gemeente wil zich graag een juist en realistisch beeld kunnen vormen van de bedragen die in de vorm van een lening zijn verstrekt of moeten worden teruggevorderd. Daarom is de afgelopen periode hard gewerkt om het bestand op te schonen. Het beleid zoals gevoerd in de 3B-gemeenten vormde hiervoor de basis. Voor de toekomst is het noodzakelijk dat de gemeente een nieuw debiteurenbeleid voor Lansingerland vaststelt waarin alle veranderde regelgeving is opgenomen.
•
Landelijk, maar ook in Lansingerland, is er aandacht voor deregulering en vereenvoudiging van procedures en formulieren. Lansingerland neemt deel aan de landelijke werkgroep ‘begrijpelijke formulieren’. Analoog aan die ontwikkeling loopt het landelijke ‘digitaal klantdossier’. Hierbij kan de gemeente onder andere door de ‘eenmalige uitvraag’ de klant sneller en klantvriendelijker helpen.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • •
Beleidsnota en verordening Wet inburgering (2007) Cliëntenparticipatie Wwb/Wmo (klantenpanel) (2007) Nota Re-integratie van 2008 Nadere uitwerking re-integratienota (bestandsanalyse 2008) Nota Modernisering en verordeningen Wet sociale werkvoorzieningen van 2008 Nota armoede- en minimabeleid van 2008
Relevante Rijkswetten • • • • • •
Wet inburgering (Wi) Wet werk en bijstand (Wwb) Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz)
67
Programmaonderdelen: Werkgelegenheid en Re-integratie Wat willen we bereiken? 1.
Uitkeringsbestand De grootte van het uitkeringsbestand (uitgezonderd de 65+) handhaven op maximaal 0.57 % van de totale bevolking van Lansingerland (peildatum 01 januari 2008).
2.
Uitstroom uitkeringsgerechtigden a. Tenminste 20% van de uitkeringsgerechtigden in fase 1 en 2 stroomt uit naar betaald werk. b. Tenminste 90% van het aantal uitkeringsgerechtigden in fase 1 t/m 3 is op een traject of actief bezig om aan de arbeidsverplichting te voldoen.
3.
Vrijwilligerwerk Tenminste 5% van het aantal uitkeringsgerechtigden in fase 4 is actief als vrijwilliger.
4.
Uitstroom Wsw Tenminste 5% van het zittend bestand van de Wsw stroomt geheel of gedeeltelijk uit naar een reguliere werkgever.
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Uitkeringsbestand a. Beperken van de instroom door streng te zijn aan de poort en door middel van hoogwaardig handhaven. b. Bieden van individueel maatwerk aan de nieuwe instroom gericht op een snelle uitstroom naar betaald werk. Dit gebeurt in het kader van de re-integratie. c. Uitstroom van uitkeringsgerechtigden.
2.
Inzetten op projectbasis van re-integratiemiddelen voor de diverse doelgroepen zoals deze uit de bestandsanalyse naar voren zijn gekomen. a. Bieden van individueel maatwerk gericht op activering en in het verlengde daarvan uitstroom naar betaald werk. b. Stimuleren van een proactieve en positieve houding door het bieden van een activeringspremie. c. Voorkomen en ontmoedigen van niet meewerken aan re-integratie door toepassing van het maatregelenbeleid.
3.
Vrijwilligerwerk a. Stimuleren van een proactieve en positieve houding door het bieden van een activeringspremie.
4.
Uitstroom Wsw a. Inzetten van het persoonsgebonden budget Wsw voor begeleiding op een reguliere werkplek en eventueel voor het (eenmalig) aanpassen van de werkplek.
68
Programmaonderdeel: Armoede- en minimabeleid Wat willen we bereiken? 1.
Vereenzaming en sociale uitsluiting Het voorkomen en tegengaan van vereenzaming en sociale uitsluiting door een laag inkomen.
2.
Niet-gebruik voorzieningen Tegengaan van het niet-gebruik van bestaande voorzieningen.
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Vereenzaming en sociale uitsluiting a. Continueren van de Rotterdampas en het Fonds tegemoetkoming minima. b. Volgen van landelijke ontwikkelingen zoals de versoepeling van de langdurigheidstoeslag en de aandacht voor participatie van ‘arme kinderen’. c. Geven van gerichte voorlichting aan de doelgroepen (éénouder) gezinnen met (schoolgaande) kinderen, chronisch zieken of mensen met een handicap en ouderen.
2.
Niet-gebruik voorzieningen a. Vereenvoudigen van formulieren en procedures. b. Geautomatiseerd koppelen van bestanden om de doelgroep beter in beeld te krijgen. c. Inschakelen van maatschappelijke organisaties om te signaleren en/of te verwijzen.
Programmaonderdeel: Integrale schuldhulpverlening Wat willen we bereiken? 1.
Voorkomen schuldsituaties Voorkomen en terugdringen van problematische schuldsituaties bij inwoners en daarmee het totaal aantal problematische schuldsituaties gelijk houden bij een stijgend aantal inwoners.
2.
Oplossen van schulden Oplossen van schulden die een bedreiging vormen voor de basisbehoeften van inwoners.
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Voorkomen schuldsituaties a. Bieden van ondersteunende diensten als budgetbeheer en nazorg. b. Detacheren van de schuldhulpverlener om in een vroeg stadium het ontstaan van problematische schulden te signaleren en te voorkomen.
2.
Oplossen van schulden a. Inzetten van schuldhulpverlening en bemiddeling bij problematische schuldsituaties. b. Maken van afspraken met de woningbouwvereniging, de collectieve ziektekostenverzekeraar en de energieleveranciers over het signaleren van betalingsachterstanden en het treffen van regelingen.
69
Programmaonderdeel: Inburgering Wat willen we bereiken? 1.
Inburgeringstraject 100% van de oud- en nieuwkomers in de gemeente Lansingerland binnen de gestelde termijnen een inburgeringstraject laten beginnen en afronden. Dit geldt zowel voor inburgeringsplichtigen als inburgeringsbehoeftigen, waarvan het recht op een aanbod is vastgesteld.
2.
Participatie inburgeraars Inburgeraars succesvol laten integreren, waardoor ze volwaardig en zelfstandig kunnen participeren in de samenleving van Lansingerland.
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Inburgeringstraject a. Contracten afsluiten/continueren met re-integratiebureaus en scholingsorganisaties. b. Doen van een aanbod aan inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen die daar recht op hebben. c. Handhaven van de inburgeringsplicht door het afgeven van handhavingsbeschikkingen en een jaarlijkse controle hierop.
2.
Participatie inburgeraars a. Bieden van trajecten gericht op het taalonderwijs en Kennis van de Nederlandse Samenleving (KNS). b. Bieden van duale trajecten om naast het taalonderwijs en KNS ook uitstroom naar betaald werk te realiseren. c. Voorkomen van uitval bij inburgering, door afspraken te maken met Stichting Vluchtelingenwerk (begeleiding om de maatschappelijke deelname te bevorderen) en scholingsorganisaties, om uitval tijdig te signaleren.
Programmaonderdeel: Volwasseneneducatie Wat willen we bereiken? 1.
Sociale redzaamheid Bevorderen van de sociale redzaamheid en het maatschappelijk functioneren van inwoners.
2.
Behalen startkwalificatie Volwassenen de mogelijkheid bieden een startkwalificatie te behalen.
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Sociale redzaamheid a. Aanbieden van educatietrajecten in het kader van breed maatschappelijk functioneren, alfabetisering en sociale redzaamheid.
2.
Behalen startkwalificatie a. Aanbieden van educatietrajecten in het kader van Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO).
70
Indicatoren E/P
Indicator
Nulmeting
Streefwaarden
Bron
+ jaar 2009 P
De grootte van het uitkeringsbestand
0.63 % per
op maximaal 0.57% van de totale
31-12-2007
0.57 %
2010
0.57 %
2011
0.57 %
2012
0.57 %
GWS / GBA
bevolking van Lansingerland. P
Tenminste 20% van de uitkeringsgerechtigden in fase 1 en 2 stroomt
16%
20%
20%
20%
20%
GWS
uitkeringsgerechtigden uit fase 1
65 % per
90%
90 %
90 %
90 %
GWS
t/m 3 op een traject of actief bezig
31-12-2007
5%
7.5
10%
10 %
GWS
uit naar betaald werk P
90% van het aantal
om aan de arbeidsverplichting te voldoen P P
5 % van de uitkeringsgerechtigden
0 % per
met fase 4 actief als vrijwilliger
31-12-2007
5 % van het zittend bestand van de
0 % per
WSW geheel of gedeeltelijk naar een
31-12-2007
5%
5%
5%
5%
Combiwerk
sociale uitsluiting door een laag
424
525
550
575
600
WIZ
inkomen door het continueren van
per juni 2008
4x p/j
4 x p/j
4 x p/j
4 x p/j
WIZ
reguliere werkplek / werkgever P
Het voorkomen en tegengaan van
aantal (gratis) Rotterdampassen P
Het tegengaan van het niet gebruik van voorzieningen door het geven
2008 1x
van voorlichtingsbijeenkomsten P
P
Het voorkomen en terugdringen van
2007
problematische schulden en het
01-01
58
60
60
60
60
totaal aantal schulden gelijk houden
Nieuw
50
50
50
50
50
bij een stijgend aantal inwoners
31-12
60
60
60
60
60
Plangroep
Het voorkomen en terugdringen van problematische schulden door het
n.v.t
30 huish.
40 huish.
n.v.t.
n.v.t.
Humanitas
100 %
100 %
100 %
100 %
GWS
100 %
100 %
100 %
100 %
GWS
bieden van administratieve ondersteuning en nazorg P
100 % van inburgeringsplichtigen en
100 % per
inburgeringsbehoeftigen die daar
31-12-2007
recht op hebben een aanbod doen P
100 % van de inburgeringsplichtigen
0.62 % per
een handhavingsbeschikking afgeven
31-12-2007
en jaarlijks controleren of is voldaan E = Effectindicatoren P = Prestatie-indicatoren
71
Wat gaat het kosten ? Programma 6: Werk en Inkomen Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 7.097 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 7.097 Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten Saldo programma
6.562 6.562 535-
(bedragen x € 1.000)
Begroting 2008
Begroting Meerjarenraming 2009 2010
2011
9.610 9.610
10.430 10.430
10.820 10.820
11.164 11.164
11.457 11.457
6.350 6.350
7.162 7.162
7.141 7.141
7.152 7.152
7.195 7.195
3.260-
3.268-
3.679-
4.012-
4.261-
Producten Producten
Nummer
Volwasseneneducatie
482.000
Bijstandsverlening
610.000
Werkgelegenheid
611.000
IOAW/ IOAZ
612.000
Gemeentelijk minimabeleid
614.100
Vreemdelingen
621.000
72
2012
Totaaloverzicht programma 6 Programma 6 Werk en Inkomen Programmaonderdelen
Doelstellingen (Bereiken ?)
Prestaties (Doen ?)
Het uitkeringsbestand handhaven
• Instroom beperken door streng te zijn
op 0.57% van de bevolking van
• Bieden van individueel maatwerk gericht op
Lansingerland
snelle uitstroom • Bieden van individueel maatwerk gericht op
Tenminste 20% uitstroom uit fase 1 en 2 en tenminste 90% van het Werkgelegenheid en
bestand fase 1 t/m 3 op een
Re-integratie
traject of actief bezig.
activering en uitstroom • Stimulering van proactieve en positieve houding door bieden van activeringspremie • Voorkomen en ontmoedigen van niet meewerken door toepassen maatregelenbeleid
Tenminste 5% van het bestand met fase 4 actief als vrijwilliger.
Stimuleren en activeren door bieden activeringspremies
Tenminste 5% van het WSW bestand een reguliere werkplek
Het inzetten van persoonsgebonden budget
• Rotterdampas en FTM continueren Voorkomen en tegengaan van vereenzaming en sociale uitsluiting Armoede- en minimabeleid
• Landelijke ontwikkelingen volgen • Gerichte voorlichting voor doelgroepen • Vereenvoudiging formulieren/procedures
Het tegengaan van het niet
• Automatische koppeling van bestanden
gebruik van de voorzieningen
• Inschakelen maatsch. organisaties • Diensten als budgetbeheer en nazorg
Voorkomen en terugdringen Integrale
• Detacheren van de schuldhulpverlener
schuldsituaties
schuldhulpverlening Oplossen van schulden
• Inzetten van schuldhulpverlening • Maken van afspraken met derden
Oud en nieuwkomers zowel
• Contracten afsluiten met organisaties
inburgeringsplichtig als -
• Actief aanbieden doen van inburgeringstraject
behoeftig op een traject.
• Handhaving van de inburgeringsplicht
Inburgering Inburgeraars succesvol laten integreren in de samenleving
• Bieden van taal trajecten en KNS • Bieden duale trajecten naar werk • Voorkomen van uitval
Het bevorderen van sociale
Educatietrajecten, alfabetisering en cursussen
redzaamheid
sociale redzaamheid aanbieden
Volwasseneneducatie Volwassenen de mogelijkheid bieden een startkwalificatie te
Educatietrajecten aanbieden in kader van VAVO
behalen
73
Programma 7 Economie en Glastuinbouw Bedrijventerreinen, Ondernemersloket, Weekmarkten, Veiling / Agro-business / Greenport/ Glastuinbouw, Kernenbeleid / Dorpscentra / Horeca / Detailhandel (MKB)
Omschrijving programma Lansingerland: Parkstad, Vrijetijdsstad en Greenport. Een plek waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Waarbij wonen, werken en recreëren in evenwicht met elkaar zijn. Nu én in de toekomst. Om dat te bereiken zet de gemeente in op een groei van het aantal arbeidsplaatsen met 9.500 in de periode tot 2015. Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: 1. Economie 2. Glastuinbouw en agro-business
Context en achtergronden Op 1 januari 2008 telt Lansingerland ruim 2.211 bedrijven en instellingen. Deze bieden werkgelegenheid aan meer dan 16.456 personen. Om een gezonde werkgelegenheid te bieden zijn vier zaken van essentieel belang: • Ruimte • Een goed ondernemersklimaat • Actief uitdragen dat het voor bedrijven aantrekkelijk is om zich in Lansingerland te vestigen • Gemeente en bedrijfsleven moeten hieraan als permanente gesprekspartners samenwerken Bij ruimte gaat het om bedrijventerreinen, glaslocaties, winkelcentra, kantoorlocaties. Maar ook om ruimte aan huis of in recreatiegebieden. Onderwijsinstellingen, welzijnsvoorzieningen en de overheid bieden ook een deel van de werkgelegenheid. Een goed ondernemersklimaat houdt een goede bereikbaarheid van de werklocaties en de directe omgeving in. Het betekent verder dat ondernemers de gemeente gemakkelijk kunnen aanspreken, of het nu op het niveau van college, raad of ambtenaar is. Er wordt voldaan aan belangrijke randvoorwaarden voor ondernemers zoals horeca, vergaderfaciliteiten en voortgezet onderwijs. Het personeel vindt een goede woonomgeving. In januari 2008 hebben gemeente Lansingerland en het georganiseerde bedrijfsleven het Startconvenant Economisch Platform Lansingerland getekend. Dit vormde het startsein voor de gezamenlijke uitvoering van de Economische Agenda 2008-2011. Hierop staan op dit moment de volgende onderwerpen: Integraal Verkeer en Vervoersplan, Greenport Lansingerland, Toekomstvisie Lansingerland, Terugdringen regelgeving, Arbeidsre-integratie, Bleizo plus, SOB (Samenwerking Onderwijs Bedrijfsleven) Oostland, KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) en Revitalisering bedrijventerrein Hoefslag (kern Bleiswijk). De gemeente trekt de eerste vijf onderwerpen, het bedrijfsleven de laatste vier. De gemeente wil Lansingerland ook internationaal op de kaart zetten. Dit betekent dat de gemeente deelneemt aan spraakmakende beurzen, promotiemateriaal ontwikkelt, bijeenkomsten organiseert, buitenlandse delegaties ontvangt en een goed toegankelijke en een fraaie website heeft. De wereld om ons heen staat niet stil. Nieuwe technologieën op het gebied van ict en communicatie doen hun entree. Hiermee vervagen afstanden nog meer. De postindustriële maatschappij doet zijn intrede. Traditionele sectoren worden afgebouwd. De diensteneconomie is in opkomst. Productieactiviteiten verschuiven naar lagere lonenlanden. China is een grootmacht in opkomst en niet meer weg te denken uit de mondiale economie. Mede hierdoor staat ons klimaat hoog op de internationale agenda. Energiebewustzijn en luchtkwaliteit verheugen zich in een grote belangstelling. Vanwege hoge grondstofprijzen wordt gezocht naar alternatieve en duurzame energiebronnen, met name in de
74
glastuinbouwsector. In Nederland zijn de zorgsector en de vrijetijdssector als motor van de economie sterk in opkomst. Voor Lansingerland is met name de ontwikkeling van mainportstructuren, Greenport en Rotterdam, van groot economisch belang en beleidsbepalend. Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • •
Kadernota economie (Berkel en Rodenrijs, 2003) Centrumvisie Berkel en Rodenrijs (2003) Centrumvisie Bleiswijk (2006) Gronduitgiftebeleid bedrijventerrein Oudeland (Berkel en Rodenrijs, 2004) Evaluatie Gronduitgiftebeleid bedrijventerrein Oudeland (2008) Horecanota Berkel en Rodenrijs: op eikenhout gerijpt (2006) Visie Greenport Westland-Oostland (2008) Toekomstvisie Lansingerland (2008) Startconvenant Economisch Platform Lansingerland (2008)
Programmaonderdeel: Economie Wat willen we bereiken? 1.
Bieden van voldoende ruimte aan duurzame bedrijfssectoren
2.
Versterken van het ondernemersklimaat
3.
Aantrekken van bedrijvigheid
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Voldoende ruimte bieden aan duurzame bedrijfssectoren a. Opstellen van een visie op de ontwikkelingsmogelijkheden voor kantoren in Lansingerland. b. Nader uitwerken van het Werklandschap Bleizo (kern Bleiswijk) door de projectorganisatie die onderdeel uitmaakt van de Gemeenschappelijke Regeling Bleizo. c. Laten ontwikkelen van een kleinschalig kantoorproject op de kop van bedrijventerrein Spoorhaven (kern Berkel en Rodenrijs). d. Opstellen van een visie voor de ontwikkelingsmogelijkheden voor de detailhandel in Lansingerland. e. Actualiseren van de Centrumvisie Berkel en Rodenrijs uit 2003. f. Laten realiseren van verschillende centrumprojecten in de drie kernen: • Bergschenhoek: start bouw locatie Rabobank/C1000. • Berkel en Rodenrijs: oplevering locatie De Tol (ca. 500 m2bvo), verdere uitwerking plannen voor de locatie van ING Real Estate bij Hans Textiel (ca. 1.600 m2 bvo). • Bleiswijk: oplevering locatie Hortus ficus (ca. 300 m2 bvo), start bouw locatie Plaats Noord (o.a. 54 parkeerplaatsen). g. Binnen de mogelijkheden van het bestemmingspan laten ontwikkelen van pdv (perifere detailhandels vestigingen) concentratie op bedrijventerrein Oudeland (kern Berkel en Rodenrijs). h. Ontwikkelen van een autodealer cluster op bedrijventerrein Oudeland. i. Verkopen van een kavel voor een brandstofverkooppunt op bedrijventerrein Oudeland. j. Bieden van ruimte aan bestaande en nieuwe toonaangevende en ondersteunende bedrijven in de vrijetijdsbranche/leisure (o.a. in bestaande en nieuwe recreatiegebieden). k. In kaart brengen van het fenomeen ‘werken aan huis’ in Lansingerland. l. Harmoniseren van de afgesloten horecaconvenanten. m. Aanpassingen uitvoeren aan de weekmarkten: • Bergschenhoek: verandering opstelling. • Berkel en Rodenrijs: verandering opstelling, uitbreiding terrein en oprichting stichting marktpromotie.
75
•
Bleiswijk: verplaatsen naar het Kranenburgplein na gereed komen van de parkeergarage aan de Plaats.
2.
Versterken van het ondernemersklimaat a. Uitvoering geven aan de Economische Agenda 2008-2011 van het Economisch Platform Lansingerland. b. Halfjaarlijks overleggen met de besturen van Ondernemend 3B en de winkeliersverenigingen. c. Actief begeleiden van zich vestigende ondernemers door het interdisciplinaire Ondernemersteam Lansingerland. d. Verder uitbouwen van het 24-uur digitaal bedrijvenloket. e. Organiseren van vier bedrijfsbezoeken per jaar door het college. f. Actief promoten van de gemeente als aantrekkelijke vestigingsgemeente. g. Actief verzamelen van betrouwbare economische kengetallen.
3.
Aantrekken van bedrijvigheid a. Monitoren van de werkgelegenheidsontwikkeling via een jaarlijkse rapportage. b. Starten van parkmanagement op bedrijvenpark Prisma (kern Bleiswijk). c. Deelnemen aan tenminste één toonaangevende beurs per jaar. d. Organiseren van tenminste één bijeenkomst voor ondernemers per jaar.
Programmaonderdeel: Glastuinbouw en agro-business Wat willen we bereiken? 1.
Voldoende ruimte voor de sector glastuinbouw en agro-business
2.
Versterken van het glastuinbouwklimaat
3.
Aantrekken van hoogwaardige en kennisintensieve glastuinbouwbedrijven
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Voldoende ruimte voor de sector glastuinbouw en agro-business a. 104 hectare extra glas (doen) realiseren in de Overbuurtsepolder en Noordpolder. Het tempo is afhankelijk van de marktsituatie. b. Uitvoeren van de visie Greenport Westland – Oostland die in 2008 is vastgesteld. c. Bestuurlijk en ambtelijk deelnemen in de kerngroep van Greenport Westland – Oostland. d. FES-project Oostland-Groenzone. Gezamenlijk met gemeente Pijnacker-Nootdorp uitwerken op basis van de in 2008 af te sluiten intentieovereenkomst met de betrokken partijen.
2.
Versterken van het glastuinbouwklimaat a. Organiseren van tenminste één bedrijfsbezoek van het college aan een glastuinbouw (gerelateerd) bedrijf of een glastuinbouw (gerelateerd) project per jaar. b. Oprichten van een digitaal Glasloket in het kader van de één-loket-gedachte voor de sector glastuinbouw, indien in 2008 blijkt dat dit wenselijk en haalbaar is. c. Actieve promotie van Lansingerland als aantrekkelijke vestigingsgemeente voor de glastuinbouw. d. Voorzien in een doorsteek van glastuinbouwgebied Overbuurtse Polder naar glastuinbouwgebied Noordpolder. e. Gezamenlijk met de gemeente Pijnacker-Nootdorp uitbouwen van het overleg met het glastuinbouwbedrijfsleven Oostland. f. Blijven voeren van de regie over de communicatie van Greenport Westland – Oostland. g. Samen met gemeente Pijnacker-Nootdorp uitbouwen van het Innovatieplatform. Dit is in 2008 opgericht. In dit platform werken gemeenten en bedrijfsleven samen met als doel het bevorderen van innovaties in de sector glastuinbouw.
76
h. Bevorderen van het tot stand komen van een variëteit aan onderwijsrichtingen binnen het beroepsonderwijs (mbo en hbo) gericht op de sector glastuinbouw. i. Bezien van de haalbaarheid van het samen met het bedrijfs- en maatschappelijk leven opzetten van een glastuinbouwproject in een Afrikaans ontwikkelingsland, mede in verband met de ontwikkeling van glastuinbouw in Afrika en de profilering in het kader van Greenport Lansingerland. j. Samen met het bedrijfsleven actief uitvoering geven aan de energietransitie in de glastuinbouw van fossiele brandstoffen naar duurzame warmte. k. Samen met provincie Zuid-Holland en het ministerie van LNV de kansen voor geothermie in de glastuinbouw nader onderzoeken. l. Participeren in Warmtebedrijf Rotterdam. 3.
Aantrekken van hoogwaardige en kennisintensieve glastuinbouwbedrijven a. Bezoeken van tenminste één toonaangevende vakbeurs. b. Het ontvangen en rondleiden van minimaal twee buitenlandse delegaties die geïnteresseerd zijn om te investeren in Lansingerland. c. Het actief uitvoering geven aan het MoU met de Greenport Shanghai en het versterken van het glastuinbouwcluster op internationaal niveau.
Indicatoren E/P
Indicator
Nulmeting
Streefwaarden
Bron
+ jaar
P
Aantal malen overleg met LTO,
2 (2007)
2009
2010
2011
2012
2
2
2
2
Ondernemend 3B en winkeliersverenigingen E
Werkgelegenheidsontwikkeling
16.291(2007)
P
Bedrijfsbezoeken college
Norm
P P
21.291
a.
Algemeen
4/jaar
4
4
4
4
b.
Glastuinbouw
Min.1/jaar
1
1
1
1
Aantal keren deelname aan een
Norm
1
1
1
1
toonaangevende beurs
1/ jaar
Aantal keren bijeenkomsten
Norm
1
1
1
1
georganiseerd voor ondernemers
1/jaar
BZH
E = Effectindicatoren P = Prestatie-indicatoren
77
Wat gaat het kosten ? Programma 7: Economie en Glastuinbouw Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 24 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 24
(bedragen x € 1.000)
Begroting 2008
Begroting Meerjarenraming 2009 2010
2011
2012
229 229
454 235 689
427 235 662
466 235 701
497 235 732
Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten
53 53
97 97
185 185
188 188
191 191
194 194
Saldo programma
29
132-
504-
474-
511-
539-
2009 50 50 50 85 235
2010 50 50 50 85 235
2011 50 50 50 85 235
2012 50 50 50 85 235
Specificatie nieuw beleid Kadernota Promotie- en netwerkbijeenkomsten Economisch platform, greenport en glasloket Internationale betrekkingen Acquisitie bedrijven(terreinen)
Producten Producten
Nummer
Markten en standplaatsen
310.000
Economische Zaken
310.100
78
Totaaloverzicht programma 7 Programma 7 Economie en Glastuinbouw Programmaonderdelen
Doelstellingen (Bereiken ?)
Prestaties (Doen ?) • Opstellen visie kantorenontwikkeling • Nader uitwerken werklandschap Bleizo • Realisatie kantoorproject Spoorhaven • Actualiseren centrumvisie B&R • Realiseren diverse centrumprojecten
Bieden van voldoende ruimte aan duurzame bedrijfssectoren
• Realiseren pdv concentratie Oudeland • Realiseren cluster autodealers Oudeland • Realiseren brandstofverkooppunt Oudeland • Ruimte bieden aan leisure bedrijven • Analyse “werken aan huis” • Harmoniseren horecaconvenanten • Aanpassingen weekmarkten
Economie • Uitvoeren Economische Agenda 2008-2012 • Overleg ondernemersorganisaties Versterken van het ondernemersklimaat
• Voortzetten Ondernemersteam Lansingerland • Uitbouwen bedrijvenloket • Bedrijfsbezoeken college • Promoten gemeente • Verzamelen kengetallen
• Monitoren werkgelegenheidsontwikkeling Aantrekken van bedrijvigheid
• Start parkmanagement Prisma • Deelname beurzen • Organiseren bijeenkomsten
• Realiseren nieuw glas Voldoende ruimte bieden voor glastuinbouw en agrobusiness
• Uitvoeren visie Greenport Westland-Oostland • Deelname kerngroep Greenport Westland-Oostland • Uitwerken FES-project Oostland-Groenzone
• Organiseren bedrijfsbezoeken • Mogelijkerwijs oprichten digitaal Glasloket • Promotie gemeente • Voorzien in doorsteek Overbuurtse PolderGlastuinbouw en
Versterken glastuinbouwklimaat
Noordpolder • Regie communicatie Greenport W-O
agro-business
• Uitbouwen innovatieplatform • Bevorderen glasgeoriënteerd beroepsonderwijs • Opzetten Afrikaans glastuinbouwproject
Aantrekken van hoogwaardige en kennisintensieve glastuinbouwbedrijven
• Bezoeken vakbeurzen • Ontvangen en rondleiden buitenlandse delegaties • Actief uitvoering geven van het MoU
79
Programma 8 Bereikbaarheid en Mobiliteit Openbaar vervoer, Auto-, fiets- en voetgangersverkeer, Parkeren (vrachtwagens, auto’s, fietsen), Mobiliteitsplan, N209, N470, A13/16
Omschrijving programma Verkeer en vervoer maken een prominent deel uit van het dagelijkse leven. Vervoer van personen en goederen is essentieel voor economische en sociale activiteiten. Daarmee vormen verkeer en vervoer een cruciaal element voor het functioneren van Lansingerland als Parkstad, Greenport, Vrijetijdsstad en Stad met sociale samenhang. De gemeente heeft daarom belang bij een goed functionerend verkeer- en vervoersysteem om de maatschappelijke functies, sociaal en economisch, mogelijk te maken. Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: 1. Bereikbaarheid Dit richt zich op het ruimtelijk faciliteren van de behoefte om zich met een bepaald vervoermiddel te verplaatsen. • Verkeersinfrastructuur (auto, fiets, openbaar vervoer, veiligheid, parkeren en stallen). • Verkeersmanagement (samenhangend netwerk, incidentmanagement). 2. Mobiliteit Hierbij draait het om de vervoermogelijkheden die worden geboden om zich te verplaatsen. • Verkeersplanologie (mobiliteitsbeleid bereikbaarheidsprofiel, ‘modal split’-strategie). • Vervoersbeleid (reis/verkeersinformatie, ketenmanagement, vervoermanagement). De doelstellingen en prestaties die in de programmaonderdelen zijn opgenomen, komen voort uit het collegeprogramma. Ze vormen de beleidsmatige basis voor het in ontwikkeling zijnde Mobiliteitsplan
Context en achtergronden De Planwet Verkeer en Vervoer (1998) verplicht de Nederlandse overheden tot een gestructureerd en samenhangend verkeer- en vervoerbeleid. De structuur kent drie niveaus, gekoppeld aan de organisatie van de overheid. De vertaling van dit beleid vindt plaats in uitvoeringsprogramma’s op elk van die niveaus. De uitwerking op gemeentelijk niveau vindt zijn weerslag in de programmabegroting. Nota Mobiliteit In december 2005 heeft het Rijk de Nota Mobiliteit vastgesteld. Deze nota vervangt het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer. Beschreven wordt het rijksbeleid voor mobiliteit en bereikbaarheid te land, te water en door de lucht. Het project voor de aanleg van rijksweg A13/16 maakt deel uit van het dit beleid. In de loop van 2008 worden de resultaten verwacht van de MER-studie voor de aanleg van deze weg. In 2009 volgt een tracékeuze. RVVP Stadsregio Rotterdam 2003-2020 De Stadsregio heeft in 2003 een Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP) vastgesteld. De planperiode gaat tot 2020. Daarmee loopt dit plan parallel met het Streekplan RR2020. In het RVVP zijn de gewenste ontwikkelingen voor de infrastructuur, het gebruik daarvan en de beschikbaarheid van vervoerwijzen vastgelegd. De voortschrijdende vierjarige investeringsprogramma’s (RIVV) zorgen dat de projecten en maatregelen vervolgens worden uitgevoerd. De stadsregio en gemeente sluiten in de loop van 2009 een nieuw convenant GebiedsGerichte Afspraken (GGA) af voor de uit te voeren werkzaamheden uit het RIVV en de subsidiëring daarvan uit de Brede Doel Uitkering (BDU).
80
Mobiliteitsplan Lansingerland De drie fusiegemeenten hebben elk hun eigen verkeer- en vervoerplannen gehad. Op basis van de regelgeving rond gemeentelijke herindelingen is dit beleid nog twee jaar na de fusiedatum van kracht. Het project Mobiliteitsplan Lansingerland geeft invulling aan het nieuwe verkeer- en vervoerbeleid. Via de klankbordgroep van het Economisch Platform hebben burgers en bedrijven meegedacht over de invulling van het beleid. In december vorig jaar is het project gestart met een aanbestedingsprocedure. De gemeente heeft in februari 2008 opdracht gegeven aan Goudappel Coffeng BV om het plan te maken. In 2008 is een visiedocument opgesteld. Hierin is het toekomstige beleid in twintig ambities verwoord en vertaald in drie netwerken voor fiets, OV en auto. Dit document vormt de basis voor pakketten voor infrastructurele en flankerende maatregelen. Vaststelling van het Mobiliteitsplan is gepland in het eerste kwartaal van 2009 met een tranche van het uitvoeringsprogramma voor de periode 2009-2010. De gemeente neemt deze tranche in de Voorjaarsnota en de Kadernota als beleidswens op. Op die manier kunnen de eerste projecten al in de tweede helft van 2009 worden uitgevoerd. Openbaar vervoer Per 14 december 2008 rijdt Q-Buzz de buslijnen in Lansingerland. Dit is het resultaat van de aanbesteding van de concessies voor het busvervoer in en om Rotterdam. Deze aanbesteding heeft in de eerste helft van 2008 plaatsgevonden. De Stadsregio Rotterdam is als vervoersautoriteit de opdrachtgever en regisseur voor het openbaar vervoer in Lansingerland. De gemeente kijkt echter kritisch mee. Aandachtspunten zijn ritfrequenties (ritten per uur), bedieningsperiodes (eerste-laatste rit), aansluitingen tussen de buslijnen onderling en op RandstadRail, en last-but-least de rechtstreekse verbindingen naar de grote plaatsen rondom Lansingerland. De projecten voor hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) in de gemeente blijven punt van aandacht. De ontwikkeling van RandstadRail tot hoogfrequente metroverbinding wordt aan dit programma toegevoegd. Dit geldt ook voor de studie naar een verbinding tussen Rotterdam Alexander en Delft via Lansingerland, al dan niet in relatie met de bereikbaarheid van SciencePort. Kaderstellende beleidsnota’s • • •
Urgentieprogramma Randstad Uitvoeringsagenda RVVP 2007-2011 Mobiliteitsplan Lansingerland (in ontwikkeling, vaststelling 1e kwartaal 2009)
Programmaonderdeel: Verkeersinfrastructuur Wat willen we bereiken? 1. Vervoer per auto tussen de kernen De gemeente wil de kwaliteit van de huidige voorzieningen in stand houden. 2. Parkeercapaciteit De parkeercapaciteit wordt beperkt tot genormeerde aantallen parkeerplaatsen, zowel in wijken en dorpscentra als bij bedrijven (openbare ruimte en particulier terrein). 3. Rijks- en provinciale wegen Nieuwe en bestaande rijks- en provinciale wegen dienen ruimtelijk ingepast te worden met minimale aantasting van het leef- en woonmilieu en het landschap. Dit houdt in ieder geval een verdiepte of overdekte ligging van rijksweg A13/16 in en optimale mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen langs provinciale weg N209. 4. Fietsverkeer tussen de kernen Verbindingen voor het fietsverkeer tussen de dorpscentra die in reistijd kunnen concurreren met het autoverkeer.
81
5. OV tussen de kernen Voorzieningen voor het openbaar vervoer voor de verbindingen tussen en in de kernen. 6. Duurzaam veilige infrastructuur 7. Uniforme voorrangsregeling bij rotondes Wat gaan we daar voor doen? 1. Vervoer per auto tussen de kernen a. Een ontsluitingsstructuur voor autoverkeer met het accent op optimaal gebruik van de bestaande infrastructuur in plaats van uitbreiding. 2. Parkeercapaciteit a. Parkeerbeleid met parkeernormen voor woonwijken (bestaand en Vinex), dorpscentra en bedrijvenlocaties en met een pakket aan flankerende maatregelen. 3. Rijks- en provinciale wegen a. Inzetten op zodanige inpassing van de rijkswegverbinding A13/A16 dat deze wordt aangelegd in een tunnel onder het natuur- en recreatiegebied Bergse Bos en onder de rivier de Rotte. 4. Fietsverkeer tussen de kernen a. Netwerk van fietsroutes met voorrang op het autoverkeer tussen en in de dorpen op fietspaden of fietsstroken. 5. OV tussen de kernen a. Busbanen of verkeersregelinstallaties met prioriteit voor openbaar vervoer bij congestiegevoelige kruispunten en rotondes. 6. Duurzaam veilige infrastructuur. a. Uitvoeren van een actieplan voor het inrichten van alle gebiedsontsluitingswegen voor 2010 conform de Richtlijn Essentiële herkenbaarheidskenmerken van weginfrastructuur en van alle erftoegangswegen bij herinrichting of onderhoud (zie ook programma 11). 7. Uniforme voorrangsregeling bij rotondes. a. Opstellen van een beleidslijn voor de voorrangsregeling op alle rotondes in de gemeente.
Programmaonderdeel: Verkeersmanagement Wat willen we bereiken? 1. Verkeers- en vervoersbeleid Continu inzicht in relevante en actuele statistische gegevens voor het maken en evalueren van het verkeer- en vervoerbeleid. 2. Vervoermanagement voor grotere werklocaties. Wat gaan we daar voor doen? 1.
82
Verkeers- en vervoersbeleid a. Maken en bijhouden van een digitaal ‘zakboekje’ met statistische informatie voor verkeer en vervoer in de gemeente Lansingerland (o.a. verkeersintensiteiten, vervoercijfers, ongevallengegevens, reismotieven).
2.
Vervoermanagement voor grotere werklocaties a. Convenanten met bedrijvencollectieven op bedrijventerreinen of afzonderlijke bedrijfsvestigingen (> 50 arbeidsplaatsen).
Programmaonderdeel: Verkeersplanologie Wat willen we bereiken? 1. Verkeers- en vervoersplan Opstellen van een integraal verkeer- en vervoersplan. 2. Bereikbaarheid Een goede bereikbaarheid van dorpscentra, woonwijken, bedrijventerreinen en recreatiegebieden is cruciaal voor het functioneren daarvan. 3. Vermindering druk autoverkeer De recreatiegebieden (Rottemeren) zijn momenteel uitsluitend bereikbaar per fiets of auto. Verbeteren van de bereikbaarheid met openbaar vervoer van bedrijventerreinen en recreatiegebieden om zo de druk van het autoverkeer op die gebieden te verminderen. 4. Bleizo Optimale benutting van de vervoerkundige mogelijkheden van station Bleizo. 5. Greenport Ondersteunen van de logistiek (goederenstromen) en het vrachtverkeer voor het programma Greenport te behoeve van economische ontwikkelingen. Wat gaan we daar voor doen? 1. Verkeers- en vervoersplan a. Vaststellen in het eerste kwartaal van 2009 van een verkeer- en vervoersplan waarin alle modaliteiten worden betrokken (auto, voetganger, fietser, openbaar vervoer). 2. Bereikbaarheid a. Inzetten op verbetering van fiets- en openbaar vervoervoorzieningen voor het vervoer tussen de kernen. 3. Vermindering druk autoverkeer a. Onderzoek naar de mogelijkheden voor openbaar vervoer naar de Rottemeren in samenwerking met het Recreatieschap Rottemeren en de Stadsregio Rotterdam (vgl. Kralingse Bosbus lijn 43). 4. Bleizo a. Nader onderzoek naar de vervoerkundige potentie van station Bleizo, o.a. als transferium. 5. Greenport a. Opnemen in het Mobiliteitsplan van de faciliteiten voor de logistiek en het vrachtverkeer voor de ontwikkeling van Greenport.
83
Programmaonderdeel: Vervoerbeleid Wat willen we bereiken? 1. Consessie OV Het verkeer- en vervoersplan is naar verwachting begin 2009 gereed. Hierdoor kan het richting geven aan de nieuwe concessieverlening voor openbaar vervoer door de Stadsregio. 2. Verbeteren van verkeersveiligheid 3. Aanbod OV Het aanbod aan openbaar vervoer is vraaggericht. Daardoor is het openbaar vervoer eventueel ook op afroep beschikbaar. 4. Beschikbaarheid OV Openbaar vervoer moet vanuit elk adres in de bebouwde kom op een acceptabele loopafstand beschikbaar zijn. De normen van het regionale beleid zijn het uitgangspunt. 5. Busverbindingen tussen kernen Rechtstreekse busverbindingen tussen de drie dorpscentra en vanuit de wijken naar het centrum van het betreffende dorp. 6. ZoRo-bus en HOV Rotterdam Alexander-Delft In gebruik nemen van ZoRo-bus en HOV Rotterdam Alexander-Delft binnen de kortst mogelijke termijn die de ruimtelijke en vervoerkundige randvoorwaarden toelaten. 7. Nachtnet Rotterdam Lansingerland blijft onderdeel uitmaken van het Nachtnet Rotterdam met een vraaggericht aanbod. 8. CVV (Beltax) Het CVV (Beltax) sluit aan bij dat aanbod om mobiliteit te garanderen wanneer openbaar vervoer, fiets of auto geen optie is. Wat gaan we daar voor doen? 1. Consessie OV a. Promotie van goede OV-verbindingen op basis van het op te stellen verkeer- en vervoerplan. 2. Verbeteren van verkeersveiligheid. a. Opstarten van een proactief verkeersveiligheidsbeleid onder andere bij scholen. 3. Aanbod OV a. Het aanbod van openbaar vervoer voldoet aan de richtlijnen van de Stadsregio en past zich aan aan de eventuele toe- of afname van reizigersaantallen. 4. Beschikbaarheid OV a. Maken van halteplaatsen, waarbij 100% van de woonadressen in de bebouwde kommen van Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk, en Bergschenhoek een halte heeft binnen een effectieve loopafstand van 400 meter. 5. Busverbindingen tussen kernen a. Leveren van medewerking aan het voorbereiden en uitvoeren van busroutes tussen en naar de dorpscentra.
84
6. ZoRo-bus en HOV Rotterdam Alexander-Delft a. Bespoedigen rijden van ZoRo-bus en HOV Rotterdam Alexander-Delft, door het benutten van en het optimaal verlenen van bestuurlijke en ambtelijke medewerking bij besluitvorming en planologische inpassing. 7. Nachtnet Rotterdam a. Leveren van medewerking aan het handhaven van de nachtnetlijnen naar Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs, en Bleiswijk. 8. CVV (Beltax) a. Mogelijke combinatie onderzoeken van openbaar vervoerverbindingen tussen de dorpen met CVV. N.B.: alle doelstellingen en prestaties zijn opgenomen in het concept visiedocument Mobiliteitsplan Lansingerland van 9 juni 2008. Dit visiedocument dient als basis (ambitie) c.q. vormt onderdeel (netwerkkarakteristiek) van het op te stellen integraal verkeer- en vervoerbeleid.
Indicatoren E/P
Indicator
Nulmeting
Streefwaarden
Bron
+ jaar
P
Aantal km gebiedsontsluitingsweg
2009
2010
2011
2012
15
20
25
25
80%
90%
100%
100%
40%
60%
70%
70%
50%
75%
100%
100%
1,5
1,3
1,1
1,1
4,5
3,0
1,5
1,5
70%
85%
95%
95%
2,5
10
10
10
2007 = 100
(index) P
Gemiddelde reissnelheid buslijnen hoofdnet (km/u)
P
Beschikbaarheid kengetallen verkeer en vervoer (%)
E
Aantal arbeidsplaatsen met
0% in 2007
vervoersconvenant (%) E
Gerealiseerde projecten voor planperiode 2008-2011 (%)
P
Reistijdverhouding fiets/auto en bus/auto van deur tot deur (factor)
P
Reistijdverhouding bus/auto van deur tot deur (factor)
P
Aantal woonadressen met een bediende halte binnen 400 m (%)
P
Beschikbaar netwerk geplande HOV-
0
tracés (km) E= Effectindicator, P= Prestatie-indicator
85
Wat gaat het kosten ? Programma 8: Bereikbaarheid en Mobiliteit Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 284 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 284 Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten Saldo programma
(bedragen x € 1.000)
Begroting 2008
280-
2012
644 644
701 701
743 743
775 775
3
3
3
3
3
4
2011
635 635
4 -
Begroting Meerjarenraming 2009 2010
3
632-
3
641-
3
698-
3
739-
Producten Producten
Nummer
Verkeersmaatregelen ter land
211.000
86
3 772-
Programma 9 Grondzaken Grondbeleid, Vastgoedbeleid, Grondverwerving, Gronduitgifte, Bouwgrondexploitatie, Financiële administratie van de uit te voeren projecten
Omschrijving programma De gebiedsontwikkeling in Lansingerland komt grotendeels tot stand door het voeren van een actief grondbeleid: grondeigenaren leveren hun grondbezit in voor het mogen bouwen van woningen. De cluster Grondzaken van de afdeling Strategische Ontwikkeling is opgedeeld in drie taakvelden: planeconomie, juridische zaken en financiële projectadministratie. De cluster ondersteunt de afdeling Projecten met juridische en financiële hulp en bij een project door het voeren van een financiële administratie. Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: 1. Grond- en grondprijsbeleid 2. Exploitatieplannen 3. Bovenwijkse voorzieningen
Context en achtergronden Het doel van grondbeleid is ‘het bevorderen van het tot stand komen van ruimtelijke functies voor de ontwikkeling en het functioneren van de stad’. De gemeente voert een actief grondbeleid. Dit houdt in dat het proces voor ruimtelijke ontwikkeling als volgt verloopt: allereerst verwerving van gronden en gebouwen, daarna maakt de gemeente de gebieden bouw- en woonrijp en vervolgens geeft de gemeente de grond uit aan (in de regel) projectontwikkelaars en woningcorporaties. De gemeente bewaakt de uit te voeren projecten door het opstellen en actualiseren van de diverse grondexploitaties. De grondexploitaties zijn in 2007 geactualiseerd. Dit heeft geleid tot een beeld van de exploitatieresultaten, de risico’s en het weerstandsvermogen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid en weerstandsvermogen. Per 1 juli 2008 treedt de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking. De grondexploitatiewet is in deze Wro opgenomen. Deze nieuwe wetgeving heeft gevolgen voor het te voeren grondbeleid en voor de in te zetten grondbeleidsinstrumenten. Twee medewerkers van de afdeling Strategische Ontwikkeling hebben zich intern de materie eigen gemaakt. Voor de organisatie zijn enkele informatiebijeenkomsten gehouden. De gemeente kan met het in werking treden van de nieuwe grondexploitatiewet nu gericht aan een nota grond- en grondprijsbeleid werken, die aansluit op de nieuwe wetgeving. Eén onderdeel van de nieuwe wettelijke eisen voor de gemeente is het opstellen van een exploitatieplan. De gemeente moet zo’n exploitatieplan maken voor elk bestemmingsplan waarin ontwikkelingen plaatsvinden, zoals omschreven in het Besluit ruimtelijke ordening, voor zover kostenverhaal, zo daar sprake van is, niet vooraf verzekerd is. Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • •
11
Actualisatie grondexploitaties Budgetaanvragen ten behoeve van de uitvoering van projecten Nota Winst- en verliesneming Nota Reserve en voorzieningen Grondexploitatiewet, onderdeel van de nieuwe Wro Grond- en grondprijsbeleid, met als onderdelen de Nota Bovenwijkse voorzieningen en de Nota gronduitgifte beleid11
De nota Grond- grondprijsbeleid wordt nog opgesteld
87
Programmaonderdeel: Grond- en grondprijsbeleid Wat willen we bereiken? 1. Vastleggen hoe de gemeente omgaat met de realisatie van voorziene en onvoorziene ruimtelijke ontwikkelingen in een Nota Grond- en grondprijsbeleid De gemeente gaat uit van een actieve rol van de gemeente om de regie zoveel als mogelijk in eigen hand te houden. 2. Inzicht in de grondexploitatieresultaten per 1-1-2009, risico’s en het weerstandsvermogen Wat gaan we daar voor doen? 1.Vastleggen hoe de gemeente omgaat met de realisatie van voorziene en onvoorziene ruimtelijke ontwikkelingen in een Nota Grond- en grondprijsbeleid. Voordeel van een dergelijke nota is dat marktpartijen vooraf duidelijk weten hoe de gemeente in deze situaties handelt en waar ze rekeningen mee moeten en mogen houden. Een dergelijke nota bevordert de consistentie in het gemeentelijk grondbeleid en dus het kunnen doorstaan van een rechterlijke toets. a. Beschrijven van het te voeren grondbeleid in de Nota grondbeleid voor het realiseren van bestemmingplannen. Het in werking treden van de nieuwe Wro, met daarin opgenomen de nieuwe grondexploitatiewet, leidt tot een aangepast beleid, afgestemd op de laatste wetgeving. b. Beschrijven in de nota hoe de gemeente denkt om te gaan met grondverwerving, de productie van bouwterreinen, de uitgifte van grond, welke grondbeleidsinstrumenten ze wil inzetten en welke randvoorwaarden ze hanteert. c. Beantwoording van deze vragen leidt tot een gemeentelijk, bestuurlijk gedragen, standpunt over de wijze van werken bij het realiseren van in exploitatie brengen van bestemmingsplannen. d. De nota zal in de eerste helft van 2009 aan de raad, ter vaststelling, voorgelegd worden. 2. Inzicht in de grondexploitatieresultaten per 1-1-2009, risico’s en het weerstandsvermogen ♦ Jaarlijks actualiseren van de laatst vastgestelde grondexploitaties om inzicht te verschaffen in de financiële positie van de in exploitatie genomen plannen. Opgeleverde plannen worden afgesloten en nieuwe grondexploitaties worden opgevoerd.
Programmaonderdeel: Exploitatieplannen Wat willen we bereiken? 1. Alle bestemmingsplannen, die de gemeente in uitvoering wil brengen maar waarvan de gemeente niet het volledig eigendom van de gronden heeft, voorzien van exploitatieplannen
Wat gaan we daar voor doen? 1. Alle bestemmingsplannen, die de gemeente in uitvoering wil brengen maar waarvan de gemeente niet het volledig eigendom van de gronden heeft, voorzien van exploitatieplannen a. Met de nieuwe grondexploitatiewet zullen alle partijen die betrokken zijn bij gebiedsontwikkeling hun werkwijze en strategie moeten aanpassen. Deze veranderingen treffen niet alleen de gemeente maar met name ook particuliere grondeigenaren. De gemeente beschikt met de nieuwe wet over een verbeterd kostenverhaalinstrument en de mogelijkheid om publiekrechtelijke locatie-eisen en eisen aan bepaalde woningbouwcategorieën te stellen. Voor zover er geen anterieure overeenkomsten met particuliere grondeigenaren zijn afgesloten stelt de gemeente exploitatieplannen op om kostenverhaal veilig te stellen.
88
Programmaonderdeel: Bovenwijkse voorzieningen Wat willen we bereiken? 1. Opstellen nota Bovenwijkse voorzieningen Als de gemeente een fonds wil voeden vanuit de (nog op te stellen) exploitatieplannen is een nota Bovenwijkse voorzieningen verplicht. De nota heeft als doel de voeding van en de bestedingen uit het fonds transparant te maken. Wat gaan we daar voor doen? 1. Opstellen nota Bovenwijkse voorzieningen a. De nota Bovenwijkse voorzieningen zal onderdeel uitmaken van de nota Grond- en grondprijsbeleid. De nota zal in de eerste helft van 2009 aan de raad, ter vaststelling, voorgelegd worden.
Wat gaat het kosten? Programma 9: Grondbeleid
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting Meerjarenraming 2009 2010
2011
2012
Lasten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale lasten
85.623 85.623
3.852 3.852
212.407 212.407
108.709 108.709
90.635 90.635
100.493 100.493
Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten
83.740 83.740
1.075 1.075
207.289 207.289
103.425 103.425
90.485 90.485
99.493 99.493
Saldo programma
1.883-
2.777-
5.118-
5.284-
150-
1.000-
Middels de grondexploitatieberekeningen wordt nadere financiële informatie verstrekt over grondzaken. Voor deze informatie verwijzen wij u naar de laatst bestuurlijk vastgestelde grondexploitaties.
89
Programma 10 Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu Bestemmingplannen, Volkshuisvesting, Woonwagens, Bouw- en sloopvergunning, Planschades, Vastgoedregistratie, Monumentenzorg, Keurmerk veilig wonen/ omgeving, Milieuwetten/ handhaving.
Omschrijving De gemeente heeft zich zelf tot doel gesteld om de groei van het aantal inwoners tot circa 75.000 in 2015 mogelijk te maken. Dit stond in de programmabegroting 2008 als opgave voor het programma ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Deze opgave vergt de bouw van nog 10.000 woningen. Daarnaast speelt de ontwikkeling van 250+ ha bedrijventerrein en 800 ha recreatie- en natuurgebied. Deze ontwikkelingen moeten plaatsvinden aan de hand van de drie strategische thema’s Parkstad in wording, Vrijetijdsgemeente en Greenport. Het woningbouwprogramma is nu overwegend gebaseerd op de Vinexafspraken en de verstedelijkingsafspraken. De gemeente gaat onderzoeken of dit programma zich verhoudt met Parkstad in wording. Dit onderzoek vindt mede plaats in het kader van de toekomstvisie resp. structuurvisie. In loop van het komende jaar zal hierover meer duidelijkheid (moeten) komen.
Context en achtergronden Wet- en regelgeving De nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is op 1 juli 2008 ingegaan. Deze wet verplicht de gemeenten om hun bestemmingsplannen te actualiseren. Bestemmingsplannen mogen na 2013 niet ouder zijn dan 10 jaar. Mocht dit wel het geval zijn dan kunnen de gemeenten in die gebieden geen bouwleges meer heffen. De gemeente Lansingerland streeft ernaar om in 2009 minimaal zes plannen te herzien en in 2013 alle bestemmingsplannen geactualiseerd te hebben.. Vanaf 1 juli 2009 moeten gemeenten alle nieuwe bestemmingsplannen digitaal vaststellen en vastleggen. Via het landelijke systeem RO-online kunnen burgers, bedrijven en andere overheden op een eenvoudige en snelle manier de bestemmingsplannen inzien. De gemeente is verplicht om een gemeentelijk waterplan te maken. Dit wordt in 2009 uitgevoerd. Eventuele maatregelen voor de waterkwaliteit zullen uit dit waterplan voortvloeien. De omgevingsvergunning wordt geregeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Diverse Eerste Kamerfracties hebben bij de behandeling van de omgevingsvergunning kanttekeningen geplaatst bij de rechtmatigheid van het wetsvoorstel. Naar aanleiding hiervan heeft de minister op 29 mei een memorie van antwoord aangeboden aan de Kamer. Recentelijk heeft de Eerste Kamer besloten de definitieve behandeling van de Wabo uit te stellen tot na het zomerreces 2008. Op 11 juli 2008 heeft het ministerie van VROM bekendgemaakt dat de invoering van de Wabo is uitgesteld tot 1 januari 2010. De extra tijd is nodig om de invoering zorgvuldig te laten verlopen. De betrokken wet- en regelgeving en de te bouwen ICT-voorzieningen zijn zeer complex en vragen meer tijd dan verwacht. Voor Lansingerland geldt hierdoor dat er meer ruimte is om de Wabo binnen de organisatie een plek te geven en door te voeren in de werkprocessen. De gemeente gebruikt de tweede helft van 2008 voor de aanpassingen van de automatisering en de werkprocessen. Begin juli 2008 is Lansingerland aangesloten op de Landelijke Voorziening Omgevingsloket (LVO). Momenteel wordt proefgedraaid met een test bouwaanvraag. Aan de hand van de uitkomsten van deze proef zal de gemeente de bestaande softwareprogramma’s moeten aanpassen c.q. uitbreiden met een Wabo-module. Hierop zullen dan de werkprocessen worden aangepast.
90
Beleidsontwikkeling De gemeente begint in de loop van 2008, aansluitend aan de toekomstvisie, met het maken van een structuurvisie. De werkzaamheden daarvoor lopen door tot in 2009. Het Milieubeleidsplan 2008 – 2010 bevat de plannen van Lansingerland over het milieu. Belangrijkste doelstelling voor de komende jaren is om te zoeken naar oplossingen en maatregelen waarmee de leefkwaliteit voor de huidige en toekomstige inwoners wordt verbeterd. De ambitie is een leefbaar en duurzaam Lansingerland te creëren. Het thema milieu zal in de verschillende beleidsterreinen worden ingevlochten. Het kan zijn dat het gaat om onderwerpen die specifiek over milieu gaan, bijvoorbeeld natuur- en milieueducatie of het stimuleren van klimaatinitiatieven. Maar de aandacht voor milieuaspecten komt ook tot uiting in andere werkvelden als het Waterplan, de samenwerking met bedrijven en ruimtelijke planvorming. De organisatie onderzoekt de mogelijkheden om de werkzaamheden voor onderzoek en statistiek zelf uit te voeren. Onderzoek en statistiek vormen de grondslag voor een goede beleidsontwikkeling voor de vele onderwerpen die tot het takenpakket van de gemeente behoren. Het huidige welstandsbeleid dateert alweer van voor de fusie, van juni 2004. Het is duidelijk aan een evaluatie en een herziening toe. In het collegeprogramma 2007 – 2010 staat dat het welstandsbeleid geheel worden herzien in 2009, inclusief de mogelijke invoering van welstandsvrije gebieden. In eerste instantie zal de gemeente met de huidige welstandscommissie van gedachten wisselen hoe het nieuwe beleid vorm gegeven kan worden. Daarnaast volgen gesprekken met diverse partijen, zowel internen als externen, over het te voeren welstandsbeleid voor de komende jaren. De organisatie zal de uitkomsten verwerken in de nieuwe welstandsnota Lansingerland die in 2009 aan het college en de raad wordt voorgelegd. Lokale ontwikkelingen Het plan is om het gebied rondom de openbaar vervoersknoop ‘Bleizo’ hoogwaardig te ontwikkelen. De gemeenten Zoetermeer en Lansingerland hebben hiervoor een gemeenschappelijke regeling vastgesteld en een programmadirecteur aangesteld. De gemeenschappelijke regeling c.q. de uitvoeringsorganisatie die daarvan deel uitmaakt is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en realisering van de openbaar vervoershalten en de gebiedsontwikkeling. De kosten en opbrengsten komen ten laste van de gebiedsexploitatie van de gemeenschappelijke regeling. De Noordas is een project c.q. programma uit het RR2020. De stadsregio Rotterdam en de provincie ZuidHolland zijn hiervoor als eerste verantwoordelijk. De Noordas beslaat grofweg het volgende gebied: • Van oost naar west: Vlaardingen tot de Zuidplaspolder • Van noord naar zuid: Delft tot de Kralingse Zoom. Er spelen op het grondgebied van de stadsregio circa 45 projecten, waarvan een aantal op het grondgebied van de gemeente Lansingerland. Doel van het programma Noordas is te onderzoeken of hierin samenhang kan worden gebracht. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling nieuwe visies o.i.d. te ontwikkelen. Belangrijk element in de Noordas vormt de rijksweg A13/16. De invloedssfeer van deze rijksweg raakt niet het totale gebied van de Noordas. Het is gewenst, zo niet noodzakelijk, aan het Rijk randvoorwaarden mee te geven voor de inpassing van de nieuwe rijksweg. Dit gebeurt overigens ook op verzoek van Rijkswaterstaat. Daarom hebben de stadsregio en de provincie Zuid-Holland begin 2008 besloten samen met de gemeenten Lansingerland en Rotterdam een onderzoek in te stellen naar de ‘kleine Noordas’. Dit betreft het gebied waar de rijksweg wordt aangelegd. Het loopt van de aansluiting A13/N209 tot het Terbregseplein. In Lansingerland voert het tracé onder meer langs de Vlinderstrik en Wilderszijde, door het zogenoemde Tussenstuk, i.c. het gebied tussen de N 209 en Bergweg-zuid, het kruist de Bergweg-zuid, gaat door het Lage Bergse Bos en, afhankelijk van de gekozen variant het Hoekse Park en kruist op ons grondgebied tenslotte de Rotte en gaat verder naar het Terbregseplein. Het onderzoek moet leiden tot een ruimtelijk en functioneel afwegingskader. Hieraan kan dan de inpassing van de rijksweg worden getoetst. Daarnaast zullen de studieresultaten als basis dienen voor een nieuwe structuurvisie voor de gemeente.
91
Om de inbreng van Lansingerland in het project Noordas op een voldoende wijze te kunnen waarborgen, zal de gemeente inzet moeten plegen op onder meer de beleidvelden: • Stedenbouw • Groen, landschap en water • Verkeer en vervoer • Economie • Milieu Deels kan de gemeente deze inzet realiseren door hiervoor intern uren vrij te maken. Voor een ander deel zal de gemeente hiervoor deskundigheid van buiten moeten inschakelen. De gemeente verwacht dat hiervoor in 2009 een bedrag van € 75.000 nodig zal zijn. Het Tussenstuk ligt tussen de N209 en de Bergweg-zuid. De nieuwe rijksweg zal dit gebied in zijn geheel doorsnijden. Er zijn nog geen ruimtelijke randvoorwaarden voor opgesteld. Het bestemmingsplan dateert uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het opstellen van een ruimtelijke visie zal parallel aan de studie Noordas en het realiseren van een ruimtelijk en functioneel afwegingskader voor de rijksweg plaatsvinden. In mei hebben provincie en gemeenten een uitvoeringsovereenkomst ondertekend over de invulling van de Groenzone. Daarmee zijn de gemeenten Pijnacker/Nootdorp en Lansingerland verantwoordelijk geworden voor de uitvoering. Een uitvoeringsorganisatie, deel uitmakende van de Gemeenschappelijke Regeling Pijnacker-Berkel en Bergboezem, is verantwoordelijk voor de verdere planontwikkeling, realisering en de exploitatie. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Rotterdam en Lansingerland hebben in mei 2008 het Masterplan voor de Vlinderstrik vastgesteld. De voorbereiding van het bestemmingsplan is gestart. De financiering van het plan is nagenoeg rond. In 2011 wordt met de inrichting begonnen. De vrijstellingsprocedure volgens artikel 19 van de Wro voor het tracédeel halte Rodenrijs-Anthuriumweg voor de ZoRobus is (juli 2008) nagenoeg afgerond. Dit geldt ook voor de studie naar de mogelijkheden voor tracéoptimalisatie voor het deel Anthuriumweg-grens gemeente Zoetermeer. Zodra de gemeente een besluit heeft genomen over de optimalisatiestudie wordt ook de art. 19 Wro-procedure voor dit deel afgerond. Voor het project Rottezoom wordt in 2008 een MER opgesteld (initiatiefnemer Provincie). In aansluiting daarop stelt de gemeente een bestemmingsplan op dat in 2009 klaar moet zijn. Voor het woonlint Kruisweg loopt een aparte procedure voor de vaststelling van een stedenbouwkundig plan. Het is de bedoeling dat dit plan onderdeel gaat uitmaken van het bestemmingsplan Rottezoom.
Programmaonderdeel: Ruimtelijke ordening Wat willen we bereiken? 1. Noordas Een ruimtelijk en functioneel afwegingskader waaraan de inpassing van de nieuwe rijksweg A13/16 kan worden getoetst. 2. Onderzoek en statistiek Alle plannen kunnen beschikken over de meest relevante documentatie en het meest actuele cijfermateriaal.
92
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Noordas a. Ontwikkelen van een goed beeld voor de verschillende trajecten van de rijksweg van opties voor wederzijdse optimalisering van de rijksweg – omgeving, inpassing, herinrichtingsmogelijkheden enz. Dit gebeurt samen met de stadsregio Rotterdam, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam. De uitkomsten hiervan kan de gemeente gebruiken bij het maken van de structuurvisie.
2.
Onderzoek en statistiek a. Onderzoeken of hiervoor intern uren vrijgemaakt kunnen worden.
Programmaonderdeel: Volkshuisvesting (Wonen) Wat willen we bereiken? 1.
Woningmarkt Een evenwichtige woningmarkt, die past bij de visie van onze gemeente.
2.
Woonwagencentra Het onderhoud van de standplaatsen, woonwagens en openbare ruimte is verwaarloosd. Om te komen tot een genormaliseerde situatie worden de 3 woonwagencentra één voor één aangepakt. Het beleid van de gemeente Lansingerland is erop gericht om het eigendom, beheer en onderhoud van standplaatsen en huurwoonwagens aan 3B Wonen over te dragen.
Wat gaan we daar voor doen? 1. Woningmarkt a. Een belangrijke component in het woningmarktbeleid is het Startersbeleid Gemeente Lansingerland (2008). • Opstellen van een Woonvisie Lansingerland. Deze woonvisie bevat het concrete beleid voor de komende periode en geeft de visie die de gemeente voor wonen heeft. Wat voor een soort woongemeente wil Lansingerland zijn?12 Wat zijn de sterke en zwakke punten op dit moment? Wat zijn de belangrijkste opgaven? In de woonvisie staan ook maatregelen die nodig zijn om het beleid te invoeren. • Afsluiten van een convenant met de Stadsregio Rotterdam over de verstedelijkingsafspraken voor de periode 2010-2020. • Maken van prestatieafspraken met Wooncorporatie 3B Wonen voor de periode 2010-2015. • Uitvoeren van het Startersbeleid Gemeente Lansingerland. 2. Woonwagencentra In 2009 vindt een grootschalige renovatie plaats van het woonwagencentrum aan de Meerweg te Berkel en Rodenrijs, waarbij de standplaatsen inclusief fundering en woonwagens totaal worden vernieuwd. Omdat de werkzaamheden zeer ingrijpend zijn moeten de huidige standplaatsen volledig worden ontruimd en worden de bewoners tijdens de werkzaamheden gehuisvest in wisselwoningen.
12
In het collegeprogramma is vermeld dat Lansingerland een Parkstad wil zijn. Dit betekent niet te veel hoogbouw en niet te hoge bebouwingsdichtheden. Het gemeentebestuur wil kwalitatief hoogwaardige woningbouw in een aantrekkelijke woonomgeving.
93
Programmaonderdeel Milieu Wat willen we bereiken? 1.
Milieuvergunningen Uitvoeren van milieuvergunningverlening en milieuhandhaving op adequaat niveau.
2.
Bedrijvenbestand In beeld brengen van de verwachte stijging van het bedrijvenbestand (komende 3 jaar).
3.
Duurzaamheidscan Oudeland De duurzaamheidscan bij bedrijventerrein Oudeland vertalen naar andere bedrijventerreinen zoals Prisma en naar individuele bedrijven.
4.
Reductie van CO2-emissie De gemeente heeft als doel om in 2025 een CO2-neutrale gemeente te zijn.
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Milieuvergunningen a. Het adequaat vergunnen van bedrijven. In milieuvergunningen wordt vastgelegd welke maatregelen bedrijven moeten nemen om schade voor het milieu en omwonenden te beperken. Het gaat dan om voorschriften over geluid, geur, stof, bodem, energie, veiligheid, afval, water etc. Er zijn 315 milieuvergunningplichtige bedrijven. b. Afhandelen meldingen voor die bedrijven die niet vergunningplichtig zijn. Het gaat 1.423 meldingsplichtige bedrijven. c. Handhaven alle milieuvoorschriften. d. Onderzoeken alle binnenkomende milieuklachten en terugmelding aan de klager.
2.
Bedrijvenbestand a. Uitvoeren 277 preventieve controles, 221 repressieve controles en 157 inventariserende controles. b. Over het aantal dwangsommen en processen verbaal die worden opgelegd kan op voorhand geen inschatting worden gegeven. Deze zijn afhankelijk van het naleefgedrag van de bedrijven. Dit wordt komend jaar geïnventariseerd.
3.
Duurzaamheidscan Oudeland a. Nader afspraken maken met DCMR in 2008 over de uitvoering van Duurzaamheidscan Oudeland. Verder wordt onderzocht in hoeverre het mogelijk is afspraken te maken over de kostenverdeling met belanghebbende partijen bij de diverse bedrijventerreinen.
4.
Reductie van CO2-emissie Als eerste zal er klimaatbeleid opgesteld worden. Hieruit vloeien concrete projecten voort voor bedrijven, woningen en de eigen gemeentelijke organisatie.
Programmaonderdeel: Water Wat willen we bereiken? 1.
94
Ontwikkelen beleid a. vertalen Nationaal Bestuursakkoord Water en Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in gemeentelijk beleid.
b. uitwerken/implementatie gemeentelijk beleid waterhuishouding in beheerplan gemeentelijke watergangen. c. uitwerken/implementatie beleid gemeentelijke watertaken in gemeentelijk rioleringsplan. d. uitwerken/implementatie gemeentelijk beleid in baggerplannen in samenwerking met de waterschappen. 2.
Schoon water a. uitvoering gemeentelijke taken voor riolering en waterzuivering (afvoer vervuild water). b. chemische en ecologische kwaliteit oppervlaktewater voldoet aan doelstellingen KRW voor de betreffende waterlichamen. c. geen verontreinigingen om achteruitgang kwaliteit oppervlaktewater te voorkomen. d. kwaliteit en regulering grondwater voldoen aan nog nader te bepalen kwaliteitsrichtlijnen.
3.
Droge voeten a. afdoende riolering/drainage om wateroverlast te voorkomen. b. verlenen (planologische) medewerking waterkerende functies in stand te houden. c. afdoende waterberging/watercompensatie om wateroverlast te voorkomen.
Wat gaan we daar voor doen? 1.
Ontwikkelen beleid a. opstellen integraal waterplan Lansingerland. b. opstellen beheerplan Water (zie programma 11). c. opstellen gemeentelijk rioleringsplannen (zie programma 11). d. opstellen baggerplannen (zie programma 11).
2.
Schoon water a. opnemen van riolerings/waterzuiveringsmaatregelen in gemeentelijke rioleringsplannen. b. treffen van maatregelen ter verbetering en borging van de chemische en ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren, vast te leggen in het maatregelenpakket KRW en in het beheerplan water. c. bestrijding verontreiniging/afvoer baggerslib vast te leggen in scenario calamiteitenplan en in baggerplannen. d. opstellen van een grondwaterplan met kwaliteitsrichtlijnen en reguleringsmaatregelen.
3.
Droge voeten a. opnemen van riolerings/drainagemaatregelen in gemeentelijke rioleringsplannen. b. toepassen van de planologische richtlijnen van de waterschappen over waterkeringen. c. realiseren van waterberging/watercompensatie conform richtlijnen/afspraken.
95
Wat gaat het kosten ? Programma 10: Ruimtelijke Ordening, Volkshuisv. en Milieu Realisatie Begroting Begroting Meerjarenraming 2007 2008 2009 2010 Lasten bestaand beleid 3.282 6.985 7.292 7.804 nieuw beleid Kadernota 400 581 Totale lasten 3.282 6.985 7.692 8.385
8.346 581 8.927
8.791 581 9.372
Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten
5.632 5.632
1.786 1.786
2.532 2.532
2.263 2.263
2.030 2.030
2.020 2.020
Saldo programma
2.350
5.199-
5.160-
6.122-
6.897-
7.352-
2009 59 30 240 26 45 400
2010 30 480 26 45 581
2011 30 480 26 45 581
2012 30 480 26 45 581
Specificatie nieuw beleid Kadernota Bodembeleid Klimaatbeleid Actualisering bestemmingsplannen Implementatie WABO Starters woningmarkt
(bedragen x € 1.000)
2011
Producten Producten
Nummer
Archeologie/ Archief
541.200
Milieubeheer
723.000
Structuur- en bestemmingsplannen
810.000
Gemeentelijke woningexploitatie
820.000
Bouw- en woningtoezicht
822.000
Overige volkshuisvesting
822.100
96
2012
Programma 11 Beheer Openbare Ruimte Wegen, Verhardingen, Kunstwerken, Riolering, Speelvoorzieningen, Begraafplaatsen, Straatmeubilair, Openbaar groen, Oppervlaktewaterbeheer (Schieland/Delfland), Straatreiniging en gladheidsbestrijding, Openbare verlichting, Kabels en leidingen, Gemeentewerven, Huishoudelijke afvalinzameling
Omschrijving Het beheer van de openbare ruimte is gericht op het duurzaam gebruik ervan. Dit gebeurt enerzijds door een inrichting die past bij het gebruik en anderzijds door de openbare ruimte schoon, heel en veilig te houden.
Context en achtergronden Beheerplannen In het najaar van 2008 zal de gemeenteraad (volgens planning) beheerplan Wegen, beheerplan Speelvoorzieningen, beheerplan Groen en het Gemeentelijk Rioleringsplan vaststellen. In de eerste helft van 2009 volgen de overige beheerplannen, te weten beheerplan Kunstwerken, beheerplan Openbare Verlichting, beheerplan Belijning, bebording en straatmeubilair, en beheerplan Water. Tevens wordt in 2009 het exploitatieplan voor de begraafplaatsen vastgesteld. Tot het moment dat de gemeenteraad de nieuwe beheerplannen heeft vastgesteld, gebruikt de gemeente de beheerplannen uit de voormalige gemeenten. In het eerste kwartaal van 2009 stelt de gemeenteraad eveneens het beheerplan Gebouwen vast. Het gebouwbeheer is echter geen onderdeel van dit programma 11, maar is verdeeld over diverse andere programma’s. Bij ‘relaties met andere programma’s’ verderop in de tekst staat beschreven onder welke programma’s het gebouwbeheer valt. Om een integrale afweging te kunnen maken zal de gemeente na vaststelling van het laatste beheerplan de consequenties van de beheerplannen afwegen en gebruiken als input voor de Kadernota 2010. Budgetneutrale consequenties uit de vastgestelde beheerplannen zullen na vaststelling direct worden doorgevoerd in het uitvoeringsprogramma. Voor de financiële consequenties van de beheerplannen is in de Kadernota 2008 reeds een meerjarige stelpost opgenomen. Deze stelpost is als volgt vormgegeven: 2009: 2010: 2011: 2012:
€ 500.000,€ 1.000.000,€ 1.250.000,€ 1.250.000,-
De gevolgen van het Gemeentelijk Rioleringsplan vallen buiten de genoemde stelpost beheerplannen, omdat de riolering en hieraan gerelateerde producten vanuit de Commissie BBV zijn eigen verplichte dekkingstructuur kent. Groei 1.Woningbouw Door de VINEX-taakstelling zal de gemeente in de loop van jaren een steeds groter areaal moeten beheren en onderhouden. De nota Groei ‘Van op orde krijgen naar op orde houden’ (onderdeel van Kadernota 2008) vormt hierbij een belangrijk kader. In 2008 zal een groot gedeelte van de reeds langer bewoonde gebieden worden overgedragen. Hierdoor zullen voor 2009 de lasten verschuiven van exploitatie naar de begroting. Financiële dekking voor deze areaaluitbreiding was reeds voorzien en als ruimtevrager gedefinieerd in de ‘allocatie groeicomponent’ paragraaf 3.6 van Kadernota 2009. Hierin zijn de volgende bedragen opgenomen:
97
2009: € 800.000,2010: € 1.000.000,2011: € 1.200.000,2012: € 1.400.000,Gevolgen van riolering en hieraan gerelateerde producten vallen buiten opgenomen allocatie groeicomponent voor areaaluitbreiding omdat deze vanuit de Commissie BBV zijn eigen verplichte dekkingstructuur kent. 2.Bedrijventerreinen De inzet van parkmanagement voor de bedrijventerreinen Oudeland en Prisma vraagt een bijzondere aandacht. Met het vaststellen van parkmanagement conformeert de gemeente zich voor een onbepaalde tijd aan een financiële, inhoudelijke en organisatorische verplichting. Daarvoor zullen de parkmanagementorganisaties binnen deze bedrijventerreinen (naast beveiliging en andere servicebehoefte van de daar gevestigde bedrijven) het dagelijks onderhoud verzorgen van het openbaar gebied. De gemeentelijke projectorganisatie heeft voor het parkmanagement in bedrijventerrein Oudeland het proces in gang gezet. Vanaf januari 2010 wil de gemeente een vervolgstap zetten, zodat fase 1 van Oudeland onderdeel uit gaat maken van programma 11. In 2009 zullen hiervoor de inhoudelijke, technische en financiële gevolgen inzichtelijk gemaakt moeten worden. Bedrijvenschap Hoefweg, Fortis Vastgoedontwikkeling N.V. en Maasstede Vastgoed Ontwikkeling V.O.F. ontwikkelen samen het bedrijventerrein Prisma. Omdat deze bedrijven geen onderdeel uitmaken van de gemeentelijke organisatie is het beeld op de toekomst (tot heden) niet helder. Voor beide bedrijventerrein geldt dat de gemeente nog geen budgetten in de begroting heeft vastgelegd. In de allocatie groeicomponent is hier geen rekening mee gehouden, omdat met deze uitbreidingen het aantal inwoners niet toeneemt. 3.Wijkgericht werken en burgerparticipatie Wijkgericht werken en burgerparticipatie vindt plaats in twee pilottrajecten. Eén in de Oranjebuurt (kern Berkel en Rodenrijs) en één in Bleiswijk Rondom (kern Bleiswijk). Doel van de pilots is gegevens te verzamelen voor het uiteindelijke beleid binnen de gemeente voor wijkgericht werken en burgerparticipatie. De Oranjebuurt wordt planmatig en gestructureerd aangepakt. De gemeente zal hierbij een zogenoemde revitalisering uitvoeren. Leidraad is de vervanging van de riolering in 2009. De inrichting van het openbaar gebied volgt direct daarna. Basis voor de inrichting van het openbare gebied zijn de technische basiscriteria, gecombineerd met de wensen voor leefbaarheid die voortkomen uit de communicatie met belanghebbenden (bewoners, woningcoöperaties, bewonersvereniging, hulpdiensten, nutsbedrijven enz.) uit de wijk. In Bleiswijk Rondom wordt een netwerk van instanties en partijen opgezet die allen een belang in of relatie met de buurt hebben. Dit netwerk ontplooit samen met de wijk en voor de wijk initiatieven zowel op fysiek als op leefbaarheidsgebied. Om dit netwerk op te zetten, te faciliteren en van de grond te krijgen wordt een wat vrijer en meer open proces gehanteerd dan in de Oranjebuurt. De doelstelling is echter gelijk: een leefbare en duurzame wijk te creëren vóór, dóór en met de burger. 4.Service en dienstverlening In 2008 is het SIM-meldpunt in werking getreden. Met het SIM-meldpunt kan de burger via de website van de gemeente een melding doen. De backoffice handelt deze melding vervolgens via een vastgestelde procedure af. Ook telefonische meldingen worden in het systeem verwerkt, zodat er één integraal meldingensysteem ontstaat.
98
In 2009 zal de gemeente de werking van het SIM-meldpunt evalueren. Dit gebeurt met een klanttevredenheids-onderzoek naar de afhandeling van de klachten. Daarnaast analyseert de gemeente de meldingen in 2008 en het proces rondom de afhandeling van de meldingen. Op basis van de resultaten van beide onderzoeken zet de gemeente in 2009 uit hoe ze de service en dienstverlening aan de burger verder kan verbeteren. Voor de verbetering van de directe service- en dienstverlening stelt de gemeente een bedrijfsplan voor de buitendienst van de afdeling Beheer & Onderhoud op. Hierin wordt aandacht besteed aan het doel, de visie, de missie van de buitendienst. Daarnaast komen de aard van de werkzaamheden, en de afstemming van de formatie op de voorhanden zijnde werkzaamheden en de grootte van het werkgebied aan de orde. 5.Actuele ontwikkelingen Wet gemeentelijke watertaken Sinds 1 januari 2008 is de wet ‘verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken’ in werking getreden. Deze wet, kortweg de ‘Wet gemeentelijke watertaken’ genoemd, regelt de bevoegdheid van gemeenten om rioolheffing in te stellen. Verder bepaalt deze wet dat de gemeente in het Gemeentelijk Rioleringsplan naast riolering óók expliciet aandacht moet besteden aan de nieuwe zorgplichten voor afstromende neerslag en grondwater. In het geharmoniseerde Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 staat een integrale visie. Deze is op grond van de ‘Wet gemeentelijke watertaken’ leidend voor de strategie. Deze nieuwe wetgeving heeft de nodige impact op gemeentelijk taken. Daarom wordt er in de planperiode van het Gemeentelijk Rioleringsplan hieraan nader uitwerking gegeven. In 2009 wordt hiermee gestart. Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten Vanaf 1 april 2008 wordt De Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION – ofwel de Grondroerdersregeling) in etappes van kracht. Dit leidt tot nieuwe taken en verantwoordelijkheden voor gemeenten. Vanaf de inwerkingtreding geldt een overgangsperiode van twee jaar. In de overgangsperiode is het gebruik van het elektronisch informatiesysteem nog niet verplicht. In 2009 geeft de gemeente vorm aan haar verplichting in deze. Verpakkingsakkoord Vorig jaar juli hebben de VNG, het ministerie van VROM en het verpakkende bedrijfsleven een akkoord gesloten. Het akkoord, dat geldt voor de periode 2008-2012, bevat afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is bij de gescheiden inzameling van verpakkingsafval. De gemeenten blijven zorgen voor de gescheiden inzameling van verpakkingen van huishoudens. De inzameling van papier, glas en metalen wordt onverminderd voortgezet. Daarnaast zal de al begonnen gescheiden inzameling van kunststof landelijk worden ingevoerd. De gemeenten gaan hiervoor een gescheiden afvalsysteem opzetten. De kosten voor de gescheiden inzameling van verpakkingen uit huishoudens krijgen gemeenten vergoed uit een nieuw fonds, het Afvalfonds; de financiering hiervan komt uit een verpakkingsbelasting, die het Rijk nog moet invoeren. In 2009 wordt een geharmoniseerde notitie voor de gemeentelijke afvalinzameling opgesteld. Hierin wordt de verplichting verder vormgegeven die de gemeente heeft voor het gescheiden inzamelen van verpakkingen en dan met name kunststof. Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • •
Gemeentelijk rioleringsplan Bergschenhoek (2004-2009) Gemeentelijk rioleringsplan Berkel en Rodenrijs (2006-2009) Speelruimtebeleidsplan Bergschenhoek (1997) Beleidsrapportage wegbeheer Bergschenhoek (2004) Hoofdwegenstructuurplan Berkel en Rodenrijs (2005) Nota Berkel en Rodenrijs fietst (2003) Parkeernota Berkel en Rodenrijs (2006)
99
• • • • • • • • • • • • • • •
Wegenbeheerplan Berkel en Rodenrijs (2003-2007) Beheerplan Wegen Bergschenhoek(2004-2008) Wegenbeheerprogramma Bleiswijk (2006-2010) Groenstructuurplan Bergschenhoek (2004) Groenbeheerplan Bergschenhoek (2004) Groenbeheerplan Berkel en Rodenrijs (2004) Meerjarenplan groen Bleiswijk (1999) Beheerrapport kunstwerken Bleiswijk (2003) Baggerplan Bergschenhoek (2004) Baggerplan Berkel en Rodenrijs (2004) Baggerplan Bleiswijk (2004) Beheerplan openbare verlichting Bergschenhoek (2002) Beheerplan openbare verlichting Berkel en Rodenrijs (2004) Kwaliteitshandboek Civiele en Cultuurtechniek Bergschenhoek (2006) Kwaliteitsinstrumentarium Infrastructuur Berkel en Rodenrijs (2004)
Relatie met andere programma’s Relatie met programma Bestuur en Burger (1) • Stimulatie van burgerparticipatie en wijkgericht werken • Een deel van de gemeentelijke gebouwen (ambtelijke gebouwen). Relatie met programma Actief in Lansingerland (2) • Het beleid voor Kunst in de Buitenruimte, dat onderdeel uitmaakt van het openbare gebied. • Een deel van de gemeentelijke gebouwen (sportaccommodaties, bibliotheekwerk, buurthuizen). • Sportvelden- en terreinen. Relatie met programma Opgroeien in Lansingerland (3) • Beleid voor speelvoorzieningen uit het openbare gebied. • Een deel van de gemeentelijke gebouwen (basisonderwijs, jeugd- en jongerencentra, kinderopvang en buitenschoolse opvang). Relatie met programma Integrale veiligheid (4) • Veiligheid van de (her)inrichting van het openbare gebied en verkeersveiligheid. Relatie met programma Maarschappelijke ondersteuning (5) • Een deel van de gemeentelijke gebouwen (dienstencentra, maatschappelijk werk). Deze gebouwen vereisen een juiste inrichting en wijze van beheer van het openbare gebied. Relatie met programma Economie en Glastuinbouw (7) • Parkmanagement voor de bedrijventerreinen Oudeland en Prisma. Het openbaar gebied binnen deze plannen maakt daar van onderdeel uit. Relatie met programma Bereikbaarheid en Mobiliteit (8) • De wijze waarop het openbaar gebied wordt beheerd en onderhouden, ingericht en heringericht voor het verkeer. Relatie met programma Grondzaken (9) • De juridische overdrachten van gronden. Relatie met programma Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu (10) • Beleid voor water. • Huishoudelijk afval maakt deel uit het milieubeleidsplan.
100
Doelstellingen, prestaties en kosten Wat willen we bereiken? 1. Verkrijgen en behouden van de gewenste kwaliteit van het openbaar gebied door een efficiënte inzet van (financiële) middelen 2. Een efficiënte overdracht van nieuwbouwgebieden 3. Vergroting van betrokkenheid van gebruikers (burgers en ondernemers) bij de openbare ruimte 4. Het verder verbeteren van de dienstverlening en service aan de burger Wat gaan we daar voor doen? a. Het tweede deel van de beheerplannen wordt medio 2009 vastgesteld, waarna de financiële consequenties van de beheerplannen integraal zullen worden afgewogen. b. • In 2009 laten vaststellen van het kwaliteitshandboek Lansingerland. • In nauw overleg tussen afdeling beheer en onderhoud, afdeling projecten en externe ontwikkelaars procesafspraken maken voor de overdrachten. • Inzichtelijk maken van de financiële en organisatorisch consequenties van Parkmanagement op het beheer en onderhoud van het openbare gebied. c. Uitvoeren van een tweetal pilots rond wijkbeheer (herinrichting Oranjebuurt en het ontwikkelen van een netwerk in Bleiswijk Rondom). d. • Uitvoeren van een klanttevredenheidsonderzoek naar de afhandeling van meldingen. • Uitvoeren van een analyse van de meldingen in relatie tot de afhandeling daarvan over het jaar 2008. • Opstellen bedrijfsplan voor de buitendienst van afdeling Beheer en Onderhoud.
Wat gaat het kosten ? Programma 11: Beheer Openbare ruimte Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 15.987 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 15.987 Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten
12.049 12.049
Saldo programma
3.938-
(bedragen x € 1.000)
Begroting 2008
Begroting Meerjarenraming 2009 2010
2011
2012
27.718 27.718
23.267 175 23.442
24.470 24.470
26.890 59 26.949
28.384 58 28.442
10.582 10.582
11.329 11.329
14.085 14.085
14.480 14.480
15.332 15.332
17.136-
12.113-
10.384-
12.469-
13.110-
101
Specificatie nieuw beleid Kadernota Asfalteren Oostersingel Randweg-Oost Vormgeving fietsroutenetwerk Waterplan Lansingerland Annie M.G. Schmidtpark; opstallen Annie M.G. Schmidtpark; speelplaatsen Annie M.G. Schmidtpark; speeltoestellen Kunst Annie M.G. Schmidtpark Recreatiefaciliteiten Park de Polder Recreatiefaciliteiten Anthuriumweg
900 3.463 80
100 360 50
tlv tlv tlv
tlv tlv tlv
2009 voorziening voorziening voorziening 175 voorziening voorziening voorziening 175
2010 bovenwijks bovenwijks bovenwijks bovenwijks bovenwijks bovenwijks -
2011
2012
41 7 11
40 7 11
59
58
Producten Producten
Nummer
Kunstwerken
210.000
Beheer/onderhoud wegen, straten en pleinen
210.100
Straatreiniging
210.300
Gladheidsbestrijding
210.400
Openbare verlichting
210.500
Waterkering, afwatering en landaanwinning
240.000
Kunst in de openbare ruimte
540.100
Natuurbescherming
550.000
Beheer en onderhoud openbaar groen
560.000
Recreatievoorzieningen
560.200
Inzameling en verwerking huishoudelijk afval
721.000
Chemisch afval
721.200
Beheer en onderhoud riolering
722.000
Rioolgemalen
722.100
Ongediertebestrijding
723.200
Lijkbezorging
724.000
Baten Begraafplaatsrechten
732.000
102
Totaaloverzicht programma 11 Programma 11 beheer Openbare Ruimte Programmaonderdelen
Doelstellingen
Prestaties
(Bereiken ?)
( (Doen ?)
Verkrijgen van en behouden van gewenste kwaliteit van het openbaar gebied door efficiënte inzet van (financiële) middelen
• Het tweede deel van de beheerplannen wordt medio 2009 vastgesteld, waarna de financiële consequenties van de beheerplannen integraal zullen worden afgewogen
Een efficiënte overdracht van nieuwbouwgebieden
• Het kwaliteitshandboek Lansingerland vaststellen • Procesafspraken maken tussen afd. B&O, afd. Projecten en externe ontwikkelaars t.b.v. de overdrachten
Openbare ruimte • Uitvoeren van een twee pilots rond wijkbeheer (Berkelse Oranjebuurt en Bleiswijk Rondom) • Uitvoeren van een KTO naar afhandeling van Vergroten betrokkenheid van gebruikers bij de openbare ruimte
meldingen en uitvoeren van een analyse van meldingen in relatie tot de afhandeling over 2008 • Een bedrijfsplan opstellen voor de buitendienst van afd. B&O
Het verder verbeteren van de dienstverlening en service aan de burger
103
Overzicht algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien In dit overzicht worden de algemene dekkingsmiddelen toegelicht. Dit zijn inkomsten die niet specifiek toe te rekenen zijn aan een bepaald programma, maar waarmee uiteindelijk de saldi van de programma’s 1 tot en met 11 kunnen worden gedekt. De belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbronnen van de gemeente zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de lokale belastingen (OZB). Daarnaast zijn financiering en uitvoering van de Wet WOZ ook onderdelen van dit programma. Conform het Besluit Begroting en verantwoording zijn voor de onderdelen Lokale heffingen en Financiering aparte paragrafen opgesteld. In paragraaf 4.1 ‘Meerjarenbegroting 2009-2012’ ziet u de totale samenhang tussen de programma’s, de algemene dekkingsmiddelen, de mutaties in de reserves en het saldo op de begroting. In de als bijlage bij deze programmabegroting opgenomen ‘Staat van reserves en voorzieningen’ treft u een specificatie van de mutaties in de reserves aan.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen en bedrag voor onvoorzien Realisatie Begroting Begroting Meerjarenraming 2007 2008 2009 2010
(bedragen x € 1.000)
2011
2012
Lasten Algemene uitkering Lokale heffingen Dividend Financieringsfunctie Overig Saldo kostenplaatsen Post onvoorzien Totale lasten
738 203 29 27.652 28.622
653 854 128 30 2.093 473 146 4.377
557 818 90 23 4.676 55 236 6.454
256 913 95 25 4.699 444 255 6.688
127 904 99 28 3.133 1.234 275 5.800
127 958 103 30 2.733 1.329 289 5.568
Baten Algemene uitkering Lokale heffingen Dividend Financieringsfunctie Overig Totale baten
33.859 7.636 7.790 6.097 6.121 61.503
33.341 7.929 9.042 4.842 6 55.160
40.159 8.442 5.465 7.840 6 61.912
43.920 9.092 5.665 7.257 6 65.940
47.636 9.832 5.015 7.042 6 69.530
50.934 10.521 5.015 6.882 6 73.358
Resultaat voor bestemming
32.881-
50.783-
55.458-
59.252-
63.730-
67.790-
Toevoeging reserves Onttrekking reserves
35.661 32.162
5.789 17.920
19.712 26.420
23.515 29.928
2.241 4.470
2.369 5.232
29.382-
62.913-
62.166-
65.665-
65.959-
70.653-
Resultaat na bestemming
104
Algemene uitkering Binnen de algemene dekkingsmiddelen is de algemene uitkering qua omvang het grootst. De berekening van de algemene uitkering hebben wij gebaseerd op de meicirculaire 2008 en de septembercirculaire 2008. De stijging van de algemene uitkering voor de periode 2009 – 2012 wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de verwachte groei van het aantal inwoners c.q. het aantal wooneenheden. Voor de uitgangspunten hieromtrent wordt verwezen naar paragraaf 4.3 Gehanteerde uitgangspunten. Lokale heffingen Na de algemene uitkering is de opbrengst uit de lokale heffingen de belangrijkste inkomstenbron. Totaal wordt voor 2009 een bedrag van € 8,4 miljoen aan inkomsten uit lokale heffingen verwacht. Voor de lokale heffingen is conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een paragraaf Lokale lasten opgesteld. Voor een overzicht van de lokale belastingen en heffingen en de daarbij geldende uitgangspunten wordt verwezen naar deze paragraaf. Dividend Het overzicht van de deelnemingen van de gemeente Lansingerland met daarachter de verwachte dividenden over 2009 tot en met 2012 ziet er als volgt uit:
Eneco Holding Bank Nederlandse Gemeenten (BNG
2009
2010
2011
2012
5.437
5.638
4.988
4.988
27
27
27
27
Financieringsfunctie Het opgenomen bedrag betreft de bespaarde rente over het eigen vermogen. Voor de hieraan ten grondslag liggende uitgangspunten wordt verwezen naar de paragraaf Financiering. Overig Onder de overige algemene dekkingsmiddelen zijn de stelposten verzameld die voortvloeien uit de toekomstige groei, maar nog niet specifiek op het betreffende product/programma konden worden geraamd. Het betreft de areaaluitbreiding openbaar gebied met ingang van 2010. Daarnaast is door het ontbreken van het volledig inzicht op het gebied van beheerplannen openbare ruimte onzekerheidsruimte in de begroting opgenomen in de vorm van een stelpost ‘beheerplannen’ en een bedrag voor achterstallig onderhoud. Post onvoorzien Jaarlijks wordt een bedrag van € 4,54 per inwoner geraamd voor onvoorziene lasten. Voor 2009 komt dit neer op een bedrag van € 235.630 (51.926 inwoners * €4,54). Dit maakt het mogelijk om in het begrotingsjaar onvoorzienbare (dus niet begrote) uitgaven, die onontkoombaar zijn en onuitstelbaar (de drie o’s), op te vangen. Voorstellen hieromtrent zullen, indien deze zich voordoen, separaat aan de gemeenteraad ter besluitvorming worden voorgelegd.
105
106
3. Paragrafen
107
108
3.1. Lokale Heffingen Deze paragraaf bevat informatie over de gemeentelijke heffingen. Er wordt ingegaan op de heffingen, die qua besteding gebonden zijn zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing, en op de belastingen, waarvan de besteding niet van te voren al is bestemd. Voorbeelden hiervan zijn de OZB en de hondenbelasting. Ook de tarieven voor 2009 maken deel uit van deze paragraaf. Tevens wordt ingegaan op een aantal (voorgenomen) ontwikkelingen en plannen. De gemeente Lansingerland kent de volgende gemeentelijke heffingen: • Onroerende-zaakbelastingen • Hondenbelasting • Afvalstoffenheffing • Rioolrecht • Leges • Lijkbezorgingsrechten • Marktgelden • Precariobelasting
Onroerend-zaakbelastingen (OZB) Er zijn twee soorten OZB: de eigenarenbelasting en de gebruikersbelasting. Voor woningen is er alleen een eigenarenbelasting. Het gebruikersdeel is met ingang van 2006 is afgeschaft. Voor niet-woningen (bedrijfspanden, maar bijvoorbeeld ook gronden) is er een eigenaren- én een gebruikersbelasting. Jaarlijks bepaalt de gemeente de waarde van de onroerende zaak, de zogeheten WOZ13-waarde. Lansingerland ken een tariefsdifferentiatie voor woningen en niet-woningen. De tarieven voor nietwoningen liggen hoger dan voor woningen. Dit is een politieke keuze en het gevolg van de verschillen in de waardestijging tussen woningen en niet-woningen tijdens de diverse hertaxatierondes. Door de tariefsdifferentiatie wordt dit verschil in waardestijging verminderd en kan de lastendruk gelijk verdeeld blijven. Tariefsdifferentiatie wordt in vrijwel heel Nederland gehanteerd. Landelijke ontwikkelingen De maximering van de stijging van de OZB is met ingang van 2008 afgeschaft. Dit betekent dat gemeenten geen rekening meer hoeven te houden met een toegestaan stijgingspercentage en daarmee een stukje autonomie hebben teruggekregen. Tarieven Per 1 januari 2009 wordt de berekening van het OZB-tarief gewijzigd. Vanaf die datum wordt de OZB berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Het omrekenen van de bestaande tarieven 2008 naar een percentage van de waarde geeft de volgende uitkomsten: Woningen: € 2,35 / € 2.500 = 0,094% Niet-woningen Eigenaar: € 3,81 / € 2.500 = 0.152% Niet-woningen-Gebruiker: € 3,04 / € 2.500 = 0,122% Bij de kadernota 2008 is besloten de OZB-opbrengst in 2009 te verhogen met de inflatiecorrectie (2,75%). Voor de berekening van de tarieven 2009 worden bovenstaande tariefpercentages dus verhoogd met 2,75%. Gelijktijdig moet er echter een correctie worden toegepast ter grootte van de gemiddelde wijziging van de getaxeerde waarde voor woningen, respectievelijk niet-woningen, omdat anders een cumulatie van belastingdruk optreedt.
13
Wet Waardering Onroerende Zaken
109
Deze waardestijging als gevolg van de hertaxatie per 1 januari 2009 (waardepeildatum 1 januari 2008) is bekend op 1 december 2008. In de raadsvergadering van december kunnen dan de nieuwe tarieven worden vastgesteld. Woningen Eigenaar
Tarief 2008 0,094% (€ 94 per € 100.000)
Tarief 2009 na uitkomsten hertaxatie
Niet-Woningen Eigenaar Gebruiker
Tarief 2008 0,152% (€ 152 per € 100.000) 0,122% (€ 122 per € 100.000)
Tarief 2009 na uitkomsten hertaxatie na uitkomsten hertaxatie
De geraamde opbrengst voor de OZB 2009 bedraagt: Kohier 2008
Nominaal: 2,75%
Nieuwbouw 2008
Opbrengst 2009
Woningen Eigenaren
€ 5.257.000
€ 144.000
€ 117.000
€ 5.518.000
Niet-woningen Eigenaren Gebruikers
€ 1.582.000 € 1.037.000
€ 43.000 € 28.000
€ 38.000 € 30.000
€ 1.663.000 € 1.095.000
Totale opbrengst
€ 7.876.000
€ 215.000
€ 185.000
€ 8.276.000
In 2008 is veel energie gestoken in het verbeteren van de kwaliteit van de taxatie- en belastingbestanden. De realiteit van de raming van het kohierbedrag 2008 is hierdoor aanmerkelijk verbeterd. Voor wat betreft de raming voor nieuwbouw woningen in 2008 is uitgegaan van de realisatie van 500 woningen x € 235 en voor wat betreft nieuwbouw niet-woningen van € 25.000.000 getaxeerde waarde.
Hondenbelasting Tarieven 2009 De tarieven zullen voor 2009 worden verhoogd met de inflatiecorrectie van 2,75%. De hondenbelasting voor het houden van één hond zal in 2009 € 63,67 bedragen, terwijl de aanslag voor twee honden € 89,13 wordt. De aanslag voor een geregistreerde kennel wordt € 191,00. Controle Eén van de maatregelen om de volledigheid na te streven is controle. Iedereen die een aanslag zou moeten krijgen dient die ook werkelijk te krijgen. Het is namelijk aannemelijk dat zonder regelmatige controle het aantal geregistreerde honden direct afneemt. Er wordt een plan opgesteld om met ingang van 2009 jaarlijks een kwart van de gemeente te controleren. Op deze wijze wordt de gemeente in een periode van vier jaar in zijn geheel gecontroleerd.
110
Afvalstoffenheffing Iedere gemeente heeft de plicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen binnen haar grondgebied. De gemeente kan hiervoor een afvalstoffenheffing instellen. Dit is in Lansingerland het geval. Er bestaan twee tarieven: één tarief voor eenpersoonshuishoudens en één tarief voor meerpersoonshuishoudens. Tarieven De beleidslijn voor wat betreft de afvalstoffenheffing is 100% kostendekkendheid. De uitgaven worden verhoogd aan de hand van de door IRADO opgegeven prijscorrectie. Voor 2009 is dit 3,3 %. Om de kostendekkendheid op 100% te houden zullen ook de tarieven voor afvalstoffenheffing met deze prijscorrectie moeten worden verhoogd. Afvalstoffenheffing eenpersoonshuishouden meerpersoonshuishouden
Tarief 2008 € 280,80 € 350,52
Tarief 2009 € 290,04 € 362,04
Rioolheffing Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) In het vierde kwartaal 2008 zal het GRP voor de planperiode 2009 – 2013 voor Lansingerland worden vastgesteld. Dit plan bevat ten minste: • Een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn. • Een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen rioleringsvoorzieningen. • Een overzicht van de wijze waarop deze voorzieningen worden beheerd. • De gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen en van de in het plan aangekondigde activiteiten. • Een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. • De nieuwe gemeentelijke watertaken. Van drie afzonderlijk tarieven rioolrecht naar één geharmoniseerd tarief rioolheffing In 2007 en 2008 waren de tarieven nog niet geharmoniseerd en vond in de drie voormalige gemeenten de heffing plaats op basis van de grondslag van die voormalige gemeente. Met ingang van 1.1.2009 moeten tarieven en heffingsgrondslagen worden geharmoniseerd. Dit gebeurt met het vaststellen van het GRP. Als heffingsgrondslag wordt aangehouden een vast bedrag per 500 m3 waterverbruik, met een maximum van 10.000 m3. Op het gebied van riolering en rioolrechten zijn ook de landelijke ontwikkelingen relevant. Met ingang van 2008 is namelijk de wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken van kracht geworden. Daarin zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor het stedelijk afvalwater, hemelwater en het grondwater. Vanaf dat moment kunnen gemeente ook een nieuwe belasting heffen. Deze staat bekend als de ‘brede rioolheffing’. Per 2010 verdwijnt de mogelijkheid om het huidige rioolrecht op te leggen en zijn gemeenten verplicht om over te schakelen op de nieuwe rioolheffing. In het GRP 2009 – 2013 wordt al uitgegaan van deze rioolheffing.
111
Tarieven Uitgangspunt is dat de kosten voor de rioleringsvoorzieningen 100% worden gedekt uit de rioolheffing. In het kostendekkingsplan voor het GRP 2009 – 2013 is uitgegaan van een ingroeivariant naar dit kostendekkende tarief gedurende 10 jaar. Dit betekent een jaarlijkse stijging van gemiddeld 6,23%, exclusief inflatiecorrectie. Voor deze periode van 10 jaar is gekozen omdat hierdoor de lastenstijging voor de burgers geleidelijk verloopt en onzekerheden in de gemaakte prognoses en ontwikkelingen gemakkelijker kunnen worden bijgestuurd. Het GRP zal periodiek worden geëvalueerd om te zorgen dat de kostendekkendheid van het rioolrecht gehandhaafd blijft. Dit gebeurt voor het eerst in 2011. Het voorgestelde tarief voor 2009 bedraagt € 178 per eenheid.
Leges De leges worden aangepast met de inflatiecorrectie van 2,75% of de landelijk vastgestelde tarieven. In de Kadernota 2008 is besloten de kosten die verband houden met de vergunningverlening door te berekenen in de tarieven. De opbrengst is hierdoor verhoogd met € 150.000. Op dit moment vindt een onderzoek plaats naar de tarieven, tariefopbouw en kostendekkendheid van de bouwleges. De uitkomsten van dit onderzoek komt nog in het 4e kwartaal 2008 op de raadsagenda.
Lijkbezorgingrechten Per 1 januari 2009 moeten de lijkbezorgingrechten zijn geharmoniseerd. Het betreffende raadsvoorstel komt in het 4e kwartaal 2008 op de agenda.
Marktgelden In de raadsvergadering van 26 juni 2008 is de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden Lansingerland vastgesteld. Voor de harmonisatie van de tarieven is zoveel mogelijk aangesloten bij eerder genomen raadsbesluiten ten aanzien van de tarievengrondslag en tarievenopbouw in de drie gemeenten. Gelet op het feit dat de tarieven nog maar recent zijn vastgesteld èn omdat een nog nooit in de tarieven uitgevoerd raadsbesluit uit 2005 van Berkel en Rodenrijs tot tariefstijging met 25% moest worden doorberekend, zijn de tarieven per 1 januari 2009 niet aangepast. Medio 2009 wordt een eerste evaluatie van kosten/opbrengsten en dekkingspercentage gemaakt.
Precariobelasting Alleen de gemeente Bergschenhoek kende een verordening precariobelasting. Deze verordening werd al jaren passief uitgevoerd. De verordening is nog niet geharmoniseerde. Ten behoeve van ordening en handhaving van de buitenruimte is een aantal beleidsdocumenten in voorbereiding. Een precarioverordening maakt daarvan onderdeel uit. Het betreffende voorstel komt in het 4e kwartaal 2008 op de raadsagenda. waarbij de insteek is om te werken van grof naar fijn.
112
Overzicht en vergelijking gemeentelijke woonlasten 2008 Het COELO, Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden publiceert jaarlijks een zogeheten “Atlas van de lokale lasten”. In deze atlas wordt een overzicht gegeven van de gemeentelijke woonlasten. Daarbij wordt weergegeven het gemiddelde bedrag dat een meerpersoonshuishouden met een gemiddelde woning in een gemeente betaalt aan OZB, rioolrecht en afvalstoffenheffing voor het jaar 2008. De duurste gemeente in 2008 is de gemeente Blaricum met een woonlast van € 1.121,-. De goedkoopste gemeente is Terneuzen met een woonlast van € 455,-. De gemiddelde woonlasten in Nederland bedragen €629,-. In de ons omringende gemeenten zijn de gemiddelde woonlasten voor meerpersoonshuishoudens in 2008 als volgt: ♦ Pijnacker-Nootdorp € 727,♦ Rotterdam € 575,♦ Zevenhuizen-Moerkapelle € 792,♦ Rijnwoude € 689,♦ Zoetermeer € 615,♦ Delft € 665,♦
€ 780,-14
Lansingerland
Uit dit overzicht blijkt dat onze gemeente in 2008 qua woonlasten € 151 boven het landelijk gemiddelde ligt. De tarieven van de buurgemeenten liggen ook lager dan in Lansingerland. Het COELO publiceert in de atlas ook een tarievenoverzicht. Dit tarievenoverzicht is hieronder opgenomen waarbij het overzicht aangevuld is met de gegevens van Lansingerland. Ook dit overzicht bevat informatie over het begrotingsjaar 2008: Laagste € 0,84 € 0,67 € 0,84
Gemiddelde € 2,34 € 3,55 € 4,42
Hoogste € 4,58 € 8,05 € 10,07
Lansingerland € 2,35 € 3,04 € 3,81
Afvalstoffenheffing15
€ 24
€ 265
€ 413
€ 351
Rioolrecht2
€ 30
€ 153
€ 385
€ 164
Hondenbelasting
€ 18
€ 55
€ 111
€ 62
OZB eigenaar woningen OZB gebruiker niet-woning OZB eigenaar niet-woning
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de gemeente Lansingerland qua OZB-tarieven onder het landelijk gemiddelde blijft. De tarieven voor het rioolrecht en de hondenbelasting liggen iets boven het gemiddelde. Het tarief voor afvalstoffenheffing ligt € 79,- boven het landelijk gemiddelde. NB: Op het eerste gezicht lijkt het alsof de totale lastendruk in tegenspraak is met de tarieven. Qua lastendruk is Lansingerland duurder dan het gemiddelde van Nederland terwijl de tarieven relatief gezien zich rond het landelijk gemiddelde bewegen. Dit wordt veroorzaakt door de gemiddelde WOZ-waarde waar het COELO van uit gaat. Omdat Lansingerland in het dichtbevolkte westen van Nederland ligt is de WOZwaarde ten opzichte van het landelijk gemiddelde een stuk hoger waardoor dit de totale lastendruk opwaarts duwt en Lansingerland daardoor dus een fors hogere woonlast heeft dan het gemiddelde. 14
Het voor Lansingerland genoemde bedrag is het rekenkundig gemiddelde aangezien in de atlas voor de drie voormalige gemeenten afzonderlijke gemiddelden zijn opgenomen. Dit is een gevolg van het nog niet geharmoniseerd zijn van het tarief voor het rioolrecht. 15 Meerpersoonshuishoudens
113
Gemeentelijke heffingsaanslag per 1-1-2008 ENECO heeft met ingang van 1 januari 2008 het zogenaamde meeliftcontract opgezegd. Hierop is besloten om met ingang van 2008 de inwoners van Lansingerland één gemeentelijke heffingsaanslag op te leggen, met aanbieding van gefaseerde betaling in acht maandelijkse termijnen via een machtiging tot automatische incasso. Inmiddels maken al meer dan 8.000 belastingplichtigen gebruik van deze mogelijkheid.
Conclusie tarieven 2009 Bij het opstellen van de ramingen van de inkomsten uit belastingen en rechten voor de begroting 2009 is uitgegaan van de volgende tariefswijzigingen: - Onroerende zaakbelasting (ozb) 2,75% - Hondenbelasting 2,75% - Afvalstoffenheffing 3,30% - Rioolheffing wordt geharmoniseerd obv GRP - Overige leges 2,75% - Bouwleges in onderzoek16 - Precariobelasting harmonisatie - Begraafrechten harmonisatie - Marktgeld harmonisatie Door de harmonisatie van de rioolheffing zijn de gevolgen voor de jaarlijkse aanslag gemeentelijke heffingen per voormalige gemeente verschillend. Onderstaand rekenvoorbeeld is gebaseerd op een meerpersoonshuishouden met een WOZ-waarde eigen woning van € 250.000 (peildatum 1 januari 2007).
2008
2009
stijging
vml Bleiswijk ozb eigenaar woning afvalstoffenheffing rioolheffing (geharmoniseerd per 1-1-2009) Totaal lokale heffingen
235,00 350,52 151,88 737,40
241,46 362,04 178,00 781,50
2,75% 3,29% 17,20% 5,98%
vml Bergschenhoek ozb eigenaar woning afvalstoffenheffing rioolheffing (geharmoniseerd per 1-1-2009) Totaal lokale heffingen
235,00 350,52 163,66 749,18
241,46 362,04 178,00 781,50
2,75% 3,29% 8,76% 4,31%
vml Berkel en Rodenrijs ozb eigenaar woning afvalstoffenheffing rioolheffing (geharmoniseerd per 1-1-2009) Totaal lokale heffingen
235,00 350,52 176,17 761,69
241,46 362,04 178,00 781,50
2,75% 3,29% 1,04% 2,60%
Procedure vaststelling tarieven De aanpassing van de belastingtarieven gebeurt bij afzonderlijk raadsvoorstel in december. In verband met afrondingsverschillen en deelbaarheid door 12 kunnen de definitieve tarieven - minimaal - afwijken van de in deze paragraaf genoemde bedragen. In het raadsvoorstel worden ook eventuele redactionele en technische wijzigingen van de belastingverordeningen nader toegelicht. De beleidsmatige wijzigingen zijn onderdeel van deze paragraaf. 16
Ten aanzien van de bouwleges vindt op dit moment een onderzoek plaats.
114
3.2. Weerstandsvermogen De paragraaf weerstandsvermogen in de gemeentebegroting heeft tot doel om aan te geven in hoeverre de gemeente zelf in staat is om specifieke risico’s op te vangen. De paragraaf weerstandsvermogen bestaat uit twee belangrijke onderdelen, namelijk de weerstandscapaciteit en de risico’s. De weerstandscapaciteit is de mate waarin de gemeente zelf in staat is om niet begrote of niet verzekerde kosten te dekken. Onder de risico’s wordt verstaan de risico’s waarvoor geen afdoende maatregelen getroffen zijn en die van betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente. De paragraaf Weerstandsvermogen is als volgt opgebouwd. Eerst wordt een korte beschrijving van het financieel beleid gegeven, dan een overzicht van de eerste inventarisatie van de grote risico’s. Hierna volgt een berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit en afsluitend komt de relatie tussen de benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit aan bod. Aanvullend wordt de invloed van toekomstig nieuw beleid op het weerstandsvermogen besproken. Verbetertraject risico-inventarisatie Eind 2008 zal het onderwerp risicomanagement opgepakt gaan worden. De huidige stand van zaken is dus ongewijzigd aan de risico-inventarisatie van begroting 2008. Naar verwachting zal begin 2009 een redelijke inventarisatie van de (gemeentebrede) risico’s mogelijk zijn. Bij de begroting 2010 zal deze paragraaf een completer beeld geven van de risico’s omdat deze dan gekwantificeerd kunnen worden. Tegen die tijd zal het systeem van risicomanagement volwaardig werken en een plaats in de P&C-cyclus gekregen hebben.
Risico-inventarisatie Voor 2009 kennen we de volgende risico’s per programma: Programma 2 •
Sportaccommodaties. De toekomst/inrichting hiervan is één-op-één afhankelijk van de groei van de gemeente. Dat is goed te sturen. Het temporiseren brengt overigens een risico mee van oplopende grondkosten en oplopende bouwkosten. Afhankelijk van de marktsituatie. Algemeen risico op exploitatie/onderhoud. Laag risico.
Programma 3 •
•
•
Opgroeien in Lansingerland
Onderwijshuisvesting. Betreft risico’s van permanent en tijdelijke huisvesting vanwege de plicht van de gemeente om de onderwijsinstellingen binnen maximaal vijf jaar huisvesting aan te bieden als zij daartoe een aanvraag indienen. Leerlingenprognoses zijn wel bekend op basis van de verwachte groei van de gemeente. Peuterspeelzaalwerk. Nieuwe regeling op komst. Financiële impact is nog onbekend. Middelgroot risico.
Programma 5 •
Actief in Lansingerland
Maatschappelijke ondersteuning
Subsidiebeleid. Er zal naar verwachting een tendens komen tot positieve gelijkschakeling. Middelgroot risico. De zgn ‘Open Eind’-regelingen genereren een risico voor de gemeente Lansingerland. De verstrekkingen van rolstoelen en andere individuele verstrekkingen, huishoudelijke zorg, leerlingvervoer, WWB-voorzieningen zoals reguliere bijstand en armoede en minimabeleid, beltax etc. zijn regelingen met een open eind. Het gebruik van deze regelingen kunnen we niet maximeren. We zien dit als een laag risico omdat we excessief gebruik niet waarschijnlijk achten. Het is een structureel risico.
115
•
BAVO-vestiging op locatie oude ‘Rustenburg’. De komst van een nieuwe instelling voor geestelijke gezondheidszorg brengt ongeveer 200 nieuwe en kwetsbare inwoners met zich mee. Hoog risico, ook voor programma 6.
Programma 6 •
•
•
Bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand loopt de gemeente een financieel risico. Het rijk stelt een budget Inkomensdeel beschikbaar waaruit alle uitkeringslasten betaald moeten worden. Bij overschrijding van het budget dienen de kosten betaald te worden uit de algemene middelen. De gemeente Lansingerland krijgt naar verwachting te maken met een groei van het aantal uitkeringsgerechtigden o.a. vanwege de Vinextaakstelling terwijl landelijk gezien het aantal uitkeringsgerechtigden daalt. Het macrobudget wordt op basis van de landelijke ontwikkelingen naar beneden toe bijgesteld waardoor er per gemeente minder budget Inkomensdeel beschikbaar is. Op de locatie ‘Rustenburg’ wordt door Bavo Europoort, een zorgorganisatie voor mensen met een psychische beperking, een vestiging ontwikkeld met ruim 200 plaatsen. Het gaat hier om neuro- en ouderenpsychiatrie, ex-verslaafden en mensen met een schizofrene aandoening. Omdat nog niet duidelijk is wat dit betekent voor het aantal Wwb uitkeringen, het aantal Wmo aanvragen of het aantal woonurgenties is hier in deze begroting nog geen rekening mee gehouden.
Op 25 mei 2007 is een bestuursakkoord gesloten tussen rijk en VNG over de te huisvesten aantallen uit de regeling “afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet”. Voor Lansingerland betekent dit, dat samen met de reguliere taakstelling, tot eind 2009 ruim 80 personen moeten worden gehuisvest. Omdat het overgrote deel van de doelgroep bestaat uit alleenstaanden zal dit een behoorlijk beslag leggen op het budget bijzondere bijstand in verband met woninginrichtingen. Ook kan het invloed hebben op het aantal toe te kennen Wwb uitkeringen.
Programma 7 •
•
•
Economie en Glastuinbouw
Risico van uitgiftetempo van bedrijventerreinen, zie programma 9.
Programma 9 •
Werk en Inkomen
Grondbeleid
Aankoop gronden en gebouwen als strategische aankopen. Onzeker is de dekking te zijner tijd. Dit is een continu risico zo lang als we het bezitten. Laag risico omdat gronden en gebouwen niet waarschijnlijk in prijs zullen dalen. Planschades. Onzekerheid omtrent aanvragen en omvang. Dit is een semi-permanent risico omdat het slechts gedurende enkele jaren mogelijk is om planschade aan te vragen. Hoog risico omdat het zich geregeld voordoet en niet in alle gevallen kan worden afgewenteld op marktpartijen. Temporisering verkopen. Er bestaat onzekerheid omtrent de realisatie van verkopen van de VINEXwoningen en bedrijfsterreinen. Gemeente Lansingerland verkoopt veel gronden en gebouwen dus geven achterblijvende verkopen een aanzienlijk risico. De kans dat zich dit voordoet is niet groot vanwege de economische situatie dus we schatten het als een laag risico in.
Programma 11 Beheer Openbare ruimte •
Onderhoudsniveau in Lansingerland. Zo lang er onduidelijkheid bestaat over de staat van onderhoud van de gemeentelijke gebouwen, wegen, groen, verlichting, bruggen, wagenpark, riolering etc. loopt de gemeente Lansingerland aanzienlijke risico’s. We moeten hier wel een onderscheid maken tussen actualisatie van bestaande onderhoudsplannen waarbij het risico lager is dan het opstellen van geheel nieuwe onderhoudsplannen met een hoog risico. Risico wordt minder omdat in 2008 en 2009 diverse beheersplannen voor Lansingerland gerealiseerd worden.
Financiering en Algemene dekkingsmiddelen •
116
Lagere algemene uitkering gemeentefonds door wijziging in herverdelingsmaatstaven en/of bezuinigingen van het Rijk. Voorlopig ingeschat als een laag risico gezien de huidige economische situatie en de voornemens van het kabinet.
• • •
Borgstellingen. Risico’s in verband met verstrekte garanties voor leningen (kredietrisico) Risico’s, die samenhangen met de ontwikkeling van rentekosten. Dit risico betreft zowel de renteontwikkeling op de geldmarkt (korte termijn) als de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt. De stijging van de kapitaalmarktrente kan met name bij consolidatie en herfinanciering van kapitaalmarktleningen grote nadelen veroorzaken. Overigens leidt de rentedaling tot voordelen.
Bedrijfsvoering •
Het blijkt lastig om de vacatures ingevuld te krijgen bij de huidige krappe arbeidsmarkt. Daartoe zijn we steeds vaker gedwongen om personeel van derden in te huren. Niet alleen is dit duurder maar geeft verloop en verlies van kennis en ervaring.
In bovenstaande opsomming van risico’s hebben we ook proberen aan te geven hoe we het risico inschatten. Immers risico’s hoeven op zich niet erg te zijn, zolang ze zich maar niet manifesteren. Om het ‘gevaar’ van risico’s zichtbaar te maken, hanteren we risicoprofielen. We gebruiken de gradaties: grote kans op zich voordoen, gemiddelde kans op zich voordoen en kleine kans op zich voordoen. Verder hebben we aangegeven hoe de risico’s zich in de tijd ontwikkelen. Daarbij maken we gebruik van de volgende indeling: • incidentele risico’s: impact is slechts eenmalig • semi-structurele risico’s: meerjarige impact waarvan de impact binnen een aantal jaren afneemt • structurele risico’s: blijvende impact
Inventarisatie weerstandscapaciteit Er zijn twee componenten: het eigen vermogen en de onbenutte belastingcapaciteit. In de nota weerstandsvermogen wordt opgenomen of de post onvoorzien (incidenteel en structureel), stille reserves en bezuinigingsmogelijkheden ook tot het weerstandsvermogen gaan behoren. Vooralsnog hanteren we het eigenvermogen en de onbenutte belastingcapaciteit. Eigen vermogen De gemeente Lansingerland heeft op 31 december 2008 een eigen vermogen van naar verwachting € 99,5 miljoen. Het reservetotaal bestaat uit algemene reserves van € 15 miljoen (algemene reserve én algemene reserve bouwgrondexploitaties) en overige bestemmingsreserves van in totaal € 84,5 miljoen. De gemeenteraad kan van de bestemmingsreserves de bestemming nog wijzigen. Wel is het zo dat een bestemmingswijziging van de reserves ‘Kapitaallasten’ en ‘Kapitaallasten (nog uit te voeren)’ een dusdanig grote impact op het saldo van de meerjarenbegroting heeft dat we deze twee reserves niet als beschikbare reserves voor de berekening van de weerstandscapaciteit willen meenemen. Rekening houdend hiermee zal de omvang van de voor het weerstandsvermogen beschikbare reservepositie per 31 december 2008 naar verwachting € 51 miljoen bedragen. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit is het verschil in belastingopbrengst tussen de (fictieve) maximale opbrengst en de werkelijke opbrengst. Als maximaal ozb-tarief hanteren we de artikel 12-norm. Lansingerland hanteert in 2009 een rekenkundig tarief van € 2,41 per woonruimte (€ 2,35 in 2008 +2,75% stijging) en de artikel 12-norm is € 3,70 per woonruimte. Er is daarmee sprake van een onbenutte belastingcapaciteit van € 1,29 per woonruimte. De weerstandscapaciteit komt hiermee uit op een beschikbare reserveomvang van ruim € 51 miljoen en een onbenutte belastingcapaciteit van € 2,5 miljoen dus € 53,5 miljoen in totaliteit.
117
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Aangezien we nu nog niet de risico’s kunnen kwantificeren, is het niet mogelijk om een totaal risicobedrag te bepalen. In de begroting 2010 zal wel een uitgebreidere kwantificering mogelijk zijn met een onderverdeling in incidentele, semi-structurele en structurele risico’s. In de begroting 2010 doen we dan ook een uitspraak over het voldoende zijn van het weerstandscapaciteit. Nu is de uitspraak nog niet mogelijk omdat de risico-inventarisatie niet gemeentebreed is uitgevoerd.
118
3.3. Onderhoud Kapitaalgoederen Algemeen De gemeente Lansingerland heeft een groot eigen vermogen in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, openbare verlichting, civieltechnische kunstwerken, openbaar groen, sportvelden en terreinen, speelvoorzieningen, riolering, water, gebouwen en kunst en monumenten in de buitenruimte. Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van groot belang voor optimaal gebruik van de openbare ruimte. Onderhoud is ook nodig om kapitaalvernietiging te voorkomen. Deze paragraaf geeft inzicht in de onderhoudsstaat van de gemeentelijke kapitaalgoederen en de planning waarin harmonisatie van de beheerplannen wordt uitgevoerd. Doelstelling van het vervaardigen van de beheerplannen is dat de kapitaalgoederen op zo kort mogelijke termijn op een geharmoniseerde, planmatige, vastgestelde wijze worden beheerd en onderhouden. Beheerplannen In de bestuursopdracht ‘Actualisatie beheerplannen’ is de volgende planning opgenomen: in het najaar van 2008 zullen (volgens planning) het beheerplan Wegen, het beheerplan Speelvoorzieningen, het beheerplan Groen en het Gemeentelijk Rioleringsplan door de gemeenteraad worden vastgesteld. In de eerste helft van 2009 volgen de overige, te weten de beheerplannen voor Kunstwerken, Openbare Verlichting, Belijning, bebording en straatmeubilair, Water en het beheerplan voor de gemeentelijke gebouwen. Tevens wordt in 2009 het exploitatieplan voor de begraafplaatsen vastgesteld. Tot het moment dat de nieuwe beheerplannen zijn vastgesteld worden de beheerplannen uit de voormalige gemeenten gebruikt. Om een integrale afweging te kunnen maken zullen na vaststelling van het laatste beheerplan de consequenties van de beheerplannen worden afgewogen en worden ingezet als input voor de Kadernota 2010. Budgetneutrale consequenties uit de vastgestelde beheerplannen zullen na vaststelling direct worden doorgevoerd in het uitvoeringsprogramma. 1. Wegen en meubilair Wegbeheerders hebben vanuit de Wegenwet de zorgplicht voor de wegverharding. In de gemeente Lansingerland bestaat het areaal te onderhouden wegen totaal uit circa 2.500.000 m2 wegoppervlak. Het totale areaal aan openbare wegen en paden is als volgt te verdelen:
Bergschenhoek Berkel / Rodenrijs Bleiswijk Lansingerland
Asfalt 193.087 257.763 392.110 842.960
Beton 603 87 1.298 1.988
Elementen 475.423 725.326 385.296 1.586.045
Onverhard 1.777 11.168 0 12.945
half verhard 83 494 943 1.520
Divers 0 809 0 809
in m2 Lansingerland 670.973 995.647 779.647 2.446.267
De wegenstructuur van de gemeente Lansingerland omvat circa 244 km aan wegen en circa 58 km aan fietspaden. De technische kwaliteit wordt gebaseerd op en getoetst aan de hand van de door het CROW (Kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) ontwikkelde en landelijk erkende systematiek van rationeel wegbeheer. Aan de hand van deze systematiek wordt jaarlijks een uitvoeringsplan opgesteld. Beheerplan Wegen 2009-2012 Het beheerplan wegen wordt eens per vier jaar (verordening artikel 212, Gemeentewet) geëvalueerd en geactualiseerd. In 2008 wordt volgens planning het nieuwe beheerplan wegen opgesteld voor de periode 2009-2012. Hiervoor zijn alle openbare wegen en paden geïnventariseerd en geïnspecteerd en hebben er verschillende onderzoeken plaatsgevonden ter bepaling van de (rest)levensduur van de verhardingen. Met deze onderzoeken in de hand zijn de onderhouds- en reconstructiemaatregelen voor de komende jaren
119
bepaald. In het wegenbeheerplan is tevens een planning van de onderhoudswerkzaamheden opgenomen voor de komende jaren. Deze onderhoudswerkzaamheden zijn onder te verdelen in: ♦ Klein dagelijks onderhoud, gericht op het in goede staat houden van de verharding; ♦ Regulier groot onderhoud, gericht op het in goede staat brengen van de verharding; ♦ Rehabilitatie, vervangen van materialen zonder het profiel te wijzigen; ♦ Reconstructies, vervangen van materialen waarbij het profiel wordt gewijzigd. Tot de vaststelling van het beheerplan wegen 2009-2012 wordt het beheer conform de vastgestelde beheerplannen van de oude gemeentekernen voortgezet. Daarnaast zal het benodigde jaarlijkse klein onderhoud worden uitgevoerd. Hiermee wordt een veilig gebruik van de verhardingen gewaarborgd. Het beheerplan Belijning, bebording en straatmeubilair zal in de eerste helft van 2009 worden vastgesteld. Ook voor dit onderdeel geldt dat tot vaststelling van dat plan het benodigde jaarlijkse onderhoud wordt uitgevoerd om veiligheid en bruikbaarheid te garanderen. Aandachtspunt voor dit onderdeel is de omvang van vandalisme en aanrijdschade, die beide moeilijk zijn te calculeren. 2. Openbare verlichting Het beheerareaal aan openbare verlichting bestaat uit circa 10.235 lichtmasten. Het beheer en onderhoud aan de openbare verlichting in de drie kernen wordt nog uitgevoerd op de manier die de voormalige gemeenten hanteerden. Dit valt uiteen in regulier klein onderhoud (groepsremplace en het verhelpen van storingen en calamiteiten) en groot onderhoud (vervangingsinvesteringen om te voldoen aan de richtlijnen van de NSVV). Vooralsnog is deze manier van aanpak voor de kernen Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs toereikend om het areaal in de huidige staat te handhaven en de opschaling naar de huidige normen door te zetten. In beide kernen zijn in de voorgaande jaren hiervoor beheerplannen gemaakt. Een jaarlijks budget voor groot onderhoud in de kern Berkel en Rodenrijs wordt op grond van het beheerplan in een voorziening gestort, waaruit de vervangingsinvesteringen kunnen worden betaald. Omdat er voor de kern Bleiswijk geen beheerplan is en daardoor geen budget voor vervangingsinvesteringen is meegenomen, zal in 2009 de jaarlijks geplande investering voor de kern Bergschenhoek gedeeltelijk worden ingezet voor noodzakelijke vervangingen in de kern Bleiswijk. In de eerste helft van 2009 zal een geharmoniseerd beheerplan Openbare Verlichting worden vastgesteld, waar uiteraard de kern Bleiswijk dan aan is toegevoegd. Op basis van het beheerplan kan dan richting toekomst aangegeven worden waar de technische en financiële knelpunten en mogelijkheden zitten. 3. Kunstwerken De budgetten voor kunstwerken zijn nu uitsluitend bedoeld voor klein onderhoud en het uitvoeren van reparaties die nodig zijn om de veiligheid te kunnen handhaven. Dit kleine onderhoud wordt ad hoc uitgevoerd op grond van meldingen of geconstateerde gebreken, waar de veiligheid in het gedrang komt. Om inzicht te krijgen in de structurele onderhoudskosten is een beheerplan nodig. De eerste stap richting een beheerplan is inzicht te verkrijgen in de kwaliteit en kwantiteit van de te beheren objecten. Deze stap zal in 2009 worden voortgezet. Middels het beheerplan, dat in de eerste helft van 2009 zal worden vastgesteld, zal inzicht gegeven worden in de toekomstig te verwachten exploitatielasten om een deel van de kapitaalgoederen op niveau te houden. De verwachting is dat deze lasten hoger uit zullen komen dan het huidige budget.
120
4. Openbaar groen Het totale areaal openbaar groen bestaat uit:
4.395
Berkel en Rodenrijs 3.563
Bosplantsoen (m2)
21.309
43.763
43.014
108.086
Heesters (m2)
75.119
86.802
95.310
257.231
7.465
10.035
5.965
23.465
Gazon (m2)
144.011
211.501
71.008
426.520
Ruig gras (m2) Vaste planten en wisselperken (m2)
297.598
92.643
276.638
666.879
0
765
2.002
2.767
Bergschenhoek Bomen (stuks)
Hagen (m)
Bleiswijk
Lansingerland
4.113
12.071
Het onderhoud van openbaar groen bestaat enerzijds uit het reguliere onderhoud van bomen, beplantingen, gras en bermen. Daarnaast is groot onderhoud noodzakelijk op het moment dat de groenvoorzieningen aan vervanging toe zijn. Het reguliere onderhoud is noodzakelijk om het groen in stand te houden en wordt deels door de eigen buitendienst uitgevoerd. Daarnaast wordt een deel van de werkzaamheden op basis van een aantal onderhoudsbestekken uitbesteed. (maaien, schoffelen) Het groot onderhoud wordt bijna altijd uitbesteed op basis van renovatiebestekken. Kleine aanpassingen worden zo veel mogelijk in eigen beheer uitgevoerd. Bij de fusie is het geautomatiseerde groenbeheersysteem geharmoniseerd. Hierbij zijn de inventarisatiegegevens van de die kernen samengevoegd tot één database. Daarnaast zijn geharmoniseerde werkpakketten voor de verschillende groencategorieën17 opgesteld. Omdat dit geautomatiseerde beheersysteem de basis is voor onder andere bestekken en beheer- en beleidsplannen zal dit systeem jaarlijks geactualiseerd worden. Tot de vaststelling van het groenbeheerplan 2009-2012 wordt het beheer volgens de huidige werkpakketten en onderhoudsbestekken uitgevoerd. 5. Sportvelden en terreinen In elke kern van Lansingerland is een sportpark aanwezig. Per sportpark verschillen de aanwezige voorzieningen:
Voetbal Hockey Tennis Honkbal / Softbal Jeu de Boules Handbal Atletiek Korfbal
Bergschenhoek Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee
Berkel en Rodenrijs Ja Ja Ja (geprivatiseerd) Nee Nee Ja Nee Nee
Bleiswijk Ja Ja Ja (geprivatiseerd) Nee Ja Nee Ja Ja
Regulier onderhoud wordt deels door de eigen buitendienst uitgevoerd. Daarnaast wordt een deel van de werkzaamheden op basis van onderhoudsbestekken uitbesteed. Het groot onderhoud wordt bijna altijd uitbesteed. Al het onderhoud is erop gericht de voorzieningen goed bespeelbaar te houden. 6. Speelvoorzieningen
17
Gazon, bomen, hagen, rozen en dergelijke
121
In de gemeente Lansingerland liggen 134 openbare speelterreinen. Alle bijna 500 speeltoestellen zijn vastgelegd in Mi2Groen, het geautomatiseerde groenbeheersysteem. De logboekgegevens van de speeltoestellen, zoals leverancier, typenummer, jaar van plaatsing en dergelijke zijn hier in opgenomen. De speelvoorzieningen worden regelmatig geïnspecteerd. Hierbij wordt bekeken of de voorzieningen voldoen aan de veiligheidsnormen volgens het Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen. De verplichte uitgebreide jaarlijkse inspectie wordt uitgevoerd door een hierin gespecialiseerd bedrijf. Daarnaast worden de speelvoorzieningen eenmaal per kwartaal door de eigen dienst geïnspecteerd. Geconstateerde gebreken worden zo spoedig mogelijk opgelost. De in het voorjaar van 2007 in Bleiswijk geconstateerde beheerachterstand is bijna geheel weggewerkt. Om niet weer beheerachterstanden te laten ontstaan en ook de speeltoestellen doelmatig te beheren zal passend in de bestuursopdracht ‘Actualisatie beheerplannen’ in de tweede helft van 2008 het Speelbeheerplan worden vastgesteld. 7. Riolering Ter bescherming van de volksgezondheid en het milieu is de riolering een onmisbare voorziening. De gemeente heeft een zorgplicht voor een doelmatige inzameling en een doelmatig transport van het afvalwater binnen haar grondgebied. De aanleg, het beheer en het onderhoud van de riolering is dan ook een wettelijke taak. Het te beheren areaal bestaat uit de volgende onderdelen: Bergschenhoek
Berkel en Rodenrijs
Lansingerland
Bleiswijk
Lengte gemengd riool (km)
24,7
17,81
47,4
89,91
Lengte gescheiden riool (km)
58,9
69,32
28,8
157,02
Lengte drukriool en persl. (km)
ca. 25
ca. 25
27,47
ca. 77
Totaal aantal putten (st.)
2.497
2.517
1.905
6.919
0
2
1
3
Kolken reinigen mach. (st.)
5.406
4.300
3.595
13.301
Kolken reinigen hand. (st.)
687
700
2.000
3.387
Aantal hoofdgemalen (st.)
35
18
14
67
ca. 145
291
98
ca. 534
Electra aansl gem./BBB (st.)
68
72
68
208
Centr aanst gemalen (st.)
50
ca. 57
17
ca. 124
Bergbezinkvoorzieningen (st.)
Aantal minigem (drukr.) (st.)
(peildatum gegevens: 1 januari 2008) In het vierde kwartaal van 2008 zal het geharmoniseerde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) in de raad worden vastgesteld. Dit nieuwe GRP vormt ook de basis voor het kostendekkingsplan en daaraan gekoppeld de hoogte van het te betalen rioolrecht. In het nieuwe GRP zullen de projecten en onderhoudswerkzaamheden die in eerdere rioleringsplannen al zijn vastgesteld worden meegenomen. Voor 2009 resulteert dat in de volgende werkzaamheden: ♦ De ongerioleerde panden worden conform planning aangesloten; ♦ Vuilemissie reductieplannen en waterkwaliteitsspoor worden uitgevoerd; ♦ Geplande vervangingsinvesteringen worden uitgevoerd; ♦ Inhaalslag elektromechanische en technische renovaties van minigemalen waarbij ze gelijktijdig zullen worden aangesloten op de gemeentelijke telemetrie; ♦ Regulier (preventief) onderhoud.
122
8. Water Het onderhoud van waterlossingen en sloten bestaat vooral uit regulier onderhoud, zoals het uitmaaien van de watergangen en de oevers. Daarnaast valt baggeren onder het groot onderhoud. Ook de beschoeiingen en duikers (die onderdeel zijn van de civieltechnische kunstwerken) moeten onderhouden worden om een goed functioneren van het water te garanderen. Binnen Lansingerland hebben we te maken met twee waterschappen die het waterkwantiteit- en waterkwaliteitbeheer in handen hebben. De kern Berkel en Rodenrijs met circa 200.000 m2 meter water valt onder het Hoogheemraadschap van Delfland. De kernen Bleiswijk en Bergschenhoek met ongeveer de dubbele hoeveelheid oppervlaktewater vallen onder het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard. Voor elke kern is in de afgelopen jaren een meerjarig baggerplan opgesteld en in samenwerking met het desbetreffende Hoogheemraadschap vastgesteld. De rest van het onderhoud wordt op basis van huidige inzichten uitgevoerd. Op dit moment wordt in overleg met de twee hoogheemraadschappen een geharmoniseerd baggerplan Lansingerland opgesteld. De volledige onderhoudskosten, de kwaliteit en kwantiteit van de te beheren watergangen en het onderhoudsniveau worden in een beheerplan Water inzichtelijk gemaakt. Het geharmoniseerde baggerplan maakt hier onderdeel van uit. Dit beheerplan Water zal in de eerste helft van 2009 worden vastgesteld. 9. Gebouwen De gemeente Lansingerland bezit op dit moment circa 85 gebouwen met een sterk uiteenlopende doelgroep van gebruikers. Het beheer en onderhoud van de gebouwen werd in de drie kernen op verschillende wijzen aangestuurd. Na de fusie is door de afdeling Beheer & Onderhoud een jaarplan voor het onderhoud op objectniveau opgesteld, binnen de op dit moment beschikbare middelen voor het gebouwenbeheer. Op basis van dit jaarplan zijn werkzaamheden uitgevoerd die vooral in het teken hebben gestaan van het wegwerken én het voorkomen van achterstallig onderhoud, het uitvoeren van urgente reparaties (storingsonderhoud) en de herstructurering van de ambtelijke huisvesting (Spillen). In de eerste helft van 2009 wordt een geharmoniseerd beheerplan Gebouwen vastgesteld. Hiervoor worden in 2008 de gemeentelijke gebouwen geïnventariseerd en geïnspecteerd. Aan de hand van deze gegevens worden vervolgens per gebouw meerjaren onderhoudsplanningen opgesteld. Ter ondersteuning van de uitvoering is een goede administratie essentieel. Alle gegevens van de gebouwen, inclusief de technische installaties, worden in een Vastgoed Beheer Informatie Systeem (VBIS) ingevoerd. 10. Kunst en monumenten in de buitenruimte In geen van de voormalige kernen was een beheerplan voor kunst en monumenten in de buitenruimte beschikbaar. In 2008 wordt een inventarisatie en inspectie uitgevoerd. Aan de hand hiervan zal beleid worden opgesteld.
123
124
3.4. Financiering en treasury Inleiding Treasury houdt zich bezig met risico’s die samenhangen met alle huidige en toekomstige kasstromen. Deze risico’s komen zowel voort uit de financieringsbehoefte, als uit de mutaties van de bestaande portefeuilles zoals (vervroegde) aflossingen, herfinanciering en rente-aanpassing. Het treasurybeleid is primair gericht op het waarborgen van financiële continuïteit door het resultaat en vermogen te beschermen tegen financiële risico’s en de organisatie financierbaar te houden. Deze bescherming vindt plaats door de renterisico’s en risico’s uit financiële posities te vermijden en te spreiden. In principe zijn de uitgangspunten als volgt: • Zorg dragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn. • Bewerkstelligen van passende financieringslasten. • Beheersen van rente- en financieringsrisico’s. • Risicomijdend aantrekken en uitzetten van gelden. • Zorg dragen voor een effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer. Deze uitgangspunten leiden tot het zo nauwkeurig mogelijk op elkaar afstemmen van opgenomen en uitgezette gelden. Dit principe wordt ook in de komende periode doorgezet. Daarnaast wordt actief gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheden om passende financieringslasten te bewerkstelligen. Dit resulteert in het zo maximaal mogelijk betrekken van de kasgeldlimiet bij financieringsbeslissingen vanwege de flexibiliteit en lagere rente van kortlopende geldleningen. In geen geval wordt de kasgeldlimiet onnodig overschreden. Gelden worden alleen aangetrokken in euro’s ter voorkoming van valutarisico’s. Wet en regelgeving Per 1 januari 2001 is de wet Fido (Financiering Decentrale Overheden) van kracht geworden waarin de bepalingen zijn opgenomen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen. Op 2 januari 2007 heeft de Raad van de gemeente Lansingerland de Financiële verordening gemeente Lansingerland vastgesteld, waarin onder andere de kaders zijn beschreven ten behoeve van treasury. Deze vastgestelde kaders en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn verwerkt in het Treasurystauut Lansingerland 2007 die in september 2007 is vastgesteld door het college van B&W en voor kennisgeving is aangenomen door de Raad. Renteonwikkeling De kapitaalmarkt voor langlopende geldleningen voor 20 jaar schommelde het afgelopen jaar rond de 4,5%. Vooralsnog is er geen reden om aan te nemen dat dit percentage verandert.
Risicobeheer Bij het risicobeheer staat het risicoprofiel van de gemeente ten aanzien van treasury centraal. De risico’s vallen in drie soorten uiteen: • Renterisico’s op vaste en vlottende schuld (opgenomen geld) • Kredietrisico’s (uitgezet geld) • Liquiditeitsrisico’s. Daarnaast worden de benodigde gegevens ten behoeve van de toezichthouder opgenomen als de berekening van de kasgeldlimiet en de rente risiconorm. In het jaarverslag 2009 wordt in deze paragraaf ingegaan op de realisatie hiervan.
125
Renterisico op kortlopende schuld: de kasgeldlimiet Het renterisico op kortlopende schuld wordt beoordeeld aan de hand van de kasgeldlimiet als percentage van het begrotingstotaal. Volgens de wet Fido mag de gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal de kasgeldlimiet niet overschrijden. Het doel van de kasgeldlimiet is het voorkomen dat fluctuaties in korte rente (schulden < 1 jaar) direct een grote impact hebben op de rentelasten in het exploitatiejaar. Er is bepaald dat het kasgeldlimiet voor gemeenten een omvang heeft van 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten vóór bestemming. De omvang van de verwachte kasgeldlimiet voor de jaren 2009 tot en met 2012 is in onderstaande tabel weergegeven. Bedragen x € 1.000,-
Begrotingstotaal Toegestane kasgeldlimiet Kasgeldlimiet in bedrag
2009 301.294 8,5%
2010 203.592 8,5%
2011 190.194 8,5%
2012 205.037 8,5%
25.610
17.305
16.167
17.428
Renterisico op vaste schuld: de renterisiconorm In het kader van de wet Fido wordt jaarlijks de renterisiconorm vastgesteld. Het doel van de renterisiconorm is het spreiden van de rentetypische looptijden van de leningenportefeuille waardoor tevens bereikt wordt dat mogelijke renterisico’s in tijd gespreid worden. De rentetypische looptijd is te omschrijven als de periode totdat renteherziening of herfinanciering plaatsvindt. De renterisiconorm wordt bepaald op 20% van de op 1 januari bestaande omvang van de vaste schulden (> 1 jaar). De omvang van de verwachte renterisiconorm 2009 tot en met 2012 is in onderstaande tabel weergegeven. Bedragen x € 1.000,-
Omvang vaste schulden Toegestane renterisiconorm Renterisiconorm in bedrag
2009 224.024 20% 44.805
2010 305.766 20% 61.153
2011 341.905 20% 68.381
2012 358.391 20% 71.678
Kredietrisico´s Voor een volledig inzicht in de vermogenspositie zijn tevens de verstrekte leningen en garantstellingen opgenomen. Kredietrisico’s op verstrekte geldleningen verwacht per 1 januari 2009 Bedragen x € 1.000,-
Risicogroep Woningbouwcorporaties Vereniging Overig Totaal
Zekerheden Ja Ja Nee
Restantschuld 7.663 4.663 435 12.761
Garantstellingen en borgstellingen Aan diverse verenigingen en enkele bejaardencentra zijn garantstellingen en waarborgen afgegeven voor betalingsverplichtingen van door deze verenigingen en instellingen aangetrokken langlopende financieringen. Deze financieringen zijn door onze gemeente gewaarborgd in het kader van het maatschappelijk belang van de daarmee gemoeide investeringen. Daarnaast zijn achtervang overeenkomsten afgesloten met de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Deze borgstellingen hebben betrekking op het aantrekken van vaste langlopende leningen door woningstichtingen in het kader van (her)financiering van al bestaande gewaarborgde geldleningen. Nieuwe
126
kapitaaluitbreidingen van woningcorporaties worden door hen zelf aangetrokken met een borgstelling in de vorm van een achtervang overeenkomst tussen de gemeente en het WSW. Ook worden en zijn er gemeentegaranties door het Hypotheekfonds Nederlandse Gemeente (HNG) verstrekt voor hypotheken van particulieren, die uiteraard dienen te voldoen aan bepaalde eisen. Ook met dit fonds zijn achtervang overeenkomsten afgesloten. Jaarlijks neemt het totale bedrag aan gewaarborgde geldleningen af met de door de instellingen gedane aflossingen. Voor de beoordeling van het risico ten aanzien van de gewaarborgde geldleningen vindt jaarlijks toetsing plaats op basis van de verstrekte jaarrekeningen en begrotingen. Per 1 januari 2009 bedraagt het totaal van gewaarborgde geldleningen naar verwachting € 181.879.000. Dit is als volgt opgebouwd: Bedragen x € 1.000,-
Omschrijving Borgstelling instellingen Borgstellingen gemeentepersoneel Borgstellingen particulieren Totaal
Oorspronkelijk bedrag 186.736 1.890 28.817 217.443
Restantschuld per 01-01-2009 159.666 1.335 20.878 181.879
Liquiditeitsrisico’s Liquiditeitsrisico’s doen zich voor als afwijkingen ontstaan ten opzichte van de liquiditeitsplanning. Het tempo van uitvoering van grondexploitaties en de realisatie van de meerjaren investeringsplanning bepalen in belangrijke mate of dit risico zich voordoet. Bij belangrijke afwijkingen kunnen de financieringslasten hoger uitvallen. Het risico kan gereduceerd worden door de informatievoorziening voor de treasury op te nemen in het systeem van planning en verantwoording. Het voorzien in tijdige en juiste informatie vanuit de organisatie is voor het functioneren van de treasury van essentieel belang. Door gebruik te maken van meerjarige liquiditeitsprognoses kan effectief gebruik gemaakt worden van de kasgeldlimiet.
EMU-saldo Binnen de Economische en Monetaire Unie (EMU) zijn afspraken gemaakt over het op orde houden van de overheidsfinanciën. Een van deze afspraken heeft betrekking op het begrotingssaldo van de deelnemende landen oftewel het EMU-saldo. Het EMU-saldo is het begrotingssaldo van de totale collectieve sector (rijk, lagere overheden en de sociale fondsen). Afgesproken is dat de overheidstekorten niet meer dan 3% van het bruto binnenlandsproduct (bbp) mogen zijn en de overheidsschuld niet meer dan 60% van het bbp mag bedragen. Deze afspraken gelden voor de totale overheid. Het rijk zag zich genoodzaakt maatregelen te treffen en wilde meer inzicht in de ontwikkeling van het EMU-saldo bij de lokale overheden. Hiervoor is een goede informatievoorziening essentieel. Gemeenten moeten daarom het EMU-saldo van het voorafgaande jaar, het actuele begrotingsjaar en het volgende jaar opnemen in de begrotingsstukken. Deze verplichting is vastgelegd in artikel 19 van de BBV. Het berekende EMU-saldo geeft de omvang weer van ons aandeel in het nationale EMU-saldo.
127
De ontwikkeling van het EMU-saldo voor de gemeente Lansingerland ziet er als volgt uit:
Berekening EMU-saldo Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen volgens staat C Afschrijvingen volgens Meerjaren Investeringsplan (MIP) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen volgens staat C Investeringen volgens Meerjaren Investeringsplan (MIP) Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen volgens staat D
Berekend EMU-saldo
128
2008
2009
2010 Bedragen x € 1000,-
Volgens primitieve begroting 2008
Volgens begroting 2009
Volgens meerjarenraming in begroting 2009
-1.421
-6.486
-5.924
7.795
6.242 22 6.264
7.454 1.393 8.847
407
5.951
3.263
51.834 23.451
13.106 27.339
39.732
75.285
40.445
0
0
0
0
0
0
140.250
58.393
74.056
96.442
205.548
100.927
279
6.857
2.626
-77.038
70.742
-10.014
3.5. Bedrijfsvoering Algemeen De eerste twee jaar na de fusie stonden in het teken van opbouw. We hebben veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van beleid. Deels ging het om het harmoniseren van bestaand beleid, deels om nieuw beleid. Aan de hand van het collegeprogramma ‘Samen bouwen aan Lansingerland’ hebben we prioriteit gegeven aan achttien uiteenlopende beleidsvelden, van dienstverlening en vermindering regeldruk tot het nieuwe gemeentehuis, sportnota, verkeer- en vervoer, greenport, WMO, enzovoorts. De prioriteiten hebben geleid tot concrete bestuursopdrachten over de volle breedte van het gemeentelijke werkveld. Het uitwerken van al deze bestuursopdrachten is een enorme klus geweest, die heeft geleid tot een stevige basis voor de kadernota 2008, als voorbereiding op de begroting van 2009. Gelijktijdig met het ontwikkelen en harmoniseren van al deze belangrijke beleidsvelden hebben we de dienstverlening voor burgers, bedrijven en instellingen weten te continueren. Ook de lopende projecten en de invoering van nieuwe wetgeving, met soms ingrijpende gevolgen, bijvoorbeeld op het gebied van zorg en ruimtelijke ordening, vroegen veel aandacht en inzet. Verder hebben we procedures geharmoniseerd en stappen gezet in de richting van het op orde krijgen van de financiën. Dit alles vond plaats in de dynamische omgeving waarin Lansingerland zich weet geplaatst, met een grote woningbouwopgave, een bijbehorende toename van de bevolking en diverse ontwikkelingen op het gebied van infrastructuur en bedrijventerreinen. Met het resultaat van de geschetste inspanningen op het gebied van de speerpunten zijn we niet ontevreden: De uitvoering van het collegeprogramma ligt over het algemeen op schema en Lansingerland staat beter op de kaart. Wij constateren daarbij dat deze inspanningen logischerwijze een enorme druk hebben gelegd op de organisatie. Andere factoren hebben daaraan nog verder bijgedragen. Als interne factor kunnen we noemen onze eigen ambitieuze taakstelling omeen reductie op de personele kosten van 750.000 euro te realiseren. Die doelstelling hebben wij, zoals bekend, gehaald. Als externe factor waarop we geen invloed kunnen uitoefenen komt daarbij nog de situatie op de arbeidsmarkt. Aangezien wij door de fusie en de groei meer vacatures hebben dan een gemiddelde gemeente, worden wij extra getroffen door de overspannen arbeidsmarkt. De krachttoer die we hebben verricht op het gebied van beleidsontwikkeling in combinatie met het openhouden van de winkel en de geschetste factoren als de reductietaakstelling en de krappe arbeidsmarkt heeft er onvermijdelijk toe geleid dat de bedrijfsvoering, waaronder begrepen het optimaliseren van bedrijfsprocessen, op een lager pitje heeft gestaan. Voor de komende periode ligt hier een belangrijk aandachtspunt. De tijd is aangebroken om tijd en energie te investeren in de bedrijfsvoering. Dit vereist tegelijk terughoudendheid wat betreft het ambitieniveau. We zullen de bestuurlijke ambities nadrukkelijk moeten bezien in samenhang met de spankracht van de organisatie. De capaciteit die we de laatste twee jaar hebben ingezet voor het ontwikkelen van beleid, die heeft geleid tot een enorme productie van nieuw beleid, zullen we nu deels inzetten voor het verbeteren en verfijnen van de bedrijfsvoering. Immers, de kwaliteit van de uitvoering van de programma’s is in grote mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Een goede bedrijfsvoering is van levensbelang voor het uitoefenen van het gemeentelijke beleid, de dienstverlening aan burgers en de uitvoering van projecten.
Planning & control Om een organisatie op koers te houden is een goed werkend systeem van planning & control een belangrijke randvoorwaarde; hieruit vloeit immers informatie voort die het college nodig heeft het dagelijks bestuur van de gemeente vorm te geven. Belangrijker nog, de benodigde (financiële) informatie is voor de raad noodzakelijk om te kunnen controleren of er een juiste balans is tussen de inhoud van het beleid en de daarvoor in te zetten middelen.
129
Stand van zaken Planning & control moet in onze jonge gemeente verder worden uitgebouwd. Wat in het algemene deel is gezegd over de bedrijfsvoering, namelijk dat de tijd en inzet om deze op te bouwen klein is geweest in verband met de enorme inspanningen die zijn gepleegd om de waaier aan beleid, voortkomend uit bestuurlijke ambities, vorm te geven, geldt in het bijzonder voor de opbouw van planning & control. Het opbouwen, op elkaar afstemmen en adequaat invullen van de diverse financiële en informatiesystemen is één van de kernpunten van het verbeterproces. Dit blijkt ook uit de rapportages van de accountant. Verwonderlijk is dit niet, gelet op het feit dat onze capaciteit in de eerste twee jaar vooral werd ingezet op het realiseren van beleidsambities. Wat betreft het opbouwen van planning & control is uitstel niet wenselijk, op korte termijn zullen we een belangrijk deel van onze inspanningen hier op moeten richten. Daarbij betrekken we ook het financieel risicomanagement, waarbij het onder meer gaat om het benoemen van de risico’s en het ontwikkelen van instrumentarium om deze permanent te monitoren. De accountant heeft in juni 2008 een rapport van bevindingen bij de jaarrekening 2007 opgesteld. Hij richt zich daarbij specifiek op de jaarverslaggeving maar gaat ook in op de kwaliteit van het financiële beheer van de gemeente. De accountant constateert dat de gemeente naar aanleiding van een in het najaar van 2007 gehouden nulmeting op de kwaliteit van de interne beheersing (bedrijfsvoering) werkzaamheden heeft verricht die hebben geleid tot een beter inzicht in de eigen (financiële) administratie en in de achterstanden die hierin bestonden als gevolg van de samenvoeging van de gemeenten. De aanbevelingen uit het rapport van bevindingen worden door de gemeente uitgewerkt in diverse actiepunten. Dit zal moeten leiden tot een verdere verbetering in de jaarrekening 2008. Overigens heeft de raad besloten om voor de controle van de jaarrekening 2008 nog een jaar door te gaan met de huidge accountant, Deloitte. Voor de controle van de boekjaren 2009-2011 is een Europese aanbesteding uitgeschreven. De rekenkamer heeft een onderzoek uitgevoerd naar de re-integratietrajecten in het kader van de Wet werk en bijstand. Het rapport ‘Traject onbekend; re-integratie Wwb 2004-2007’ is in juni 2008 aan de raad aangeboden. De rekenkamer beveelt het gemeentebestuur aan om heldere en meetbare doelen in het beleid vast te leggen en om de verantwoordingsinformatie inzichtelijk, consistent en betrouwbaar te maken. Het college dient zorg te dragen voor een betrouwbaar en actueel registratiesysteem. De aanbevelingen zijn integraal overgenomen. Organisatorisch zijn er al verschillende maatregelen genomen om te beginnen met de versterking van planning & control. De werving is gestart voor een concerncontroller. Deze gaat onder meer de interne processen beschrijven en vorm en inhoud geven, en zal dan bewaken of de afdelingen zich daaraan houden. De concerncontroller wordt in dit proces een soort kwartiermaker. Daarnaast zijn we begonnen met een verbeterplan planning & control op de afdeling Projecten. Verder zijn we begonnen met het maken van maandrapportages voor directie en managementteam. We zetten de lijn van een jaarlijkse risicoanalyse en actualisatie van de grondexploitaties voort. Dit gaan we doen in 2009 en verder We gaan in 2009 de volgende onderwerpen oppakken om de planning & control verder uit te bouwen: • Wij zien erop toe dat de doelstellingen en prestaties nog duidelijker en meetbaarder zijn opgesteld; • de indicatoren worden, voor zover relevant, verder uitgebreid. • Wij gaan een doeltreffendheids- en/of doelmatigheidsonderzoek doen. • Het beleid omtrent de planning & controlcyclus gaan we verder opzetten, waarbij we letten op een goede aansluiting met de interne managementrapportages. • We gaan de aanbevelingen van de accountant, zoals geformuleerd in het rapport van bevindingen bij de jaarrekening 2007 uitwerken en uitvoeren. • We gaan een bredere en meer gestructureerde aanpak hanteren voor de verdere ontwikkeling van ao/ic en een centrale verantwoordelijkheid hiervoor benoemen. • We gaan een gemeentebrede risicoanalyse uitvoeren en specifieke beheersingsmaatregelen implementeren om deze risico’s te beheersen.
130
•
• • • •
We gaan de kwaliteit van de tussentijdse informatievoorziening verbeteren, met een duidelijkere koppeling tussen doelstellingen, de verwachte inzet van middelen en de feitelijke inzet van middelen, met name voor de grondexploitatie- en investeringsprojecten. We gaan preventief een frauderisicoanalyse uitvoeren en specifiek interne controlemaatregelen benoemen, gericht op het voorkomen van fraude. De benodigde managementinformatie wordt verder uitgebouwd en verbeterd. Het verbeteren van het financieel beheer kent ook in 2009 een doorloop. De productenbegroting 2009 zal verder worden ontwikkeld (onderbouwingen, aantal producten bezien).
Vervolgens gaan we in 2009 beginnen met het opnemen van de indicatoren in de periodieke rapportages. We zullen daarbij uitvoering geven aan de in 2008 ingezette lijn in de planning&controlcyclus.
Rechtmatigheid De gemeente ontvangt en besteedt publieke gelden. Alleen al om die reden moet het handelen van de gemeente rechtmatig zijn. Het oordeel van de accountant over de rechtmatigheid is sinds enige jaren een onderdeel van de accountantsverklaring. Stand van zaken Vanzelfsprekend streeft de gemeente er naar om altijd rechtmatig te handelen. Om dit te kunnen beoordelen, stelt de accountant eisen aan het systeem van administratieve organisatie en de interne controle (ao/ic) en het interne systeem van risicoafwegingen. Het ligt – mede gelet op het bovenstaande in de lijn der verwachting dat deze systemen nog onvoldoende zijn opgebouwd voor de accountant om een rechtmatigheidsoordeel te geven. Dat is overigens niet ongebruikelijk voor een fusiegemeente. Wij streven naar een positief rechtmatigheidsoordeel met ingang van de jaarrekening 2009. Ook hier geldt dat we een nieuwe organisatie zijn, waarbij veel zaken moeten worden opgebouwd. In de nulmeting en het rapport van bevindingen bij de jaarrekening 2007 heeft de accountant aanbevelingen gedaan over het rechtmatigheidstraject. In 2008 hebben wij een extern bureau de opdracht gegeven om een proefproject (pilot) uit te voeren op het gebied van rechtmatigheid. Aan de hand van de uitkomst gaan we verder het traject in. Het opzetten van de administratieve organisatie en de interne controle (ao/ic) is een groeitraject. De komende tijd zal dit organisatiebreed veel inzet gaan vergen. De interne controle is op dit moment nog minimaal ingericht; dat wil zeggen daar waar het echt moet. Ook daar gaan wij ons inspannen om een verbeterslag te maken. Dit gaan we doen in 2009 en verder Om te kunnen voldoen aan de eisen van (financiële) rechtmatigheid zullen wij voorstellen doen voor de uitwerking van de kaders, zoals het normen- en toetsingskader. We gaan door met het groeitraject om de administratieve organisatie en interne controle (ao/ic) te verbeteren. In 2009 gaan we verder met het beschrijven van de werkprocessen. De contouren, mogelijkheden en noodzakelijkheden voor een goede interne controle worden dan zichtbaar. Vervolgens gaan we in 2010 beginnen met de uitvoering van deze interne controles. Eind 2009 verwachten we veel werkprocessen beschreven te hebben. De afdelingen moeten dan in staat zijn om zelf de actualisatie van eerder beschreven werkprocessen te doen.
Personeelsvoorziening en organisatieontwikkeling Organisatieontwikkeling is een proces van voortdurende aanpassing en verbetering met als doel het zo goed mogelijk bedienen van burgers, bedrijven en instellingen overeenkomstig de besluiten van de raad en het college. Zoals gezegd in de inleiding zijn we nog volop aan het bouwen aan een moderne gemeentelijke organisatie die ten dienste staat van burgers, bedrijfsleven en instellingen.
131
Zoals eerder gezegd is de druk op de organisatie groot geweest om de beleidsvelden te ontwikkelen teneinde een goede basis te leggen voor de kadernota 2008. Wat betreft de inzet van personeel geldt, net als in financiële zin, dat de ambities in de pas moeten lopen met de capaciteit. De uitgangspunten zijn continuïteit, geen overhaaste acties en strikte afspraken over het personeelsbudget. De verlaging van het personeelsbudget van 750.000 euro, die was voorzien voor de komende drie jaar, is al in 2007 gerealiseerd. Deze bezuiniging heeft een structureel karakter. Los daarvan zal de organisatie groeien, waarbij we de hand houden aan ons uitgangspunt dat we de formatie vervullen binnen de norm van 7 fte (full time equivalent) per 1.000 inwoners. Verder hebben we afgesproken dat het budget per formatieplaats genormeerd is. De norm wordt jaarlijks geïndexeerd met de loonstijging op basis van de landelijke CAO-afspraken. Stand van zaken De formatie per medio 2008 is begroot op 344 fte (full time equivalent). Zoals eerder opgemerkt kampt Lansingerland net als veel gemeenten met de krapte op de arbeidsmarkt. Het is lastig om de vacatures te vervullen. Het aanbod op de arbeidsmarkt is niet hoog, zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht. Per juli 2008 bedraagt het aantal openstaande vacatures 35. Op creatieve wijze proberen we personeel te werven. Het terugdringen van de inhuur is door de krapte op de arbeidsmarkt in het gedrang gekomen. Daar ligt een belangrijk aandachtspunt voor de komende tijd. Met het oog op het tijdelijke karakter voeren we grootschalige projecten voornamelijk uit met externen. Daarbij wordt de dekking van externe inhuur, engineering en interne personeelskosten doorberekend naar de projecten (VTA-kosten). De VTA-kosten zijn gemiddeld bepaald op 15 procent van de investeringen. Hoewel het ziekteverzuim iets lager ligt dan het gemiddelde van een gemeente met dezelfde omvang, is het management actief bezig met maatregelen gericht op het verder verlagen van het verzuimpercentage. Daarnaast is er een ‘taskforce’ ingesteld met als doel de beheersing van de personeelskosten nog verder te verbeteren. Dit gaan we doen in 2009 en verder •
• • • •
Aandacht voor structuur: Gelet op de groei van de gemeente is het onvermijdelijk dat de structuur van de organisatie de komende tijd in beweging blijft. Daarbij willen wij niet breed gaan reorganiseren. We houden wel de vinger aan de pols en voeren zonodig partiële wijzigingen door. Binnen het directiemodel zullen we waar nodig aanpassingen verrichten, waarbij we ons richten op het vormgeven van een relatief kleine, flexibele organisatie, die vooral een regiefunctie heeft. Daarbij geldt dat kwaliteit niet alleen wordt bepaald door geld, maar ook door ‘de juiste man op de juiste plaats’. We blijven continu sturen en balanceren tussen de financiële componenten en de noodzakelijke kwaliteit; Werving en selectie: we gaan verder met creatieve en innovatieve manieren om personeel te werven; Terugdringen inhuur: in samenhang met het vorige punt; Bewaken VTA-kosten projecten; Verbeteren doorberekening kosten aan projecten.
Huisvesting Momenteel is het ambtelijk apparaat verdeeld over vijf kantoorgebouwen en drie gemeentewerven. Deze situatie is verre van ideaal en draagt bij aan de druk op de organisatie. Daarnaast is de bestaande huisvesting veel te klein om de groei van de gemeente Lansingerland op te vangen. Inmiddels hebben we de nodige stappen gemaakt in de richting van het nieuwe gemeentehuis. Het voorlopig ontwerp is eind juni afgerond binnen de financiële kaders en rond de jaarwisseling verwachten we dat het definitieve ontwerp van architectenbureau Van Heeswijk gereed is. De komende tijd is de inspanning dan ook gericht op het
132
uitwerken van het voorlopig ontwerp naar definitief ontwerp. Een belangrijk onderdeel hiervan is de werkplekinrichting. Het definitief ontwerp is naar verwachting eind 2008 gereed. Als alles volgens de planning verloopt, zullen we begin 2011 onze intrek kunnen nemen in het nieuwe gebouw. Tot die tijd blijft het enigszins behelpen, niet alleen met het heen en weer reizen tussen de diverse locaties, maar ook met het huisvesten van alle nieuwe medewerkers die wij op grond van de groei van de gemeente de komende tijd hopen te verwelkomen.
Communicatie Het vormgeven van een strategisch communicatiebeleid is een van de speerpunten van het college. Eind 2007 hebben wij dit geconcretiseerd in een bestuursopdracht om een strategisch communicatieplan op te stellen, waarin uitgangspunten, doelstellingen en acties zijn vastgelegd. Wat wij voor ogen hebben is een sterke inzet op mediabeleid, representatiebeleid en interactieve beleidsvorming. Dit eenduidige en organisatiebrede communicatiebeleid moet leiden tot zowel de interne als externe positionering van Lansingerland, waarbij de gemeente op de kaart wordt gezet als een speler van formaat. Daarbij blijft de interactie met inwoners de basis vormen. Het gaat om een transformatie van een eenzijdig proces gericht op informatie en voorlichting naar een dynamisch proces, waarbij de dialoog met de burger of ondernemer een centrale rol inneemt. Doelstelling is verder dat communicatie als beleidsinstrument in het hart van de organisatie in alle fasen van het beleidsproces wordt ingebed. De bestuursopdracht heeft geresulteerd in een strategisch communicatieplan dat in mei 2008 is gepresenteerd aan de raad. In juli 2008 is dit strategische plan goedgekeurd in de Commissie Algemeen Bestuur en Veiligheid. De jaren 2009 en verder zullen in het teken staan van de implementatie en nadere invulling van het strategisch communicatieplan. Dit gebeurt aan de hand van een tactisch-operationeel plan. Deze tactischoperationele notitie beschrijft binnen welke kaders de communicatie van de gemeente Lansingerland verloopt en hoe de communicatie binnen de gemeente is georganiseerd.
Informatievoorziening en ICT Anno 2008 is er vrijwel geen proces in de gemeentelijke bedrijfsvoering te vinden waarbij informatievoorziening géén rol speelt. Door over de juiste informatie op het juiste moment te beschikken kunnen we onze dienstverlening intern en extern verbeteren en zijn we in staat om door te groeien richting fase 4 van Antwoord© in 2010. Om dit te kunnen realiseren is het nodig om als gemeente in grote lijnen een visie te hebben op waar welke processen zich in 2010 afspelen en wat daar in grote lijnen voor informatie bij nodig is (de informatiebehoefte). De nationale overheid heeft een aantal basisregistraties benoemd, die samen een stelsel van basisregistraties gaan vormen. Als gemeente zijn wij verplicht om de basisregistraties in te voeren. Voor de basisregistratie geldt het principe: eenmalige opslag, meervoudig gebruik (“een overheid die niet naar de bekende weg vraagt”). De basisregistraties vormen een belangrijk fundament voor de gegevenshuishouding en invoering ervan vraagt veel van de organisatie. De invloed op informatievoorziening en ICT is enorm. Op het gebied van informatievoorziening en ICT wordt de capaciteit volledig ingezet voor het optimaliseren van de dienstverlening en de grote hoeveelheid verplichte projecten vanuit de rijksoverheid die een sterke I-component hebben. Het gevolg is dat we de ambities op andere terreinen, waarbij ook inzet van onze I&A-deskundigen zou zijn vereist, moeten temperen. Stand van zaken -
we hebben diverse projecten afgerond, waaronder het raadsinformatiesysteem, het meldingensysteem openbare ruimte, en het klantgeleidingssysteem; ter ondersteuning van de ambtelijke organisatie hebben we de helpdesk doorontwikkeld, zo is er een meldingensysteem ingevoerd en gaat de helpdek steeds meer procesmatig werken; op ICT-vlak blijft er hard gewerkt worden aan de nodige harmonisatieslagen;
133
-
informatiebeleid staat goed op het vizier en krijgt binnen de ambtelijke organisatie meer en meer vorm.
Dit gaan we doen in 2009 en verder -
-
-
-
om de ambities op het gebied van dienstverlening te realiseren is het nodig dat er binnen het Klant Contact Center (KCC) voldoende informatie beschikbaar komt. Als de informatiebehoefte in grote lijnen duidelijk is kunnen we een passend MidOffice gaan selecteren en implementeren om deze behoefte te vervullen. we continueren de ondersteuning en verdere uitbouw van de (elektronische) dienstverlening; we gaan door met het invoeren van de basisregistraties, met name: o Basisregistratie Adressen en Gebouwen; o Basisregistratie Personen (inclusief Modernisering GBA); o Basisregistratie Kadaster en Topografie; o Basisregistratie WOZ. naast de basisregistraties gaan we verder met de wettelijke projecten met een flinke I-component die het nodige beslag op de gemeente leggen: o WKPB, 2de tranche; o DURP2; o Omgevingsvergunning; o WION; o Invoering Open Doc format; o EU dienstenrichtlijn. we gaan een begin maken met uitwerken van het vastgoedinformatiebeleid en beveiligingsbeleid.
Wat gaat het kosten ? Bedrijfsvoering (kostenplaatsen) Realisatie 2007 Lasten bestaand beleid 20.892 nieuw beleid Kadernota Totale lasten 20.892 Baten bestaand beleid nieuw beleid Kadernota Totale baten
Raming Meerjarenraming 2009 2010
20.404 20.404
22.357 559 22.916
25.370 312 25.681
28.700 157 28.857
30.848 122 30.970
20.892 20.892
20.404 20.404
22.916 22.916
25.681 25.681
28.857 28.857
30.970 30.970
-
-
-
-
-
-
Saldo programma
Specificatie nieuw beleid Kadernota Tijdelijke huisvestingskosten Uitbreiding gemeentelijke website Investeringen tractie-middelen Kwaliteitsnota Groen Handhavingsbeleid
134
(bedragen x € 1.000)
Raming 2008
2009 276 13 70 200 559
2010 283 13 16 312
2011
2011 78 13 66 157
2012
2012 10 12 100 122
3.6. Verbonden partijen Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen en mogelijk daarmee verband houdende risico’s wordt in de begroting inzicht gegeven in de verbonden partijen van de gemeente. In deze paragraaf zijn de samenwerkingsvormen van de gemeente met andere partijen, waarmee de gemeente een financiële én een bestuurlijke relatie heeft, opgenomen. Dit zijn onder andere deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. De paragraaf verbonden partijen is iets uitgebreid ten opzichte van vorig jaar. Naast het doel, ontwikkelingen en financiële bijdrage zijn nu ook de betrokken partijen, het bestuurlijk belang, het eigen vermogen en het financieel resultaat opgenomen.
Hieronder volgt een overzicht van de verbonden partijen van de gemeente Lansingerland. Stichting Parkmanagement Bedrijvenpark Oudeland (PMBO) Betrokkenen
Een vertegenwoordiging van de ondernemers die op bedrijvenpark Oudeland gevestigd zijn en de gemeente Lansingerland.
Bestuurlijk belang
Het bestuur bestaat uit ten minste 5 leden. Bestuursleden worden door de gemeente voor onbepaalde tijd benoemd. Van de 5 bestuursleden zijn er 2 werkzaam bij/voor de gemeente. De overige 3 leden zijn eigenaar of gebruiker van een kavel op Oudeland of extern deskundige. Namens de gemeente zijn T. Bentvelsen, projectleider Oudeland, en C. van den Berg-Withaar, projectmedewerker Oudeland voor een periode van twee jaar gemandateerd om namens de gemeente zitting te nemen in het bestuur.
Openbaar belang
Het parkmanagement op Oudeland in goede banen leiden.
Financieel belang
€ 20.000 (contractuele vergoeding van de gemeente).
Eigen vermogen
0
Financieel resultaat
0
Ontwikkelingen
In januari 2008 is de Stichting PMBO opgericht. Het bestuur is op dit moment bezig haar taken vorm te geven en het parkmanagement Oudeland op poten te zetten. Naar verwachting zal parkmanagement Oudeland per 01-01-2010 volledig operationeel zijn. De eerste twee jaren zijn aanloopjaren.
135
Stadsregio Rotterdam, openbaar vervoer Betrokkenen
Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen a/d IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordiger van regiogemeenten in het overleg met de concessiehouder. Voor de gemeente Lansingerland is de samenstelling van de regioraad: W.E. ten Kate, H. de Rijke, E. van Vliet, plaatsvervangend regiolid; J. den Uil, D. van Vliet, N. Boedhoe (samenstelling per 31 december 2007).
Openbaar belang
Vervoerautoriteit, concessieverlener en - beheerder openbaar vervoer (wettelijke taak uit Wp2000).
Financieel belang
€ 239.919 (bijdrage stadsregio begroting 2009, gemeente Lansingerland).
Eigen vermogen
€ 62,3 miljoen (gehele stadsregio, jaarrekening 2007).
Financieel resultaat
€ 260.103 negatief( sector verkeer & vervoer, openbaar vervoer) financieel resultaat gehele stadsregio 2007 € 19,5 miljoen
positief. Ontwikkelingen
Het SRR heeft per 14 december 2008 de concessie voor het busvervoer in onder andere onze gemeente gegund aan QBuzz.
Stadsregio Rotterdam, verkeer en vervoerbeleid Betrokkenen
Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen a/d IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne.
Bestuurlijk belang
Dhr. H. de Rijke neemt in dit verband deel aan de commissie Verkeer en Vervoer. Voor de gemeente Lansingerland is de totale samenstelling van de regioraad; W.E. ten Kate, H. de Rijke, E. van Vliet, plaatsvervangend regiolid; J. den Uil, D. van Vliet, N. Boedhoe (samenstelling 31-12-07).
Openbaar belang
Ontwikkeling en instandhouding van veilige infrastructuur voor fiets, OV en auto ten dienste van de mobiliteit en bereikbaarheid van de regio.
Financieel belang
€ 239.919 (bijdrage stadsregio begroting 2009, gemeente Lansingerland)
Eigen vermogen
€ 62,3 miljoen (gehele stadsregio, jaarrekening 2007).
Financieel resultaat
€ 1,33 miljoen negatief( sector verkeer & vervoer, verkeer en vervoerbeleid) financieel resultaat gehele stadsregio 2007 € 19,5 miljoen positief.
Ontwikkelingen
RIVV zal jaarlijkse actualisatie ondergaan, Uitvoeringsagenda RVVP 20072011 zal tussentijdse evaluatie krijgen.
136
Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap De Rottemeren Betrokkenen
Provincie Zuid-Hollland, Gemeente Rotterdam, Lansingerland en Zevenhuizen-Moerkapelle.
Bestuurlijk belang
Deelname in het recreatieschap, vertegenwoordiging in het Dagelijks Bestuur: N. Boedhoe (plv. lid: J. den Uil); vertegenwoordiging in het Algemeen Bestuur: H. Dirkzwager en H. Bücher.
Openbaar belang
Ontwikkeling en instandhouding van het Recreatiegebied De Rottemeren.
Financieel belang
€ 94.685 (bijdrage inclusief pontje Bleiswijk, begroting 2009, gemeente Lansingerland).
Eigen vermogen
-
Financieel resultaat
-
Ontwikkelingen
Bijdrage in tekorten neemt toe van 3% nu tot 5% in 2010, verder zijn er diverse ontwikkelingen in de deelgebieden in Lansingerland variërend van aanleg tot herstructurering.
HALT Rotterdam Rijnmond Betrokkenen
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle,Hellevoetsluis, Lansingerland, Middelharnis,Ridderkerk, Rotterdam en Spijkenisse.
Bestuurlijk belang Openbaar belang
HALT Rotterdam- Rijmond stelt zich tot doel om zich in de 20 regiogemeenten te positioneren en profileren als herkenbare organisatie die een bijdrage levert aan het voorkomen en terugdringen van veelvoorkomende jeugdcriminaliteit.
Financieel belang
€ 1.414 (begroting 2009, gemeente Lansingerland).
Eigen vermogen
-
Financieel resultaat
-
Ontwikkelingen
HALT Rotterdam-Rijnmond gaat aan de slag met het verbeteren van de kwaliteit haar producten, waarbij het accent ligt op preventie; het doorzetten van een effectieve en sluitende aanpak, accentuering op ouderparticipatie, projectmatige aanpak alcoholgebruik bij minderjarigen, ontwikkeling van ‘evidence based’ interventie voor schoolverzuim, ontwikkeling van een landelijk signaleringsinstrument ‘achterliggende problematiek’. Tevens is de directie van HALT Rotterdam-Rijnmond de verdere voorbereidingen aan het treffen om medio 2010 HALT RotterdamRijnmond als gemeenschappelijke Regeling ingericht te hebben.
137
GGD Rotterdam-Rijnmond Betrokkenen
Albrandswaard, Barendrecht, Capelle a/d IJssel, Krimpen a/d IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nieuwerkerk a/d IJssel, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Vlaardingen.
Bestuurlijk belang
Namens de gemeente heeft N. Boedhoe zitting in het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur bestaat uit de wethouders gezondheidszorg van de deelnemende gemeenten.
Openbaar belang
Deze gemeenschappelijke regeling maakt de gezamenlijke inkoop van producten in het kader van volksgezondheid mogelijk.
Financieel belang
€ 667.057,- (begroting 2009, gemeente Lansingerland).
Eigen vermogen
De cijfers over het jaar 2007 zijn nog niet bekend.
Financieel resultaat
De cijfers over het jaar 2007 zijn nog niet bekend.
Ontwikkelingen
Fusie van de GGD Nieuwe Waterweg Noord en de GGD Rotterdam e.o. op 1 januari 2007; Het opstellen van een nieuw productenboek; Het ontwikkelen van nieuwe producten in het kader van volksgezondheid.
Glastuinbouwontwikkelingsmaatschappij Overbuurtsche Polder Betrokkenen
Vennoten, Commissarissen en Aandeelhouders: de provincie Zuid-Holland, het Ontwikkelings- en Participatiebedrijf Publiek Private Sector B.V. (het O.P.P., dochteronderneming van de BNG) en de gemeente Lansingerland. Ieder 1/3 zeggenschap.
Bestuurlijk belang
Namens de gemeente heeft D. van Vliet zitting in de Raad van Commissarissen van de B.V., de burgemeester is namens de gemeente aandeelhouder van de B.V., de heer F. Vink, raadslid, is lid van de raad van Vennoten van de C.V.
Openbaar belang
De glastuinbouwontwikkelingsmaatschappij is opgericht om een plangebied te ontwikkelen ten behoeve van de glastuinbouw. Onder meer door middel van het verwerven van gronden en het vervreemden van bouwrijpe kavels binnen het plangebied. Op de meeste kavels zijn inmiddels glastuinbouwbedrijven gerealiseerd die reeds in productie zijn. Er is sprake van de aanwezigheid van hoogwaardige bedrijven, die voor een deel ook pionier zijn op het gebied van duurzaamheid. Ook is in dit gebied het nieuwe Proefstation gevestigd, het P.P.O.: Praktijkonderzoek Plant en Omgeving.
Financieel belang
Het aandelenkapitaal is in 2001 gestort, in 2005 is overgegaan tot uitkering van het ingelegde eigen vermogen. In 2006 en 2007 is een winstuitkering gedaan.
Eigen vermogen
€ 107.000,- (BV). € 39.000,- (CV).
138
Glastuinbouwontwikkelingsmaatschappij Overbuurtsche Polder (vervolg) Financieel resultaat
€ 27.000, na belastingen € 22.000 (BV). het gecalculeerde netto resultaat bedraagt € 2.766.000, hiervan is 2.727.000 aan de vennoten uitgekeerd (CV).
Ontwikkelingen
In 2008 zullen de noodzakelijke restantwerkzaamheden worden uitgevoerd. Het betreft herstelwerkzaamheden, de overdracht van watergangen, het waterproject Aquareuse en de bijdrage aan de Laan van Mathenesse. Verwacht wordt dat alle activiteiten in 2008 kunnen worden afgerond, waarna het openbaar gebied aan de gemeente kan worden overgedragen. Afgesproken is dat de GOP in stand blijft voor de duur van de realisatie van het waterproject.
Bedrijvenschap Hoefweg Betrokkenen
Gemeente Zoetermeer en gemeente Lansingerland.
Bestuurlijk belang
Het bestuur van het bedrijvenschap bestaat uit een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit zes leden, uit iedere gemeente drie leden. (De raad van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn midden, de voorzitter van de raad en de wethouders daartoe inbegrepen, drie leden en drie plaatsvervangende leden aan. Van de door de raad van een deelnemende gemeente aan te wijzen leden van het algemeen bestuur dienen tenminste twee leden deel uit te maken van het College van Burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente.) Het dagelijks bestuur bestaat uit vier leden, uit elke gemeente twee leden en wordt gevormd door een voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en twee leden. De voorzitter is afkomstig door en uit het algemeen bestuur gekozen uit hen die tevens lid zijn van het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland. Het bedrijvenschap neemt voor 30% deel in de CV Prisma Bleiswijk en voor 31% in de Prisma Bleiswijk Beheer BV. Het bedrijvenschap Hoefweg draagt voor gelijke percentages het financiële risico ten aanzien van de winst- en verliesrekening van de CV Prisma Bleiswijk en Prisma Bleiswijk Beheer BV.
Openbaar belang
Het ontwikkelen van het bedrijfsterrein Hoefweg-Noord (ook wel het bedrijvenpark Prisma genoemd) in aansluiting op het vigerend provinciaal beleid op dit punt. In mei 2006 heeft het eerste bedrijf zich gevestigd. In 2006 en 2007 trok de belangstelling van bedrijven aan. In maart 2007 is het Bedrijvenschap op verzoek van de gemeenten Lansingerland en Zoetermeer on hold gezet, dit met het oog op de ontwikkelingen van Bleizo. Zodoende was verplaatsing van een bedrijf van een reeds uitgegeven locatie naar een andere locatie noodzakelijk en kon nog maar beperkt worden uitgegeven.
Financieel belang
Geen structurele bijdrage aan of van het Bedrijvenschap. Het resultaat van de grondexploitatie wordt uiteindelijk verdeeld op basis van de verhouding 50/50 tussen de deelnemende gemeenten. De risicoverdeling binnen het Bedrijvenschap geschiedt eveneens op basis van 50%-50% per deelnemende gemeente.
139
Eigen vermogen
Nihil.
Financieel resultaat
Tussentijds geen resultaat.
Ontwikkelingen
Voor het jaar 2009 staat de uitgifte van gronden ten behoeve van de vestiging van bedrijven centraal. De inzet van personele capaciteit is dan ook vooral gericht op acquisitie & promotie en het begeleiden van het vestigingsproces. Het bedrijvenschap zal de komende jaren de ingebrachte gronden van de CV terugkopen met als doel deze zelf te ontwikkelen en te verkopen. In 2008 en 2009 zullen de openbare werken gericht zijn op verdere ontwikkeling van de microstructuur op het bedrijventerrein. Tevens zal een deel van het gebied woonrijp worden gemaakt. In maart 2007 hebben de gemeenten Lansingerland en Zoetermeer verzocht de uitgifte van een deel van de gronden van het bedrijvenschap te temporiseren in het kader van het gebiedsonderzoek in relatie tot een mogelijk station Bleizo. Het algemeen bestuur heeft aan dit verzoek gehoor gegeven: de grondverkopen van het gebied ten zuiden en noorden van de Zoetermeerselaan zijn tijdelijk stilgelegd. Door het temporiseren van de gronduitgifte bestaat het risico dat deze ontwikkeling gevolgen heeft voor de realisatie van het bedrijventerrein en voor de uiteindelijke uitkomst van de grondexploitatie. In de planning voor de realisatie van de eerste fase van Bedrijvenpark Prisma is uitgegaan van 3 tot 6,6 ha. uitgifte per jaar. De verwachting is dat in 2008 3,1 ha. verkocht kan worden en in 2009 5,6 ha. Daarbij is ervan uitgegaan dat een deel van het on-hold gebied wordt vrijgegeven voor de verkoop (4,2 ha.) in combinatie met de uitgifte van een deel van de bedrijvenschapgronden op de noordlocatie van Prisma. Met deze uitgifteprognose en het grotendeels elimineren van de risico’s in de bedrijfsvoering, komt de grondexploitatie ruim positief uit. De grootste onzekerheid in 2009 voor het Bedrijvenschap is het uitgiftetempo van de grondverkopen. Deze staat onder invloed van het economisch tij en de voortgang van het programma Bleizo.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) Betrokkenen De partijen die deel uitmaken van de GR zijn de gemeente Lansingerland en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Ook de andere 19 regiogemeenten maken deel uit van de GR. Bestuurlijk belang
In de GR is in artikel 6, lid 1 opgenomen dat per deelnemende gemeente één lid en één plaatsvervangend lid voor het AB aangewezen worden. Namens Lansingerland neemt E. van Vliet zitting in het Algemeen Bestuur. In artikel 12, lid 2 is opgenomen dat bij het samenstellen van het dagelijks bestuur uit alle districten één afgevaardigde wordt gekozen. Namens Lansingerland (district Noord) neemt E. van Vliet zitting in het Dagelijks Bestuur.
Openbaar belang
Het openbaar lichaam heeft tot doel18: a. Het doelmatig organiseren en coördineren van werkzaamheden ter voorkoming, beperking en bestrijding van brand, het beperken van
18
Artikel 3 Gemeenschappelijke Regeling VRR, 2006.
140
brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen; b. Het doelmatig organiseren en coördineren van het vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie daarvan en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instelling voor intramurale zorg; c. Het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; d. Het geven van invulling aan de regionale taken ten aanzien van de organisatie en voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing en de hiermee verbandhoudende multidisciplinaire samenwerking. Financieel belang
€ 384.253
Eigen vermogen
€ 6.430.557
Financieel resultaat
€ 319.000 (ná resultaatbestemming).
Ontwikkelingen
Op financieel gebied Er wordt een nieuw financieringsmodel ontwikkeld; de bestaande systematiek van inputfinanciering wordt omgezet in prestatie- of outputfinanciering. Op beleidsmatig gebied De ambities en speerpunten van de VRR voor 2009 liggen op beleidsmatig gebied op informatiemanagement, community safety, het vrijwillige brandweerkorps, opleiden, toetsen en oefenen, bedrijfsvoering en audit en kwaliteitszorg.
DCMR Betrokkenen
Provincie Zuid-Holland, Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen a/d IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne.
Bestuurlijk belang
Het bestuur bestaat uit 20 leden, 5 van deze bestuursleden zijn lid van het dagelijks bestuur, waaronder een voorzitter en een vice voorzitter. Namens de gemeente Lansingerland is dhr. J. den Uil bestuurslid en tevens lid van het dagelijks bestuur.
Openbaar belang
De DCMR Milieudienst Rijnmond levert met inzet van wettelijke instrumenten en vanuit zijn specifieke deskundigheid een bijdrage aan het verhogen van de milieukwaliteit en veiligheid in het Rijnmondgebied. Dit gebeurt in opdracht van de provincie Zuid-Holland en zestien gemeenten in het Rijnmondgebied.
Financieel belang
€ 1.292.338 (begroting 2009, gemeente Lansingerland).
Eigen vermogen
€ 2.164.300
Financieel resultaat
€ 34.960 (deel gemeente Lansingerland).
Ontwikkelingen
-
141
Schadevergoedingsschap HSL-Zuid Betrokkenen
Rijk en verschillende gemeenten waaronder de gemeente Lansingerland.
Bestuurlijk belang
Dhr. E. van Vliet is lid van het algemeen bestuur.
Openbaar belang
Bevorderen dat de behandeling van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de aanleg van de HSL-Zuid en de verbreding, verlegging en de reconstructie van de A16, en de beslissingen op die verzoeken doelmatig, deskundig en op gelijke wijze plaatsvinden. Door deze regeling wordt tevens voor de burgers duidelijkheid geschapen over de ter zake bevoegde instantie.
Financieel belang
-
Eigen vermogen
n.v.t.
Financieel resultaat
n.v.t.
Ontwikkelingen
n.v.t.
Bleizo Betrokkenen
Gemeente Zoetermeer en gemeente Lansingerland.
Bestuurlijk belang
Dhr. E. van Vliet, D. van Vliet en N. Boedhoe zijn lid van het algemeen bestuur. De plaatsvervangende leden zijn. H. de Rijke, J. den Uil en W. ten Kate.
Openbaar belang
Het treinstation Bleizo wordt een regionaal knooppunt op Openbaar Vervoergebied. Op het treinstation van Zoetermeer stoppen geen intercity’s meer, deze stops zullen op dit treinstation gaan plaatsvinden. De Randstadrail wordt waarschijnlijk doorgetrokken van Oosterheem naar Bleizo zodat hier een directe aansluiting op de Zoetermeerlijn ontstaat.
Financieel belang
Gemeente Lansingerland loopt 50% risico over het project, de vooruitzichten zijn dat er een positieve exploitatie op rust.
Eigen vermogen
n.v.t.
Financieel resultaat
n.v.t.
Ontwikkelingen
Op 1 februari 2008 is de bestuursovereenkomst getekend, de GR is medio 2008 getekend. De komende tijd, vanaf begin augustus, zullen er gronden worden ingebracht door de gemeente Lansingerland en Zoetermeer. Het transformator- en schakelstation van energienetbeheerder TenneT verhuisd van noorden van de A12 naar zuiden van de A12. Gezien de ontwikkelingen van Bleizo, is de inrichting en verkoop van gronden in het bedrijventerrein Hoefweg Noord en Zuid tijdelijk stilgelegd. Zodra er meer duidelijk is zal dit weer worden opgepakt.
142
Groenzone Berkel - Pijnacker-Nootdorp Betrokkenen
Gemeente Pijnacker-Nootdorp en gemeente Lansingerland.
Bestuurlijk belang
Dhr. E. van Vliet, D. van Vliet en N. Boedhoe zijn lid van het algemeen bestuur. De plaatsvervangende leden zijn. H. de Rijke, J. den Uil en W. ten Kate.
Openbaar belang
Deze gemeenschappelijke regeling, aangegaan met de gemeente Pijnacker-Nootdorp, biedt de mogelijkheid om een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam in het leven te roepen: de uitvoeringsorganisatie Groenzone Pijnacker-Berkel en Bergboezem Oude Leede. De uitvoeringsorganisatie heeft tot taak het ontwikkelen van de Groenzone en de Bergboezem Oude Leede. Hieronder wordt o.a. het volgende verstaan: het maken of doen laten maken van een inrichtingsplan, incl. begroting, planning en tijdelijk beheer; het uitvoeren van het inrichtingsplan, bestaande uit o.a. het aanleggen van waterpartijen, wegen, groen- en recreatievoorzieningen, verlichting, riolering en alle overige infrastructurele voorzieningen; het uitvoeren van alle beheersmatige taken die nodig zijn om genoemde werkzaamheden uit te voeren: het maken van jaarplannen, begrotingen, rapportages, planningen, het voeren van overleg met o.a. de provincie Zuid-Holland, Dienst Landelijk Gebied, het Hoogheemraadschap van Delfland enz.; de overdracht (het doen overdragen) van het beheer van ingerichte gronden aan de eindbeheerder(s).
Financieel belang
Beide gemeenten hebben zich voor elk € 1,6 miljoen voor de groenzone garant gesteld. In het raadsvoorstel is opgenomen dat een deel van de garantstelling bij wijze van voorfinanciering wellicht nodig is om de uitvoeringsorganisatie te bemannen.
Eigen vermogen
n.v.t.
Financieel resultaat
n.v.t.
Ontwikkelingen
-
143
Openbaar Lichaam Volwasseneneducatie Rijnmond (OLIVER ) Betrokkenen
Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen a/d IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne, Goedereede, Dirksland, Middelharnis en Oostflakkee.
Bestuurlijk belang
Het Algemeen Bestuur van het OLIVER wordt gevormd door collegeleden van de 20 betrokken gemeenten. Het Dagelijks Bestuur van het OLIVER bestaat uit de voorzitter, en vier uit het Algemeen Bestuur gekozen bestuurders. Namens de gemeente Lansingerland heeft W. ten Katen zitting in het Algemeen Bestuur. N. Boedhoe is plaatsvervangend lid.
Openbaar belang
Het OLIVER maakt de gezamenlijke inkoop van het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) mogelijk voor volwassenen van 18 jaar en ouder in de regio Rotterdam en omstreken.
Financieel belang
76.000 (begroting 2009, gemeente Lansingerland).
Eigen vermogen
-
Financieel resultaat
-
Ontwikkelingen
Gezamenlijk aanbod VAVO door Albeda en ROC Zadkine.
144
3.7. Grondbeleid Grondbeleid Het grondbeleid dat de gemeente Lansingerland op dit moment voert is er met name op gericht om de programmatische afspraken die met de Stadsregio Rotterdam zijn gemaakt, tijdig na te komen. Hiertoe voert de gemeente een actief grondbeleid, maar soms wordt een faciliterend grondbeleid ingezet als de situatie daarom vraagt. Bij het voeren van faciliterend grondbeleid wordt er naar gestreefd om via de privaatrechtelijke weg gemaakte kosten te verhalen. Indien dit niet lukt zullen de kosten worden verhaald via de publiekrechtelijke weg. In dat kader zal de gemeente in de toekomst handelen naar de regels van de nieuwe grondexploitatiewet, die onderdeel uitmaakt van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening. Op de belangrijkste locaties binnen de gemeente is de Wet Voorkeursrecht Gemeenten gevestigd om op die manier op het gebied van de ruimtelijke ordening de regie te kunnen voeren. Het onteigeningsinstrument wordt veelal in laatste instantie pas ingezet. Verstedelijkingsafspraken met de Stadsregio Met de Stadsregio Rotterdam zijn programmatische afspraken gemaakt voor de periode 2005-2010. Deze afspraken zijn eind 2007 herijkt. De programmatische afspraken hebben betrekking op een totaal aantal van 4.800 op te leveren woningen, waarvan 1.198 bereikbare huurwoningen. De Verstedelijkingsafspraken worden voornamelijk gerealiseerd op de locaties De Tuinen, Meerpolder, Parkzoom, Rodenrijse Zoom, Westpolder Bolwerk en Wilderszijde. Hiernaast worden nog andere locaties ontwikkeld. Dit zijn met name bedrijvenlocaties en kleinschalige woningbouwprojecten. Grondexploitatie, risico’s en weerstandvermogen Jaarlijks worden alle grondexploitaties geactualiseerd. Daarnaast wordt er jaarlijks een risicoanalyse op de grondexploitaties uitgevoerd. Deze risicoanalyse en het rapport ‘Actualisatie grondexploitaties 2008’ zullen in oktober 2008 aan de gemeenteraad ter vaststelling worden voorgelegd. De ‘Actualisatie grondexploitaties 2008’ met prijspeil 1 januari 2008 kent een voordelig saldo van € 1,8 miljoen. (netto contante waarde). Door PRC Bouwcentrum is, in samenwerking met de gemeente, een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze risicoanalyse blijkt een gekwantificeerd risico van € 11,7 mln. Hierbij is het belangrijk om op te merken dat het renterisico en het marktrisico geen onderdeel uitmaken van deze analyse / dit bedrag. Op dit moment beschikt de gemeente over voldoende reserves en voorzieningen om de (gekwantificeerde) risico’s te kunnen afdekken. Gezien de vertrouwelijkheid van het cijfermateriaal wordt voor meer informatie verwezen naar de hierboven vermelde vertrouwelijke rapportages. Winstneming De gemeente Lansingerland kent op dit moment geen nota ‘Winst en verliesneming’ waarin het beleid hieromtrent is vastgesteld. In de eerste helft van 2009 zal een begin worden gemaakt met de opzet van deze nota. De gemeente voldoet uiteraard aan het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), hetgeen betekent dat verliezen worden genomen wanneer deze zich voordoen en onafwendbaar zijn. Winsten worden genomen bij het administratief afsluiten van het complex c.q. bestemmingsplan. Administratieve afsluiting vindt plaats wanneer de laatste grondverkoop binnen het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met de nog te maken kosten tot het einde van het project.
145
3.8. Herindeling De per 1 januari 2007 gerealiseerde herindeling kent een voorspoedig verloop. Na het plaatsingsproces, dat relatief soepel verliep, bleek het wel nodig om een actief beleid te voeren om de juiste mens op de juiste plaats te krijgen. Het financiële inzicht is gecreëerd en de informatievoorziening draait naar behoren. Wel blijken de diverse harmonisatietrajecten weerbarstig en daardoor langer te duren dan verwacht. Hierdoor zullen ook in 2009 nog activiteiten plaatsvinden. Dit kan echter gefinancierd worden uit de niet gebruikte middelen van 2008. Voor de frictiekosten is in april 2006 door de drie raden een budget beschikbaar gesteld van € 6,3 miljoen. Dit budget wordt gedekt door een specifieke uitkering uit het gemeentefonds van € 6,2 miljoen en een bijdrage van de provincie van € 0,1 miljoen. In 2006 is van de beschikbare € 6,3 miljoen een bedrag uitgegeven van: De uitgaven in 2007 bedroegen: De raming voor 2008 bedroeg € 2.175.000. Doordat enkele werkzaamheden door zullen lopen in 2009 zal er in 2008 minder nodig zijn. Naar verwachting zal in 2008 uitgegeven worden: Voor 2009 resteert een bedrag van De raming van de kosten voor 2009 is als volgt: ♦ Communicatie ♦ Personele inzet ♦ Flankerend beleid ♦ Opleidingskosten en bijeenkomsten ♦ Onvoorzien Raming 2009
€ 925.000 € 2.777.000
€ 1.826.000 € 772.000
€ 145.000 € 460.000 € 50.000 € 60.000 € 57.000 € 772.000
Toelichting bij de raming 2009: In 2009 zullen nog uitgaven volgen voor communicatie in het kader van het op de kaart zetten van Lansingerland. Komend jaar zal als -gevolg van de herindeling - een aantal zwaardere trajecten afgerond moeten worden. Op enkele beleidsvelden dient een samenhangend beleid, uitstijgend boven de drie kernen, vorm gegeven te worden. Deels zal dit gerealiseerd worden door de inzet van extern personeel. Daarnaast moet bij de afdeling Vergunning en Handhaving nog een achterstand weggewerkt worden en zal er worden geïnvesteerd in control-maatregelen. Ook wordt er in het kader van de harmonisatie nog gewerkt aan de realisatie van enkele beheersplannen voor de openbare ruimte. Het gaat hierbij veelal om een eenmalige investering waarbij tijdelijk op onderdelen specialistische externe kennis vereist is. Voor personele consequenties die voortvloeien uit de herindeling, zoals herplaatsingskosten en outplacement, wordt rekening gehouden met te dekken kosten. Ook in 2009 zullen nog enige extra kosten gemaakt worden voor aanvullende scholing en voor (teambuildings)bijeenkomsten die als gevolg van de herindeling nodig zijn.
146
4. Meerjarenbegroting 2009 – 2012
147
4.1. Overzicht van Baten en Lasten (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2007 Lasten 1. Burger en Bestuur 6.196 2. Actief in Lansingerland 5.858 3. Opgroeien in Lansingerland 7.235 4. Integrale veiligheid 2.734 5. Maatschappelijke Ondersteuning 5.700 6. Werk en Inkomen 7.097 7. Economie en Glastuinbouw 24 8. Bereikbaarheid en mobiliteit 284 9. Grondbeleid 85.623 10. Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu 3.282 11. Beheer Openbare Ruimte 15.987 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 28.622
Begroting Begroting Meerjarenraming 2008 2009 2010 2011
2012
6.037 8.582 11.327 3.416 8.131 9.610 229 635 3.852 6.985 27.718 4.377
6.306 9.215 12.331 3.302 8.566 10.430 689 644 212.407 7.692 23.442 6.454
6.957 9.747 14.282 3.624 8.966 10.820 662 701 108.709 8.385 24.470 6.688
7.505 10.199 15.013 3.914 9.263 11.164 701 743 90.635 8.927 26.949 5.800
7.925 10.851 16.100 4.124 9.215 11.457 732 775 100.493 9.372 28.442 5.568
168.642
90.899
301.477
204.010
190.812
205.055
Baten 1. Burger en Bestuur 938 2. Actief in Lansingerland 1.071 3. Opgroeien in Lansingerland 772 4. Integrale veiligheid 173 5. Maatschappelijke Ondersteuning 1.136 6. Werk en Inkomen 6.562 7. Economie en Glastuinbouw 53 8. Bereikbaarheid en mobiliteit 4 9. Grondbeleid 83.740 10. Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu 5.632 11. Beheer Openbare Ruimte 12.049 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 61.503
657 1.183 695 27 1.131 6.350 97 3 1.075 1.786 10.582 55.160
892 1.317 731 28 1.430 7.162 185 3 207.289 2.532 11.329 61.912
916 1.334 836 29 1.509 7.141 188 3 103.425 2.263 14.085 65.940
941 1.402 835 29 1.587 7.152 191 3 90.485 2.030 14.480 69.530
967 1.403 834 30 1.368 7.195 194 3 99.493 2.020 15.332 73.358
78.747
294.808
197.669
188.666
202.197
Totaal lasten programma's
Totaal baten programma's
173.633
Saldo programma's voor bestemming 1. Burger en Bestuur 5.2582. Actief in Lansingerland 4.7873. Opgroeien in Lansingerland 6.4634. Integrale veiligheid 2.5615. Maatschappelijke Ondersteuning 4.5646. Werk en Inkomen 5357. Economie en Glastuinbouw 29 8. Bereikbaarheid en mobiliteit 2809. Grondbeleid 1.88310. Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu 2.350 11. Beheer Openbare Ruimte 3.938Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 32.880 Totaal saldo programma's vóór bestemming
148
4.990
5.3807.39910.6323.3896.9993.2601326322.7775.19917.13650.783
5.4147.89811.6013.2747.1353.2685046415.1185.16012.11355.458
6.0418.41313.4473.5967.4573.6794746985.2846.12210.38459.252
6.5638.79614.1793.8857.6764.0125117391506.89712.46963.730
6.9589.44815.2664.0947.8474.2615397721.0007.35213.11067.790
12.152-
6.669-
6.342-
2.146-
2.857-
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2007 Transport: resultaat vóór bestemming
2012
12.152-
6.669-
6.342-
2.146-
2.857-
Toevoegingen reserves 1. Burger en Bestuur 30 2. Actief in Lansingerland 665 3. Opgroeien in Lansingerland 33 4. Integrale veiligheid 5. Maatschappelijke Ondersteuning 6. Werk en Inkomen 7. Economie en Glastuinbouw 8. Bereikbaarheid en mobiliteit 9. Grondbeleid 21.045 10. Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu 1.039 11. Beheer Openbare Ruimte 2.291 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 35.661
1.047 843 3.900
1 655 2.414 16.643
3 2.820 1.014 19.678
3 114 2.124
2 218 2.149
Totaal toevoegingen reserves
60.764
5.789
19.712
23.515
2.241
2.369
Onttrekkingen reserves 1. Burger en Bestuur 2. Actief in Lansingerland 621 3. Opgroeien in Lansingerland 1.657 4. Integrale veiligheid 5. Maatschappelijke Ondersteuning 85 6. Werk en Inkomen 50 7. Economie en Glastuinbouw 8. Bereikbaarheid en mobiliteit 45 9. Grondbeleid 23.530 10. Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu 86 11. Beheer Openbare Ruimte 796 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 32.162
814 1.617 278 500 150 2.777 850 8.170 2.764
2.092 3.031 5.118 195 1.962 14.022
3.115 5.284 134 150 21.245
295 150 113 114 3.798
40 1.000 113 218 3.861
17.920
26.420
29.928
4.470
5.232
6.5668.79613.8843.8857.6764.0125117396.78412.46965.404
6.9609.44815.2264.0947.8474.2615397727.23913.11069.502
Totaal onttrekkingen reserves
4.990
Begroting Begroting Meerjarenraming 2008 2009 2010 2011
59.032
Saldo programma's ná bestemming 1. Burger en Bestuur 5.2882. Actief in Lansingerland 4.8313. Opgroeien in Lansingerland 4.8394. Integrale veiligheid 2.5615. Maatschappelijke Ondersteuning 4.4796. Werk en Inkomen 4857. Economie en Glastuinbouw 29 8. Bereikbaarheid en mobiliteit 2359. Grondbeleid 602 10. Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en Milieu 1.397 11. Beheer Openbare Ruimte 5.433Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 29.381 Totaal resultaat na bestemming
3.258
5.3807.6329.8583.1116.4993.2601324824.3498.96649.647 22-
5.4156.46110.9843.2747.1353.2685046414.96510.15252.838 39
6.0448.41313.1523.5967.4573.6794746985.98811.24860.819 72
83
6
149
4.2. Overzicht incidentele Baten en Lasten In dit overzicht worden de incidentele baten en lasten weergegeven voor de periode 2009 – 2012. Het opnemen van het overzicht van incidentele baten en lasten is gebaseerd op artikel 19 van het BBV. Het opnemen van dit overzicht is relevant voor de vraag: in welke mate wordt het begrotingssaldo 2009 tot en met 2012 beïnvloed door incidentele lasten en baten. Het overzicht van de incidentele baten en lasten van de gemeente Lansingerland ziet er als volgt uit: Bedragen x € 1.000 2009
2010
2011
2012
Europese parlementsverkiezingen
30
-
-
-
Bodembeheerplan
59
-
-
-
Wijkgericht werken
50
-
-
-
Kleedkamersubsidie
INCIDENTELE LASTEN:
340
105
-
200
Onderzoeksbudget (groen/recreatie)
70
-
-
-
Impuls naamsbekendheid
50
50
-
-
Implementatie BAG
40
30
-
-
Tijdelijke huisvesting gemeente
315
273
68
-
Plaatsen JOP, traphekjes en skatebanen in elke kern
616
-
-
-
-
255
255
255
Kunst Landscheidingspark
100
-
-
-
Handhavingsbeleid
200
-
-
-
80
-
-
-
Tijdelijke huisvesting onderwijs
Fietsknopen netwerk Waterplan Lansingerland
175
-
-
-
1.000
1.250
-
-
-
210
-
-
Voorziening grondprijzen
1.100
1.400
600
-
Storting algemene reserve
3.500
-
-
-
Totaal incidentele lasten
7.725
3.573
923
455
Onttrekking reserve - tijdelijke huisvesting gemeente
315
273
68
-
Onttrekking reserve - Plaatsen JOP e.d.
616
-
-
255
Voorziening achterstallig onderhoud Smitshoek
INCIDENTELE BATEN:
Onttrekking reserve - Tijdelijke huisvesting onderwijs
-
255
255
Onttrekking reserve - Kunst Landscheidingspark
100
-
-
-
Onttrekking reserve - Handhavingsbeleid
200
-
-
-
Onttrekking reserve - Fietsknopen netwerk
80
-
-
-
175
-
-
-
Totaal incidentele baten
1.486
528
323
255
Totaal incidenteel saldo
-6.239
-3.045
-600
-200
39
72
83
6
6.278
3.117
683
206
Onttrekking reserve - Waterplan Lansingerland
Saldo MJB 2009-2012 Saldo MJB 2009-2012 excl incidentele posten
150
4.3. Gehanteerde uitgangspunten Bij de samenstelling van de begroting 2009 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Algemeen ♦ Deze begroting is opgesteld conform de voorschriften uit het ‘Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten’ (BBV) van 17 januari 2003. ♦ De financiële gevolgen van besluiten die genomen zijn tot en met de raadsvergadering van 17 juli 2008 zijn verwerkt in de onderliggende stukken. ♦ De septembercirculaire 2008 van het gemeentefonds is meegenomen in de begroting. Wij gaan er vanuit dat de behoedzaamheidreserve voor 50% wordt uitgekeerd. Lonen en prijzen ♦ Het financiëel meerjarenperspectief 2009-2012 is gebaseerd op lopende prijzen. ♦ De jaarlijkse prijsstijging bedraagt 2,75% en de loonontwikkeling 4,25%. Deze raming is afkomstig uit de op 19 juni 2008 door de gemeenteraad vastgestelde kadernota. ♦ Voor de formatie is uitgegaan van de formele sterkte per 1 juli 2008 (344,04 fte) Kapitaallasten ♦ Kapitaallasten over investeringen worden berekend op basis van het beleid uit de nota ‘Waarderen en afschrijven’ (2007): De afschrijvingslasten worden berekend vanaf 1 januari na de datum van ingebruikname. De rentelasten worden toegerekend over de boekwaarde per 1 januari. ♦ Rentelasten worden berekend op basis van het beleid uit de nota ‘Financiering en rentebeleid’ (2007) De interne rekenrente bedraagt 4,5%. Voor extern aan te trekken financiering wordt uitgegaan van een gemiddelde rentelast van 4,5%. De rentevergoeding die aan de grondexploitatie wordt doorberekend is het gemiddelde percentage dat wordt betaald voor de extern aangetrokken langlopende financieringsmiddelen. Reserves en voorzieningen ♦ De reserves en voorzieningen zijn gebaseerd op de aan de gemeenteraad aangeboden nota ‘Toetsing reserves en voorzieningen 2008’ (Raadsbehandeling 30 oktober 2008) ♦ Om de koopkracht van reserves in stand te houden worden de reserves jaarlijks opgehoogd met 1,25% inflatievergoeding.
Systematiek ‘omgaan met groei’ Als gevolg van het groeiend aantal inwoners neemt de omvang van de begroting van de gemeente Lansingerland ook in de komende jaren steeds verder toe. Om hierop een gezond financieel beleid te kunnen voeren is in 2007 de beleidslijn ‘omgaan met groei’ vastgesteld. Wij beschrijven hier in het kort hoed deze beleidslijn concreet in de begroting is uitgewerkt. Baten groei De stijging van het aantal woningen c.q. het aantal inwoners vertaalt zich met name in een toename van de algemene uitkering en een hogere OZB-opbrengst. Wij baseren ons in deze meerjarenbegroting op de woningbouwplanning d.d. 1 mei 2008. De uiteindelijke realisatie van de woningbouwplanning kent echter onzekerheden. In de begroting wordt uitgegaan van een minimaal te realiseren woningbouwproductie van 100% van de planning in 2009, 90% van de planning in 2010, 70% van de planning in 2011 en 60% van de planning in 2012.
151
Dit betekent dat wij de batenkant van de meerjarenbegroting hebben gebaseerd op onderstaande aantallen. Woningbouwplanning (1 mei 2008) Aantal inwoners Aantal woningen
1 jan. 2009 51.926 20.332
1 jan. 2010 56.253 22.026
1 jan. 2011 61.202 23.964
1 jan. 2012 65.324 25.578
MJB 2009-2012 (incl onzekerheid) Aantal inwoners Aantal woningen
1 jan. 2009 51.926 20.332
1 jan. 2010 56.253 22.026
1 jan. 2011 60.707 23.770
1 jan. 2012 63.593 24.900
Lasten groei De nota groei maakt een onderscheid in twee elementen namelijk direct aan groei gerelateerde budgetten en een vrij afweegbare component. De vrij afweegbare component is in het begrotingssaldo verwerkt en bij de Kadernota 2008 met concrete plannen ingevuld. De budgetten die een directe relatie met de groei vertonen zijn als volgt in de begroting verwerkt: ♦ Formatie Het voor de organisatie beschikbaar formatiebudget is gebaseerd op 7 fte’s per 1.000 inwoners. Voor de toekomstige formatie-uitbreiding is een stelpost opgenomen die wordt gebaseerd op de gemiddelde loonsom. ♦ Gemeenschappelijke regelingen De gemeenschappelijke regelingen zijn gebudgetteerd op de verwachte bijdrage 2009 en voor de jaren erna is er naast een prijsindex een directe koppeling met de groei van het aantal inwoners. ♦ Uitkeringen sociale zorg De groei heeft ook een stijging van de uitkeringen sociale zorg en andere open-einde-regelingen tot gevolg. Er is echter geen sprake van een directe koppeling met de groei van het aantal inwoners. Voor de Wet Werk en Bijstand (WWB) is in het kader van groei een jaarlijkse budgetstijging in de begroting opgenomen. Stijging van andersoortige uitgaven worden betrokken in de verdeling van de vrij besteedbare component van het groeibudget. ♦ Areaaluitbreidingen groen, wegen, openbare verlichting e.d. De groei brengt ook een toename van het te onderhouden areaal met zich mee. Het in de kadernota beschikbaar gesteld bedrag voor areaaluitbreiding 2009 is thans in de werkbudgetten verwerkt. Voor de areaaluitbreiding vanaf 2010 en latere jaren is geld gereserveerd in de vorm van een stelpost.
152
Bijlagen
153