Samenhang INLEIDING "Samenhang... hoe gaat dat?" Samenhang tussen vakken is een begrip dat op verschillende manieren opgevat kan worden. Samenhang waarmee en met wie? Maar vooral waarom 'samenhang' en voor wie? Is er al sprake van samenhang als u samen met drie docenten vanuit verschillende vakken aan de eindejaarsmusical werkt? Geeft een jaarlijks multidisciplinair project al meer samenhang aan uw onderwijs? Of spreekt u pas van samenhangend leren als de vakken echt geïntegreerd aangeboden worden? Hier komen voor- en tegenargumenten van samenhang tussen vakken aan bod, belicht vanuit de schoolpraktijk en literatuuronderzoek. Ook gaan we in op het onderscheid tussen samenwerking en samenhang. Afgesloten wordt met de manier waarop u samenhang kunt realiseren.
INFORMATIE TEGENARGUMENTEN Er zijn veel argumenten tegen samenhang tussen vakken. Zo is er de angst dat de 'kunst' verloren gaat door de samenhang: de kunstvakken worden alleen ingezet om activiteiten en andere vakken te verlevendigen met bijvoorbeeld een leuke poster of een rollenspel. Een ander tegenargument is dat een verborgen agenda meespeelt om het aantal uur voor een groep vakken te verminderen en daarmee een poging tot bezuinigen te realiseren. Door vakken samen te voegen kan het totaal aantal lesuren immers verminderen. Ook zijn er praktische bezwaren. Het vraagt een extra tijdsinvestering en problemen kunnen ontstaan door roosters die niet op elkaar afgestemd kunnen worden, bijvoorbeeld door de werkdagen van docenten. Maar er zijn ook inhoudelijke tegenargumenten. Er is weinig overeenkomst tussen de verschillende kunstdisciplines als u kijkt naar de vakspecifieke eigenschappen. Kunstvakken zijn niet als een eenheid aan te bieden, omdat dan de eigenheid van het vak dan in het gedrang komt. Compositie IV van de schilder Kandinsky en Compositie IV van componist Morgan Guberman – of de structuur van een sonate en de structuur van een sonnet, of de choreografie binnen dans en de choreografie van de cameravoering, of de uitvoering en interpretatie van een dansstuk van Martha Graham en de uitvoering van een eigen ontwerp bij beeldende vormgeving – hebben weinig met elkaar te maken. Het is wel mogelijk verbanden tot stand te brengen, maar ze zijn niet intrinsiek aanwezig. Juist om de eigenheid van het eigen vak heeft een grote groep docenten twijfels over de zin van het doelbewust samenhang creëren in het programma.
ARGUMENTEN VOOR Daar tegenover staan argumenten die pleiten voor samenhang in het programma. Er komt voor de leerling meer samenhang in het leren. Er worden verbindingen gelegd tussen de kunstvakken, wat leerlingen meemaken en maatschappelijke onderwerpen. Het leren krijgt daardoor meer betekenis voor leerlingen. Ook de actuele kunst is niet los te zien van de maatschappelijke context, denk aan politieke verhoudingen, westerse versus niet-westerse culturen en milieuproblematiek. Degenen die de actuele kunst als uitgangspunt nemen, wijzen erop dat deze zich met andere vakgebieden bezighoudt en verschillende kunstdisciplines omvat door gebruik van onder meer nieuwe media en door het vervagen van grenzen tussen bijvoorbeeld beeldende kunst en theater in performances. Veel argumenten die pleiten voor samenhang komen van onderzoekers, onderwijskundigen en schooldirecties. Binnen het project Cultuur in de Spiegel presenteert Barend van Heusden een theorie die samenhangend leren ondersteunt. De diverse argumenten zijn onder te verdelen in argumenten vanuit het leren, de vakinhoud en ten slotte vanuit een mensbeeld. In het kader staat een aantal argumenten genoemd.
ARGUMENTEN VOOR 'SAMENHANG' Vanuit het leren Bransford, Brown en Cocking (2000): "Leerlingen leren pas echt als er sprake is van inzichtelijk en betekenisvol leren. Het is essentieel dat leerlingen het curriculum als samenhangend en nietgefragmenteerd ervaren." Bamford (2009): "Samenhang in het aanbod brengt meer leereffecten teweeg dan losse, onsamenhangende activiteiten." Vanuit de vakinhoud Parsons (2004): "Ontwikkelingen in de kunsten zelf: veel actuele kunst bestaat uit verschillende kunstdisciplines." Bamford (2009): "Men ziet elkaar binnen de kunst- en cultuurwereld, maar ook in het onderwijs, te veel als concurrenten en leert daardoor niet van elkaar." Vanuit een mensbeeld Van Heusden (2010): "Kunst is de verbeelding. Cultuur omvat het waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren, waarbij mensen gebruikmaken van verschillende media, die weer met elkaar in verband staan." Parsons (2004): "De bindende factor voor de kunsten richt zich voornamelijk op manieren van betekenisverlening (levensecht, maatschappelijk relevante en persoonlijke ervaringen).
WELKE TEGENSTELLING?
Grofweg is te stellen dat de tegenstanders bang zijn de eigenheid van het vak te verliezen in samenhangend leren, terwijl de voorstanders het vooral zoeken in betekenisvol leren vanuit een context. Kennelijk is dit laatste meer waardevol als wordt afgegaan op de theoretische opvattingen zoals vermeld in het kader. Door samenhangend leren zijn er meer leereffecten, meer toepasbare kennis en vaardigheden, bovendien kunnen de vakken van elkaar leren. Toch concludeert Folkert Haanstra in een literatuuroverzicht over integratie van kunstvakken dat de argumenten pro en contra nog weinig onderbouwd zijn door empirisch onderzoek. "Er zijn tal van redenen om de doelen, vormen en effecten van vakkenintegratie in de kunsten serieus te
2
SAMENHANG
onderzoeken. Parsons wijst daarbij terecht op maatschappelijke ontwikkelingen, op onderwijskundige en psychologische ontwikkelingen en op ontwikkelingen in de kunsten zelf. Maar ook degenen die vrezen dat integratie kan leiden tot verlies van vakinhoudelijke kwaliteit moeten serieus genomen worden. De praktijk laat zien dat de verleiding bestaat om kunstzinnige activiteiten alleen als middel in te zetten." Door onderzoek zal duidelijker worden om welke tegenstelling het gaat. Mogelijk is die tegenstelling kleiner dan we soms denken. Er zal in de eerste plaats een duidelijke definiëring van samenhangend leren nodig zijn. Afhankelijk van de bovengenoemde motivaties vat ieder het namelijk algauw anders op. SAMENWERKING Vaak wordt gesteld dat samenwerking een voorwaarde is voor samenhang. Het gaat hierbij echter ook om de wijze van samenwerken. Want als we goed naar de argumenten vóór samenhangend leren kijken, is de consequentie dat een enthousiaste samenwerking om tot een leuke eindmusical te komen in veel gevallen niet aan de doelstelling van deze wijze van leren zal beantwoorden. In dit geval is er sprake van een samenvoegend project. Bij dit soort projecten worden de producten van ieder van de vakken aan het eind samengevoegd en zijn de vakken niet echt van elkaar afhankelijk. In veel gevallen zijn de vaardigheden leidend en is de samenhang vooral procedureel van aard. Het hangt af van de mate van initiatief dat een docent naar zich toe trekt. Of van de mate waarmee een docent contacten legt of juist niet. En samenwerking leidt ook om die redenen regelmatig tot frustraties. Denk aan de docent beeldend die het op een goed moment echt zat is om altijd de folder of het decor te maken of de leden van de kunstvaksectie die balen dat zij altijd weer de kar moeten trekken. Bij samenwerking gaat het erom dat eerst stil gestaan wordt bij de betekenis ervan. Wat is het gemeenschappelijke idee en het doel waar we aan willen werken? Vervolgens kan bepaald worden welke soort samenwerking voorop dient te staan. •
Samenwerking waarbij een vak (of een groepje vakken) leidend is en die andere vakken uitnodigt te participeren.
•
Samenwerking waarbij de deelnemende vakken een gelijkwaardige inbreng hebben.
•
Samenwerking waarbij een vak (of een groepje vakken) volgend of dienend in een activiteit van andere vakken deelneemt.
De schoolleiding dient beleidsmatig sturing te geven, opdat docenten ruimte krijgen en nemen om alle vormen van samenwerking aan te gaan. Dit stimuleert een evenwicht binnen de school en waarschijnlijk niet alleen in belasting van de docenten maar ook inhoudelijk. DEFINITIE VAN SAMENHANG Samenwerking is een voorwaarde, maar is dus niet het kenmerk dat de samenhang definieert. In de onderbouw komt samenhang terug in de algemene karakteristieken. "Leren in samenhang betekent onder andere dat leraren de relaties tussen inhoud uit de verschillende vakken en leergebieden aanbrengen en dat zij leerlingen laten werken vanuit het geheel naar het deel." Wellicht dat het perspectief van de leerling nog het meeste duidelijkheid verschaft. Want samenhang tussen de kunstvakken onderling, maar ook tussen kunstvakken en niet-kunstvakken, zorgt dat een leerling meer ruimte krijgt voor inzichtelijk en betekenisvol leren. Wanneer de docent de verbanden tussen onderwijs en de maatschappij aanbiedt, krijgt de leerling een minder gefragmenteerd beeld en dit laatste is weer bevorderlijk voor het vasthouden van de opgedane kennis en vaardigheden.
3
SAMENHANG
Samenhang is ten slotte van groot belang in de zin van doorlopende leerlijnen, waarbij een leerling bij het opnemen van nieuwe kennis of vaardigheden voortbouwt op eerder opgedane ervaringen, maar ook zicht krijgt op hoe dit in de toekomst uitgebreid kan worden. HOE ZORGT U VOOR SAMENHANGEND LEREN? Dat kan bijvoorbeeld wanneer de overeenkomsten en overlap tussen de vakken, maar ook de eigenheid van de vakken in één verhaal gepresenteerd, besproken, bestudeerd of onderzocht worden. Meestal verbindt een thema de vakken en is zo'n thema relevant voor de leerling, de maatschappij en de kunsten. Bij constructivistisch leren ligt het accent meer probleem- en oplossingsgericht. Centraal staat dan een probleemstelling (een opdracht), leerlingen onderzoeken deze, en komen vanuit diverse invalshoeken (disciplines) tot een 'oplossing' (een product). In beide gevallen geldt dat: •
leerlingen van meet af aan werken aan één (geïntegreerd) product;
•
vakken van begin tot eind van elkaar afhankelijk zijn;
•
feiten met elkaar worden verbonden.
Fianne Konings heeft vakliteratuur vergeleken over hoe je samenhang kunt creëren en signaleert dat er veel uitwisselbare termen worden gehanteerd zoals vakkenintegratie, interdisciplinair, multidisciplinair, maar ook andere woorden als thematisch werken. Konings probeert voorbij het idee van 'clusteren' van opdrachten te komen en stelt de 'interdisciplinaire aanpak' centraal. Multidisciplinair heeft betrekking op een aantal vakken zoals in een samenvoegend project dat we eerder al noemden. Interdisciplinair wordt verklaard als: "Verschillende takken van wetenschap onderling betreffend of daaruit gevormd." Het eerste verschil is dat multidisciplinair over vakken blijft spreken, terwijl dit bij interdisciplinair kan gaan over disciplines en vakgebieden. Zie het schema hieronder (uit: Grenzen in samenhang). Verschillen tussen multidisciplinair en interdisciplinair: MULTIDISCIPLINAIR
INTERDISCIPLINAIR
Er wordt over vakken en/of disciplines gesproken.
Er wordt over disciplines en vakgebieden gesproken.
Er worden geen verbanden gelegd tussen de vakken
Er worden verbanden gelegd tussen disciplines en
en disciplines.
vakgebieden.
Er wordt geen poging tot integreren gedaan.
Er worden pogingen gedaan tot het integreren van disciplines.
Er ontstaan geen nieuwe discipline- en/of
Er kunnen nieuwe disciplines en/of vakoverstijgende
vakoverstijgende inzichten. Dit is ook niet het doel.
inzichten ontstaan. Dit kan het doel zijn.
De vakken en disciplines leveren elk hun bijdrage in
De disciplines hebben elkaar nodig om een probleem
een groter project. Ze hebben elkaar niet nodig om
op te lossen of een onderwerp te behandelen.
een probleem op te lossen of tot inzichten en
Wanneer een van de gekozen disciplines wegvalt,
activiteiten te komen en kunnen misbaar zijn in een
heeft dit consequenties voor de inzichten die men
project.
kan verwerven.
In 2009 is een aantal scholen in het kader van het onderzoek van Konings bezocht vanuit vragen over interdisciplinair werken. Er zijn interessante antwoorden uit gekomen.
4
SAMENHANG
•
Er is een onderscheid te maken tussen praktisch interdisciplinair werken en inhoudelijk interdisciplinair werken. Bij praktisch interdisciplinair werken worden de praktische vaardigheden wel ingezet, maar er is weinig tot geen raakvlak met maatschappelijke of persoonlijke onderwerpen. Bij inhoudelijk interdisciplinair werken betreft het thema's en onderwerpen die professionele disciplines zoals kunst, techniek en natuurwetenschappen met elkaar verbinden, maar ook een maatschappelijk onderwerp aanstippen dat leerlingen bezighoudt. Het werk van een hedendaagse kunstenaar met het onderwerp communicatie via media staat bijvoorbeeld centraal. De praktijk in het onderwijs neigt volgens Konings meer naar praktisch interdisciplinair.
•
Sommige thema's lijken gemakkelijker als zinvol voor meerdere disciplines te benoemen. Bijvoorbeeld omdat het eenvoudiger is om op het thema essentiële vragen te formuleren. Te denken valt aan thema's als 'Wie ben ik?', 'Energie' of 'Voedsel'.
•
Projecten waarin de drie werelden van leerlingen, de maatschappij en de kunsten samenkomen zijn zeldzaam. Opvallend is wel dat themakeuze en opdrachten voor vmbo-leerlingen meer gericht zijn op het functioneren van deze leerlingen in de maatschappij. Zo moeten vmbo-leerlingen bijvoorbeeld in opdrachten vaker een kamer of kastdeur schilderen. Bij havo/vwo-leerlingen wordt eerder een link naar henzelf gelegd.
•
Disciplinevaardigheden zijn bij het integreren van vakken wel degelijk van belang voor het welslagen hiervan. Dus in plaats van de poster bij een geïntegreerd project kan ook iets anders gekozen worden. In ieder geval gaat het om een zinvol thema en zinvolle disciplinevaardigheden.
WAAR TE BEGINNEN? Als u alleen staat, moet u klein beginnen. Begin pas met vakoverstijgende initiatieven als u weet wat er op school al gebeurt. Zoek daarom eerst binnen het bestaande programma naar wat de diverse vakken binnen een sectie of leergebied al doen. Mogelijk komt u tot de ontdekking dat uw collega op diverse momenten hetzelfde doet als u, zonder dat u de leerlingen wijzen op de verbanden. Maar tegelijk vindt u binnen het programma een rijkdom aan mogelijkheden tot samenhang die met weinig moeite gerealiseerd kunnen worden. Het gaat dan alleen om een aanpassing in moment, formulering of afstemming. U kunt verbinding zoeken: •
via inhoudelijke thema's;
•
gezamenlijke producties;
•
de vakinhoud: begrippen, perioden, stijlen;
•
de algemene vaardigheden: reflectie, presentatie;
•
didactiek: opdrachten aanbieden en beoordelen.
De bestaande projecten en activiteiten moeten verankerd en eventueel uitgebouwd worden, maar vooral gekoesterd. En als vervolgens een nieuw project aan de horizon gloort, is het van belang dit van meet af aan doelgericht op te zetten. Niet te beginnen met de praktische uitvoering en organisatie, maar met een paar inhoudelijke vragen. In de publicatie Grenzen aan samenhang staat het als volgt geformuleerd. 1
Is het gezamenlijk gekozen onderwerp/thema belangrijk en zinvol voor de afzonderlijke (aan het integreren deelnemende) disciplines?
2
Welke essentiële vragen vloeien voort uit het centraal gekozen thema en willen de verschillende disciplines gezamenlijk en afzonderlijk beantwoord krijgen?
Als u meer lesstofgericht werkt, vraagt u zich het volgende af. 3
Welke nieuwe inzichten worden verworven als u met meer dan een discipline een onderwerp onderzoek/bestudeert?
Op deze manier kunt u een gezamenlijke activiteit zo ontwerpen dat leerlingen inderdaad samenhangend zullen leren.
5
SAMENHANG
BRONNEN EN VERWIJZINGEN LITERATUUR •
Hagen, T., F. Konings & F. Haanstra. 'Grenzen aan Samenhang. Over samenhang binnen de kunstvakken in de vernieuwde onderbouw van het voortgezet onderwijs. Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Lectoraat Kunst- en cultuureducatie. Te downloaden via: http://www.ahk.nl/fileadmin/download/ahk/Lectoraten/Kunst-_en_cultuureducatie/grenzen-aansamenhang.pdf
•
Gerrits, A., A. Rass & J. van Gemert (2010). Samenhang en Cultuurprofielscholen. Het zoeken naar kwaliteit door het verbinden van vaardigheden of vakinhouden tussen de vakken. In: Kunstzone, april 2010.
•
Rass, A. (2008). Samenhang kunst- en cultuureducatie, Het hoe en waarom. In: Kunstzone, december 2008.
•
Janssen, H. (2004). Vakoverstijgend onderwijzen en samenhangend leren. In: Kunstzone, oktober 2004.
•
Rass, A. & S. van Tuinen (2008). Durf te combineren. Enschede: SLO.
DEZE WEBSITE •
samenhanginhetprogrammacreeeren.pdf
•
samenhanginhetprogrammaeenformat.pdf
•
nuleenofmeerdereprofielen.pdf
•
onderwijsconceptencultuurprofiel.pdf
WEBSITES •
http://www.durftecombineren.slo.nl Een website met praktische hulp en 15 adviezen voor het zoeken naar samenhang.
•
http://digischool.kennisnet.nl/attachments/session=cloud_mmbase+1026289/DIGISCHOOL___Va koverstijgend_onderwijzen_en_samenhangend_l….pdf In dit artikel wordt de achtergrond van de nieuwe onderbouw belicht.
•
http://www.slo.nl/voortgezet/onderbouw/publicaties/ Een overzichtpagina van SLO met meerdere artikelen en publicaties die ingaan en/of voorbeelden geven op het gebied van samenhang.
SCHOOLVOORBEELDEN SCALA COLLEGE, ALPHEN A/D RIJN Locatie Onderbouwhuis Kees Mustersstraat 6 2406 LK Alpen aan den Rijn Contactpersoon: Anita Buitelaar E
[email protected] T 0172 - 423737 I www.scalacollege.nl Schoolportret: http://www.cultuurprofielscholen.nl/schoolportrette n/scala-college Leerlingen maken zowel in de theaterles als op locatie in Leiden tableaus (levende theaterstandbeelden) en vervolgens fotograferen zij deze. De opdracht is HIER een beeldverhaal in
6
SAMENHANG
Powerpoint van te maken. Het Scala College draait dit schoolproject nu drie jaar en het team merkt dat het enorm aanslaat bij de leerlingen. Een combinatie van eigen creativiteit, beelddenken en aankleding, zorgt ervoor dat de opdracht ook daadwerkelijk van de leerlingen zelf wordt. Het gehele project is zelf ontwikkeld. Uitgangspunt is de stad Leiden vanwege de historische gebeurtenissen en monumenten (bereikbaar en voor leerlingen een nieuwe uitdaging). Buiten het feit dat het een divers en cultureel project is, is de school ook vakoverstijgend aan het werk. Zo zijn de vakken Duits, Frans, Nederlands, geschiedenis, aardrijkskunde, beeldende vorming/media en theater nauw betrokken bij het proces en de uiteindelijke presentatie. Bij theater worden de verhalen voorbereid en tableaus gemaakt. Aardrijkskunde en geschiedenis verwerken de historie en geografie. Bij beeldende vorming/media leren de leerlingen een PowerPoint te maken met audiovisuele vormgeving, film en fotografie. Het uiteindelijke beeldverhaal wordt gepresenteerd bij de vakken Frans (havo/vwo en vwo), Duits (vmbo-tl/havo) en Nederlands (vmbobk). Leerpunt is het meer integreren van media in het schoolproject. Aangezien de kunstvakkensectie ‘cultuur & media’ is gaan heten dit schooljaar en ook het vak media aangeboden wordt, is het doel het beeldverhaal op dit niveau wat uitdagender maken. Op dit moment wordt onderzocht welke mogelijkheden dit biedt. Eén van de ambities is dan ook; het inbrengen van mediawijsheid. Hoe draagt dit bij aan de ontwikkeling en positionering van cultuureducatie? Het accent is verbreed met media, we hebben daarvoor professionelere faciliteiten. Een toename van vakoverstijgende projecten is gerealiseerd. Het doel ligt nu op professionalisering van (bestaande) projecten.
THORBECKE VO, ROTTERDAM Prinsenlaan 82 3066 KA Rotterdam Contactpersoon: Mei-Lan de Koning E
[email protected] T 010 – 289 04 50 I www.tvo-rotterdam.nl Schoolportret: http://www.cultuurprofielscholen.nl/schoolportretten/t horbecke-voortgezet-onderwijs Sinds vorig schooljaar is Thorbecke VO betrokken bij de ontwikkeling van I-LAB. I-LAB biedt leerlingen en hun docenten een systeem om talenten consistent in kaart te brengen. Het systeem monitort de voortgang en maakt ontwikkeling zichtbaar. Dankzij I-LAB hebben leerlingen en docenten gezamenlijk inzicht in talent en ontwikkeling. I-LAB is ontwikkeld door Ellen de Monchy. Met subsidie van de Vereniging van Cultuurprofielscholen bouwt ze onder andere op Thorbecke VO het I-LAB uit. Vorig jaar is voor het onderzoek bij de kunstvakken op Thorbecke VO geïnventariseerd welke opdrachten gebruikt worden. Vervolgens is gekeken of deze vormen en opdrachten leiden tot de gewenste competenties bij leerlingen, zodat die de beoogde leerdoelen halen. Daarna zijn de lesprogramma’s geëvalueerd bijgesteld of aangescherpt. Het mooie van I-LAB is dat de methode op alle vakken toegepast kan worden. Dat gebeurt dit jaar op Thorbecke VO bij economie, Nederlands en sport. Twee voordelen aan deze manier van werken vallen direct op. Omdat bij deze vakken op dezelfde manier naar leerlingen gekeken wordt, kan er makkelijk samengewerkt worden. Als de docent Engels bijvoorbeeld opmerkt dat een leerling te weinig aandacht heeft gehad voor creatief schrijven, kan de leerling deze competentie ook bij Duits
7
SAMENHANG
ontwikkelen. Ook differentiatie is makkelijk te verwezenlijken, want docent en leerling kunnen de ontwikkeling van de competenties van de leerling goed volgen en extra aandacht geven aan de gewenste onderdelen. Talent wordt beter herkend en ontwikkeld. Thorbecke VO is een van de pilotscholen bij ‘Cultuur in de Spiegel’. Docenten op Thorbecke VO worden continu uitgedaagd om bewust om te gaan met de lesstof die ze leerlingen aanbieden, zodat leerlingen niet alleen de lesstof begrijpen, maar ook kunnen interpreteren en analyseren. I-LAB past heel mooi in dat kader. De docenten zijn dan ook heel enthousiast over dit instrument.
8
SAMENHANG