Jaarverslag 2011
Inhoud Pagina
Een jaar van veel veranderingen .......................................................... 3 Voorwoord
1.
Kind in de knel? Centrale (Aan)melding en Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
2.
.......... 5
Hulp nodig? Toegang regelt indicatie ...................................................................... 11
3.
Strafbaar feit? Jeugdreclassering helpt ....................................................................... 13
4.
Uitspraak kinderrechter? Jeugdbescherming voert uit ................................................................. 15
5.
Problemen als kind Kindertelefoon helpt gratis .................................................................. 17
6.
Problemen voorkomen? Voorlichting en training ........................................................................ 19
7.
Wie doet het werk? Personeelsplaatje ................................................................................ 21
8.
Professioneel en efficiënt Bureau Jeugdzorg als organisatie .......................................................... 27
9.
Good Governance Toezicht ............................................................................................. 37
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
1
2
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Een jaar van veel veranderingen De wereld om ons heen verandert in hoog tempo en het denken over de hulp aan gezinnen, kinderen en jongeren is aan wijziging onderhevig. In dit jaarverslag staat te lezen hoe we in 2011 onze blik op de toekomst hebben gericht en hebben geïnvesteerd in versteviging van de samenwerking met gemeenten en ketenpartners. Dit alles terwijl de winkel gewoon openblijft en we ook aan verdere verbetering van onze processen en werkwijzen hebben gewerkt. Transitie in zicht De contouren van de transitie zijn geschetst in de beleidsbrief van de staatssecretarissen Veldhuizen-van Zanten en Teeven (november 2011). Naar aanleiding van Kamervragen hebben de staatssecretarissen op sommige punten duidelijker aangegeven hoe de toekomst er uit gaat zien. Zoals het er nu uitziet, gaan in 2015 alle taken rond jeugd over naar de gemeenten. 2014 is een voorbereidingsjaar. De transitie omvat: toegang tot de jeugdzorg, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, jeugdzorgplus, AWBZ, j-LVB en j-GGZ. Maar er zijn meer partijen die daarover zeggenschap hebben. De kaders voor de toekomst worden immers door het Rijk, IPO en de gemeenten bepaald. Voor ons is dat zeer bepalend. Ontwikkeling eigen visie We zijn druk bezig met het bepalen van onze visie op de transitie. Dit is lastig, omdat er veel oningevulde scenario’s mogelijk zijn. Er wordt bijvoorbeeld genoemd dat de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering aan voorwaarden en kwaliteitseisen moeten voldoen en bovenlokaal moeten worden georganiseerd, maar niet hoe dat zou moeten. Wij vinden deze kwaliteitseisen van groot belang. De uitvoering van de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering betreft feitelijk verlengde overheid taken omdat er sprake is van een rechtelijke uitspraak. Voor het AMK geldt een voorkeur voor bovenlokale organisatie. Dit is belangrijk gezien de kleinschaligheid van het AMK. Daarnaast is afstand en onafhankelijkheid voor het onderzoek naar kindermishandeling een groot goed. Voor Bureau Jeugdzorg Flevoland zijn dit belangrijke besluiten waarop we zelf invloed willen uitoefenen. Hoe positioneren wij Bureau Jeugdzorg Flevoland? Bureau Jeugdzorg Flevoland moet goed handelen en presteren en een betrouwbare samenwerkingspartner zijn. Daarin is in 2011 geïnvesteerd. We willen het graag weten als de gemeenten of onze ketenpartners ontevreden zijn over ons handelen of presteren. In 2011 hebben ons hierover weinig signalen bereikt, maar dat wil niet zeggen dat we op onze lauweren kunnen rusten. We zullen in 2012 actief hierover het gesprek aangaan met de gemeenten en onze samenwerkingspartners, waar dat niet al is gebeurd. Kleine reorganisatie Een ander thema dat in 2011 veel aandacht vroeg waren de financiën. Wij werden geconfronteerd met een teruggang in de financiële middelen. Dit had gevolgen voor het aantal FTE en leidde zelfs tot een kleine reorganisatie. Enkele medewerkers zijn hierdoor boventallig geworden. Gezinsmanagement Er zijn mooie resultaten geboekt met gezinnen waarbij tot nu toe behoorlijke problematiek bestond en een ondertoezichtstelling en wellicht uithuisplaatsing kon worden voorkomen. Onze gezinsmanagers hebben positieve waarderingen gekregen van hun gezinnen, met cijfers variërend van ruim 7 tot 10. De pilot eindigt eind januari 2012 en wordt begin februari 2012 geëvalueerd. Daarna gaan we werken aan een gestage ombouw van casemanagement naar gezinsmanagement, binnen de beperkte middelen die ons ter beschikking staan. We willen onze werkwijze afstemmen met de ervaringen in Amsterdam. Daar heeft men een vergelijkbare aanpak voor multiprobleem gezinnen.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
3
En 2012? In 2012 staan de volgende punten centraal: • verdere voorbereiding op de transitie; • het opstellen van een financieel meerjarenperspectief om zoveel mogelijk zicht te krijgen wat de mogelijke gevolgen van de transitie zijn; • uitbreiding gezinsmanagement.
Greet Bouman directeur/bestuurder
4
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
1.
Kind in de knel? Centrale (Aan)melding en Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
Iedereen die zorgen heeft over opgroei- of opvoedingssituaties van een kind of jongere, kan voor advies, consult of een zorgmelding contact opnemen met de Centrale (Aan)melding. Sinds ruim een jaar zijn bij de Centrale (Aan)melding de bestaande aanmeldingsdienst van de afdeling Toegang en de advies-, consulten meldfunctie van het AMK samengebracht. Deze nieuwe constructie laat een verschuiving in de aantallen zien. Het aantal AMK meldingen is gedaald en het aantal meldingen bij het Centrale (Aan)meldteam is fors gestegen.
Versnelling doorlooptijden Het AMK heeft zich in 2011 vooral gericht op het verwerken van de openstaande meldingen voor onderzoek. Op 1 januari 2011 waren dat er meer dan 113. Deze lijst is in de loop van het jaar terug gebracht naar 71. Hiervan stonden er aan het eind van 2011 20 op de uitdeellijst en de rest was in behandeling. Door middel van de Doorbraakmethode (officieel afgesloten in juni 2011) is er in 2011 opnieuw een versnelling in de doorlooptijd van de onderzoeken gerealiseerd. In het eerste kwartaal was het aantal onderzoeksdagen 122 en in het vierde kwartaal 64. Hiermee voldoet het AMK aan de door de overheid gestelde maximaal 70 dagen. Doorlooptijden onderzoeken AMK 2011
doorlooptijd per kwartaal aantal openstaande meldingen
1e kwartaal 2011 122 113
2e kwartaal 2011 86 101
3e kwartaal 2011 77 86
4e kwartaal 2011 64 71
Doorlooptijd onde rzoe ke n AM K 2011 140 120 100 80 60 40 20 0 1e kw. 2011
2e kw. 2011
doorlooptijd per kwartaal
3e kw. 2011
4e kw. 2011
aantal opens taande m eldingen
De doelstelling om in 2011 in 95% van de onderzoeken de onderzoekstijd minder dan 70 dagen te laten zijn is niet gehaald. In 82% van de gevallen is dit gelukt, in 18% niet. Er is wel sprake van een positieve ontwikkeling: • Het eerste halfjaar was 73 % binnen 70 dagen en 27% niet. • Het tweede halfjaar was 91% binnen 70 dagen en slechts 9% niet.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
5
De gemiddelde doorlooptijd van het totale onderzoek is in het vierde kwartaal met 64 dagen voor het eerst (ruim) binnen de gestelde wettelijke norm van 75 dagen. Doorlooptijden 2011
doorlooptijd per kwartaal aantal openstaande meldingen
1e kwartaal 2011 122
2e kwartaal 2011 86
3e kwartaal 2011 77
4e kwartaal 2011 64
113
101
86
71
Daling aantal meldingen AMK Het aantal AMK meldingen voor onderzoek is opnieuw gedaald met 27%. Dit is te verklaren doordat de Centrale (Aan)melding investeert in gesprekken om na te gaan of de melder zelf actie kan ondernemen (coachende consultfunctie). Daarnaast worden veel open meldingen door de Centrale (Aan)melding direct opgepakt als signaal van derden. Bij de Centrale (Aan)melding is dan ook sprake van een forse stijging (126%) Aantal meldingen 2010 en 2011
aantal meldingen AMK aantal signalen van derden totaal
2010 533 309 842
2011 388 698 1.086
Aantalle n me ldinge n 2010 e n 2011 1200 1000 800 600 400 200 0 2010 aantal m eldingen AMK
2011 aantal signalen van derden
totaal
De doelstelling om in 2011 het aantal onderzoeken met 25% te laten verminderen is gehaald, namelijk 27%
6
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Aantallen meldingen en signalen
aantal meldingen AMK aantal signalen van derden Totaal
2010 533 309 842
2011 388 698 1.086
stijging/afname -27% 126% 29%
Soepele overname adviesfunctie Voordat de Centrale (Aan)melding van start ging, kon men voor informatie en advies terecht bij zowel de Toegang als het AMK. Uit onderstaande tabel blijkt dat het aantal AMK adviezen (registratie in KITS) bijna is gehalveerd. Het aantal informatie- en adviesvragen (registratie in IJ) is daarentegen sterk gestegen. We kunnen daaruit concluderen dat de Centrale (Aan)melding de advies- en consultfunctie van het AMK en de Toegang goed heeft overgenomen. Aantal adviezen en informatie
aantal adviezen & consulten AMK aantal informatie en adviesvragen totaal
2010 1.064 3.245 4.309
2011 581 3.825 4.406
Aantalle n adv ie ze n e n informatie 2010 e n 2011 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2010 aantal adviezen & cons ulten AMK
2011 aantal informatie en advies vragen
totaal
Efficiënte crisisinterventie De Centrale (Aan)melding heeft inmiddels aangetoond dat het een grote meerwaarde heeft om alle crisissituaties vanuit één punt in behandeling te nemen. Eenduidige aansturing is binnen bereik gekomen. De crisisinterventie verloopt efficiënter en wordt direct uitgevoerd, zonder dat eerst informatieoverdracht van de ene afdeling (AMK) naar de andere (Toegang) moet plaatsvinden. Hulp wordt direct vanuit de juiste afdeling in gang gezet. Op deze manier is de EHBO functie (Eerste Hulp bij Opvoeden) voor kinderen in acute opvoedingsnood direct toegankelijk en inzetbaar.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
7
Een deel van de open meldingen (meldingen waarbij de naam van de melder bekend mag worden) wordt door de Centrale (Aan)melding direct als crisis opgepakt. Dit verklaart de enorme stijging van het aantal crisisaanspraken in 2011 en de vermindering van het aantal AMK onderzoeken. Aantal crisisaanspraken jaar 2009 2010 2011
Aantal 150 182 362 aantal crisisaansprake n 2009-2011
400 350 300 250 200 150 100 50 0 2009
2010
2011
aantal cris is aans praken
Hoge werkbelasting De Centrale (Aan)melding heeft een zwaar jaar achter de rug. De medewerkers hebben veel werk verzet. Het aantal zaken dat als signaal van derden is opgepakt en de enorme stijging van het aantal crisissen maakt dit zichtbaar. De hoge werkbelasting heeft een relatief hoog verloop opgeleverd. Desalniettemin is het gelukt de belangrijkste doelstellingen te behalen: • Bij meldingen waarbij kinderen direct veilig moeten worden gesteld wordt direct gehandeld zonder informatie overdracht van de ene naar de andere afdeling. • Alle open meldingen worden als signaal van derden opgepakt en daar waar mogelijk/noodzakelijk wordt hulp direct aangeboden/ingezet. Deze directe aanpak voorkomt dat het AMK eerst onderzoek moet doen en ouders onnodig lang in onzekerheid worden gehouden. • Dubbele meldingen (bij Toegang en AMK) komen niet meer voor.
Aandacht voor kwaliteit Naast de aandacht voor de snelheid van verwerking van het aantal (aan)meldingen bij zowel AMK als de Centrale (Aan)melding, is eveneens geïnvesteerd in behoud van kwaliteit. Het behoud van de kwaliteit wordt geborgd door dagelijks multidisciplinair overleg, twee à drie wekelijks caseloadoverleg, casuïstiekbesprekingen, intervisie en gezamenlijke (verdiepings)trainingen. Tevens worden de door de Inspectie Jeugdzorg aangegeven aanbevelingen toegepast.
8
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Uitbreiding kennis Er is regelmatig specialistische kennis nodig, bijvoorbeeld als het gaat om het voeren van gesprekken met kinderen of kennis over seksueel misbruik (voorkomen, gevolgen en methodes om seksueel misbruik te stoppen). Een intern kwaliteitstraject brengt en houdt deze specifieke kennis op peil. Aandachtsgebieden zijn in thema’s en trainingsmodules gezet. De medewerkers van het AMK en de Centrale (Aan)melding hebben een uitgebreide training over seksueel misbruik gevolgd. Het in 2010 ondertekend convenant tussen Bureau Jeugdzorg Flevoland en politie is hierbij nadrukkelijk behandeld. De Care opfriscursus alsmede de ontwikkeling van een sluitende en effectieve aanpak van delict gedrag van kinderen jonger dan 12 jaar zijn doorgeschoven naar 2012.
ORBA Het besluitvormingsproces bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling is sinds de invoering van ORBA duidelijk verbeterd. Dat blijkt uit effectonderzoek uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut en de Radboud Universiteit Nijmegen (november 2011). ORBA staat voor Onderzoek Risicotaxatie Besluitvorming AMK's en is erop gericht om de nadelen van subjectieve, intuïtieve besluitvorming te ondervangen. Bureau Jeugdzorg Flevoland werkt nu een aantal jaar met dit systeem. Het besluitvormingsproces verloopt met ORBA systematischer en transparanter.
Meerwaarde ‘kruisbestuiving’ Een blijvende ‘kruisbestuiving’ tussen AMK en de Centrale (Aan)melding blijft van belang omdat de werkzaamheden aan elkaar gelieerd zijn. Samenwerking en samen oplopen in trainingsdagen heeft een overduidelijke meerwaarde.
Samenwerking Vanuit AMK en de Centrale (Aan)melding wordt deelgenomen aan diverse (afstemming)overleggen. Bijvoorbeeld met de JGZ (jeugdgezondheidszorg), ziekenhuizen, politie en het Steunpunt Huiselijk Geweld. De convenanten en samenwerkingsafspraken met deze partners worden uitgevoerd. Aantallen politiemeldingen Gemeente Almere Lelystad Dronten Zeewolde NOP Urk Totaal
Totaal 2011 822 285 50 51 107 24 1.339
Met het Steunpunt Huiselijk Geweld en de Reclassering is in 2011 38 keer samengewerkt inzake huisverboden, waarvan 26 keer in Almere. Voor de duur van het huisverbod wordt er intensief samengewerkt met het Steunpunt Huiselijk Geweld en de Reclassering. Het Steunpunt richt zich hierbij op het slachtoffer, de Reclassering op de dader en Bureau Jeugdzorg op de kinderen.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
9
10
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
2.
Hulp nodig? Toegang regelt indicatie
Ouders die kampen met ernstige opvoedproblemen, kunnen terecht bij de afdeling Toegang van Bureau Jeugdzorg Flevoland. Samen met ouders en kind wordt bekeken hoe zij het beste geholpen kunnen worden. Dit wordt vastgelegd in een indicatie. Afname van werkkracht, stabilisatie van het aantal hulpvragen en indicaties en hoge werkdruk zijn voor de afdeling Toegang kenmerkend voor het jaar 2011.
Stabilisatie aantal hulpvragen Het aantal hulpvragen en het aantal indicaties is in 2011 toegenomen. Door de afname van het aantal medewerkers van de afdeling Toegang was het nodig keuzes te maken over de uit te voeren taken. Er is ervoor gekozen om het aantal zaken actief casemanagement terug te brengen, waarmee meer casemangementzaken in beheer komen. Medio 2011 waren er zo'n kleine 600 zaken met actief casemanagement, in december waren dit er nog ruim 400. Tegelijkertijd is de capaciteit voor beheer casemanagement uitgebreid. Beheer casemanagement is een vangnet voor lopende casemanagementzaken. Ouders of zorgaanbieders kunnen ons altijd aanspreken als er onverwachte calamiteiten zijn. Aantallen Toegang
Aantal aanmeldingen excl. informatie en advies Aantal informatie en adviesaanvragen Aantal casemanagement zaken jeugdhulpverlening 31/12
Totaal Toegang 2009 1.178
Totaal Toegang 2010 1.678
Totaal Toegang 2011 2.173
3.102
3.576
3.832
1.449
1.392
1.511
Het is gelukt om in traject 3-zaken (zeer zware problematiek, ~ 20%) 80% van de eerste gesprekken binnen vier weken in te plannen. Verreweg de meeste afspraken werden binnen twee weken gepland. Deze informatie is handmatig bijgehouden. De gemiddelde doorlooptijd (traject 1 + 2 + 3) is in 2011 verder afgenomen, van 60 naar 45 dagen (derde kwartaal). Daarmee wordt de ‘over all’ doelstelling van 4 weken tot eerste gesprek en vier weken tot indicatie ruimschoots behaald.
Pilot Gezinsmanagement Begin 2011 is Bureau Jeugdzorg Flevoland gestart met de pilot Gezinsmanagement. Doel: het verenigen van de behoefte van het kind met de mogelijkheden van het gezin en het netwerk. De inzet van Gezinsmanagement wordt onder andere bepaald op basis van de volgende kenmerken: • Het gezin ervaart op meerdere leefgebieden problematiek. • Het gezin heeft grote motivatieproblemen ten aanzien van hulpverlening. • Het gezin is onvoldoende in staat de ondergrens van veiligheid te bewaken. In februari 2012 worden de resultaten van de pilot geëvalueerd. De verwachting is dat gezinsmanagement goed aansluit bij de vraag van gemeenten om complexe gezinssystemen effectief in hun eigen kracht te zetten.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
11
Over en weer: best practice In Lelystad is het project Over en Weer in augustus 2011 geëvalueerd. De uitkomsten waren positief en de samenwerking tussen ketenpartners is verbeterd. De verwachting is dat dit project een ‘best practice’ wordt als het gaat om op- en afschaling tussen ketenpartners.
Integraal indiceren Om de loketten in Dronten voor onderwijszorg en jeugdhulpverlening tot één loket samen te voegen, is in 2011 gestart met een pilot. In deze pilot werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland samen met het CJG kernteam, de interne schoolzorgstructuur van het basisonderwijs, het CIZ, en GGZ. Samenvoeging van de verschillende loketten zorgt voor coördinatie van een snelle, integrale en handelingsgerichte indicatie en passende aanpak. Bureau Jeugdzorg Flevoland maakt deel uit van de werkgroep die een nieuwe integrale werkwijze opstelt. De werkgroep houdt hierbij al rekening met de komende transitie van de AWBZ/jeugdzorg naar de gemeenten. Een en ander heeft in 2011 geresulteerd in een procesbeschrijving en overeenkomsten met gezamenlijke partners van het CJG Dronten om tot concrete uitvoering van het project te komen. Het project loopt door in 2012.
Altijd STEP In alle gevallen wordt door de afdeling Toegang de STEP (Standaard Taxatie Ernst Problematiek) afgenomen bij het opstellen van een indicatie. Bij het eind van de hulpverlening wordt de STEP door de afdeling Toegang afgenomen als er een casemanager actief is. Bij de afsluiting van casussen die in beheer zijn doet de zorgaanbieder dit.
Trots Het is lastig om met minder mensen hetzelfde werk te verzetten. Tegelijkertijd wordt de focus op de werkelijk complexe en kwetsbare gezinnen door Bureau Jeugdzorg groter. De eigen verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders wordt versterkt. We kunnen trots zijn op de flexibiliteit van het team.
12
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
3.
Strafbaar feit? Jeugdreclassering helpt
Als jongeren tussen de twaalf en achttien jaar een strafbaar feit plegen, krijgen ze te maken met medewerkers van de afdeling Jeugdreclassering. Was er in 2011 nog een daling van de instroom te zien, voor 2012 wordt toch weer een beperkte groei verwacht. De eerste nazorgtrajecten zijn in 2011 succesvol uitgevoerd. Minder positief blijft de uitvoering van de samenloopzaken. Een pilot in 2012 zal uitwijzen of een nieuwe aanpak zijn vruchten zal afwerpen.
Daling instroom In 2011 laat de instroom jeugdreclasseringzaken een flinke daling zien. Zowel de reguliere als ITB zaken (Intensieve Traject Begeleiding) lopen terug. De invoering van het Proces Verbaal Minderjarigen (PVM) is een mogelijke oorzaak voor de afname van zaken. Gedurende de implementatie heeft de afdoening van zaken namelijk vertraging opgelopen door de wijziging van de werkprocessen bij o.a. de politie. Het laatste kwartaal van 2011 zien we weer een lichte groei ontstaan in de instroom en is het PVM volledig geïmplementeerd. De verwachting is dat deze groei zich beperkt door zal zetten in 2012. Aantal maatregelen Jeugdreclassering
Totaal aantal maatregelen Aantal maatregelen regulier Aantal maatregelen ITB Harde Kern Aantal maatregelen ITB Criem
Totaal JR 2009 346
Totaal JR 2010 342
Totaal JR 2011 310
311
314
284
13
11
8
22
17
18
Doelstellingen: - Binnen 5 werkdagen ontvangt de cliënt een uitnodiging voor het kennismakingsgesprek. Dit is in 92% behaald. - Plan van aanpak wordt in 90% van de aanmeldingen binnen zes weken vastgesteld. Dit is in 84% behaald. - Jeugdreclassering Rapporteert iedere zes maanden aan de Raad van de kinderbescherming. Dit is 83% behaald. - Alle inhoudelijke besluitvorming met betrekking tot cliënten dient tijdens de wekelijkse casuïstiek plaats te vinden. Dit is in 100% het geval.
Hulp op maat In samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming, Nieuw Veldzicht en de gemeente Almere is het pilot programma Hulp op maat ontwikkeld. Het accent ligt hierbij op preventieve begeleiding door de Jeugdreclassering en Nieuw Veldzicht. Wegens een gebrek aan instroom van laag risico jongeren heeft de pilot niet het gewenste resultaat opgeleverd en is deze inmiddels beëindigd.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
13
LIJ: Het landelijk instrumentarium Jeugdstrafrechtketen De implementatie van het LIJ is uitgesteld en zal medio 2012 hervat worden. Wat is het landelijk instrumentarium jeugdstrafrechtketen? Het landelijk instrumentarium jeugdstrafrechtketen is een samenhangend pakket van instrumenten om te screenen, te signaleren en risico’s te taxeren. Het screenen en signaleren gebeurt op basis van de Wat Werkt principes. Met behulp van de instrumenten kunnen we bepalen welke problematiek jeugdigen hebben die in aanraking komen met politie en justitie in Nederland. Dit omdat zij verdacht worden van het plegen van een misdrijf. Met behulp van de instrumenten verzamelen we informatie over: • risico’s op onder andere recidive; • veranderbare criminogene factoren; • beschermende factoren; • zorgsignalen; • responsiviteit. Op basis daarvan kan worden bepaald welke zorg en/of strafrechtelijke aanpak de jeugdige in kwestie nodig heeft. Het instrumentarium heeft de vorm van een applicatie, zodat het werken met het LIJ geautomatiseerd gebeurt. De applicatie genereert rapporten in een pdf-bestand, die op de gebruikelijke wijze (JD-online, mail, fax) worden verzonden en ontvangen.
Scenario overleg In 2009 is er een doorstart gemaakt met het ketenoverleg over risico jongeren die neigen naar crimineel gedrag. Dit overleg vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten Almere en Lelystad en wordt voorgezeten door de Jeugdreclassering. Het doel van het overleg is om alle risicojongeren in kaart te brengen en een sluitende aanpak te creëren in de keten. In 2011 is getracht het overleg in Almere op een kwalitatief hoger niveau te trekken. Inmiddels is een start gemaakt met het scenario overleg in Lelystad. Dit is enthousiast ontvangen door alle betrokken partners. Daarnaast participeert de Jeugdreclassering als vaste deelnemer in het netwerktrajectberaad en het Justitieel casus overleg.
Nazorg De eerste nazorg trajecten zijn uitgevoerd door de Jeugdreclassering. De instroom is goed te overzien en bood daardoor ruimte om kritisch te kijken naar de werkwijze van de Jeugdreclassering hierin. De nazorg trajecten zijn maatwerk en hebben tot doel het voorkomen van recidive en het bieden van een realistisch en positief toekomstperspectief waarin jongeren en diens (gezins)systeem zelf verantwoordelijkheid nemen.
Samenloop Samenloopzaken blijven een probleem in de uitvoering. Medio 2011 kwam het bericht van jeugdzorg Nederland dat de kostprijs van de samenloopzaken per direct verhoogd zouden worden. Het IPO ging echter niet akkoord met de nieuwe kostprijs waardoor de besluitvorming opgeschort werd tot december 2011. Inmiddels is de nieuwe kostprijs een feit en zullen er medio 2012 medewerkers geschoold kunnen gaan worden. Er zal dan tevens een start gemaakt worden met de pilot samenloop. De pilot zal moeten uitwijzen of het mogelijk is voor Bureau Jeugdzorg Flevoland om een samenloopteam te vormen. De pilot medewerkers zijn zowel gezinsvoogden als jeugdreclasseerders.
14
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
4.
Uitspraak kinderrechter? Jeugdbescherming voert uit
De kinderrechter kan een kinderbeschermingsmaatregel opleggen. Dit gebeurt als ouders niet meer in staat zijn hun kind goed en veilig op te laten groeien of als een jongere problemen heeft. De afdeling Jeugdbescherming voert deze maatregelen uit. In 2011 is een lichte stijging te zien van het aantal maatregelen.
Meer maatregelen Het aantal maatregelen ondertoezichtstelling en voogdij is in 2011 licht gestegen. Met name in het zuidelijke deel van de provincie (Almere en omstreken) is een toename van het aantal zaken te zien. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de toename van het aantal inwoners. Het aantal VOTS (Voorlopige Onder Toezicht Stelling) zaken is, in vergelijking met andere provincies, fors. Opvallend is dat er het afgelopen jaar ook meer VOTS zaken zijn uitgesproken over ongeboren baby’s en grote gezinssystemen. In samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming blijven wij kijken naar een mogelijke verklaring van deze groei. Van daaruit wordt bekeken of en op welke wijze hierop te sturen is. Aantal maatregelen Jeugdbescherming
Totaal aantal maatregelen Aantal maatregelen VOTS Aantal maatregelen OTS Aantal maatregelen voogdij
Totaal JB 2009 703
Totaal JB 2010 675
Totaal JB 2011 706
15
20
21
559
518
546
129
137
139
Doorlooptijden In 2011 zijn de volgende doelstellingen en doorlooptijden behaald. In 97% van de gevallen ontvangt de cliënt binnen zeven werkdagen een uitnodiging voor een eerste gesprek. • Het eerste plan van aanpak wordt in 74% van de casussen binnen de vereiste zes weken vastgesteld.* • Kernbeslissingen, zoals bijvoorbeeld verlenging OTS/afsluiting OTS (Onder Toezicht Stelling) of verzoek tot verderstrekkende maatregel, worden in alle gevallen binnen het MDO (Multi Disciplinair Overleg) genomen. • Kernbeslissingen als beëindiging ondertoezichtstelling en thuisplaatsing worden in alle gevallen voorgelegd aan de Raad voor de Kinderbescherming in het kader van de toetsende taak.
*
Het behaalde percentage van 74% wordt met name veroorzaakt door onderbezetting van de afdeling Jeugdbescherming Zuid wegens langdurige ziekte van medewerkers. Een aanspraak op de extra middelen die het ministerie van justitie ter beschikking stelde is niet gehonoreerd. Hierdoor was extra inzet ter vervanging van zieke medewerkers niet mogelijk.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
15
Voogdij methodiek Het is landelijk niet haalbaar gebleken de voogdij methodiek in 2011 te implementeren. Door problemen met de financiering is de invoering uitgesteld. We verwachten dat de financiering in 2012 rond komt, zodat gestart kan worden met training en implementatie. De voorbereidingen zijn inmiddels afgerond.
Mediation werkt Het aantal zaken met als kern van de problematiek de scheiding van ouders en de weerslag hiervan op jeugdigen steeds fors. Vanuit de Jeugdbescherming wordt sinds enkele jaren mediaton ingezet. De effecten zijn zeer positief en ook ouders beoordelen het mediationtraject na afloop goed. De wens is dan ook om mediation vaker in te zetten, eventueel met de inzet van een tweede mediator.
Aandacht voor jonge moeders In 2011 konden alle jonge moeders met een indicatie jeugdzorg moeder/kind geplaatst worden, soms met overbrugging tijdelijke elders. Momenteel worden bij een VOTS of bij direct ingrijpen jonge moeders en hun baby gescheiden, terwijl voor de hechting van de baby liever een andere beslissing wordt genomen. Bij een VOTS is direct ingrijpen noodzakelijk en er zijn geen crisis bedden voor moeder/kind beschikbaar. Ook binnen de pleegzorg kunnen geen moeders met kind opgenomen worden. In 2012 wordt in kaart gebracht hoe vaak moeder en kind maatregelen worden afgegeven en welke mogelijkheden Bureau Jeugdzorg Flevoland heeft om moeder en kind samen te plaatsen, en welke alternatieven worden gekozen als gewenste zorg niet direct inzetbaar is.
Gesloten jeugdzorg Jongeren die een behandeling nodig hebben binnen een jeugdzorg+ instelling hebben daar een machtiging ‘gesloten jeugdzorg’ via de kinderrechter voor nodig. Deze wordt afgegeven wanneer een GZ psycholoog hiervoor een verklaring afgeeft en er een indicatiebesluit ligt. Hiervoor maken we veel gebruik van een externe pool van GZ psychologen. Vanaf medio 2012 zullen een aantal eigen medewerkers afstuderen als GZ psycholoog.
Contactfrequentie en bereikbaarheid Naar aanleiding van de in 2011 gehouden interne audit, zijn richtlijnen opgesteld met betrekking tot de contactfrequentie met kinderen en jongeren. Ouders/verzorgers worden zoveel mogelijk betrokken bij het bespreken van verwachtingen en contactfrequentie. Voornaamste uitkomsten van de audit: • vooraf heldere afspraken over contactfrequentie maken en duidelijk communiceren richting jeugdige en ouders/verzorgers; • in het dossier van de jeugdigen is terug te vinden welke afspraken er zijn gemaakt met jeugdige en ouders/verzorgers; • afspraken zijn ook terug te vinden voor collega’s en komen terug in het Plan van Aanpak en de evaluatie. Naast contactfrequentie is bereikbaarheid ook een voortdurend punt van aandacht. In 2011 zijn aandachtspunten en beleid hieromtrent aangescherpt en besproken met de gezinsvoogden tijdens een aantal themamiddagen.
16
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
5.
Problemen als kind? Kindertelefoon helpt gratis
Kinderen en jongeren met problemen, kunnen gratis bellen of chatten met de Kindertelefoon. De Kindertelefoon biedt een luisterend oor, advies en ondersteuning. In Flevoland is de Kindertelefoon samen met Bureau Jeugdzorg Amsterdam georganiseerd.
De Kindertelefoon begon in 1079 met twee telefoons op een zolderkamer in de Jordaan. 33 jaar later is de gratis hulpdienst uitgegroeid tot een professionele organisatie met achttien vestigingen in heel Nederland en ruim achthonderd vrijwilligers, van wie ongeveer 10 procent in Amsterdam werkt. Zij beantwoorden telefoontjes en chattgesprekken.
Cijfers Dat de Kindertelefoon anno nu nog steeds in een behoefte voorzien, blijkt uit de cijfers. In 2011 is de Kindertelefoon 104.914 keer gebeld en is er 66.958 keer met de Kindertelefoon gechat. Dat zijn 471 gesprekken per dag. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2010. Die groei is vooral te danken aan het feit dat kinderen sinds 2009 gratis met hun mobieltje naar de Kindertelefoon kunnen bellen (96 procent van de telefoontjes gaat via een gsm). De gemiddelde leeftijd van de jongeren is dertien jaar. Meisjes zoeken twee keer zo vaak contact met de Kindertelefoon als jongens. Opvallend is dat het aantal contacten over (verbaal) geweld –pesten, mishandeling, incest, verkrachting- de laatste jaren flink toeneemt. In 2011 ging één op de vijf gesprekken daarover. Jaarlijks worden ongeveer 150 kinderen overgedragen aan de Bureaus Jeugdzorg.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
17
18
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
6.
Problemen voorkomen? Voorlichting en training
Voorkomen is beter dan genezen. Vanuit deze gedachte verzorgt de afdeling Voorlichting en Training jaarlijks voorlichtingen en trainingen.
Overdracht is kracht Het schrijven van een draaiboek en het samenstellen van een reader voor de training motiverende gesprekstechnieken, was de bijdrage van de afdeling Voorlichting en Training aan het Snijvlakexperiment ‘Overdracht is kracht,’ van het Centrum voor Jeugd en Gezin uit de Noordoostpolder.
Kenniswinkel Samen met de coördinator van RAAK heeft de afdeling geprobeerd een kenniswinkel te starten om alle trainingen van de Flevolandse jeugdzorginstellingen in onder te brengen. Door het ontbreken van financiële middelen voor de coördinatie, kon het plan niet worden uitgevoerd.
Voorlichting Ligt je toekomst bij Bureau Jeugdzorg? Voor HBO rechten studenten van Hogeschool Windesheim is een bijeenkomst georganiseerd waar door middel van een rollenspel de werkwijze van de verschillende afdelingen van Bureau Jeugdzorg Flevoland werd verlevendigd. Uit de evaluatie bleek dat de studenten een goed beeld hebben gekregen van de juridische taken en dat het rollenspel verhelderend werkte. Voorlichting over ernstige opvoedzaken In 2011 is er 20 keer voorlichting gegeven bij kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, basisscholen en naschoolse opvang. De Centrale (Aan)melding werd ook op de kaart gezet door voorlichtingen aan het voorveld. Dik tevreden waren de toehoorders over de voorlichtingen Centrale (Aan)melding, Toegang en AMK. Dat blijkt uit de schriftelijke evaluaties. De verwijzers weten steeds beter de weg te vinden.
Zedenzaken? Samen optrekken! ‘Een gezamenlijk aanpak, daar waar dit mogelijk is’, geven de afdeling Zeden van de politie Flevoland en Bureau Jeugdzorg Flevoland na afloop van uitwisselingsbijeenkomsten in 2011 aan. Tijdens de bijeenkomsten heeft Bureau Jeugdzorg de zedenpolitie geïnformeerd over het beleid met betrekking tot ‘afhankelijke seksuele relaties’. De afdeling Zeden heeft de verschillende werkzaamheden van hun afdeling toegelicht. Liefst één keer per jaar casuïstiekbespreking en werkervaringen uitwisselen is de wens van beide organisaties. Voorlichting en Training organiseert, zit voor, doet verslag en koppelt terug.
Actief met jeugdagenten De bijeenkomst met de jeugdagenten Flevoland en vertegenwoordigers van de afdelingen van Bureau Jeugdzorg Flevoland had als speerpunt het gezamenlijk maken van een PDSA (Plan, Do, Study, Act). Knelpunten bij de thema’s spoed en crisis, zorgmelding, uithuisplaatsing en bereikbaarheidsdienst werden omgezet in een PSDA om zo de samenwerking te verbeteren.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
19
20
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
7.
Wie doet het werk? Personeelsplaatje
Het personeel van Bureau Jeugdzorg Flevoland is het kapitaal van de organisatie. In 2011 werkten we met 231 professionals aan de ondersteuning en bescherming van ouders en kinderen. Voor de uitvoering van onze taken is de inzet en betrokkenheid van de medewerkers bepalend.
Wie doet het werk In 2011 werkten er 231 mensen bij Bureau Jeugdzorg Flevoland, 16 minder dan in 2010 doordat tijdelijke contracten niet verlengd konden worden. Het aantal mannen bedroeg 31, er werkten 200 vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 38 jaar. Het verloop was gemiddeld 13,4%. Dit is een stijging ten opzichte van 2010, toen was het percentage 10,8%. Alle medewerkers van Bureau Jeugdzorg Flevoland hebben een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Aantal medewerkers naar leeftijd en geslacht Leeftijdsopbouw medewerkers 250 200 Aantal
150 Totaal aantal 100
Aantal vrouwen
50
aantal mannen
0 < 25 jaar 25-34
35-44
45-54
55-65
Totaal
Leeftijd
Gemiddeld aantal uren dienstverband per week Gem iddeld aantal uren dienstverband 160 Aantal medewerkers
140 120 100 80 60 40 20 0 32-36 u/w
24-31 u/w
16-23 u/w
< 16 u/w
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
21
Medewerkers aantal jaren in dienst ≤ 5 jaar Tussen 5 en 10 jaar Langer dan 10 jaar
139 53 39
Vacatures In het eerste en tweede kwartaal van 2011 zijn negen vacatures ingevuld. Daarna is een vacaturestop ingesteld in verband met bezuinigingen. Het aantal vacatures binnen de gehele jeugdzorg neemt af. Dit is te merken door het stijgende aantal open sollicitaties in het laatste kwartaal. Vier medewerkers hebben een interne overstap gemaakt. Drie medewerkers van verschillende afdelingen zijn overgestapt naar de Jeugdbescherming en een medewerker van de Jeugdreclassering is naar het AMK gegaan.
Ziekteverzuim Het stijgende ziekteverzuim heeft zich in het eerste halfjaar van 2011 voortgezet. Dit werd veroorzaakt door een aantal individuele gevallen en door onrust in de organisatie waardoor medewerkers (tijdelijk) uit balans raakten. Het eerste halfjaar van 2011 liet een verzuimcijfer zien van 5,49% (excl. zwangerschapsverlof). Met aandacht en een gerichte aanpak zette de daling van het verzuim weer in. Dit resulteerde uiteindelijk in een verzuimcijfer van 4,73%. Dit was in 2009 en 2010 respectievelijk 4,37% en 3,95%. Overigens doet zich landelijk, onder druk van de economische crisis, hetzelfde fenomeen voor. Verzuimpercentages (incl. en excl. zwangerschapsverlof) 7,57%
8,00% 7,00%
7,15%
6,21%
6,00% 5,00%
4,37%
4,73%
verzuimpercentage excl. zw angerschap*
3,95%
4,00%
verzuimpercentage incl. zw angerschap
3,00% 2,00% 1,00% 0,00% 2009
2010
2011
Meldingsfrequentie meldingsfrequentie (aantal ziekmeldingen gem. per medewerker per jaar) 2
1,56
1,51
1,28
2009
2010
2011
1 0
22
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Een speerpunt in 2011 was het reduceren van de verzuimfrequentie per medewerker. Dit is gelukt. Het aantal keer dat een medewerker in 2011 verzuimde was gemiddeld 1,28 (2010:1.51 en 2009: 1.56). Preventie van verzuim Ook in 2011 is een gezondheidsweek georganiseerd om medewerkers actief te betrekken bij de mogelijkheden die zij hebben om hun gezondheid positief te beïnvloeden. Daarnaast namen twee teams deel aan de landelijke zorgmarathon. Tijdens het functioneringsgesprek is het onderwerp (het voorkomen van) verzuim een vast onderdeel zodat vroegtijdig signaleren ervan langdurig verzuim mogelijk kan worden voorkomen.
Arbeidsomstandigheden In 2011 is het Plan van Aanpak voortkomend uit de Risico Inventarisatie & Evaluatie gevolgd. De veiligheid, gezondheid en het welzijn van medewerkers is verbeterd door individuele aanpassingen op de werkplek en door bijvoorbeeld de aanpak van klimaatproblemen. Er is voorlichting gegeven over gezondheidsrisico’s en het voorkomen ervan via intranet en nieuwsbrief. Verder is gericht aandacht besteed aan de risico’s van beeldschermwerk en van agressie en geweld door bijvoorbeeld cliënten. Ondanks de krimpende financiële mogelijkheden is getracht een veilige, gezonde en een plezierige werkomgeving te creëren. Dit heeft echter niet kunnen voorkomen dat de herindeling van enkele afdelingen voor medewerkers een flinke investering heeft gevraagd van hun aanpassingsvermogen.
Veiligheid Het waarborgen van de veiligheid voor medewerkers is een belangrijk aandachtspunt. Het veiligheidsbeleid is dan ook geëvalueerd en geactualiseerd (o.a. de notitie agressie en geweld). Ondanks training en voorlichting over agressie en geweld en aandacht voor de fysieke werkplekken om de veiligheid van medewerkers te optimaliseren, kwamen er toch medewerkers in aanraking met agressie en geweld. 43x heeft dat geleid tot een melding van een agressie incident. Het aantal meldingen in het registratiesysteem was 49 maar enkele malen betrof het meerdere cliënten uit één gezin. Medewerkers van het Team Collegiale Opvang hebben aandacht besteed aan adequate nazorg. Er is in 2011 geen opschaling in de nazorg noodzakelijk geweest door Slachtofferhulp. Eén medewerker heeft zich gericht tot de externe vertrouwenspersoon van Bureau Jeugdzorg Flevoland. Na dit gesprek was de medewerker van mening dat er geen verdere actie noodzakelijk was. De organisatie van de Bedrijfshulpverlening (BHV) is op orde. De bedrijfshulpverleners zijn ook in 2011 geschoold. Er waren twee meldingen die de inzet van de bedrijfshulpverlening noodzakelijk maakten. In beide gevallen was er geen sprake van een bedrijfsongeval, maar van een acuut ongemak en had de klacht geen directe relatie met het werk of de werkplek. De locaties in Almere en Lelystad hebben de jaarlijkse ontruimingsoefeningen goed doorstaan.
Deskundigheidsbevordering Algemeen Startende medewerkers bij de Jeugdbescherming en het AMK hebben de benodigde functiegerichte scholingen gevolgd. Andere medewerkers hebben trainingen gevolgd die positief bijdroegen aan de uitoefening van hun functie en/of persoonlijke ontwikkeling. Halverwege 2011 bleek dat er in de exploitatie ruimte was voor extra trainingen zoals een training Gezinsmanagement, een training Cultuur Sensitief Werken (breed ingezet) en Plezier in Uitvoering voor de Jeugdbescherming.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
23
De invoering van de wettelijk verplichte beroepsregistratie heeft vertraging opgelopen. In 2011 zijn de consequenties van de invoering wel alvast onderzocht. Interculturalisatie ‘Je wordt je ervan bewust wat de invloed is van je cultuur en eigen geschiedenis op je leven,’ vat één van gezinsmanagers tijdens de evaluatie van Cultuur Sensitief Werken de training samen. Het gezinsmanagementteam is gedurende drie dagdelen getraind in de methodiek CSW. Samen met de trainers is het draaiboek geschreven en de reader samengesteld. Uit de evaluatie blijkt dat er behoefte is aan meer verdieping. Daarnaast is een eendaagse training interculturalisatie voor de teammanagers, gedragsdeskundigen en werkbegeleiders georganiseerd. Kitlyn Tjin A Djie heeft ze laten proeven aan de mogelijkheden van ‘Het management van diversiteit op de werkvloer’, het smaakte naar meer. Waar kan ik het vinden? Documenten, verslagen en linken zijn verzameld en gecategoriseerd over interculturalisatie. Ook de vragenlijst voor de medewerkers over hun kennis, ervaring en achtergrond met betrekking tot diversiteit is klaar om ingevuld te worden. Nu nog zoeken naar een digitale gebruiksvriendelijke manier om het kennisnetwerk vorm te geven, zodat het voor alle medewerkers toegankelijk is. Intervisiegroepen verzelfstandigen De intervisoren lieten om 2011 alle intervisiegroepen los. Het intervisorenteam: nu een intervisorenpool voor knelpunten en introductie van nieuwe methodieken! De tweede meting intervisie gaf aan, dat de basismethode intervisie voldoende geïmplementeerd is, alleen het afsluiten met een actieplan en hierop reflecteren vraagt aandacht: de intervisorenpool gaat zich hiervoor sterk maken. Door het registratieformulier wordt het verplichte karakter van intervisie duidelijk, dit maakt onderdeel uit van het persoonlijk dossier. Groen, oranje, rood en zwart: het vlaggensysteem Hoe duid je seksueel gedrag van kinderen en jongeren? Hoe maak je het bespreekbaar? Wanneer spreek je van grensoverschrijdend gedrag? Het vlaggensysteem van Sensoa heeft hierop een methodiek ontwikkeld. Deze is door de afdeling Voorlichting en Training vertaald voor de eigen instelling in een voorlichtingsbijeenkomst en bruikbare reader voor de medewerkers.
Stages Voor het schooljaar 2010/2011 hebben wij zes derdejaars stagiairs een stageplaats kunnen aanbieden. Helaas bleken de werksoorten niet altijd aan te sluiten bij de wensen en mogelijkheden van de stagiairs. Hierdoor hebben twee stagiairs de stage voortijdig beëindigd. Voor het schooljaar 2011/2012 is minder begeleiding beschikbaar. Hierdoor is het aantal stageplaatsen beperkt gebleven tot drie. Naast de derdejaars stageplaatsen, is ook ruimte geboden aan een aantal afstudeerstagiairs bij de afdelingen Toegang Noord en het Centraal Bureau.
Medezeggenschap Er is in 2011 zowel formeel als informeel intensief overleg gevoerd met de bestuurder over tal van zaken, bijvoorbeeld werklast, besluitvormingsprocessen, medewerkertevredenheid, aansturing van de teams, gevolgen van de bezuinigingen en bureaucratie. De ondernemingsraad heeft vooral aandacht gevraagd en gekregen voor de kwalitatieve gevolgen van besluiten en heeft een bijdrage geleverd aan de effectiviteit van de besluitvorming. De bestuurder heeft de concreet uitgewerkte adviezen van de ondernemingsraad voor het merendeel overgenomen.
24
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Het afgelopen jaar heeft de ondernemingsraad zich sterk gemaakt om de medezeggenschap via de lijn te bevorderen. Er zijn afspraken gemaakt om hier ook methodisch handen en voeten aan te geven. De bestuurder heeft bijvoorbeeld bijeenkomsten georganiseerd om de medewerkers te betrekken bij de transitie. De ondernemingsraad heeft de medewerkers via de mail en communiqués nadrukkelijk betrokken en geïnformeerd. Daarnaast heeft de ondernemingsraad regelmatig, al dan niet op eigen initiatief, gesprekken gevoerd met medewerkers.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
25
26
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
8.
Professioneel en efficiënt Bureau Jeugdzorg als organisatie
Bureau Jeugdzorg Flevoland is zo ingericht dat alle kinderen en jongeren tot 18 jaar bij ons terecht kunnen voor steun, bescherming en toezicht. Achter de schermen wordt hard gewerkt om de kwaliteit van onze organisatie op peil te houden.
Inkoopadvies Jaarlijks stelt Bureau Jeugdzorg Flevoland het inkoopadvies aan de provincie Flevoland op voor het te contracteren aanbod van provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Het inkoopadvies helpt om zicht te krijgen en te houden op de zorgvraag, de zorgbehoefte en het zorgaanbod en houdt rekening met de vraag naar GGZ- en AWBZ-zorg voor kinderen met een psychiatrische grondslag. Het aantal indicaties dat wordt gesteld vanuit de Toegang, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, is richtinggevend bij het bepalen van de zorgvraag. De provincie Flevoland bespreekt het inkoopadvies met de zorgaanbieders, zorgkantoren en gemeenten. Met de transitie van de jeugdzorg in het vooruitzicht, wordt het voor de gemeenten steeds belangrijker om een goed en betrouwbaar inzicht te krijgen in het verbruik van jeugd- en/of AWBZ-zorg in de eigen gemeenten. Het inkoopadvies helpt hen daarbij. Naast inzicht in het gebruik van zorg in het algemeen, wordt ook aan gegeven welke specifieke zorg cliënten uit de verschillende gemeenten gebruiken. In het inkoopadvies geeft Bureau Jeugdzorg Flevoland aanbevelingen voor het toekomstige zorgaanbod.
Integrale hulpverlening Vanuit alle afdelingen van Bureau Jeugdzorg Flevoland wordt in de verwijsindex risicojongeren Flevoland (ESAR) gemeld. Elke afdeling meldt volgens vastgestelde criteria, gebaseerd op de afspraken in het convenant ESAR. Uit de evaluatie van ESAR komt Bureau Jeugdzorg Flevoland als grootste melder naar voren. Alle afdelingen hebben aandacht voor het versterken van de eigen kracht van de jeugdige en zijn/haar gezin. Aangesloten wordt bij bijvoorbeeld Eigen Kracht conferenties en ronde tafelgesprekken.
Samenwerkingsprotocol Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders Bureau Jeugdzorg Flevoland en de jeugdzorgaanbieders in Flevoland zijn belangrijke ketenpartners. Om op een verantwoorde manier vorm te kunnen geven aan de uitvoering van de jeugdzorg is een goede afstemming van de werkzaamheden van Bureau Jeugdzorg en jeugdzorgaanbieders een vereiste. In het samenwerkingsprotocol zijn de werkafspraken weergegeven rondom: • het indicatiebesluit en de aanspraken op zorg; • route indicatiebesluit; • spoedeisende zorg. In de praktijk bewijst de samenwerking haar nut en is een belangrijke leidraad bij het tot stand en uitvoer brengen van de zorg. In 2012 vindt er een herijking plaats van het samenwerkingsprotocol. Ook het samenwerkingsprotocol met de Raad voor de Kinderbescherming wordt jaarlijks herijkt.
Crisishulpverlening Ook in 2011 is regelmatig een beroep gedaan op crisiszorg. Een jeugdige, zijn of haar opvoeder(s), professionele betrokkenen of mensen uit zijn of haar sociale omgeving, kunnen in een crisissituatie een beroep doen op het Centrale (Aan)meld- en crisisteam van Bureau Jeugdzorg Flevoland.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
27
Bureau Jeugdzorg is verantwoordelijk en leidend in de inschatting of er sprake is van een crisissituatie en beslist of een beroep wordt gedaan op het hulpaanbod van een zorgaanbieder. Binnen één uur na ontvangst van de crisisaanspraak door het team Ambulante Spoedhulp (ASh), is ambulante spoedhulp beschikbaar. Bij een aanmelding buiten kantooruren geldt de beschikbaarheid op de eerstvolgende werkdag. Als er sprake is van een onveilige situatie kunnen jeugdigen altijd geplaatst worden binnen óf een crisispleeggezin, óf een crisisopvang. Desnoods wordt in de crisisopvang een bed bijgeplaatst. Een enkele keer is uitgeweken naar een crisisopvang buiten de regio. Soms moesten jeugdigen in de crisisopvang geplaatst omdat er geen crisispleeggezin beschikbaar was. In 2011 is met pleegzorg afgesproken dat er gezocht blijft worden naar een crisispleeggezin om, indien mogelijk, de plaatsing op de crisisopvang kort te laten zijn. Opvallend is dat er in 2011 ruim 25% meer beroep is gedaan op de crisispleegzorg in vergelijking met 2010. Bij een crisis zijn de zorgaanbieders 24/7 bereikbaar voor zowel Bureau Jeugdzorg als voor gezinnen die zijn gestart met (crisis)hulpverlening. Bij de meeste jeugdigen blijkt dat na een aanspraak spoedeisende zorg aansluitende jeugdzorg (ambulant of residentieel) noodzakelijk is. Bureau Jeugdzorg Flevoland draagt zoveel mogelijk zorg voor een indicatie binnen 2 weken na de evaluatie. Alle partners spannen zich in om de crisishulpverlening te beperken tot maximaal 4 weken.
Buitenregionale plaatsingen De provincie Flevoland heeft met Bureau Jeugdzorg Flevoland en de Flevolandse jeugdzorgaanbieders afspraken gemaakt over hoe om te gaan met buitenregionale aanmeldingen. In 2010 zijn hierover werkafspraken gemaakt en Bureau Jeugdzorg Flevoland voert deze regeling uit. De provincie vindt het belangrijk om zicht te hebben op de reden dat een Flevolandse jongere buiten de provincie moet worden geholpen. En ook waarom een jongere van buiten de provincie juist in Flevoland hulp nodig heeft. Uit deze buitenregionale aanvragen wordt duidelijk welk aanbod er in Flevoland mist. Totaal zijn er in 2011 47 verzoeken voor buitenregionale zorg binnen gekomen. Deze buitenregionale aanvragen komen over het algemeen van andere Bureaus Jeugdzorg, niet van de LWI’s (Landelijk Werkende Instellingen).Overigens plaatst Bureau Jeugdzorg Flevoland niet bij particuliere organisaties of organisaties in het buitenland. Aantal verzoeken voor buitenregionale zorg van buiten Flevoland 31 Aantal verzoeken voor buitenregionale zorg vanuit Flevoland 16
Onterechte vraag voor zorg in Flevoland
afgewezen
ingetrokken
akkoord
9
5
5
12
afgewezen
ingetrokken
akkoord
2
-
10
Onterechte vraag voor zorg buiten Flevoland 4
Wachtlijsten Jeugdigen in Flevoland kregen in 2011 allemaal hulp geboden. Gemiddeld wachtten maandelijks ongeveer zes jeugdigen op noodzakelijke aanvullende (meestal residentiële) zorg. Voor deze jeugdigen worden uiterste inspanningen verricht om te zorgen dat de gevraagde zorg zo snel mogelijk geboden wordt. Soms is ter overbrugging andere zorg ingezet totdat plaatsing mogelijk was binnen de geïndiceerde zorg.
28
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Doordat de zorgaanbieders een gezamenlijke startlijst hebben voor enkelvoudige ambulante zorg, is het mogelijk geweest om altijd binnen de maximaal gestelde termijn van negen weken te starten binnen het gezin. Wachtlijst Jeugdzorg 12
10
Aantal
8 Netto
6
Bruto
4
2
0 jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
1-jan-12
Maand
Communicatie & PR Sociale media De eerste stappen die in 2010 en 2011 intern werden gezet op het gebied van sociale media, bleken (nog) niet vruchtbaar. Yammer is ingevoerd, maar na een enthousiast begin, is het gebruik ervan verwaterd. Het ontbreken van een gedegen introductieplan en samenhang met andere communicatiemiddelen is hier waarschijnlijk debet aan. In 2012 verschijnt een communicatieplan met daarin specifiek aandacht voor het gebruik van sociale media. In 2011 zijn wel al richtlijnen voor het gebruik van sociale media door medewerkers opgesteld. De provinciale bewegingen op het gebied sociale media in de jeugdzorg worden door ons nauwgezet gevolgd. Provinciale samenwerking Steeds vaker en beter werken de Flevolandse jeugdzorgorganisaties samen, zo ook op het gebied van communicatie. Een goed voorbeeld hiervan zijn de activiteiten rondom de Week van de Jeugdzorg. In 2011 is er geen landelijke Week van de Jeugdzorg georganiseerd. Dankzij de middelen van de provincie konden er toch verschillende activiteiten georganiseerd worden. Zoals voorlichtingen op het voortgezet onderwijs, een voorstelling voor ouders van basisschoolleerlingen en stages. In 2011 waren er ruim 60 stageplekken beschikbaar bij Bureau Jeugdzorg Flevoland, de aanbieders en de Raad voor de Kinderbescherming. Binnen Bureau Jeugdzorg Flevoland waren er stageplekken beschikbaar bij bijna alle afdelingen. Dit is jeugdzorg Jeugdzorg Nederland en haar leden zijn in oktober 2011 gestart met een langlopend communicatieproject om het imago van jeugdzorg meer in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid. Het doel: de focus van de media verleggen, van dat wat niet (helemaal) goed gaat naar de grote en kleine succesverhalen van de jeugdzorg. Elk jaar wordt een ander thema gekozen. In 2012 wordt begonnen met ‘vakmanschap’: jeugdzorg is een vak! Er worden aansprekende en overtuigende verhalen verteld die laten zien dat jeugdzorgwerkers gedreven vakmensen zijn die dagelijks hun expertise inzetten om jeugdigen en hun opvoeders zo goed mogelijk te helpen.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
29
Deze verhalen worden geplaatst op de website www.ditisjeugdzorg.nl. Verder worden journalisten actief benaderd en ondersteund bij hun nieuwsgaring. Via sociale media worden bezoekers getrokken naar de website. Alle ruim 150 communicatiemedewerkers krijgen hiervoor het gereedschap in handen om ook op regionaal niveau het project te ondersteunen. Media-awareness In 2010 is door de provincie Flevoland een aanzet gegeven voor een gezamenlijke media-aanpak in Flevoland. Door samen positieve media-aandacht te genereren, kan negatieve aandacht worden omgebogen. De Flevolandse jeugdzorgorganisaties en de provincie hebben afspraken gemaakt: • Er wordt een gezamenlijke jaarplanning gemaakt waarop alle mogelijke persmomenten m.b.t. de jeugdzorg staan. • De communicatiemedewerkers van de organisaties komen minimaal 4 keer per jaar bijeen, delen ervaringen en stemmen af m.b.t. media-aandacht. Zij rapporteren naar het Gezamenlijk Overleg Jeugdzorg, alwaar de media-aandacht een vast agendapunt wordt. Het gezamenlijke communicatieoverleg werkt op basis van verkregen mandaat van de gezamenlijke bestuurders. • Bij moeilijke mediazaken wordt gezamenlijk afgestemd en deskundig gehandeld. Dit is onderdeel geweest van een studiedag. Communicatie rondom calamiteiten Ter waarborging van de afstemming van de communicatie rond een calamiteit is, op verzoek van de provincie, een Communicatieprotocol calamiteiten opgesteld door de Flevolandse jeugdzorgorganisaties. In dit protocol staan procedures en afspraken over de communicatie bij calamiteiten. In het najaar van 2011 is onder leiding van een mediatrainer een oefening gehouden om te bekijken of het protocol in de praktijk werkt. Uit de oefening zijn aandachtspunten naar voren gekomen. Het is de bedoeling om jaarlijks een provinciale oefening te houden om (een deel van) het protocol te oefenen. In 2011 is tevens een intern communicatieprotocol calamiteiten opgesteld, op basis van het provinciale protocol. Bereikbaarheid Vanuit de C-toets (oktober 2009) en het jeugdzorg jongerendebat (15 november 2010) kwam naar voren dat de bereikbaarheid van medewerkers voor cliënten een verbeterpunt is. Ook in het werkplan 2011 van het AKJ viel te lezen dat de binnengekomen klachten en signalen gaan over onder andere bereikbaarheid/beschikbaarheid. Dit strookt niet met het uitgangspunt van Bureau Jeugdzorg Flevoland: de cliënt centraal. Een goede bereikbaarheid én klantvriendelijkheid is een vereiste voor onze organisatie. De bereikbaarheid van Bureau Jeugdzorg Flevoland is eind 2010/begin 2011 onderzocht. Het werd al snel duidelijk dat er binnen de organisatie geen uniformiteit bestond rondom bereikbaarheid. Om deze uniformiteit wel zoveel mogelijk te realiseren, zijn er bereikbaarheidsafspraken op papier gezet. Uitgangspunt: medewerkers zijn in principe altijd rechtstreeks bereikbaar zijn voor cliënten en andere belanghebbenden. In september 2012 worden de afspraken geëvalueerd.
Cliëntenbeleid Klachtenprocedure Cliënten krijgen informatie over o.a. klachtenprocedure en/of bezwaarprocedure mondeling toegelicht tijdens het kennismakingsgesprek. In een duidelijk leesbare brochure staat aanvullende informatie over privacy, klachten en de cliëntenraad. De klachten en bezwaren worden jaarlijks geëvalueerd met de bestuurder. Resultaten die aanleiding zijn voor bijstellingen in de uitvoering van het werk, worden besproken met de managers.
30
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Cliëntenfeedback Het verkrijgen van cliëntenfeedback op de uitvoering van ons werk is belangrijk om de kwaliteit te blijven verbeteren. De afdeling Jeugdbescherming gebruikt daarvoor sinds 2010 o.a. de exitvragenlijst bij de afsluiting van cliëntencontacten. Andere instrumenten die in het verleden zijn gebruikt zijn het cliënttevredenheidonderzoek bij de Jeugdbescherming (2009), provinciale jeugddebatten (2009 en 2010) en een interne audit over cliënten contactfrequentie (2010). De verkregen output heeft in 2011 geresulteerd in bereikbaarheidsafspraken. De bereikbaarheid en beschikbaarheid is daarmee vergroot. Bejegening was en blijft hierbij een aandachtspunt. Provinciaal overleg Bureau Jeugdzorg Flevoland en een vertegenwoordiging van de cliëntenraad bezoeken de bijeenkomsten van het provinciale overleg voor cliënten(vertegenwoordigers) en zorgaanbieders. Dit overleg wordt georganiseerd door CMO Flevoland (Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling). Verschillende thema’s worden hier besproken, waaronder het gebruik van sociale media in de jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg Flevoland staat niet afwijzend tegenover het gebruik van sociale media in de contacten met cliënten. Er zitten echter wel haken en ogen aan, zoals privacy en kosten. Het gebruik van sociale media in de contacten met cliënten wordt opgenomen in het nog te ontwikkelen communicatieplan. CMO Flevoland neemt jaarlijks een aantal interviews af met medewerkers van Bureau Jeugdzorg Flevoland en de cliëntenraad over de realisatie van het voorgenomen cliëntenbeleid. Cliëntenraad Er is periodiek overleg tussen de cliëntenraad en de bestuurder. Onderwerpen die in 2011 onder andere aan de orde zijn gekomen: • Werving raadsleden: De raad wil het aantal leden uitbreiden van vijf naar zes leden. Eind 2011 hebben zich twee kandidaten aangemeld. Eén kandidaat is uitgenodigd voor de eerste vergadering in 2012. Het management van Bureau Jeugdzorg Flevoland zet jaarlijks de vraag uit voor het werven van nieuwe leden uit bij het uitvoerend personeel. • Cliëntcontacten: De cliëntenraad voelt zich betrokken bij de thema’s afkomstig uit het cliënttevredenheidonderzoek van de Jeugdbescherming: bereikbaarheid voor cliënten, bejegening en betrokkenheid. Deze thema’s waren ook aan de orde in het jeugdzorgdebat in de week op de jeugdzorg 2010 en vormden een aanleiding voor een interne audit betreffende de contactfrequenties. De cliëntenraad is tevreden met de uitkomst van deze audit, die o.a. aanleiding was voor een bijstelling in mate van bereikbaarheid van werkers middels telefoon en e-mail. • Informatievoorziening voor 18+: Om te voorkomen dat 18-plussers in de problemen raken bij hun stap naar volwassenheid, streeft de raad naar het verstrekken van optimale informatie. De raad volgt hierin de bestuurder, die daarin wil samenwerken met de zorgaanbieders, en mogelijk de Stichting Belang Jeugd en Gezin. • Transitie Jeugdzorg: De bestuurder van Bureau Jeugdzorg Flevoland informeert de cliëntenraad regelmatig over de ontwikkelingen betreffende de Transitie Jeugdzorg. • Terugdringen bureaucratie: De cliëntenraad vraagt aandacht voor het terugdringen van bureaucratie. Vaak moeten cliënten bij de verschillende hulpverleningsinstanties hetzelfde verhaal vertellen. De cliëntenraad is een voorstander van het idee van digitale informatie-uitwisseling over cliënten tussen de betrokken instellingen. • Cursus cliëntenraadsleden: Om het functioneren van de cliëntenraad nog verder te verbeteren is er eind 2011 een training voor cliëntenraden georganiseerd bij Bureau Jeugdzorg Flevoland.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
31
Huisvesting en materiële zaken Door een reductie van het aantal medewerkers zijn enkele afdelingen gewijzigd in samenstelling en grootte. Een wisseling in huisvesting bleek nodig om de ruimte meer evenredig te verdelen. In 2011 maakte een groot deel van de medewerkers met een zekere regelmatig gebruik van de mogelijkheid tot thuiswerken. Dit heeft een positief effect op de regelmogelijkheden van medewerkers en kan bijdragen aan meer werkplezier. Het geeft medewerkers ook letterlijk meer bewegingsruimte als ze op kantoor zijn. De beschikbare ruimtes hebben hierdoor voldoende capaciteit om de medewerkers een prettige werkomgeving te bieden. Naast het werkklimaat in algemene zin, is ook het klimaatsysteem op de hoofdlocaties regelmatig aanleiding geweest voor actie. Ondanks aanpassingen is het volledig wegnemen van klimaatklachten niet haalbaar. De locatie in Lelystad is in de voorgaande jaren opgeknapt. Hier zijn nagenoeg geen aanpassingen noodzakelijk geweest. Er is alleen onderhoud gepleegd aan de buitenkant van het gebouw en er is een nieuwe brandmeldinstallatie geplaatst. De locatie in Almere heeft op enkele plaatsen nieuwe vloerbedekking gekregen. Er is geïnventariseerd waar de komende jaren voor deze locatie aanpassingen moeten plaatsvinden. Het gaat hier vooral om schilderwerk en de vervanging van vloerbedekking. De kleinere locaties in Emmeloord, Urk, Dronten en Zeewolde hebben geen noemenswaardige aanpassingen ondergaan. Wel is in 2011 in verband met de financiële situatie besloten de huurovereenkomst in Zeewolde per 1 januari 2013 te beëindigen. De wens is om per die datum aan te kunnen sluiten bij de lokale partners, bij voorkeur in de vorm van een fysiek CJG. In Emmeloord is het aantal werkplekken gereduceerd en is de huurovereenkomst voor een deel van de gehuurde werkplekken per 1 juli 2012 opgezegd. De medewerkers werken nog steeds gedeeltelijk vanaf deze locatie en participeren volop in alle lokale overleggen. Een aantal activiteiten vindt echter om bedrijfseconomische redenen vanuit de BackOffice in Lelystad plaats. Voor de continuïteit en professionele uitvoering van de werkzaamheden heeft dit geen consequenties.
Meldcode GGZ In 2011 zijn met zes Flevolandse instellingen voor geestelijke gezondheidszorg afspraken gemaakt over het melden bij vermoedens van kindermishandeling. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er een relatie bestaat tussen ouders met psychiatrische problemen en kindermishandeling. Hulpverleners zijn gebonden aan een geheimhoudingsplicht. Door deze nieuwe gedragsregels toe te passen kunnen de hulpverleners angstige vermoedens wel melden. Het belang van het kind gaat dan even voor de privacy van de patiënt. Bureau Jeugdzorg kan dan – met de GGZ instellingen – bekijken of er sprake is van gevaar voor het kind. Uiteraard blijft het uitgangspunt dat het kind bij de ouders blijft. Zoveel mogelijk worden de ouders ondersteund om te zorgen voor een veilige en stimulerende opvoedsituatie. Pas als de veiligheid van het kind echt in het geding is, kan de Raad van de Kinderbescherming in actie komen.
Integrale aanpak kindermishandeling Het protocol ‘Meldingen kindermishandeling door Bureaus Jeugdzorg bij de politie en het Openbaar Ministerie’ is in 2011 ondertekend door Jeugdzorg Nederland, de politie en het Openbaar Ministerie. In dit protocol zijn samenwerkingsafspraken opgenomen over de meldingen bij de politie van (vermoedens van) ernstige kindermishandeling vanuit het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Gerichte strafrechtelijke daderaanpak wordt hiermee onderdeel van de aanpak van kindermishandeling.
32
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Het samenwerkingsprotocol voorziet in vereenvoudiging van de procedure voor het melden van kindermishandeling door medewerkers van Bureau Jeugdzorg en het AMK aan de politie. De politieambtenaar en hulpverlener informeren elkaar vaker zodat de hulpverlening en het opsporingsonderzoek van de politie meer op elkaar kunnen worden afgestemd.
Nieuwe aanpak incidentmeldingen De Inspectie Jeugdzorg heeft medio 2011 besloten tot een nieuwe aanpak van meldingen van incidenten en calamiteiten die de instellingen voor jeugdzorg bij de inspectie doen. Dit betekent dat er voor de instellingen veranderingen optreden in wat zij moeten melden, in hoe zij melden en in het toezicht dat de inspectie naar aanleiding van deze meldingen uitvoert. Vanaf 1 oktober 2011 moeten alleen calamiteiten bij de Inspectie gemeld worden. Overige incidenten hoeven vanaf deze datum niet meer gemeld te worden. Instellingen registreren alle incidenten, maken op basis van geaggregeerde incidenten periodiek een analyse en treffen op basis hiervan verbetermaatregelen. De Inspectie voert het toezicht op deze incidenten op systeemniveau uit. De Inspectie beoordeelt twee maal per jaar de kwaliteit van de analyse en de verbetermaatregelen. De Inspectie verwacht halfjaarlijks de incidentenrapportage en de analyse hiervan te ontvangen. Bureau Jeugdzorg Flevoland heeft zich in 2011 op deze werkwijze ingericht.
Veiligheid netwerkpleeggezinnen In juni 2010 hebben de pleegzorgaanbieders en de Bureaus Jeugdzorg afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheidsverdeling voor de veiligheid van kinderen bij netwerkpleegzorg. Dit is vastgelegd in het ‘Schematisch protocol netwerkpleegzorg’. In 2011 heeft de Inspectie door middel van een schriftelijke inventarisatie onderzocht in hoeverre afspraken uit dit protocol zijn geïmplementeerd. Begin 2012 worden de resultaten van deze inventarisatie gepresenteerd. Afhankelijk van de resultaten start de Inspectie in 2012 een vervolgtoezicht, waarbij zij in de praktijk onderzoek doen naar de implementatie van het protocol. Bureau Jeugdzorg Flevoland ziet dit met vertrouwen tegemoet.
Kwaliteit advies- en consultfunctie In 2010 heeft de Inspectie Jeugdzorg een landelijk onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Een goed, bruikbaar advies is van groot belang voor de veiligheid van kinderen bij wie (een vermoeden van) kindermishandeling bestaat. Het doel van het inspectieonderzoek was inzicht te bieden in de wijze waarop het AMK ervoor zorgt dat de medewerkers bruikbare adviezen en consulten geven, waardoor de effectiviteit van het AMK bij de aanpak van kindermishandeling in het algemeen toeneemt. Het eindoordeel van de Inspectie luidt dat het AMK Flevoland goed bruikbare adviezen en consulten geeft. De inspectie is positief over de volgende punten: • Adviezen en consulten van het AMK Flevoland zijn tijdig en passend. • Adviezen en consulten van het AMK Flevoland worden opgevolgd en het merendeel van de adviesvragers is tevreden. • Het AMK Flevoland investeert in de bruikbaarheid van de adviezen en consulten. • Bureau Jeugdzorg Flevoland heeft een tevredenheidonderzoek naar de kwaliteit van de advies en consultfunctie van het AMK uitgezet onder Flevolandse huisartsen. Als verbeterpunt beveelt de Inspectie aan Bureau Jeugdzorg Flevoland aan om ook zelf systematisch en periodiek de bruikbaarheid van de gegeven adviezen en consulten in beeld te brengen.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
33
Werkwijze Jeugdreclassering succesvol Het is de Jeugdreclassering goed gelukt om de jongere centraal te stellen. Dat stelt de Inspectie Jeugdzorg naar aanleiding van onderzoek naar de uitvoeringspraktijk van de Jeugdreclassering. Twee jaar na de invoering van het methodiekhandboek 'De jongere aanspreken' (2008) bezocht de Inspectie de afdelingen Jeugdreclassering van de Bureaus Jeugdzorg en enkele landelijk werkende instellingen. Jeugdreclasseerders werken praktisch en outreachend, laat de Inspectie in haar onderzoek weten. In hun communicatie sluiten ze goed aan bij het niveau, de beleving en de interesses van de jongeren. Zo maken ze bijvoorbeeld gebruik van nieuwe communicatiemiddelen, zoals sms, e-mail en jongerenwebsites. Daarnaast zijn de jeugdreclasseerders volgens de Inspectie Jeugdzorg goed bereikbaar, helder in hun taalgebruik, duidelijk in hun verwachtingen en uitleg en alert op de aansluiting bij de jongere die ze voor zich hebben. Dit is essentieel, zo meldt de Inspectie, omdat de jeugdreclasseerders bij de door de rechter opgelegde hulpverlening voortdurend moeten zoeken naar de motivatie bij de jongere. Uit het onderzoek van de Inspectie blijkt ook dat de Jeugdreclassering de ouders en het netwerk rondom de jongere bij de begeleiding betrekt. Hierin is geen willekeur. Sterker nog: de werkwijze van de Jeugdreclassering is uniform. Volgens de Inspectie is de rechtsgelijkheid voor elke jongere die met een reclasseringsmaatregel te maken krijgt erg belangrijk. Overal staat de jongere centraal in de begeleiding van de jeugdreclasseerder. Opvallend was dat er bij de jeugdreclassering relatief veel begeleidingen zijn naar aanleiding van schoolverzuim. Daarom komt er in het handboek van de Jeugdreclassering nog meer aandacht voor de begeleiding van jongeren vanwege schoolverzuim. Aan de ene kant blijkt er vaak forse (gezins)problematiek aan het verzuim ten grondslag te liggen. Maar ook is schoolverzuim een belangrijke voorspeller voor toekomstig crimineel gedrag van de jongere. Door vroegtijdige signalering van problematisch schoolverzuim en het zo spoedig mogelijk aanpakken van onderliggende problematiek kan het aantal jongeren dat vanwege schoolverzuim met de reclassering in aanraking komt omlaag.
Prestatie-indicatoren In 2011 zijn Bureau Jeugdzorg Flevoland en de zorgaanbieders in Flevoland overeen gekomen zich niet te richten op alle negen genoemde prestatie-indicatoren. De drie belangrijkste prestatie-indicatoren zijn centraal gesteld: doelrealisatie, cliënttevredenheid en aard en ernst problematiek. De mogelijkheid om geautomatiseerd gegevens te verzamelen binnen IJ behoorde pas eind 2011 tot de mogelijkheden. Dit wordt in 2012 verder vorm gegeven.
Automatisering In 2011 is ingezet op consolidatie van de dienstverlening en (server)virtualisatie. Met name het consolideren is goed gelukt). Er is een start gemaakt met (server)virtualisatie. Door technieken als virtualisatie is er minder hardware nodig omdat een enkele server meerdere rollen kan spelen en meerdere applicaties kan hosten. Dit bespaart energie, ruimte en beheertijd. In 2011 is een nieuwe virtuele fileserver geïnstalleerd waarop alle bestanden staan van alle medewerkers en alle afdelingnetwerkschijven. Daarnaast was aanvankelijk ook het plan om de data uit IJ gevirtualiseerd te laten draaien. Dit bleek echter grote consequenties te hebben voor de benodigde –dure- Oracle licenties. Verder is in 2011, na een jarenlange samenwerking, afscheid genomen van Avensus, onze tweede en derde lijn beheerpartner. We zijn een samenwerkingsverband aangegaan met S4ICT, ook uit Almere.
34
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
Klachten en bezwaren 34 klachten De medewerkers van Bureau Jeugdzorg Flevoland doen hun uiterste best om kinderen en hun ouders goed te helpen. Soms voelt een cliënt zich niet correct behandeld. Als een cliënt geen gehoor krijgt bij de betreffende medewerker en teammanager, kan een klacht worden ingediend. In 2011 zijn er 31 klachten bij de klachtencommissie binnengekomen en er waren nog 3 klachten van 2010 in behandeling. Van deze 34 klachten, zijn er 26 klachten in 2011 afgehandeld. De overige 8 klachten worden in 2012 afgehandeld. De klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg Flevoland is onafhankelijk. De leden van deze commissie hebben geen formele banden met Bureau Jeugdzorg Flevoland. Wat is ermee gedaan? klacht niet ontvankelijk verklaard en doorgezonden voor bemiddeling
2
klacht niet ontvankelijk verklaard en geen mogelijkheid voor bemiddeling: klacht deels niet ontvankelijk verklaard en doorgezonden voor bemiddeling en deels doorgezonden naar de bezwaarcommissie: klacht doorgezonden naar de bezwaarcommissie: klacht doorgezonden door klachtencommissie voor bemiddeling:
1 0 0 10 (waarvan 1 uit 2010)
klacht retour ontvangen van manager, omdat bemiddeling niet mogelijk was en behandeld in een hoorzitting:
5
klacht retour ontvangen van manager of cliënt(en), omdat bemiddeling niet was geslaagd. Hierna behandeld in een hoorzitting:
5
klacht welke na ontvangst bij de klachtencommissie gelijk is ingepland voor behandeling in een hoorzitting:
3
nog in behandeling in 2012: • 1 van deze 8 klachten is in 2011 in een hoorzitting behandeld. De beslissing van de klachtencommissie is eind 2011 verzonden. De reactie van de directeur/bestuurder is begin 2012 verzonden. • Voor 2 klachten is er begin 2012 een hoorzitting gepland. • Bij 2 klachten heeft de cliënt niet meer gereageerd, deze klachten zijn begin 2012 afgesloten. • 3 klachten zijn door de klachtencommissie doorgezonden voor bemiddeling. Bij 1 van deze klachten heeft de klachtencommissie medio januari aan cliënten een brief gezonden betreffende het beëindigen van de klacht. Aan cliënten is verzocht binnen 7 dagen te reageren als zij het hiermee niet eens zijn.
8
(waarvan 1 uit 2010) (waarvan 1 uit 2010)
Waarom zijn deze 8 klachten nog in behandeling in 2012? • Bij 1 van deze klachten heeft de klachtencommissie verzocht om verduidelijking van de klacht, welke eind november 2011 is ontvangen. • Bij 3 klachten ontving de klachtencommissie medio of eind november 2011 het verzoek om de klacht na bemiddeling alsnog in behandeling te nemen. • Vier klachten zijn in november of december 2011 ontvangen bij de klachtencommissie.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
35
Voor (nieuwe) medewerkers die graag meer willen weten over de klachtencommissie wordt in 2012 een film gemaakt. In deze film wordt een hoorzitting nagespeeld door medewerkers van Bureau Jeugdzorg Flevoland en enkele leden van de klachtencommissie. Naast de hoorzitting vertellen medewerkers en leden van de klachtencommissie over hun ervaringen. 21 bezwaarschriften Er zijn 21 bezwaarschriften ingediend bij de bezwaarcommissie indicatiebesluiten van Bureau Jeugdzorg Flevoland. Wat is ermee gedaan? bezwaar is niet ontvankelijk verklaard bezwaar is door bemiddeling opgelost bezwaren ingetrokken door cliënt nog in behandeling zijnde bezwaren
13 4 2 2
Van de 13 bezwaren die niet ontvankelijk zijn verklaard, zijn 9 bezwaren gericht tegen het indicatiebesluit dat genomen is in het kader van een ondertoezichtstelling. Omdat de kinderrechter bevoegd is om deze besluiten te toetsen, kan hiertegen geen bezwaar worden gemaakt. Er heeft in 2011 geen hoorzitting plaatsgevonden.
36
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
9.
Good Governance Toezicht
Good Governance betekent letterlijk ‘goed bestuur’. Van belang daarbij is dat zorginstellingen effectief worden geleid en transparant zijn in hun keuzes en de effecten hiervan. Governance gaat ook over hoe mensen zich binnen organisaties gedragen.
De Governance binnen Bureau Jeugdzorg Flevoland wordt vorm en inhoud gegeven op basis van de statuten, het bestuursstatuut en het Reglement voor de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht is per 31 december 2011 als volgt samengesteld: - de heer W.K. Kleinhuis, voorzitter Tijdstip 1ste benoeming: 8 mei 2007 Lopende termijn waarvoor de toezichthouder benoemd is: 8 mei 2013 -
de heer B. Fokkens, secretaris Tijdstip 1ste benoeming Bestuur Bureau Jeugdzorg Flevoland en rechtsvoorgangers: 31 mei 2000 Tijdstip 1ste benoeming Raad van Toezicht: 20 januari 2007 Lopende termijn waarvoor de toezichthouder benoemd is: 1 januari 2013
-
de heer A.S.M. Deutekom, lid Tijdstip 1ste benoeming: 16 juni 2011 Lopende termijn waarvoor de toezichthouder benoemd is: 16 juni 2014
-
de heer B.A. Spelbos Tijdstip 1ste benoeming: 16 juni 2011 Lopende termijn waarvoor de toezichthouder benoemd is: 16 juni 2014
-
mevrouw D.M.J.J. Monissen Tijdstip 1ste benoeming: 27 september 2011 Lopende termijn waarvoor de toezichthouder benoemd is: 27 september 2014
In het verslagjaar heeft mevrouw J. Weekenborg haar lidmaatschap aan de Raad van Toezicht beëindigd. In haar rol als voorzitter is zij opgevolgd door de heer W. Kleinhuis. In 2011 zijn drie nieuwe leden toegetreden tot de Raad van Toezicht. Er is openbaar geworven voor de nieuwe leden op basis van het opgestelde algemene profiel waarbinnen specifieke expertisegebieden zijn benoemd. Naast hun brede werkervaring brengen de nieuwe leden kennis mee op het gebied van bedrijfskunde en –economie en zorgverzekering. De Raad bestaat uit de voorzitter en vier leden. Een van de leden (de heer B.A. Spelbos) is toegetreden op voordracht van de ondernemingsraad. In 2011 onderhield mevrouw J. Weekenborg specifiek contact met de cliëntenraad. In 2012 wordt dit gedaan door de heer B. Fokkens. De leden van de Raad zijn in persoon onafhankelijk ten opzichte van Bureau Jeugdzorg en hebben hun rol onafhankelijk vervuld in 2011. De Raad onderhoudt regelmatig contact met de ondernemingsraad. Tevens vinden visiedagen met het management plaats, waardoor de Raad betrokken is bij de strategische beleidsontwikkeling. Hierbij gaat de aandacht met name uit naar de toekomst van de jeugdzorg en de op handen zijnde nieuwe Wet Zorg voor Jeugd. De Raad is intensief betrokken bij de strategische beleidsvorming hieromtrent. Eén maal per jaar vindt in het kader van Good Governance een bespreking plaats tussen de gedeputeerde, de voorzitter van de Raad van Toezicht en de bestuurder.
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland
37
De statuten, reglementen en werkwijze van de Raad zijn conform de uitgangspunten van Good Governance. In 2011 heeft een evaluatie van het hanteren van deze uitgangspunten plaatsgevonden ten opzichte van de Zorgbrede Governance Code. Deze evaluatie zal leiden tot bijstellingen in het Bestuursstatuut en het Reglement voor de Raad van Toezicht. Deze bijstellingen zullen medio 2012 worden doorgevoerd. De Raad van Toezicht heeft haar eigen functioneren besproken alsmede het functioneren van het Bestuur en de relatie met het Bestuur. Deze bespreking heeft wel aandachtpunten naar voren gebracht. De honorering van de Raad van Toezicht vindt plaats conform de NVTZ regeling. De leden ontvingen in 2011 de volgende bedragen: de heer W. Kleinhuis (voorzitter) € 4.375 de heer B Fokkens (secretaris) € 3.333 de heer A. Deutekom € 1.368 de heer B. Spelbos € 1.368 mevrouw D. Monissen € 1.250 De Raad van Toezicht vergaderde in 2011 vier keer. Tijdens deze vergaderingen zijn de volgende besluiten genomen: - vaststellen jaarrekening 2010 - herbestemming van een gedeelte van de bestemmingsreserves ten behoeve van de Centrale (Aan)melding en het projecten Gezinsmanagement. - instemming met het versturen van een voorstel inzake HKZ aan de Provincie Flevoland - inwilligen van het verzoek om ontslag van de voorzitter van de Raad van Toezicht, mevrouw Weekenborg, in verband met persoonlijke omstandigheden - benoeming van de heer Spelbos tot lid van de Raad van Toezicht - benoeming van de heer Deutekom tot lid van de Raad van Toezicht - benoeming van mevrouw Monissen tot lid van de Raad van Toezicht - goedkeuren van de begroting 2011
Lelystad 26 maart 2011
Wim Kleinhuis Voorzitter Raad van Toezicht
38
Jaarverslag 2011 - Bureau Jeugdzorg Flevoland