Samen Werken aan Duurzame Energie 2014 - 2018 Slim klimaatbeleid van deze tijd Slim klimaatbeleid van deze tijd Over anderhalve maand vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Daarna zullen de collegeprogramma’s worden opgesteld. In deze tijd van bezuinigingen en veranderende rol van de overheid en een Energieakkoord dat nog niet helemaal is uitgekristalliseerd, is dit een complexe opgave. Met deze notitie ‘Samen Werken aan Duurzame Energie’ biedt het Klimaatverbond u inspiratie voor de ontwikkeling van uw lokale klimaatbeleid en voor de inhoud van uw collegeprogramma.
De basis is ‘Samen’ Slim klimaatbeleid gaat uit van samenhang, samenwerking en samenleving: Samenhang in doelen, maatregelen en beleidsterreinen In deze tijd van bezuinigingen staan alle onderdelen van de gemeentelijke begroting onder druk. Toch is er alle reden om te blijven investeren in klimaatbeleid via de lijnen van energiebesparing en (decentrale) opwekking van duurzame energie. Omdat dit niet alleen leidt tot een lagere uitstoot van CO2, maar ook tot lagere en stabielere energielasten voor bewoners en bedrijven. Tegelijkertijd vormen investeringen in energiemaatregelen zoals isolatie, zonnepanelen, windmolens enzovoort een welkome economische impuls. Dit levert (lokaal) werkgelegenheid op en ook een stimulans voor innovatie. Maar alleen als energie een vanzelfsprekend onderdeel is van meerdere beleidsterreinen kan de gemeente goede bijdragen leveren. Dus is het zaak om te werken vanuit de samenhang met: • woonbeleid: samenhang met woonlastenontwikkeling mede op basis van de energierekening • economisch beleid: relatie met huisvesting- en bedrijfsproceskosten voor bedrijven en de ontwikkeling van bedrijvigheid (o.a. aanbod van energiebesparende maatregelen, duurzame energieproductie), en daarmee met werkgelegenheid en innovatie; • verkeer- en vervoerbeleid, hierin zal samenhang met duurzame energie tot uiting moeten bij bijvoorbeeld stimulansen voor fietsgebruik, openbaar vervoer en elektrisch vervoer; • ruimtelijk beleid en vergunningenprocedures: vanzelfsprekend zal de gemeente ook vanuit dit perspectief de ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie zoveel mogelijk moeten kunnen faciliteren. Samenwerking Duurzame energie en energiebesparing wordt vooral gerealiseerd door de samenleving zelf. ‘De overheid’ is daarbij ten eerste nodig voor het stellen van goede randvoorwaarden, bijvoorbeeld in de vorm van fiscale uitgangspunten, juridische mogelijkheden en ruimtelijke inpassingsmogelijkheden, maar soms ook met financiële impulsen voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. Om ervoor te zorgen dat niet iedereen ‘zijn eigen wiel aan het uitvinden is’, is het slim om als regionale overheden samen te werken. Op z’n minst om kennis en praktische werkwijzen uit te wisselen. Wellicht uitmondend in het uitvoeren van gezamenlijke projecten. Verder kan samenwerking tussen gemeenten leiden tot het maken van voldoende massa om goedkoper te kunnen inkopen, en om interessant te worden voor (grote) investeerders. Ook kunnen gemeenten als onafhankelijke spelers verschillende partijen in de markt bij elkaar brengen rondom de thema’s energiebesparing en duurzame energie, denk aan corporaties en bouwondernemingen.
Samenleving De moderne samenleving is een ‘energieke samenleving’. Zij kent mondige, autonome burgers en vernieuwende bedrijven die willen handelen en veranderen. Ook veel instellingen zoals corporaties, ziekenhuizen, (hoge)scholen, universiteiten enzovoort willen zelf aan de gang. Deze samenleving heeft ongekende reactiesnelheid, leervermogen en creativiteit. Als gemeenten in staat zijn om deze kracht te zien en goed te faciliteren, dan zullen zij veel bereiken, op meerdere beleidsterreinen. Dat geldt vanzelfsprekend ook op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Overal in het land starten lokale en regionale energiecoöperaties, en op buurtniveau werken bewoners steeds vaker samen aan energiebesparing en inkoop van zonnepanelen. De gemeente zal actief op zoek moeten gaan naar deze ontwikkelkracht en - als deze zich aandient - moeten ontdekken òf en hoe deze ondersteund moet worden èn hoe andere partijen daarmee ‘aangestoken’ kunnen worden. Anderzijds zal de gemeente in haar veranderende (lees terugtrekkende) rol moeten bepalen hoe zij partijen kan verleiden en wellicht toch ook een beetje kan helpen om zelf in actie te komen. Daarin hebben gemeenten nog een lange en onbekende weg te gaan, een weg van vallen en opstaan.
Bouwstenen Klimaatprogramma We weten nog niet goed hoe we in een snel veranderende wereld het lokale klimaatbeleid het beste kunnen (door)ontwikkelen. Wel kunnen we concrete aanknopingspunten benoemen, zoals het uitdragen van de klimaatmissie, informeren en bewustmaken, partijen met elkaar verbinden en het geven van het goede voorbeeld. Het is aan gemeenten zelf om een passende en ook flexibele mix van werkwijzen en concrete maatregelen samen te stellen. Het opstellen van een Klimaatprogramma biedt daarbij een goed denk- en afsprakenkader. In onderstaande lijst staan verschillende bouwstenen opgenoemd die zo overgenomen kunnen worden in een gemeentelijk Klimaatprogramma. Missie uitdragen Het doel Er zijn gemeenten die heel ambitieus binnen de gemeentegrenzen klimaatneutraal willen worden in 2020. Ook zijn er gemeenten die de klimaatdoelen iets voorzichtiger maar nog steeds ambitieus formuleren, bijvoorbeeld zoals de EU-doelstellingen voor 2020: 20% energiebesparing, 20% opwekking van duurzame energie en 20% CO2 reductie. Het kan nog voorzichtiger, of opzettelijk vager. Als er maar een ‘richting klimaatneutraal’ in zit, en er naast het doel ook concrete maatregelen worden benoemd. Energie als beleidspijler Klimaatbeleid richt zich op energiebesparing door bewoners en bedrijven en het opwekken van duurzame energie (middels zon, wind, bio-energie, koude/warmte opslag, enzovoort) Naast economie, vervoer, wonen en ruimtelijke ontwikkeling wordt energie een steeds belangrijker pijler die van invloed is op de gehele ontwikkeling in de gemeente en regio en daarom zowel lokaal als regionaal een volwaardige plek verdient binnen de overheid. Het economisch belang en het effect op de ruimtelijke ontwikkeling is te groot om energie niet structureel te verankeren binnen de gemeentelijke organisatie. Bestuurlijke verankering Om klimaatbeleid en duurzaamheid in bredere zin strategisch te verankeren is het van belang om hier bestuurlijk als ambtelijk iemand verantwoordelijk te maken. Bij voorkeur is de wethouder
duurzaamheid ook de wethouder energie. Niet alleen vanwege de inhoudelijke koppeling, maar ook omdat passie en betrokkenheid van de bestuurder noodzakelijk zijn om sturing te blijven geven aan de transitie naar een duurzame energievoorziening. Informeren en bewust maken Zonatlas en aanverwante tools Overal gaan gemeentelijke en burgerinitiatieven van start om gezamenlijk zonne-energie te produceren en bundelen coöperaties de krachten van consumenten. De Zonatlas, of vergelijkbare tools, maken dit nog eenvoudiger. Hiermee kunnen inwoners en bedrijven in één oogopslag zien of hun dak geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen, zonneboilers en het opwekken van zonneenergie. De Zonatlas houdt rekening met de hoogte van gebouwen, bomen, oppervlakte van het dak, hellingshoeken en de hoeveelheid zon. Ook kunnen er verschillende berekeningen worden uitgevoerd over bijvoorbeeld de terugverdientijd van de investering. De rekenhulp geeft automatisch aan voor welk deel van het dak zonnepanelen het meest geschikt zijn. Verwijzen naar nuttige informatiebronnen Op het gebied van energiebesparing en duurzame energie productie zijn er talloze nuttige websites en publicaties te vinden, zowel voor burgers als voor ambtenaren. Ook zijn er verschillende instituten die informatie en ook ondersteuning bieden. Bij de uitvoering van het Energieakkoord zullen verschillende expertisecentra een rol krijgen. De gemeente kan op haar website doorverwijzen naar deze informatiebronnen en instituten. We noemen hier een aantal bronnen / instituten: RVO/RWS, Urgenda, Meer Met Minder, HIERopgewekt, ViaDesk lokaal klimaatbeleid, Bespaar Lokaal en het Klimaatverbond. Publiekscampagnes, voorlopers en ambassadeurs Door het (mede-) organiseren van ‘Energy Battles’, ‘Groene Huizenroutes’, meedoen aan ‘Warme Truiendag’, het met kinderen verzamelen van ‘Groene Voetstappen’, meedoen aan het Flexitariër Convenant, enzovoort, draagt de gemeente bij aan het vergroten van het bewustzijn van bewoners en bedrijven met betrekking tot hun energiegebruik. Ook moet er goed gebruik gemaakt worden van voorlopers en ambassadeurs in de bijbehorende communicatie. Bewustzijn is de start van gedragsverandering. Een stap verder: Handhaven Bedrijven zijn verplicht om investeringen in duurzame energiemaatregelen te realiseren die binnen 5 jaar terugverdiend kunnen worden. Het Energieakkoord stuurt aan op het daadwerkelijk handhaven van deze richtlijn, naast het bieden van betrouwbare maatregellijsten en maatregelcertificering. Op dit moment is het zo dat gemeenten en provincies ervoor kiezen om bij de handhaving in eerste instantie constructief positief informeren en pas in tweede instantie tot zwaardere handhaving overgaan. De controle op de daadwerkelijke energieprestaties van woningen na (ver)bouw is tevens een aandachtspunt. Verwacht wordt dat bij uitwerking van het Energieakkoord op dit punt ‘good practices’ worden ontwikkeld en gedeeld. Goede voorbeelden ontwikkelen Energiecoöperaties Er worden steeds meer Energiecoöperaties opgericht om met meerdere particuliere investeerders tegelijk een windmolen te laten bouwen of een groot aantal zonnepanelen te realiseren. Bij de ontwikkeling van deze Energiecoöperaties en de realisatie van de windmolen(s) en/of zonnepanelen kan het nodig zijn dat de gemeente actief steun verleent of faciliteert. In ieder geval is het mooi als er een voorbeeld dichtbij is waarvan anderen kunnen leren!
Subsidieregelingen Door als gemeente het nemen van energiezuinige maatregelen of het opwekken van duurzame energie financieel te stimuleren (of onrendabele toppen weg te nemen), worden voorbeelden in de buurt en de wijk gecreëerd. Mensen praten erover, worden op een idee gebracht en gaan wellicht op een gegeven moment zelf aan de slag met besparen of duurzaam opwekken. Energieneutrale scholen Investeren in het energiebewustzijn van burgers en bedrijven is nog steeds nodig om de noodzakelijke energietransitie te kunnen realiseren. Veel mensen zijn zich nauwelijks bewust van de hoogte van hun energierekening en de mogelijkheden om hierop te besparen. Door zich in te zetten voor het realiseren van energieneutrale (renovatie van) schoolgebouwen kunnen gemeenten meerdere vliegen in één klap staan: een brug naar onderwijs (educatie over energie, klimaat en wat je zelf kunt doen), een gezonder gebouw met betere leerprestaties, een voorbeeld voor bewoners en organisaties in de buurt, en het ontwikkelen van kennis binnen zowel de gemeentelijke organisatie als binnen de bouwsector in een regio. Verbinden Energieregisseurs Het goed organiseren van het proces is cruciaal om de kansen voor investeringen in energiebesparing en opwekking van duurzame energie optimaal te benutten. Daarom is het van belang dat er een ‘energieregisseur’ is die partijen bij elkaar brengt. In de bestaande gebouwde omgeving, maar ook op bedrijventerreinen, kan een energieregisseur vragers (bewoners), aanbieders (bedrijven) en de gemeente actief bij elkaar te brengen om te komen tot een gezamenlijke aanpak met een meerwaarde voor iedereen. Regionale samenwerking en de Energieke Samenleving Oplossingen voor het klimaatprobleem houden bovendien niet op bij de gemeentegrenzen, en (economische) netwerken zijn veelal ook regionaal georiënteerd. Vaak zijn meerdere gemeenten in een regio met dezelfde ‘klimaat maatregelen’ bezig, het uitwisselen van kennis kan al veel opleveren en kan ook tot praktische samenwerking bij projecten leiden (o.a. gezamenlijke inkoop). Andere organisaties in de regio – denk aan corporaties, scholen, bedrijven, bewonersgroepen, maar ook samenwerkingsorganen waarin onderwijs, bedrijven en overheden participeren – zijn ook actief; de energieke samenleving. Het is de kunst voor gemeenten om deze partijen op regionale schaal aan te haken en met elkaar te verbinden. Hoe dit aangepakt kan worden, daarmee gaat de komende tijd veel ervaring opgedaan worden, onder meer met steun vanuit het Klimaatverbond (als mede-uitvoerder van het Energieakkoord). Covenant of Mayors Vanuit de doelen voor 2020 en 2050 zet Europa volop in op de transitie naar een hernieuwbare energievoorziening. In alle subsidieprogramma’s van de EU hebben klimaat en duurzame energie daarom een belangrijke plek. Gemeenten die het Covenant of Mayors (COM) hebben ondertekend, maken een grotere kans om geld vanuit Europa te krijgen voor klimaatbeleid. Met het ondertekenen van het burgemeestersconvenant geven gemeenten aan verder te willen gaan dan de 20/20/20 doelstelling van de EU voor 2020 (20% energiebesparing, 20% opwekking van duurzame energie en 20% CO2 reductie). De EU ziet het COM als een keurmerk voor de kwaliteit van het klimaatbeleid. Smart grids: samenwerken en ‘technisch verbinden’ Smart grids zijn slimme netwerken die ervoor zorgen dat de vraag en het aanbod naar energie met elkaar in balans zijn. Het zijn de verbindende schakels tussen opwekken, opslaan in een buffer en gebruik. Deze schakels bestaan uit een fysieke verbinding (bijvoorbeeld elektriciteitskabels,
warmwaterleidingen) aangevuld met een computersysteem dat een kosten optimale balans realiseert. Een smart grid kan elektrisch zijn, maar ook (groen) gas of warmte kun je smart organiseren om uiteindelijk te komen tot een gebalanceerd energiesysteem in een regio. Smart grids maken het mogelijk dat decentrale opwekking van duurzame energie goedkoper kan plaatsvinden dan centraal georganiseerde energievoorziening. Omdat dit proces niet ‘vanzelf’ door marktpartijen op gang wordt gebracht, is er een belangrijke rol voor de overheid. Deze kan een groot aantal partijen in de regio als vrager of aanbieder aan elkaar helpen verbinden. Goede voorbeeld geven Energiecontract(en) De gemeente is zelf een grootverbruiker van energie. Door energie slim in te kopen kunnen kosten worden bespaard en kan een impuls worden gegeven aan de decentrale opwekking van duurzame energie (binnen de gemeente of regio). Daarnaast kan de gemeente contracten afsluiten voor energiemonitoring van het gemeentelijk vastgoed om energie(besparing) te realiseren, en op deze manier een voorbeeld te zijn voor andere organisaties in de regio. Duurzaam inkopen De energietransitie naar een hernieuwbare energievoorziening is niet mogelijk zonder ook in bredere zin te werken aan duurzaamheid. Klimaat en duurzame energie zijn onderdeel van een bredere noodzakelijke mondiale ontwikkeling naar duurzaamheid. Het is daarom van belang om ook te kijken naar dwarsverbanden tussen klimaat en duurzame energie en andere thema’s als afval, grondstoffen, biodiversiteit en een circulaire economie. Gemeenten kunnen hier vanuit hun inkoopen aanbestedingsbeleid direct aan bijdragen door de eisen aan leveranciers steeds verder op te schroeven naar producten die volledig klimaatneutraal, biodiversiteitneutraal en Cradle-to-Cradle zijn gemaakt. Elektrische auto’s Door als gemeente zelf gebruik te maken van elektrische auto’s wordt ervaring opgedaan met het gebruik ervan en met de ontwikkeling van een lokale ‘laadstructuur’. Ook kan dit gekoppeld worden aan kleinschalige experimenten met een smart grid. Naast de laadpunten bij gemeentegebouwen kan de gemeente ook werken aan het opbouwen van een laadstructuur in de hele gemeente (bij bewoners, op openbare parkeerplaatsen, op semi-openbare parkeerplaatsen). Zien gebruiken doet gebruiken en hoe groter het aanbod van laadpalen, hoe eerder mensen over zullen gaan op een elektrische of hybride auto. Eigen gemeentebeleid en indirect energieverbruik: Behalve via het directe energieverbruik voor gas en elektriciteit hebben bewoners en bedrijven ook via hun indirecte energieverbruik grote invloed op de uitstoot van CO2. Gemeenten kunnen hier onder andere op de volgende twee manieren invloed op uitoefenen: • Door in hun afvalbeleid in te zetten op de scheiding van afvalstromen. Apart inzamelen van kunststof kan bijvoorbeeld leiden tot een grote CO2 -reductie. • Minder vlees eten is één van de meest effectieve manieren om te werken aan de oplossing van klimaatprobleem. Met het ondertekenen van het Flexitariër convenant kan een gemeente kiezen hoe zij wil bijdragen leveren aan het bewustzijn hierover. Gebruik reststromen uit omliggende landbouw, natuur, bos en stad om groene energie verantwoord op te wekken, bij voorkeur door lokale (maatschappelijke) partijen. Aanvullingen? Wij horen het graag! Wij horen het graag, tijdens een bijeenkomst of via de mail:
[email protected]. Klimaatverbond, maart 2014