1. Koninginnesteen Hier lig ik nu bekeken, gekeurd en zwaar genoeg bevonden. Liever was ik gebleven wie ik was: Een steen in een stroom waar wassend water spoelend met me speelde mij speels sleep tot wat ik ben. ‘k Heb gediend onder kleine en grote voeten voor een droge overkant. ‘k Haalde vaart uit klaterend water, gaf in mijn luwte even rust aan alles wat langs kwam. ‘k Heb meegehuild met motregen eindeloos verliefd teruggekeken naar de maan naakt liggen bakken in de zon weerklank aan de bliksem gegeven regenbogen aangeraakt. ‘k Heb geleefd als een vorst. Maar de mens heeft me opgetild bekeken gekeurd zwaar genoeg bevonden opgepoetst en tentoongesteld. © Marcel P. Vaandrager
2.
Japoezzziea
Couplet 1: Leun maar lekker achterover, open voor wat komen gaat. Beleef, geniet van wat vanavond op dit podium ontstaat: dichters brengen eigen werken, worden daarbij begeleid door dit combo muzikanten samen, tegelijkertijd! (instrumentaal intermezzo) Couplet 2: Ga maar mee op de stroom, op het ritme van de klanken. Je mag swingen, staan of zitten op de stoelen en de banken. Laat maar los wat and’ren vinden:
ga je gang op jouw manier. Verlies je in de woorden, zinnen op muziek. Heel veel plezier! (instrumentaal outro) YML 3009
Yvonne van der Laan
3. Dicht bij jezelf (instrumentaal intro) Wie denk je dat je bent, en wie wil je werk´lijk zijn?
(. (. (. (.
. . . .
.) -- ) . .) -- )
(instrumentale fill-in?) Hoe dichtbij is wie jij nu bent bij wie je echt wil zijn?
(. (. (. (.
. . .) . . .) . . .) -- )
(instrumentale fill-in?) Wat moet je doen ( . zodat je meer (. kunt zijn wie (. jij wil zijn? (.
. . . .
. .) . .) .) -- )
(instrumentale fill-in?) Alleen al door te willen en te doen kom je dichtbij:
(. (. (. (.
. . . .
. .) .) .) . -- )
(instrumentale fill-in?) dicht bij jezelf, (. dicht bij je hart. ( . Zo wordt een doel ( . bereikt. (.
. . .) . . .) . . .) --)
(instrumentale fill-in?) Het maakt je (. steeds completer. ( . Pluk de dag, (. geniet, wees blij! ( .
. . . .
.) . .) .) . -- )
Yvonne van der Laan
Muziek: jazzy – blues. 4. Beoogd landschap bij een bladzij uit het schetsboek van Loes Lijmbach Kijk om je heen: zie in het land een spoor gevormd door mensenhand. Een park in plaats van woestenij, een lijnenspel in zand en klei. Het oog tast af, schetst op papier zintuiglijk als een hovenier het takkenspel in zijn ontstaan geabstraheerd door Mondriaan. Natuur is hier een ordening gerangschikt in verwondering. Natuur, gespiegeld op papier, een nestgevoel voor mens en dier. Cees Visser
5. IEPER
Als tekens aan de wand de 50.000 namen in bogen van de Menenpoort en buiten tussen vette akkers een veelvoud op erevelden liefdevol verstrooid hier heeft de dood van Ieper rondgewaard een slagveld achterlatend infernale modder nu geordend voor het nageslacht en ied’re avond blazen bugels melancholisch de Last Post en wordt in stilte in de poort de jeugd van toen herdacht…
Cees Visser
6. Stilte. Met een ernstige blik op hun gelaat Komen de vier mannen de hoek om van de straat Ze dragen een zwart pak en ook een kist Op het hoofd een treurige zwarte hoed Langzaam stappen zij voort Zeker van hun doel,zoals het hoort Achter hen volgen Herrie,Toon en Keet Dat maakt hen tot een stoet Vandaag wordt de stilte begraven.
Er luiden geen kerkklokken Daar had ze duidelijk om gevraagd Geen lawaai zei ze nadrukkelijk op haar ziekbed Als u dat maar weet;onthou dat goed Ja, het leven had haar uitgedaagd Ze hoorden zo weinig van haar de laatste tijd Erg bescheiden die meid Ook wat depressief Maar daarover wilde ze niets kwijt.
Nu was ze plots heengegaan Over Keets wang biggelde een traan Ze waren vrinden; konden het goed samen vinden En vulden elkaar goed aan Het zwarte gat waarin ze was gevallen kwam nu in zicht iedereen hield even de ogen dicht Nog even een laatste groet Zand erover, dat moet.
Cobi Brienen - Pater .
7. Lady Tena Mijn uiterlijk heeft de donzigheid van het zachte Zei Lady Tena en lachte Ik wordt op handen gedagen Door vrouwen die vragen Om mijn bescherming Voor hun beleving je kunt bij elke druppel urine Wel zitten grienen Maar dan behandel je haar onheus Zij heeft een vaste leus: Trek aan die spieren van de vagina En kies voor lady Tena.
Lady Tena voelde zich alleen Maar toen Tena Men verscheen Was het liefde op het eerste gezicht Nu zijn ze voor opname altijd samen.
Cobi Brienen - Pater
8 Het afscheid Het geluid van het lopen van de koffie stimuleert mijn neus tot het horen van de geur. Zachtjes kijk ik naar buiten en leun ik met tranen in mijn zak tegen de deur. Je bent er wel, maar ik zie je nooit meer staan. Liefdevol zal ik je helpen om zo goed als mogelijk weg te gaan. Maar iets in me, durft de volgende stap niet te zetten. Zou ik je die stap kunnen beletten? Met twee warme kopjes geurende mokkawater loop ik naar boven en sta even stil voor de deur. Dan doe ik heel rustig de deur open. Het licht van het einde schijnt niet, maar scheen. Daar lig je dan, op bed, vel over been.
Jouw kopje zet ik bewust naast je op het kastje neer en plant een kus op je hoofd. Dan zet ik mijn kopje op de tafel aan het voeteneind en help je overeind. Zoals beloofd. Ik wil het niet en kan het niet, maar geef je toch je laatste cafeïne shot. De traan beroert de rust. Ik leg je hoofd neer op het kussen tot slot. Dan gaat het snel. Een laatste zucht. Magere Hein heeft de afspraak met de kanker niet geschonden. Ik ben je nu voor altijd kwijt. Je hebt heel dapper gestreden, maar verloor toch echt de strijd. Peter van der Stoep
9. Oude opa Kees Daar zit hij dan en kijkt naar buiten. De straat is net nog zoals toen. Hij weet het als de dag van gisteren. Op zijn klompen kreeg hij die zoen. Maartje van Telen was haar naam en ze was de knapste van klas drie. Een traan die slentert over zijn wang. Maartje is weg. Ze is er nie. Oude opa Kees is weer eenzaam en zit weer op z’n stoel alleen. Vroeger had hij vrienden, was hij de bink, de vlegel, de vlerk. Nu na ruim vijfentachtig jaar heeft Kees ook geen zin meer in de kerk. Hij is klaar met het leven, hij is op tijd voor het einde, de finale. Wanneer komen ze hem nu halen? Daar zit hij dan en kijkt naar buiten. Maartje is al weer vijf jaar dood. Opa Kees die wil niet meer. ‘Kwamen ze mij maar halen. Hup in de kist en dan begraven in de goot.’ Want de kerk daar kwam Kees niet meer. Dat is ook moeilijk voor die man. Hij kan nu niets meer horen, dus hij snapt er geen bal van. Oude opa Kees is weer eenzaam en zit weer op z’n stoel alleen. Vroeger had hij vrienden, was hij de bink, de vlegel, de vlerk. Nu na ruim vijfentachtig jaar heeft opa Kees zelfs geen zin meer in de kerk. Hij is klaar met het leven, hij is op tijd voor het einde, de finale. Wanneer komen ze hem nu halen? Peter ban der Stoep
10 De stad, de natuur, de mensen Ik hou van de stad met daarin het vele leven haar eigen gezicht ze is als een warm bad.
Dan laat ik de natuur zacht achter in zijn waarde ik kan niet zonder de mensen ieder met hun eigen wensen.
Ik hou van de stad van de bijzondere gebouwen en de winkelboulevard het voelt als een warm bad.
Ik hou van mensen die luisteren naar ontluisterden en zorgen voor de aan huis gekluisterden.
Ik hou van de stad zelfs van het hondengeblaf en de herrie op straat langzaam koelt het bad af. Ik hou wel van de stad het gemiauw van de kat maar ben het even zat nu is het bad koud. ik laat de stad achter me weg van lawaai en apparaten zelfs de mensen kan ik haten ik heb de natuur in de gaten. Ik hou van de natuur ze is zowel ruig als zacht tegelijk wild en grillig kalm en onverschillig Ik hou van de natuur wandelen in rust naar een eenzaam punt, de natuur is pure kunst. Ik hou van de natuur de zuivere lucht en geuren zuig ik met alle zintuigen langzaam in me op
Ik hou van mensen die bouwen in het heden huizen als kastelen uit het verre verleden. Ik hou van mensen in een oud dorp met stompe kerk gegrondvest door het vele bidden ik word er stil van binnen. Ik hou van mensen in een beeld, een meesterwerk of is het dichtwerk in mijn brein ik weet het, het is beiden. Vol van alles wat ik bewonder ga ik terug naar de stad, natuur, stad en mensen wissel ik graag wat af. Door de natuur en de mens is mijn hart weer opgewarmd. In de stad waar ik van houd is het bad niet meer koud. Lisette van der valk
11
loskomen
Óp-ademen, invoelen in gedichten, verhalen mijn gedachten zijn overvol om me heen is het lege bos. Tastend en dwalend tussen de hoge bomen ben ik bang mezelf tegen te komen. Ik voel me verloren, van God los. De oorverdovende stilte hoor ik als hevige pijn als drilboren aan mijn oren zo moet het voor een dove zijn. Met het dichte bladerdak boven mij worstel ik met vele levensvragen in onderbuik en onderlagen. ben ik door een diep dal gegaan. Ik wil mijn hoofd leeg maken door te leren mediteren en me op mezelf te concentreren, het donker achter me te laten. Ik sta opeens op een open plek, dat ik dat niet eerder had ontdekt. De vogelgeluiden die ik niet hoorde, doorbreken de stilte die mij stoorde. De natuur biedt alles wat ik ontbeer. Het stille bos is nu geen vijand meer. Ik weet geen antwoord op alle vragen, maar kan het beter verdragen.
Lisette van der valk
12
Alleen en Rustig
Alleen en rustig Soms onrustig Omdat er wordt gewacht Rustig en alleen Niemand om je heen Er kan worden gedacht Helemaal alleen Van jou Op dat moment Zeldzaam moment Als je alleen bent Waar je alles kent Alleen en niet alleen Op dit moment Is ie groen Mijn WC bril
Corrie van Kooij
13
Toch weer Blijer
Toch weer blijer Blijer dan eerst Weer vrijer Vrijer dan eerst Weer lucht kunnen halen Weer lachen Meer lachen dan eerst Zo te lachen, dat ik moest huilen Huilen van het lachen Weer te kunnen praten Meer praten dan eerst Over andere dingen Hogere dingen dan eerst Weer te luisteren Echt horen naar elkaar Meer horen dan eerst Weer te slapen. Uitrusten Meer slapen dan eerst Om weer wakker te worden Echt wakker te zijn Fitter dan eerst
Om opnieuw te kunnen praten Te lachen, te luisteren Steeds meer, steeds blijer Steeds vrijer, dan eerst Ik ben blij dat ik blij ben Vrij ben, hier ben Blijer dan eerst Corrie van Kooij
14
Jan Bouman
Centrum
15
Jazz gedicht.
om ons huis koeren de duiven bouwen nesten kakken auto’s vol
vliegen heen en weer draaien met de koppen stoffen met het stof
ze zijn geweken.
wat is, is zwart. de veren hart.
met krakend geluid luiden zij de wereld uit krassend, jassend.
een vredesduif is hoog gevlogen een stip veraf.
de kraaien stappen op de stenen zoekend naar een nieuwe buit.
(jan bouman)
16
Lanzarote – Purpuraria
Woest heeft de aarde haar
Stromen die vloeibaar ogen
zwartgallig braaksel
gaan traag in vaste vormen over
in grote brokken rondgestrooid.
dorstend naar ochtenddauw.
De zee tracht met lange vingers
Korsten met hier en daar
gestalten te vormen die
het schuchtere korstmos
slechts bij eb zichtbaar zijn.
schimmel van het primaire leven
Stromen vloeibare aarde
sporen van het hogere
vormen ingewanden
weerkaatsen het eerste licht.
waarin ingelanden zich verbergen.
Inlanders spreken met respect over “De Witte berg”
Dit moet het zijn
vanwege het ontzagwekkende gericht
het vormloos oerlandschap en wachten honderd jaren het niet- niets op het prille groen. tõhu wãbõhu het onnoembare niet-woord. ©a3arts
17
Confrontatie I
Ze spreken Zonder weten over goed en kwaad Fout en slecht Vaderland en strijd Ik zwijg beschaamd Hij de geschiedenisleraar luistert Is Zelf geschiedenis Onze blikken kruisen Hij maakt zijn overhemdsmouw los Toont mij zijn linkerarm Mauthausen Verduidelijkt hij ©a3arts
18
Confrontatie II
Het schuldige bos Verbergt het Lager Drewice Nu bemenst door de nieuwe verstotenen Russische soldaten Het thuisland wenst hen niet terug Ze bewaken hun laatste restje status Daar tegenover ligt de gedenkplaats Zes langgerekte greppels Vier ervan zijn keurig in wigvorm Toegedekt met verse aarde De andere twee tonen de omgekeerde wig De open groeve Een bizarre confrontatie Wij gedenken het “nooit meer” Zien een waarschuwend getuigenis morgen kan het weer. ©a3arts