SW leerplan2leerboek.doc
1
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Leerplandoelstellingen, leerinhouden en didactische wenken
Doelstelling 1: Het schema ‘mens – gedrag en beïnvloedende factoren’ verduidelijken en kaderen binnen de component sociale wetenschappen en binnen het studierichtingsprofiel LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Leerboek
De jongere 1. koppelt interne en externe factoren die de mens en zijn gedrag kunnen beïnvloeden aan concreet gedrag;
• •
•
2. brengt aan de hand van voorbeelden de • onderlinge samenhang en interactie tussen de verschillende factoren die de mens en zijn gedrag kunnen beïnvloeden in kaart; 3. kadert het schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende factoren’ binnen de component SW en binnen het studierichtingsprofiel.
• • •
Het gaat over waarneembaar gedrag of het 1. Wat is gedrag? 1.1. gedrag, een definiëring concrete handelen of geleerd gedrag, niet over gedrag is interpersoonlijk (brainstorm rond reflexen schema; lln zelf laten maken) Interne factoren die de mens (en zijn gedrag 1.2. beïnvloedende factoren kunnen) beïnvloeden: 1.2.1. interne factoren (geillustreerd) • biologische factoren A. biologische factoren • leerprocessen B. leerprocessen • cognitieve processen C. cognitieve processen • psychodynamische factoren D. Psychosociale factoren Externe factoren die de mens (en zijn gedrag 1.2.2. externe factoren kunnen) beïnvloeden: A. sociale omgeving • sociaal-culturele factoren B. culturele omgeving (omvat religieus) 1.3. systeemdenken of contextueeldenken Systeemdenken: factoren en de mens zijn in volgens Nachy samenhang en interactie, dynamisch en 2. toepassing op concreet gedrag onlosmakelijk - eerst factoren koppelen aan gedrag - deze factoren worden gezien als een systeem. In samenhang en interactie: dynamisch en 3. koppeling SW: schema kaderen in de richting STW onlosmakelijk Schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende factoren’ in relatie tot de verschillende componenten binnen de studierichting Schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende Pagina 1 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
factoren’ in relatie tot studierichtingsprofiel
Doelstelling 2: Onderzoeken hoe de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de mens verloopt LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De jongere
4. duidt met voorbeelden het belang van ontwikkelingspsychologie aan voor het dagelijks leven;
• • •
5. brengt de verschillende ontwikkelingsgebieden en hun onderlinge samenhang in kaart;
• •
Verschil tussen mensenkennis en psychologie 1. Wat is psychologie? 1.1. psychologie ontleedt Psychologie is de wetenschappelijke studie 1.1.1. definiering van het gedrag en van de mentale processen 1.1.2. doelen van psychologie van individuen 1.1.3. domeinen van psychologie Ontwikkelen is veranderen, is het invoegen 1.1.4. ontwikkelingspsychologie van de nieuwe mogelijkheden die men heeft 1.2. verschil met mensenkennis verworven (door steeds grotere beheersing en 1.2.1. psychologie is een wetenschap differentiatie) in de eisen en verwachtingen die 1.2.2. wat is mensenkennis? vanuit je omgeving gesteld worden 2. Wat is ontwikkelen? 2.1. definiëring (zie leerinhoud) 2.2. ontleding 2.2.1. Hoe verwerven we mogelijkheden? A. biologisch B. cognitief (schema gebruiken bij uitleg) 2.2.2. Waarom verwerven we mogelijkheden? A. Eisen van de omgeving B. Verwachtingen van de omgeving (link sociale culturele factoren in schema) Ontwikkelingsgebieden en onderlinge 3. de verschillende ontwikkelingsgebieden (inhoud van de ontwikkelingspsychologie) samenhang: 3.1. de lichamelijke ontwikkeling Ontwikkelen is veranderen op cognitief, Pagina 2 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
sociaal-emotioneel, lichamelijk gebied.
6. geeft met voorbeelden aan wanneer een nieuwe fase in ontwikkeling intreedt;
•
Ontwikkelingsfasen of perioden: kindertijd, jeugdperiode en volwassenheid.
3.2. de psychische ontwikkeling 3.2.1. cognitieve ontwikkeling (incl. taal) 3.2.2. dynamisch-affectieve ontwikkeling 3.2.3. de wilsontwikkeling 3.3. de sociale ontwikkeling (schema maken waarin de samenhang aangetoont wordt) 4. ontwikkelingsfasen 4.1. kindertijd 4.1.1. groeisprongen van de baby (rollenkruipen-stappen-lopen) 4.1.2. schoolrijpheid (kinderopvang lagere school) 4.2. jeugdperiode 4.2.1. overgang: wanneer word ik jongere (puberteit begint: welke lichamelijke psychische en sociale processen starten) (link: the human body) 4.2.2. overgang leerling - student ( welke zijn de verwachtingen van de omgeving; hoe verwacht men dat ik me gedraag) 4.3. Volwassenheid actieve en passieve volwassenen (arbeid als invloed op gedrag) (schema wordt toegepast op alle pijlers)
7. vergelijkt verschillende benaderingen m.b.t. het afbakenen en benoemen van verschillende fasen en gebieden;
•
Het afbakenen en benoemen van fasen en gebieden is contextbepaald en tijdsgebonden.
5. benaderingen in de ontwikkelingspsychologie 5.1. Freud (fasen tot 12 jaar) 5.1.1. tijdsdenken en biografie 5.1.2. theorie en doelen 5.2. Erikson (alle leeftijdsfasen voortgebouwd op Freud) 5.2.1. tijdsdenken en biografie 5.2.2. theorie en doelen 5.3. Rogers (humanistische psychologie) 5.3.1. tijdsdenken en biografie Pagina 3 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
5.3.2. theorie en doelen 5.4. Bandura (social learning - cognitieve theorie) 5.4.1. tijdsdenken en biografie 5.4.2. theorie en doelen (veel testen en voorbeelden voorzien) 8. geeft voorbeelden van de unieke ontwikkeling van elke mens en de beïnvloedende factoren die daarin een rol spelen;
Unieke ontwikkeling
•
•
Ontwikkelingsfasen worden door heel wat factoren beïnvloed waardoor deze ontwikkelingsfasen bij iedere unieke persoon op een eigen manier gekleurd worden Beïnvloedende factoren: temperament, persoonlijke eigenschappen, cultuur en milieu, opvoedings- en leefklimaat, sfeer in gezin of gezinsvervangende situatie, toevallige factoren als verlies van ouder, door het leven gaan met een beperking,…
9. onderzoekt de rijkdom van verscheidenheid in Verscheidenheid • uniciteit van elke mens, unieke ontwikkeling. ontwikkeling bij mensen; • verscheidenheid tussen mensen 10. herkent en benoemt, vanuit observaties de • Lichamelijke ontwikkeling lichamelijke ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen; 11. herkent en benoemt vanuit observaties de • Cognitieve ontwikkeling cognitieve ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen; 12. herkent en benoemt vanuit observaties de • Sociaal – emotionele ontwikkeling sociaal–emotionele ontwikkeling van de mens doorheen de ontwikkelingsfasen; 13. onderzoekt hoe thema ‘s in verschillende Thema leeftijdsfasen geconcretiseerd worden. • veiligheid, geborgenheid/loslaten, verlies • maken van keuzes • communicatie • spel • samenleven • beleven
6. iedereen is uniek - ieder is verscheiden (films als ‘Nell’ / ‘Good Will Hunting’ /…) 6.1. de wilde van Avyron (taalontwikkeling) 6.2. Genie (Monkey bird don’t sing) 6.3. Roemeense weeshuizen (beïnvloedende factoren bevragen)
observatieopdrachten observatieopdrachten observatieopdrachten
Pagina 4 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
• • • •
identiteit engagement zingeving ….
Pagina 5 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Doelstelling 3:
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Schetsen van de samenhang van elementen die een rol spelen in het pedagogisch handelen en van de wederzijdse beïnvloeding waarbinnen het pedagogisch handelen plaatsvindt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De jongere 14. brengt verschillende elementen die een rol spelen in het pedagogisch handelen in kaart en gebruikt daarbij de correcte begrippen: pedagogisch handelen, opvoedingsklimaat/milieu, opvoedingsstijl, opvoedingsmiddelen, rol, pedagogische methode, opvoedingsproject;
•
Pedagogisch handelen tussen 0 en 18 jaar
•
Elementen: visie, opvoeder (leeftijd, rol, opvoedingsstijl, keuze voor opvoedingsmiddelen)
•
Kind/jongere, situatie ( sociaal culturele factoren, opvoedingsklimaat)
15. brengt de elementen die de visie op het pedagogisch handelen kunnen bepalen in kaart;
•
Bepalende elementen: levensbeschouwing en mensbeeld, eigen ervaringen, eigen ontwikkeling, relatie opvoeder-kind/jongere, situatie, rol, milieu, …
1. Omschrijving van de begrippen (definiëring) 1.1. wat is pedagogisch handelen? 1.1.1. wat is agogiek Î veranderkunde 1.1.2. wat is pedagogiek? Î veranderen van kinderen Î opvoeden/opvoedkunde 1.1.3. wat is pedagogisch handelen? 1.2. begrippen binnen het pedagogisch handelen 1.2.1. opvoedingsklimaat 1.2.2. opvoedingsstijl 1.2.3. opvoedingsmiddelen 1.2.4. rol 1.2.5. pedagogische methode 1.2.6. opvoedingsproject 1.3. situering van de begrippen in het STWschema 2. visie op pedagogisch handelen 2.1. observatieopdracht van pedagogische handelingen (opdrachten voorzien + dvd materiaal) 2.2. de elementen van het pedagogisch handelen? 2.2.1. de levensbeschouwing en het mensbeeld 2.2.2. de ervaring 2.2.3. de eigen ontwikkeling 2.2.4. de opvoedingsrelatie (opvoeder-kind) 2.2.5. de situatie (hier en nu?) 2.2.6. de rol 2.2.7. het milieu… Pagina 6 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
16. onderzoekt de relatie tussen een bepaalde (mens)visie en een pedagogische methode;
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
2.3. de elementen hangen samen. Ze vormen een geheel, een kijk op opvoeden, een visie op zijn beurt vormt dit het handelingskader.
•
Opvoeder handelt vanuit een bepaalde visie
•
Mogelijke pedagogische methodes: Montessori (kindgericht), Steiner (antroposofisch)
3. de relatie tussen pedagogische methodes en visies 3.1. methodes 3.1.1. montesori (teksten met uitleg en concreet materiaal) 3.1.2. steiner 3.1.3. Freignet 3.1.4. (de school met de bijbel, de ark) 3.2. welke visie steekt achter deze methodes opdracht: onderzoek de verschillende elementen van het pedagogisch handelen binnen de verschillende methodes. 3.3. Opdracht: observeer het pedagogisch handelen in bepaalde situaties. (lkr handleiding)
18. onderzoekt het opvoedingsproject van de eigen school;
•
Verschillende scholen en hun opvoedingsproject
19. toetst de gevolgen van het opvoedingsproject van de school voor het pedagogisch handelen aan de eigen schoolervaringen;
•
Gevolgen voor het pedagogisch handelen
4. ons opvoedingsproject 4.1. opdracht: analyseer (volgens een afgesproken werkmodel) het opvoedingsproject van de school. Welke visie steekt er in. Vanuit welke elementen vind je daarvoor een verklaring? (lkr handleiding) 4.2. opdracht: praktijktoets: klopt de visie met de praktijk van de school, klas, gedrag van leerlingen, gedrag van leerkrachten? (lkr handleiding)
17. observeert het pedagogisch handelen in bepaalde situaties en verbindt deze observaties met achterliggende methode(s) en visies;
Pagina 7 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
20. onderzoekt welke sociaal culturele factoren een invloed kunnen hebben op het pedagogisch handelen en op het kind/de jongere;
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
•
Verschillende functies van en relaties binnen een gezin of binnen gezinsvervangende situaties
•
Veranderlijkheid van gezinssituatie voor kinderen
•
Verschillende tijdsbesteding: georganiseerd en vrij, verschillende opdrachten/ keuzes, …
•
Gevolgen voor het pedagogisch handelen
•
Gevolgen voor het gedrag van kinderen/jongeren
5. Sociaal-culturele factoren beïnvloeden het pedagogisch handelen 5.1. functies van het gezin 5.1.1. economische functie 5.1.2. zorgfunctie 5.1.2.1. fysisch 5.1.2.2. psychisch 5.1.3. biologische functie 5.1.4. socialisatiefunctie (telkens bekijken we de gevolgen wanneer het gezin niet voldoet aan de functie: de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind (tov de opvoeder)) 5.2. relaties binnen het gezin 5.2.1. algemeen vader-moeder; vader-dochter; moederzoon; broer-zus; stief-… 5.2.2. mijn relaties hoe maken we een geneogram? (marleen heylen) Wat zijn de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van mijzelf. (+ de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind) 5.3. relaties binnen een gezinsvervangend tehuis 5.3.1. opvoeder/begeleider tov kind vb: BJZ; MPI; (OOC, lkr handleiding) 5.3.2. pleeggezin (+ de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind)
Pagina 8 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
5.4. ‘nieuwe’ gezinsvormen 5.4.1. ontstaan Welke socio-culturele factoren zorgen ervoor dat andere gezinsvormen naast het traditioneel gezin ontstaan. (lkr handleiding= monogamie-polygamie-historische gezinsvormen,…) 5.4.2. éénoudergezin 5.4.3. nieuw samengesteld gezin 5.4.4. homo-gezin 5.4.5. lesbo-gezin (video Sam en Lisa) (+ de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind) 5.5. Vrijetijdsbesteding 5.5.1. georganiseerde vormen: chiro, speelpleinwerk, sportclub… 5.5.1.1. verantwoordelijkheid 5.5.1.2. zelfdiscipline 5.5.1.3. sociale ontwikkeling 5.5.2. niet-georganiseerde vormen 5.5.2.1. kamercultuur 5.5.2.2. spellen/gaming 5.5.2.3. straatcultuur (+ de gevolgen naar pedagogisch handelen en gedrag van het kind)
Pagina 9 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
21. onderzoekt de samenhang van opvoedingsklimaat, stijl en middelen bij het pedagogisch handelen in bepaalde situaties;
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
•
Pedagogisch handelen als een dynamisch gegeven: −
binnen een bepaald klimaat/sfeer
−
vanuit een bepaalde stijl
−
met bepaalde middelen
•
Situatie: gevaar, onderwijs, vrije tijd, competitiesport, …
•
Diverse groepssituaties: klasgenoten, gezinsgenoten, sportgenoten, peergroep,…
•
Belang van leren aan elkaar
•
Rollen: kind/jongere - ouder, leerling-leraar, sporter-trainer, lid-leider,…
6. Pedagogisch handelen is dynamisch handelen 6.1. met een opvoedingsklimaat 6.2. met een opvoedingsstijl 6.2.1. laisser-fair 6.2.2. verwennen 6.2.3. autoritair 6.2.4. democratisch/onderhandelen 6.3. met opvoedingsmiddelen (zie schema gedrag, nog te bewerken) 6.4. in een opvoedingsmilieu 6.4.1. gezin 6.4.2. onderwijs (zie ook doel 18;19;20) 6.4.3. vrije tijd 7. onderzoek het dynamisch pedagogisch handelen 7.1. in het onderwijsmilieu binnen de context van de klas vergelijken tussen lln-lln interactie; lkr-llninteractie; peerteaching; conformisme; modeling/shaping; gevaarsituatie + terugkoppeling hoofdstuk 6 7.2. in de sportclub sporter-trainer; onderlinge competitie, tacktiek, fysieke + terugkoppeling hoofdstuk 6 7.3. in de jeugdbeweging leden-leiding; visie; waarden? + terugkoppeling hoofdstuk 6 (het bekijken van andere opvoedingsmilieus kan steeds gekoppeld worden met het pedagogisch handelen binnen het gezin.)
Pagina 10 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
22. onderzoekt het verschil in handelen tussen verschillende opvoeders in eenzelfde situatie;
23. geeft aan de hand van eigen ervaringen aan dat elke opvoedingsrelatie een unieke relatie is;
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
•
Kind wordt opgevoed door vele opvoeders…
•
Vanuit verschillende visies
•
Rollen
•
Situaties
•
….
•
Elke opvoedingsrelatie is een unieke relatie: beide partijen met hun ontwikkeling, sociaal cultureel milieu, biologische mogelijkheden, ervaring, cognitie, ….
8. vergelijkend onderzoek van verschillend pedagogisch handelen (lkr handleiding) 8.1. verschillende lkr 8.2. lkr Ù directeur 8.3. lkr Ù lkr (lkr handleiding) rollenspel video vragenlijst IO maken 9. portfolio-opdracht formuleren. 9.1. geneogram 9.2. onderzoek opvoedingsmiddel 9.3. observatie stijl pedagogisch handelen 9.4. …
Pagina 11 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Schema opvoedingsmiddelen Je kan het gedrag vóór R positieve structurering aanmoedigen advies geven R gebod rituelen
tijdens R rituelen...
na R belonen
af remmen, af leren inhiberen
waarschuwen vermaning verbod negatieve structurering toezicht houden
toezicht houden...
straffen
voortonen; zeggen hoe het moet oriënteren
wedijver opwekken gesprek voorbeeld geven
voorbeeld zijn...
aanmoedigen stimuleren
Pagina 12 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Doelstelling 4:
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
In kaart brengen welke factoren‘Gedrag’ beïnvloeden en de relatie met ‘leren’ illustreren
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De jongere 24
verduidelijkt aan de hand van voorbeelden dat het kijken naar gedrag gebeurt vanuit een bepaald referentiekader;
•
Gedrag is een co-creatie van persoon en omgeving. (schema: ‘mens - gedrag en beïnvloedende factoren)
25
verduidelijkt aan de hand van voorbeelden hoe gedrag wordt geleerd en gebruikt daarbij begrippen correct;
•
Klassieke conditionering, operante conditionering, inzichtelijk leren, leren door imiteren,..
26
brengt aan de hand van voorbeelden in kaart hoe ‘motivatie’ het gedrag beïnvloedt;
•
Begrip motivatie
•
Interne en externe (leer)motivatie
•
Straffen en belonen: invloed op motivatie
•
Verklaringstheorieën m.b.t. motivatie
brengt aan de hand van voorbeelden in kaart hoe het denken (cognitie) het gedrag beïnvloedt;
•
Begrip ‘cognitie’
•
Interne en externe attributies
brengt aan de hand van voorbeelden in kaart hoe emoties het gedrag beïnvloeden;
•
Begrip ‘emotie’
•
Ontstaan van emoties
•
Soorten emoties: basisemoties, aanverwante emoties
•
Verbaal en non-verbaal uiten van emoties
•
Gedrag als uitingsvorm van emotionele reactie kan zich beperken tot een gezichtsuitdrukking of zich uitbreiden tot bijna alle delen van ons lichaam
•
Aangeboren en aangeleerde reacties
27
28
Pagina 13 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
29
onderzoekt hoe motivatie, cognitie en emotie beïnvloed worden door sociale en culturele factoren;
30
onderzoekt de samenhang tussen motivatie – cognitie – emotie en gedrag binnen een bepaalde situatie;
31
beoordeelt reflectiemodellen op de samenhang tussen motivatie, cognitie, emotie en gedrag;
32
gebruikt reflectiemodellen;
33
onderzoekt de betekenis van reflectie voor het empathisch communiceren en omgaan met mensen;
34
geeft eigen groei (cognitief, emotioneel, competentie) weer aan de hand van eigen reflecties.
Doelstelling 5:
•
Gedrag is een co-creatie van persoon en omgeving. (schema: ‘mens – gedrag en beïnvloedende factoren)
•
Reflectiemodel
•
Reflectiemodel geeft samenhang tussen motivatie, cognitie, emotie en gedrag weer
•
Samenhang tussen motivatie, cognitie, emoties binnen een bepaalde situatie bepaalt communicatie met anderen, het in handen nemen van het eigen leerproces, het functioneren binnen een groep, het omgaan met conflicten,….
In kaart brengen hoe men als mens deel uitmaakt van de samenleving
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De jongere 35
36
geeft voorbeelden van de band tussen mens en wereldbeeld én waarden en normen binnen een samenleving; situeert de Universele verklaring van de rechten van de mens binnen verschillende visies op mens en samenleving;
•
Verband tussen mens- en wereldbeeld én waarden en normen binnen een samenleving
•
Universele verklaring van de rechten van de mens
Pagina 14 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
37
geeft voorbeelden van de wisselwerking tussen de verschillende deelsystemen in de samenleving;
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
•
Verschillende samenleving:
•
De samenleving:
•
deelsystemen
binnen
een
−
als een democratisch systeem
−
als een economisch systeem
−
als een sociaal-maatschappelijk systeem
−
als een rechtssysteem Wisselwerking tussen verschillende deelsystemen in de samenleving.
Pagina 15 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
38
brengt in kaart hoe men als individu deel uitmaakt van de verschillende deelsystemen van de samenleving;
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
•
Verschillende samenleving
deelsystemen
van
de
•
De samenleving als een democratisch systeem: Participatie aan het systeem van politieke vertegenwoordiging Participatie binnen belangengroepen Vakbonden, werkgeversorganisaties, ziekenfondsen, jeugdbewegingen, milieuorganisaties,…. Rechten en plichten Gebruik van bronnen De samenleving als een economisch systeem: Participatie d.m.v. huisvesting/arbeid/belastingen/verzekeringen/ Consumentengedrag,.. Rechten en plichten Gebruik van bronnen De samenleving als een sociaal-maatschappelijk systeem: Sociale zekerheid/gezondheidszorg/ Cultuur/milieu/onderwijs/welzijn/media,… Rechten en plichten Gebruik van bronnen De samenleving als een rechtssysteem: Rechtspraak en rechterlijke organisaties: Rechtbanken, rechtswinkels, reglementering,… Rechten en plichten Gebruik van bronnen
39
onderzoekt hoe individuen op verschillende wijze kunnen participeren aan de samenleving;
•
Gradaties waarin individuen participeren aan samenleving: van weinig naar veel, wisselend naargelang beïnvloedende factoren, naargelang persoonlijkheid
•
40
onderzoekt hoe thema’s of ontwikkelingen binnen de samenleving en de verschillende deelsystemen nieuwe benaderingswijzen met zich meebrengen.
•
Beïnvloedende factoren voor het onderzoek van sociaal-wetenschappelijke thema’s.
•
•
Evoluties in het denken omtrent thema’s vanuit ontwikkelingen in de samenleving.
•
Thema: Pagina 16 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
−
Genetica
−
Waarden en normen
−
Vergrijzing
−
Globalisering
−
Sport
−
Religie
−
Armoede
−
Genderdenken
−
Kunst en cultuur
−
…
gelijk.)
Pagina 17 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Doelstelling 6:
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Verkennen van eigen mogelijkheden als leerling na de studierichting Sociale en technische wetenschappen
LEERPLANDOELSTELLNGEN
LEERINHOUDEN
De jongere 41
brengt beroepen en opleidingsmogelijkheden na de studierichting Sociale en technische wetenschappen in kaart;
•
Sectoren die met het Personenzorg verbonden zijn: −
sociaal-agogische of welzijnssector
−
paramedische of gezondheidssector
−
onderwijs of educatieve sector
•
Verschillende beroepsgroepen: −
42
motiveert zijn eigen studiekeuze vanuit eigen ontwikkeling in competentie.
studiegebied
opleidingsmogelijkheden en voorwaarden, taakomschrijvingen, werkomstandigheden, loopbaanmogelijkheden, bijscholingsmogelijkheden
•
Voorwaarden, mogelijkheden en beperkingen wat betreft de verdere studies en het latere werk
•
Reflecteren i.v.m. eigen mogelijkheden en beperkingen
Pagina 18 van 19
SW leerplan2leerboek.doc
Laatst afgedrukt op 13-5-2007 22:10:00
Pagina 19 van 19