1 INHOUDSTAFEL GEGEVENS STAGESCHOOL... 3

UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs

praktijkgroeiboek jonge schoolkind semester 5 2015-2016

2

1

INHOUDSTAFEL

1

INHOUDSTAFEL ............................................................................................................. 2

2

GEGEVENS STAGESCHOOL ............................................................................................. 3

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5

overzicht partnerscholen ......................................................................................................... 4 identificatiefiche ..................................................................................................................... 4 infowijzer ............................................................................................................................... 6 kijkwijzer ..............................................................................................................................12 risico-analyse ........................................................................................................................12

3

INFORMATIE OVER DE STAGES ................................................................................... 13

3.1 doel en opbouw ....................................................................................................................14 3.1.1 doelstellingen semester 1 ..................................................................................................14 3.1.2 doelstellingen semester 2 ..................................................................................................14 3.2 stagekalender en afspraken ...................................................................................................15 3.2.1 stagekalender...................................................................................................................15 3.2.2 algemene afspraken .........................................................................................................17 3.2.3 specifieke afspraken semester 1 ........................................................................................18 3.2.4 specifieke afspraken semester 2 ........................................................................................18 3.3 wenselijke en niet-wenselijke onderwerpen .............................................................................19 3.4 begeleiding en beoordeling ....................................................................................................21 3.4.1 contactgegevens lerarenopleiding ......................................................................................21 3.4.2 beoordeling ......................................................................................................................21 3.4.3 toelichting bij de begeleidings- en beoordelingsformulieren .................................................22 4

SUGGESTIELIJST ......................................................................................................... 25

4.1 samen werken aan de kwaliteit van leraren in wording ............................................................26 4.2 suggestielijst .........................................................................................................................27 5

LESONTWERPEN SEMESTER 1 ..................................................................................... 29

6

LESVERSLAGEN, STAGEVERSLAG MENTOR EN REFLECTIEEN SYNTHESEVERSLAG SEMESTER 1 ........................................................................... 30

7

MICROTEACHING ........................................................................................................ 36

8

LESONTWERPEN SEMESTER 2 ..................................................................................... 39

9

LESVERSLAGEN, STAGEVERSLAG MENTOR EN REFLECTIEEN SYNTHESEVERSLAG SEMESTER 2........................................................................... 40

10 LERAAR WORDEN I: PROFESSIONELE IDENTITEIT .................................................... 48 11 ALGEMEEN PRAKTIJKGROEIBOEK ............................................................................... 49 12 COMPETENTIEMATRIX ................................................................................................ 50


praktijkmap semester 1 en 2 2015-2016

3

2

GEGEVENS STAGESCHOOL



4

2.1 overzicht partnerscholen school De Hoogvlieger Sint-Jozefscollege ‘t Minnepoortje De Vlindertuin De Vlindertuin Sint-Annaschool Bonten Osje De Verre Kijker De Bron Basisschool Station De Pit GB Molenstede GB Schaffen GB Deurne Klaverdrie vestiging Schaffen Klaverdrie vestiging Vleugt Klaverdrie vestiging Heze Sint-Jan Voorzienigheid De Wijngaard

straat Herseltsesteenweg 221 Bekaf 65 Minnestraat 9 Herseltsebaan 1 Vorststraat Baalsebaan 330 Nobelstraat 134 Staatsbaan 181 Linterseweg 10 Weerstandsplein z/n Overstraat 37 Dorpsstraat 82 Vroentestraat 22 Hasseltsebaan 39 Kerkstraat 11 Vleugtstraat 33 Zelemseweg z/n Peeterstraat 14 Demerstraat 12 Wijngaardstraat 6

post 3200 3200 3460 3271 3270 3128 3128 3460 3440 3290 3290 3290 3290 3290 3290 3290 3290 3290 3290 3290

stad Aarschot Aarschot Assent Averbode Averbode Baal Baal Bekkevoort Budingen Diest Diest Diest (Molenstede) Diest (Schaffen) Diest (Deurne) Diest (Schaffen) Diest (Schaffen) Diest (Schaffen) Diest Diest Diest

telefoon 016 56 62 016 55 11 013 31 20 013 77 36

64 34 88 58

e-mail [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

directie Anouk Cleeremans Erik Verstrepen Tom Vanderbiesen Jef Verdonck

016 016 013 011 013 013 013 013 013 013 013 013 013 013 013

23 73 11 92 27 61 28 23 36 40 84 83 20 31 45

[email protected]

Bart Van Rompaey

[email protected] [email protected]

Leen Laeremans Nelly Hias


Ewoud Huls Nicole Lamote

[email protected]

Nancy Verachtert


Sabine Chetta Christine Vaneylen

Hupsakee Te Velde Hogen Stap voor Stap Wegwijs ’t Oogappeltje GB Op Dreef Sint-Martinus De Graankorrel Bolderberg Het Toverpotlood De Trip Trap De kleine wereld GB Eindhout De Wijngaard VB Groot-Vorst De Regenboog De Regenboog Sint-Martinusbasisschool De Wegwijzer Domino De Duizendpoot

Dorpsstraat 7b Hogenstraat 98/67 Hollestraat 22 Gen. de Wittestraat 29 Loksbergenstraat 41 Dorpsstraat 39 Diestsesteenweg 11 Blaubergsesteenweg 172 Kluisstraat 15 Hoeledensebaan 84a Schoolstraat 1 Dorpsstraat 32 Schoolstraat 42 Veerledorp 39 Smissestraat 50 Grote Steenweg 282 Grote Steenweg 62 Dorpsstraat 18 Gemeenteplein 7 Schoolstraat 2 Schoolstraat 1

3450 3450 3300 3545 3545 3545 3540 2230 3550 3471 3470 3381 2430 2430 2430 3550 3350 3210 3560 3560 2450

Geetbets Geetbets Hakendover Halen Halen Halen (Zelem) Herk-De-Stad Herselt Heusden-Zolder Hoeleden Kortenaken Kapellen (Glabbeek) Laakdal (Eindhout) Laakdal (Veerle) Laakdal (Vorst) Linter (Neerlinter) Linter (Drieslinter) Lubbeek Lummen Lummen Meerhout

011 58 46 53

[email protected]

Martine Rutten

016 013 013 013 013 014 011 016 011 016 014 014 013 011 011 016 013 013 014

78 44 46 44 55 54 25 77 58 77 86 84 66 78 78 63 52 31 30

01 43 10 33 29 90 44 15 84 73 63 13 12 18 13 42 19 16 31

65 61 88 63 66 00 35 72 79 90 40 96 59 70 39 78 43 28 62

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Krista Robben Viviane Cornelissen Diane Vranken Pascal Colon Rohnny Michiels Herwig Schroijen Jaak Myny Ben Peeters Marleen Sanders

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Peter Terweduwe Gisella Tozzi Ivo Mulders Mia Hombroux

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Mia Vanstockstraeten Ria Veestraeten Nicole Lemmens Wim Wilms

't Scholeke GB Molenstede Vrije Lagere School Basisschool Dol-fijn De Knipoog Onze-Lieve-Vrouw De Letterberg Hartelust campus Heilig-Hart Hartelust campus Sint-Lutgardis Den Hulst De Winge Onze-Lieve-Vrouw De Zonnebloem Het Rietje Ons Wereldje Sint-Leonardus

Halensebaan 102 Dorpsstraat 82 Meldertsesteenweg 13 Ebdries 11 Ketelstraat 27a Rozenkranslaan 4b Gerhagenstraat 62 Kerkstraat 4B Stationsstraat 38 Hulst 16 Halensebaan 16 Rijschoolstraat 2 Oude Diestsestraat 4 de Merodedreef 116 Brabantsebaan 46 Stationsstraat 16

3461 3294 3583 3202 3454 3270 3980 3980 3980 3272 3390 3300 3473 2260 3271 3440

Molenbeek-Wersbeek Molenstede Paal Rillaar Rummen Scherpenheuvel Tessenderlo Tessenderlo Tessenderlo Testelt Tielt-Winge Tienen Waanrode Westerlo Zichem (Okselaar) Zoutleeuw

016 013 011 016 011 013 013 013 013 013 016 016 016 014 013 011

77 32 42 50 58 77 66 66 66 77 63 81 77 54 77 78

73 69 69 91 11 20 27 27 23 19 45 48 72 51 70 20

80 28 98 00 43 30 47 36 54 29 65 10 67 71 88 88

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Christine Hendrickx Nicole Lamote Lut Vranken Katrien Albrechts Birja Steeno Danny Van Gelder Daisy Van der Goten Ria Vanhove Eliane Kiesekoms Martine Bergmans Hilde Schuermans Marijke Janssens Christiane Van Cauwenbergh Lieve Buts Marleen De Koninck Jos Stroobants (ad interim)

53 53 31 58 35 78 32 32 67 33 31 31 35 33 31

40 39 46 86 05 14 69 69 55 65 22 48 19 46 26

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

2.2 identificatiefiche Vul onderstaande identificatiefiche in en maak er een kopie van voor de directie van je stageschool. Bij aanvang van de praktijkverkenning, ga je langs bij de directie. Stel jezelf voor en informeer zeker naar afspraken i.v.m. omgangsvormen en kleding. Indien toegelaten en mogelijk, stel je ook jezelf voor aan het team tijdens de koffiepauze.



5

IDENTIFICATIEFICHE

STUDENT naam adres telefoon en GSM e-mail

foto (op vraag van directie)

PARTNERSCHOOL naam directie telefoon e-mail naam schoolmentor telefoon e-mail naam klasmentor semester 1 telefoon (vrijblijvend) e-mail naam klasmentor semester 2 telefoon (vrijblijvend) e-mail

AANVANGSUREN EN PAUZES PARTNERSCHOOL voormiddag

namiddag

uur uur tot uur

uur

aanvangsuur pauze einduur voormiddag

uur uur tot uur

uur

aanvangsuur pauze einduur namiddag

LERARENOPLEIDING naam studietrajectbegeleider telefoon e-mail



6

2.3 infowijzer De infowijzer wordt gebruikt bij het begin van elke stageperiode om zicht te krijgen op de klas, de algemene beginsituatie en andere praktische afspraken.

INFOWIJZER

Deze informatie is bedoeld voor de stagiair-e en wordt dan ook ingevuld door de stagiair-e zelf. Dit document wordt toegevoegd aan de praktijkmap.

naam stageschool klas stageperiode 1. ALGEMENE INFO SCHOOL noteer hier de website van de school noteer hier de link naar een eventuele klasblog Tips: - Zorg dat je weet wanneer de school begint/ eindigt en wanneer er speeltijd is. - Informeer of je zelf tijdens je stage info op de klasblog mag toevoegen. - Informeer hoe je mentoren liefst gecontacteerd worden (live, telefonisch, per mail…) - Informeer of je aanwezigheid in de leraarskamer gewenst is

lesvrije dagen/pedagogische studiedagen/leeruitstappen… lesvrij / pedagogische studiedag / leeruitstap (noteer juiste)

datum

leerjaar

leraren betrokken bij de klas naam

contact (telefoon – mail)

titularis(sen)

lichamelijke opvoeding andere



7

2. AFSPRAKEN EN REGELS 2.1 op schoolniveau Lees het schoolreglement. Dit vind je meestal op de website van de school. Indien niet, vraag een kopie aan de directie. Welke elementen onthoud je uit het schoolreglement als belangrijk voor jouw stage? 1.

2.

3.

Is er een onthaalbundel voor stagiair(e)s? Ja/neen - Indien ja, voeg dit toe aan je infowijzer. - Indien neen, informeer of er speciale afspraken zijn voor stagiaires (bv. i.v.m. toegang tot leraarslokaal, mee bewakingen doen, reservering van materialen/lokalen…) 2.2 op klasniveau Informeer je over:

2.2.1 Plaats van de klasrij op de speelplaats

2.2.2 Klasprocedures -

Het betreden en verlaten van het klaslokaal Het in- en uitpakken van schooltassen Het uitdelen en ophalen van materialen Het schrijven in schriften (kantlijn, kleurgebruik, titel, datum…) Verbeteren van werkblaadjes, schriften, toetsen, agenda,… Invullen van agenda Het uitvoeren van de orde/beurtrollen/taken… Mogen kinderen spontaan rechtstaan (bv. zakdoek, potlood slijpen, toiletbezoek, drinken) Aandacht voor verjaardag, geboorte, sterfte… Waar liggen de werkboeken en materiaal voor de leerlingen?



8

2.2.3 Klasregels - Welk klasregels hanteert de mentor? (vb. We luisteren naar elkaar) - Hoe worden/werden deze kenbaar gemaakt aan de leerlingen?

3. KLASGROEP EN LEERLINGEN 3.1 Hoe is de sfeer in de klas? -

Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Verhouding jongens-meisjes? Hoe lang kennen ze elkaar al? Zijn ze vertrouwd met samenwerken? Komen de leerlingen goed overeen?

3.2 Individuele beginsituatie van de leerlingen Vul de kolommen aan met relevante gegevens. Je info kan je verkrijgen door observatie, gesprek met klasmentor of bevraging van leerlingen zelf:

Talenten/interesses: vb. hobby’s, talent voor taal, graag koken, muziek maken, voetballen, sociaal vaardig…

Sterk in/uitdaging nodig voor: vb. problemen oplossen, samenwerken in groep, bepaald

leergebied, extra oefeningen, moeilijker oefeningen, klassikale instructie maar gedeeltelijk of niet nodig

Moeilijkheden met/ondersteuning door: vb. bepaald leergebied, samenwerken, concentratie, extra instructie nodig, schrijven, …



9

initialen leerling

talenten/interesses

sterk in uitdaging nodig voor

moeilijkheden met ondersteuning door

Welke kinderen volgen een apart traject voor een bepaald leergebied? (naar boven of naar onder) Geef aan hoe je hen moet begeleiden.

3.3 Differentiatie in de klas

3.3.1 Differentiatie door de leraar Op welke manier differentieert de leraar in de klas om in te spelen op bovenstaande verschillen? (denk aan: mini klassikaal werken, tempodifferentiatie, niveaudifferentiatie, werkwinkel, gedifferentieerd contractwerk, hoekenwerk, handleiding gebonden differentiatie, materiaalaanbod…). Beschrijf kort. UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs


10 3.3.2 Gedifferentieerd huiswerk Geeft de leraar gedifferentieerd huiswerk? Ja/neen Indien ja, hoe pakt ze/hij dit aan?

4. ORGANISATIE VAN HET KLASLOKAAL Teken hieronder de plattegrond van het klaslokaal

Legende bij het klaslokaal banken digitaal bord whiteboard of krijtbord lessenaar van de leraar lessenaar van de leerlingen ramen

kasten deur lavabo prikbord (Wat hangt erop?) lege tafels


computerhoek vertelhoek leeshoek … Hoe worden deze hoeken visueel voorgesteld?


11

5. METHODES LERAAR / LEERLING Wordt er een bepaalde methode / handleiding gevolgd of werkt de leraar met eigen materiaal? Werken de leerlingen met schriften of losse werkbladen?

leraar?

leerlingen?

bordboek?

Wiskunde Nederlands

Spelling?

Godsdienst Muzische Opvoeding Schrift Frans Leren leren Sociale vaardigheden WO … 6. ICT INFRASTRUCTUUR EN MEDIA 6.1 ICT infrastructuur - Is er een digitaal bord aanwezig in de klas? Zo ja, welk type? Hoe kan je (vlot) schrijven op het digitaal bord? - Hoeveel computers zijn er in de klas? - Is er draadloos internet? - Zijn er tablets in de klas? Indien ja, hoeveel? - Is er een computerlokaal in de school? - Indien ja, hoeveel computers zijn er hier ter beschikking? - Welke software wordt er gebruikt? - Maakt de school/klas gebruik van Bingel of een ander online leerplatform? - Wanneer mogen leerlingen met een computer werken? Hoe organiseert de leraar dit? 6.2 Overige media Welke didactische materialen zijn er voorhanden in de klas? Welk materiaal mag jij eventueel tijdens je stage gebruiken?



12

2.4 kijkwijzer

KIJKWIJZER

Kijk je wijs bij het observeren en ontwerpen van een les

BEGINSITUATIE

- Welke achtergrondinformatie over de leerlingen/klas/school is belangrijk voor deze les? Inspiratie zie infowijzer - Wat moeten de leerlingen al kennen/kunnen opdat de lesdoelen gerealiseerd kunnen worden?

LERAAR

- Wat doet de leraar? Let op instructie, aanpak, omgang. - Waarom doet de leraar dit zo? - Wat is het effect ervan op de leerlingen?

LEERLINGEN

- Wat doen de kinderen concreet om te leren? - Welke leerlingen vallen op in deze les en waardoor? Hoe gaat de leraar om met deze verschillen in tempo, niveau, interesses, werkhouding,…? - Welke kenmerken typeren kinderen van deze leeftijd?

LEERINHOUD

- Waarover gaat deze les? Wat wordt aangebracht in de inleiding, kern

EN DOELEN

verwerking, slot? - Wat wil de leraar dat de leerlingen kennen en kunnen in de verschillende lesmomenten? - Hoe toetst de leraar dit in de les?

ORGANISATIE

- Hoe organiseert de leraar deze les? Let op lokaalschikking, groepsindeling, werkvormen,… - Wat doet de leraar om de orde te handhaven en de aandacht/motivatie te houden? - Hoe biedt de leraar visuele ondersteuning via bord en materialen?

2.5 risico-analyse Lees de risicoanalyse van je stageschool vóór de praktijkverkenning na op het portaal: infotheek. Stel je in regel met de wettelijke voorschriften en vul de nodige formulieren in. Bezorg deze formulieren ondertekend op de eerste dag van de praktijkverkenning aan je klasmentor en/of directie. Steek één ondertekend formulier hier in je praktijkmap.



13

3

INFORMATIE OVER DE STAGES



14

3.1 doel en opbouw

3.1.1 doelstellingen semester 1 - Studenten maken kennis met de basisschool als organisatie. - Studenten maken kennis met diverse facetten van de veelzijdige job van een leraar door te observeren en te participeren, zowel binnen de klas als buiten de klas. - Dankzij de brede kennismaking met de basisschool als organisatie en met de veelzijdige job van een leraar, kunnen de studenten beslissen of dit de job is waar ze verder in willen gaan of niet. - Studenten ontwikkelen professionele houdingen die noodzakelijk zijn om degelijk te functioneren in hun toekomstige rol als leraar. - Studenten groeien in zelfvertrouwen om op een vlotte manier met de leerlingen om te gaan en om voor een klasgroep te staan. Dit vertaalt zich op de stageplek naar: - 2 dagen praktijkverkenning - 6 dagen participatiestage met mogelijkheid tot actief lesgeven (minimum 3 lessen)

3.1.2 doelstellingen semester 2 - Studenten stellen doelgerichte lessen op in een stimulerende leeromgeving. - Studenten kunnen met zelfvertrouwen voor een klasgroep staan en op een vlotte manier met de leerlingen omgaan. - Studenten gedragen zich professioneel in de setting van de stageschool. Dit vertaalt zich op de stageplek naar: - 12 stagedagen (participeren en les geven)



15

3.2 stagekalender en afspraken

3.2.1 stagekalender 1

d

SEPTEMBER 1

OKTOBER d stage: praktijkverkenning

1

NOVEMBER z ALLERHEILIGEN

1

d

2

w

2

v LW3: intakegesprekken

2

m HERFSTVAKANTIE

2

3

d

3

z

3

d

4

v

4

z

4

w

5

z

5

m expressiestage

5

6

z

6

d expressiestage

7

m

7

w

8

d

8

1

JANUARI v NIEUWJAAR

w

2

z

3

d LW7: praktijkreflectie

3

z

4

v pietendienst

4

m

d

5

z

5

d

6

v

6

z

6

w

7

z

7

d

d stage: opvragen

8

z

8

m indienen praktijkmap en 7 reflectieverslag d 8

9

w

9

v

9

m

9

w

z

lesonderwerpen november

DECEMBER - ophalen stageverslag - reserve

9

v

10 d

10 z

10 d

10 d

10 z

11 v

11 z

11 w WAPENSTILSTAND

11 v

11 m

12 z

12 m

12 d stage: ophalen

12 z

12 d

13 z

13 d

13 v LW6: praktijkreflectie

13 z

13 w

14 m start academiejaar

14 w

14 z

14 m

14 d

15 d stage-info deel 1

15 z

15 d

15 v

16 w

15 d LW4: reflectiecyclus m.i.v. eerste praktijkreflectie 16 v

16 m

16 w

16 z

17 d stage-info deel 2

17 z

17 d

17 d

17 z

18 v

18 z

18 w

18 v

18 m

19 z

19 m

19 d stage: elke student

19 z

19 d

20 z

20 d

reserve 20 v

20 z

20 w

21 m

21 w

21 z

21 m KERSTVAKANTIE

21 d

22 d

22 d stageconsult

22 z

22 d

22 v

lesontwerpen november

LW1: kennismaking, motivatie en competentiematrix

geeft min. 3 lessen op 19, 23 of 27 november

LW5: coaching lesontwerpen 23 w

23 v

23 m stage

23 w

23 z

24 d LW2: kwaliteiten, talenten, zelfbeeld en suggestielijst 25 v

24 z

24 d

24 d

24 z

25 z

25 w

25 v KERSTMIS

25 m

26 z

26 m

26 d

26 z

26 d

27 z

27 d

27 v stage: bespreken

27 z

27 w

28 m

28 w

28 z

28 m

28 d

29 d

29 d stage: afgeven

29 z

29 d

30 w stage: praktijkverkenning

30 v

30 m

30 w

29 v LW8: individueel gesprek praktijk en bespreking rapport 30 z

31 d

31 z

kennismakingsactiviteit voor 16-02 met nieuwe klasmentor

lesontwerpen november

31 z



16

1

FEBRUARI m LESVRIJE WEEK

1

d

MAART stageconsult 1

v

1

MEI z FEEST VAN DE ARBEID

1

w

2

d

2

w

2

z

2

m

2

d

3

w

3

d stage: afgeven

3

z

3

d

3

v

4

d

4

v microteaching

4

m

4

w

4

z

5

v

5

z

5

d

5

d O.H. HEMELVAART

5

z

6

z

6

z

6

w

6

v

6

m

7

z

7

m

7

d

7

z

7

d

8

m krokusvakantie voor basisscholen d

8

d

v

8

z

8

w

9

w

ophalen lesontw. 8 17 en 18-03 9

z

9

m stage -student 1 geeft VM les

9

d

9

lesontwerpen 17 en 1803 en 14-04

APRIL

JUNI

-student 2 geeft NM les

10 w

10 d

10 z

10 d stage: 10 v -student 1 geeft NM les

11 d stage-info semester 2

11 v

11 m

11 w stage: elke student

11 z

12 v

12 z

12 d

12 d stage: student 1 geeft

12 z

13 z

13 z

13 w

14 z

14 m


14 z

14 d

15 m

15 d

15 v

15 z PINKSTEREN

15 w

16 d stage: uitvoeren

16 w

16 z

16 m PINKSTERMAANDAG

16 d

17 w


17 z

17 d

17 v

-student 2 geeft VM les geeft blok van 2 lessen

LW9: positief leefklimaat

kennismakingsactiviteit -opvragen lesonderwerpen 17 en 18-03 en 14-04

18 d LW10: gestructureerd werkklimaat

stageconsult

geeft blok 2 lessen - afgeven lesontwerpen 28-04 en mei

geeft een blok van twee lessen 18 v stage: elke student 18 m geeft blok 2 lessen -ophalen lesontwerp 1404 -opvragen lesonderwerpen 28-04 en mei

ganse dag les 13 v stage: student 2 geeft ganse dag les

- ophalen stageverslag - reserve

13 m

18 w

18 z

19 z

19 v

19 z

19 d

20 z

20 z

20 w

19 d LW14: individuele gesprekken 20 v

21 z

21 m indienen praktijkmap

21 d

21 z

21 d

22 m

22 d

22 v

22 z

22 w

23 d

23 w

23 z

23 m

23 d

24 w

24 d LW12: praktijkreflectie LW13: individueel gesprek coaching lesontwerpen 25 v mogelijkheid tot individuele gesprekken 26 z

24 z

24 d

24 v

25 m ingeven stagelessen 28 april en mei in SIS 26 d ophalen lesontwerpen 28-04 27 w

25 w

25 z

26 d

26 z

25 d stage 26 v LW11: coaching lesontwerpen

20 m

27 z

27 z PASEN

27 v

27 m

28 z

28 m PAASMAANDAG/PAASVA 28 d stage: elke student 28 z KANTIE geeft blok van 2 lessen

28 d

29 d

29 v

29 z

29 w

30 w

30 z

30 m

30 d

-ophalen lesontwerpen mei

29 m ingeven stagelessen 17 en 18-03 en 14-04 in SIS

31 d


31 d


17

3.2.2 algemene afspraken We verwijzen naar de bindende praktijkrichtlijnen in het Algemeen praktijkgroeiboek (zie rubriek 11 van deze Praktijkmap) die nauwgezet door de student opgevolgd worden tijdens elke stage. Invullen van lesontwerp - Alle lesontwerpen worden volgens afspraak ingevuld – volgens de criteria lesontwerptechniek (zie richtlijnen meegegeven in de lessen van Praktijk I: praktijkateliers) - Alle lege lesontwerpformulieren staan op portaal–infotheek - Lesontwerpen worden volledig ingediend: dit wil zeggen met alle bijlagen, correctiesleutels, werkblaadjes (leeg en ingevuld), … maar ook met volledige rubrieken die ingevuld zijn voor de stage van dat specifieke semester. Op die manier heeft de klasmentor alle informatie om het lesontwerp degelijk na te kijken. Het onvolledig afgeven van lesontwerpen wordt verrekend in professionele houding. - Indien gebruik gemaakt wordt van het digitaal bord, wordt een outprint hiervan bij het lesontwerp gevoegd. - Indien de uitwerking van de lesontwerpen onvoldoende is, maakt de student een herwerking hiervan. - Belangrijke opmerking: het tijdstip van afhalen van lesontwerpen wordt geregeld in afspraak met de klasmentor van de lagere school, maar zeker niet tijdens haar/zijn lesuren. Afgeven praktijkmap - Studenten die nog les moeten geven op de inhaaldag, geven hun praktijkmap af de eerste dag na de inhaaldag tenzij de studietrajectbegeleider andere afspraken maakt met hen. - De data voor indienen van de praktijkmap staan onder 2.2.1: stagekalender. - Bij het afgeven van de gegeven lessen worden steeds alle versies (origineel en herwerkt) toegevoegd. - Gebruik geen afzonderlijke plastiek mapjes om je lessen in weg te steken. Dat bemoeilijkt praktisch het nakijken voor de studietrajectbegeleiders. Stageconsults Er worden 3 stageconsults georganiseerd waarbij je de kans hebt om aan de vaklector en/of studietrajectbegeleider vragen/problemen voor te leggen over de te maken lessen. Alleen op deze geplande momenten gaan vaklectoren dieper in op individuele vragen m.b.t. de lesontwerpen van studenten. Stagereflecties Studenten die vrijgesteld zijn van Leraar worden I: professionele identiteit, maar Praktijk I hernemen, moeten verplicht aanwezig zijn tijdens de stagereflecties van Leraar worden I: professionele identiteit. De student moet de data van deze sessies opvragen bij zijn/haar studietrajectbegeleider.



18

Bijzondere omstandigheden - Wie in de stageschool geen les kan geven omwille van een stage-activiteit van andere studenten of lessen beweging van studenten van de professionele bachelor secundair onderwijs (lichamelijke opvoeding) volgt deze lessen mee als observator. De student haalt deze lessen STEEDS in tijdens de inhaaldagen. - Als een klasmentor o.w.v. ziekte of andere omstandigheden afwezig is op het moment dat de student zijn les geeft, mag de student zijn les geven op voorwaarde dat er vervanging voorzien wordt door de stageschool. Indien niet, wordt de student verwezen naar de inhaaldagen. - Ieder probleem wordt afzonderlijk bekeken door de studietrajectbegeleider en altijd in onderling overleg met de klasmentor. Bij moeilijke beslissingen wordt de studietrajectbegeleider ondersteund door de jaarcoördinator en/of het opleidingshoofd.

3.2.3 specifieke afspraken semester 1 Pietendienst Wie de pietendienst omwille van ziekte of een andere geldige reden niet kan meedoen attesteert zijn afwezigheid met een ziektebewijs op de eerste dag dat de activiteiten in het DLO hervat worden. De student haalt verplicht zijn pietendienst in onder de vorm van dienstverlening (bijv. voorbereiding van en deelname aan een infodag,...).

3.2.4 specifieke afspraken semester 2 Opdracht: kennismakingsactiviteit (zie 2.2.1: stagekalender) Stel een kennismakingsactiviteit op. Stel daarin jezelf voor, geef leerlingen de kans om zichzelf voor te stellen (rekening houdend met het gegeven dat de leerlingen elkaar al kennen maar jij niet). Schrijf de hoofdlijnen van de activiteit uit. Indienen stagerooster actieve stage - Het overzicht van de stagelessen wordt ingevoerd in het SIS zo vlug mogelijk nadat de student zijn lesonderwerpen gekregen heeft en minstens 10 dagen voordat de lessen gegeven worden (zie 2.2.1: stagekalender). - De student verwittigt tijdig de studietrajectbegeleider, praktijkbegeleider en stagecoördinator wanneer de volgorde van de lessen verandert en neemt zelf geen initiatief tot verandering.



19

3.3 wenselijke en niet-wenselijke onderwerpen leergebied beeld opvoeding

drama

godsdienst

Frans

lichamelijke opvoeding

semester 1 Wenselijk

semester 2 Wenselijk

Opdrachten waarbij de nodige creativiteit en muzisch denken van de student wordt verwacht, met aandacht voor eenvoudige materialen en organisatie.

Opdrachten waarbij de nodige creativiteit en muzisch denken van de student wordt verwacht, met aandacht voor eenvoudige materialen en organisatie.

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

Opdrachten die te veel op resultaat gericht zijn, mallen maken of kopiëren (geen onderwerpen voor feestdagen).

Opdrachten die te veel op resultaat gericht zijn, mallen maken of kopiëren (geen onderwerpen voor feestdagen).

Wenselijk

Wenselijk

Bewegingstussendoortje of kort dramaspel

Bewegingstussendoortje, kort dramaspel en volledige dramales (vanaf stage mei)

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

Volledige dramales

/

Wenselijk

Wenselijk

Eenvoudig Bijbel- of waardenverhaal.

Eenvoudig Bijbel-of waardenverhaal.

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

Filosoferen, wonderverhaal of godly play.

Filosoferen, wonderverhaal of godly play.

Wenselijk

Wenselijk

Aanbrengen van en inoefenen van woordenschat, aanbrengen of inoefenen van een dialoog, inoefenen van grammatica die door de mentor werd gegeven.

Aanbrengen en inoefenen van woordenschat volgens het model dat de lectoren van de opleiding voorstellen. Aanbrengen of inoefenen van een dialoog volgens het model dat de lectoren van de opleiding voorstellen. Aanbrengen of inoefenen van grammatica indien de studenten zich kunnen baseren op een voorbeeldles die door de mentor werd gegeven of volgens het model dat de lectoren van de opleiding voorstellen. Inoefenen van de vaardigheden indien de studenten zich kunnen baseren op een voorbeeldles die door de mentor werd gegeven.

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

Vreemdetaalinitiatie Frans

Vreemdetaalinitiatie Frans

Wenselijk

Wenselijk

Bewegingstussendoortjes. Kleine spelen, loopspelen.

Bewegingstussendoortjes. Kleine spelen, loopspelen, sportspelen, bal- en dingvaardigheden. Balanceren, steunen, springen, rotaties. Kruipen, klauteren, klimmen, hangen, schommelen, slingeren. Trekken en duwen, heffen en dragen. Ritmisch en expressief bewegen. Zwemmen: opwarming en watergewenning; begeleiden van deelgroepen met specifieke opdrachten.

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

Trampolinegebruik, te specifieke sporttechnieken (lay-up, hoogspringtechnieken,…), zwemlessen aan de hele klasgroep tenzij opwarming en/of watergewenning.

Trampolinegebruik, te specifieke sporttechnieken (lay-up, hoogspringtechnieken,…), zwemlessen aan de hele klasgroep tenzij opwarming en/of watergewenning.



20 muzikale opvoeding

taal

wereldoriëntatie

wiskunde

Wenselijk

Wenselijk

Een lied naar keuze aanleren en spelen met dit lied. Duur: 25’

Een lied naar keuze aanleren en spelen met dit lied. Duur: 25’

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

/

/

Wenselijk

Wenselijk

Begrijpend luisteren: verhaal vertellen of voorlezen, herhalingsles spelling uit een handleiding.

Begrijpend luisteren: verhaal vertellen of voorlezen, luisteren en spreken, spelling, poëzie en verhalen.

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

Alle andere onderwerpen.

Taalbeschouwing, stellen, begrijpend lezen en andere complexe leesvormen.

Wenselijk

Wenselijk

Een eenvoudige les uit de domeinen natuur, tijd, ruimte of samenleving van 50'. Scholen zijn vrij in het kiezen van een onderwerp. Vanuit de opleiding reiken we -vrijblijvend- volgende suggesties aan. * Natuur 1ste graad: het leven op de boerderij 2de graad: herfst -winter; bos 3de graad: gezonde voeding * Ruimte: 1ste graad: mijn leukste plekje, inrichting klas (oriëntatie) 2de graad: weer- en klimaat 3de graad: reliëf, gebruik topografische kaart * Tijd 1ste graad: spelen/speelgoed vroeger en nu 2de graad: ridders en kastelen 3de graad: leven in een bepaalde tijdsperiode (bv. Oudheid) * Samenleving 1ste graad: samen spelen/samen leren afspraken thuis, in de klas en op school 2de graad: rechten en plichten 3de graad: kinderrechten bij ons en in de wereld - internationale organisaties

Een eenvoudige les van 50' of 75', een onderwerp uit de domeinen tijd, natuur, ruimte, samenleving.

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

Domein techniek.

Domein techniek.

Wenselijk

Wenselijk

1e leerjaar: inoefenen van splitsingen, optellingen of aftrekkingen via speelse opdrachten of ruimtelijke oriëntatie. 2e tot 6e leerjaar: herhalingslessen of eenvoudige lessen i.v.m. hoofdrekenen of getallenkennis, waar mogelijk gebruik makend van speelse opdrachten.

1e leerjaar: inoefenen van splitsingen, optellingen of aftrekkingen via speelse opdrachten en enkelvoudige vraagstukken. 2e tot 6e leerjaar: herhalingslessen of eenvoudige lessen i.v.m. hoofdrekenen, getallenkennis, cijferen, probleemoplossend denken, inoefenen van een onderwerp van metend rekenen, werken met euro’s (betalen, wisselen en teruggeven).

Niet-wenselijk

Niet-wenselijk

Andere nieuwe leerstof aanbrengen. Meetkunde en metend rekenen.

Nieuwe leerstof van meetkunde of metend rekenen.



21

3.4 begeleiding en beoordeling

3.4.1 contactgegevens lerarenopleiding Stagecoördinatie Tom Robijns (jaarcoördinator 1 BaLO) Bieke Stals (stageadministratie)


016 375 400 016 375 403

Zij zijn aanspreekpunt voor: - verdeling stageplaatsen, wijzigingen in toezeggingen of vragen hieromtrent - vragen voor doorverwijzing naar een bepaalde studietrajectbegeleider - ernstige problemen. Studietrajectbegeleider (STB) An Ceustermans Peter den Otter Lieve Smets Tom Robijns Koen Vandevenne Jos Vanwingh

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Deze persoon is aanspreekpunt voor een beperkt aantal scholen zowel voor studenten, mentoren als lectoren.

3.4.2 beoordeling Volgens de richtlijnen in het studiecontract wordt Praktijk I beoordeeld door middel van permanente evaluatie. In semester 1 worden de professionele houdingen beoordeeld. - Bezieling - Flexibiliteit - Onderzoekende houding - Kritische ingesteldheid - Relationele gerichtheid - Verantwoordelijkheidszin - Zin voor initiatief - Muzisch en creatief handelen In semester 2 staan naast de professionele houdingen, volgende kerncompetenties centraal: - Functioneren in teamverband (C1) - Een positief leefklimaat creëren (C9) - Een gestructureerd werkklimaat creëren (C10) - Doelgericht werken (C15) - Basiskennis beheersen in functie van didactische vertaling naar leerlingen (C16) - Leermiddelen adequaat gebruiken (C18) - Leerprocessen begeleiden (C19) UC Leuven-Limburg lerarenopleiding vestiging Diest bachelor lager onderwijs


22

- Correct gebruik van het Standaardnederlands in de schriftelijke communicatie (C21) - Correct gebruik van het Standaardnederlands in de mondelinge communicatie (C22) Na de eerste stageperiode (op het einde van semester 1) wordt een (voorlopige) waardebeoordeling gegeven aan de student. De definitieve eindbeoordeling wordt gegeven na de tweede stageperiode (op het einde van semester 2). Het is een geslaagd /niet Geslaagd-beoordeling, die de kwaliteit uitdrukt van het uiteindelijk bereikte resultaat. De tweede stageperiode weegt zwaarder door in de eindbeoordeling. In geval van een tweede zittijd wordt de niet geslaagd van juni overgedragen naar september, m.a.w. voor praktijk I is in de lerarenopleiding KHLeuven geen tweede zittijd mogelijk. Een negatieve beoordeling voor praktijk I (niet geslaagd) is niet tolereerbaar. Voor meer gedetailleerde informatie over het normeringskader en de beoordeling verwijzen we naar het algemeen praktijkgroeiboek en de ECTS-fiche.

3.4.3 toelichting bij de begeleidings- en beoordelingsformulieren Alle formulieren (lesverslag, stageverslag, reflectieen syntheseverslag) zijn te vinden op portaal: infotheek. Studenten zorgen dat de nodige documenten steeds ter beschikking zijn voor de mentor. We streven naar eenvormigheid voor zowel de reflectieverslagen van studenten, de stageverslagen van mentoren, als de syntheseverslagen van de studietrajectbegeleiders. Op die manier willen we de onderlinge communicatie- en informatiedoorstroming en transparantie van de begeleiding bevorderen. Als leidraad voor de invulling van de formulieren kan gebruik gemaakt worden van de competentiematrix van de opleiding professionele bachelor in onderwijs - lager onderwijs KHLEUVEN uitgegeven bij ACCO (2014). Daar vindt men per taakveld van een leraar lager onderwijs een inventaris van kerncompetenties van de opleiding. Ze zijn vertaald in groeilijnen die aangeven hoe een (kandidaat) onderwijzer doorheen authentieke leersituaties in het werkveld geleidelijk evolueert naar professioneel leraarschap. De student stelt deze competentiematrix voor de duur van de stage ter beschikking van de klasmentor zodat deze de begeleidingsformulieren vlotter kan invullen in afstemming op het normeringskader van de opleiding. 3.4.3.1 lesverslagen (in te vullen door klasmentor en in geval van stagebezoek door studietrajectbegeleider of lector lerarenopleiding) Het geven van feedback over de stagelessen gebeurt in het eerste programmajaar aan de hand van een weinig voorgestructureerd formulier. Op de lesverslagen noteert de klasmentor in de respectieve kolommen zijn ondersteunende feedback, vaststellingen en tips bij de geobserveerde lessen. In het lesverslag worden de studenten zowel op hun positieve punten, op vorderingen als op verdere werkpunten gewezen. De klasmentor geeft geen punten. De klasmentor heeft een adviserende begeleidingsrol. De studietrajectbegeleider en de praktijkbegeleiders van het opleidingsinstituut gebruiken ditzelfde formulier om de bijgewoonde activiteiten te beoordelen. 3.4.3.2 stageverslagen (in te vullen door klasmentor op het einde van de stage) Op het einde van de actieve stage vult de klasmentor het stageverslag in. Het stageverslag bestaat uit vier delen die onder punt a,b,c,d hieronder worden geschetst:



23

a. feedback op professionele houdingen (semester 1 en semester 2) De professionele identiteit vormt in onze opleidingsvisie zoals al eerder gesteld de kern van het leraar zijn. Deze vertaalt zich in een aantal professionele houdingen die het competent handelen van een stagiair aansturen of afremmen. Die houdingen vormen als het ware het waardenkader dat elke leraar in zijn handelen inspireert. Bedoeling is dat de mentor feedback geeft over bepaalde houdingen die het functioneren van een student positief of negatief beïnvloeden. Het is relevant en essentieel voor de begeleiding om dit ook te staven met concrete feiten of argumenten uit de stagecontext. b. feedback op de kerncompetenties (semester 2) Om dit deel in te vullen gebruikt de mentor de competentiematrix van het opleidingsinstituut die hem op de mentorenvorming wordt toegelicht. Zoals al eerder gesteld gaan we ervan uit dat de evolutie naar leraarschap een bepaalde groeilijn volgt. Zo is ook de inventaris van kerncompetenties van de opleiding vertaald in groeilijnen die aangeven hoe een (kandidaat)onderwijzer geleidelijk evolueert naar professioneel leraarschap. Binnen de afgebakende groeilijn vallen de onderscheiden niveaus samen met bepaalde na te streven fasen in de opleiding. Ze verwijzen naar een hogere graad van beheersing van het beoogde competentiedomein, een grotere frequentiegraad of mate van zelfstandigheid in uitvoering. c. Andere relevante informatie over de stage van de student In een derde deel kan de mentor feedback geven op andere competenties. Het functioneren als leerkracht is een complex gegeven. Het kan daarom zijn dat de klasmentor in het functioneren van de student dingen constateert die te maken hebben met andere competenties uit de competentiematrix dan de voor die periode weerhouden kerncompetenties. d. Conclusie Tenslotte formuleert de klasmentor een conclusie bij de stage die de student heeft afgelegd. De student haalt het stageverslag zo snel mogelijk na het beëindigen van de stage bij de klasmentor op (zie 2.2.1: stagekalender). Indien mogelijk licht de mentor het verslag ook toe in een gesprek met de student. De mentor kan dit ook uitstellen in geval de student stagemateriaal nog niet terug heeft ingeleverd. De klasmentor geeft het stageverslag pas mee aan de student wanneer deze met alles in orde is en alles heeft terugbezorgd (bijv. alle werkblaadjes werden verbeterd, alle ontleende materialen werden terugbezorgd). 3.4.3.3 reflectieen syntheseverslag (in te vullen door de student en de

studietrajectbegeleider na de stage)

De student vult na afronding van de stageperiode de digitale versie van het reflectieen syntheseverslag in. De student stuurt het reflectie-en syntheseverslag door aan de studietrajectbegeleider via mail (zie 2.2.1 stagekalender). De studietrajectbegeleider vult het syntheseverslag aan waarbij hij zich baseert op: - de afzonderlijke begeleidingsadviezen van de klasmentor over de stagegebonden activiteiten (professionele houding, lessen, …),



24

- de lesverslagen ingevuld door de praktijkbegeleiders van het opleidingsinstituut (met de waarde van een beoordeling), - gesprekken en eigen observaties n.a.v. bezoeken in de stageplaats, - het stageverslag van de klasmentor, - het digitale reflectieverslag van de student. Zowel de student als de studietrajectbegeleider formuleren een conclusie bij zijn beoordeling: sterke punten en aangewezen werkpunten voor de volgende stageperiode. Tot slot geeft zowel de student als de studietrajectbegeleider een globale appreciatie in termen van - geslaagd - niet geslaagd - heroriëntering wenselijk (semester 1) De verantwoordelijkheid voor het toekennen van een eindcijfer ligt decretaal en vanuit de visie van ons opleidingsinstituut bij de studietrajectbegeleider. In een vorm van 360° feedback is de eindbeslissing een teambeslissing waarbij rekening gehouden wordt met de inbreng van alle betrokken praktijkbegeleiders, mentoren en lesgevende lectoren. Ook de zelfevaluatie van de student vormt element van beoordeling. De mentor heeft dus een adviserende begeleidingsrol en geen beoordelende rol in het tot stand komen van het eindcijfer.



25

4

SUGGESTIELIJST



26

4.1 samen werken aan de kwaliteit van leraren in wording De beleidsoptie Samen opleiden binnen het Departement Lerarenopleiding Katholieke Hogeschool Leuven stelt het samenwerken in trialoog met leraar in wording, werkveld en opleiding centraal. Voor onze leraren in wording is de praktijkcomponent in het geheel van hun opleiding heel belangrijk. Het leren in de dagdagelijkse werksituatie heeft een enorme waarde. De ervaringen die zij opdoen tijdens stages worden getoetst aan meer theoretische kaders verkregen in de opleiding. Deze ervaringen zorgen ervoor dat deze theoretische kaders meer geconcretiseerd worden. De relatie praktijk theorie wordt op deze manier sterker verankerd. Het werkveld biedt heel wat leerpotentieel. Leraren in wording worden door deze krachtige leeromgeving uitgenodigd tot participeren. Uitgaande vanuit een talentgerichte benadering staat het gebruik van de sterke kanten van een leraar in wording bij zijn leren centraal. Daarnaast krijgt de leraar in wording heel wat ruimte om te groeien, te durven experimenteren en zichzelf bij te sturen binnen een veilig klimaat. De leraar in wording speelt een actieve rol. Hij geeft mee richting aan zijn leerproces. Hij wordt enerzijds door zo een krachtige leeromgeving uitgenodigd om te participeren. Anderzijds helpt de begeleiding van werkveld en opleiding bij het structureren van deze ervaringen. Op deze manier leidt reflecterend (ervarings)leren tot betekenisvol leren voor de leraar in wording. Dit werkt motiverend! Ook opleiding en werkveld zijn door deze vorm van samenwerken meer in beweging als lerende organisatie. Samen opleiden’ zoekt naar een optimale balans tussen de verwachtingen van de drie partijen met respect voor ieders eigenheid. Deze suggestielijst kwam tot stand in samenwerking met werkveld, opleiding en leraren in wording. Het werkveld en de opleiding worden door deze mogelijke taken uitgedaagd in het voorzien van een verscheidenheid aan ervaringskansen. Leraren in wording worden alzo geprikkeld tot het deelnemen aan deze beroepstaken.



27

4.2 suggestielijst de student als leraar Welke particpatiemogelijkheden zijn er voor de student om te groeien in zijn professionele identiteit via …

samen school maken

- Iets aanpassen voor individuele leerling in functie van differentiatie (bv. een schema vergroten, extra oefeningen voorzien) - Bekijken van de planning, agenda en weekschema van de mentor. - Begeleiden van leerlingen van de klas naar de speelplaats en omgekeerd.

functioneren binnen een kwaliteit bewaken klasgroep KLASNIVEAU - Begeleiden van individueel werk, eventueel in verwerkingsfase (bijv. kleine groep of individuele leerling met bepaald niveau apart nemen, parallel met mentor en andere student,…) en voeren van gesprek met leerlingen over oplossing of gehanteerde werkwijze. - Uitvoeren van kennismakingsactiviteit om de leerlingen beter te leren kennen. - Ondersteunen van muzische activiteit, bewegingsopvoeding, leesactiviteit... - Uitvoeren van bewegingstussendoortje - Voorlezen verhaal, prentenboek. - Verbeteren werkboeken en werkblaadjes. - Klaarzetten van materialen en schikking van de klas. - Bordtekening maken bij één van de lessen van de mentor. - Bespreken met de mentor welke verschillende bronnen werden geraadpleegd. - Zoeken naar een zinvolle integratie van media in een door de mentor gegeven les (bijv. een filmpje, website, boek,…). - Overnemen van klasadministratie: punten ingeven, agenda’s nakijken, registers invullen, maaltijden en drankjes registreren, tijdschriften uitdelen... - Openen of afsluiten van de lesdag, bijvoorbeeld vertelkring. - Verzorgen van overgang tussen twee lessen van een mentor. - Ontwerpen van creatieve naamkaartjes, eventueel op basis van de talenten. - Ontwikkelen van eenvoudig (spel)materiaal. - Opstellen van werkblaadjes voor de mentor met gebruik van ICT. - Noteren hoe de mentor een rustig werkklimaat schept en omgaat met conflicten tussen leerlingen. - Noteren hoe de leerkracht de leerlingen motiveert / waardeert.


- In kaart brengen van de gemiddelde werkweek en takenpakket van een leerkracht. - Uitwerken en uitvoeren van een talentgerichte activiteit die aansluit bij talenten van de student: bijv. sterk in muzische vorming. - Nagaan hoe een leerkracht zijn taalgebruik afstemt op de klasgroep (bv. in 1e, 3e en 6e leerjaar). - Zelf informatie opzoeken over en gesprek aangaan met de mentor rond een eigen leervraag.

onderwijs ontwikkelen

- Experimenteren met het digibord tijdens een vrij moment (middagpauze,…) los van een lescontext. - Integreren van ICT aspecten in een eigen les (vb: powerpoint, you-tube filmpje, internet/oefensites voor leerlingen zoeken, toegepast programma…) - Participeren aan interactieve werkvormen in een les (bijv. groepswerk, hoekenwerk, tutor-lezen, klasgesprek,…) - Begeleiden en opvolgen van contractwerk, verwerkingsopdrachten en huistaken. - Bevragen van het beroepsprofiel bij leerkrachten (motivatie, problematieken, werkplezier, stressmomenten, ervaringen met ouders, schoolcultuur…).


28 de student als leraar Welke participatiemogelijkheden zijn er voor de student om te groeien in zijn professionele identiteit via …

samen school maken

functioneren binnen een kwaliteit bewaken klasgroep SCHOOLNIVEAU

onderwijs ontwikkelen

- Indien mogelijk, meevolgen van infoavond die leerkrachten geven bij start of in de loop van het schooljaar (bijv. info over bosklassen,…) - Observeren van en participeren bij bijzondere leerkrachten ( ICT, godsdienst, zorg, bewegingsopvoeding, enz.). - Deelnemen aan werkgroep en indien mogelijk en wenselijk hier eigen voorstellen doen (bv. Sinterklaas, schoolfeest, openluchtklassen, als verslaggever, …). - Deelnemen aan festiviteiten op school (bijv. carnaval, grootouderfeest, kerstmarkt, schoolfeest,…). - Participeren aan een breder en klasoverstijgend project (vb. sportactiviteit, schoolactiviteit, schooluitstap, culturele activiteit …) - Bijwonen van personeelsvergadering, oudercontact, ouderraad, …. - Ondersteunen op de speelplaats (bijv. toezicht, onthaal ’s morgens en ‘s avonds,…). - Aanwezig zijn in de leraarskamer tijdens de middag- en koffiepauzes (mentor faciliteert dit best door student mee te nemen en te introduceren in de leraarskamer). - Meehelpen in de refter.

- Begeleiden van een uitstap (zwemmen, toneel, film, …) - Uitwerken van spel om tijdens de speeltijd te spelen op de speelplaats.

- Observeren in welke mate de onderwijsinfrastructuur van de school aansluit bij de ontwikkelingsbehoefte (vb. aanbod speelplaats, turnzaal, refter, multimedialokaal). - Verkennen van cultureel, educatief en sportief aanbod in de buurt van de school (cultureel centrum, lokale kunstenaar, sportclubs voor kinderen, (avond)cursussen, monumenten, bibliotheek …). - Inventariseren van werkgroepen op school (soort, functie, doel, werkwerkwijze). - In kaart brengen van recente onderwijsvernieuwingen in de school en de ervaringen hieromtrent.


- Opstellen van een briefje (ICT) naar ouders om zich als stagiair (per klas) voor te stellen of om voortaak op te geven.


29

5

LESONTWERPEN SEMESTER 1



30

6

LESVERSLAGEN, STAGEVERSLAG MENTOR EN REFLECTIE- EN SYNTHESEVERSLAG SEMESTER 1



31

LESVERSLAG SEMESTER 1 bachelor lager onderwijs

2015 2016

naam student datum en lesonderwerp lesontwerp

volledigheid, doelgerichtheid, gestructureerde lesgang, uitdieping leerinhoud, materiaalgebruik, variatie in didactische werkvormen, afstemming op beginsituatie, originaliteit, schriftelijke taal en spelling, stiptheid,…

geobserveerde feiten

bezieling, flexibiliteit, onderzoekende houding, kritische ingesteldheid, relationele gerichtheid, verantwoordelijkheidszin, zin voor initiatief, muzisch en creatief handelen

concrete suggesties ter verbetering

naam observator: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… □ klasmentor □ directie of schoolmentor □ studietrajectbegeleider □ praktijkbegeleider □ andere


handtekening


32

STAGEVERSLAG SEMESTER 1 thema: professionele identiteit bachelor lager onderwijs

2015 2016

(in te vullen door klasmentor)

naam student

stageschool:

leerjaar:

1. feedback op professionele houdingen (aanduiden met +/-)

bezieling

klasmentor

- Op een enthousiasme manier omgaan met medestudenten, leerlingen en mentoren. - Spontaan engagement opnemen om zich te integreren in klas en school. - Oprechte interesse tonen voor de leefwereld van de leerlingen. feedback klasmentor:

flexibiliteit

klasmentor

- Positief omgaan met en inspelen op onvoorziene en wijzigende omstandigheden. - Zijn werkwijze aanpassen als blijkt dat iets beter of sneller kan. - Vlot omgaan met reacties van leerlingen en/of mentor. feedback klasmentor:

kritische ingesteldheid

klasmentor

-

Openstaan voor suggesties en begeleiding. Constructief omgaan met feedback van mentoren en lectoren. Realistisch reflecteren over het eigen functioneren. Persoonlijke en/of originele accenten leggen bij het gebruik van handleidingen en methodes. feedback klasmentor:



33

muzisch en creatief handelen

klasmentor

- Eigen mogelijkheden en talenten verkennen en durven tonen. - Durven grenzen verleggen en experimenteren. - Expressief, dynamisch en gepassioneerd optreden. feedback klasmentor:

onderzoekende houding

klasmentor

- Zich vragen stellen tijdens het observeren van het klas- en schoolgebeuren. - Mentoren bevragen (bijv. om klas-en schoolgewoontes na te gaan, over leefwereld van leerlingen, over het eigen functioneren,…). - Verschillende bronnen raadplegen. feedback klasmentor:

relationele gerichtheid

klasmentor

-

De hiërarchische verhoudingen in een stagcontext respecteren. Handelen vanuit een positieve basishouding t.o.v. zichzelf en anderen. Geduldig, empathisch en aanmoedigend omgaan met de leerlingen. Een open en vlotte communicatie met de mentor en/of medestudenten hanteren. - Begrip opbrengen voor andere normen en waarden. feedback klasmentor:

verantwoordelijkheidszin

klasmentor

- Steeds tijdig aanwezig zijn op school. - Zorg dragen voor materialen en infrastructuur. - Zijn voorkomen afstemmen op een schoolse context. - Voorbeeldgedrag tonen voor de leerlingen. - Gemaakte afspraken nakomen. - Nauwkeurig uitvoeren van stageactiviteiten. - Punctueel, volledig en stipt zijn in opleidings- en stageadministratie. - Standaardnederlands gebruiken in mondelinge en schriftelijke communicatie. feedback klasmentor:

zin voor initiatief

klasmentor

- Uit eigen beweging activiteiten uit de suggestielijst plannen en uitvoeren in de klas. - Uit eigen beweging activiteiten uit de suggestielijst plannen en uitvoeren in de school. - Spontaan hulp bieden waar nodig. feedback klasmentor:



34 2. andere relevante informatie over de stage

3. conclusie semester 1 sterke punten

aangewezen werkpunten voor semester 2



35

4. competenties

semester 1 Tijdens het tweede deel van Praktijk I (de stage tijdens semester 2) zullen de studenten ook beoordeeld worden op enkele competenties. Kunt u eventueel nu al – na de eerste lessen van de stagiair(e) – een inschatting maken van competenties die volgend semester beoordeeld zullen worden. De gedragsindicatoren vindt u in de competentiematrix.  groen = in orde  rood = nog groei nodig, zeker een uitdaging  ? = moeilijk om hier op dit moment een uitspraak over te doen Competenties

groen

rood

?

9. Een positief leefklimaat creëren







10. Een gestructureerd werkklimaat creëren







15. Doelgericht werken







16. Basiskennis beheersen in functie van didactische vertaling naar leerlingen







18. Leermiddelen adequaat gebruiken







19. Leerprocessen begeleiden







21. Correct gebruiken van het Standaardnederlands in de schriftelijke communicatie







22. Correct gebruiken van het Standaardnederlands in de mondelinge communicatie







naam klasmentor:

handtekening directie of stempel van de school:

handtekening:



36

7

MICROTEACHING



37

1. voorbereiding student Je kiest een lesfragment van ongeveer 10 minuten dat je zal geven aan een fictief klasje, bestaande uit medestudenten van je STB groep. Aandachtspunten voor de student: 1. Kies een fragment met voldoende interactie (vb. vraag en antwoord, leerlingen aan bord,...). Dus bv. niet je medestudenten 10 minuten een werkblad laten invullen. 2. Indien je voor je lesmoment bepaalde materialen nodig hebt (vb. prenten, internet) zorg je ervoor dat deze beschikbaar zijn. 3. Je medestudenten ‘spelen’ dat zij je leerlingen zijn. Situeer dus even in welk leerjaar je les geeft, wat het lesonderwerp is en wat de beginsituatie is.

2. taak medestudenten: leerlingen spelen De helft van de medestudenten speelt leerlingen van de lagere school. Je probeert je zo goed mogelijk in te leven in echte leerlingen van die leeftijd. Geef antwoorden en stel vragen zoals die leerlingen dat zouden doen.

3. taak medestudenten: observeren en feedback geven De andere helft van de medestudenten krijgt een observatieopdracht. Waarop letten we:

- Positieve kwaliteiten van de student Om het gevoel van veiligheid te vergroten, is het belangrijk te benadrukken wat de student al goed doet en wat zijn/haar sterke kant is.

- De competenties die in semester 2 geëvalueerd zullen worden, o.a. Een positief leefklimaat creëren, kan zich uiten in: * Expressie in lichaamshouding en in stemgebruik * Voldoende oogcontact * Actieve luisterhouding naar de leerlingen toe * Positieve bevestiging en waardering van de kinderen * Dynamiek * Geduld * Effect van expressie op de klassfeer en klashouden: kan je de lln. door je optreden motiveren? Een gestructureerd werkklimaat scheppen, kan zich uiten in: * Klasoverzicht hebben * Gepast reageren op ongewenst gedrag * Vlot opstarten en afronden van een lesfragment



38

Doelgericht werken, kan zich uiten in: * Doordacht en logisch lesverloop * Realistische timing Basiskennis beheersen, kan zich uiten in: * De leerinhouden voldoende beheersen * De leerinhouden op gepaste wijze overbrengen * Beantwoorden van en inspelen op vragen van de leerlingen Leermiddelen adequaat gebruiken, kan zich uiten in: * Overzichtelijk en ondersteunend bordschema * Aantrekkelijk en duurzaam materiaal Leerprocessen begeleiden, kan zich uiten in: * Leerstof opbouwen van makkelijk naar moeilijk * Leerlingen ondersteunen tijdens zelfstandig werk * Doelgerichte vragen stellen * Zicht hebben op kennisopbouw en oplossingsstrategieën van de leerlingen Correct gebruik van standaardnederlands, kan zich uiten in: * Mondeling taalgebruik (uitspraak, streekklanken)

4. Korte reflectie Welke concrete aandachtspunten zie je voor jezelf na deze microteaching? Plaats deze aandachtspunten binnen de kerncompetenties. .............................................................................................................................. ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ...............................................................................................................................



39

8

LESONTWERPEN SEMESTER 2



40

9

LESVERSLAGEN, STAGEVERSLAG MENTOR EN REFLECTIE- EN SYNTHESEVERSLAG SEMESTER 2



41

LESVERSLAG SEMESTER 2 bachelor lager onderwijs

2015 2016

naam student datum en lesonderwerp lesontwerp

volledigheid, doelgerichtheid, gestructureerde lesgang, uitdieping leerinhoud, materiaalgebruik, variatie in didactische werkvormen, afstemming op beginsituatie, originaliteit, schriftelijke taal en spelling, stiptheid,…

geobserveerde feiten

functioneren in teamverband, een positief leefklimaat creëren, een gestructureerd werkklimaat creëren, doelgericht werken, basiskennis beheersen in functie van didactische vertaling naar leerlingen, leermiddelen adequaat gebruiken, leerprocessen begeleiden, correct gebruiken van het Standaardnederlands in schriftelijke en mondelinge communicatie

concrete suggesties ter verbetering

naam observator: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… □ klasmentor □ directie of schoolmentor □ studietrajectbegeleider □ praktijkbegeleider □ andere


handtekening


42

STAGEVERSLAG SEMESTER 2 THEMA: STIMULERENDE LEEROMGEVING (in te vullen door mentor) bachelor lager onderwijs vestiging Diest naam student

2015 2016

stageschool

leerjaar

1. PROFESSIONELE HOUDINGEN (aanduiden met +, - of +/-) - Op een enthousiasme manier omgaan met medestudenten, leerlingen en mentoren. bezieling - Zich integreren binnen de stageschool. - Grote inzet tonen. - Zijn werkwijze aanpassen als blijkt dat iets beter of sneller kan. - Vlot omgaan met reacties van leerlingen en/of mentor. flexibiliteit - Aanpassen van lessen waar nodig. - Rekening houden met wat leerlingen kennen en kunnen. - Positief omgaan met en inspelen op onverwachte of wijzigende omstandigheden. - Openstaan voor suggesties en begeleiding. - Voldoende kritisch zijn voor het eigen werk en het lesverloop. kritische ingesteldheid - Constructief omgaan met feedback van mentoren en lectoren. - Realistisch reflecteren over het eigen functioneren. - Eigen mogelijkheden en talenten verkennen en durven tonen. muzisch en - Durven grenzen verleggen en experimenteren. creatief - Expressief, dynamisch en gepassioneerd optreden. handelen - Handleidingen en methodes verrijken met eigen ideeën en materialen. - Mentoren bevragen (bijv. om klas-en schoolgewoontes na te gaan, over leefwereld van leerlingen, over het eigen functioneren, …). onderzoekende houding - Zich vragen stellen tijdens het observeren van het klas- en schoolgebeuren. - Verschillende bronnen raadplegen. - De hiërarchische verhoudingen in een stagcontext respecteren. - Handelen vanuit een positieve basishouding t.o.v. zichzelf en anderen. relationele - Geduldig, empathisch en aanmoedigend zijn voor leerlingen. gerichtheid - Een open en vlotte communicatie met de mentor en/of medestudenten hanteren. - Begrip opbrengen voor andere normen en waarden. - Steeds tijdig aanwezig zijn op school. - Zorg dragen voor materialen en infrastructuur. - Zijn voorkomen afstemmen op een schoolse context. verantwoor- Voorbeeldgedrag tonen voor de leerlingen. delijkheidszin - Gemaakte afspraken nakomen. - Verantwoordelijkheid opnemen voor het nauwkeurig uitvoeren van stageactiviteiten en het leerproces van leerlingen. - Punctueel, volledig en stipt zijn in opleidings- en stageadministratie. - Zelf initiatief nemen tot participatie in de klas. zin voor initiatief - Spontaan hulp bieden waar nodig. feedback klasmentor:



43 2. FEEDBACK OP KERNCOMPETENTIES (gepaste indicatoren aanvinken) taakveld 1: de leraar als lid van het schoolteam 1. functioneren in teamverband niveau 0 naar

niveau 1 Op een duidelijke, correcte en vlotte manier communiceren met medestudenten, mentoren en lectoren.

Afwachtende houding aannemen bij het samenwerken.

Initiatief nemen om samen te werken aan gemeenschappelijke taken.

Eerder gesloten houding medestudenten en mentoren.

Geen of weinig verantwoordelijkheid nemen voor eigen beslissingen.

Aandacht besteden aan factoren die een vlotte samenwerking stimuleren of belemmeren. Verantwoordelijkheid opnemen voor eigen beslissingen en inzet.

Beperkte inbreng overlegmomenten.

Constructief meewerken overlegmomenten.

Samenwerking op een manier beïnvloeden.

De eigen mening formuleren.

negatieve

hebben zelden

bij

durven

tijdens

Een eigen mening durven formuleren en beargumenteren.

niveau 2 Correct communiceren met betrokkenen binnen schoolcontext.

alle de

Aandacht hebben voor het evenwicht tussen zelfstandig functioneren en samenwerken binnen een groep. Samenwerking op manier beïnvloeden.

een

positieve

Verantwoordelijkheid opnemen voor groepsbeslissingen. Op overlegmomenten een verantwoord standpunt durven innemen. Anderen aanmoedigen om hun eigen mening te formuleren.

feedback klasmentor:

taakveld 4: de leraar als opvoeder 9. een positief leefklimaat creëren niveau 0

niveau 1

Geen of weinig dynamiek tijdens het lesgeven.

tonen

Op een dynamische manier voor de klas staan.

Eigen lichaamstaal niet of te weinig inzetten als ondersteuning van wat men zegt. Geen of onvoldoende oogcontact maken met leerlingen.

Non-verbale communicatie benutten om talige boodschappen kracht bij te zetten. Oogcontact maken met alle leerlingen. Variëren in volume en intonatie bij het vertellen, het voorlezen en bij instructiemomenten. Leerlingen regelmatig positief bevestigen.

Weinig tot geen variatie in volume en intonatie. Leerlingen beperkt positief bevestigen. Geen of weinig tijd hebben voor kinderen, niet of weinig luisteren naar hun verhalen.

Naar spontane verhalen van leerlingen luisteren en er op inspelen.

Weinig geduld hebben voor kinderen.

Geduldig zijn met leerlingen.

Leerlingen zelfden aanspreken op ongepaste attitudes. Geen of weinig oog hebben voor een respectvolle omgang tussen leerlingen.

Leerlingen durven aanspreken op ongepaste attitudes. Bewaken dat leerlingen elkaar op een positieve en respectvolle manier benaderen.

Conflicten tussen leerlingen meestal negeren.

Conflicten opmerken tussen leerlingen en deze bespreken met de mentor.

Geen zicht hebben verhoudingen in de klas.

Zich informeren over verhoudingen in de klas.

op

Geen doordachte klasschikking.

de

de

De klasschikking aanpassen aan de lesactiviteit.

niveau 2 Door een dynamische aanpak zorgen voor een aangename klassfeer waarin leerlingen zich goed voelen. Adequaat inpikken op non-verbale signalen van leerlingen. Oogcontact functioneel inzetten in verschillende situaties. Variëren in volume en intonatie bij het lesgeven. Leerlingen taakgericht persoonsgericht bevestigen.

Op een respectvolle manier omgaan met de gevoelens van leerlingen. Leerlingen steeds opnieuw kansen geven. Leerlingen op een efficiënte manier aanspreken op ongepaste attitudes. Stimuleren dat leerlingen elkaar op een positieve en respectvolle manier benaderen. Conflicten tussen leerlingen opmerken en - in overleg met de mentor - een aanzet geven tot een oplossing. Inzicht hebben in groepsvormingsprocessen in de klas. In overleg met de mentor een klaslokaal inrichten dat uitnodigt tot interactie.



en


44 10. een gestructureerd werkklimaat creëren niveau 0 Niet of onvoldoende zien wat er gebeurt in de klas. Geen of te weinig oog hebben voor klasregels of het consequent naleven ervan.

niveau 1 Oog hebben voor de hele klas tijdens individuele en klassikale momenten. De heersende klasregels overnemen van de mentor.

Niet of onvoldoende reageren bij storend gedrag.

Vanuit inzicht in de basisregels van klasmanagement gepast durven reageren bij storend gedrag.

Lessen abrupt afsluiten of opstarten.

Vlotte lesovergangen realiseren.

niveau 2 Op een vlotte en doordachte wijze het klasgebeuren organiseren. In overleg met de mentor de leerlingen de gemaakte afspraken consequent laten naleven. Sturend optreden bij storend gedrag. Gevarieerde en gestructureerde lesovergangen realiseren. Een vlot dagverloop realiseren.


taakveld 5:

de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen binnen een krachtige leeromgeving 15. doelgericht werken niveau 0 Geen zicht hebben op de functie van eindtermen en leerplannen van het lager onderwijs.

niveau 1 Zicht hebben op de functie van eindtermen en leerplannen van het lager onderwijs.

Te veel, te weinig of niet essentiële lesdoelen vooropstellen.

Een beperkt aantal lesdoelen vooropstellen.

Geen of te weinig structuur voorzien in het lesverloop.

Een doordacht en logisch gestructureerd lesverloop voorzien in het lesontwerp. In overleg met de mentor een haalbare timing vooropstellen. Bij de afronding van een les terugkoppelen naar de vooropgestelde doelen.

Geen of een weinig realistische timing voorzien. Bij de afronding van een les niet terugkoppelen naar de vooropgestelde doelen.

concrete

niveau 2 De eindtermen en leerplannen raadplegen bij het uitwerken van de lessen. Doelen uit eindtermen, leerplannen en handleidingen concretiseren tot lesdoelen. Het lesverloop flexibel afstemmen op de omstandigheden en de vooropgestelde doelen. De voorziene timing bewaken. Nagaan of de vooropgestelde doelen bereikt zijn.


16. basiskennis beheersen in functie van didactische vertaling naar leerlingen niveau 0

niveau 1

De leerinhouden van de lagere school onvoldoende beheersen.

De leerinhouden van de lagere school beheersen.

Weinig of ongeschikte bronnen raadplegen om kennis op te doen i.v.m. de lesinhouden.

Betrouwbare bronnen raadplegen om bijkomende kennis op te doen i.v.m. de lesinhouden

De lesinhouden op ongepaste wijze overbrengen naar de leerlingen.

De lesinhouden op een gepaste wijze overbrengen naar de leerlingen.

Regelmatig niet kunnen antwoorden of inspelen op vragen van de leerlingen.

Kennis i.v.m. de lesinhouden gepast inzetten om in te spelen op problemen en vragen van de leerlingen.

niveau 2 De leerinhouden zodanig beheersen om leerprocessen bij leerlingen goed te kunnen begeleiden. Zelfstandig leerinhouden verwerven uit uiteenlopende bronnen (internet, boeken, handleidingen, persartikels, …). Leerinhouden gestructureerd aanbieden, rekening houdend met de moeilijkheden in de leerstof en de vakdidactieken. Algemene kennis gepast inzetten om in te spelen op problemen en vragen van de leerlingen.




45 18. leermiddelen adequaat gebruiken niveau 0 Onvoldoende of slordig leermateriaal voorzien. Niet relevante voorzien.

leermaterialen

niveau 1 In overleg met de mentor aantrekkelijk, functioneel en duurzaam materiaal voorzien. In overleg met de mentor materiaal selecteren op basis van beginsituatie en doelen.

niveau 2 Zelfstandig aantrekkelijk, functioneel en duurzaam materiaal voorzien. Zelfstandig materiaal selecteren op basis van beginsituatie en doelen. Leerinhouden op een aantrekkelijke manier visualiseren. Leerlingen op een duurzame en verantwoordelijke wijze leren omgaan met materialen.

Geen of een weinig gestructureerd bordschema voorzien. Een niet verzorgd bordschrift hanteren (slordig, te groot, te klein, …). Het digibord slechts beperkt gebruiken.

Een verzorgd en functioneel bordschema hanteren als ondersteuning van de les. Een verzorgd bordschrift hanteren, aangepast aan de gebruikte schriftmethode. Het digibord vlot gebruiken.

Het bordschema vlot tijdens de lesactiviteiten.

aanvullen

Optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van het digibord.


19. leerprocessen begeleiden niveau 0 Leerinhouden op onaangepaste wijze aanbieden. Onvoldoende onderscheid kunnen maken tussen hoofdzaken en bijzaken uit de leerlinhouden. Geen of te weinig oog hebben voor verschillende oplossingsstrategieën.

niveau 1 Leerinhouden stapsgewijs aanbieden.

de de

Hoofdzaken uit de leerinhouden onderscheiden van bijzaken.

Leerlingen leren om hoofdbijzaken te onderscheiden.

Op voorhand alle mogelijke oplossingsstrategieën verkennen.

Leerlingen ruimte geven om andere oplossingsstrategieën te verwoorden. Vanuit realistische contexten voorbeelden geven van de transfer van leerstof naar gelijkaardige situaties. In overleg met de mentor de betrokkenheid van de leerlingen bevorderen d.m.v. een gerichte keuze aan werkvormen, interactie, aanbod, … .

Ongepaste of onrealistische contexten aanbieden.

Realistische contexten aanbieden.

Weinig oog hebben voor de betrokkenheid van alle leerlingen.

Alle leerlingen betrekken bij een lesactiviteit.

Te weinig gebruik maken van doelgerichte vragen. Leerlingen zelden inhouden laten herhalen of in eigen woorden formuleren. Wenig oog hebben voor het verwerken van leerlinhouden door de leerlingen. Leerlingen weinig effectief begeleiden tijdens zelfstandig werk.

niveau 2 De moeilijkheidsgraad van leerinhouden inschatten en aanpak hierop afstemmen.

Doelgerichte vragen stellen. Leerlingen inhouden laten herhalen of in eigen woorden formuleren. Leerlingen aanzetten tot het zelfstandig verwerken van leerinhouden. Tijdens zelfstandig werk leerlingen helpen waar nodig.

Vraagsequensen opbouwen. Synthesemomenten inlassen op het einde van een les of lessenreeks om indien nodig te differentiëren. Het leerproces van leerlingen bevorderen door tips en suggesties te geven. Leerlingen gericht begeleiden tijdens zelfstandig werk. Kennis hebben van de eindtermen leren leren. Huiswerk duidelijk toelichten.



en


46 taakveld 6: de leraar als taalleraar 21. correct gebruiken van het Standaardnederlands in de schriftelijke communicatie niveau 0 Foutieve of verwarrende zinnen formuleren. Regelmatig typ- en taalfouten laten staan in documenten.

niveau 1 Correcte zinnen formuleren met aandacht voor de juiste leestekens. Correct spellen.

niveau 2 Correcte en gevarieerde zinnen formuleren. Zelfstandig de spellingswijzigingen opvolgen.

Een correcte woordenschat gebruiken, zonder dialectische invloeden.

Een correcte en gevarieerde woordenschat gebruiken.

Spreektaal hanteren.

Formeel hanteren.

Eigen schriftelijk taalgebruik afstemmen op doelpubliek en context.

Bij twijfel over correctheid van het eigen schriftelijk taalgebruik geen geschikte bronnen raadplegen.

Bij twijfel over correctheid van het eigen schriftelijk taalgebruik de nodige bronnen raadplegen.

Dialectische invloeden woordenschat.

in

de

schriftelijk

taalgebruik


22. Correct gebruiken van het Standaardnederlands in de mondelinge communicatie niveau 0 Foutieve of verwarrende formuleren.

niveau 1 zinnen

Spreektaal hanteren. Te snel articuleren uitspraak.

praten, onvoldoende of streekgebonden

Correcte zinnen formuleren. Formeel mondeling taalgebruik hanteren, zonder dialectische invloeden. Een verzorgde uitspraak en pittige articulatie hanteren, zonder uitgesproken streekklanken.

niveau 2 Zich genuanceerd en gevarieerd uitdrukken. Eigen mondeling taalgebruik aanpassen aan doelpubliek en context. Een goed voorbereide opgebouwde presentatie geven.




en

47 3. ANDERE RELEVANTE INFORMATIE OVER DE STAGE

4. BESLUIT SEMESTER 2 sterke kanten

aangewezen werkpunten

naam klasmentor:

handtekening directie of stempel van de school

handtekening



48

10 LERAAR WORDEN I: PROFESSIONELE IDENTITEIT



49

11 ALGEMEEN PRAKTIJKGROEIBOEK



50

12 COMPETENTIEMATRIX



1 INHOUDSTAFEL GEGEVENS STAGESCHOOL... 3

Recommend Documents